Chamberlain
richt ernstige
verwijten tot Hitier
Premier deelt de
ver ontwaar di ging
van't Britsche volk
Welke beloften
kunnen nu nog
geloofd worden?
Britsche ambassadeur
te Berlijn naar Londen
ZATERDAG 18 MAART 1939
HAAREEH'S DAGBESD
5
„Is dit het einde van een oud avontuur of
het begin van een nieuw?
Is dit de laatste aanval of de eerste van
een nieuwe reeks?
Is dit het begin van een poging de wereld
door middel van geweld te overheerschen?"
De Engelsche minister-president
Chamberlain heeft gisteravond te Bir
mingham een belangrijke redevoering
uitgesproken.
Na er op gewezen te hebben, dat hij
den volgenden dag 70 jaar zou worden
en hoopte nog eenige jaren te mogen
leven om den staat naar beste vermogen
te dienen, wanneer dat gewenscht mocht
zijn, ging hij onmiddellijk over tot het
eigenlijke onderwerp van zijn rede, n.I.
„de geweldige gebeurtenissen, die deze
week in Europa hebben plaats gegre
pen".
Eén ding is zeker, aldus spreker, de
openbare meening in de wereld heeft
een zwaarder schok gekregen dan haar
ooit was toegebracht, zelfs door het hui
dige regime in Duitschland. Wat de ge
volgen kunnen zijn van deze diepe be
roering der gemoederen der menschen
kan nog niet worden voorspeld, maar ik
ben er zeker van, dat zij vérstrekkend
moet zijn in haar resultaten voor de toe
komst.
Voortgaande zeide Chamberlain:
Wij voeren debatten in het Lagerhuis op den
dag, waarop de Duitschers Tsjecho Slowakije bin
nentrokken en wij allen, in het bijzonder de re
geering hadden een achterstand, omdat de be
richten waarover wij beschikten, slechts van ge
deeltelijken aard waren, terwijl veel er van niet
officieel was.
Noodzakelijkerwijze vloeide daaruit voort, dat
ik, sprekende namens de regeering, met alle ver
antwoordelijkheid, die aan die positie gehecht
wordt, verplicht was, mij te beperken tot een al
te gereserveerde, voorzichtige uiteenzetting, en
dat die eenigszins koele verklaring, wellicht op
natuurlijke wijze tot misverstand aanleiding
heeft gegeven en sommige lieden gedacht heb
ben, dat, omdat ik rustig spreek en ik weinig uit
drukking gaf aan gevoel, mijn medeministers
en ik geen sterke gevoelens hebben in deze zaak.
Ik hoop die onjuistheid hedenavond weg te
nemen. Maar voordien wil ik iets zeggen over de
redeneering, die uit deze gebeurtenissen zich ont
wikkeld heeft.
Het denkbeeld is uitgesproken, dat de bezet
ting van Tsjecho Slowakije het rechtstreeksche
gevolg is geweest van de bezoeken, die ik den
vorigen herfst aan Duitschland heb gebracht en
dat, aangezien het resultaat der recente gebeur
tenissen geweest is een verscheuren van de re
geling, die te München tot stand was gebracht,
hierdoor bewezen is, dat deze bezoeken geheel
onjuist waren.
Gezegd is, dat aangezien dit een persoonlijke
politiek van den eersten minister was, de blaam
voor het lot van Tsjecho Slowakije op zijn schou
ders moet rusten. Dat is een volkomen onverde
digbare conclusie.
Ik ben den vorigen herfst, naar Duitsch
land gegaan in de eerste en belangrijkste
plaats, omdat dat mij, in wat een bijna
wanhopigen toestand leek te zijn, toe
scheen, de eenige kans te bieden, op een
afwenden van een Europeeschen oorlog.Ik
mag u er aan herinneren, dat toen de
eerste aankondiging kwam, dat ik naar
Duitschland ging, geen stem opging om
critiek uit te oefenen.
