MINISTER VAN DIJK TE DEN HELDER.
CONTRABANDE
De boomen op het Lucas Bolwerk te
Utrecht, waar de nieuwe schouwburg
zal verrijzen,'worden omgehakt
De Gouverneur Generaal heeft in de residentie Banjoemas de
Serajoe-bevloeiïngswerken officieel geopend, waarvan de kosten
meer dan anderhalf millioen gulden bedragen. De aankomst van
den G.G., eerbiedig ontvangen door een eerewacht
De heer en mevr. Lebrun in een statierijtuig op weg naar de Guildhall te
Londen, waar de Fransche president en zijn echtgenoote Woensdag door
den Lord Mayor ontvangen werden
ambassadeur te Parijs, bij zijn vertrek
uit de Fransche hoofdstad naar Berlijn,
waarheen hij door de regeering van
zijn land ontboden werd in verband
met de jongste internationale ge
beurtenissen
FEUILLETON
Uit het Engelsch van
HEADON HILL.
(ïiadruk verboden).
15)
Naar Londen? herhaalde Mr. Mapleton,
terwijl zijn blik weer afdwaalde naar zijn
schatten. Wat een geluksvogel! Misschien
ga ik zelf ook wel gauw naai1 Londen, want ik
heb iets gevonden, dat een plaats in het
Britsch museum waard is. Wel te rusten, juf
frouw Calloway. Ik zal klaar zijn als het ont
bijt klaar is.
Toen zijn hospita verdwenen was, streek
Mapleton de fossielen weer in de leeren tasch,
met een ruwe onverschilligheid, welke aller
minst in overeenstemming was met zijn be
wondering van zooeven. Hij blies de lamp uit,
stak zijn kaars aan en ging met veel lawaai
de trap op, terwijl hij gewoonlijk bijna geluid
loos liep. Vijf minuten later blies hij zijn kaars
uit, ofschoon hij in *t geheel geen aanstalten
had gemaakt om zich uit te kleeden en naar
bed te gaan. Geheel gekleed zat hij op den
rand van zijn bed en wachtte in het donker,
tot hij juffrouw Calloway en haar dochter
naar boven hoorde komen en langs zijn kamer
naar hun eigen kamertjes aan den achterkant
van het huis gaan. Er waren vier slaapkamers
boven, twee aan den voorkant van het huis
en twee aan de achterzijde, boven de keuken
en bijkeuken. Om in deze beide laatste ver
trekjes te komen, moest men langs het ka
mertje van Mapleton. dan een paar trapjes
naar beneden en een korte gang door.
Maar zelfs het naar bed gaan van de beide
vrouwen was nog geen reden voor Mapleton
om dat voorbeeld te volgen. Integendeel, hij
stond op en ging op zijn teenen naar de deur.
Na eenigen tijd ingespannen geluisterd te
hebben, deed hij voorzichtig de deur open en
luisterde nog aandachtiger. Gerustgesteld door
de afwezigheid van alle geluid, ging hij terug
naar zijn bed en wachtte weer, steeds maar in
het donker.
Drie kwartier bleef hij zoo bewegingloos
zitten; toen stond hij nogmaals op en trad
opnieuw naai' de deur.
Maar dezen keer kwam hij niet terug, doch
sloop behoedzaam de trap af. Het scheen zijn
bedoeling niet te zijn, dat geheel geluidloos
te doen, want halverwege stapte hij op de
losse trede, waarvan hij door zijn langdurig
verblijf in het huisje, het bestaan zonder twij
fel kende. Het zou heel gemakkelijk zijn ge
weest, deze te vermijden, door er eenvoudig
overheen te stappen, maar Mapleton zette er
resoluut zijn voet op, zoodat een vrij luid ge
kraak de nachtelijke stilte verbrak. Het ge
luid zou zeker gehoord zijn door iemand die
wakker lag, maar het was niet luid genoeg
om een slapende te wekken.
