N.V. ED. KIMMAN ZOON \p v UTER LIJ K E BEKENTENISSEN Handel in vervalschte passen ontdekt. PANOPTICUM EUROPA. LEEFLANG Ik ontdek Amerika ZATERDAG 4 MAART 1939 HAAREEM'S DAGBEXD Africhten. Het eene dier leidt tot het andere. Tenmin ste voor wie van dieren houden. Ik ken natuurlijk ook menschen die begonnen met dierenhaat. Maar die gold muizen en was dus veroorloofd. Zij kochten een kat. Binnen wei nige jaren bezaten zij twee honden, drie kat ten, een geit, verscheidene konijnen, een aan tal duiven en een papegaai. Een ander begon met den hond. Daarop volgde de kat. Op een goeden dag beet de eerste de laatste. De eigenaar belde den die renarts op, die juist in een manége een ziek paard behandelde en niet kon komen. „Dan kom ik wel bij jou", zei hij, reed met de ge wonde kat naar de rijschool, was onmiddellijk bekoord en ging paardrijden. Zijn hond had hem op het juiste spoor ge bracht. Dat doen honden, beroepshalve, trouwens altijd. Hij en het Paard bleken voor elkaar bestemd te zijn. Niet alleen ontwik kelde hij zich tot een uitstekend ruiter, maar bovendien ging hij studie maken van het dresseeren van jonge paarden en nam daarna het koene besluit, dit zelf te ondernemen. Niet als beroep, maar als liefhebberij. Hij kocht een jong dier en richtte het inderdaad als rijpaard af. Toen het hem vol deed en hij er zelfs prijzen mee gewonnen had in dressuur-wedstrijden en springcon coursen kocht hij een tweede, ditmaal een buitenlandsch renpaard, en ging dat ook af richten. Dit klinkt heel eenvoudig en het lijkt een aardige liefhebberij evenals postzegels- verzamelen, knutselen, kruiswoordraadsels oplossen en piano spelen, maar er zijn andere eigenschappen voor noodig dan voor die bezig heden. Hij heeft mij ervan zitten vertellen met de bescheidenheid en de geestdrift die hem beide kenmerken en ik had er eerbied voor. Zoo'n amateur van de paardensport bewijst opnieuw dat „kunnen rijden", over welk be trekkelijk begrip ik onlangs met verplichte bescheidenheid geschreven heb, allerlei hoog tepunten kent. Natuurlijk was hij nogall technisch in zijn uiteenzettingen. Dat zal ik in deze luchtige reeks niet wezen. Maar enkele aanduidingen kunnen heel wat ophelderen. Zoo'n dier is niet van nature een rijpaard. Het wil zich be wegen, loopen, hollen op zijn eigen manier, zonder mensch op zijn rug. Het weet in zijn onschuld niet dat het paard al sinds vele eeuwen door den mensch veroverd is, dat die het voor alle mogelijke doeleinden dresseert en dat het zich daaraan onderwerpen moet. De mensch moet dus ieder jong paard opnieuw gaan veroveren. En als het eenmaal voor een bepaald doel is afgericht, zooals dat jonge renpaardje, vindt het dat genoeg en hebben bovendien zijn spieren zich al in die richting ontwikkeld. Dus verzet hij zich. Het leeren staat hem niet aan, evenmin als het vele kleine jongens en meisjes bevalt. Die zijn nochtans vatbaar der voor rede. Men kan met ze praten. Dat kan met het paard ook, hij luistert zelfs met groote aandacht en is heel gevoelig voor de menschelijke stem. Maar dat hij niet ant woorden kan maakt het onderwijs vrijwat lastiger. Het vereischt dus niet alleen moed want hij is sterker dan de meester, hetgeen ook al bij kinderen anders is, en gaat strui kelen en steigeren als het hem verveelt maar ook voortdurende Oplettendheid en een eindeloos geduld. Het jonge paard moet vooral leeren zijn ge- wich ts verdeelin g te veranderen. Het loopt van nature „op de