hmiiat
STOFZUIGERS
H.C.ANDERSEN
DE VARKENSHOEDER
WOENSDAG 8 MAART 1939
HAARLEM'S DAGBEAD
4
F1LMN1E UWS
Willi Forst regisseert en speelt
weer.
„Bel Ami" op het witte doek.
Het werk van Willy Forst is in den loop der
jaren een begrip geworden van verfijnde film
techniek, van aparte, origineele vondsten en bo
venal van een psychologisch juiste handeling.
Werken zooals „Leise Flehen Meine Lieder',
..Maskerade", „Mazurka", „Allotria", „Burg
theater'* en ..Serenade" droegen alle het keur
van zijn meesterschap, en bezorgden hem een
wereldvermaardheid.
Opeens werd het stil om Forst heen! Na zijn
laatste werk „Serenade" hoorde men langen tijd
niets meer van hem. Zoo nu en dan fluisterde
men van grootsche plannen, welke Forst in Wee-
nen zou uitvoeren, zelfs werden er filmtitels ge
noemd. maar steeds verstomden deze geruchten,
tot plotseling voor korten tijd Forst persoonlijk
aankondigde, dat hij met de werkzaamheden
voor zijn nieuwste film „Bel Ami" begonnen
was. Prefereerde Forst tot op heden steeds het
verfilmen van z.g. origineele stof, d.w.z. conflic
ten en ideeën uit het werkelijke leven of wel
speciaal voor de film geschreven, ditmaal koos
hij de wereldliteratuur als materiaal voor zijn
werk. Duidelijk teekent zich hierbij Forst's op
vatting over de film af. Hij acht zich nimmer
gebonden aan voorwaarden of gewoonten. Hij
filmt dat wat hem pakt. Waren zijn laatste wer
ken zielsconflicten, waarin de ernst domineerde
thans wordt het de luchtige geschiedenis van
Guiy de Maupassant's bekendste roman „Bel
Ami".
Deze roman moest grondig bewerkt worden
om een scenario te vormen, dat alle kwaliteiten
voor een nieuw succes bezit, en het duurde dan
ook niet minder dan 10 maanden, voordat Forst
in samenwerking met Axel Eggebrecht den
juisten vorm gevonden had.
Forst besloot zelf de hoofdrol te vervullen.
Wie zich nog de films „Atlantic", „Das lied ist
aus", „Königswalzer" en „Ein blonder traum"
herinnert, weet dat Forst ook als acteur enorm
succes gehad heeft.
Het is dan ook met de grootste spanning, dat
men in filmkringen zijn „come-back" als acteur
tegemoet ziet.
GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN.
Inlichtingen aan het bureau van politie, Sme-
destraat, uitsluitend tusschen 11 en 13 uur.
Terug te bekomen bij: Schuitemaker, Ko
ninginneweg 63 rd., armband; Dijkstra, Lange
Lakenstraat 5 rd., armband: D. Treffers, Bake-
nessergracht 49, loonboekje: M. G. Riemens,
Frans Halsssraat 15, beursje (of zakje) met in
houd; Asseler, Botermarkt 29 zw., bankbiljet:
Koolhaas, Velserbroekstraat 4 (Santpoort), een
paar handschoenen; Sunter, 2e Vooruitgang
straat 2, dameshandschoen; B. A. Witteman,
Nagtzaamstraat 79, hond; Blom, Riouwstraat 10,
jas; B. A. Witteman, Nagtzaamstraat 79, porte-
monnaie met inhoud; Jansen, Spionkopstraat
18, rozenkrans in étui; Bureau van Politie,
Smedestraat 9, tasch met inhoud; taschje met
inhoud; vaarboom; H. Slotemaker, Voorzorg
straat 62, kindertaschje.
ORGELBESPELINGEN GROOTE KERK
De orgelbespelingen in de Groote Kerk zullen
weer beginnen op Donderdag 6 April, des mid
dags van 34 uur.
45 BEKENDE MERKEN - Ook ln huurkoop.
DE STOFZUIGER CENTRALE HAGEMAN,
GED. OUDE GRACHT 52 - TELEF. 12762
(Adv. Ingez. Med.)
FAILLISSEMENTEN.
Door de Arrondissements-rechtbank te Haar
lem zijn de volgende faillissementen uitgespro
ken op Dinsdag 7 Maart 1939.
