Tunis Verzekeringen Zelfs de Maginot-linie ontbreekt niet HILDE ANNE DE VRIES «B. SWAMt SCHOTJE AUTOMOBIEL TENTOONSTELLING Litteraire Kantteekeningen. Lupine als sierplant AGENDA. ZATERDAG 6 MEI 1939 HÏSEEE M'S dagecad 13 Bevolking is zeer Fransch gezind (Van een bij zonderen medewerker) 1 TUNISIA! Tunisia!riepen de door het bezielend woord van hun Duce in vervoering gebrachte Calabriërs in Reggio en andere plaatsen in Zuid- Itallë, toen Mussolini daar kort geleden een bezoek bracht en er in zijn vurige redevoe ringen sprak van de noodzakelijkheid voor Italië om uit te zien naar nieuwe mogelijkhe den teneinde nog beter dan nu in staat te zijn aan zijn steeds toenemende bevolking een onbezorgde toekomst te verzekeren. Expansie, uitbreiding van het overzeesche gebied, emi gratie en kolonisatie vormden de kernpunten van zijn betoog. En de menigte begreep hem. Verbetering van positie, uitbreiding van in komsten en dus een ruimer voorziene disch, dat zijn dingen, die zoo gemakkelijk en direct tot de massa spreken. Dat is de eeuwen door al zoo geweeste De Romeinsche Caesaren wis ten deze tactiek ook naar waarde te taxeeren en zij gaven aan het volk zijn „panem et cir- censes", brood en spelen, en de dictator van nu doet in feite hetzelfde. Ook in dit opzicht is er weer niets nieuws onder de zon en de geschie denis herhaalt zich heel eenvoudig. Daar ko men heelemaal geen moderne fascistische theorieën aan te pas. Trouwens, Mussolini heeft zich geheel in de glorie van het oude Imperium ingeleefd en meermalen heeft hij het ook eerlijk en ronduit te kennen gegeven, zooals bij de feesten ter gelegenheid van de Keizer Augustus herdenking, dat het oude we reldrijk om de Middellandsche Zee het ideaal en de inspiratie moet zijn voor iederen patriot- tischen Italiaan. Niet alleen in Calabrië, maar overal in Ita lië wordt de bevolking systematisch vertrouwd gemaakt met de gedachte dat vooral Tunis om zoo te zeggen nog de onmisbare „missing link" is in den keten van Italiaansche territoria en invloedssferen om de Middellandsche Zee, het Imperium Romanum van de 20e eeuw. Dat wil nu weer volstrekt niet zeggen dat Tunis ook inderdaad het laatste desideratum is. Eenige twijfel is hier niet misplaatst, want op de fas cistische verlanglijst komt ook nog wel wat anders voor, hetgeen tot uitdrukking komt op een prentbriefkaart, die tegenwoordig in alle boekwinkels en restaurants verkrijgbaar is en waarop duidelijk staat aangegeven hoe het Romeinsche Keizerrijk er bij den dood van Keizer Augustus in 14 n. Chr. uitzag. En dan ziet de aandachtige toeschouwer al met één oogopslag dat niet alleen Tunis daartoe be hoorde men denke aan het oude Carthago maar evenzeer Libië, Cirenaica, Egypte, Pa lestina, Syrië, Turkije en tenslotte de geheele Balkan. Er zijn dus ook nog wel enkele andere, zoo al niet natuurlijke, dan toch zeker wel historische aspiraties. Maar op Tunis is in ieder geval voor het oogenblik de volle aan dacht gevestigd en het wordt geleidelijk en doelbewust in de centrale belangstelling van het fascistisch publiek getrokken. In het aan Tunis grenzende Libië hebben onder leiding van maarschalk Balbo voortdurend manoeu vres plaats. Maarschalk Goering heeft er met de Paaschdagen de situatie persoonlijk opge nomen en nu, terwijl dit artikel wordt ge schreven, is de Duitsche opperbevelhebber ge neraal von Brauchitsch, vergezeld van gene raal Pariani van het Italiaansche ministerie van oorlog, er op inspectiebezoek. Dreigende wolken pakken zich samen boven Noord- Af rika TunisiaTunisia „La France