Het Derde Rijk betreedt nieuwe
financiëele wegen.
De Italiaansche nota van 1 7 December 1938
Chamberlain kondigt verdubbeling van
het Britsehe territoriale leger aan.
Minister Funk's plannen met de belastingbons.
Hoe groot zijn thans de
tekorten?
DONDERDAG 30 MAART 1939
HSA'REEM'S DAGBEAD
8
En wat Frankrijk daarop antwoordde.
In den tekst der Italiaansche nota van 17
December 1938, door Ciano aan Francois
Poncet, den Franschen ambassadeur te Rome
overhandigd, wordt gezegd:
De Italiaansch-Fransche overeenkomsten
van 7 Januari 1935 zijn, zooals Uwe Excellen
tie weet. geconstitueerd in een verdrag inzake
de regeling der wederzijdsche belangen in
Afrika en in een aantal acten, welke er nauw
mede verbonden zijn.
Artikel zeven van het verdrag bepaalt, dat
dit zal worden geratificeerd en dat zijn van
kracht wording onderhevig zal zijn aan een
uitwisseling van ratificaties.
Deze uitwisseling is evenwel nimmer ge
schied.
Men is wel direct na de onderteekening
overgegaan tot voorbereidende constitution-
neele proceduren voor de ratificatie doch
deze werd nimmer verwezenlijkt. Men is nooit
zelfs overgegaan tot onderhandelingen over
een stipulatie van een speciale conventie in
zake Tunis, welke conventie volgens artikel
I van het verdrag op denzelfden dag als het
verdrag van kracht zou worden.
Het Italiaansch-Fransche verdrag tot rege
ling der wederzijdsche betrekkingen in Ame
rika werd dus nimmer geheel afgemaakt.
Behalve deze feiten van juridischen aard
moet dus ook rekening worden gehouden met
het feit, dat het verdrag, evenals de andere
acten gesloten zijn op basis van zeer nauw
keurige postulaten en dat deze postulaten
nimmer in de practijk hun bevestiging heb
ben gevonden.
Zooals men weet, beoogden de overeen
komsten van 1935 door middel van een regeling
van een geheelen reeks vraagstukken de
vriendschap tusschen Italië en Frankrijk te
ontwikkelen en tusschen de beide staten be
trekkingen van vertrouwen te vestigen. Zeer
in het bijzonder heeft Italië door de overeen
komsten van 1935 er in toegestemd aanzien
lijke opofferingen te doen zoo ten aanzien
van de Italiaansche rechten in Tunis als met
betrekking tot de rechten, welke vervat zijn
in artikel 13 van het pact van Londen van
1915, waarbij rekening werd gehouden met
een gepast begrip en een overeenkomstige
houding van Frankrijk ten aanzien van de
expansiebehoeften van Italië in Oost-«A.frika.
Welnu, de door Frankrijk aangenomen hou
ding toen Italië door de actie van den negus
werd gedwongen het vraagstuk van zijn be
trekkingen met Abessynië definitief op te
lossen, en ook later was zeker niet in over
eenstemming met zijn bedoeling. Zij was zelfs
volkomen in strijd daarmede. Het zij vol
doende, zonder dat het noodig is hier opnieuw
de verschillende fasen der gebeurtenissen
welke zich sinds 1935 hebben afgespeeld, te
noemen, en naar te verwijzen.
De overeenkomsten van 7 Januari, welke
overigens nooit ten uitvoer werden gebracht,
ontdeden zich op deze wijze van hun inhoud
en kunnen blijkbaar niet ais nog van kracht
worden beschouwd.
Zij zijn zelfs historisch achterhaald.
In haar geheel hebben zij betrekking ge
had op den algemeenen politieken toestand,
welke snel door de gebeurtenissen, welke volg
den op de toepassing der sancties, werden
overstelpt.
De constitutie van het rijk heeft nieuwe
rechten en nieuwe belangen van fundamen-
teele beteekenis geschapen.
Onder deze omstandigheden en in
het belang van hun verbetering zelve
zouden de Italiaansch-Fransche betrekkingen
op dit oogenblik dus niet meer de overeen
komsten van 1935 tot basis kunnen hebben
en juist indien men verbeteringen wil, is het
duidelijk dat deze betrekkingen opnieuw onder
oogen moeten worden gezien bij gemeen ac-
coord tusschen de béide regeeringen.
