w KfJyfxt Landbouw-crisismaatregelen nog geruimen tijd noodig Instantine Ik ontdek Amerika Kunst in Haarlem en daarbuiten. WOENSDAG '12 AP R I E 1939 HS'A'R'EEMS DAGE CATS 3 Zij hebben veel voor den landbouw gedaan. Radiorede van mr. Steenberghe. Dirsfciagavond hield de minister van econo mische zaken, mr. M. P. L. Steenberghe, zijn eerste lezing van de vier, welke hij aan de landbouwcrisispolitiek zal wijden. In.deze eer ste lezing gaf hij een algemeen ovérzicht van de redenen, die de regeering tot haar maat regelen hebben genoopt, hun inhoud en hun doel. De minister gewaagde van de algemeene be langstelling voor de landbouw-crisismaatrege len. begrijpelijk, omdat ieder Nederlander er den invloed van ondergaat. De aanleiding tot het regeeringsingrijpen in 't licht stellende, herinnerde spreker aan den prijsval der landbouwvoortbrengselen in de jaren 19291931. Zoo daalde de buiten- landsche tarwe op de Amsterdamsche en Rotterdamsche markt van f 14.75 per 100 K.G. in 1927 tot f 12.25 in 1929, tot f 9.67 in 1930 en tot f 5.55 in 1931. En de inlandsche rogge op de Groningsche markt zakte van f 9.36 in 1929 tot f 4.76 in 1931, terwijl ook bij de veehouderij en de zuivel de prijsdebacle zich weldra deed gevoelen. Vette varkens, die in Rotterdam in 1929 nog f 0.83 per K.G. levend gewicht opbrachten, deden in 1931 f 0.43. in 1937 zelfs slechts f 0.28. De wereld marktprijs voea' boter verminderde van f 2.04 tot f 0.95 per K.G. in de jaren 19291932, daalde verder tot f 0.60 in 1933 en tot f 0.44 in 1934. De groote nood, waarin de landbouw door deze sterke prijsdaling kwam te verkeeren, deed verwachten, dat, indien geen maat regelen tot hulp genomen worden, de ge- heele boerenstand in Nederland ten onder zou gaan en het land weldra braak zou komen te liggen met zeer funeste gevolgen voor ge heel Nederland. Immers, omstreeks A van de geheele bevolking is direct of indirect van den landbouw afhankelijk. Bovendien zou aan het economisch bezit van Nederland groote schade zijn toegebracht, indien vruchtbaar bouw- en weideland braak kwam te liggen, om van de gevaren, welke uit een dergelijken toestand in geval van oorlog voor de voedsel voorziening van ons volk zouden ontstaan, niet te spreken. Daarom besloot de regeering tot het ver- leenen van steun om den landbouw voor on dergang te behoeden. De middelen hiertoe wilde zij in hoofdzaak verkrijgen door de landbouwproducten met een heffing te be lasten, waardoor de prijzen zouden stijgen. Dit was volkomen gemotiveerd, aangezien de prijzen zoodanig waren gedaald, dat de con sument er abnormaal profijt van trok, ter wijl de boer zelfs de kosten van voortbren ging nog niet vergoed kreeg, een ook sociaal niet te rechtvaardigen toestand. Door verschillende producten als bijv. boter, rund- en varkensvleesch, suiker, met een heffing te belasten en andere producten zoo als bijv. brood op andere wijze in prijs te doen stijgen, bereikte men dat eenerzijds de consument voor de producten zooveel mogelijk de Nederlandsche productiekosten betaalde en anderzijds gelden beschikbaar kwamen om aan den boer voor zijn producten een zoo danige opbrengst te verschaffen, dat zijn pro ductiekosten werden goed gemaakt (zgn. richtprijs). Van de zijde der consumenten is op de landbouw-crisismaatregelen vaak de critiek uitgeoefend, dat zij de kosten van levensonderhoud hebben doen stijgen. Deze critiek is niet billijk. Men ziet daarbij voorbij, dat deze maatregelen geen extra-belasting beteekenen, maar dat zij dienen om te voor komen, dat de consument ten koste van den boerenstand van de abnormaal lage prijzen zou profiteeren. Aan den anderen kant wordt van land- bouwzij'die wel beweerd, dat hetgeen de boer voor zijn producten ontvangt niet meer is dan de wereldmarktprijs. Ook dit is niet juist. De maatregelen toch zijn er op gericht den boer zijn productiekosten zooveel mogelijk te vergoeden en waar deze kosten in ons land in het algemeen hooger liggen dan in de overige landen, ontvangt de boer dus ook meer dan de wereldmarktprijs. Boter kost b.v. op het oogenblik op de wereldmarkt pl.m. 0.80 per K.G. De Nederlandsche boer ontvangt echter een prijs van pl.m. 1.45 in den winter, pl.m. 1.30 in den zomer. De twee beginselen van de genomen maat regelen zijn dus: 1. De boer moet zooveel mogelijk zijn pro ductiekosten vergoed krijgen. 