présent!" zei dezer dagen de Fransche minister van openbare werken De Monzie bij zijn bezoek aan Polen, toen hij sprak van de hulp, die Frankrijk in geval van nood aan zijn bondgenoot zou geven. En dit ,.La France présent" geldt evenzeer voor Tunis. Het is er inderdaad present, en wel met een groote legermacht en een uitgebreid ver dedigingsstelsel. Men weet het, Frankrijk is niet van zins dit Noord Afrikaansch gebied, waarover het sinds 8 Juni 1883 het protecto raat voert, aan zijn lot over te laten. En in het tegenwoordig stadium, nu er een anti- agressiefront is gevormd met den machtigen steun van de Vereenigde Staten op den ach tergrond. zal de regeering Daladier zelfs niet tot eenigerlei onderhandeling met Italië over deze aangelegenheid bereid zijn. Dat blijkt al wel voldoende uit de militaire voorzorgsmaat regelen, die reeds getroffen zijn en de uitbrei ding en verbetering van het verdedigingsappa raat. waaraan hier nog dagelijks wordt ge werkt. Zoo zag ik gisteren opnieuw een trein, volgeladen met veldgeschut, tanks en pantser wagens, benevens het noodige bedieningsper soneel, naar Zuid Tunis, de richting van de Libische grens, vertrekken. Het meest zuidelijk gelegen stadje, Gabes, is nu één groot militair kampement geworden. Het is het hart van de Tunesische Maginot-linie. Ik ben er deze week geweest. Een burger is er nu een zeldzame ver schijning. De hotels en particuliere wo ningen zijn vol militairen en door de straten dreunen onophoudelijk de zware camions, be geleid door ordonnansen op motorfietsen. Het is er als aan het front in tijd van oorlog. Want ook het motorgeronk van de vliegtuigen is niet van de lucht. Even buiten Gabes. daar waar de woestijn begint, is een groot militair vliegveld aangelegd, waar tientallen jagers en verken ningstoestellen druk oefenen. Het geheele ge bied langs de Libische grens is in staat van verdediging gebracht en vormt als het ware één keten van versterkingen, mitrailleurnes ten en versperringen. En de aanvaller kan er op rekenen dat ook de noodige tanks niet ont breken. die juist in een terrein als dit woes tijngebied belangrijke diensten kunnen be wijzen. Inderdaad is Tunis nu tot de tanden gewa pend. Want uiteraard is ook de kustverdedi ging in gereedheid gebracht. Bizerte, aan de noordkust, is een krachtig versterkte oorlogs haven, en als men per trein langs de oostkust reist van Tunis naar Gabes, over Sousse en Sfax, een afstand van meer dan 300 K.M., dan zijn langs de geheele route de khaki-unifor- men van de soldaten waarbij veel Senegalee- zen, telkens even zichbaar achter bermen en huizen of onder hier en daar verspreid staande boomgroepen. Dag en nacht zijn ze daar op hun post. En de burgerbevolking van Tunis is al evenzeer op alles voorbereid. Deze week wor den in alle steden en dorpen alarmoefeningen gehouden tegen aanvallen uit de lucht. F/OO zijn thans veler oogen op dit deel van Noord Afrika gericht. Tunis, belangrijk om zijn gerst, olijfolie, dadels en fosfaten heeft ruim 2 millioen inwoners, waarvan ongeveer 200.000 Europeanen, hoofdzakelijk Franschen en Ita lianen. Ik kom hierop straks nog terug. De Inheemsche bevolking is voor het over- groote gedeelte Islamiet of, zooals men het hier noemt, Muzelman. Dat is reeds vele eeuwen zoo geweest. De Arabische veroveraar Sidi Okba. die een belangrijk deel van Noord Afrika onderwierp, vestigde zijn rijk, en daar mede tegelijkertijd zijn godsdienst, in Tunis. De autochtone bevolking bestaat echter niet uit Arabieren, maar uit Berbers, ook al zijn taal, zeden en gewoonten Arabisch