Iedereen juichte die poging toe, doch eerst la
ter, toen bleek, dat de resultaten der regeling
minder waren dan de verwachtingen van som
migen, die de feiten niet volledig op waarde
schatten, begon de aanval en zelfs toen werd
geen afkeuring uitgesproken over het bezoek,
maar over de termen der regeling. Ik heb nooit
ontkend, dat de voorwaarden, die ik in staat was
te München te verkrijgen, niet zoo waren als ik
zelf gewenscht zou hebben, maar gelijk ik toen
uiteenzette had ik niet met een nieuw probleem
te doen.
Het ging hier om iets, dat steeds be
staan had sedert het verdrag van Ver
sailles, een probleem, dat lang geleden
had bchooren te worden opgelost, wan
neer slechts de staatslieden der laatste
20 jaar een breeder en meer verlicht
inzicht hadden gehad in hun plichten.
Het was geworden als een lang verwaar
loosde ziekte, en een chirurgische ope
ratie was noodig om het leven van den
patient te redden. Tenslotte werd het
eerste en meest rechtstreeksche doel
van het bezoek bereikt. De vrede in
Europa werd gered en zonder deze be
zoeken zouden thans honderdduizenden
gezinnen rouw dragen voor de bloem der
beste Europeesehe mannen.
Werkelijk, ik behoef mijn bezoeken aan
Duitschland van den vorigen herfst niet te ver
dedigen want wat was het alternatief? Niets wat
wij zouden hebben kunnen doen, niets wat
Frankrijk zou hebben kunnen doen, of wat Rus
land zou hebben kunnen doen, zou bij moge
lijkheid Tsjecho Slowakije hebben kunnen red
den van een invasie en van vernieling en zelfs
wanneer wij ten oorlog waren getrokken en
tenslotte de zege bevochten hadden, zouden wij
nooit Tsjecho Slowakije weer hebben kunnen
vormen 'zooals het door het verdrag van Ver
sailles was gebouwd.
Ik had nog een tweede doel toen ik naar Mün
chen ging n.I. de politiek te bevorderen, die'ilc
steeds gevoerd heb van het oogenblik af, waar
op ik mijn tegenwoordige positie bekleed de
politiek, die soms genoemd wordt een Europee
sehe tevredenstelling, ofschoon ik zelf niet meen,
dat dit een zeer gelukkige term is, of een woord,
dat nauwkeurig de bedoeling omschrijft. Wilde
die politiek slagen, dan was het van essentieel
belang, dat geen mogendheid er naar zou stre
ven de algemeene overheersching te verkrijgen
van Europa, maar dat een ieder zich ermede te
vreden zou stellen redelijke faciliteiten te ver
krijgen voor de ontwikkeling van zijn eigen
hulpbronnen, zijn eigen aandeel te verzekeren
in den internationalen handel, en de levens
voorwaarden van zijn eigen volk te verbeteren.
Toen ik naar München ging, hoopte ik door
persoonlijk contact er achter te komen wat
Hitier voor den geest stond en of het waar
schijnlijk was, dat hij zou willen samenwerken
bij een program van dien aard.
Toen ik terugkeerde na mijn tweede bezoek,
deelde ik het Lagerhuis de besprekingen mede,
die ik met Hitler had gevoerd, waarover ik zei-
de, dat hij, met grooten ernst sprekende, her
haald had wat hij reeds te Berchtesgaden ge
zegd had, n.I. dat dit de laatste territoriale
ambitie van hem in Europa was en dat hij niet
den wensch had om in het. Duitsche rijk men
schen op te nemen van andere rassen dan de
Duitschers.
En Hitier zelf bevestigde dit verslag
van het gesprek in een redevoering in
het Sportpalast te Berlijn, toen hij zei-
de: „dit is de laatste territoriale eisch,
die ik in Europa heb te stellen". En even
later zeide hij in dezelfde redevoering:
„Ik verzekerde Chamberlain en ik leg
daar thans den nadruk op, dat wanneer
dit probleem is opgelost, Duitschland
geen territoriale problemen in Europa
meer heeft". Hitler voegde daaraan toe:
„Ik zal niet meer geïnteresseerd zijn in
den Tsjecho Slowaakschen staat en ik
kan garandeeren dat wij geen Tsjechen
willen hebben".
