hmiiat STOFZUIGERS H.C.ANDERSEN DE VARKENSHOEDER WOENSDAG 8 MAART 1939 HAARLEM'S DAGBEAD 4 F1LMN1E UWS Willi Forst regisseert en speelt weer. „Bel Ami" op het witte doek. Het werk van Willy Forst is in den loop der jaren een begrip geworden van verfijnde film techniek, van aparte, origineele vondsten en bo venal van een psychologisch juiste handeling. Werken zooals „Leise Flehen Meine Lieder', ..Maskerade", „Mazurka", „Allotria", „Burg theater'* en ..Serenade" droegen alle het keur van zijn meesterschap, en bezorgden hem een wereldvermaardheid. Opeens werd het stil om Forst heen! Na zijn laatste werk „Serenade" hoorde men langen tijd niets meer van hem. Zoo nu en dan fluisterde men van grootsche plannen, welke Forst in Wee- nen zou uitvoeren, zelfs werden er filmtitels ge noemd. maar steeds verstomden deze geruchten, tot plotseling voor korten tijd Forst persoonlijk aankondigde, dat hij met de werkzaamheden voor zijn nieuwste film „Bel Ami" begonnen was. Prefereerde Forst tot op heden steeds het verfilmen van z.g. origineele stof, d.w.z. conflic ten en ideeën uit het werkelijke leven of wel speciaal voor de film geschreven, ditmaal koos hij de wereldliteratuur als materiaal voor zijn werk. Duidelijk teekent zich hierbij Forst's op vatting over de film af. Hij acht zich nimmer gebonden aan voorwaarden of gewoonten. Hij filmt dat wat hem pakt. Waren zijn laatste wer ken zielsconflicten, waarin de ernst domineerde thans wordt het de luchtige geschiedenis van Guiy de Maupassant's bekendste roman „Bel Ami". Deze roman moest grondig bewerkt worden om een scenario te vormen, dat alle kwaliteiten voor een nieuw succes bezit, en het duurde dan ook niet minder dan 10 maanden, voordat Forst in samenwerking met Axel Eggebrecht den juisten vorm gevonden had. Forst besloot zelf de hoofdrol te vervullen. Wie zich nog de films „Atlantic", „Das lied ist aus", „Königswalzer" en „Ein blonder traum" herinnert, weet dat Forst ook als acteur enorm succes gehad heeft. Het is dan ook met de grootste spanning, dat men in filmkringen zijn „come-back" als acteur tegemoet ziet. GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN. Inlichtingen aan het bureau van politie, Sme- destraat, uitsluitend tusschen 11 en 13 uur. Terug te bekomen bij: Schuitemaker, Ko ninginneweg 63 rd., armband; Dijkstra, Lange Lakenstraat 5 rd., armband: D. Treffers, Bake- nessergracht 49, loonboekje: M. G. Riemens, Frans Halsssraat 15, beursje (of zakje) met in houd; Asseler, Botermarkt 29 zw., bankbiljet: Koolhaas, Velserbroekstraat 4 (Santpoort), een paar handschoenen; Sunter, 2e Vooruitgang straat 2, dameshandschoen; B. A. Witteman, Nagtzaamstraat 79, hond; Blom, Riouwstraat 10, jas; B. A. Witteman, Nagtzaamstraat 79, porte- monnaie met inhoud; Jansen, Spionkopstraat 18, rozenkrans in étui; Bureau van Politie, Smedestraat 9, tasch met inhoud; taschje met inhoud; vaarboom; H. Slotemaker, Voorzorg straat 62, kindertaschje. ORGELBESPELINGEN GROOTE KERK De orgelbespelingen in de Groote Kerk zullen weer beginnen op Donderdag 6 April, des mid dags van 34 uur. 45 BEKENDE MERKEN - Ook ln huurkoop. DE STOFZUIGER CENTRALE HAGEMAN, GED. OUDE GRACHT 52 - TELEF. 