Het Fransche antwoord.
Op 25 December 1938 overhandigde Fran
cois Poncet aan graaf Ciano het Fransche
antwoord:
De Fransche regeering constateerde het vol
gende
1. De overeenkomsten van 7 Januari 1935,
welke de basis vormden van een regeling, wel
ke geheel verschilde van die welke tusschen
Frankrijk en Italië bestond, en welke ten
doel hadden de ontwikkeling van hun vriend
schappelijke betrekkingen te verzekeren,
werden op 22 en 26 Maart 1935 door het
Fransche parlement met op negen stemmen
na unaniem goedgekeurd. Indien de rati
ficaties niet konden worden uitgewisseld ten
gevolge van een verdaging der vaststelling
van de conventie inzake Tunis, welke aan
deze uitwisseling zou moeten voorafgaan, is
Frankrijk niet'verantwoordelijk voor de waar
deering der omstandigheden, welke Italië er
toe brachten deze verdaging zelve te wen-
schen.
Daarenboven ontvingen de overeenkomsten
van de zijde van Frankrijk zelfs voor hun ra
tificatie, uitsluitend ten voordeele van Italië,
een begin van uitvoering, vooruitloopende op
de ten uitvoerbrenging zijner verplichtingen,
De Fransche regeering verzekerde de cessie
door een Fransche groep van de maatschap
pij welke de concessie bezat van den spoor
weg DjiboetiAddis-Abeba, van 2500 aan-
dcelen dezer maatschappij aan een Italiaan
sche groep.
Van de zijde der Italiaansche vertegen
woordigers zeiven werden de overeenkomsten
van Rome bij de Fransch-Italiaansche on
derhandelingen, welke in 1937 te Parijs wer
den gehouden voor de aanpassing van eco
nomische regelingen voor Oost-Afrika. vol
doende geacht om er herhaaldelijk een be
roep op te doen. En nog onlangs, op 12 Mei
1938 bij een bestudeering met den zaakge
lastigde van Frankrijk van een program van
onderhandelingen, op 22 April 1938 aan de
Italiaansche regeering voorgelegd, heeft uwe
excellentie, bij het maken van eenige for-
meele opmerkingen, geen enkel bezwaar ge
maakt tegen de principieele van krachtverkla
ring der Afrikaansche overeenkomsten van 7
Januari 1935, welke bij de punten 9, 10 en
II van het program werd voorgelegd.
Men preciseerde zelfs, dat het Chigi-paleis
ten aanzien van de Tunisische conventie
geen enkele substantieele wijziging beoogde
in den door de Fransche regeering voorgestel
den tekst, welke tekst den heer Blondel toch
deed opmerken, dat hij ontleend was aan de
overeenkomsten van 1935.
Er stond dus geen enkele politieke overwe
ging. naar de gedachte der Italiaansche re
geering. aan de handhaving der overeenkom
sten in den weg.
2. Er kan nimmer een beroep worden gedaan
op eenige politieke daad der Fransche regee
ring, sinds dien tijd, om een wijziging der
door de Italiaansche regeering gemanifes
teerde maatregelen te rechtvaardigen.
Integendeel. De Fransche regeering heeft
alle initiatieven genomen, welke haar waren
aangeboden als geëigend om de verbetering
der betrekkingen tusschen de beide landen te
vergemakkelijken.
Op 12 Mei 1938 heeft de Fransche regee
ring te Genève het principieele standpunt
aanvaard, dat het zijn vrijheid van handelen
zou verzekeren voor de erkenning der Ita
liaansche souvereiniteit in Abessynië.
Eenige maanden later, op 12 October hééft
zij bij Z.M. den koning van Italië en keizer
van Abessynië een ambassadeur geaccredi
teerd.
3. Wat de door Frankrijk ten aanzien van
de Abbessynische aangelegenheid aangeno
men houding betreft, de Italiaansche regee
ring heeft steeds de algemeene en besten
dige gegevens van de Fransche politiek ge
kend met de internationale verplichtingen,
welke deze meebracht. De Italiaansche regee
ring werd er steeds loyaal en te rechter tijd
door den. leider der Fransche regeering Pierre
Laval, die toenmaals de buitenlandsche poli
tiek van Frankrijk leidde, aan herinnerd.
