A Medestrijder, doch steen des aanstoots President Lebrun Oplichting op zeer groote schaal. v Engelands veranderde houding. Vorming van twee vijandige blokken niet beoogd. Dalende werkloosheid V R IJ D X G 24 MÏART 1939 HAAREEM'S DAGBEXD 8 Een vredespoging van Roosevelt en een portret van Lewis. (Van onzen correspondent te New York). OK de felste tegenstanders van pre sident Roosevelt zullen niet ontken nen, dat de eerste burger der Ver' eenigde Staten minstens even hard werkt en minstens evenveel aanpakt als welke andere burger ook. Of zijn werk goed is en zijn aanpakken juist, staat aan den niet-Amerikanen, dunkt mij, niet ter beoor deeling. En zelfs wanneer dat wel hetgeval ware, wie zich aan een oordeelvelling durft wagen moet heel wat in zijn mars en veel bru taliteit hebben in zijn hart. Het is niet moge lijk alle stroomingen, klassen, standen soor ten, inzichten en beginselen in een land te bevredigen en eraan tegemoet te komen. Daarvoor zijn al deze belangen dikwijls te fel tegenstrijdig aan elkaar. Daarvoor zijn de menschen te verschillend van aard en inzicht van opvoeding en milieu. Hoe dit ook zij: president Roosevelt is een zeldzaam hard werker. En hij neemt vele en stoute initiatieven. Een daarvan is zijn recente poging om de beide groote werknemers organisaties in zijn land met elkaar in vrede te doen leven. Deze beide organisaties, of liever: vakbonden, zijn: de American Fede ration of Labor (in de wandeling genaamd A. F. L.) en de C. J. O. De groote man van de C. J. O. is John L. Lewis. Zijn „twee mannen" zijn Philip Murray van de metaalbewerkers en Sidnay Hillmann van de textielarbeiders. De groote mannen van de A.F.L. zijn Matthew Woll (van de foto-chemische werknemers), Thomas A. Rickert van de voerlieden en chauffeurs-organisatie, Harry Bates van de metselaars en voorzitter Green. Ik noem hier zes namen, omdat deze wellicht in de komende tijden nogal eens in de krant zullen komen. Deze zes mannen immers zullen wellicht trachten op Roosevelt's initiatief elkaar de hand te reiken. Vóór ik van deze belangrijke poging, die heel Amerika verrast heeft, de kansen zal trachten te overwegen zij nu nog gezegd dat beide organisaties ongeveer 4 mil- lioen leden hebben. En dat dit ledental sa mengevoegd nog maar 80 procent is'van het aantal Werkloozen in de Vereenigde Sta ten, De twee bonden voeren nu al drie jaar oorlog met elkaar. Uit te leggen waarom deze strijd ontbrand is zou mij weer te ver voeren. Met een tamelijk algemeen, doch hartig Hol- landsch woord kan gezegd worden dat C. J. O. en A. F. L. in elkanders vaarwater zaten, of liever: dat ieder het den ander verweet en dat ieder het verwijt van den ander veront waardigd van zich afwees. Voor wie uit Ne derland komt is het bestaan van verschillen de vakvereeniglngen niet zoo dwaas. In de Vereenigde Staten is de toestand anders, om dat in zulke dingen, noch in zaken van poli tiek scheidingslijnen naar den 'Godsdienst bestaan en omdat er bovendien (of: daardoor tevens) niet zooveel politieke groepeeringen zijn. Het feit dat er twee groote vakverbonden bestaan is voor Amerikaansche begrippen eigenlijk iets onnatuurlijks. Maar de hinder palen voor den vrede zijn groot in aantal en hoe langer de strijd duurt, hoe meer er bij komen. Er is al eens eerder een vredescon ferentie gehouden. In 1937 leidde zulk een conferentie tot nog feller tegengesteldheid. Een averechtsch resultaat werd er door ver- kregen. Dat Roosevelt, die het voor een groot deel van den arbeider en den Middenstander moet