voorhand" en als ren paard doet het dat ook, want dan is alles uitsluitend berekend op de grootst mogelijke snelheid over een kor ten afstand. Als ge dresseerd rijpaard moet het zijn gewichtsver- deeling-met-ruiter zoo regelen dat die meer in het midden komt te liggen. Dus moet de achterhand onder het lichaam worden gebracht. Het paard moet worden „verzameld". En dan moet het leeren op al de geraffineerd-bedachte „hulpen" met de beenen, den zit, de handen van den ruiter nauwkeurig te reageeren. Het moet precies weten, bij iedere aanwijzing die gegeven wordt, of het moet stappen, draven, galoppeeren en in welke mate het dat moet doen, want ex- bestaan weer allerlei variëteiten in. Het moet springen leeren, en dat wil het meestal van nature wel. Maar ook „zijgangen" moet het zich eigen maken en later misschien zelfs een „Spaanschen pas", met hoog-geheven voor- beenen, en knielen. Het is een heel lesrooster. Daar moet allerlei afwisseling bij worden toegepast. De jeugdige leerling moet niet te lang achtereen geïnstrueerd woi-den, anders wordt hij onwillig. En vaak gaat zijn berijder met hem naar buiten, het terrein in, want dat willen paarden tenslotte altijd liever dan bin nenshuis oefenen. Ook moet de beginneling daar wennen aan al de vreemde dingen die hem in zijn prille bestaan verrassen: aan ge luiden, voertuigen, menschen en kleuren die hem niet aanstaan. En als bij de latere spring oefeningen het materiaal hem achterdochtig maakt laat nxen hem er aan ruiken. Dat geeft hem vertrouwen: het paardsche reuk-zintuig is veel sterker ontwikkeld dan het gezicht en schijnt voor hem een goede maatstaf van beoordeeling te zijn. Eigenlijk had ik ook nog moeten vertellen dat in hét begin het jonge paard aan de longe. een lange lijn, in het rond loopt zonder ruiter te dragen. En dat dan al, met bekwamelijk hanteer en van die lange zweep die eigenlijk „chambrière" heet, bewerkt wordt dat zijn houding verandert en „de achterhand er onder komt". De beroepsmannen zijn niet altijd zacht zinnig jegens koppige jonge leerlingen. Er is een truc, die erin bestaat een flesch met rood gekleurd water erin op het paardenhoofd stuk te slaan. Dan stroomt het roode water eruit, de gekastijde leerling denkt dat het bloed is en dat schijnt hem heel onderworpen te stem men. Ik weet niet of die truc vaak toegepast svordt en hoop van niet. Onlangs heb ik den oorsprong van de term „paardenmiddel" ge zocht in een paar ki-achtdaöigheden die he- paard op den mensch kan doen gelden. Maar omgekeerd is er nog meer verklaring te vindei-. De zweep, de sporen en het bit dat als ..stang wordt aangeduid maken een veel goediger indruk dan een flesch die tusschen de oorer. wordt stukgeslagen. Maar zachtzinnig zijn ze ook lang niet. En wat die flesch betreft is er nog de noodzaak de weinig-gevoelige plek te raken, want vlakbij ligt de gevoelige wervel die zoo'n slag niet verduren kan. De veroveringen van mijn africhtenden zegsman geschieden op milder wijze. „Veel geduld, veel belooning geven", is zijn motto „En als je dan wekenlang getracht hebt iets te bereiken lukt het ineens, blijkt het plotse ling erin te zitten. Dat is een gi-oote bemoe diging om weer met plezier verder te gaan". De geboren paedagogen zijn niet alleen op de scholen te vinden. Zij bestaan, zelfs in het hoofdelijk onderwijs, ook als amateurs. En met vierbeenige inplaats van tweebeenige leerlingen te kiezen maken zij het zich zeker niet