De Italiaansche regeering weet echter wel
in welken geest deze politiek door de Fran
sche regeering werd gevoerd.
Herhaalde malen heeft Mussolini bij de
ambassade van Frankrijk, gedurende de te
Genève gevoerde procedure, uitdrukking ge
geven aan zijn waardeering over de gema
tigde actie van Frankrijk en de voortdurende
inspanning van de Fransche regeering de
eerbiediging der uit het pact voortvloeiende
verplichtingen, voor zooveel dat mogelijk was.
met de tot standbrenging der Fransch-Ita-
liaansche vriendschap te verzoenen.
MAATREGELEN VOOR DE LANDSVERDE
DIGING IN AUSTRALIë.
CANBERRA 29 Maart (Reuter). Het
Australische kabinet heeft besloten de inschrij
ving op de lijsten voor eventueelen militairen
dienst verplichtend te stellen en zich dus niet
te houden aan het vrijwillig register, dat
minister-president Lyons in een persconferentie
heeft aangekondigd.
Lyons heeft ook aangekondigd, dat de regee
ring van Australië den raad van de Britsehe
luchtvaartmissie, welke op het oogenblik in
Australië vertoeft, heeft aanvaard om te Sydney
en Melbourne fabrieken te bouwen; welke mili
taire vliegtuigen zullen vervaardigen.
DE ACTIE VOOR EEN BRITSCH KABINET
OP BREEDER BASIS.
LONDEN, 29 Maart. (Reuter). Naar aan
leiding van de motie, ingediend door Eden, Duff
Cooper en anderen, is door een aantal aanhan
gers van de regeering het initiatief genomen
voor een amendement op deze motie, waarin
het volledige vertrouwen in de actie van Cham
berlain wordt uitgesproken. Vermoedelijk zal
dit amendement vanavond worden ingediend.
Duitsch advies in liet Hongaarsch-
Siowaaksch conflict.
Leider der Slowaaksche missie naar
Weenen.
In een officieel communiqué wordt
medegedeeld, dat de leider der Slo
waaksche delegatie te Boedapest zich
Woensdag naar Weenen heeft begeven
om „bevoegde kringen in te lichten
over den loop der onderhandelingen
te Boedapest"
Volgens andere Inlichtingen uit
goede bron zou de Slowaaksche regee
ring in een nota aan de Duitsche re
geering raad hebben gevraagd over de
houding, die tegenover de Hongaarsche
eischen moet worden aangenomen. De
regeering zou thans het Duitsche ant
woord afwachten.
Inmiddels duurt de „wapenstil
stand" tusschen Hongarije en Slo
wakije voort.
Volgens inlichtingen uit officieele Slowaak
sche bron zou de grens volgens Hongaarsch
standpunt zoo moeten loopen, dat de Hongaren
den spoorweg, die Polen met Hongarije ver
bindt, zouden kunnen verdedigen. Het opge-
ëischte gebied is 1700 vierkante kilometer
groot en wordt bewoond door 139.000 men-
schen, van wie 34.000 Roethenen zijn.
Volgens inlichtingen van gezaghebbende
zijde stelt de Slowaaksche regeering tegenover
de Hongaarsche eischen de redeneering, dat
de grens is vastgesteld door de grenscommissie
bij de conferentie te Versailles, dat deze grens
door de autonome regeering van Wolosjin er
kend is, dat de Hongaarsche regeering op 16
Maart plechtig verklaard heeft de grenzen
van Oost Slowakije te zullen eerbiedigen, dat.
indien het waar is, dat het Noorden van het
geëischte gebied door Hongaren of Roethenen
bewoond wordt, Slowaken de bewoners van
het Zuidelijk deel zijn, dat, Duitschland garant
is voor de Slowaaksche grenzen.
De Slowaaksche regeering schijnt bereid tot
eenige concessies aan Hongarije, indien zij
overeenkomstige vergoeding krijgt, Slowakije
verlangt in hoofdzaak rectificatie van de
grens ten Zuidoosten van Bratislava.
