JakpmsfaT,
een belangrijke film
Matthaeus Passion
Ouderwetse
Fijnproevers??
Sappige Ham
van het Been
Dr. Knock.
Rumoer om eervol ontslag
van burgemeester.
BONTEN BAL'S
DONDERDAG 27 APRIL' 1939
HSSRCEM'S DAGBEAD
Pater Flanagan: „Er zijn geen
werkelijk slechte jongens".
Lexor
„Verbeter de menschheid"
in woord en vooral in daad.
„Er zijn geen werkelijk slechte jongens", is
het devies van een geestelijke, die in werke
lijkheid in Amerika leeft. Het is niet een
devier gebleven, doch het kwam tot daden,
„Jongensstad" werd gebouwd bij Omaha, door
jongens voor jongens. De jeugd vormt de be
volking maar ook het bestuur van de stad.
De burgemeester wordt periodiek uit de rijen
der jongens door jongens gekozen. Alle dien
sten, die functionneeren moeten om het leven
in de stad mogelijk te maken, de keukens,
timmerwerkplaatsen, de posterijen worden door
de jeugd waargenomen. Kortom „Jongens
stad" leeft door en voor de jeugd.
Niet alle jongens worden in deze stad toe
gelaten; alleen verwaarloosde jeugd, die dreigt
op te groeien in een omgeving van tuchteloos
heid, en die bestemd
zou zijn voor tucht
scholen en verbete
ringsgestichten,
vindt den weg naar
Jongensstad. Rondom verbeteringsgestichten
en tuchtscholen zijn omheiningen, die den
jongens beletten te vluchten. Jongensstad
staat naar alle kanten open. Het kunnen al
leen innerlijke krachten zijn, die de jongens
beletten weg te loopen, het besef dat ze op
deze wereld zijn om op eerlijke manier in het
zweet huns aanschijns hun brood te verdienen.
In Jongensstad wordt de ontspoorde jeugd
niet alleen duizendmaal voorgehouden dat ze
eerlijk moet zijn, zij wordt ook niet door be
straffing gewaar dat ze een anderen weg moet
gaan dan de gevolgde, neen, in woord en daad,
vooral in daad, krijgen de jongens gelegen
heid te ervaren dat eerlijkheid, het oprecht
met elkaar leven en werken den eenigen weg
opent tot een gelukkige samenleving. Jongens
stad is een maatschappij in het klein, waarvan
de burgers rechten en plichten hebben precies
als in de groote samenleving.
Pater Flanagan is van meening dat iedere
jongen, die de kans krijgt in een eerlijke om
geving op te groeien, een goed lid van de maat
schappij kan worden. Niemand wordt als
slecht mensch geboren, maar wel worden men-
schen slecht gemaakt.
Door ontspoorde jongens niet te straffen,
niet in gestichten of verbeterhuizen onder te
brengen, maar hen eenvoudig de kans te geven
zich in een maatschappij in het klein. Jon
gensstad genaamd, te ontwikkelen, wil Pater
Flanagan zijn beschermelingen in het rechte
spoor terug brengen.
Niet door de schaduw van een muur op hen
te laten vallen, doch door hen de zon te laten
zien wil Flanagan de jeugd tot nuttige raen-
schen maken.
Van Pater Flanagan's arbeid is een film ge
maakt. Een film, die over de geheele wereld
zijn streven uitdraagt. Een belangrijke film.
omdat ze een idee verkondigt, geen ideologie,
maar een eenvoudige gedachte, en wel deze
„Verbeter de menschheid".
