SHAG
DON DER: DAG 2 MS ART 1939
HAARLEM'S DAGBLAD
4
Uit Haarlem's
Gemeenteraad.
Voorloopig beginnen de raads
zittingen niet om V/>, maar om
2 uur 's middags. Een van de
nieuwe onderwijsbezuinigingen
die de regeering verlangde werd
aangenomen. Er is geen kans,
dat hier Spaansche vluchtelingen
komen.
Woensdagmiddag vergaderde de Raad dei-
gemeente Haarlem. Na drie kwartier was deze
bijeenkomst reeds afgeloopen.
Bericht van verhindering was ingekomen
van den heer van Tetering.
De voorzitter deelde mede, dat B. en
W. besloten hebben, in verband met verzoe
ken van enkele raadsleden, een proef te ne
men met het beginnen der raadsvergaderin
gen om 2 uur inpiaats van half twee.
Goedgekeurd werden de volgende voorstel
len:
Voorstel tot vaststelling der derde supple-
toire begrooting dienst 1938
Voorstel tot vaststelling van het voorschot
over 1939 op vergoeding aan bijzondere scholen
ingevolge: a. art. 101 bis 7e lid L.O. wet 1920
en art. 101, le lid.
Voorstel tot het bepalen der bezoldiging
van ambtenaren belast met de keuring van
vïsch.
Voorstel van B. en W. om ten laste van het
gemeentelijk pensioenfonds aan mej..A. Ter-
woertSmits, vroeger schoonmaakster in den
Stadsschouwburg, voor 1939 een uitkeering toe
te kennen van f 156.
Voorstel tot aanvaarding van voor straat
bestemden grond aan de Spaarnhovenstraat
Voorstel om ter afdoening in handen van
B. en W. te stellen een verzoekschrift van be
woners der Reijer Anslostraat inzake verbe
tering van den toestand daar ter plaatse.
Huisvesting Spaansche
kinderen.
Hierna komt aan de orde de motie van den
heer Peper (comm.) inzake de huisvesting
van Spaansche kinderen.
De heer Peper was overtuigd, dat er nog
reden is deze motie te behandelen. Aan de
Spaansch-Fransche grens heerschen vreese-
lijke toestanden onder de Spaansche vluchte
lingen. Er is sympathie onder de bevolking om
hier de helpende hand te bieden. Onze regee
ring heeft gezegd, dat zij voorloopig geen toe
stemming kan geven om hier Spaansche
vluchtelingen op te nemen. Er is dus nog kans
dat de regeering in de toekomst tot andere
gedachten zal komen. Bovendien is de strijd in
Spanje nog niet afgeloopen. Het is aan te ne
men, dat- er nog meer vluchtelingen uit Spanje
in Frankrijk komen. Reeds nu laat de verzor
ging der vluchtelingen in Zuid-Frankrijk te
wenschen over. Er is dus reden om hier aan
een zeker aantaj vluchtelingen een betere ver
zorging te bieden.
De communisten vragen nu aan de gemeen
te, dat als er hier vluchtelingen komen er ge
bouwen worden beschikbaar gesteld voor het
onderdak brengen. Natuurlijk zullen particu
lieren voor het onderhoud der vluchtelingen
zorgen. Dat dit mogelijk is bleek in 1'914 bij de
komst der Belgische vluchtelingen.
In den Raad van Amsterdam is een derge
lijk voorstel met algemeene stemmen aange
nomen. Haarlem moet dit voorbeeld volgen.
Het kan een aansporing voor de regeering zijn
om de vluchtelingen te laten komen.
De heer Noordhoff (S.D.A.P.) meende
dat uit het antwoord van de regeering aan den
heer AJbarda in de Tweede Kamer gebleken is,
dat er heel weinig kans is, dat de Spaansche
vluchtelingen in Nederland zullen worden
toegelaten. Wat de zaak zelf betreft, staat de
S.D.A.P sympathiek tegenover het opnemen
van Spaansche vluchtelingen, maar dat zegt
niet veel, omdat men natuurlijk rekening moet
houden met de beslissing der regeering.
De vergelijking met de Belgische vluchte
lingen van den heer Peper gaat niet op. want
de Belgische vluchtelingen kwamen over de
Nederlandsche grens.