De rest van de treden ging de fossielenzoe
ker weer bijna geluidloos af en na een paar
seconden verdween hij door de voordeur. In-
plaats van het korte pad te nemen, dat recht
naar de vallei voerde, sloeg hij zijwaarts af.
juist zooals Hector hem had zien doen en
zich zoo dicht mogelijk langs den muur van
het huisje voortbewegend, kwam hij aan den
moestuin. Op ongeveer vijftig meter van het
huisje stond een groep lage vlierboomen. Het
groepje was te klein om den naam van boschje
te verdienen, maar het was toch groot genoeg
om een ongebruikten en bouwvalligen stee-
nen koestal te verbergen. Het grootste gedeelte
van het dak was ingestort en de muren weken
gevaarlijk uit. Dit ongastvrij-uitziende ge
bouwtje bleek Mapleton's doel. Om redenen,
die alleen hemzelf bekend waren, verkoos hij
het boven Martha Calloway's zacht veeren
bed.
Bfj het gebouwtje bleef hij staan en keek
aandachtig naar Martha's huisje. Er was geen
maan, maar bil het licht van de sterren waren
de dichtbijzijnde dingen te onderscheiden.
Het kiezelpad door den moestuin was vrij dui
delijk zichtbaar en Mapleton kon een men-
schelijke gedaante waarnemen, die zich voort
bewoog in de richting van het schuurtje. Hij
wachtte tot hij duidelijk kon zien, dat het de
gestalte van een vrouw was, die een shawl
over haar hoofd had geslagen en toen ging
hij meesmuilend het gebouwtje binnen en
verdween in de duisternis.
Vermist.
Bij de keeten op de rots stond John Budge
en liet zijn critischen blik gaan over een van
de geweldige vrachtauto's, die opgeladen
stond, schijnbaar met marmerblokken. Sedert
het ongeluk van onlangs, werd verdubbelde
zorg besteed aan het laden en geen enkele
auto mocht het terrein verlaten, voordat deze
door den opzichter was geïnspecteerd.
In orde, Dick, zeide Budge eindelijk tegen
den bestuurder, die reeds met zijn hand aan
het sturrad zat.
Maar de man aarzelde.
Voor we weggaan, mijnheer, wendde hij
zich tot den opzichter zou ik u wel iets
willen vertellen. Zelfs al zou u me uitlachen,
voegde hij er zenuwachtig aan toe.
Zeur niet en kom er mee voor den dag,
zei Budge ruw.
Ik was in schacht no. 4 om deze lading
klaar te maken, zei de man, die Cooper heette,
en ik zou durven zweren, dat ik daar een
vrouw hoorde gillen, 't Was even voor eenen,
net toen ik klaar was en wegging.
Onzin, je hebt staan droomen. Hoe kan
er nu een vrouw in een van de schachten
komen? snauwde de opzichter.
Dat heb ik zelf ook gedacht, stemde
Cooper toe, maar het geluid, al klonk het
gedempt, was positief dat van een vrouw en
kwam niet ver weg.
Als het werkelijk een vrouw was, dan
moet ze aan het strand zijn geweest of in een
boot en het geluid moet door de opening in
de rots zijn gekomen, zei Budge. maar het
is veel waarschijnlijker, dat het een zeemeeuw
is geweest. Die kunnen soms zoo akelig
schreeuwen, misschien is er storm op til. In
ieder geval kan ze onmogelijk in een van de
schachten zijn geweest. En nu, maak dat je
wegkomt!
De opzichter keek het voertuig na, terwijl
het door de poort wegreed en toen het uit het
gezicht verdwenen was sloot hij de zware
deuren. Het was een prachtige zomermorgen,
de zon straalde aan een wolkenloozen hemel
en de blauwe zee glinsterde, zacht bewogen
door een koeltje. Op zijn horloge kijkend, zag
hij dat het zeven uur was.
Martha's theewater zal wel aan de kook
zijn, mompelde hij. Ik kon best even naar
haar toegaan en zien een lekker bakje thee
machtig te worden.
