Het aftreden van Litwinof DE WERELD TELT 16 MILLIOEN WERKLOOZEN. DONDERDAG 4 MEI 1939 HS'A'RLE M'S DAGBCAD 5 Volgens Poolsche bladen zou hij te groote voorkeur voor de col lectieve veiligheid hebben gehad Het was niet mogelijk, aldus meldt Havas nader uit Moskou, de juiste veelbeteekenende redenen van het ontslag uit officieele bron te vernamen. Men verzekert, dat de gezond heid van Litwinof veel te wensohen overlaat, hetgeen mogelijk is. Litwinof is 63 jaar. Toch scheen hij altijd zeer flink. Men probeerde te weten te komen of het aftreden van den volkscommissaris een wij ziging van de buitenlandsche politiek der Sovjet Unie inhield. Men antwoordde hierop dat de Sovjet Unie geen land was van poli tiek van personen, doch dat iedereen hier slechts een politiek op het oog heeft, die van regeering en partij. Toch werd Litwinof, althans in het buitenland, beschouwd als een voor stander van politieke veiligheid en van samenwerking met de Westersche democratiën. Gezien het aanhouden de zwijgen der Russische pers over de ontwikkeling der Engelsch-Russische onderhandelingen, kan men tot in de best ingelichte kringen niet na laten te denken, dat de loop der onderhandelingen in verband zou kunnen staan met het vertrek van Litwinof, vooraldaar volgens zekere kringen het verdwijnen van het Jour nal de Moscou reeds een Litwinof toegebrachte slag was. Overigens weet men, dat de laatste rede voering van Stalin op het partijcongres niet juist in de lijn lag der collectieve veiligheid. De westelijke mogendheden werden er zeer duidelijk in beschuldigd te hebben geprobeerd Sovjet Rusland en Duitschland tegen elkander op te zetten om hun moeilijkheden op te lossen. Voorts is het mogelijk dat de regee ringen van Frankrijk en Groot-Brittannië de door de Russische regeering voor een ge meenschappelijke samenwerkiing tegen den aanvaller gestelde voorwaarden niet aanvaard baar hebben geacht. Deze voorwaarden kwa men volgens de Brische pers, neer op een bondgenootschap, steunende op een militaire overeenkomst. Na München zou Litwinof gemachtigd zijn geweest een nieuwe poging te doen ten aan zien van de politiek van collectieve veiligheid, doch aangezien deze poging geen voldoening heeft gegeven, zou hij zijn afgetreden. Het zijn alles echter slechts veronderstellingen, aldus besluit Havas. De indruk te Lqnden. Het aftreden van Litwinof wordt in parle mentaire kringen te Londen druk besproken. Litwinof werd beschouwd als een vriend van Engeland en zijn vertrek wordt derhalve met leedwezen ontvangen. Algemeen legt men het aftreden uit als een afkeuring van de buitenlandsche politiek van Litwinof door de regeering der Sovjet Unie. Wel is waar gaf men toe, dat deze these nog door geen enkele positieve aanwijzing wordt bevestigd, maar verscheiden afgevaardigden wezen toch op het volgens hen veelbeteekend feit, dat Hitler in zijn redevoering geen toe speling heeft gemaakt op Rusland. Hedenmorgen meldde Reuter uit Londen: Alle bladen publiceeren op een opvallende plaats het aftreden van Litwinof als volks commissaris van buitenlandsche zaken der Sovjet Unie. doch het werd te laat ontvangen om nog veel commentaar hierop te leveren. In een hoofdartikel, getiteld .Polen en Rus land" schrijft de Times, dat het vraagstuk, dat tusschen de Sovjet Unie en Engeland be sproken wordt, en