haatsc Op eenzamen post. In tegenwoordigheid van den Franschen minister van Onderwijs, Jean Zay (x), heelt het Institut Francais Vrijdagavond in zijn gebouw aan het Museumplein te Amsterdam het vijfjarig bestaan gevierd De kunstschilder Arthur Briët is op 72-jarigen leeftijd te Nunspeet over leden Over de hindernis. Een fraai snapshot van paard en be rijder tijdens de steeplecha e, wel ke te Newbury (Eng.) is gehouden Bij zijn aankomst op Schiphol werd de Fransche minister van Onderwijs, Jean Zay, Vrijdag verwelkomd door minister prof. dr. Slotemaker de Bruine De Delftsche Poort te Rotterdam gaat verhuizen. - Met de afbraak is een aanvang gemaakt Het gevaarte in de steigers De tunnelbouw onder de Maas te Rotterdam. Een kijkje tunnelvak, dat zijn voltooiing nadert het eerste De voorbereidingen voor het Conclaaf te Rome. De telefoonlijnen, die het van het Vaticaan, waar het Conclaaf gehouden zal worden, met de buitenwereld verbinden, worden afgesneden FEUILLETON KURT SIODMAK. 209 „Je zult mij niet slaan", brieschte hij en greep onder de dekens naar een ander mes, „en ik zal er wel achter komen, wat Hauser met dat meisje heeft, en of zij iets met dien gevangene van plan is, met behulp van Hau ser. Staar me niet zoo aan!" krijschte hij en liet zijn groote glinsterende tanden zien. „ik vertrouw Hauser niet, en je zult zien, dat ik gelijk heb. Jij weet ook wel, waar vrouwen toe in staat zijn. Je weet het zoo goed als wij allemaal!" O'Murphy zonk weer op zijn stoel terug en verborg zijn hoofd in zijn handen. „We zouden haar kunnen neerschieten", fluisterde Achilles, ,4k ga haar kamer binnen, laat mijn revolver vallen en zeg, dat zij ermee gespeeld heeftOf ik hits een Arabier met een geladen Colt tegen haar op en laat hem dan achter slot en grendel sluiten, wegens een zonnesteek.... In elk geval moet ze weg Hij wierp zich op zijn zijde en verborg het gelaat in de dekens. „O'Murphy, luister je?" Hij schreeuwde en hief het hoofd op. O'Murphy had de kamer verlaten. Achilles was met één sprong bij de deur. Hij zag nog juist het logge lichaam van zijn kameraad de trap naar Hauser's kamer be stijgen. Achilles kroop weer in bed. Hij mompelde wat ln zichzelf, plotseling zweeg hij. Een idéé zou het gaan? L Hij lachte luid en trok de dekens over zijn gezicht, om er in de warmte en de stilte over na te denken. Nu wist hij het zeker; hij zou den strijd om deze vrouw winnen. Naar de hel met Hau ser! Achilles knarste met zijn tanden en sloot den oogen om zijn krachten te verzamelen. O'Murphy stond aan Hauser's bed en in het vale laatste licht van den dag sloeg hij op merkzaam het gezicht van den slapenden gade. Hauser steunde; hij mompelde iets in zijn slaap. O'Murphy boog zijn grooten schedel direct voorover. Hauser sprak een taal, die de dikke O'Mur phy niet verstond: Hauser sprak Duitsch. Voorzichtig ging O'Murphy op het bed zit ten. Het gezicht van den slapende vervulde hem met een onverklaarbare droefheid. Hij had altijd goed met Hauser kunnen op schieten. Dagelijks hadden zij met elkaar ge praat, urenlang, als de gloeiende hitte iedere beweging onmogelijk maakte. Onder de voorzichtige woorden van zijn vriend, die het kwellende verlangen, de haat en de wrok met het noodlot verzoend had, was hij geleidelijk aan weer mensch gewor den Sedert eenige dagen sprak Hauser niet meer met hem, ging hem met een korten groet voorbij. Waar dacht hij aan? Was Hau ser's leed ook niet het zijne, Jerobeam O'Mur- phy's leed? Hauser's zorgen ook niet zijn, Jero beam O'Murphy's zorgen? Sedert die vrouw op het fort was begreep hij Hauser niet meer. Er stond een muur tusschen hen. Achilles had gelijk, die vrouw moest verdwijnen. Weg met haar! „Laat mij sterven O'Murphy!" fluisterde Hauser in zijn slaap, nu in het Engelsch, als was hij er zich van bewust, dat de Ier aan zijn zijde stond. O'Murphy kromp ineen. Wilde Hauser ster ven? Hij pakte zijn vriend bij den arm en schudde hem heftig. Geschrokken opende Hauser de oogen. Langzaam en zwaar ging hij overeind zit ten, zijn blik, die afwezig op O'Murphys voor hoofd rustte, begon langzaam aan te ont waken. „Ik heb verschrikkelijk gedroomd", zei Hauser langzaam en streek zich over het voorhoofd, „maar ik ben alles vergeten Hij steunde zijn hoofd in zijn handen en peinsde. ,Je wilde, dat ik je liet sterven", zei O'Murphy en wachtte angstig het antwoord af. „Zei ik dat?" Hauser