Budge, schoon niet zoo heel jong meer, was
nog vrijgezel. Sedert zijn aanstelling als op
zichter van de groeven, had hij in een van
de keeten geleefd en met een ijzeren hand
de tucht gehandhaafd onder de andere man
nen. Maar vóór de herleving van de „marmer
industrie" was hij jachtopziener geweest op
de Abby, evenals zijn vader het eens bij den
ouden Lord Purbeck geweest was. Trouw aan
de familie Purbeck was hem van jongsaf aan
bijgebracht en hij genoot het volle vertrouwen
van zijn meester. Een ander misschien iets
minder diep gevoel in z'n harde, schuwe na
tuur, was zijn bewondering voor Martha Callo
way. Ze waren samen opgegroeid in het kleine
dorp achter de Abby en ofschoon hij in vroe
ger jaren het veld had moeten ruimen voor een
beminlijker mededinger, zonder ooit veel van
zijn gevoel te hebben laten blijken, was hij
haar in zijn hart trouw gebleven. En nu had
de heropening van de groeven hem in nauwer
contact met de knappe weduwe gebracht, van
wie hij altijd had gehouden en die misschien
zijn vrouw zou zijn geworden, als hü een beetje
doortastender was geweest op het psycholo
gische moment.
Zijn nieuwe betrekking had hem genood
zaakt zijn huisje te verlaten en in de keeten
op de rots, vlak achter Martha's huisje te gaan
wonen. Eerst hadden ze elkaar toevallig ont
moet, 'later waren die ontmoetingen regel ge
worden. Een kopje thee vroeg in den morgen,
tegen den tyd van het ontbijt, was zoo lang
zamerhand een gewoonte geworden. Een ver- 1
dere band tusschen hen vormde het feit, dat
zoowel Martha als haar dochter Bessie het
geheim van de werkzaamheden in de groeve
kenden. Martha, de weduwe van den tuinman
van de Abby, was even verknocht aan de
familie Purbeck als John Budge zelf en Bessie
zou voor Lady Madge door het vuur zijn ge
gaan. Om deze redenen had Lord Purbeck het
verstandiger geoordeeld, om, teneinde gissin
gen en praatjes te voorkomen, hun de waar
heid te vertellen.
Het was dus geen ongewoon verschijnsel, dat
Budge het pad over de rots insloeg naar d«
achterdeur van Martha's huisje. Toen hij over
het kleine paadje liep, zag hij met voldoening
een blauwe rookwolk uit den schoorsteen op
stijgen en hij wist, dat hij niet lang meer
een warmen dronk zou behoeven te wachten.
Martha en Bessie waren 's morgens altijd al
vroeg in de weer. Hij was er bijna zeker van,
dat hij Martha in de keuken zou vinden bezig
met het ontbijt voor haar huurders en Bessie
in de kamers aan het stoffen zou zijn.
Toen hij echter dicht bij het huisje was,
voorbij de vlierstruiken, bemerkte hij, dat de
dingen dien morgen anders waren dan ge
woonlijk. Martha stond bij de achterdeur,
haar hand boven haar oogen voor het scherpe
zonlicht en riep Bessie, terwijl ze naar de
rotshelling tuurde. Zoodra ze Budge zag, kwam
ze haastig op hem toe.
Goedenmorgen John, heb jij Bessie ook
ergens gezien? Waar kan dat kind toch zit
ten? Ik dacht, dat ze bezig was met tafeldek
ken in de kamer van meneer Mapleton, maar
toen ik haar een kop thee ging brengen, was ze
nergens te vinden!
Misschien heeft ze zich verslapen, meende
Budge en is ze nog niet op.
Ik heb in haar kamertje gekeken, toen
ik naar beneden kwam, maar ze was er niet.
Was ze wel naar bed geweest? was d*
nuchtere vraag.
Wordt vervolgd).
Op de Jaarbeurs te Keulen
is ook Nederland officieel ver
tegenwoordigd. Een kijkje
in een der stands
De dierencollectie van wijlen den heer Blauw te
Den Haag is op het Nationaal Dierenpark te
Wassenaar aangekomen. Een Zuid Amerikaansche
hoender-koet, welke deel uitmaakt van het gezel
schap
Van de Dambrug in den Leidsche weg te Utrecht,
die wordt afgebroken, stortte Woensdag de bascule omlaag,
waarbij een der drijvende bokken getroffen werd en de zich
daarop bevindende vrouw werd gewond
De minister van Defensie, dr. J. J. C.
zoek aan het Koninklijk Instituut voor
de adelborsten inspecteerde,
van Dijk, bracht Woensdag een be
de Marine te Willemsoord, waar hij
die voor hem defileerden