De N.V. Exploitatie Maatschappij „De Spar
ren" gevestigd te Heemstede, kantoorhoudende
te Haarlem, Pijnboomstraat 33, curator Mr. K. A.
F. J. Pliester te Haarlem; Rechter-commissaris
Mr. J. M. P. E. Mijnssen te Haarlem.
De Naamlooze Vennootschap N.V. Rubberol
Exploitatie Maatschappij, gevestigd te Heem
stede, kantoorhoudende te Bloemendaal, Den
nenweg 5, curatrice mevr. Mr. L. M. I. L. van
TaalingenDols te Haarlem; Rechter-commis
saris Mr. A. L. M. van Berckel te Haarlem.
Wegens gebrek aan actief werden opgeheven
de faillissementen van:
S. van Gorkum, rijwielhersteller, wonende te
Hoofddorp, Stationsweg 47, Curator Mr. A.
Beets, te Haarlem.
W. van Nes „Bibliotheek Centrale de Op
gang". thans handelsreiziger, wonende te Haar
lem, Romeinenstraat 14, Curator Mr. J. C. Y.
Nieuwenhuys te Haarlem.
Door het verbindend worden der Uitdeelings-
lijst zijn geëindigd de faillissementen van:
L. van der Voet, kruidenier, wonende te Ab-
benes, gem. Haarlemmermeer, Curator Mr. P.
Tideman te Haarlem.
J. de Vries, winkelier, voorheen wonende te
Heemstede, Binnenweg 116, thans te Amsterdam,
Noorder Amstellaan 28 I., Curator Mr. H. O.
Drilsma te Haarlem.
Bij arrest van het Gerechtshof te Amsterdam
d.d. 21 Februari 1939 is vernietigd het faillisse
ment van W. G. Peet, bouwondernemer, wonen
de te Zwanenburg, gemeente Haarlemmermeer.
Curator Mr. Silvain Groen te Haarlem.
Op 7 Maart 1939 is verlengd de definitieve
surseance van betaling op 13 September 1938
aan P. M. Ter Wee, vertegenwoordiger, wonen
de te Zaandam, verleend, voor den tijd van 4
maanden, ingaande 26 Januari 1939.
BADHUIZEN „WITTE KRUIS" HAARLEM.
Het aantal genomen baden in de afgeloopen
maand Februari was:
Badhuis Koudenhorn 868 m., 490 vr., 114 werkl.
baden, totaal 1472.
Badhuis Leidscheplein 1490 m., 740 vr., 647
schoolbaden, 250 werkl. baden, totaal 3127.
Badhuis Schotersingel 1712 m., 865 vr., 1112
schoolbaden, 154 werkl.baden, totaal 3843.
Badhuis Hofdijkplein 1612 m., 669 vr., 339
werkl. baden, totaal 2620.
Badhuis van Egmondstraat 2118 m. 941 vr. 1093
schoolbaden, 550 werkl. baden, totaal 4702.
KONINKLIJKE ONDERSCHEIDING
Bij Koninklijk besluit van 25 Februari is toe
gekend de aan de orde van Oranje-Nassau ver
bonden eeremedaille in goud aan den heer N. H.
Witbraad te Heemstede, expert bij de firma Ge-
bing en Lieftinck te Amsterdam.
DS. G. J. DUYVENDAK
Ds. G. J. Duyvendak, predikant bij de Ev.
Luth. Gem. hier ter stede, staat op het drietal te
Utrecht in de vac. die aldaar ontstond door het
emeritaat van dr. J. A. Rust.
Vooral de jeugd kreeg een kans.
Wat de Haarlemsche werkloozen-statistiek
aantoont.
Wat de statistiek der werkloosheid betreft
moet men voorzichtig zijn bij het trekken van
voorbarige conclusies. Het klinkt bemoedigend
als wij (men zie ons vorig nummer) kunnen
mededeelen, dat er thans te Haarlem 5836 werk-
loozen zijn, wat 1156 minder is dan in 1936,
maar als men in staat is een studie te maken
van de leeftijdsgroepen der werkloozen, dan
wordt het optimisme over de verbetering op de
Haarlemsche arbeidsmarkt wel wat ingetoomd.