12762 (Adv. Ingez. Med.) FAILLISSEMENTEN. Door de Arrondissements-rechtbank te Haar lem zijn de volgende faillissementen uitgespro ken op Dinsdag 7 Maart 1939. De N.V. Exploitatie Maatschappij „De Spar ren" gevestigd te Heemstede, kantoorhoudende te Haarlem, Pijnboomstraat 33, curator Mr. K. A. F. J. Pliester te Haarlem; Rechter-commissaris Mr. J. M. P. E. Mijnssen te Haarlem. De Naamlooze Vennootschap N.V. Rubberol Exploitatie Maatschappij, gevestigd te Heem stede, kantoorhoudende te Bloemendaal, Den nenweg 5, curatrice mevr. Mr. L. M. I. L. van TaalingenDols te Haarlem; Rechter-commis saris Mr. A. L. M. van Berckel te Haarlem. Wegens gebrek aan actief werden opgeheven de faillissementen van: S. van Gorkum, rijwielhersteller, wonende te Hoofddorp, Stationsweg 47, Curator Mr. A. Beets, te Haarlem. W. van Nes „Bibliotheek Centrale de Op gang". thans handelsreiziger, wonende te Haar lem, Romeinenstraat 14, Curator Mr. J. C. Y. Nieuwenhuys te Haarlem. Door het verbindend worden der Uitdeelings- lijst zijn geëindigd de faillissementen van: L. van der Voet, kruidenier, wonende te Ab- benes, gem. Haarlemmermeer, Curator Mr. P. Tideman te Haarlem. J. de Vries, winkelier, voorheen wonende te Heemstede, Binnenweg 116, thans te Amsterdam, Noorder Amstellaan 28 I., Curator Mr. H. O. Drilsma te Haarlem. Bij arrest van het Gerechtshof te Amsterdam d.d. 21 Februari 1939 is vernietigd het faillisse ment van W. G. Peet, bouwondernemer, wonen de te Zwanenburg, gemeente Haarlemmermeer. Curator Mr. Silvain Groen te Haarlem. Op 7 Maart 1939 is verlengd de definitieve surseance van betaling op 13 September 1938 aan P. M. Ter Wee, vertegenwoordiger, wonen de te Zaandam, verleend, voor den tijd van 4 maanden, ingaande 26 Januari 1939. BADHUIZEN „WITTE KRUIS" HAARLEM. Het aantal genomen baden in de afgeloopen maand Februari was: Badhuis Koudenhorn 868 m., 490 vr., 114 werkl. baden, totaal 1472. Badhuis Leidscheplein 1490 m., 740 vr., 647 schoolbaden, 250 werkl. baden, totaal 3127. Badhuis Schotersingel 1712 m., 865 vr., 1112 schoolbaden, 154 werkl.baden, totaal 3843. Badhuis Hofdijkplein 1612 m., 669 vr., 339 werkl. baden, totaal 2620. Badhuis van Egmondstraat 2118 m. 941 vr. 1093 schoolbaden, 550 werkl. baden, totaal 4702. KONINKLIJKE ONDERSCHEIDING Bij Koninklijk besluit van 25 Februari is toe gekend de aan de orde van Oranje-Nassau ver bonden eeremedaille in goud aan den heer N. H. Witbraad te Heemstede, expert bij de firma Ge- bing en Lieftinck te Amsterdam. DS. G. J. DUYVENDAK Ds. G. J. Duyvendak, predikant bij de Ev. Luth. Gem. hier ter stede, staat op het drietal te Utrecht in de vac. die aldaar ontstond door het emeritaat van dr. J. A. Rust. Vooral de jeugd kreeg een kans. Wat de Haarlemsche werkloozen-statistiek aantoont. Wat de statistiek der werkloosheid betreft moet men voorzichtig zijn bij het trekken van voorbarige conclusies. Het klinkt bemoedigend als wij (men zie ons vorig nummer) kunnen mededeelen, dat er thans te Haarlem 5836 werk- loozen zijn, wat 1156 minder is dan in 1936, maar als men in staat is een studie te maken van de leeftijdsgroepen der werkloozen, dan wordt het optimisme over de verbetering op de Haarlemsche arbeidsmarkt wel wat ingetoomd. Door den Werkloosheidsdienst zijn de gege- ens verwerkt van 1 Januari 1939. Er waren toen te Haarlem 6339 werkloozen. tegen 7076 op 1 Januari 1936. Een vermindering dus van 737. De werkloozen waren in de volgende groepen verdeeld- 1936 1939 14—30 jaar2562 1879 30—65 jaar4360 4305 65 jaar en ouder 155 154 Daaruit blükt dus dat het aantal jeugdige werkloozen in de laatste 3 jaar met niet minder dan 683 is vermin derd. Daarentegen daalde het aantal werkloozen van 30 tot 65 jaar met slechts 55. Het waren dus in het bijzonder jonge menschcn, die aan den slag kwamen. Bovendien moet daarbij nog in aanmerking genomen worden, dat er in het laatste jaar meer jeugdige werkloozen bij de