Vervolgens staat in de overeenkomst
van München zelve, die de handteeke-
ning draagt van Hitier, deze clausule:
„De definitieve vaststelling der gren
zen zal uitgevoerd worden door een in
ternationale commissie", de definitie
ve vaststelling. Ten slotte verklaarden
wij in de verklaring, die hij en ik
tezamen onderteekenden in München,
dat iedere andere kwestie, die onze
beide landen zou kunnen betx-effen, be
handeld zou worden door de methode
van overleg.
Met het oog op deze herhaalde ver-zekeringen,
die mij vrijwillig gegeven waren, achtte ik mij
gex-echtvaardigd daarop de hoop te gx-ond-
vesten, dat wanneer eenmaal deze Tsjecho
Slowaaksche kwestie geregeld was, het mogelijk
zou zijn de politiek van bevrediging, die ik be
schreven heb, verder te voeren.
Desondanks echter was ik tegelijker-tijd niet
bereid de voorzox-gsmaatregelen te laten ver
slappen voor ik er zeker van was, dat die
politiek gevestigd was en aanvaard door anderen.
En daarom wex-d na München ons defensiepro
gram inderdaad versneld (toejuichingen). En
het werd zoo ver uitgebreid, dat vex-betering
werd gebracht in zekere zwakheden, die aan
het licht waren getreden tijdens de crisis.
Ik ben er van overtuigd, dat na München de
groote meerdex-heid van het Britsche volle mijn
hoop deelde en vurig wenschte, dat die politiek
voortgezet zou worden.
Vandaag echter deel ik hun teleurstel
ling, hun verontwaardiging, dat die
hoop zoo moedwillig de bodem is inge
slagen. Hoe kunnen de gebeurtenissen,
die deze week geschied zijn. in overeen
stemming worden gebracht met die ver
zekeringen, welke ik u heb voorge
lezen?
Als mede-onderteekenaar van de overeen
komst van München, had ik stellig het recht,
wanneer Hitler van meening was, dat zij onge
daan gemaakt moest worden, op dat overleg,
waarvoor een bepaling is opgenomen in de
Münchensche verklax-ing, in plaats daax-van
heeft hij het x~echt in zijn eigen handen ge
nomen.
Nog voor de Tsjechische president
geplaatst werd tegenover de. eischen,
waartegen hij niet bij machte was
tegenstand te bieden, waren de Duit
sche troepen in beweging gebracht.
Volgens de Dondex-dag te Praag uitgegeven
proclamatie zijn Bohemen en Moravië ingelijfd
bij het Duitsche rijk. De niet Duitsche inwoners,
die natuurlijk de Tsjechen omvatten, worden
geplaatst onder een Duitschen protector in een
Duitsch protectoraat. Zij woi-den onderworpen
aan de politieke, de militaire, de economische
behoeften van het Duitsche rijk.
Men noemt hen een zelfbesturenden staat,
maar Duitschland belast zich met hun buiten-
landsche politiek, hun douanerechten en accijn
zen, hun bankmiddelen en met de uitrusting van
de ontwapende Tsjechische strijdkrachten.
Wat wellicht het meest onheilspellende is,
wij hooren weer van heht vex-schijnen van de
Gestapo, gevolgd door het gebruikelijke ver
haal van massa arx-estaties van op den voox--
grond tredende personen met gevolgen, die ons
allen bekend zijn. Iedex-e man en vrouw in dit
land, die zich het lot der Joden en politieke ge
vangenen in Oostenx-ijk herinnert, moet van
daag vex-vuld zijn van een droevig voorgevoel.
Wie zou zijn hart niet in sympathie voelen uit
gaan naar dat trotsche, dappere volk, dat zoo
plotseling is onderworpen aan deze bezoekin
gen, welks vrijheden worden gekortwiekt en
wellis nationale onafhankelijkheid verdwenen is.
Wat is er geworden van hen, die zeiden geen
territoriale ambities meer te hebben?