Door den Werkloosheidsdienst zijn de gege-
ens verwerkt van 1 Januari 1939. Er waren
toen te Haarlem 6339 werkloozen. tegen 7076 op
1 Januari 1936. Een vermindering dus van 737.
De werkloozen waren in de volgende groepen
verdeeld-
1936 1939
14—30 jaar2562 1879
30—65 jaar4360 4305
65 jaar en ouder 155 154
Daaruit blükt dus dat het aantal
jeugdige werkloozen in de laatste 3
jaar met niet minder dan 683 is vermin
derd. Daarentegen daalde het aantal
werkloozen van 30 tot 65 jaar met
slechts 55.
Het waren dus in het bijzonder jonge
menschcn, die aan den slag kwamen.
Bovendien moet daarbij nog in aanmerking
genomen worden, dat er in het laatste jaar meer
jeugdige werkloozen bij de Arbeidsbeurs zijn in
geschreven omdat de gemeente tot registratie is
overgegaan. Bij dit werk bleek dat er eenige
honderden jongelui waren die zonder werk wa
ren, maar zich toch niet bij de Arbeidsbeurs
hadden laten inschrijven. Zij zijn toen aange
spoord zich alsnog aan te geven, aan welken raad
algemeen gevolg gegeven is.
Er zijn dus in die drie jaar geen 683
maar vermoedelijk wel 900 jeugdige
werkloozen aan den arbeid gegaan.
In het laatste jaar steeg het aantal werkloo
zen boven de 30 jaar zelfs van 4382 tot 4460. dus
met 78, terwijl toch in dat jaar het totaal aantal
werkloozen met 141 verminderd is.
Op dit oogenblik staan slechts 122 jongens be
neden de 18 jaar als werkzoekenden bij de Ar
beidsbeurs ingeschreven. (Op 1 Januari 1938 wa
ren er nog 153). De groep 1824 jaar telt er
"12 en de groep 2530 jaar 1095 jonge lieden.
Uit alles blijkt dat verschillende werkgevers
in dezen tijd bij voorkeur zeer jeugdige arbeids
krachten kiezen, omdat die natuurlijk het goed
koopst zijn.
GEERT HOOGEVEEN
Mr. CORNELISSTRAAT 54 - TELEF. 16270.
(Adv. Ingez. Med.)
Doperwten, Extra
fijn, per groot blik
Stukjes Appelen
per pond 33,
Walchersche Witte
Boonen, per pond 20,
Volvette Goudsche
Kaas, per pond 45. 38, I
Chocolade Hagel,
per pond
FriescheKruidkoek
per stuk
Voordeeligste Kruideniers bedrijf
in Nederland
(Adv. Ingez. Med.)
Nu gebleken is, dat de vermindering van het
aantal werkloozen bijna geheel veroorzaakt is
door het aan het werk gaan van jeugdige werk
loozen, is meteen het feit verklaard hoe het
komt dat het aantal werkloozen in de laatste ja
ren gedaald is, terwijl er toch bijna evenveel
aan steun wordt uitbetaald. Het is natuurlijk
voor de jongelui aangenaam dat zij werk ge
kregen hebben, maar de overheidskassen zouden
er meer van geprofiteerd hebben, als het aantal
werkloozen boven de 30 jaar verminderd was.
Veel jeugdige werkloozen vielen, omdat zij bij
hun ouders thuis waren, buiten de steunregeling.
De groote groep werkloozen van 31 tot 65 jaar
is naar de leeftijden aldus onderverdeeld:
3040 jaar 1835
40—50 jaar 1199
5060 jaar 972
60—65 jaar 299
Tenslotte nog iets over de vraag in welke vak
ken de werkloosheid in die 3 jaar verminderd is.
Aantal werkloozen:
1936 1939
Handels- en kantoorbedienden 279 270 9
Metaalbewerkers 1098 857 241
Bouwvakarbeiders 2290 1906 384
Grafische vakken 138 86 52
Fabriek-, haven en transport 1587 1813 +224
Land- en tuinbouw 259 285 +26
Andere beroepen 1425 1122 303
Belangrijk verminderd is dus het aantal werk
loozen in de metaalnijverheid en in de bouwvak
ken, terwijl daarentegen een vermeerdering van
het aantal werkloozen geconstateerd wordt in de
grbep fabrieks-, haven- en transportarbeiders.
Van de 241 arbeiders die in de metaalnijverheid
aan den gang gingen waren er 147 onder de 30
jaar. In totaal verminderde het aantal werklooze
bouwvakarbeiders met 384, waarvan er 259 zijn
beneden de 30 jaar.