gemakkelijker. R. P. Aankoop van varkens. Zooals einde Januari werd aangekondigd, heeft de Neder landsche Veehouderij centrale inmiddels een aanvang gemaakt met het af nemen van zware varkens. Ruim 12.500 var kens werden reeds uit de markt genomen. Met het verleenen van dezen steun aan de markt wordt nog voortgegaan en wel in die mate. dat de centrale per week ongeveer 4000 zware varkens aankoopt voor slachting en invriezing. Bovendien worden ook de varkens in het bacongewicht nog gei-egeld in groote hoeveel heden door de centrale aangekocht, boven het aantal, dat voor uitvoer als bacon bestemd is. Van deze sooi-t varkens zijn thans in totaal ongeveer 80.000 stuks opgekocht MERCEDES vanaf 2475. LANCIA vanaf 2800. HUDSONvanaf 2295.— D. K. Wvanaf ƒ1095. Verkoop op gemakkelijke betalingsconditiën. ZIJLWEG 55 - Tel. 11905-11906 - HAARLEM Filiaal te Amsterdam STADHOUDERSKADE 100, Telef. 90975. (Adv. Ingez. Med.) NEDERLANDSCHE HANDEL MAATSCHAPPIJ, N.v AGENTSCHAP HAARLEM Gi Houisu G» Markt Tel 13990 (3 lijnen) WIJ BEWAREN UW WAARDE PAPIEREN, GOUD EN ZILVER IN ONZE SAFE-LOKETTEN, OOK VOOR KORTEN TIJD. Vele buitenlanders leven onder valschen naam in Amsterdam. (Adv. Ingez. Med.) „Klipfontein" le water gelaten. Bestemd voor de HollandAfrika Lijn. Heden middag is op de werf van P. Smit Jr. N.V. te Rotterdam het voor rekening van de N.V. Vereenigde Nederlandsche Scheepvaartmaat- maatschappij te s-Gravenhage op deze werf ge bouwde motorpassagiersschip „Klipfontein" be stemd voor de Holland-Afrikalijn, te water ge laten. De opdracht tot den bouw van de „Klipfon tein" werd in het begin van het vorige jaar ge geven. Sindsdien zijn nog twee zusterschepen aanbesteed, waarvan één in Dantzig wordt ge bouwd, terwijl het derde schip eveneens aan de werf van P. Smit Jr. is opgedragen. De hoofdmaten voor de „Klipfontein" zijn: lengte over alles 158 Meter, breedte 19 Meter, holte 10'A Meter, in de eerste klasse zullen 106 passagiers kunnen worden ondergebracht, in de toeristenklasse 42. De laadruimen zullen gemakkelijk over het voor- en achterschip worden verdeeld, nl. 3 voor en 3 achter de machinekamer, welke zich in de midscheeps bevindt. Op het eerste luikhoofd wordt een speciaal stalen veiligheidsluik aan gebracht. De totale laadruimte van het schip bedraagt c.a. 500.000 kubieke voeten, 2 der ruimen zullen speciaal ingericht worden voor het vervoeren van gekoelde lading. Het draagvermogen van het schip bedraagt 10.570 ton. De dienstsnelheid zal ruim 17 mijl bedragen. Uitgebreid onderzoek aan den gang. Arrestatie verricht. De laatste maanden, liepen te Amsterdam steeds luider wordende geruchten, dat op groote schaal buitenlanders onze landsgrenzen over kwamen met behulp van valsche passen. Deze passen zouden verstrekt zijn door een combi natie van lieden, die oude, vervallen Nederland sche paspoorten, verkochten aan buitenlandsche vluchtelingen, die geen kans zagen met wettige papieren over de grens te komen. De namen, die in de passen vermeld waren, bleven daarin staan, doch de foto van den oor- spronkelijken houder werd verwijderd en daar voor in de plaats een foto geplakt van dengene, die clandestien de Nederlandsche grens wilde overschrijden. Op de foto werd, zooals gebrui kelijk is, een stempel geplaatst, doch daar de passenhandelaren natuurlijk niet over origineele stempels beschikten, werden hiertoe nagemaak te stempels gebezigd. Degenen die van zoo'n vervalschten pas ge bruik maakten, moesten van