Elf dooden bij ontploffing te
Herstal.
LUIK, 29 Maart (Belga). Drie personen
die bij de ontploffing te Herstal werden ge
wond. zijn overleden, waardoor het aantal
dooden tot elf is gestegen.
Zal Thahnann worden wij gelaten
In rechterlijke kringen te Berlijn verklaart
men volgens den correspondent van de „Daily
Telegraph" aldaar dat Ernst Thalmann, de
Duitsche communistenleider, die sedert 1933
in de gevangenis vertoeft, binnenkort zal wor
den vrijgelaten, hoewel hij onder toezicht zal
blijven
Sterkte zal op 340.000 man gebracht worden.
In het Lagerhuis heeft Chamberlain gis
teren op de vraag van het Labourlid Bellenger,
of besprekingen gevoerd zijn tusschen Brit
sehe en Fransche ministers tijdens het be
zoek van Lebrun betreffende de invoering
van nationalen dienstplicht. gezegd: De
kwestie is besproken, maar ik kan niet open
baar maken, wat tijdens deze besprekingen
geschied is.
Op de vraag van het liberale lid Mandei-
of de raadzaamheid wordt overwogen van een
toetreding van Engeland tot het Fransch-
Russische pact, heeft Butler namens de re
geering ontkennend geantwoord: Butler
voegde hieraan toe, dat het bedoelde pact een
bilaterale overeenkomst vormt en geen be
palingen behelst betreffende toetreding van
andere mogendheden.
Op verdere vragen betreffende de Rus
sische voorstellen tot het houden van een in
ternationale conferentie gedurende de laatste
vijftien maanden, zeide Butler:
Het eerste voorstel werd gedaan op 17
Maart 1938. Wat dit voorstel aangaat, verwees
Butler naar de verklaring van Chamberlain
van 24 Maart 1938. Het tweede voorstel werd
naar veren gebracht op 18 Maart j.l. en had
betrekking op besprekingen tusschen zekere
staten om te overleggen over de mogelijkheid
van een gemeenschappelijk optreden. In re
cente verklaringen, aldus Butler, is duidelijk
gemaakt, dat de Britsehe regeering in actief
overleg is met andere belanghebbende re
geeringen en dat het verkieslijk i.s op dit
oogenblik met het oog op de recente gebeur
tenissen, om het overleg te plegen langs de
gewone diplomatieke kanalen.
Op de vraag of met het oog op de Duitsche
propaganda, die beweert, dat Duitsche inwo
ners van Pcler. mishandeld worden en gezien
de gevolgen daarvan op den tegenwoordigen
staat van spanning tusschen de beide landen,
de Britsehe regeering zich tot de Poolsche re
geering wilde wenden, en aanbieden om neu
trale waarnemers uit te zenden, antwoordde
Butler, dat een initiatief in een aangelegen
heid van dezen aard bij de Poolsche re
geering moet blijven, die zich niet tot de
Britsehe regeering gewend heeft.
Op de vraag of deze aangelegenheid met
Beek te Londen bsproken zal worden, ant
woordde Butler:* ,,Ik twijfel er niet aan ,dat
vele zaken met hem zullen worden bespro
ken".
Ten aanzien van de handhaving van het
vrijwilligerssysteem en de versterking van
het territoriale leger, luidde de verklaring van
Chamberlain woordelijk:
Het Lagerhuis zal zich herinneren, dat ik
onlangs heb aangekondigd, dat ieder aspect
van ons nationale leven, met inbegrip van de
nationale defensieprogramma's, opnieuw zou
worden bestudeerd.
Tijdens deze bestudeering heeft de regeering
den indruk gekregen, dat het noodzakelijk is
nog meer gebruik te maken van den geest van
vrijwilligen dienst, die in het geheele land aan
den dag treedt. In het bijzonder kan de regee
ring niet toestaan, dat recruten, die zich
aanmelden voor het territoriale leger, afge
wezen worden, omdat de eenheden, waarvoor
zij zich aanmelden reeds boven de normale
sterkte gekomen zijn. Bijgevolg heeft de re
geering den toestand overwogen en is zij tot
de volgende conclusies gekomen:
Het territoriale veldleger, dat thans
op vredessterkte 130.000 man omvat,
zal onmiddellijk op oorlogssterkte
worden gebracht, het geen een aan
vulling met ongeveer 40.000 man met
zich mede zal brengen.