2. de consument moet voor de producten zooveel mogelijk de Nederlandsche productie kosten betalen. Op den duur bleek, dat de prijsval geen voorbijgaand verschijnsel was. maar een ge volg van belangrijke structueele veranderin gen in de economische politiek van verschil lende landen. Met het oog op alle omstandigheden dien den verschillende maatregelen getroffen te worden. Ten einde den boer den richtprijs voor zijn producten te waarborgen zijn ver schillende wegen gekozen. Bij de steunverleening gold het beginsel van steun aan het product, onafhankelijk van den toestand van den producent. Vaak werd getwijfeld of dit systeem wel juist is en of de steun niet afhankelijk moest zijn van de omstandigheden waarin de boer ver keerde. Onder het huidige systeem krijgt im mers de welgestelde boer voor zijn producten naar verhouding evenveel steun als zijn arme buurman. Bij deze keuze van dit? beginsel heeft de regeering zich laten leiden door ver schillende motieven. Bij steun naar behoefte zou de mogelijkheid worden geopend dat de rijke boer óf onmiddellijk zijn bedrijf zou verpachten aan een pachter, die wel voor steun in aanmerking kwam. óf zijn grond biaak zou laten liggen. Voorts heeft steun naar behoefte ecnigszins het karakter van armenzorg, en voor den algemeenen toestand en de geestesgesteldheid op het platteland zou dit zeer ongunstig zijn. Het karakter van bedrijfssteun is dan ook gekozen en behouden. De vermindering van afzetgebied maakte beperking van de productie noodzakelijk en in verband met de moeilijkheden op het ge bied van den afzet in het buitenland werden tevens verschillende maatregelen genomen om onzen uitvoer nog in zoo goed mogelijke banen te leiden. De maatregelen ter verbete ring van de kwaliteit zijn hierbij van veel beteekenis. Ook voor de producten, die ter vervanging van de voortbrengselen van landbouw kunnen dienen, bleken op den duur bijzondere voor zieningen noodig. Zoo moesten, toen de boter duurder werd, om te voorkomen, dat marga rine, vetten en oliën als vervangingsproduc ten te veel verkocht zouden worden deze pro ducten ook belast worden. Uit deze heffingen kon weer de steun aan de veehouderij worden betaald. Uit een en ander blijkt, dat aan de land- b ou w - crisis -imaatrege le n zeer doelbewuste richtlijnen ten grondslag liggen, waaraan sedert het uitvaardigen van de tarwewet 1931 is vastgehouden. Ten slotte betoogde de minister dat het groote doel. hetwelk met deze maatregelen werd beoogd, het in stand houden van den Nederlandschen landbouw, ongetwijfeld is bereikt. Spreker verwachtte dat de landbouwcrisis- maatregelen zeker nog geruimen tijd noodig zullen zijn. Bij intrekking van den prijssteun zou het landbouwbedrijf weer met verlies werken. Slechts bij verbetering van de inter nationale toestanden zou er kans komen op beëindiging van de landbouw-crisismaatrege len. De volgende voordracht, waarbij de be langrijkste vraagstukken op het gebied van den akkerbouw zullen worden behandeld, zal op Vrijdag 14 April 's avonds van 7—7.30 uur over de drie zenders worden gehouden. Betere plaatsing van straatnaam borden gevraagd. Het zal den meesten automobilisten wel eens opgevallen zijn, dat tal van straatnaamborden tengevolge van een minder gunstige plaats vooral bij avond moeilijk waarneembaar