Arbeidsbeurs zijn in geschreven omdat de gemeente tot registratie is overgegaan. Bij dit werk bleek dat er eenige honderden jongelui waren die zonder werk wa ren, maar zich toch niet bij de Arbeidsbeurs hadden laten inschrijven. Zij zijn toen aange spoord zich alsnog aan te geven, aan welken raad algemeen gevolg gegeven is. Er zijn dus in die drie jaar geen 683 maar vermoedelijk wel 900 jeugdige werkloozen aan den arbeid gegaan. In het laatste jaar steeg het aantal werkloo zen boven de 30 jaar zelfs van 4382 tot 4460. dus met 78, terwijl toch in dat jaar het totaal aantal werkloozen met 141 verminderd is. Op dit oogenblik staan slechts 122 jongens be neden de 18 jaar als werkzoekenden bij de Ar beidsbeurs ingeschreven. (Op 1 Januari 1938 wa ren er nog 153). De groep 1824 jaar telt er "12 en de groep 2530 jaar 1095 jonge lieden. Uit alles blijkt dat verschillende werkgevers in dezen tijd bij voorkeur zeer jeugdige arbeids krachten kiezen, omdat die natuurlijk het goed koopst zijn. GEERT HOOGEVEEN Mr. CORNELISSTRAAT 54 - TELEF. 16270. (Adv. Ingez. Med.) Doperwten, Extra fijn, per groot blik Stukjes Appelen per pond 33, Walchersche Witte Boonen, per pond 20, Volvette Goudsche Kaas, per pond 45. 38, I Chocolade Hagel, per pond FriescheKruidkoek per stuk Voordeeligste Kruideniers bedrijf in Nederland (Adv. Ingez. Med.) Nu gebleken is, dat de vermindering van het aantal werkloozen bijna geheel veroorzaakt is door het aan het werk gaan van jeugdige werk loozen, is meteen het feit verklaard hoe het komt dat het aantal werkloozen in de laatste ja ren gedaald is, terwijl er toch bijna evenveel aan steun wordt uitbetaald. Het is natuurlijk voor de jongelui aangenaam dat zij werk ge kregen hebben, maar de overheidskassen zouden er meer van geprofiteerd hebben, als het aantal werkloozen boven de 30 jaar verminderd was. Veel jeugdige werkloozen vielen, omdat zij bij hun ouders thuis waren, buiten de steunregeling. De groote groep werkloozen van 31 tot 65 jaar is naar de leeftijden aldus onderverdeeld: 3040 jaar 1835 40—50 jaar 1199 5060 jaar 972 60—65 jaar 299 Tenslotte nog iets over de vraag in welke vak ken de werkloosheid in die 3 jaar verminderd is. Aantal werkloozen: 1936 1939 Handels- en kantoorbedienden 279 270 9 Metaalbewerkers 1098 857 241 Bouwvakarbeiders 2290 1906 384 Grafische vakken 138 86 52 Fabriek-, haven en transport 1587 1813 +224 Land- en tuinbouw 259 285 +26 Andere beroepen 1425 1122 303 Belangrijk verminderd is dus het aantal werk loozen in de metaalnijverheid en in de bouwvak ken, terwijl daarentegen een vermeerdering van het aantal werkloozen geconstateerd wordt in de grbep fabrieks-, haven- en transportarbeiders. Van de 241 arbeiders die in de metaalnijverheid aan den gang gingen waren er 147 onder de 30 jaar. In totaal verminderde het aantal werklooze bouwvakarbeiders met 384, waarvan er 259 zijn beneden de 30 jaar. Voor den Inhoud dezer rubriek, stelt de Redactie zich niet verantwoordelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatstwordt de kopü den inzender niet teruggegeven. Het Roode Kruis. Geachte radactie, Voor mij als waarnemer van en deelnemer aan het Nationale Roode Kruis (1 Aug. 1914!) werd het Roode Kruis tot een waagstuk, waar voor ik een oplossing moest zoeken. Zoudt u mijn gedachtengang en gevolgtrekkingen willen opnemen? Het oordeel van een Amerikaansche Nationale Roode Kruis-eenheid over de gebeurtenissen in Spanje in Februari 1937 luidde aldus: „De leiders van de ambulances ondervonden, dat bommenwerpers iedere ambulance vervolg