gebleven. De Tunesiër is zeer sterk aan zijn geloof ge hecht. Juist dit feit, deze liefde voor den Islam, is onder de huidige omstandigheden in politiek opzicht voor Frankrijk van de grootste betee- kenis. Want de antipathie van den Muzelman jegens het fascistisch regime berust grooten- deels op het feit dat Italië in zijn oogen den Islam en diens gezag beknot, nu onlangs nog weer door de verovering van het Islamitische Albanië. En de Tunesische pers, in al haar ge ledingen, wordt niet moede in haar bericht geving aan te toonen hoezeer de geloovigen van het fascisme te lijden hebben, met name in de Islamitische landen waar de Duce reeds den scepter zwaait, zooals in Libië en Alba niëHier voor mij liggen twee krantenbe richten van deze week; het een heeft als op schrift: „De aanvallen van Italië op den Is lam"; boven het andere staat: „Fascistisch vandalisme", en het schildert in felle kleuren het bombardement van het archaeologisch mu seum te Valona in Albanië, de vroegere ver blijfplaats van Ismail Kemal Bey Vlora. Da gelijks vindt men berichten van dezen aard in de bladen. En het is mij gebleken dat de Mu- zelmansche antipathie jegens Italië inderdaad ook onder het volk heeft wortel geschoten. In gesprekken, die ik met Inheemschen hierover had, kwam dit duidelijk aan den dag. Italië zal, als het te eeniger tijd tot een aan val op Tunis zou besluiten, niet alleen een krachtig Westerseh militair verdedigingsappa raat tegenover zich vinden, maar evenzeer een sterk vijandig gezinde Inheemsch-Islamitische bevolking. En men moet zich afvragen, welke van deze twee het gevaarlijkst zou zijn. Er is nog een andere bevolkingsgroep, die zich onvoorwaardelijk achter de Fransche vlag schaart. Het zijn begrijpelijkerwijs de Joden, waarvan er hier eenige tienduizenden gevestigd zijn. Nu de toestand dreigend blijft, hebben ook zij besloten om mede te werken aan de verdediging van Tunis. Zoo heeft Zon dagmorgen een groote Joodsche bijeenkomst plaats gehad onder leiding van Opperrabijn David Ktorza, waarbij besloten werd om gelden bijeen te brengen en de Joodsche valide bur gers aan te moedigen vrijwillig dienst te nemen in het Fransche leger. Tenslotte de Italianen. Zij zijn hier in even grooten getale vertegenwoordigd als de Fran schen. Ook op het economisch leven is hun invloed niet gering. Maar zij zijn en dit is voor Frankrijk wederom een belangrijk voor deel in twee kampen verdeeld: tegenover de fascisten vindt men hier tallooze democrati sche Italianen, die zelfs een eigen dagblad „II Giornale" hebben. Na de groote Rijksdag rede van Hitier de vorige week gaf dit blad het gesprokene weer met het volgende op schrift in vette letters over de geheele front pagina gedrukt: „Hitier blijft -op oorlog aan sturen". Dit is wel een eenigszins ander ge luid dan dat, hetwelk de andere Italiaansche pers laat hooren! En deze week organiseert de „Unione Populare Italiana" in geheel Tunis openbare bijeenkomsten, waar krachtig wordt aangedrongen op versterking van de banden tusschen Italië en Frankrijk, terwijl het fas cistisch regime in de meest krasse termen wordt veroordeeld. Op de meeting in de stad Tunis, waar niet minder dan 4000 menschen bijeen waren, Franschen, Italianen en In heemschen, riep een der sprekers, de Italiaan Cabrelli, lid van de „Vriendschapsbond Frank- rijk-Italië" uit dit in antwoord op het ver wijt dat een democratisch voelend Italiaan een landsverrader zou zijn dat juist de fas cistische regeering en haar aanhang zich aan landverraad schuldig maken, daar zij het Italiaansche vaderland