zijn. Vaak zijn de borden zóó hoog aangebracht, dat men ze van een auto uit niet kan zien, zonder diep in de auto weg te duiken om onder de kap door te kunnen kijken, meermalen ook zijn de borden aan lichtmasten of andere palen vlak bij den trottoir band bevestigd, zoodat men ze slechts onder een er scherpen hoek kan waarnemen. Niet alleen, dat deze onduidelijke plaatsing hinderlijk is, levert zij ook gevaar op voor het verkeer, daar de aandacht van de weggebrui kers te lang van het verkeer wordt afgeleid om de borden te zoeken. Dit gebrek heeft den A. N. W. B. aanleiding gegeven zich tot de vereeniging van Nederland- ;che Gemeenten te wenden met het voorstel in onderling overleg ten dienste van de gemeente besturen een leiddraaad voor de plaatsing van straatnaamborden samen te stellen. He) moderne pijnstillende middel 'I is van Tlcufvi (Adv Ingez. Med.) Reizigersvervoer bij de Spoor wegen gedurende de Paasclidagcn. Naar wij van de zijde der Nederlandsche Spoorwegen vernemen, waren in verband met de Paaschdagen verschillende maatregelen genomen om aan de te' verwachten drukte voldoende het hoofd te kunnen bieden. O.m. waren er 95 extra treinen ingelegd om aan de normale Paasch- drukte te voldoen en 44 extra treinen voor het vervoer van reizigers in verband met het N.V.V.- en S.D.A.P.-congres. Deze 44 extra-treinen ver voerden 27600 personen. Opmerkelijk was, hoe zeer de gespannen internationale \-erhoudingen zich weerspiegelden in het reizigersvervoer. Za terdagmiddag was het opmerkelijk stil. Zondag liep het iets beter, terwijl op Maandag de drukte overstelpend was. Wacblnieester ernstig gewond langs den weg gevonden. Dinsdag is de wachtmeester le klasse de Rooy, behoorende tot het huzarenregiment te Hars kamp, op den berm van den weg te Wekerom, gemeente Ede. in ernstigen toestand aangetrof fen. De R. had verschillende bloedende verwon dingen aan hoofd en lichaam. Zijn motorfiets lag naast hem en daar de R. nog geen verklaringen kon afleggen, weet men niet of hij met zijn motorrijwiel over den kop is geslagen of dat er een aanrijding heeft plaats gehad. De ontvreemde 45.000.—. Van het geld nog niets gevonden. De vrouw, die f 45.000 uit de safe van een ouden heer met wien zij in de hoofdstad lo geerde heeft gehaald en een 35-jarig vee koopman, die ervan wordt verdacht haar tot dien daad te hebben aangezet, zijn Dinsdag middag voor den Amsterdamschen officier van Justitie geleid. Gedurende cle Paaschdagen zijn beiden aan een langdurig verhoor onderworpen. De vrouw beweert, dat zij het geld van den man heeft gekregen en haar vriend houdt vol niets van de zaak af te weten. Waar het geld gebor gen is is voor de politie nog een duister punt. De vrouw wenscht er zich niet over uit te la ten Zesduizend Kilometer Zesduizend kilometer ben ik van Nederland verwijderd. En vandaag heb ik een pak kranten toege stuurd gekregen van zesduizend kilometer van hier en van tien dagen geleden. Dan merk je pas dat je zoover weg zit en dat is ook een ontdekking. En al ben ik dan waarlijk niet iemand, die zich zoo snel aanpast en die zoo snel vergeet, ik heb door die kranten toch de rare ontdekking gedaan dat de mensch in een kort tijdsbestek aan sommige doodgewone vaderlandsche dingen, die hij zijn heele leven lang als de meest elementaire zaken heeft gezien, ontgroeit. Ik lees een verslag van een Tweede Kamer vergadering en daar worden allemaal onder werpen in besproken, die hier zesduizend kilometer verder heelemaal geen onder werpen zijn. Laat staan, dat ze besproken worden. En met die gemeenteraadsvergade ring is het nog veel erger. Het is er, blijkens het verslag in die vaderlandsche krant, heel warmpjes toegegaan. Er was een felle oppo sitie. De heeren hebben zich kwaad ge maakt. Gunst, de voorzitter heeft zóó moeten hameren, dat 't luidruchtige