Toen Amsterdam de motie aannam was het
waarschijnlijk te achten, dat de regeering de
Spaansche vluchtelingen hier zou toelaten.
Het beste zal zijn als de heer Peper zijn motie
intrekt.
De voorzitter zei, dat het college van
B. en W. ook met mededoogen vervuld is, maar
de zaak staat zooals de heer Noordhoff heeft
uiteengezet. Er zijn practische bezwaren.
Het is immers niet aan te nemen, dat de re
geering hier de Spaansche vluchtelingen als
nog zal toelaten.
Ook spreker verzocht den heer Peper zijn
motie in te trekken. Het medelijden is sympa
thiek, maar wij moeten ons daardoor niet
laten meesleepen.
De heer Peper verdedigde opnieuw zijn
motie.
De geschiedenis in Spanje is nog niet uit.
Nieuwe verwikkelingen zijn niet uitgesloten.
Het is best mogelijk dat nog tienduizenden
vluchtelingen in Frankrijk zullen aankomen.
Nu evenwel blijkt dat er geen kans is dat
zijn motie wordt aangenomen, trekt hij die in.
Schoolkleeding.
In verband met het voorstel van B. en W.
om de rekening goed te keuren van de com
missie voor Schoolkleeding. zei de heer Van
der Storm (Partijloos) dat de schoenleve
rantie over slechts twee schoenwinkeliers is
gegaan. Dat is verkeerd.
De heer Van der Wall (C.H.), wethou
der, zei, dat de leveranties bij toerbeurt gaan.
Op den duur komt dus elke winkelier aan de
beurt.
Instructie van den
gemeente-ontvanger.
B. en W. dienden ter vaststelling in een
nieuwe instructie voor den gemeente-ont
vanger.
De heer We ster veld (S.D.A.P.) meende
dat het onjuist is den gemeente-ontvanger in
zeker opzicht te stellen onder den chef der fi-
nancieele afdeeling. Beter is het toezicht aan
B. en W. op te dragen die in een enkel geval
hun bevoegdheid aan een door hen aan te
wijzen ambtenaar kunnen overdragen.
De voorzitter zei, dat B. en W. met die
wijziging accoord gaan.
Het voorstol van B. en W. werd daarop in
zijn geheel aangenomen.
Intrekking extra toelage
vakonderwijzers lichame
lijke opvoeding.
De minister van Binnenlandsche Zaken
heeft namens zijn ambtgenooten van
Financiën en Sociale Zaken medegedeeld
dat de toekenning van bij zonderen, steun uit
het werkloosheidssubsidie fonds over het
dienstjaar 1933 voor deze gemeente afhanke
lijk wordt gesteld o.a. van „intrekking van
de extra-toelage van f 5 per wekelijksch les
uur, toegekend aan vakonderwijzers voor
lichamelijke oefening aan de scholen voor ge
woon L.O. en U.L.O.. die in het bezit zijn van
een middelbare akte".
B. en W. meenen dat aan deze voorwaarde
behoort te worden voldaan, en stellen den
Raad voor, daartoe te besluiten,
(Is reeds in een deej eener vorige oplaag
opgenomen.)
De heer Peper (communist) zei dat het
hier vijf personen betreft, die er elk f 150
schade per jaar van zullen hebben. Op een
tekort op de begrooting van meer dan een
millioen gulden heeft dit zeer weinig te be-
teekenen. Waarom is het nu noodig deze 5
menschen zoo te dupeeren?
De heer Vliegen (S.D.A.P.) zei dat de
S.D.A.P. niet tegen het voorstel van B. en W.
zou stemmen, maar het is wel zaak om nog
eens te laten blijken, dat de fractie over deze
bezuiniging, die zuur is, niet best te spreken
is. Wij nemen hier geen rechtvaardig besluit.
De heer Castricum (R.K.) wees er op,
dat Haarlem alleen van het toezicht der regee
ring kan afkomen, als gemaakt wordt dat wij
onze eigen boontjes kunnen doppen. Maar dan
moet men niet, zooals nu bij de begrooting ge
daan is, f 12.000 inkomsten opofferen voor een
onnoodige verlaging van de zakelijke belasting
op het bedrijf.