Twee weken geleden werden twee films in
Haarlem vertoond, die op hetzelfde thema ge-
inspireerd waren: reclasseering. Het wiaren
„Jij en ik" van Fritz Lang en Vrouwengevan
genissen". Zij vormden krachtens hun strek
king sedert „Alarm in de Middellandsche
zee" waren het eigenlijk de eerste films, die
in Haarlem extra-aandacht waard waren
een verademing te midden van de namelooze
stroom van ongetwijfeld vakkundig goede en
amusante doch qua inhoud en geest oppervlak
kige niets-zeggende filmproducten. Maar
het werd reeds geschreven de filmers waren
tekortgeschoten, er was geen eenheid tusschen
inhoud en vormgeving, de inhoud puilde als
het ware door de filmische vormgeving heen.
Van deze film „Jongensstad" kan zonder
voorbehoud gezegd worden dat inhoud en
vormgeving harmonieus zijn. De film is in alle
opzichten af. Het werk overtuigt derhalve.
En hoe voortreffelijk demonstreert zich het
devies van Flanagan: „Er is geen werkelijk
slechte jongen" in het gezicht van Whitey
Marsh, den jongen, wiens levensloop in Jon
gensstad we in de film volgen. In het begin is
dit gezicht, zonder dat het door grime of
krampachtige vertrekking geweld wordt aan
gedaan, dat van een rasboef, een jongen, die
opsroeit voor ealg en rad. en aan het slot is
ditzelfde gezicht zonder dat het uiterlijk ver
anderd is. niet dat van een zoete bekeerde
jongen, die nou heusch voortaan goed op zal
passen, maar dat van een menschenkind. dat
met hart en ziel ervaren heeft dat de eerlijke
weg de beste is. Deze ommekeer voltrekt zich
innerlijk en weerspiegelt zich op het gezicht.
De verandering wordt er niet van buitenaf op
gestempeld.
Het gezicht van dezen jongen ivan wien
men bijna zou vergeten dat het Micky Roonev
was) vormt de personifieering van Flanagan's
gedachlengang: Er wcrdt geen jongen slecht
geboren. Het is een onvergetelijk gezicht. Pater
Flanagan wordt in de figuur van Spencer
Tracy overtuigend weergegeven. Als de rus
tige drager van een gedachte, een geloovige
die zich niet haast, verwezenlijkt hij ondanks
alle tegenwerking, zijn ideaal. Pater Flana
gan is Iemand, die bestaat. En daarom is hij
ook in de film pater. Naar mijn opvatting is
hij evenwel niet weergegeven ais de vertegen
woordiger van een bepaald godsdienstig stre
ven. Veeleer is hij een algemeene personifiee
ring van het menschlievende in den mensch.
En zóó wordt deze heele film „Jongensstad"
een ontroerend getuigenis van den strijd van
het goede in den mensch tegen het slechte om
hem heen, culmineerend in de opvatting:
,Geen mensch wordt slecht geboren".
v. H.
MUZIEK
Haarlemsche Politie-Muziek-
vereeniging.
Mannenkoor „Proza en Poëzie'
Het afwisselend optreden van een fanfare
corps, een mannenkoor en een solozangeres
op één en denzelfden concertavond vormt
een combinatie, die te ongelijksoortig schijnt,
dan dat men er een -bevredigend artistiek re
sultaat van zou verwachten. Wanneer echter
alle medewerkenden bezield zijn door een ge
lijk gericht streven en wanneer zij, elk op
eigen terrein, goeds verrichten, dan kan men
de ongelijksoortigheid voorbij zien en met
een „Gecombineerd Concert" als Woensdag
avond in de gemeentelijke concertzaal gegeven
werd. vrede hebben.
Den beschaafden sonoren klank, dien de
Haarl. Politie-Muziekvereeniging weet te
ontwikkelen, hebben we reeds meermalen
kunnen beluisteren en waardeeren en ook
dezen avond voldeed zij aan de verwachtingen.