Wat is er geworden van de verzeke
ringen: „Wij willen geen Tsjechen in
het rijk". Wat is hier voor x-ekening ge
houden met dat beginsel van zelfbe
schikking, dat Hitier zöo heftig met mij
beredeneerde in Berchtesgaden, toen hij
mij vroeg om afscheiding van het Sude-
tenland van Tsjecho-Slowakije en de
insluiting daarvan in het Duitsche rijk?
Ik weet, dat ons verteld wox-dt, dat deze ge-
biedsverovering noodig is geworden door orde
verstoringen in Tsjecho-Slowakije.
Wanneer er wanordelijkheden waren, dan zijn
die van buitenaf aangestookt. Kan iemand bui
ten Duitschland de gedachte ernstig opnemen,
dat zij een gevaar konden vormen voor dat
groote land, dat zij eenigerlei rechtvaardiging
konden geven aan hetgeen gebeurd is?
Komt de vraag niet onvei'mijdelijk in
onzen geest op:
Wanneer het zoo gemakkelijk is om de
goede redenen te vinden voor het ne-
geeren van zoo plechtig en herhaaldelijk
gegeven verzekeringen, welk vertrou
wen kunnen wij dan stellen in eeniger
lei andere verzekeringen van denzelf
den kant?
(Luide toejuichingen).
Onder het huidige regime heeft Duitschland
een reeks onaangename verrassingen aan de
wereld bereid.
Het Rijnland, de Anschluss van Oostenrijk,
de afscheiding van het Sudetenland, al deze ge
beurtenissen vormden schokken voor de open
bare meening in de geheele wereld.
Maar toch, hoezeer wij daax-bij ook afzien van
de methoden, die in elk van deze gevallen ge
bruikt zijn, viel er iets te zeggen hetzij op grond
van rasverwantschappen of van rechtvaardige
eischen, waaraan te lang weerstand was gebo
den, voor de noodzakelijkheid van een wijziging
in den bestaanden toestand.
De gebeurtenissen echter, die deze week
zijn voorgevallen, schijnen, door hun
volledig over het hoofd zien van de be
ginselen, die door de Duitsche regee
ring zelf waren vastgelegd, onder een
andere categorie te vallen en moeten
ons doen afvragen: „Is dit het einde van
een oud avontuur of het begin van een
Is dit de laatste aanval op een kleinen
staat of moet die gevolgd worden door
andere?
Is dit inderdaad een stap in de rich
ting van een poging tot overheersching
van de wereld door geweld?
(Langdurig applaus).
Dit zijn ernstige zwaar wegende vragen. Er
zal vanavond door mij geen antwoord op wor
den gegeven, maar ik ben er zeker van dat zij
ei-nstige ovex-weging zullen eischen niet alleen
van de nabux-en van Duitschland, maar van an
deren, misschien zelfs buiten de grenzen van
Europa.
Er zijn reeds aanwijzingen, dat het proces is
begonnen en het ligt voor de hand, dat het waar
schijnlijk is, dat dit proces thans versneld zal
worden.
Wij zelf zullen ons natuurlijk het
eerst wenden tot onze deelgenooten in
het Britsche gemeenebest van volken
en tot Frankrijk, waarmede wij zoo
nauw verbonden zijn en ik twijfel er
niet aan, dat ook anderen, die weten,
dat wij niet gedesinteresseerd zijn in
Zuid-Oost Europa den wensch zullen
hebben onzen raad en ons advies te krij
gen. In Groot-Brittannië moeten wij al
len de positie opnieuw onder oogen zien
met dat gevoel van verantwoordelijk
heid, dat haar ernst eischt. Niets moet
uitgesloten worden uit dit opnieuw on
der oogen zien, wat van belang is voor
de nationale veiligheid.
Ik geloof niet dat er iemand is die mijn op
rechtheid in twijfel zal trekken, wanneer ik zeg,
dat er nauwelijks iets is, dat ik niet ten offer
zou willen brengen voor den vrede, maar er is
één ding waarvoor ik een uitzondering moet
■maken en dat is de vrijheid, die wij honderden
jaren genoten hebben en die wij nooit zullen
willen overgeven. (Langdurig applaus).