De voorzitter zei, dat hij, in gezelschap
van den wethouder van onderwijs, de door de
regeering verlangde nieuwe bezuinigingen op
onderwijsgebied heeft besproken met den
minister van onderwijs. De onderhandelingen
over de andere bezuinigingen worden nog
voortgezet, maar wfj zagen in, dat het geen
zin had ons langer tegen dit punt te verzetten,
temeer omdat dit het onbelangrijkste was.
Het voorstel van B. en W. werd daarop aan
genomen, de communisten en de heer Castri
cum vroegen aanteekening, dat zij tegen
waren.
Benoeming"-
Tot tijdelijk leeraar in de oude talen aan
het Gymnasium alhier wordt benoemd de
heer A. Annema te Amsterdam.
Bij een borrel^catz-Elixer!
Bestel niet klakkeloos „klare". „Af" is hij pas met
echt Catz-Elixer. Met extra pit, met extra aroma!
■MMMm'lilMaMHu.i.'iuitWi
(Adv. ingez. Med.)
Mr. J. H. Thielschool bestaat
12V2 jaar.
Door de oudercommissie van de Mr. J. H.
Thielschool aan de Karolingstraat werd Woens
dag een buitengewone ouderavond gehouden ter
herdenking van het 12li-jarig bestaan der school.
Bij dezen avond, die, onder leiding van het
hoofd der school, den heer N. J. Coevoet, in het
gymnastiek lokaal dat voor deze gelegenheid
een feestelijk aanzien had gekregen, plaats had,
waren o.a. tegenwoordig de heeren E. v. d. Wall,
wethouder van Financiën en waarnemend wet
houder van Onderwijs, J. A. Pijzelman, chef van
de afdeeling onderwijs ten Stadhuize, en mr. L.
G. van Dam, voorzitter van de vereeniging
„Volksonderwijs".
De heer N. J. Coevoet opende met een kort
woord ter verwelkoming dezen buitengewonen
ouderavond.
Hierna sprak wethouder E. v. d. Wall, die na
mens het gemeentebestuur het hoofd der school
en het onderwijzend personeel met dit jubileum
complimenteerde. Spr. herinnerde aan de op
richting van de school in 1926, toen „School 33"
geheeten en aan de opening door den toenmali-
gen wethouder van onderwijs, mr. A. Bruch. De
school, die in den beginne nog slechts drie leer
krachten telde, breidde zich in korten tijd uit.
In 1928 werd de heer D. Peereboom tot hoofd
van school 33 benoemd. Spr. gewaagde met
waardeering van het vele werk dat de heer Pee
reboom in het belang van de school heeft ge
daan. Zijn opvolger, de heer Coevoet, kende spr.
als een man met rijke ervaring op onderwijsge
bied. De prachtige samenwerking met het on
derwijzend personeel heeft bovendien veel bij
gedragen tot den bloei van de school.
Mr. L. G. van Dam gewaagde van den grooten
steun dien de vereeniging „Volksonderwijs" bij
haar strijd voor de openbare school steeds van
school 33 heeft ondervonden. Deze oudercom
missie is er een op wier medewerking de ver
eeniging steeds kon rekenen. Spr. wenschte de
ouders geluk, die een oudercommissie hebben ge
troffen die zoo op de bres staat voor het open
baar onderwijs.
De heer D. Peereboom, oud-hoofd der school,
herdacht in het kort de stichting van de school,
en het vele goede werk dat de leerkrachten in
de afgeloopen jaren voor de aan hun hoede toe
vertrouwde kinderen hebben kunnen doen. Spr.
eindigde met de hoop, dat de Mr. J. T. Thiel
school tot in lengte van dagen zou moge bloeien
tot heil van het Slachthuïskwartier.
Tenslotte dankte de heer J. Grooteboer, voor
zitter van de oudercommissie voor de betoonde
belangstelling en de vele gelukwenschen.
Na dit meer officieele gedeelte van den avond
hebben de negen meisjesleerlingen van de zesde
klasse een rythmische groepsdans ten tooneele
gebracht. Deze dans een Bloemen-ballet, in
gestudeerd onder leiding van den heer Coevoet
werd op keurige wijze uitgevoerd. De meis
jes hadden met dit fraaie dansnummer dan ook
veel succes. Een komisch „Kikkerdansje" werd
onder leiding van mej. J. Blaauw door en
kele jongens uitgevoerd.