dat opnieuw in behandeling moet worden genomen met den opvolger van Litwinof is de vorm, waarin de overeenkomst moet worden gegoten, wanneer de Sovjets nog steeds de besprekingen in deze richting willen doorzetten. Het schijnt niet wenschelijk, dat een drievoudig verbond tot stand komt, dat CHINEESCHE STEDEN HEVIG DOOR DE JAPANNERS BESTOOKT. Te Tsjoenking meer dan duizend dooden ZELFDE AANTAL SLACHTOFFERS TE FOETSJAU. Voor den eersten keer van dit jaar heeft de Japansche luchtmacht de dicht bevolkte deelen van Tsjoenking zwaar gebombardeerd. Tijdens het bombardement zijn vele gebouwen in brand gevlogen tengevolge van brandbommen. Men gelooft, dat ruim duizend slachtoffers gevallen zijn. Chineesche jachttoestellen bonden den strijd met de Japansche aanvallers aan, die hun bom men neerwierpen in de overvolle straten langs den noordelijken oever van de Yangtse. Het bureau van Reuter ontkwam ternauwernood aan vernietiging, aangezien een dertigtal bom men aan alle kanten naast het gebouw neerviel. De dichtstbij gelegen bom sloeg slechts op tien voet afstand in den grond, doch kwam niet tot ontploffing. De brandbommen vernielden tien tallen houten huizen. De vlammen verspreidden zich snel en vernielden de kantoren van de Takoengpau, een der invloedrijkste Chineesche dagbladen. Naar het Chineesche persbureau voorts meldt zijn ook in de hoofdstad van Foekien, Foetsjau, die Dinsdag door Japansche vliegtuigen op moorddadige wijze gebombardeerd is, meer dan dui zend burgers om het leven gekomen of gewond. Sedert 21 Maart is de stad drie maal gebombardeerd. Maandag waren nog meer dan honderd men- schen het slachtoffer van een luchtaanval ge worden. Te Ningpo, een havenstad aan de kust van Tsjekiang, 200 kilometer ten zuidoosten van Sjanghai, zijn ongeveer honderd menschen door een vliegeraanval omgekomen. Europa in twee gewapende kampen zou schei den, doch er zijn punten van contact tusschen Engeland ein de Sovjet Unie, welke samenwer king op het gebied van verzet tegen een aanval mogelijk en wenschelijk maken. Een militaire aanval is een internationale misdaad, waar tegen de Sovjet Unie zich even vastberaden keert als een van de Westersche democratieën. Een overeenkomst kan derhalve zoo eenvoudig mogelijk worden opgesteld voor het doel, waar toe deze is bestemd n.l. liet verzet tegen een aanval. Molotof. WARSCHAU, 4 Mei (Havas). De Poolsche regeeringspers schrijft ten aanzien van het aftreden van Litwinof dat de reden hiervan is gelegen in verschil van inzicht met de ove rige leiders van de Sovjet Russische politiek. Het officieuze agentschap „Express" schrijft, dat Litwinof een hardnekkig verdediger was van de collectieve vei ligheid en dat hij een negatieve hou ding had aangenomen ten aanzien van de onderhandelingen met Groot Brittannië, dat zijn voorkeur voor bi laterale verdragen te kennen heeft gegeven. De „Express Poranny" schrijft: „De opvol ger van Litwinof is niet verstrikt in de theorie van de collectieve veiligheid, doch is een man, die het vertrouwen van Stalin en het leger geniet. Hij is een aanhanger van de vredespolitiek en van een evenwichtspolitiek. Hij is bekend om zijn vastberadenheid en zijn ambitie. Hij heeft herhaalde malen Duitsch land heftig aangevallen en gaat door voor een verbitterden tegenstander van Hitier". Over het