hebben, bij de ten uitvoerlegging van zijn politieke initiatieven, met leede oogen ziet dat er in dit deel van zijn aanhang twee dracht heerscht, laat zich begrijpen. Door eendracht groeit, de zaak. En tweedracht is spekje naar het bekje van zijn tegenstanders. Naar men van bevoegde zijden zooal te hooren krijgt is in de kringen der leden van beide organisaties de wil om de handen ineen te leggen aanwezig. Zij wordt zelfs groot en levendig geacht. Men voelt daar dat het geen kleinigheid is, dat Roosevelt als het ware zijn prestige inzet voor de eenheid en de vriend schap. Maar dezelfde kenners van deze Ame rikaansche materie verzekeren ook dat het niettemin niet gemakkelijk zal vallen Roose velt's wensch metterdaad te verwezenlijken, omdat in wezen de strijd, die hier gestreden wordt, er een is tusschen de leiders, tusschen „de officieren aan den top van de hiërarchie", zooals ik dat kenschetsend zag uitgedrukt. Deze strijd is er een om he„t leiderschap van den georganiseerden arbeid. Daar zit de kern. En die is niet gemakkelijk te verwijderen. Nu denke men vooral niet aan een, gelijk het den laatsten tijd genoemd wordt, bonzen- strijd. Want deze personen begeeren het leiderschap niet uit persoonlijke bevrediging- van eerzucht, noch om het „baantje", maar het gaat hier om een kwestie van persoonlijk temperament. Om temperament dat immers voor een groot gedeelte, de strijdtactiek be paalt. John L. Lewis, de groote man van de C.J.O. is geen gemakkelijk mensch. U behoeft zijn vleezigen energieken kop met de nogal ver warde haren maar te zien om daarvan over tuigd te zijn. De Nederlander, die hem hoort spreken of hem in actie ziet, haalt zich Haten's caricatuur van Kuyper den Geweldige voor den geest. Hij heeft het ietwat logge van Jouhaux en het taaie, terrier-achtige van Vor- rïnk. Hij vecht zooals zijn portrettist-met-de- pen Louis Stark het kort en krachtig zegt: voor zijn Bond en voor zijn eigen macht en ondertusschen strijd hij op nog andere fronten. Dat portret is meesterlijk getee- kend. Stark zegt terecht dat tegenwoordig (en hij voegt daar aan toe: „natuurlijk") ar beidersleiders van elkaar verschillen zoowel in hun uiterlijke verschijning als in hun denk beelden. Het meest voorkomende Amerikaan sche type is dat van een jongeman, die meent een heilige zending te vervullen: den bouw van een hecht huis van den arbeid op de grondvesten van de eensgezindheid der ar beiders. De ouderen zijn anders. Wat men in Nederland zou noemen: burgerlijker, meer gezeten, rustiger en, in hun soort „arrivé", Lewis, die een zeer strijdbaar man is. be hoort meer tot het eerste dan tot het laatste type in zijn uiterlijk, maar niet in zijn sentiment. Hij vereenigt in zijn persoon hoe danigheden van den zelfverloochenenden idea list, den toegeeflijken vader, den dictator, den generaal en den slimmen zakenman. De orga nisatie de eerste eisch die hij aan zijn volgelingen stelt beteekent ook: trouw aan den persoon van den organisatie-leider. Hij vecht als een bulldog. Hij is vasthoudend. Hij is ook in dezen zin vasthoudend dat hij in zijn kader en in het kader van den strijd der arbeiders, conservatief is. Nieuwe ideeën noemt hij „panacées". Hij heeft er bij voor baat geen vertrouwen in. Schema's, die hem voorgelegd worden, vertrouwd hij niet voor hij ze voorzichtig heeft bekeken en terdege heeft getoetst aan de werkelijkheid. Naar bui ten is zijn revolutionnair sentiment heviger dan dat van. zijn tegenstanders, naar binnen heeft zijn revolutionariteit den smaak der