den, die ze ontdekten en dat zij herhaaldelijk op hen mikten. Dat werd zoo systematisch ge daan dat het besluit werd genomen alleen van gecamoufleerde Roode Knus-ambulances ge bruik te maken. De aanvullingstransporten wei gerden vaak om ambulances mee te voeren, om dat men wist. dat deze als militair doel even groote aantrekkingskracht hadden als munitie wagens". Dit beteekent dus voor een stad, dat een fa briek van oorlogsmateriaal even groote aantrek kingskracht heeft als een nationaal Roode Kruis hospitaal. Nu wij allen zoo van nabij den gapenden af grond van den oorlog voor oogen hebben ge had, begint het Nationale Roode Kruis met her nieuwde kracht zich bezig te houden met de z.g. onafwendbare natuurramp van den volgenden oorlog. Ook de oorlogsindustrie handhaaft hardnek kig deze theorie. Het is noodzakelijk dat het Na tionale Roode Kruis ook kritisch bekeken wordt, omdat het nu juist weer, na het bij het accoord van München gewekte vertrouwen, door de met, hernieuwde activiteit getroffen voorbereidende oorlogsmaatregelen, direct weer wordt verdacht gemaakt. Men lette op Engeland's in versneld tempo voortgezette bewapening en hier te lande op groote Roode Kruis oefeningen, verduiste ringsproeven enz. „Het" Roode Kruis bedoelt het goed met de gewonde soldaten, wier leed het wil verzachten. Dit sta voorop. Maar de vredesbeweging heeft den laatsten tijd (A. Huxley!) scherp geformu leerd, dat het goede doel en de middelen om het te bereiken elkaar bepalen. „Het" Roode Kruis zegt, dat het het militaire gezag moet erkennen, omdat dit de voorwaarde is. waarop het Roode Kruis tot het slagveld wordt toegelaten. De er kenning van het militair gezag is dan een be langrijk middel om het doel verzachten van leed te bereiken. Maar het spreekt van zelf, I dat het Roode Kruis zich in vredes- en oorlogs tijd niet intensief kan bemoeien met den aard van den staat en van het militair gezag, dat er op uit is, om zoo doelmatig mogelijk vijandelijk leven te vernietigen en leed aan den vijand te berokkenen. Dit is de actieve „verdediging". Het goede doel en het slechte middel staan hier in principieele tegenstelling met elkaar. In de geheele organisatie kunnen we dit vervolgen. Over „het" Roode Kruis worden talrijke on- Copyright P I B. Box 6 Copenhogen „O, dat klinkt superbe", zei de prinses, toen zij voorbg ging. „De wijsjes z\jn beeldig", en zij hield haar rechterhand aan haar oor om beter te kunnen luisteren. „Dat instrument wil ik graag hebben. Ga eens vragen, wat hij er voor moet hebben?" aldus vroeg z*j een van haar hofdames. „Maar denk er om, ik geef geen kussen!" Even later kwam de hofdame terug, zeggende, dat de varkens hoeder honderd kussen van de prinses verlangde „Nu geloof ik beslist, dat hij gek geworden is", antwoordde de prinses en zij liep haastig door om echter direct daarna stil te blijven staan. „Eigenlyk moet ik, als dochter van den keizer, de kunst aanmoe digen. Zeg hem dus, dat ik het instrument voor tien kussen wil hebben. De andere kussen moeten mjjn hofdames hem dan maar geven." „Neen, dat doen wij liever niet", riepen de hofdames in koor. „Nonsens", zei de prinses, „als ik hem kan kussen, kunnen jullie het ook wel! Enbedenk, dat ik jullie meesteres ben. Wie geeft jullie salaris en wie zorgt er voor, dat jullie eiken dag eten krflgt?' .