het oogenblik af, dat zij het Nederlandsche grondgebied betraden, leven onder een anderen naam dien van den oorspronkelijken houder die op het paspoort voorkwam. De bedragen die de „combinatie'' voor de le vering van deze passen vroeg, waren zeer hoog en wij vernemen, dat dikwijls een bedrag van f 200 a f 500 moest worden neergeteld. Het moet den pasvervalschers op deze wijze gelukt zijn, tal van personen ons land binnen te smokkelen. De meesten zouden zich, zoodra zij over de grens waren, onmiddellijk begeven hebben naar onze groote steden, waar zij in pen sions, kleine hotels of bij familie tijdelijk on derdak vonden, dit in verband met het feit, dat de politie-controle op vreemdelingen in hotels zeer streng is en men deze uiteraard zooveel mogelijk moest ontwijken. Niettegenstaande deze handelwijze schijnt en kele weken geleden toch een op bovenstaande wijze „binnengesmokkelde" vreemdeling door de politie „ontdekt" te zijn. Men vond nl. op een der hotellij sten den naam van een logeergast, waarvoor de politie zich interesseerde. Deze man zou bij de politie zijn ontboden en toen bleek het, dat de naam in het paspoort, dat hij bij zich had, niet gelijkluidend was met den naam. die op de hotellijst was ingevuld. Blijkbaar had de man zich bij het inschrijven een oogenblik ver list en zijn waren naam genoteerd. Dit voorval bracht de politie op het spoor van den handel in vervalschte passen. Later bleek, dat ook de rijkspolitie doende was met een der gelijk geval en dat er een combinatie bestaat, die dezen handel drijft, welke wijde vertakkin gen door het geheele land heeft. De personen, die deel uitmaken van het complot, wonen niet alleen in de hoofdstad, doch ook in andere groote steden en vooral langs de oostgrens van ons land moeten tal van medeplichtigen wonen. In de hoofdstad liepen geruchten, dat in ver band met dezen passenzwendel drie bekende advocaten zouden zijn aangehouden: een der dagbladen maake er zelfs reeds melding van. Op grond van verkregen inlichtingen meenen wij te weten, dat van arrestatie van advocaten geen sprake is. Wel zou een andere persoon zijn gearresteerd. OPSLAGPLAATS VAN STROO UITGEBRAND. Vrijdag om zes uur is door het In brand vliegen van een motor een groote brand uit gebroken in de opslagplaats van den stroo- handel en perserij van de firma Van Daal in het gehucht de Smakt bij Venray. Het gebouw, dat grootendeels van hout was opgetrokken en aan de zijkanten niet is af gesloten, was in korten tijd een vuurzee. De brandweer van Venray stond machteloos. De opslagplaats is geheel uitgebrand. Vele duizenden kilo's stroo gingen verloren. De omliggende hulzen liepen geen gevaar. Ook wij hebben keurige LAMPEN voor huis- en zitkamer, in prijzen van 8 a 9 gulden, maar dan met het stempel van ons huis. LANGE VEERSTRAAT HAARLEM. Fraaiste, tevens oudste Lampenzaak in Nederland. (Adv. Ingez, Med.) Hel nieuv/e beeld. De Provinciestad New York. Iemand heeft eens gezegd: „alle steden in de heele wereld zijn hetzelfde, omdat alle menschen in de heele wereld 't zelfde zijn". (Degene die dat eens gezegd heeft was ik zelf, maar je moet een belangrijk man zijn om woorden vleugels te kunnen geven en ik ben zelfs geen gemeen teraadslid). Maar het is zoo: alle steden zijn hetzelfde, want alle menschen zijn hetzelfde. En al heeft New-York vijfhonderd maal zoo veel inwoners als Zutfen en al is de Empire State Building vijftig maal zoo hoog als het hoogste huis van