gereedschap zijner autoritaire waardigheid in twee stuk ken is gesprongen. En een van de wethouders is weggeloopen en een fractie-voorzitter heeft zulke stoute dingen gezegd over een anderen fractie-voorzitter, dat de burgemeester me neer tot de orde heeft moeten roepen. „En anders laat ik u verwijderen", heeft Zijn Edel achtbare gezegd. Ik heb dit gelezen in New-York en ik heb een ontdekking gedaan. Ik heb de ontdekking gedaan, dat niemand in deze stad zesduizend kilometer ten Wes ten van dien gemeenteraad ook maar eenig benul heeft van het bestaan van de gemeente van dien gemeenteraad. Laat staan dat-ie ook maar eenig benul zou hebben van de kwestie, waarover de heeren zich zoo boos gemaakt hebben. Laat heelemaal staan, dat hij zichzelf er over zou opwinden. En als ik het hem zou willen uitleggen: dat de vrijzinnig-democra tenWhat is that, vrijzinnig-democra ten?" zou hij vragen.... en dat de wethou der„what do you say? Wethouder? Nooit gehoord van zoo'n ding"en dat er in de stad GelderodeNever heard van Gelde rode. is dat een stad in uw land?".Nu, dan zou ik 't natuurlijk opgeven en bedenken dat er ook niemand in de stad Gelderode is, die ooit van de Amerikaansche stad Brookshire THEE DOETJE COED! Herinneringen van een Landschap schilder. „Het was op eenen schoonen Augustusdag; reeds had de zon het westen door haren glans verguld, toen vier personen, vroolijk en eens gezind, vol hoop en begeerte naar de schoone natuurtafereelen, die weldra hunne ziel in verrukking zouden brengen, met den postwa gen, van Cleef over den schoonen met popu lieren beplanten weg. in vluggen draf naar Emmerik snelden, om aan den luchtigen oever dezer stad eene der stoombooten te mo gen bereiken, die den Rijnopwaarts varende, hun nog dien namiddag nader aan het doel hunner begeerte mogt brengen". Zoo de lezer niet ongeduldig geworden is. heeft hij aan den stijl reeds den tijd mijner grootouders den smaak voor zwarte stropdas sen en vadermoorders herkend. En inderdaad, ik schreef u den aanhef van een reisverhaal af, dat juist honderd jaar geleden door den beroemden B. C. Koekkoek geschreven werd om de herinneringen aan een studie tocht je. met een drietal andere schilders naai den Rijn en het Ahrdal ondernomen, vast te leggen. De genoeglijke wijdloopigheid waar mee een eeuw geleden aan de kleinste kleinig heden een aandacht kon besteed worden, waarvoor wij thans de gemoedsrust zijn kwijtgeraakt, doet ons wel eens glimlachen, maar we ontdekken daaronder toch nog al eens oude waarheden, die het oprakelen waard zijn. Zoo zit er ook in dit reisverhaal een kern van schilderswijsheid, die nog wel eens gehoord mag worden en waarvan jonge schil ders misschien met profijt kunnen kennis ne men. zoo ze haar uit de statiekleedij van Koekkoek's betoogtrant kunnen losmaken. Die statiekleedij heeft weliswaar meer van de Zon- dagsche jurk van Tante Betje dan van het ge harnast proza van Van Deyssel, maar van schilderen had Koekkoek nu eenmaal meer verstand dan de prins der prozaïsten, en dat is in dit geval ook iets waard Charivarius zal Koekkoek ook niet in zijn rubriek ..schrille tegenstellingen" opnemen, omdat de laatste vertelt, dat in den postwagen bij de schilders een oude en een jonge dame gezeten zijn. „waarvan de eerste beleefd, maar de laatste allerliefst mogt genoemd worden". En hier zullen wij den grooten Koekkoek niet op den voet. volgen als hij van de reis van Cleef naar Dusseldorp, vandaar naar Elberfeld, Hagen en Limburg aan de Lenne, later naar Bonn en Remagen vertrekt. Noch zijn vriendelijke gesprekken met de hotelhouders en hun lief tallige kamermeisjes releveeren of de vele sa gen die de landstaal oplevert, en die hij smakelijk navertelt, herhalen. Wij volgen lie ver de vier schilders op een tocht buiten Ahr- weiler. vanwaar ze op een heerlijken