Het optreden van het cabaret-duo Vos en
Teunissen besloot dezen avond.
In den loop van dezen welgeslaagden ouder
avond had mej. J. Blaauw, die van de oprich
ting af als onderwijzeres aan de school werk
zaam is geweest, uit handen van den heer Coe
voet, een bloemenhulde in ontvangst te nemen.
TERAAR DEBESTELLING
Dr. M. COLENBRANDER.
In ons vorig nummer hebben we reeds eenige
bijzonderheden gepubliceerd over de teraarde
bestelling van het stoffelijk overschot van Dr.
M. Colenbrander, die Dinsdagmiddag op de Al
gemeene Begraafplaats te Heemstede heeft
plaats gehad.
Nadat de organiste in de aula het koraal „Was
mein Gott will, gescheht allzeit", van Bach ten
gehoore had gebracht, trad Dr. D. H. van der
Goot uit Haren (Gr.) als voorzitter der Maat
schappij tot bevordering der Geneeskunst als
spreker naar voren. Hij deelde mede, dat hij dit
in de eerste plaats deed op verzoek van den
Raad van Beroep dezer maatschappij, waarin Dr.
Colenbrander zoo'n bijzonder groote figuur was.
Hij was als het ware de personificatie der me
dische ethiek. „Hij heeft geschriften nagelaten,
waarvan nog wel twintig geslachten kunnen pro
fiteered die zijn een lichtend voorbeeld. In één
dezer geschriften heeft hij opgemerkt: „alleen
een goed mensch kan een goed arts zijn." Welnu,
er zal hier wel niemand aan twijfelen, dat dit ook
op hem van toepassing was. Hij was méér dan
een goed mensch en een goed arts. Dat kunnen
zijn patiënten en zijn huisgezin getuigen. Wij
danken hem voor alles wat hij voor den Raad
van Beheer gedaan heeft. Hij kwam altijd op
voor het recht der verongelijkten; hij had een
helder verstand, grooten werklust, veel toewij
ding en een welversneden pen. Toen hij een
paar jaar geleden het werk voor den Raad van
Beroep neerlegde, liet hij een groote leegte ach
ter. Toch bleef hij daarna nog met dien raad in
contact. We zullen dan ook herinneringen be
waren aan iemand, die veel gegeven heeft. Co
lenbrander was een nobel mensch, dien men niet
gauw kan vergeten. Zijn figuur zal ons steeds vol
erkentelijkheid lang bij blijven."
Dr. J. Laeyendecker, de opvolger van
Dr. Colenbrander, merkte op, dat de belangstel
ling van den overledene zich niet tot Heemstede
beperkte; dat zijn geest voor zeer vele andere
dingen open stond, dan alleen voor het zuiver
medische. Maar dat was eigenlijk zijn ontspan
ning in de avonduren; overdag werkte en streed
hij in de practijk. Hij had het medisch beroep in
al zijn variaties lief en of het nu de uitoefening
van de armen- en de fondspractijk of zijn parti
culiere practijk betrof, het was hem alles even
lief: hij kon dit omdat hij zich gedragen wist
door een groote innerlijke overtuiging en kracht:
omdat hij wist dat het leven waard was om er
voor te vechten. Leven en strijd waren twee be
grippen, die Dr. Colenbrander innig lief had;
het leven in al zijn manifestaties: muziek, schil
derkunst, literatuur; dit alles boeide hem, maar
toch het meeste de zieke mensch. Daarvoor kon
hij strijden; lafheid en halfslachtigheid waren
hem een gruwel. Het moest alles eerlijk zijn en
zuiver; hij stond daarvoor op de bres en vocht
tot het uiterste. Dit hield hij ook altijd de jon
gere collega's voor. Hij streed met open vizier en
met een groot optimisme op den goeden uit
slag; ook had hij een groot gevoel voor humor,
wat zelfs bij zijn hevigste pijn nog tot uiting
kwam. In Heemstede richtte hij ook de wijkver
pleging op, die door zijn toedoen zoo gegroeid is,
Verder vervulde hij nog vele andere functies; hoe
hij dit alles kon doen, is haast niet te begrijpen.
Zijn immer opgewekte geest werkte echter mee.