algemeen geeft het lezen van de Poolsche pers hedenochtend den indruk, dat men in Polen het vertrek van Litwinof niet ongunstig oordeelt. Men beschouwde Litwinof steeds, zooals de Express Poranny het uit drukt, als de handelsreiziger van de politiek der Sovjets, die tezamen met Benesj een der meest belangrijke mannen van de vergade ringen van Genève was. Duitsch commentaar. BERLIJN, 4 Mei (D.N.B.). In de Duitsche bladen wordt groote aandacht gewijd aan het aftreden van den Russischen volkscommissa ris van buitenlandsche zaken, Litwinof. De „Lokalanzeiger" noemt Litwinof, naar de vruchten gemeten, een der minst succes volle ministers van buitenlandsche zaken, naar de methoden evenwel, een der behendigste agenten. Het aftreden van dezen man zal een sensationeele uitwerking hebben. Wij zullen ons hierover niet in combinaties verdiepen, maar wanneer deze minister plotseling zijn functie neerlegt, moet ook de onschuldigste leek constateeren, dat er of wel met de poli tiek, of met dezen politicus iets niet in orde is. In dit geval zal men echter vragen, of Enge land den rooden soldenier in het omsingelings- spel te weinig geboden heeft. Volgens de „Börsenzeitung" komt het aftre den van Litwinof zoowel aan Engeland als Frankrijk op het oogenblik hoogst ongelegen. Het is ons voldoende te weten, schrijft het blad, dat niet Litwinof de exponent eener Sovjetdiplomatie aan zijn einde gekomen is, wiens mislukkingen ever^ talrijk zijn als de successen van het natiopaal socialisme. Incident niet Duitsch journalist in België. Uitwijzing het gevolg. De socialistische afgevaardigde in de Belgi sche Kamer Piérard, die een interpellatie zou indienen over het incident te Winterslag op Zondag j.l., heeft tegenover vertegenwoordi gers van de pers verklaard dat de regeering hem er officieel van in kennis heeft gesteld, dat de Duitsche journalist Ehlert, die het in cident verwekt heeft, uit het land is gewezen. Ehlert is directeur van de „Deutsch-Belgi- sche Rundschau", correspondent van de „Westdeutscher Beobachter", leider van ver schillende Duitsche organisaties in België en vice-voorzitter van de buitenlandsche persver- eeniging in België. Genoemd incident kwam hierop neer, dat Ehlert tegen den commandant der rijkswacht, die de identiteitskaarten vroeg van bezoekers van een vergadering van het Duitsche Arbeids front, gezeg heeft; „Over drie dagen zult gij zelfs niet meer het recht hebben hier naar identiteitskaarten te vragen". Von Ribbentrop ontmoet Ciano aan het Comomeer. Gezamenlijk te Rome tijdens de rede van Beek? Omtrent het bezoek van den Duitschen mi nister van Buitenlandsche Zaken, von Ribben trop, aan Italië wordt uit Berlijn aan Havas gemeld, dat hij nabij het Como-meer een ont moeting zal hebben met zijn Italiaanschen col lega, graaf Ciano. Men veronderstelt, dat het voornaamste on derwerp van gesprek gevormd zal worden door Dantzig en Polen. Misschien zullen Von Ribben, trop en Ciano tezamen te Rome zijn, wanneer de Poolsche minister van Buitenlandsche Za ken, Beek, morgen zalt antwoorden op de rede van Hitier, zoodat weinig tijd verloren zal gaan voor de as om een besluit te nemen. Zonder twij fel zal iedere eisch van Polen inzake Dantzig met kracht worden verworpen en rekent Duitsch lan dhierbij op zijn asgenoot, aldus dit bericht. Duitschland stemt