Voor den Inhoud dezer rubriek, stelt de
Redactie zich niet verantwoordelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst of niet
geplaatstwordt de kopü den inzender niet
teruggegeven.
Het Roode Kruis.
Geachte radactie,
Voor mij als waarnemer van en deelnemer
aan het Nationale Roode Kruis (1 Aug. 1914!)
werd het Roode Kruis tot een waagstuk, waar
voor ik een oplossing moest zoeken. Zoudt u
mijn gedachtengang en gevolgtrekkingen willen
opnemen?
Het oordeel van een Amerikaansche Nationale
Roode Kruis-eenheid over de gebeurtenissen in
Spanje in Februari 1937 luidde aldus:
„De leiders van de ambulances ondervonden,
dat bommenwerpers iedere ambulance vervolg
den, die ze ontdekten en dat zij herhaaldelijk
op hen mikten. Dat werd zoo systematisch ge
daan dat het besluit werd genomen alleen van
gecamoufleerde Roode Knus-ambulances ge
bruik te maken. De aanvullingstransporten wei
gerden vaak om ambulances mee te voeren, om
dat men wist. dat deze als militair doel even
groote aantrekkingskracht hadden als munitie
wagens".
Dit beteekent dus voor een stad, dat een fa
briek van oorlogsmateriaal even groote aantrek
kingskracht heeft als een nationaal Roode Kruis
hospitaal.
Nu wij allen zoo van nabij den gapenden af
grond van den oorlog voor oogen hebben ge
had, begint het Nationale Roode Kruis met her
nieuwde kracht zich bezig te houden met de z.g.
onafwendbare natuurramp van den volgenden
oorlog.
Ook de oorlogsindustrie handhaaft hardnek
kig deze theorie. Het is noodzakelijk dat het Na
tionale Roode Kruis ook kritisch bekeken wordt,
omdat het nu juist weer, na het bij het accoord
van München gewekte vertrouwen, door de met,
hernieuwde activiteit getroffen voorbereidende
oorlogsmaatregelen, direct weer wordt verdacht
gemaakt. Men lette op Engeland's in versneld
tempo voortgezette bewapening en hier te lande
op groote Roode Kruis oefeningen, verduiste
ringsproeven enz.
„Het" Roode Kruis bedoelt het goed met de
gewonde soldaten, wier leed het wil verzachten.
Dit sta voorop. Maar de vredesbeweging heeft
den laatsten tijd (A. Huxley!) scherp geformu
leerd, dat het goede doel en de middelen om het
te bereiken elkaar bepalen. „Het" Roode Kruis
zegt, dat het het militaire gezag moet erkennen,
omdat dit de voorwaarde is. waarop het Roode
Kruis tot het slagveld wordt toegelaten. De er
kenning van het militair gezag is dan een be
langrijk middel om het doel verzachten van
leed te bereiken. Maar het spreekt van zelf,
I dat het Roode Kruis zich in vredes- en oorlogs
tijd niet intensief kan bemoeien met den aard
van den staat en van het militair gezag, dat er
op uit is, om zoo doelmatig mogelijk vijandelijk
leven te vernietigen en leed aan den vijand te
berokkenen. Dit is de actieve „verdediging".
Het goede doel en het slechte middel staan
hier in principieele tegenstelling met elkaar. In
de geheele organisatie kunnen we dit vervolgen.
Over „het" Roode Kruis worden talrijke on-
Copyright P I B. Box 6 Copenhogen
„O, dat klinkt superbe", zei de prinses, toen zij voorbg ging.
„De wijsjes z\jn beeldig", en zij hield haar rechterhand aan haar
oor om beter te kunnen luisteren. „Dat instrument wil ik graag
hebben. Ga eens vragen, wat hij er voor moet hebben?" aldus
vroeg z*j een van haar hofdames. „Maar denk er om, ik geef
geen kussen!"
Even later kwam de hofdame terug, zeggende, dat de varkens
hoeder honderd kussen van de prinses verlangde „Nu geloof ik
beslist, dat hij gek geworden is", antwoordde de prinses en zij
liep haastig door om echter direct daarna stil te blijven staan.
„Eigenlyk moet ik, als dochter van den keizer, de kunst aanmoe
digen. Zeg hem dus, dat ik het instrument voor tien kussen wil
hebben. De andere kussen moeten mjjn hofdames hem dan maar
geven."
„Neen, dat doen wij liever niet", riepen de hofdames in koor.