Nu eens waren het cornet en bugle, dan weer
de baritons en bassen, of ook wel de saxo
phones, die de goedkeurende aandacht op
zich vestigden. De programmakeuze van den
dirigent B. D. Peters kon ik echter niet on
verdeeld bewonderen. De marschen. nu ja, die
vormen een vast bestanddeel. Maar behalve
die had ik gaarne een degelijker werk gehoord
dan het vrij smakeiooze samenraapsel dat
de Tilburgsche fabrikant M. J. H. Kessels
onder den naam ..Fantasie sur l'Gpera „La
Flute enchantée de Mozart" uitgegeven heeft
Dat stuk is geen Fantasie, maar een volkomen
fantasielooze potpourri, waarin de meest hete
rogene stukken zonder eenig logisch verband
achter elkaar gezet zijn. De kunstwaarde van
Ketelbey's composities is ook al niet bijster
groot. Wat de Suite de Valses de Joh. Strauss
betreft, och die walsen doen het altijd, in
welke opvolging men ze ook plaatst. In de
vertolkingen kwamen wel enkele onzuiver
heden. onzekerheden of onjuiste inzetten
voor, maar deze bleven uitzonderingen: over
't geheel genomen werd er goed gespeeld.
„Proza en Poëzie" zong Woensdagavond
uitstekend. De dirigent Jan Bocda heeft zijn
koor volkomen in de hand en al zijn aanwij
zingen zijn scherp en raak. Aangezien er nu
ook bijkans geen onzuiverheden in den samen
zang voorkwamen en alle nummers op toon
eindigden kwamen alle koornummers vrijwel
geheel tot hun recht. Dat recht is niet voor
alle hetzelfde. ..Omhoog" van Heinze klinkt
ietwat verouderd. Bij de .Hymne an die Musik"
van Lachner hoe vlekkeloos werd daarin
de modulatie van Es naar Ges genomen!
hindert de bombastische tekst. .Psalm 137"
van Roeske is heel wat genietbaarder dan „De
Gypten" van H. Andriessen. „Germinal" van
Riga is sterk op effect berekend, maar dit
effect mist het bij goede uitvoering dan ook
ncoit. Zelfs moest ditmaal een stuk er van
gebisseerd worden. Het klonk dan ook kranig;
alle stemmengroepen legden er eer mee in.
De sopraanzangeres Hélène Ludolph droeg
eerst drie liederen van Schubert voor: „Gany-
med", „Nacht und Traume" en .Auf dem
Wasser zu singen". Haar uitstekende vocale
techniek en de zuiverheid harer intonaties
zijn immer te prijzen; stemming wist zij in 't
bijzonder met het tweede dier liederen te be
reiken.
Dit was ook het geval met het eenvoudige
„Avondlied" van Duvosel. In „Hoe schoon de
morgendauw" van Mortelmans lag de klank
schoonheid hoofdzakelijk in de door Jan
Booda zeer fijn gespeelde klavierpartij. Het
lied „O jubel mijn hart" van Cor Kuiler, be
hoort tot den verleden tijd der Nederland-
sche muziek.
Jan Booda begeleidde alle liederen vaardig
en volgzaam. Beider succes noopte hen tot
een toegift: „Seligkeit" van Schubert.
K. DE JONG.
van Heinrich Schütz.
Om tot een juist begrip te komen van de zeer
expressieve muziek van Schütz, moet men
eigenlijk kennis maken met zijn „Dialogen". Een
zeer schoone muziek is o.m. de Dialoog per la
Pasqua, waarin Maria Magdalena haren Meester
ontmoet dien zij, om dat hij het kleed van een
tuinman draagt, niet herkent. Weliswaar is deze
muziek geschreven op de harmonische fundee
ring van den basso continuo, maar de fragiele
stemverdeeling heeft overal de vrije vlucht van
het Gregoriaansch. dat hij, le bon protestant,
leerde te Venetië, waar hij in den Dom, onder
de leiding van Giovanni Gabrieli, de knapen
koren beluisterde, en de werking der twee
tegen over elkaar gestelde orgels. Die Grego-
riaansche sfeer zweeft ook van begin tot eind
door het thans uitgevoerde werk, de Matthaeus-
passion. Het recitatief van den evangelist is
van uiterst sobere melodiek; vele gedeelten
overschrijden niet den omvang der kleine terts
of der reine kwart, en zijn zuiver hypodorisch.