Dat onder de menschen echter ik mij geroe
pen moet voelen vandaag zoo'n verklai'ing af te
leggen, geeft de maat aan van den omvang
waarin deze gebeurtenissen het vertrouwen ver
nield hebben dat het hoofd begon op te steken
en dat, wanneer men het toegestaan had te
groeien dit tot een heugelijk jaar zou hebben
kunnen maken wegens den terugkeer van
geheel Europa tot gezond verstand en stabiliteit.
Nog slechts zes weken geleden maakte ik hier
een toespeling op geruchten en verdenkingen
welke naar ik zeide uit den weg moesten wor
den geruimd. Ik wees er op, dat iedere poging
tot overheersching der wereld door geweld een
poging was waartegen de democratieën tegen
stand moesten bieden, maar ik voegde er aan
toe, dat ik niet kon gelooven dat een dergelijke
uitdaging in de bedoeling lag.
Ik gevoel mij gedwongen te herhalen dat, hoe
wel ik niet bereid ben dit land te binden door
nieuwe niet nader aangegeven verplichtingen,
welke van kracht zouden zijn onder omstandig
heden, die thans niet voorzien kunnen worden,
toch geen grooter fout gemaakt zou kunnen wor
den, dat de vex'onderstelling, dat Groot-Brittan
nië, omdat het gelooft dat de oorlog iets zinne
loos en wreeds is, zoo zeer zijn ruggegraat ver
loren heeft dat het niet tot het uiterste van zijn
kracht zal deelnemen aan het weerstand bieden
•an zoo'n uitdaging, wanneer die ooit gedaan
zou worden.
Zijn rede besluitende zeide Chamberlain:
„Ik ben er van overtuigd dat ik voor deze
verklaring niet alleen den steun, de sympathie
en het vertrouwen van de mannen en vrouwen
in mijn eigen land heb, maar dat ik ook de
goedkeuring zal oogsten van het geheele Brit
sche rijk en van alle naties, die waarlijk den
vrede op prijs stellen, maar die de vrijheid op
nog hooger waarde schatten.
(Luide toejuichingen).
Het gehoor van Chambei'lain, dat bestond uit
leden van een conservatieve vei-eeniging heeft
met algemeene stemmen een resolutie aangeno
men waarin „onverzwakt vertrouwen' in Cham
berlain's leiderschap tot uitdrukking wordt ge
bracht.
In antwoord op deze resolutie zeide
Chamberlain: Wij behoeven niet terneer
geslagen te zijn, dit is een groote mach
tige natie, veel machtiger dan wij nog
slechts zes maanden geleden waren, da
den van geweld, en onrechtvaardigheid
brengen vroeger of later haar eigen loon
met zich mede. Elk dezer invallen roept
nieuwe gevaren voor Duitschland in dc
toekomst op en ik waag te voorspellen,
dat het tenslotte bitter zal betreuren
wat haar regeering gedaan heeft.
MET DE SCHOONMAAK
heeft U geen tijd om zelf te
wasschen. Stuurt daarom Uw
wasch overweeks voor 15 cent
per K.G. gemangeld naar de
IJ MUI DER WAS S CHER IJ
SNELLIUSSTRAAT 39, IJMUIDEN,
TELEFOON 4371.
(Adv. Ingez. Med.)
Geen Roemeensehe troepen in
Roetlienië?
Het Roemeensehe agentschap Rador
verklaart gemachtigd te zijn het be
richt, volgens hetwelk gistermiddag
Roemeensehe troepen de Karpathische
Oekraïne zouden binnentrekken,
tegen te spreken.
De Roemeensehe kroonraad heeft, naar
Reuter meldt besloten, dat Roemenië
niet in zal grijpen in het Roetheensche pro
bleem en de Hongaren het geheele gebied zal
laten bezetten. Men wil voorkomen, dat zich
incidenten voordoen, waardoor een gespanneii
verhouding tusschen Hongarije en Roemenië
zou kunnen ontstaan, aldus zegt men te
Boekai-est. Roemenië zal evenwel de militaire
maatregelen aan zijn grens handhaven, ten
einde zoo noodig de Roemeensehe nationale
belangen te beschermen. De troepen in het
grensgebied zullen met 30 tot 40 duizend
man worden versterkt.