toe in ver sterking der Aalandseilanden. BERLIJN, 3 Mei. Officieel wordt medegedeeld dat de Duitsche regee ring op de desbetreffende vragen van Finland en Zweden heeft toegestemd in een militaire versterking van de Aalands-eilanden Als voorwaarde wordt gesteld dat beide landen neutraal zullen blijven bij een eventueelen oorlog in de Oost zee. (D.N.B.) Zes Engelschen moeten Duitsch land verlaten. Represaillemaatregel voor de uitwijzing van Duitschers uit Engeland. Reuter meldt uit Berlijn 3 Mei: Zes Britsche, in Duitschland woon achtige onderdanenhébben bevel ge kregen van de Duitsche regeering om Duitschland tegen 24 Mei a.s. te ver laten. Deze uitwijzingen vormen rechtstreeksche represaillemaatregelen voor de uitwijzing van zes Duitschers uit Groot-Brittannië. Onder de uitgewezenen bevindt zich Greene, de Berlijnsche chef-correspondent van de Daily Telegraph. Er is duidelijk gemaakt, dat verdere „niet rechtvaardige" uitwijzingen door Groot Brit tannië gevolgd zullen worden door verdere Duitsche represailles. De andere uitgewezen Engelschen zijn drie zakenmenschen, een ingenieur en een taal leeraar. Eden prijst de nieuwe Britsche politiek. Thans is er kans op duurzamen vrede. De vroegere Britsche minister van buitenlandsche zaken, Eden, heeft te Leamington een redevoering uitge sproken, waarin hij de buitenland sche politiek der regeering de politiek noemde, die de beste kansen bood op een duurzamen vrede. Hij legde tevens den nadruk op de waarde van over eenstemming tusschen Groot Brit tannië, Frankrijk en de Sovjet-Unie. De omstandigheden, aldus Eden, hebben gedwongen tot een terugkeer tot de politiek van collectieve veiligheid. Er is geen andere keus en de politiek, die de regeering thans aanvaard heeft en die wordt onderschreven door alle deelen van het Britsche volk, biedt de beste kansen, die ons geboden worden tot verzekering van den vrede. Terwijl het Brit sche volk bereid is te antwoorden op iedere actie, die er op berekend is het vertrouwen te herstellen, heeft het geen belangstelling meer in beloften met woorden, verzekeringen, vleierij of scheldwoorden. Eden voegde hieraan toe, dat hij er van overtuigd was, dat de natie zou wenschen te zien, dat de groote begaafdheden van Chur chill te zijner tijd in haar dienst gebruikt zouden worden. Fransche leening van zes milliard frank. Consolideering van schatkistbiljetten. Het Fransche ministerie van financiën zal met ingang van 15 Mei a.s. overgaan tot uit gifte van een leening, welke behalve de con solideering van schatkistbiljetten op korten termijn een beroep op het crediet doet ten beloope van zes milliard nieuw geld. De leening zal 5 pCt. rente geven. De koers van uitgifte bedraagt 98 pCt. De voor den duur van veertig jaren uitgegeven stukken zullen aflosbaar zijn na uitloting of op de beurs kunnen worden teruggekocht. Transportauto van de „Bijenkorf" uitgebrand. De auto en een groot aantal meubelen vernield. HEEMSTEDE Donderdag. Heden (Donderdag) morgen werd de brand weer gewaarschuwd dat een groote vrachtauto van de Bijenkorf uit Amsterdam op den Hee- renweg tegenover de Adr. Pauwlaan, in brand stond. Toen na enkele minuten de brandweer arri veerde, sloegen de vlammen uit den wagen. Met twee slangen op de waterleiding was het vuur spoedig gebluscht. Nadat de vlammen gedoofd