Die eenvoud is ontroerend, en de zanger Hans
Lefèvre. alleen reeds omdat hij alles naliet wat
die sfeer van eenvoud kon vertroebelen, moet
hier met. onderscheiding worden vermeld. Maar
zijn zingen was, bij schoonen klank, uiterst
expressief, en op deze intens muzikale wijze
leidde hij telkenmale den zanger in de Chris-
tuspartij, Jos de Klerk. Alleen reeds uit zuiver
muzikaal oogpunt was deze beurtzang tusschen
den klaren tenor en den donkeren bas een ge
beuren waarnaar men niet moe werd te luiste
ren. Maar de laatste beïnvloedde ook weer door
groote expressiviteit den eerste, zoodat er vele
malen beelden ontstonden, die men in het ge
heugen bewaart. Zoo o.m. „Nehmet, esset, das ist
mein Leib", en dan wat gebeurde in den Hof
van Gethsemané.
Ook de zanger der Petruspartij onderging hier
de calore van dit musiceeren, en hier was Bram
Misset op zijn best. Maar het koor zou niet
werkeloos toezien, en met het schoone choral
„Jesus meine Zuversicht", een melodie welke
juist in dien tijd was geschreven door de keur
vorstin van Brandenburg, nam het deel aan de
handeling. Schütz deed reeds wat Bach latei-
zou overnemen- de schoonste koralen gebruikte
hij in zijn passie's, zoo b.v. de melodie van
Melchior Vulpius „Christus der ist mein Leben"
(waarin jammer genoeg het koor in de eerste
strofe niet heel gelukkig was). Prachtig echter
klonk de koraalmelodie van Joh. Rosenmüller
„Mache dich mein Geist, bereit". Het heeft geen
zin, op deze wijze het werk op den voet te volgen.
Maar de stemmingen der muziek blijven trouw
de begeleidsters van die van den evangelietekst,
en wanneer het koor de schoone koraalmelodie
van Joh. Chr. Heermann „Herzliebster Jesu, was
hast du verbrochen" aanheft, heeft het werk zijn
muzikaal hoogtepunt bereikt het is Golgotha.
De kruiswoorden zijn gesproken, het is volbracht.
De eenvoud van Schütz is hier van ontroerende
schoonheid. En het is een hooge verdienste van
allen die deze uitvoering mogelijk maakten, deze
schoonheid waarlijk te hebben gediend. Nog
nadrukkelijk wil ik hier, naast den vertolker
dan
met de hand gesneden bij
DELICATESSENHANDEL
TÏL tOS6*7 IHH
iN GP HOUT5TR 89
(Adv. Ingez. MedJ
der Christuspartij, noemen den evangelist. Ik zou
Lefèvre's opvatting hier moeilijk schooner en
volmaakter kunnen denken.
De beide koren, n.l. Schoten's Chr. Gem.
Koor en de Chr. Zangvereeniging „Immanuël"
uit Zandvoort hadden zich hier opgesteld tot een
mooi aansluitend geheel, waarin men, zonder
op de andere partijen af te dingen, den zang
der altpartij nadrukkelijk mag roemen. Jam
mer dat Jac. Zwaan zich zoo menigmaal ver
plicht meende tot meezingen der sopraanpartij,
het werkte storend. Een veelomvattende taak
had hij, en het intoneeren der vier koorstem-
men eischte veel van zijn concentratievermogen.
De organist kende welhaast de heele orgelpartij
uit het hoofd, zoodat het contact met den diri
gent geen oogenblik werd verbroken. Ook de
kleinere vrouwenpartijen werden heel loffelijk
weergegeven.