Purmerend, op Zondag lijkt New-York op Zutfen en op Purmerend en het klokje van de kerk tegenover mijn woning een kerk die heel klein tusschen de wolken huizen gedrongen staat luidt dan net zoo als onze Sint Eusebius, of Sint Jan of als de Cunera in Rhenen. Het is gek, maar ik heb nog nooit zooveel aan Rhenen en aan Purmerend gedacht als hier in New-York op Zondag. Wanneer ik uit mijn woning kom, uit het huis waar nog tweeduizend andere menschen hun wöning hebben, en ik ga een Zondagsch sigaretje rooken in de leege 28ste straat die tusschen Broadway en Madison Avenue ligt, dus in het hartje van het hart van de stad dan zie ik de menschen de stoep van de kerk opgaan, net als in Rhenen. En die menschen zien er precies zoo uit als de menschen in Rhenen. Ze hebben en neus en een mond en oogen en hun gezichten zijn vroom en ernstig en hun houding is devoot en rustig en hun kleeren zijn stemmig en zij zijn gereed tot inkeer en bereid tot bidden en het klokje luidt en de stilte van den Zondagmorgen is in de 28ste straat en Broadway ligt lang en breed en leeg tusschen de naar den hemel stre vende grauwe wanden zijner huizen. De winkels zijn dicht en zelfs de cafétaria's zijn dicht. En om met uw blaadje in de hand uw leeftocht voor vandaag uit de glazen loketten te gaan goochelen moet u een kilometer verder op zijn, waar een cafétaria staat, die Zondags wel open is. Dat weet je zoo al wanneer je hier drie we ken bent. Dan weet je welke cafétaria in de buurt open is en welke sigarenwinkel open is, en waar je door de week de lekkerste broodjes kunt krijgen en waar de lekkerste ap peltaart en waar de eieren en de melk versch- als-de-lente-zelf zijn en welke kapper het beste scheert en waar een krantenstalletje is om je dagelijksche honger naar nieuws aan te stillen. Ik geloof niet dat ze in Rhenen en Purmerend krantenstalletjes hebben, maar verder is het al lemaal net zoo als daar, behalve dat de appel taart in Holland lekkerder is, maar dat zeg je niet. want dat is niet aardig jegens New-York. En wanneer ik burgemeester La Guardia zou ontmoeten hij moet een heel aardige man zijn en lang niet zoo eenkennig als de burgemeester van nou, ja.... laat ik van zoo ver weg maar niet persoonlijk wordendan zou het niet aardig van me zijn wanneer ik zou zeggen: „burgemeester, ik heb Zondagmiddag een wan deling door uw Central Park gemaakt, maar dat is nou precies de Scheveningsche Boschjes, of de Haarlemmerhout, of het Vondelpark op Zon dagmiddag. Veel rustige Zondagsche menschen, veel kinderwagens, veel apenootjes en veel me lancholie". Zoo iets zeg je niet tegen je gastheer, maar daarom is het wel zoo. Op Zondag in New-York klinkt er orgelgeruisch uit de kerken en vindt de benarde mensch zijn troost in de overgave aan wat hem het hoogste is. En spelen de kin deren in de kleine plantsoenen. En laten de menschen hun hondje uit op straat. En Broadway is leeg. En de 28ste straat is leeger. En Wallstreet is het leegst. Daar staan de ge weldige bankgebouwen als reusachtige wachters in een doodenstad. Heusch, alle steden in de heele wereld zijn hetzelfde. En alle menschen in de heele wereld zijn het zelfde. En New-York op Zondag, dat is vijfhon derd maal Zutfen op Zondag. Maart Zutfen is dan lief. En New-York is dan angstig. Als een monsterachtig groot dier, dat de adem inhoudt en de oogen gesloten heeft, maar mor gen zal ontwaken. Mr. E. ELIAS.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 5