oudbakkenheid. Wij zien dit verschijnsel overal. Arbeidersleiders als hij, zijn ouder, be dachtzamer, burgerlijker in hun uiterlijk en in hun uiterlijke manieren dan de jongeren. Niettemin zijn zij het dikwijls juist die het heftigst en het hoogst ageeren en re-ageeren. De man uit het andere kamp meent beter te kunnen „praten" met zoo'n anders-dan-hij- levende en eruit-ziende jongere, dan met den in zijn voorkomen zoo rustige oudere. De flambard moge plaats gemaakt hebben voor den bolhoed, onder dien 'hoed leven oudere, andere, in-het-revolutionaire-conservatiever ideeën dan onder de hoedlooze haren van den jongere. Ik wil hier niet generaliseeren. Maar er zijn er zoo. En op dit portret van den oudere lijkt John L. Lewis die als alle georganiseerde ar beiders, tot welken van de beide groote bon den zij ook behooren, in zake van de New- Deal, van de activistische buitenlandsche po litiek en van andere typisch-Rooseveltsche ideologieën, de medestrijder van den Presi dent der Vereenigde Staten is, doch in feite en wellicht onopzettelijk zijn tegenstander in het bereiken van den vrede tusschen de ar beiders. De hamer, die een wig drijft in het blok van den georganiseerden arbeid. De wig, die een steen des aanstoots is voor den voet van den Vredesengel. Een steen des aan stoots, waarover vriend en medestander Franklin Delano Roosevelt misschien wel eens zou kunnen struikelen. Mr. E. ELI AS. U en Uw rheumatiek liggen samen onder één deken. Wanneer U onder de dekens kruipt, blijft Uw rheumatiek niet aan Uw bed staan, al hebt U er 4, 5 of 6. Dacht U nu werkelijk ajleen met een groot aantal dekens Uw rheumatische pijnen te kunnen verdrijven? U als leek weet niet beter. U denkt: ...Warmte zal mij goed doen." Maar bij de minste afkoeling' is de pijn er weer met verdubbelde hevigheid en te meer, omdat rheumatieklijders door de bij rheumatische aandoeningen optredende sto ringen in de huidfunctie, extra gevoelig zijn voor koude, tocht en vocht. Pak de koe bij de horens en gebruik niet langer lapmiddelen! Ge moet de oorzaak bestrijden en die ligt in een overmaat van urinezuur in het lichaam. Wat ge noodig hebt is een bloedzuiverende kuur met Kruschen Salts, dat het urinezuur radicaal doet verdwijnen door aansporende werking op lever, nieren en ingewanden. Kru schen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten a f 0.40, f 0.75 en f 1.60 (extra groot pak). (Adv. Ingez. Med.) Premie op oorlogsrisico voor vrachtverschepingen verhoogd. De Londensche assuradeurs hebben, naar Reuter meldt, een circulaire uitgegeven, waarin bekend gemaakt wordt, dat de minimumpremies op oorlogsrisico voor vrachtverschepin gen in verband met de tegenwoor dige internationale spanning, ver hoogd worden. De verhoogde tarieven zijn reeds heden van toepassing. De verzekeringstarieven voor reizen van en naar de Oostzee zijn ver hoogd tot ten shillings percent. De ver schepingen van Engeland of het vasteland naar buiten zijn onderhevig aan een tarief van ten shillings percent en reizen naar En geland aan een tarief van 12 shillings 6 pence percent. Het tarief voor verschepingen naai de Vereenigde Staten of Canada bedraagt een halfcrown percent en in omgekeerde richting 5 shillings percent. bezoekf Westminster Hall. Alleen bij den vak-opticien, in een gesorteerde speciaal brillen-zaak kunt U uit honderden brillen Uw keuze doen. Voor den juisten pas vorm zorgen wij. OPTICIENS ENDENBURG, RIJKSSTRAATWEG nummer 12. (Adv. Ingez. Med.) Londen 's koudste gebouw was voor deze gelegenheid verwarmd. Krans