De taak van Bram Misset, vier partijen weer
te geven, n.l. Petrus, Pilatus, Judas, Kajafas,
was niet de lichtste, maar een serieus zanger als
hij weet ook deze moeilijkheid te overwinnen.
Ds. Voet, die inleidings- en slotwoord sprak
en daarbij herinnerde aan het nevendoel van
dit concert, baten af te werpen voor den bouw
der Immanuelkerk, dankte met waardeerende
woorden de uitvoerenden, die het heerlijke werk
van Hemrich Schütz nog eenmaal zullen uitvoe
ren a.s. Zondag in de Ned. Herv. Kerk te
Zandvoort.
G. J. KALT.
HET TOONEEL
De derde Schoolvoorstelling
De belangstelling voor de schoolvoorstellingen
blijft sinds de reorganisatie van dit instituut
verheugend groot. Ook op de derde school-
matinée, waarop Dr. Knock van Jules Romains
werd gegeven, was onze Stadsschouwburg lot
den nok gevuld en het uitbundig succes, dat Jan
Musch mocht behalen, was weer het bewijs, hoe
zijn kunst als altijd door de jeugd wordt
gewaardeerd.
Het was gisteren de laatste maal, dat het gezel
schap van Musch te Haarlem optrad. Een af-
scheidsvoorstelling dus. Dit afscheid was zoo
hartelijk, als men het slechts wenschen kon
Toch lijkt het nog niet goed denkbaar, dat wij
Musch het volgende seizoen niet weer op de plan
ken zouden zien. Wij kunnen ons het tooneel in
Nederland niet goed voorstellen zonder onzen
grooten karakterspeler en ik vermoed dan ook.
dat enkele gezelschappen bijvoorbeeld Het
Nederlandsch Tooneel alle moeite zullen doen
Musch in los verband als gast dus te enga-
geeren. En dan hoop ik, dat het in een stuk zal
zijn, hetwelk ook geschikt is voor een school
voorstelling. Want het jeugdige publiek heeft al
tijd een sterke voorliefde voor Jan Musch ge
toond.
Jan Musch was vele malen de groote aantrek
kingskracht voor een schoolvoorstelling, reeds
van de oprichting van dit instituut af In Het
Wederzijdsch Huwelijksbedrog. De Spaansche
Brabander, Belachelijke Hoofsche Juffers, Dok
ter tegen Wil" en Dank, De ingebeelde Ziekte, De
Vrek, was Musch steeds de centrale figuur en
door hem vooral hadden deze klassieke stukken
bij de jeugd succes.
Ook herinner ik mij eenige voordrachtmati
nees van Jan Musch als schoolvoorstellingen, die
geweldig insloegen. Misschien, dat hij in het
volgend seizoen weer met voordrachten een hee-
len middag kan vullen. Het zou een welkome af
wisseling zijn in de reeks der schoolvoorstellin
gen.
Wij hebben de opvoering van Dr. Knock na
de voorstelling in Februari reeds uitvoerig in ons
blad besproken en kunnen thans dus kort zijn.
Wij zouden dit blijspel een moderne Molière
kunnen noemen en Jules Romains toont zich in
Dr. Knock dan ook een waa dige nazaat van
den grooten blijspeldichter. Wij vinden in Dr.
Knock of zooals de aardige bijtitel luidt: „De
Triomf van de Wetenschap" denzelfden spot als
bij Molière, al zijn het bij Romains meer de
domme patiënten dan de doktoren, die het ont
gelden moeten. Het tweede bedrijf vooral is een
rake satire van een rijk Fransch esprit. Men
kan moeilijk beweren, dat er onder de doktoren
geen kwakzalvers als Knock zijn, maar zij zou
den nooit slagen, als de wereld niet altijd weer
blijk gaf bedrogen te willen worden.
Musch speelt de rol van Knock met een doo-
delijken ernst, die juist in dit stuk zoo hoog
komisch werkt. Hij toont zich ook in dit blijspel
een voortreffelijk karakterspeler. Het jeugdige
en enthousiaste publiek beloonde hem met een
donderend applaus; een triomf dus niet alleen
voor de wetenschap maar ook voor Jan Musch.