Maar bij dit alles bleef hij toch in de eerste
plaats de dorpsdokter van Heemstede. Op de
zelfde wijze, waarop hij geleefd heeft, is hij ook
den dood tegemoet gegaan: welbewust, rustig en
Copyright P. I. B. Bo* 6 Copenhagi
Maar de prins was niet iemand, die zich zoo maar liet af-
sohepen; hg smeerde zijn gezicht met bruine en zwarte verf in,
met zijn dochter woonde.
zoodat niemand hem zou herkennen, trok zijn hoed over zijn voor
hoofd en klopte aan de poort van het paleis, waarin de keizer
„Goeden dag, keizer", zei hij, „kan ik hier in het paleis niet in
Uw dienst treden?" „Tja", antwoordde de keizer, „er komen er
hier zooveel, die bij mij in dienst willen treden. Maar wacht eens.
ik moet iemand hebben om de varkens te verzorgen. Als U dat
aanstaat, wil ik U wel benoemen."
En zoo werd de prins, die dadelijk toehapte, aangesteld tot
keizerlijk varkenshoeder. Hij kreeg een somber, klein kamertje
dicht bij 't varkenshok, waar hij voortaan zou moeten wonen
Maar hij zat daar den geheelen dag te werken, en toen het avond
werd, had hij een allerliefst klein pannetje gemaakt, waarin men
pap kon koken. V/as het zoover, dan begonnen belletjes een liedje
te spelen, een oude melodie, die luidde: „Och, m'n lieve Augustijn,
Alles is weg, weg, weg!"
(Wordt vervolgd)
'k Was per abuis
Op 't stadhuis
Gepijpesteeld gaan trouwen.
De ambtenaar
Maakt' geen bezwaar:
Ik mocht mijn vrouw
en Ibis houen.
VOORDE PIJP
DobbelmannJekker, man
(Adv. Ingez. Med.)
bereid; hij aanvaardde kalm wat hij wist dat
komen zou. Wij danken hem voor zijn vriend
schap en voor de vaderlijke genegenheid jegens
de jongere collega's."
Met een persoonlijk woord van eerbied eindig
de Dr. Laeyendecker.
Mr. M. van Regteren Altena uit Am
sterdam sprak als studievriend van den over
ledene. „De persoon van Colenbrander is mij
altijd zeer lie! geweest. Ik zie hem nog voor mij
met zijn vriendelijk gezicht en zijn wijzen blik.
Hij dacht eerst bedachtzaam na voordat hij
sprak; zijn woorden wareif nooit hard of voor
anderen kwetsend. Wanneer hij ergens als m e-
d i c u s heenging, nam hij den mensch Co
lenbrander mee. Hij was een voortreffelijk echt
genoot en een goed vader. Zijn grootste geluk
zocht hij, behalve hierboven, in zijn gezin; hij
had een gelukkig gezinsleven. Ook was hij een
religieus man; dat bracht hij mee uit het ouder
lijk huis en heeft dit hier daarna met zijn vrouw
verder opgebouwd. Hij hield van literatuur, van
de schilderkunst en van de muziek. Op zijn ziek
bed had hij nog den wensch te kennen gegeven,
de zevende Symphonie van Beethoven, die hem
zoo lief was, te mogen hooren; hij heeft er van
genoten en het heeft hem gesterkt. De gunst van
menschen zocht hij niet. Trouwens, mannen als
Colenbrander hebben geen behoefte aan prijzen.
Hij heeft een blijvende plaats in ons hart inge
nomen; wie hem gekend heeft, kan hem niet
vergeten. Ook niet de kring van zes studievrien
den, waartoe hij en ik behoorden. leer dan vijf
tig jaar mocht ik zijn vriend zijn. Reeds op het
Gymnasium werd tusschen ons een hechte band
gesloten en die werd later op de universiteit nog
sterker. Hij heeft ons het beste gegeven wat hij
had. Toen ik hem bij zijn ziekbed nog even mocht
bezoeken, waren zijn laatste woorden: „oude
vriendschap roest niet." Ik kon toen niet anders
antwoorden dan: „Zoo is het." Onze hechte
vriendschap zal ik nooit vergeten."