waren, bleek dat het vuur een ware verwoesting had aangericht. Tot op den achterklap der wagen waren meu belen, die van de zaak van de Bijenkorf te Amsterdam moesten overgebracht worden naar de zaak in den Haag, opgestapeld, tusschen stroo en papier. Alles dus een goed voedsel voor het vuur! Vermoed werd dat een wielrijder een bran dende sigaret of sigaar in den wagen heeft ge worpen, doch niet onmogelijk is ook, dat bij het laden der auto, dat hedenmorgen is geschied, iets brandends in de lading is gekomen. Jongens die per rijwiel den Heerenweg passeerden, verklaarden dat zij reeds in Haarlem vlammen in de auto hadden gezien. Tenslotte waarschuwde een automobilist, die achter de brandende auto reed den chauffeur, die nog niets gemerkt had. Van den inhoud is maar weinig overgebleven, daar het meerendeel der meubelen verteerd is door het vuur of brandschade kreeg. Van de auto is de carrosserie van binnen geheel vernield tot op den zinken ombouw, de motor was echter nog goed, zoodat de chauffeur met het overschot der meubelen weer naar Amsterdam kon terug- keeren. In de wintermaanden was de toestand iets beter dan een jaar tevoren. Toenemende moeilijkheden voor veertigjarigen en ouderen. GENèVE, April 1938. (Van onzen correspondent.) E spanning, waarmede men in de ge- heele wereld zich de vraag stelt of de wereldvrede kan worden behouden, heeft ten gevolge, dat de aandacht eenigszins is afgeleid van een vraagstuk, dat enkele jaren geleden nog de grootste zorg baarde: de onrustbarende omvang der werk loosheid. De driemaandelijksche statistiek van het Internationale Arbeidsbureau óver den tegenwoordigen stand der wereldwerkloosheid is echter wel in staat ons de beteekenis ook van dit vraagstuk weder duidelijk voor oogen te plaatsen. Volgens dit dezer dagen verschenen statisti sche overzicht bedroeg het aantal der werkloo- zen in den afgeloopen winter minstens nog 16 millioen! Het Internationale Arbeidsbureau is slechts in staat de cijfers over 22 staten te bren gen. In deze 22 landen, die bijna geheel Europa, Australië en de Vereenigde Staten van Amerika omvatten, had de werkloosheid in de winter maanden 1938/1939 het getal van 151/» millioen bereikt. Wanneer men bedenkt, dat Italië, Japan en de meeste Zuid-Amerikaansche staten buiten deze samenvatting vallen, dan zal men toe geven, dat het aantal werkloozen in de wereld met ruim 16 millioen zeker niet te hoog geraamd is. Van deze 16 millioen bevinden zich niet minder dan 11 millioen in de Vereenigde Staten van Amerika, waar de werkloosheid nog steeds ruim 20 pet. van het aantal werkzoekenden omvat. Men pleegt de werkloosheidcijfers der sta tistieken van het Internationale Arbeidsbureau steeds met twee reeksen vorige -cijfers te ver gelijken. In de eerste plaats gaat men na, of de werkloosheid in vergelijking met precies een jaar geleden vermeerderd of verminderd is. In de tweede plaats vroagt men zich af of de werk loosheid sinds de openbaarmaking van het vorige statistische overzicht al dan niet ver ergerd is. Maken wij een dergelijke vergelijking ook thans, dan zien wij dat het aantal werkloozen in de 22 landen, waarover de statistiek loopt, in de wintermaanden 1938/1939 ongeveer 151/® millioen bedroeg, terwijl dit getal een jaar ge leden bijna een millioen hooger was, namelijk 16.370.000. In dit