op het graf van den onbekenden soldaat. Ter gelgenheid van het bezoek van den Franschen president Lebrun was gisteren het koudste gebouw van Londen, de Westminster Hall, dat nooit verwarmd is, zelfs niet voor be zoeken van koningen en andere leden van de Koninklijke familie, ver warmd. Gedurende drie weken hebben monteurs gewerkt om de verwar mingsinstallatie aan te brengen. Reeds lang voor de aankomst van den pre sident en zijn echtgenoote kwamen de leden van Hooger- en Lagerhuis met hun dames aan. De leden van het Hoogerhuis namen ter linkerzijde plaats, de leden van het Lager huis aan de rechterzijde. Klokslag elf uur arriveerde de president. Buiten het gebouw werd de president luide toegejuicht door de vele belangstellenden, die zich hier hadden verzameld. Toen de president de zaal binnentrad, stonden alle aanwezigen onmiddellijk op en riepen „Vive le president' „Vive la France" waarna de Marseillaise werd gezongen. Bij het vertrek van de Fransche gasten werd wederom de Marseillaise gezongen ge> volgd door het Britsche volkslied. Na de beide Huizen van het Parlement te hebben bezichtigd, legde president Lebrun nog een krans op het graf van den Onbeken den Soldaat in Westminster Abbey, waarna hij zich naar Windsor begaf waar hij met den koning en de koningin de lunch gebruikte. Voor het vertrek uit Windsor Castle heeft president Lebrun kennis genomen van een welkomstgroet, voorgelezen door den burge meester van Windsor, mevrouwCarterey Ca rey. De president antwoordde met een korte toespraak. De heer en mevrouw Lebrun begaven zich daarna, toegejuicht door de bevolking van Windsor, naar Londen. Zij trokken zich direct in hun apartementen terug en reden tegen vijf uur naar de National Gallery. Zij werden er ontvangen door Britsch-Fransche vriend schapsv er eenigingen De heer en mevrouw Lebrun hebben ook een bezoek gebracht aan Downingstreet, waar zij door minister-president en mevrouw Cham berlain werden ontvangen. Het diner op het Foreign Office, waar de ko ning, de koningin, de pers en de leden der re geering aanwezig waren, evenals vertegenwoor digers van de defensiediensten, werd gehouden in de beroemde Locarnozaal, waar de Fransche en Britsche bezoekers zoo vaak tezamen beraad slaagd hebben over de problemen van het na- 'oorlogsche Europa. Vliegramp bij Port Arthur. Twaalf dooden? TOKIO, 24 Maart. Een vliegtuig, ko mende uit Tientsin, is bij Port Arthur in zee gestort. Dit bericht wordt hier uit Dairen ontvangen en men vreest daar, dat negen passagiers en drie le den van de bemanning omgekomen zijn. (Nnited Press). Landbouw-expert gearresteerd. Wegens oplichting op groote schaal heeft de Groningsclie justitie aan gehouden zekeren W. J. B., landbouw- expert, wonende te Haren. H. heeft schromelijk misbruik van vertrouwen gemaakt en enkele slacht offers groote verliezen toegebracht. Aan deze oplichting zou nog een tweede ingezetene van Haren schuldig zijn. B. is in voorloopige hechtenis gesteld. Het onderzoek in deze zaak is nog gaande. t -■ r .