J. B. SCHUIL.
Vacature bij Gerechtshof te
Den Haag.
Mr. Van Berckel op de voordracht.
Het gerechtshof te 's-Gravenhage heeft ter
vervulling van de vacature van raadsheer in zijn
college opgemaakt de volgende alphabetische
lijst van aanbeveling: mr. A. L. M. van Berckel.
rechter in de arrondissements-rechtbank te
Haarlem; mr. H. Haga. rechter in de arrondisse
mentsrechtbank te 's-Gravenhage; mr. J. L. L.
Wery, rechter in de arrondissements-rechtbank
te 's-Gravenhage.
PERSONALIA.
Geslaagd voor eindexamen voor vroed
vrouwen de dames: H. J. Roukema. Santpoort
en E. van 't Hof, Hoofddorp.
Mannenkoor „Proza en Poëzie" bestaat in September 50 jaar.
tezamen met de Haarlemsche Politie Muziekvereeniging
Een foto van het koor. genomen bij het concert dat gisteravond
in het Concertgebouw werd gegeven.
PRIJSVRAAG TOT 11ULI R.8000.-PRUZEN
(Adv. Ingez. MedJ
Twisten en kwesties in Vriezenveen
Op zijn verzoek is aan den heer A. P. F. A. J.
Albarda eervol ontslag verleend als burgemees
ter van Vriezenveen. Dit ontslag moet een gevolg
zijn van een eindelooze reeks kwesties, die van
tijd tot tijd groote beroering hebben verwekt in
deze gemeente.
Het was, volgens de Tel. bekend, dat de ver
houdingen in het college van B. en W. geleide
lijk zulk een karakter aangenomen hadden, dat
normale samenwerking tusschen den burgemees
ter en de wethouders nauwelijks meer mogelijk
scheen. Er was nog slechts een formeele ambte
lijke verhouding en overigens heerschte een
sfeer van vijandschap in het dagelijksch bestuur,
welke enkele malen ontlading iiad gevonden in
heftige incidenten op het gemeentehuis, waarbij
verwijten over en weer gedaan werden. De ver
houdingen hadden van lieverlede zulk een scherp
karakter aangenomen, dat de regeering meende
zich met deze aangelegenheid te moeten be
moeien. Zij werd daar trouwens in betrokken
omdat klachten over en weer loskwamen van den
burgemeester tegen de wethouders en den secre
taris en van deze laatsten tegen den burge
meester.
Ook notabele, niet ambtelijke gemeentenaven
waren hierin betrokken en brachten klachten uit
in Den Haag.
De aandacht van den minister zou erop zijn
gevestigd, dat de heer Albarda, in tegenwoor
digheid van anderen, en met name van de beide
wethouders, zich meermalen op onbetamelijke
wijze zou hebben uitgelaten over zeer hoogge
plaatste autoriteiten en zelfs over leden van het
Koninklijk Huis. Zoo moet zich bij de regeering
de gedachte gevestigd hebben, dat de heer Al
barda, door zijn manier van optreden, moeilijk
langer als burgemeester gehandhaafd zou kun
nen worden en moet hem een wenk zijn gegeven,
zijn ontslag aan te vragen, om verdere moeilijk
heden te vermijden en een ongevraagd ontslag
te voorkomen. Van zijn kant heeft de heer Al
barda meermalen te kennen gegeven, ook in Den
Haag, dat men door allerlei intrigues en stil ver
zet, het hem onmogelijk gemaakt heeft zijn taak
naar behooren te vervullen.