opzicht valt dus ondanks het nog steeds zeer hooge cijfer van het aantal werk loozen toch eenige verbetering vast te stellen. De vermihdering van het wereldcijfer der werk loosheid is aan 13 van de 22 landen te danken. De werkloosheid was in den afgeloopen winter geringer dan in den winter 1937/1938 in Dantzig, Denemarken, Duitschland, Finland, Litauen, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Polen, Roemenië, de Vereenigde Staten van Amerika Joego Slavië en Zwitserland. De negen staten, waar de werkloosheid was blijven toenemen, zijn Australië, België, Canada, Chili, Engeland, Frankrijk, Hongarije, Ierland en Zweden. De betrekkelijk gunstige indruk, dien men bij een vergelijking van de werkloosheidscijfers van den winter 1938/1939 met die van den win ter 1937/1938 verkrijgt, dreigt eenigszins verloren te gaan, wanneer men tot de andere vergelijking overgaat en tegenover de cijfers van den afge loopen winter die van het vorige najaar stelt. Daarbij blijkt, dat in bijna alle landen de werkloosheid sinds de vorige, op October be trekking hebbende statistiek is toegenomen. De eenige landen, waar de werkloosheid in Januari 1939 geringer was dan in October 1938, zijn Finland, Nieuw-Zeeland en Noor wegen. Dienovereenkomstig heeft ook het cijfer der wereldwerkloosheid in den tijd van October 1938 tot Januari 1939 een belangrijke stijging moeten beleven. Het wereldcijfer der werkloosheid is van 13.200.000 in October 1938 tot 15.496.000 in Januari 1939 toegenomen. Hoe betreurenswaardig deze stijging der werkloosheid natuurlijk ook is, zij behoeft geen aanleiding te geven tot bijzondere onge rustheid over de ontwikkeling van het werk loozenvraagstuk in de naaste toekomst. Want de winter is nu eenmaal voor de werkzoeken den het ongunstigste tijdstip van het jaar, waarin steeds een toeneming van het aantal werkloozen pleegt plaats te vinden. De stij ging met twee millioen is het normale sei zoenverschijnsel. De volgende driemaande lijksche statistiek zal zeker doen blijken, dat het aantal werkloozen thans in het voorjaar reeds weder belangrijk verminderd is. 'yOOR een beoordeeling der vooruitzichten op een toeneming of afneming van het aantal werkloozen zijn de volgende cijfers bemoedigend. In Juli 1938 bedroeg het aantal werkloozen in de 22 landen, waarover het In- ter nationale Arbeidsbureau gegevens bezit, ruim 15 millioen, hetgeen een vermeerdering van 4 millioen sinds Juli 1937 beteekende. In October 1938 was het getal ruim 13 millioen. wat IVi millioen méér was dan in October 1937. Het laatste cijfer, van Januari 1939. was weder gestegen tot 15V2 millioen, doch des ondanks was het bijna een millioen lager dan in Januari 1938! Men ziet hieruit, dat van Juli 1938 af de toestand in vergelijking tot een jaar terug voortdurend gunstiger gewor den is! Bij dit geleidelijke herstel der industrieele bedrijvigheid heeft zich nu een omstandig heid voorgedaan, waarop het Internationale Arbeidsbureau gemeend heeft de aandacht der regeeringen te moeten vestigen. De erva ring heeft namelijk geleerd, hoe bijzonder moeilijk het voor de 40-jarigen en ouderen geworden is weder arbeid te vinden. Het per centage der werklooze ouderen van dagen wordt in verschillende landen steeds grooter. In Frankrijk bijv. vormden de personen tus schen de 40 en de 60 jaren