«-ïi PW I 1 iVJrflf Het pantserscliip „Deutschland'waarmede Adolf Hitler de reis naar het Memelgebied maakte. Zijn belangen in Roemenië. Het streven naar een „verdedigend verbond". LONDEN, Maart De echte of vermeende bedreiging door Duitschland van het grondgebied van Roe menië, waarvan het bestaan aan het einde van de vorige week werd aangenomen gaf den doorslag in de radicale verandering in het buitenlandsch beleid van Groot Brittan- nië. Hoewel men heden nog wacht op de offi- cieele verklaring, welke van die verandering zal getuigen, is genoeg bekend over de oog merken van de diplomatieke activiteit in Lon den van de laatste dagen en van de inzichten van het Foreign Office (nu weer eens van meer belang dan die van Downing Street; om te kunnen verwachten, dat ze de basis zal aangeven van juist die buitenianasche poli tiek, waarvoor de Oppositie hier altijd heeft geijverd. Dat is met recht een ommekeer; en deze heeft zich voltrokken binnen een etmaal. Toen de vorige week Woensdag de Duitsche troepen in Praag waren aangekomen was elke gedachte aan een nieuw stelsel van collectieve veiligheid ver van elk regeeringsbrein. Den avond van dien dag werd de overrompeling van Tsjecho-Slowakije in het Lagerhuis be sproken en Sir John Simon, die het laatste woord had voor de regeering, hield het oude verzet tegen onvoorwaardelijke verbintenissen op het vasteland vol en wilde dat kon uit zijn woorden worden afgeleid niets weten van een poging tot stichting van een verdedi gend verbond in Europa tegen Duitschland. Die opvatting hield het officieel uit tot Zater dag; want ook in de rede van Chamberlain van Vrijdagavond werd al werd de verzoe ningspolitiek prijsgegeven alsnog niet aan gekondigd wat er precies voor in de plaats zou komen. Dat werd Maandag door Lord Halifax in het Hoogerhuis aangekondigd en hij ge bruikte de veel misprezen woorden „collectie ve veiligheid". De vrees voor hetgeen Roeme nië te wachten stond gewekt door recht- streeksche mededeelingen van Boekarest aan Londen had dit politiek phenomeen be werkt. De zaak is dat Engeland's belang gemoeid wordt geacht met het lot van Roemenië. Ook Rusland en de Oost- en Zuidoost-Europeesche landen weten dat. Ze zijn daarom zeer om zichtig in hun houding tegenover dit door Engeland verlangde verdedigend verbond of nieuwe stelsel van collectieve veiligheid, sa mengesteld uit de landen die zich door Duitschland bedreigd voelen en die in de Engelsche pers worden beschreven als vrede lievende landen. Voor het slagen van dit plan der Engelsche regeering is het noodzakelijk dat Engeland niet alleen zeer nauwkeurig aangeeft wat de militaire verplichtingen zijn. die het tot steun van het verbond op zich wil nemen, maar dat het tevens alle concrete maatregelen neemt die noodig zijn om de aan gegane verbintenissen te kunnen nakomen zoodra de toestand rijst waarin dit moet ge beuren. Men moet nog afwachten of Engeland de landen, die het in dit uur van gevaar als bondgenooten wenscht, de verlangende over tuiging op dit punt kan verschaffen. Zij die in dit land ijveren voor algemeenen dienst plicht meenen dat de invoering van dezen maatregel belangrijk zou helpen de verlangde overtuiging te doen postvatten. De bedreiging voor Roemenië schijnt niet zoo dichtbij te zijn als aanvankelijk werd ver moed. Maar ze blijft bestaan en zoo lang ze niet geweken is moet Engeland zich blijven beijveren om de bedreiging af te wenden. Want de bedreiging van Roemenië wordt ge zien als een bedreiging van de Britsche zee macht. Als Duitschland aan de Zwarte Zee Is zal het spoedig aan dien kant van de Mid- dellandsche Zee zijn en zullen de Britsche be langen in het Naburig Oosten, Egypte en de Britsche verbindingen naar de Oost, worden bedreigd. Het besef hiervan zit achter de energieke Engelsche pogingen, de vereenigde krachten van Rusland, Polen, Joego-Slavië, Grieken land en Turkije te mobiliseeren om een ver der Duitsch doordringen in Zuidoost-Europa Ochtend-Patrouille. REMBRANDT liet een vliegtuig vliegen! Alleen REMBRANDT kan dat