Mussolini spreekt op 26 Maart.
Stefani meldt: Op 26 Maart a.s. zal het
Italiaansche volk zich in alle steden en dorpen
op de voornaamste pleinen verzamelen voor het
aanhooren van de gi'oote rede, die Mussolini
zal houden ter gelegenheid van het feit, dat het
dan 20 jaar geleden zal zijn, dat de eerste
fascio-troepen werden gevormd.
De Duce zal van het forum-Mussolini in het
Olympisch Stadion het woox'd richten tot de
partijfunctionarissen, hooge officieren, vertegen
woordigers van gewonde oudstrijders uit den
wereldoorlog, den veldtocht in Abessynië, den
Spaanschen burgeroorlog en Italiaansche jeugd-
organisaties.
Voor het uitbrengen van
rapport.
Diplomatieke activiteit
in de Britsche hoofdstad
Reuter meldt uit Londendat de
Britsche ambassadeur te BerlijnHen
derson, gisteren opdracht heeft ge
kregen onmiddellijk naar Londen
terug te keer en om verslag uit te
brengen.
Voorts meldt Reuter, dat de veronderstellin
gen, dat Chamberlain en Halifax er uiteen-
ioopende meeningen op na houden en dat
Halifax de leiding zou hebben van een tegen
Chamberlain gerichte beweging, in welinge
lichte Britsche kringen categorisch ontkend
worden.
De veronderstelling, dat Halifax aandringt
op dienstplicht wordt eveneens ontkend.
De besprekingen inzake een verbreeding
der regeeringsbasis vinden volgens dit bericht
in verantwooi'delijke kringen weinig steun en
hoe de toekomst van Eden moge zijn voor het
oogenblik bestaat er zeker geen grond voor het
bericht, dat hij zal worden uitgenoodigd tot
de regeering toe te treden.
Een der directe gevolgen van de jongste ge-
beurtenisen is een nieuwe stemming onder
eenige aanhangers der regeeirng een dienst
plicht te eischen. Dit geeft de regeering groote
moeilijkheid, althans voor het oogenblik.
United Press meldt, dat de ambassadeur
van de Vereenigde Staten, Kennedy, gisteren
geheel onverwacht een conferentie heeft ge
had met Lord Halifax naar aanleiding van de
gebeurtenissen in Centraal Europa. Kennedy,
die pas des morgens uit Rome was terugge
keerd, ging onmiddellijk na zijn aankomst op
het ministei'ie van buitenlandsche zaken in
geheime bespi-eking met Halifax. Zij bespra
ken de crisis tot in bijzonderheden.
Onmiddellijk na dit ondei-houd ontving Ha
lifax de Labourafgevaardigden Attlee en
Greenwood naar men aanneemt om hen in
te lichten over de besluiten van de regeering
in de Tsjecho Slowaaksche kwestie over de
terugroeping van Henderson uit Berlijn om
rapport uit te brengen.
Protest van Duitschland te
Londen?
Tegen woorden van Duff Cooper in het
Lagerhuis.
Welingelichte kringen te Berlijn
voorspellen volgens Reuter, dat
Duitschland een krachtige diploma
tieke actie te Londen zal ondernemen
over de gisteren door Duff Cooper in
het Lagerhuis gehouden redevoering.
Deze actie zal waarschijnlijk den
voimi aannemen van een protest en
een eisch om verontschuldiging.
Zelfs is het mogelijk, dat de Duit
sche ambassadeurf zal worden terug
geroepen.
Gezegd wordt, dat Hitier zich zelf
beleedigd gevoelt door de gebezigde
woorden, welke zijn houding jegens
Groot Bx-ittannië zouden kunnen be-
invloeden.
Duff Cooper heeft o.a. gezegd:
„Nu deze driewerf meineedige ver-
rader en woordbreker aan het hoofd
van het Duitsche rijk staat, acht ik
iedere overeenkomst, welke hij onder
teekent, niet het papier waai'd. waarop
zij geschreven is".