in 1931 nog slechts 28 pCt. van het totaal aantal werkloozen; in 1936 was dit percentage der oudere werkloo zen reeds tot bijna 38 pCt. gerezen. Een kort geleden ingesteld onderzoek in Parijs en om geving had aangetoond, dat aldaar het aan tal werkloozen van boven de 50 jaar zelfs 46 pCt op een totaal van 215.000 werkloozen uit maakte! Ook in België had de werkloosheid onder de ouderen van dagen een angstwek- kenden omvang aangenomen. In Maart 1937 vormden de personen van 40 jaar en ouder 54 pCt. van het totaal aantal werkloozen. De door het Internationale Arbeidsbureau ingestelde enquête naar de werkloosheid onder de oudere werkzoekenden heeft aan het licht gebracht, dat het gevaar voor de 40-jarigen en ouderen om bij vermindering van het aan tal arbeiders ontslagen te worden, niet groo ter is dan voor de jongere arbeidskrachten Een ontslag uit den arbeidsdienst treft beide groepen van arbeiders, ouderen en jongeren, ongeveer in gelijke mate. Het ongeluk voor de ouderen is echter, dat de werkgevers bij een herstel der bedrijvigheid de voorkeur aan jongeren plegen te geven. Daardoor is de kans voor de oudere arbeidskrachten, om. een maal tengevolge van een stijging der werk loosheid ontslagen, later weder arbeid te ver krijgen, gering. Dit is in het laatste jaar weer gebleken, toen na den nieuwen terugslag in het industrieele leven van het voorjaar 1938 in de tweede helft van het jaar 1938 weder een herstel intrad, dat echter meer den jonge ren dan den ouderen (behalve voor bepaalde werkzaamheden die bijzondere deskundigheid vorderen) ten goede is gekomen. De omstan digheid, dat de werkgevers in sommige lan den hoogere verzekeringspremies voor oudere dan voor jongere arbeiders te betalen heb ben, schijnt aan deze voorkeur in die landen niet vreemd te zijn. Het Internationale Arbeidsbureau heeft daarom gemeend in een afzonderlijk rapport over de werkloosheid der oudere arbeids krachten de aandacht der regeeringen voor dit vraagstuk te moeten vragen. Het heeft daarbij tevens de belangstelling gevraagd voor een maatregel die in enkele landen reeds wordt toegepast of althans in voorbereiding is: de bepaling dat bij de uitvoering van open bare werken een zeker percentage der in dienst genomen wordende arbeiders uit per sonen boven de 40 jaar zal moeten bestaan. Indien een dergelijke regel algemeen zou wor den toegepast en wellicht een wet ook den leiders van particuliere ondernemingen de verplichting zou opleggen een bepaald ge deelte van hun arbeiders uit ouderen van da gen te doen bestaan, zou een weldaad aan duizenden bewezen worden, die thans, in de kracht van het leven werkloos geworden, de toekomst slechts met schrik en wanhoop kun nen tegemoet zien. B. DE JONG VAN BEEK EN DONK RAUC PROGRAMMA VRIJDAG 5 MEI HILVERSUM I, 1875 en 415.5 M. Algemeen programma, verzorgd door de NCRV. 8.Schriftlezing en meditatie 8.15 Berichten, gramofoonmuziek (9.30—9.45 Gelukwenschen) 10.30 Morgendienst. 11— Gramofoonmuziek 11.15 Zang, piano en gramofoonmuziek. 12.— Be richten 12.15 Gramofoonmuziek. 1.— Quintolia en gr.muz. 2.35 Chr. Lectuur 3. —Orgelspel 4.— Holl. harpkwartet en gr.muz. 5.— Declamatie en gramofoonmuziek 5.35 Vervolg van 4.6.25 Berichten, hierna tot 6.55 Voor tuinliefhebbers. 7.— Berichten 7.15 Literair halfuurtje. 7.45 Gra mofoonmuziek. 