Dit verzet zou ontstaan zijn toen hij poogde
de naar zijn oordeel bestaande misstanden in
de gemeente en met name in de kringen van
het gemeentebestuur en de gemeentelijke admi
nistratie, op te ruimen, waarbij hij van alle
kanten op daardoor ontstane vijandelijkheden
stiet. Dit maakte het hem ten langen leste on
mogelijk zyn ambt nog langer met opgewekt
heid te vervullen en dit bewoog hem zijn ont
slag aan te vragen.
Aldus deelde hij aan de pers mede. Onder de
gegeven omstandigheden wenschte hij de ver
antwoordelijkheid voor den gang van zaken in
de gemeente niet langer te dragen.
Dit is in een kort tijdsbestek de tweede bur
gemeester in Twente, die feitelijk van regee-
ringswege gedwongen wordt zijn ambt neer te
leggen, al is het dan nu in den vorm van 'n zelf
gevraagd ontslag. In de gemeente Vriezenveen
heeft een en ander groote beroering verwekt en
men verwacht, dat de laatste vergadering van
den raad, welke morgen zal worden gehouden,
een bewogen karakter zal dragen, als de bur
gemeester daar afscheid zal nemen van zijn ge
meente, waarin deze nog jeugdige burgemeester
zulke moeilijke jaren achter den rug heeft.
Noteer even: TEL. 19123
het gemakkelijke Nr. van
LEESBIBLIOTHEEK en BOEK
HANDEL IANSWEG 51
(Adv. ingez. Med.)
EXAMENS.
Academische opleiding.
Bevorderd aan de Gem. Universiteit van
Amsterdam tot doctor In de wis- en natuur
kunde op proefschrift getiteld: „The genera
of Indo-malayan and papuan tortricidae", de
heer A. Diakonoff, geb. te St. Petersburg.
Geslaagd voor het cand. examen wis- en
natuurkunde (L) de heer Th. H. Boekhorst.
Stuurlieden.
Voor het diploma stuurman groote handels
vaart slaagden de heeren:
Voor 3en stuurman: P. Bakkenes. A. L. v.
d. Berg, H. J. Nijman, M. A. Nederkoorn en F.
U. Wennink-
TUINLIEDENVEItEEN. „AFRDEXIIOUT EN
OMSTREKEN".
Woensdagavond hield de onderlinge tuin-
liedenvereeniging „Aerdenhout en Omstreken"
een goedbezochte ledenvergadering in Café-
Restaurant Hof van Heemstede.
Na een kort openingswoord van den voor
zitter, den heer H. van Gurp, hield de heer B.
Nieuwenhuis een leerzame causerie over het
kweeken van Hortensia's en Calseolaria's,
waarvan ter keuring eenige fraaie collecties
door hem waren ingezonden.
De heer Goudzwaard had wederom een
mooie collectie afgesneden bloemen van plan
ten en heesters, waarover hij een uitvoerige
beschouwing gaf betreffende de snoeiwijze,
een der meest belangrijke onderdeelen voor
een rijken bloei.
De keuringscommissie kende de volgende
punten toe:
B. Nieuwenhuis voor Hortensia's 9 punten en
voor Calseolaria's 10 punten.
G. Toen voor vaas Clematis Prins Hendrik
10 punten en aan K. Goudzwaard voor afge
sneden bloemen G punten.
Door de commissie voor tuinkeurlngen werd
medegedeeld dat Zaterdag de eerste tuinkeu-
ring voor de jaariijksche prijsvraag zal ge
schieden
Na de pauze hield de heer v. Zadel een in
teressante causerie over de Coloradokever,
staatsvijand no. 1 voor den land- en tuin
bouw. Spr. wees er op, dat iedere land- en
tuinbouwer met alle middelen, dezen gevaar
lijken vijand moet bestrijden, daar niet-be-
smette landen geen land- en tuinbouwproduc
ten importeeren uit besmette landen.
In zijn causerie gaf spr. aan. de wijze van
herkenning van het gevaarlijk insect en de
middelen om dezen kever te bestrijden.
Na een geanimeerde rondvraag sloot do
voorzitter deze leerzame vergadering.