Het territoriale veldleger, dat op de
ze wijze op oorlogssterkte zal zijn ge
bracht, zal verdubbeld worden en der
halve gebracht worden op een sterkte
van 340.000 man.
Het Lagerhuis zal begrijpen, dat deze be
langrijke besluiten een reeks daarvan het ge
volg zijnde besluiten met zich mede brengen
betreffende voorziening in de noodige uitbrei
ding van onderbrengingsmogelijkheid, van het
aantal bevoegde instructeurs, van de uitrus
ting en reserves en van het oorlogspoten
tieel, dat noodig is voor het onderhoud van
de vergroote troepensterkte. De plannen voor
al deze zaken worden uitgewerkt en verdere
inlichtingen zullen van tijd tot tijd worden ge
geven. Men zal begrijpen, dat voorts een veel
grootere krachtsinspanning noodig zal zijn
om de natie de noodzaak duidelijk te maken,
dat in zoo kort mogelijken tijd de man-
schappen-aantallen moeten worden verkre
gen. Ik vertrouw dat alle leden van het La
gerhuis in den een of anderen vorm bereid
zullen zijn hun steun bij dat streven te ver-
leenen".
Het Labourlid Greenwood vroeg Chamber
lain om voor de opleiding voor diensten ge
bruik te maken van een zeer groot aantal
oudere mannen, die misschien niet fit genoeg
meer zouden zijn voor actieven dienst doch
die in den tegenwoordigen tijd gebruikt kun
nen worden. Voorts vroeg hij den premier of
met het oog op de noodige uitrusting voor de
geregelde troepen, die van hel eerste belang
is, actieve en voldoende stappen genomen
zouden worden om den vergrooten territo-
rialen dienst te voorzien van de noodige uit
rusting. Tenslotte zeide hij: „terwijl wij de
omstandigheden betreuren, die dit noodig
hebben gemaakt, juichen wij in de oppositie
de verklaring van Chamberlain toe als een
herhaling van het voornemen der regeering
om het vrijwilligerssysteem te handhaven".
Chamberlain antwoordde hierop: Het ligt
in het voornemen om, gebruik te maken van
de diensten van gepensioneerde officieren,
onderofficieren en soldaten voor instructie
doeleinden. Stappen zullen in goede orde ge
nomen worden voor de uitrusting der territo
riale troepen, zonder inbruik te maken op de
voorziening der uitrusting der geregelde troe
pen".
Voortgaande zeide de premier: „De
veronderstelling van Greenwood is
volkomen juist. Dit vormt het bewijs,
dat wij naar de meening der regeering
nog geenszins uitgeput hebben, wat
bereikt kan worden door den vrijwilli-
gersdienst. Wij geloovcn, dat wij de
mogelijkheid kunnen aantoonen, dat
het vrijwilligerssysteem aan al onze
behoeften kan voldoen".
De leider der liberale oppositie, Sir Archi
bald Sinclair zeide, dat zijn fractie op alle
mogelijke manieren haar stem zou geven.
In antwoord op verdere vragen zeide Cham
berlain; „Een nieuwe, intensieve recrutee-
ringscampagne voor de noodige manschappen
zal noodzakelijk zijn. Het ligt voor de hand,
dat de aankondiging de divisies zal verdubbe
len, die beschikbaar zijn voor overzeeschen
dienst. Er zal een armband worden uitgege
ven voor de territorialen, die zij op hun
burgerkleeding kunnen dragen om te toonen,
dat zij vrijwillig dienst hebben genomen."
De grootste belastingverhooging die
ooit werd ingevoerd.
Onze Berlijnsche correspondent schrijft
d.d, gisteren:
In het Derde Rijk zijn er geen ministers, die
astronomische credieten aanvragen voor de na
tionale bewapening. In het Derde Rijk bestaat
er ook geen parlement, dat die astronomische
credieten voteert en op nog hoogere uitgaven
aandringt. In het Derde Rijk kan men overal le
zen en hooren, welke voorraden oorlogstuig an
dere landen bezitten.