8.30 Kamerorkest „Ars Nova et Antiqua", strijkkwartet en solist. 9.30 Actueel halfuur. 10.— Berichten ANP. 10.05 Causerie „Gezins- en huwelijksmoeilijkheden". 10.35 Or gelconcert 11.15 Gramofoonmuziek. ca. 11.50 12.00 Schriftlezing. HILVERSUM II, 301,5 M. 8.— VARA 10.— VPRO 10.20 VARA 12.— AVRO 4.— VARA 7.30 VPRO 9.— VARA 10.40 VPRO 11.00—12.00 VARA 8.Gramofoonmuziek (ca 8.16 Berichten) 10.— Morgenwijding 10.20 Zang, piano en gram. muziek 10.50 Gramofoonmuziek 11.— Declama tie 11.20 VARA-Orkest 12.— Gramofoonmuziek 12.25 Berichten 12.30 AVRO-Amusementsorkest 1.15 Zang 1.30 AVRO-Puszta-orlcest 2.— Voor tuinliefhebbers 2.30 Het Lyra-Trio 3.15 Disco- Variété 4.Gramofoonmuziek 4.30 Viool en piano 5.— Voor de kinderen 5.30 Orgel en zang 6.— De Ramblers 6.30 Maandelijksch overzicht v. beeldende kunsten 6.50—7.00 Filmmuziek 7.05 VARA-Kalender 7.08 Cyclus „Reizen en trek ken". 7.23 Berichten ANP. 7.30 Berichten. 7.35 Cursus „De Beginselverklaring van de Centrale Commissie voor het Vrijzinnig Protestantisme". 8.Fluit, piano en hobo. 8.30 Causerie „Vrijzin nige Protestanten in Transsylvanië". 9.— VARA- orkest 9.45 Zang met pianobegeleiding 10.— Fan tasia en soliste (opn.) 10.30 Berichten ANP. 10.40 Avondwijding. 11.— Orgelspel 11.30 Jazzmuziek (gr.pl.) 11.55—12.Gramofoonmuziek. DROITWICII, 1500 M. 11.10 Orgelspel 11.35 Jack Jackson's orkest en solisten 12.15 Wetenschappelijk overzicht. 12.35 I.20 Het Carelle-Strijktrio. 1.452.05 Gramo* foonmuziek 3.15 Orgelspel 3.40 Radiotooneel 4.20 Gaetano di Vito en zijn damesorkest 4.50 Zang en duetten. 5.20 Berichten 5.45 Orgelspel. 6.05 Parlementair overzicht. 6.20 BBC-Nnrthern or kest 7.05 Radiotooneel met muziek 8.20 Berich ten 8.50 Radiotooneel 10.15 Oscar Rabin's dans- orkest 10.50 Gramofoonmuziek 11.1011.20 Be richten. RADIO-PARIS, 1648 M. 8.00, 9.00 en 10.20 Gramofoonmuziek, 11.30 Zang 1.25 Richard Blareau's orkest. 1.35 Piano voordracht 2.05 en 2.30 Gramofoonmuziek 2.35 Zang 2.50 Vioolvoordracht 3.40 Gramofoonmu ziek 4.05 Zang 4.25 Het Casadesus-Trio 5.35 Zang met toelichting 6.20 Giardino-orkest 7.50 Radio-tooneel 9.50 Gramofoonmuziek 10.20 II.50 Nachtconcert mmv. solisten en het Noyon- koor. KEULEN, 456 M. 5.50 Gramofoonmuziek 6.30 en 7.50 Herm. Hagestedt's orkest. 11.20 Militair orkest. 12.35 Stedelijk orkest van Saarbrücken 1.302.20 Po pulair concert. 3.20 Danziger Landesorkest, Schupo-orkest en solist. 4.50 Zang en piano. 5.50 Kamermuziek 6.35 Gramofoonmuziek 7.50 Voor soldaten. 8.20 Gramofoonmuziek 9.5511.20 Ge varieerd concert. I BRUSSEL, 322 M. I 11.20 Gramofoonmuziek 11.50 Omroeporkest 112.501.20 Gramofoonmuziek 4.20 Pianovoor dracht. 4.50 Gramofoonmuziek 5.20 en 5.50 Cem balo en viola da gamba 6.20 Gramofoonmuziek 7.20 Omroeporkest 7.50 Radiotooneel met muziek 8.50 en 9.30 Omroepsymphonie-orkest 9.5010.20 Gramofoonmuziek. BRUSSEL, 484 M. 11.20 Gramofoonmuziek 11.50 Radio-orkest 12.501.20; 4.20 en 4.50 Gramofoonmuziek. 5.35 Causerie, hierna: Gramofoonmuziek 6.— Piano voordracht. 7.20 Militair orkest, Villier-kwartet en solisten 9.3010.20 Gramofoonmuziek. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.35 Blaasconcert (gr. pl.) 8.20 Radiotooneel 9.02 Berichten 9.50 Vereeniging voor oude mu ziek, 10.05 Berichten. 10.20—11.20 Omroepklein- orkest.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 9