Aan den heer P. C. Oosterhoorn was ver
zocht, om namens oud-patienten en namens
oudere inwoners van Heemstede op deze plaats
enkele woorden te wijden aan de nagedachte
nis van Dr. Colenbrander. Zelf geparenteerd aan
een oude Heemsteedsche familie en zelf geboren
Heemstedenaar, heb ik de vrijheid gevonden,
gaarne aan dit verzoek te voldoen. Mijn herin
neringen aan Dr. Colenbrander gaan tot onge
veer 35 jaren terug, tot den tijd, waarin de
dokter in de kracht van zijn leven, met groote
toewijding arbeidde aan het lichamelijk en ook
vaak aan het geestelijk welzijn van zeer vele
Heemsteedsche ingezetenen. Dr. Colenbrander
was in Heemstede een figuur, tegen wien wij
met eerbied opzagen; een man van groot gezag,
niet alleen in zijn praktijk, doch ook in vele
kerkelijke en burgerlijke functies; iemand van
de breede lijn, met een gezonden, objectieven
kijk op alle mogelijke zaken, en iemand aan
wiens bezonken oordeel en nuttige raadgevin
gen steeds zeer groote waarde werd gehecht. Ik
kan mij zoo goed herinneren, Dr. Colenbrander,
uitrijdende in zijn dokterscoupétje, met als koet
sier op den bok Jan Stroosma. Zoo zagen wij den
dorpsgeneesheer in onze schooljaren. Dat Dr. Co
lenbrander echter ook oog had voor het nieuwe
bleek spoedig uit het feit, dat hij één der eerste
medici in Haarlem en omstreken was, die zijn
pat'enten per auto ging bezoeken. Vele oud-
Heemstedenaren en patiënten uit den tijd van
Dr. Colenbrander zijn hem reeds in den dood
voorgegaan; namens den qvergebleven kring
breng ik aan den thans ontslapene een laatsten
eerbiedigen groet. Dokter, rust in vrede, uw wel
verdiende rust."
Na de redevoeringen werden op het orgel ten
gehoore gebracht, het lied: „Houdt Gij mijn han
den beide" en het Evangelisch gezang: „Van U
zijn alle dingen" en toen de kist uit de aula werd
gedragen weerklonk het Slotkoor uit de „Mat-
thaus Passion" van Bach.
Toen de kist in de groeve was neergelaten bad
Ds. G. E. Barger het Onze Vader, waarna de
zoon van den overledene, Dr. M. C. Colenbran
der uit Delft voor de betoonde belangstelling
dankte.
Het was een indrukwekkende plechtigheid.
Kinderen in hun vrijen lijd.
Het nut van speeltuinwerk.
Het speeltuinwerk vindt in de laatste jaren
steeds meer waardeering. En niet ten on
rechte. Kinderen in hun vrijen tijd aange
name en nuttige bezigheid te verschaffen is
zeker een werk, dat ons aller sympathie ver
dient. En als men verder nog weet met hoe
veel liefde en zorg de kinderen worden bezig
gehouden dan is het zeer te begrijpen, dat de
besturen der speeltuinvereenigingen alle
moeite doen om ook anderen voor dit in veie
opzichten zoo verdienstelijke werk te interes
seeren.
Wfj waren Woensdagmiddag in de gelegen
heid in het clublokaal van de Speeltuinver-
eeniging ..Het Rozenpriëel" te zien hoe kinde
ren van 4 tot 14 jaar werden bezig gehouden
met fröbelen: Een vijftal leidsters onderwees
de meerendeels jonge kinderen in de fröbel-
kunst, welk onderwijs, als men het zoo noe
men mag. zeker niet zonder resultaten zal
blijven. Doch er wordt nog meer gedaan in het
clublokaal aan de Van Zompelstraat. Men
kan er leeren dammen en schaken, figuur
zagen, fineerwerkeh (voor de ouderen natuur
lijk). tafeltennissen en ook wordt er les ge
geven in het metselen. Met kleine steentjes,
die door den leider zelf worden gemaakt, kun
nen de jongens aardige bloembakjes maken en
de resultaten zijn inderdaad alleraardigst. Zoo
wordt er dus niets nagelaten om de kinderen
op eenvoudige maar daardoor juist zoo pret
tige en leerzame wijze niet alleen zoet te hou
den, maar ook iets te leeren, waarvan ze in
hun later leven nog de vruchten zuilen kun
nen plukken.