„Nonsens", zei de prinses, „als ik hem kan kussen, kunnen jullie
het ook wel! Enbedenk, dat ik jullie meesteres ben. Wie geeft
jullie salaris en wie zorgt er voor, dat jullie eiken dag eten krflgt?'
.(Wordt vervolgd)
juiste voorstellingen gegeven. Als s'/udent wei-d
schrijver dezes op 1 Aug. 1914 gemobiliseerd als
adspirant-reserve-officier van gezondheid. Hij
meende toen buiten het oorlogsbedrijf te staan
en was er trotsch op de Roode Krui^-armband
hoewel als soldaat gekleed te mogen dra
gen. Het leed verzachten leek een mooi doel.
Maar sedert bleek hem, dat het Roode Kruis-
wex-k ondergeschikt was aan het militaire doel:
de bedreiging van den vijand en de vernieti
ging van den vijand. Niet het mooie vredeswerk
in oorlogstijd was het voornaamste, maar deze
militaire doelmatigheid.
De soldaat, die weet dat hij goed behandeld
wordt als hij gewond raakt, heeft moed om te
vechten „Potentiel de geurre").
De militair geneeskundige keuring heeft tot
doel om de psychotechniek, in den meest uitgo-
breiden zin, toe te passen op het oorlogsappa
raat. De militaire en de Nationale Roode Kruis-
artsen moeten er voor zox-gen, dat de geschikte
persoon op de geschikte plaats komt. Daartoe gaf
men in den oorlog opdracht aan de milfiaire
artsen, om krankzinnigen uit te zoeken, die ge
schikt waren om voorop gezet te worden in de
stoottroepen.
Het „Comité International de la Croix Rouge"
te Genève (C.I.C.R.) belichaamt het oorspronke
lijk humanitaire doel, zooals dit door Henri
Dunant omschreven werd. Dit internationale co
mité is zelfstandig en heeft te waken, dat de
oorspronkelijke grondslagen geëerbiedigd wor
den.
Hiernaast staan „les Sociétés Nationales de la
Croix Rouge", de Nationale Roode Kruisorgani
saties. Dit zijn de nationale steunpunten, van
waaruit de mooie beginselen van het Roode
Kruis zouden moeten worden toegepast. Deze or
ganisaties zijn echter weer volstrekt zelfstandig
t.o.z. van het Internationale Comité.
Geen enkel nationaal gezag heeft zich, in
welken oorlog ook, de wet laten voorschrijven
door de humane regels van het Internationale
Roode Kruis, als de „nood aan den man" kwam.
Het hoofddoel van het Nationale Roode Kruis
de zorg voor de zieken, gewonden en krijgs
gevangenen van de legers en vloten in oorlogs
tijd. Tot zijn werkkring behoort ook het weder
geschikt maken van de verminkten en de zwaar
gewonden. Daartoe moet het Nationale Roode
Kruis bereid zijn, als het gevraagd wordt,
alle onderdeelen van den militairen geneeskun
digen dienst in zijn werkprogramma op te ne
men. Van het Nationale Roode Kruis wordt ge-
eischt. dat het zich in vredestijd bekwaam maakt
voor de oorlogstaak. Het vredeswerk mag slechts
georganiseerd worden voor zoover het nuttig
kan zijn aan dit oorlogsdoel en voor zoover dit
oorlogsdoel er niet door geschaad wordt. En
oorlogsdoel beteekent: bereid zijn den mede-
mensch te dooden (het middel!), als „de Staat
in nood" dit eischt.
Een Nationaal Roode Kruis kan alleen doel
treffend werken, als het organisme in vredestijd
kan oefenen en geoefend blijft. Daarom is het
noodzakelijk, een eerste levensbehoefte, dat de
nationale Roode Kruisvereenigingen zich op alle
mogelijke gebieden binnendringen. In dit licht
moet dan bezien worden alle arbeid van het Na
tionale Roode Kruis op het terrein van de tuber-
culose-bestrijding, hulp bij rampen, bloedtrans
fusie, hulpposten, etc. etc. Het is dan óók lo
gisch, dat de leden van de transportcolonnes de
soldatenuniform dragen.
„La Ligue des Sociétés de la Croix Rouge" be
oogt internationaal contact te leggen tusschen
de nationale vereenigingen en heeft tot taak. de
oprichting van nationale Roode Kruisvereenigin
gen te bevorderen in landen waar nog geen
vereeniging is.