(Wordt vervolgd) juiste voorstellingen gegeven. Als s'/udent wei-d schrijver dezes op 1 Aug. 1914 gemobiliseerd als adspirant-reserve-officier van gezondheid. Hij meende toen buiten het oorlogsbedrijf te staan en was er trotsch op de Roode Krui^-armband hoewel als soldaat gekleed te mogen dra gen. Het leed verzachten leek een mooi doel. Maar sedert bleek hem, dat het Roode Kruis- wex-k ondergeschikt was aan het militaire doel: de bedreiging van den vijand en de vernieti ging van den vijand. Niet het mooie vredeswerk in oorlogstijd was het voornaamste, maar deze militaire doelmatigheid. De soldaat, die weet dat hij goed behandeld wordt als hij gewond raakt, heeft moed om te vechten „Potentiel de geurre"). De militair geneeskundige keuring heeft tot doel om de psychotechniek, in den meest uitgo- breiden zin, toe te passen op het oorlogsappa raat. De militaire en de Nationale Roode Kruis- artsen moeten er voor zox-gen, dat de geschikte persoon op de geschikte plaats komt. Daartoe gaf men in den oorlog opdracht aan de milfiaire artsen, om krankzinnigen uit te zoeken, die ge schikt waren om voorop gezet te worden in de stoottroepen. Het „Comité International de la Croix Rouge" te Genève (C.I.C.R.) belichaamt het oorspronke lijk humanitaire doel, zooals dit door Henri Dunant omschreven werd. Dit internationale co mité is zelfstandig en heeft te waken, dat de oorspronkelijke grondslagen geëerbiedigd wor den. Hiernaast staan „les Sociétés Nationales de la Croix Rouge", de Nationale Roode Kruisorgani saties. Dit zijn de nationale steunpunten, van waaruit de mooie beginselen van het Roode Kruis zouden moeten worden toegepast. Deze or ganisaties zijn echter weer volstrekt zelfstandig t.o.z. van het Internationale Comité. Geen enkel nationaal gezag heeft zich, in welken oorlog ook, de wet laten voorschrijven door de humane regels van het Internationale Roode Kruis, als de „nood aan den man" kwam. Het hoofddoel van het Nationale Roode Kruis de zorg voor de zieken, gewonden en krijgs gevangenen van de legers en vloten in oorlogs tijd. Tot zijn werkkring behoort ook het weder geschikt maken van de verminkten en de zwaar gewonden. Daartoe moet het Nationale Roode Kruis bereid zijn, als het gevraagd wordt, alle onderdeelen van den militairen geneeskun digen dienst in zijn werkprogramma op te ne men. Van het Nationale Roode Kruis wordt ge- eischt. dat het zich in vredestijd bekwaam maakt voor de oorlogstaak. Het vredeswerk mag slechts georganiseerd worden voor zoover het nuttig kan zijn aan dit oorlogsdoel en voor zoover dit oorlogsdoel er niet door geschaad wordt. En oorlogsdoel beteekent: bereid zijn den mede- mensch te dooden (het middel!), als „de Staat in nood" dit eischt. Een Nationaal Roode Kruis kan alleen doel treffend werken, als het organisme in vredestijd kan oefenen en geoefend blijft. Daarom is het noodzakelijk, een eerste levensbehoefte, dat de nationale Roode Kruisvereenigingen zich op alle mogelijke gebieden binnendringen. In dit licht moet dan bezien worden alle arbeid van het Na tionale Roode Kruis op het terrein van de tuber- culose-bestrijding, hulp bij rampen, bloedtrans fusie, hulpposten, etc. etc. Het is dan óók lo gisch, dat de leden van de transportcolonnes de soldatenuniform dragen. „La Ligue des Sociétés de la Croix Rouge" be oogt internationaal contact te leggen tusschen de nationale vereenigingen en heeft tot taak. de oprichting van nationale Roode Kruisvereenigin gen te bevorderen in landen waar nog geen vereeniging is. Op het programma van deze internationale vereeniging staat uitdrukkelijk vermeld: het voorkomen van ziekte. Maar de oorlog als ziekte wordt niet genoemd. „Het" Roode Kruis is dus uit nationale en in ternationale elementen opgebouwd, wiêr doel einden vaak