doen 't Was de groote introductie Van DE film van dit seizoen ERROL FLYNN en BASIL RATHSONE, Wachten heden Uw bezoek; Patrouilleeren 's middags, 's avonds, Op het REMBRANDT-witte doek DICK MAES. (Adv. Ingez. Med.) VEILINGEN. Donderdagavond werden in hel Notarishuis geveild: No. 1. Woonhuis, Aelbertsbergstraat 13 te Haarlem. Kooper H. A. Dingboom q.q. f 3300. No. 2. Villa „De Korenbloem", Zandvoortsche weg 33 te Aerdenhout. Opgehouden op f 16.900. No. 3. Twee pakhuizen met bovenwoningen, Dijkstraat 2 en 4 te Haarlem. Opgehouden op 6700. No. 4. Huis, Spaarne 92 te Haarlem. Opge houden op f 5400. No. 5 en 6. Perceel bouw- en boschgrond aan den Midden Duin en Daalschenweg te Bioemen- daal, groot 5884 M2. en de villa „Die Clinghe" met tuinmanswoning aan den Hoogen Duin en Daaalschen weg. Opgehouden op l' 40.005. No. 7. Huis met 2 bovenwoningen, Vondelweg 2 en 4 te Haarlem. Kooper A. G. v. d. Poll q.q. f9350. No. 8. 14 huizen elk met twee bovenwoningen aan den Vondelweg te Haarlem. Alle opgehou den, no. 6 en 8 op f 8500, no. 10 en 12 op f 8900. no. 14 en 16 op f 8300, no. 18 en 20 op f 8100, no. 22 en 24 op f 8100, no. 26 en 28 op f 8100 en 30 en 32 op f 8600. No. 15. Idem no. 34 en 36, Kooper J. Bongers voor f 8400. No. 16. Idem no. 38 en 40. Kooper A. G. v. d. Poll q.q. £8000. No. 17. Huis, Ged. Raamgracht 16 te Haarlem. Kooper H. A. Dingboom q.q. 3845. 18 en 19. Woonhuizen Saenredamstraat 92 en Kooper H. A. Dingboom q.q. £5180. No. 20. Woon- en winkelhuis met bovenwo ning Kleverlaan 60. Kooper P. I-I. Meyer f 11,200. No. 21. 3168 M2. grond aan de Vinkebaan te Santpoort. Kooper P. Onrust q.q f 8000. No. 22 en 23. Huis, ingericht tot wasscherij. Oranjestraat 4 te Haarlem en woonhuis Oranje straat 6. Kooper D. Koel q.q. f 6100. No. 24. Woonhuis, Floraplein 5 te Haarlem Opgehouden op f 5000. Woonhuis, Maraisstraat 18, Haarlem. Koop per H. A. Dingboom q.q. f 3550. No. 26. Woonhuis, Iordensstraat 34 te Haar lem. Kooper J. D. Philippo f5000. tegen te gaan. Zelfs indien dat zou slagen is men er hier nog geenszins zeker van, dat Duitschland zich zou laten tegenhouden. V/el, neemt men aan, zou er een oorlog uitbreken die Duitschland op den duur zou kunnen af matten en zoo het streven naar een onbetwiste en onbetwistbare heerschappij over Europa (dat men hier aan Duitschland toeschrijft) doen mislukken. Men hoort hier ook de opvatting verkondi gen dat Duitschland zich niet tot zulk een af- inattenden oorlog in Oost-Europa zal laten verleiden. Zij die dit meenen zien hun gevoe lens vertolkt in een ingezonden stuk van Lord Lothian in de Times. Daarin wordt be toogd dat het grootste gevaar blijft aan de Fransch-Duitsche grens. Als Frankrijk over wonnen of geneutraliseerd wordt begint niet alleen het vooruitzicht van Europeesche maar van wereldoverheersching te verschijnen. De voorziening in reserves voor de Maginot-linie (blijkbaar Britsche reserves, te verkrijgen door de invoering van algemeenen dienst plicht) tot steun van de Fransche landstrijd krachten is naar het oordeel van Lord Lothian dringender dan de organisatie van een verde digend verbond tegen agressie. Britsche regeering moet zich echter tegen de pressie- politiekverzetten. „Geen bezwaar tegen redelijke pogingen tot uit breiding van Duitschen export". In het Engelsche Lagerhuis heoft minister president Chamberlain gisteren verklaard: „De regeering heeft reeds uiteengezet, dat de jong ste actie van de Duitsche regeering de vraag heeft doen rijzen, of die regeering niet door op eenvolgende daden wil trachten