In diezelfde statistieken verschijnt Duitschland
zonder cijfers; alleen de omvang van de oorlogs
vloot wordt niet verheimelijkt. Niettemin twij
felt er niemand aan, of ook het Derde Rijk werkt
met inspanning van al zijn krachten aan de be
wapening. In het dagelijksche leven merkt men
maar al te goed, wat voor offers er geëischt wor
den om in recordtempo een formidabele macht
op de been te brengen.
Improductief en kostbaar
Oorlogstuig is niet alleen het improductiefste
van alle industrieele producten, het is ook het
kostbaarste. Het Duitsche volk ondervindt dat
aan den lijve. Zes jaren lang is er in Duitschland
harder gewerkt dan ooit te voren.
Het volksinkomen steeg met bijna 50 procent
van 45 tot 65 milliard Rijksmark, de belasting
opbrengst nam van 6 milliard in 1933 tot 19
milliard in 1938 met ruim 300 procent toe en des
ondanks is de situatie van de schatkist op haar
minst zoo kritiek als in de eerste na-oorlogsche
jaren, terwijl men zich niet alleen op het gebied
van genotmiddelen, maar ook in zijn voornaamste
levensbehoeften beperkingen op moet leggen,
welke herinneringen oproepen aan den boozen
droom der inflatie.
De vroegere president van de Rijksbank, dr.
Hjalmar Schacht, heeft het klaargespeeld, de
uitgavenpolitiek der nationaal-socialistische re
geering steeds in zooverre te beperken, dat er
voor elke uitgave een dekking aanwezig was; dat
die dekking in de meeste gevallen van uiterst
betrekkelijke om niet te zeggen fictieve waarde
was, kon hij niet helpen. Tenslotte moest hij den
gevolmachtigde van het vierjarenplan. Hermann
Göring, ervan in kennis stellen, dat het zoo niet
langer ging. Men kon niet tot in het oneindige
wissels blijven trekken op een toekomst, die ver
moedelijk alleen maar nog grootere financieele
moeilijkheden met zich mee zal brengen, dan er
thans reeds bestaan.
De pogingen van Schacht.
Geld was er noodig. Chèques, die toch in we
zen uitsluitend gedekt worden door een beetje
hoop op betere tijden en met scherpe waak
zaamheid van de zijde der deviezenpolitie, wa
ren er reeds veel te veel. Schacht wilde de be-
lastingschroeven verder aandraaien. In zijn om
geving werd er gesproken over een korting van
10 pet. van alle vermogens boven de 10.000 mark,
welke korting men hoopte door een goede pro
paganda het karakter te geven van een dankof
fer aan den Führer. Een ander plan behelsde,
dat geen privé-vermogens doch alleen de kapi
talen van bedrijven gekortwiekt zouden worden
en wel met 20 pet. Van beide plannen is niets
terecht gekomen, zeer waarschijnlijk doordat
Hitier elke belastingverhooging in welken vorm
dan ook van de hand meende te moeten wijzen,
waarop Schacht niets anders overbleef dan te
zwichten voor Göring, die de Rijksbank als fi
nancieringsorgaan ondergeschikt wilde malven
aan de leiding van het vierjarenplan, of zijn
ontslag te nemen. Zijn beslissing is bekend.
Schacht's opvolger, dr. Walter Funk, kreeg in
zijn benoemingsbrief van Hitier persoonlijk de
opdracht, om belastingverhoogingen te vermij
den. Zijn bewind was nauwelijks twee maanden
oud, toen het nieuwe financieringsplan gepubli
ceerd werd, dat de grootste belastingverhooging
beteekent, welke Duitschland ooit heeft gekend
Het lijdt niet den minsten twijfel, of Hitier
heeft zich tegen dit besluit met hand en tand
verzet. Tenslotte gaf hij toch toe. Het getuigt
ongetwijfeld niet van zwartgalligheid, wanneer
men hieruit afleidt, dat de financieele toestand
van het Derde Rijk op het oogenblik ook in de
oogen zijner over 't algemeen op dit gebied
uitgesproken optimistische leiders kritiek is.
De belastingbons.