morgen het land intrekken, op zoek naar een „motief „De stofmantel aan het lijf. de portefeuille en schilderkist op den rug. teekenstoel. veld ezel bij elkander in een linnen zak of fou- draal op de linker zijde, gelijk een sabel aan eene bandelier hangende, een gordel of band om het lijf, waaraan tabakszak, pijp enz., hinr gen, met een langen stok, voorzien van een scherpe ijzeren punt, gewapend: zoo uitgedost, verlieten wij het logement. „Het duurde niet lang of wij vonden een geestig brokje voor de teekenpen. op den voor sprong eener rots van het gebergte, ach ter Walportsheim. Rudolf, ontdeed zich al da delijk van zijn vracht, met de snelheid van iemand, die zijn wambuis uittrekt, om met zijn partij een vuist-conversatie te houden, en kraamde zijnen winkel uit, om met de olie- verw aan den slag te gaan. Karei had reeds zijne plaats bijna op het uiterste puntje van den steenklomp gekozen; Herman en ik lie pen nog zoekende naar een geschikte plaats: weldra was deze ook gevonden en ziet. daar zaten wij nu alle vier, met de parasols in de hoogte, zoo trotsch als Mandarijnen". Dit hupsch tafreeltje heeft Koekkoek ge- teekend, H. J. Bakker heeft het op steen ge bracht en de lezer onzer krant vindt het hiernaast, na honderd jaar, nog eens gere produceerd, Men maakt het zich in onzen tijd wel een weinig gemakkelijker al heb ik van de huidige Haariemsche schilders ook de heeren Boot en Kees Verwey wel eens zooda nig bepakt en gezakt te velde zien trekken. En nog wel anderen, die de traditie hoog houden. Maar daar gaat het nu niet om. Als Koek koek en zijn vrienden in het Ahrdal een re- genachtigen dag treffen schrijft de eerste in zijn dagboek het een en ander over het naar de natuur werken der schilders, en, ont daan van alle romantische franje, kan daarin voor den jongen landschapschilder van van daag nog wel iets bruikbaars worden gevon den. „Studeeren naar de natuur is. ten eerste, bovenal nuttig en noodzakelijk; 2e. verrijkt men den geest en krijgt men schoone denk beelden; 3e moet dit studeeren onderhouden worden; 4e. het vereischt moed, geduld en standvastigheid; 5e. is dit het beste en eenige middel om tot een belangrijke hoogte in de schilderkunst te komen, en, laten wij dit er nog bij voegen: naar de natuur studeeren is is aangenaam". „Men kan haar. wat of ook anderen daarte gen mogten inbrengen, niet te veel bestude ren, want hare geheimen zijn zoo velen, dat, al studeerden wij ook duizend jaren, wij slechts nog maar een klein gedeelte van de zelve, en dan nog zeer onvolmaakt, zouden leeren kennen". „Een moedeloos, ongeduldig en onstandvas tig mensch kan nooit een groot kunstenaar worden. Alle kunsten en wetenschappen heb ben zwarigheden, die moed, geduld en stand vastigheid vereischen, om dezelve te over winnen". „De gevaarlijkste klippen, waarop het kunst gevoel dikwijls schipbreuk lijdt, zijn trotsch- heid en luiheid. Trotschheid komt veelal voort uit eene te bekrompene denkwijze en eene overdrevene eigenliefde door de ophemelin gen en vleyerijen van onkundigen ontstaan, twee ondeugden, die voor de kunst zeer na- deelig zijn, ja, haren ondergang berokkenen. De kunstenaar van bekrompene denkwijze, door de menigte van lauwerkransen, door een luidruchtig en oppervlakkig oordeel hem voor de voeten geworpen, begint aan zijne be kwaamheden zooveel waarde te hechten, dat hij eindelijk gelooft genoeg te weten, en de natuur niet meer noodig te hebben; en zoo hij nog vatbaar is om te begrijpen dat er nog veel te leeren valt, dan tracht hij deze gedach te van zich af te werpen, door de zwaarte zij ner bekwaamheden te wegen tegen die van menschen, welke bijna niets weten". Ziethier eenige staaltjes van aesthetiek van honderd jaar geleden. Er zit nog wel iets in voor den jongen paysagiste, die er nu met de lente op uittrekt. J. H. DE