in tegenspraak met elkander zijn. Toen schrijver dezes deze dingen in de mili tair geneeskundige litteratuur tegenkwam (o.a. in het verslag van het militair geneeskundig congres in Den Haag 1931). verloor hij geheel zijn geloof in het vredeswerk van het Natio nale Roode Kruis. Het geheele complex werd hem duidelijk. De militaire geneeskundige dienst met het Natio nale Roode Kruis is één van de middelen, om den mensch bereid te maken den medemensch te dooden in den „totalen" oorlog. Het is noodzakelijk na deze critiek aan te ge ven, welke mogelijkheden zich wel voordeden en zich voordoen. Ieder dient er toe mede te werken, dat de geneeskundige hulpverleening los komt te staan van het militaire apparaat, dat is hier het Na tionale Roode Kruis. Het Nationale Roode Kruis dringt zich overal binnen en tracht overal ver bindingen te leggen, denken we bijv. aan de E.H.B.O.-vereenigingen. De zelfstandigheid van deze vereenigingen is een levenseisch voor de hulpverleening op humanitairen grondslag, rei kende over de grenzen van de Staatssouverei- niteit heen. De bloedtransfusiediensten van het Nationale Roode Kruis zijn kinderen van den oorlog. Ze verhoogen de gevechtswaarde van den troep en ze verhoogen onder militair gezag in de toekomst ook de gevechtswaarde van den troep, ten koste van bloed en tranen van de mede- menschen. De bloedtransfusiediensten kunnen ook bij burger- gemeen te 1 -organisaties ondergebrach t worden. Wanneer het niet noodig of mogeliik blijkt, de burgerorganisaties hiervoor warm te maken, kan men zich toch aansluiten bij den Nationalen Roode Kruis-bloedtransfusiedienst. mits men te kennen geeft, dat de medewerking ophoudt, zoodra de bloedgever zelf meent, dat de oorlogstoestand daar is. Want dan beteekent ziin bereidheid, bloed beschikbaar te stellen voor den soldaat, dat deze soldaat daardoor iets meer bereid is tot het dooden van den medemensch als de Staat dit vraagt. Op al deze onderdeelen is nog pioniersarbeid te doen. Slechts internationale organisaties, los van het gezag van een of andere staatsmacht, verdienen onzen steun. Het Internationale Roode Kruis in Genève zou men daarom kunnen steu nen. Verder den arbeid van de Quakers, die overal helpen waar leed geleden wordt. Ook valt hieronder „Le Service Civil", van Pierre Cérésole (inlichtingen Vredeshuis, Den Haag) en deze verdient onze volle aandacht. Hier ligt een opgaaf voor ons. De Anti-Oorlogsgroep van Verpleegsters zou nuttig werk doen, als aansluiting gezocht werd bij dezen „Burgerdienstplicht". Zonder eenige terughouding mag men de actie van deze inter nationale organisaties aanbevelen. Dit positieve werk is de meest felle aanklacht tegen het (van aard veranderde) Nationale Roode Kruis, dat in de oorlogspraktijk bewezen heeft, dat het den oorlogsgeest heeft gehandhaafd en bevorderd, omdat het gezag van den Staat erkend werd bo ven het heil van de menschheid. En daarom worden de Nationale Roode Kruis-eenheden als militair doelwit gekozen overal waar oorlog ge voerd wordt. De door mij opgeworpen vragen worden in den laatsten tijd herhaaldelijk gesteld. Men kan de bespreking vinden in: lo. „De waarheid over het Roode Kruis" door Dirk Boer: 2o. Het XVIe Internationale Roode Kruis-congres te Londen 1938 door generaal-majoor S. W. Praag in „De Volkenbond'' Aug.Sept. 1938 biz. 363: 3o. „The doctor's view of war" Edited by H. Joules; 4o. Dunant de roman van het Roode Kruis, door Martin Gumpert. JMet dank voor de plaatsing, E. E. MEURSING,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 6