Zooals men weet zal de Duitsche staat voortaan
zijn opdrachten slechts voor 60 pet. in geld be
talen. De overige 40 pet. worden voldaan in bons.
welke in de toekomst met de opbrengst der be
lastingen afbetaald zullen worden. Houdt men
er rekening mee, dat de huidige Duitsche hoog
conjunctuur voor een zeer hoog percentage
voortspruit uit rechtstreeksche en zijdelingsche
regeeringsopdrachten, dan ligt het voor de hand.
dat er binnen afzienbaren tijd milliarden aan
deze belastingbons in omloop zullen zijn. Men
vergete niet, dat Duitschland het vorige jaar voor
meer dan 8 milliard rijksleeningen aanging. Bo
vendien bracht het voor ruim de helft van dit
bedrag aan „Lieferschatzanweïsungen" leve-
rantieschatkistbons in omloop. Zoowel met het
systeem der rijksleeningen als met dat der „Lie-
ferschatzanweisungen" heeft men nu gebroken.
Aangezien de uitgaven van het Derde Rijk zich.
gelijk openlijk wordt toegegeven, in stijgende
lijn bewegen, en zoowel de leeningen als de „le-
verantieschatkistbons" kennelijk te weinig op
brachten, is de veronderstelling geenszins te ge
waagd, dat er binnen korten tijd niet zoo heel
veel minder schatkistbons zullen zijn uitgegeven
als de belastingopbrengst van een geheel jaar
bedraagt.
De Duitsche bankbiljettencirculatie bedraagt
momenteel een kleine 9 milliard. De tijd lijkt
niet ver, dat er naast deze zichtbare circulatie
een onzichtbare circulatie zal ontstaan, die twee
maal zoo groot is. Bedenkt men, dat de helft der'
uit te geven belastingbons eerst drie jaar na uit
gifte verzilverd kunnen worden, dan is het uit
eindelijk totaal van hetgeen wij onzichtbare cir
culatie genoemd hebben eenvoudig niet meer te
schatten.
Waar 't heele financieele probleem in Duitsch
land een zuivere vertrouwenskwestie geworden
is, is het misschien nuttig in dit verband nog te
wijzen op den psychologischen factor, dat het
Duitsche volle tot nu toe van de financieele ges
tes der regeering nog eenige notie had, wijl de
totalen der buitenlandsche en binnenlandsche
schuld, alsmede der leeningen en der „Liefer-
schatzanweisungen" bekend waren. Door de in
stelling van het systeem der belastingbons weet
echter niemand meer, hoe groot de financieele
tekorten zijn.
Een kwestie van vertrouwen
Het behoeft geen betoog, dat de nieuw inge
stelde meer-inkomstenbelasting, welke in groote
lijnen daaruit bestaat, dat men in Duitschland
voortaan 30 pet. van het bedrag, hetwelk men
meer verdient dan in het voorafgaande belas
tingjaar aan den fiscus zal moeten afstaan,
slechts van weinig beteekenis zal zijn, als het er
op aankomt, de tekorten der belastingopbrengst
aan te vullen, die zullen ontstaan zoodra de be
lastingbons ter verzilvering zullen worden aan
geboden. Alle inkomens tot 2400 mark immers
zijn geheel en alle inkomens tot 3000 mark ten
deele vrijgesteld van de meer-inkomstenbelas-
ting. Volgens een recente statistiek van het Ar
beidsfront, waarbij evenwel niet duidelijk stond
aangegeven, of ze betrekking had op bruto- of
netto-inkomen, gelijk men weet, bestaat
daartusschen in Duitschland een belangrijk
verschil zou slechts 8 pet, der Duitsche bevol
king een inkomen van meer dan 3000 mark ge
nieten.
Of die bevoorrechte 8 pet. jaarlijks dusdanige
vermeerderingen van inkomsten genieten, dat
zij milliarden en milliarden zou kunnen samen
brengen door slechts 30 pet. van hun verhoogd
inkomen af te staan....? Het lijkt zelfs niet
twijfelachtig, maar is eenvoudig te dwaas om te
veronderstellen.