Europa te over- heerschen en misschien zelfs nog verder te gaan. Indien deze uitlegging van de bedoelingen der Duitsche regeering zou blijken juist te zijn, dan acht de Britsche regeering zich verplicht te verklaren, dat een dergelijk optreden, zooals ook in het verleden is gebeurd, den succesvollen te genstand van Engeland en andere landen, die prijs stellen op hun vrijheid, tot gevolg zal heb ben. Ik kan nog geen mededeelingen doen over de beraadslagingen, die met andere regeeringen gehouden zijn in verband met de jongste ont wikkeling". Ik wensch duidelijk te maken, aldus vervolgde Chamberlain, dat bij de re geering van Groot-Brittannië geenszins de wensch bestaat redelijke pogingen van de zijde van Duitschland zijn uit voerhandel uit te breiden, in den weg te staan. Evenmin is deze regeering er op be lust in Europa twee tegenover elkander staande blokken van landen met ver schillende opvattingen over de vormen van hun interne bestuur in het leven te roepen. Onze zorg hier betreft het voorstel, dat wij ons niet kunnen onderwerpen aan een proce dure, op grond waarvan onafhankelijke landen onderhevig zijn aan een zoodanige pressie, on der dreiging met geweld, dat zij er toe verplicht worden hun onafhankelijkheid prijs te geven en wij zijn vastbesloten met alle middelen, waar over wij beschikken, indien pogingen zouden worden gedaan een dergelijke procedure in werking te stellen, ons daartegen te verzetten. Chamberlain deelde mede, dat de minister van Financiën op Dinsdag 25 April de begroo ting zal indienen. In antwoor dop de door een conservatief La gerhuislid gestelde vraag, of hij ten einde de Duitsche agressie in Europa te beantwoorden, overleg wil plegen met de regeeringen van Frankrijk, België, Australië en Zuid-Afrika, met het oog op een inlijving onderscheidenlijk bij de koloniale rijken van Frankrijk, België en Groot- Brittannië, van vroeger Duitsch koloniaal bezit, dat thans onder mandaat staat van deze landen en Groot-Brittannië, zeide Chamberlain: Neen, ik geloof niet, dat het voorstel van Beit de uit werking zou hebben, welke hij er zich van voor stelt. De directeur van den Rijksdienst der Werk loosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling deelt mede, dat blijkens doca- het Centraal Bureau voor de Statistiek verstrekte voor loopige gegevens in de week 6 t.m. 11 Maart 1939 bij gesubsidieerde vereenigingen met werkloozenkas waren aangesloten 577.538 per sonen (waaronder 75.702 landarbeiders). Van de 501.836 verzekerden, buiten de land arbeiders, was het werkloosheidspercentage 22.8 (in de vorige verslagweek, 20 t.m. 25 Februari 1939, was dit percentage 24.6). Van de 577.538 verzekerden, met inbegrip van de landarbeiders, was het werkloosheids percentage 21.9 (vorige verslagweek 23.8). In de overeenkomstige verslagweek van Maart was het werkloosheidspercentage voor alle verzekerden in de laatste jaren als volgt (tusschen haakjes zijn vermeld de percen tages, indien de landarbeiders buiten beschou wing wca'den gelaten) 1932 26.5 (25.0) 1933 30.3 (30.7) 1934 25.4 27.0) 1935 30.6 (33.0) 1936 32.0 (34.1) 1937 29.6 (30.6) 1938 25.8 (27.1) 1939 21.9 (22.8) Men zou tot 1931 terug moeten gaan om in dezen tijd van het jaar een lager werk loosheidspercentage aan te treffen dan het het thans bereikte. Op 11 Maart 1939 waren bij de organen der •>penbarfe arbeidsbemiddeling ingescheven 78.407 werkzoekenden, waarvan er 360.731 werkloos waren (n.l. 346.462 mannen en 14.269 vrouwen)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 10