DUITSCH MILITAIR VERTOON
TE PRAAG.
Regimenten pantserivagens
trokken de stad binnen
BOMBARDEMENTSVLIEGTUIGEN BOVEN
DE STAD.
Vrijdagmiddag zijn twee regimen
ten gepantserde wagens op het Wen-
ceslausplein te Praag aangekomen.
Toeschouwers, die zich daar verza
meld hadden bestonden voor 't grootste
gedeelte uit Duitschers, die met uit-
gestrekten arm groetten. Jongelieden
en kinderen zwaaiden met Duitsche
vlaggetjes. De Tsjechen sloegen het
voox-bijgaan van het regimentsvaandel
onbeweeglijk gade. Zij hielden zoo
meldt Havas de hoeden op het
hoofd en de handen in de zakken.
Tijdens het défilé dat niet lang duurde
kruisten vliegtuigen in de lucht.
Den geheelen morgen reds hadden
trouwens Duitsche bombardements
vliegtuigen laag over de huizen ge
vlogen met oorverdoovend lawaai.
De Tsjechische bevolking had order ontvan
gen de stad als voor een feest te versieren.
De politie had dit bevel huis aan huis over
gebracht. Van vx-ijwel alle huizen woei de
Tsjechische vlag. Hier en daar, waar Duit
schers wonen, zag men het hakenkruis. Uit
alle deelen van Bohemen en zelfs uit Duitsch
land waren Duitschers naar Praag gekomen
om de Duitsche troepen te begroeten.
Over de stemming in de stad meldt Havas
nog:
Na twee dagen van wanhoop over de aan
wezigheid van een bezettingsleger in hun
midden, schenen de Tsjechen te Praag vol
komen onverschillig omtrent hun lot. Alle
openbare diensten functionneeren en opper
vlakkig gezien schijnt het leven zijn normalen
gang te gaan; in de kringen der arbeiders
klasse is de houding er een van cynische bit
terheid, welke wellicht meer tegen haar
leidei's is gericht, dan tegen de Duitschers.
Men vex-keert op het oogenblik volkomen
in het duister ten aanzien van de verblijf
plaats van den gewezen premier Beran. Don
derdagavond nog was hij door den Duitschen
opperbevelhebber ontvangen, doch gisteren
verklaarde men in welingelichte kringen, dat
men niet wist waar hij was.
De toekomst der Tsjechische troe-
pexx is nog steeds onzeker. Waar
schijnlijk zal arbeidsdienstplicht wor
den ingevoerd om hen op te nemen.
Vernomen wordt, dat i-eeds tal van
Joden zijn gearresteerd, hun vei-wan-
ten, weten niet, waar zij zich bevin
den.
HITLER VANDAAG TE BERLIJN.
Gisteren vertoefde de Führer te
W eenen.
RIJKSDAG 21 MAART BIJEEN.
Toen Hitier gisteren in Weenen aankwam
waar eerst enkele uren tevoren bekend was
geworden, dat hij uit Brünn naar Weenen
kwam was hij in gezelschap van den rijks
minister van buitenlandsche zaken, Von Rib-
bentx-op, den chef van het opperbevel der weer
macht, generaal der artillerie Keitel, rijks
minister dr. Lammers, rijksleider der S.S.
Himmler en rijksperschef dr. Dietrich. Hitler
nam zijn intrek in hotel Imperial, waarvoor
een eerecompagnie stond opgesteld.
Officieel wordt medegedeeld, dat Hitier
vandaag naar Berlijn terugkeert.
In de hoofdstad zijn in allerijl voorzorgen
getroffen om den intocht voor te bereiden.
Volgens een hardnekkig gerucht zou de
Rijksdag op 21 Maart te Berlijn bijeengeroe
pen worden.
WEEKEND VAN KONING LEOPOLD EN
ZWITSERLAND.
Koning Leopold is naar Zwitserland ver
trokken. waar hij het weekend zal doorbren
gen. Maandagmorgen zal de koning een be
zoek brengen aan de internationale jaar
beurs te Brussel.