In officieele kringen verbergt men dan ook
niet, dat het welslagen van het nieuwe financie
ringsplan uitsluitend afhangt van het feit, dat
de bevolking vertrouwen genoeg heeft in de fi
nancieele leiding om de belastingbons als zoo
goed-als-goud te beschouwen en ze dus niet ver
zilvert, wanneer ze vervallen zijn. Men tracht
hieraan nog een verleidelijk tintje te geven door
houders van belastingbons een korting op be
paalde belastingen toe te zeggen.
(Nadruk verboden.)
Ook Zuid-Afrika heeft zijn
goudzoekers.
De „Kruger-millioenen" trekken nieuwe
liefhebbers.
Het A. N. P. verneemt uit Kaapstad:
Opnieuw zal een poging worden on
dernomen om de „Kruger-millioenen"
een goudschat, die Paul Kruger in
Zuid-Afrika achterliet, toen hij naar
Europa ging, op te sporen.
De drie gebroeders De Wet uit Bredasdorp
in de Kaapprovincie hebben tot den staats
secretaris voor financiën de vraag gericht, of
eenige volmacht van den staat noodig is om
een onderzoek in te stellen naar de geheim
zinnige millioenen en hoe de regeering staat
tegenover een eventueel vinden van dezen
goudschat.
Gedurende eenige jaren hebben de De Wets,
die thans de nieuwe poging zullen wagen, een
Basuto in dienst, James Williams geheeten,
die verklaart op 20-jarigen leeftijd in dienst
te zijn geweest van den Boerenleider generaal
Cronjé. Tijdens den Zuid-Afrikaanschen oor
log moest hij een ossenwagen besturen, waar
op geld en waardevolle artikelen uit het huis
van president Kruger te Pretoria geladen wa
ren. De wagen werd gereden naar een plek
tusschen Pretoria en Pietersburg in Noord-
Transvaal. Williams was hier reeds eerder ge
weest met generaal De Wet en eenige man
schappen. Zij hadden toen bevel gekregen
eenige kuilen te graven. Ditmaal waren de
generaals Cronjé en De Wet aanwezig met
een wagen waarachter een tweewielige kar
gespannen was. Toen zij in de buurt van het
afgegraven gedeelte kwamen, werden twee
ossen gespannen voor de kar en hielpen in
boorlingen met het overbrengen van den in
houd der wagens naar de kar. De twee gene
raals vertrokken met de last naar de kuilen,
terwijl al de andere aanwezigen in tegenover
gestelde richting wegreden om de ossen te
laten grazen. Na eenigen tijd keerden Cronjé
en De Wet terug: de kar was leeg Men laadde
haar op met brandhout en keerde terug naar
Pretoria,
Aldus het relaas van den inboorling Wil
liams, die de gebroeders De Wet ervan verze
kert hen naar de plaats van bestemming te
kunnen brengen.
Hoewel reeds verschillende malen koorts
achtig gezocht is naar de „Kruger millioenen"
in verschillende deelen van Zuid-Afrika, heeft
men nog geen belangrijke vondst gedaan.
Eenmaal werden te Boshoff in den Vrijstaat
eenige Kruger-goudstukken gevonden.
De jongste bomontploffingen te
Londen.
Kordaat optreden van voorbijganger
voorkwam erger.
Reuter meldt uit Londen, dat de Haramer-
smithbrug voor grootere schade en wellicht
vernieling is gespaard, door de tegenwoordig
heid van geest van een voetganger, die, toen
hij een pakje zag, waaruit rook en een sis
send geluid kwamen, dit terstond in de rivier
wierp. Het pakje ontplofte voordat het. in
het water terecht kwam en de tweede bom
ontplofte kort daarna.
Alle bruggen over de Theems worden scherp
bewaakt. Gisteravond was er ook een speciale
bewaking bij alle electrische centrales, water
torens en andere openbare bedrijven te Londen.
Er zijn Woensdag drie arrestaties verricht.
Hitier spreekt Zaterdag te
Wilhelmshaven.
Bij te water lating van nieuw Duitsch
slagschip.
Na het te water laten van het tweede Duit
sche slagschip van 35.000 ton zal Hitier Zater
dagavond te Wilhelmshaven 'n rede houden,
die, naai men verwacht, vrij uitvoerig zal'
zijn. Over den inhoud konden geen inlich
tingen verkregen worden.