BOIS. (Adv. Ingez. Med.) gehoord heeft, laat staan van wat daar de sen satie van den dag is. En dan lees ik dat mr. Dinges benoemd is tot rechter in de stad Appingeroord. Even denk ik: „Chut. die Dinges. Heb ik nog mee gestudeerd. Was 'n geschikte kerel. Heeft 't ver geschopt". Maar dan denk ik ook: Och, ver geschopt.Nee.Zes duizend kilometer verder zou geen mensch voor die Dinges zijn hoedje afnemen,... Wat zei u? Rechter in Tilburg? What 's that, Tilburg? Ze zouden zelfs voor den president nun Stetson niet afnemen. Enjeetjedaar is me die van Pieteren getrouwd met zus van Haasteren tot Haasteren. Dat kind heeft ook een més alliance gedaan. Die van Pietersens. dat wa ren dood-eenvoudige menschen. Maarrehier weet niemand zelfs maar van het bestaan van de van Pietersens en dc van Haasterens, laat staan van hun stamboomen, net zoo min als ze in Appingedam en in Zie- rikzee weten, dat miss Eleanor Russel uit Newark verloofd is met Bill Donaghue uit Washington en dat Eleanor indertijd 7.500.000 dollar van haar papa geërfd heeft en dat Bill de beste rugbyspeler van Washington is dingen die hier allemaal in de kranten staan. Nee zesduizend kilometer. dat is een heele afstand, al doet een ordentelijke vlieg machine er maar enkele tientallen uren over. De meeste allerbelangwekkendste dingen worden volslagen nulligheden, wanneer je ze over zesduizend kilometer afstand verneemt. En de belangrijkste meneer wordt, zesduizend kilometer verplaatst, een mannetje dat tus- schen millioenen andere mannetjes over straat schuifelt. Is dat leuk of akelig? In ieder geval is het een ontdekking! MR. E. ELIAS. NEDERLANDSCH ESPERANTO-CONGRES TE ROTTERDAM. Een groot aantal Esperantisten, die voor het elfde Nederlandsche esperanto-congres in Rot terdam waren bijeengekomen, heeft een bezoek aan het stadhuis gebracht, waar zij door den wethouder van onderwijs, den heer J. B. J. Ratte, namens het gemeentebestuur zijn ontvangen. Daarna is in de groote zaal van de diergaarde sociëteit het congres officieel geopend. De voor zitter van het comité, dat dit eerste congres der neutrale esperantistenvereeniging organi seerde, de heer W. Schmidt, heette de 250 aan wezigen, die o.a. gekomen waren uit Engeland, België. Frankrijk, Duitschland. Denemarken, Zweden en Zwitserland met een kort woord wel kom, waarna een lange reeks van sprekers het congres begroette. De heer W. Grolleman, voorzitter van de con- gresseerende vereeniging de L. E. E. N. bracht den Rotterdamschen esperantisten dank voor het vele werk, reeds voor dit congres verricht. Spr. wekte op om in dezen tijd van geweld trouw te blijven aan de idealen van het esperantïsme. De heer T. Jung, redacteur van het esperanto- weekblad „Heroldo" en de heer Kork namens de onderwijzers esperantisten voerden het woord waarna de voorzitter van de wereldorganisa tie „T. J. O.", de heer P. Krijt, zeide te hopen, dat het congres volledig zal slagen in het belang der geheele esperanto-beweging. Nadat nog gesproken was door de heeren Ridderhof, namens het Ned. Onderwijzersge nootschap. A. Pols namens de federatie van ar beiders-esperantisten en A. Pascha namens den Internationalen Esperantistenbond. las de heer Schmidt tenslotte de ingekomen brieven en tele grammen voor, waarna de bijeenkomst gesloten werd. Telefoneer niet te veel. Het departement van Defensie doet het ver zoek dat ieder zich bij het voeren van tele foongesprekken zoowel wat het aantal als wat de duur van de gesprekken betreft tot het uiterste zal beperken, daar het anders noodzakelijk zal zijn over te gaan tot uitslui ting van een groot gedeelte van de aanslui tingen van de telefoongebruikers. Dit verzoek wordt gedaan ten einde gesprekken, welke van militaire zijde moeten worden gevoerd, niet te vertragen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 5