Op het programma van deze internationale
vereeniging staat uitdrukkelijk vermeld: het
voorkomen van ziekte. Maar de oorlog als ziekte
wordt niet genoemd.
„Het" Roode Kruis is dus uit nationale en in
ternationale elementen opgebouwd, wiêr doel
einden vaak in tegenspraak met elkander zijn.
Toen schrijver dezes deze dingen in de mili
tair geneeskundige litteratuur tegenkwam (o.a.
in het verslag van het militair geneeskundig
congres in Den Haag 1931). verloor hij geheel
zijn geloof in het vredeswerk van het Natio
nale Roode Kruis.
Het geheele complex werd hem duidelijk. De
militaire geneeskundige dienst met het Natio
nale Roode Kruis is één van de middelen, om
den mensch bereid te maken den medemensch
te dooden in den „totalen" oorlog.
Het is noodzakelijk na deze critiek aan te ge
ven, welke mogelijkheden zich wel voordeden
en zich voordoen.
Ieder dient er toe mede te werken, dat de
geneeskundige hulpverleening los komt te staan
van het militaire apparaat, dat is hier het Na
tionale Roode Kruis. Het Nationale Roode Kruis
dringt zich overal binnen en tracht overal ver
bindingen te leggen, denken we bijv. aan de
E.H.B.O.-vereenigingen. De zelfstandigheid van
deze vereenigingen is een levenseisch voor de
hulpverleening op humanitairen grondslag, rei
kende over de grenzen van de Staatssouverei-
niteit heen.
De bloedtransfusiediensten van het Nationale
Roode Kruis zijn kinderen van den oorlog. Ze
verhoogen de gevechtswaarde van den troep en
ze verhoogen onder militair gezag in de
toekomst ook de gevechtswaarde van den troep,
ten koste van bloed en tranen van de mede-
menschen.
De bloedtransfusiediensten kunnen ook bij
burger- gemeen te 1 -organisaties ondergebrach t
worden. Wanneer het niet noodig of mogeliik
blijkt, de burgerorganisaties hiervoor warm te
maken, kan men zich toch aansluiten bij den
Nationalen Roode Kruis-bloedtransfusiedienst.
mits men te kennen geeft, dat de medewerking
ophoudt, zoodra de bloedgever zelf meent, dat
de oorlogstoestand daar is. Want dan beteekent
ziin bereidheid, bloed beschikbaar te stellen voor
den soldaat, dat deze soldaat daardoor iets meer
bereid is tot het dooden van den medemensch
als de Staat dit vraagt.
Op al deze onderdeelen is nog pioniersarbeid
te doen. Slechts internationale organisaties, los
van het gezag van een of andere staatsmacht,
verdienen onzen steun. Het Internationale Roode
Kruis in Genève zou men daarom kunnen steu
nen. Verder den arbeid van de Quakers, die
overal helpen waar leed geleden wordt. Ook
valt hieronder „Le Service Civil", van Pierre
Cérésole (inlichtingen Vredeshuis, Den Haag)
en deze verdient onze volle aandacht. Hier ligt
een opgaaf voor ons.
De Anti-Oorlogsgroep van Verpleegsters zou
nuttig werk doen, als aansluiting gezocht werd
bij dezen „Burgerdienstplicht". Zonder eenige
terughouding mag men de actie van deze inter
nationale organisaties aanbevelen. Dit positieve
werk is de meest felle aanklacht tegen het (van
aard veranderde) Nationale Roode Kruis, dat in
de oorlogspraktijk bewezen heeft, dat het den
oorlogsgeest heeft gehandhaafd en bevorderd,
omdat het gezag van den Staat erkend werd bo
ven het heil van de menschheid. En daarom
worden de Nationale Roode Kruis-eenheden als
militair doelwit gekozen overal waar oorlog ge
voerd wordt.
De door mij opgeworpen vragen worden in
den laatsten tijd herhaaldelijk gesteld. Men kan
de bespreking vinden in: lo. „De waarheid over
het Roode Kruis" door Dirk Boer: 2o. Het XVIe
Internationale Roode Kruis-congres te Londen
1938 door generaal-majoor S. W. Praag in „De
Volkenbond'' Aug.Sept. 1938 biz. 363: 3o. „The
doctor's view of war" Edited by H. Joules; 4o.
Dunant de roman van het Roode Kruis, door
Martin Gumpert.
JMet dank voor de plaatsing,
E. E. MEURSING,