kwam overeind en knoopte zijn jas toe. „WonderlijkJe moest mij laten sterven, zei ik?" Hij schudde zijn hoofd en kon er zich niets van herinneren. Vorschend keek hij naar het venster, waar achter vaal de schemering stond. „Jij hoeft die wacht niet af te lossen", zei hij zachtjes, „ik zei dat maar om jou en Achilles uit de kamer te krijgenBedankt, dat je mij wakker gemaakt hebt, want ik heb verschrikkelijk gedroomd „Hauser". zei O'Murphy ruw en greep zijn vriend bij den arm, „die vrouw moet weg, vandaag nog!" Hauser voelde nog steeds naar zijn voor hoofd, zijn gezicht vertrok van pijn. Je hebt gelijk, die vrouw moet weg uit het fort, ik zal vanavond nog met haar praten". Onderzoekend keek hij zijn vriend aan. „Ben je jaloersch, O'Murphy? Hoe dikwijls heb ik je niet gezegd, dat vriendschap mij meer waard is dan alle vrouwen van de wereld en alle liefde, die toch maar leugen is Hij klopte den zwijgenden reus op den schouder. „Heeft Achilles je aangestoken met zijn wartaal? Het is waar, het valt mij moeilik, die vrouw weg te zendenhet is pijnlijk Maar ik beloof je. die vrouw gaat weg!" Hauser reikte O'Murphy de hand. „Ik zal het je gemakkelijk maken", zei O'Murphy. „Hij zal het mij gemakkelijk maken....?' Niet begrijpend, keek Hauser hem na. Leven. Gedempt klonken de commando's van de aflossing. De nacht legde zich over het fort. Hauser liep in zijn donkere kamer rond, diep in gedachten. Hij wandelde rond de tafel, in een regelmatigen cirkel. Hij keek op de lich tende wijzerplaat van zijn armbandhorloge. Over een half uur zou hij haar laten roepen. Hij zou nog eenmaal met haar spreken, dat zou het afscheid zijn, een laatst onherroepelijk afscheid. Alleen verlangde hij nog één keer met een mensch te praten, jong, die in de wereld terug zou keeren, koele lucht inade men, ijskoud water drinken en onder men- schen zou leven. Onder menschen met wen- schen en idealen, met vreugden en een toe komst. Over een half uur Den gevangene zou hij ook vrijlaten, of hij nu de infanterist Petitpierre of Overste De Bottberg was, haar geliefde of een vreemde Hij zou hem met haar de wereld inzenden, de wereld, die daar begon, waar de horizon eindigde De tijd verstreek. Hauser verliet zijn kamer, daalde de trap af en opende de deur van het manschappenver blijf. De mannen lagen op hun britsen uitge strekt als dooden. Een klein pitje gloeide op de tafel. Onmiddellijk kwam de schild wacht naar de deur en spande de haan van zijn revolver. „Werda?" Hauser sloot de deur weer, zonder te ant woorden. Hij kon niet meer denken. Zijn hersens wa ren leeg, hij had één wensch, den tijd te zien verstrijken, vlug, vijfentwintig minuten lang. Dan moest hij stil blijven staan. Een eeuwig heid Hij trad het officierenverblijf binnen. Achilles sloop weg van O'Murphy en wierp Hauser een wantrouwende blik toe. De reus stond schuldbewust en verlegen op en ging naar de tafel. „Is er nog nieuws?" vroeg Hauser en nam zijn kameraden onderzoekend en nadenkend op. Achilles bromde, schudde zijn hoofd en greep een brood. Hij sneed er een dik stuk af en strooide er aandachtig wat zout over, als om te bewijzen, dat zijn gedachten bezig waren. O'Murphy bewoog zich niet. „O'Murphy, wat is er?" Onwillig haalde de reus zijn schouders op. „Niets!" Kalm draaide hij zich om. Hauser wierp de deur achter zich dicht en ging opgewonden naar zijn kamer. Men moest op zijn hoede zijn. Voor AchillesHauser had een onbestemd voorgevoel van naderend gevaar. O'Murphy, alleen O'Murphy, zou hem bijstaan in dit leven en misschien ook tot in den dood „Ik heb op u gewacht, neemt u me niet kwalijk, dat ik een paar minuten vroeger ge komen ben", zei Ysot zachtjes. Zij stond in de deur van Hauser's kamer en wilde juist naar binnen gaan, toen Hauser de trap opkwam. „Ik klopte, commandant", zei ze aarze lend, „en het was net of iemand „binnen" riep, maar het moet een vergissing geweest zijn, want op hetzelfde oogenblik hoorde ik u aankomen Hauser was veel te opgewonden, om het zonderlinge van haar gedrag op te merken. Hij was aan de deur blijven staan, zoolang zij sprak. Daarna liep hij haar snel voorbij, naar de tafel, en stak de lamp aan. Hij móést licht hebben. Hij wilde haar gezicht zien, haar blonde haren, haar blauwe oogen en de zachte be weging van haar handen. Hij wilde haar nog één keer hooren lachen. .(Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 16