en zijn leger hebben onteerd door toe te laten dat Duitsche gene raals thans voortdurend de Italiaansche weer macht controieeren en Hitier aldus kennelijk op het oogenblik de lakens uitdeelt in Italië en zijn koloniën. De spreker oogstte een storm- achtigen bijval. Overigens laat ook het fascistisch Italië zich niet onbetuigd. In de meeste Tunesische steden zijn clubgebouwen van de partij opgericht, een groote boekhandel zorgt er voor dat de offi- cieele dag- en weekbladen en andere act-ueele lectuur steeds verkrijgbaar zijn, terwijl men voorts overal Italiaansche scholen en bank instellingen ziet. Als regel vindt men deze ge bouwen op de groote boulevards en pleinen, dus op de belangrijkste en drukste gedeelten en centra der stad en het valt inderdaad zeer op daar, hoog aan den vlaggemast, de Italiaan sche vlag boven Tunis te zien wapperen. Wat dan ook de bedoeling is van de eigenaren dezer tricolores. Want propaganda, in welken vorm ook, is een specialiteit der dictaturen, die dit vak tot in onderdeelen verzorgen Zoo wacht Tunis de komende dingen thans af. En het doet dit in alle kalmte en zeker van zijn zaak, want Jeger en bevolking, Muzel mannen en Joden en een groot deel ook van de Italiaansche bevolking vormen nu geza menlijk één front. Het zal Italië niet gemak kelijk vallen hier vasten voet te krijgen. Tunis, inderdaad in al zijn geledingen, wenscht Fransch te blijven. (Adv. Ingez. Med.) voor al Uw HLorentzplei,n19 tg1:125ia (Adv. Ingez. Med.) Tweetonig signaal wordt op groote tochten als een waardevolle hulp beschouwd bij het passeeren Yan andere motor rijtuigen. Boschhoornszijnduurzaam, abso luut betrouwbaar en gemakkelijk te monteeren. Zi| geven een krachtig vèrdragend signaal, bij gering stroomverbruik. Verkrijgbaar bij alle Bosch-Diensten, automobielhandelaren en garage houders in Nederland. N.V. WILLEM VAN RIJNg/ AMSTERDAM (C.) KEIZERSGRACHT 171 TELEFOON 31308 (4 LIJNEN) (Ado. ingez. Med.) PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE RADIO CENTRALE OP ZONDAG 7 MEI Progr. I: Jaarsveld en Hilversum I. Progr. II: Hilversum n. In verband met plaatselijke slechte ontvangst noodzakelijke wijzigingen vooarbehouden. Progr. III: Keulen 8.30, Ned. Brussel 9.50. Fransch Brussel 10.20, Ned. Brussel 11.50. Parijs Radio 1.20, Ned. Brussel 1.35, London Regional 2.20 Keulen ±3.20, Radio P.T.T. Nord of diversen 5.20. Droitwich 5.50, Keulen 6.40, Ned. Brussel 9.20, Keulen 9.55. Progr. IV: Fransch Brussel 8.30. Droitwich 9.20, Keulen 1.20. Droitwich 1.40, London Regional 4.20, Parijs Radio of diversen 7.10 Fransch Brussel 7.20. Pauze 10.00 Straatsburg 10.05, Parijs Radio 10.20. Progr. V: 8.30 v.m.12.00 n.m. Diversen. op Maandag 8 Mei 1939. Progr. III 8.00 Keulen. 9.20 Parijs Radio. 9.50 Radio P.T.T. Nord, pl.m. 11.35 Ned. Brussel, 1.20 Keulen, 2.20 Danmarks Radio of diversen, 3.20 Keulen, 4.20 Ned. Brussel, 5.05 Radio P.T.T. Nord, 5.20 London Regional, 6.20 Keulen, 7.35 Straatsburg, 7.50 Keulen, 9.20 Ned Brussel, 9.30 Fransch Brussel, 10.05 Parijs P.T.T., pl.m. 11. Boedapest, 11.20 Stuttgart of diversen. Progr. IV 8.00 Ned. Brussel, 8.20 Parijs Radio, 8.30 Radio P.T.T. Nord, 8.50 Diversen, 9.35 Lon don Regional, 12.35 Parijs Radio. 1.20 London Regional, pl.m. 3.20 Droitwich, 11.20 Danmarks Radio. (In verband met plaatselijke slechte ont vangst noodzakelijke wijzigingen voorbehouden. Progr. V 8.007.00 diversen. 7.008.00 Eigen gramofoonplaten. Opera-programma. 1. Tosca van Puccini (verk. uitv,), SoL, koor, cn orkest v. Scala Theater Milaan. 2 Die Afrika- nerin, Costa Milona, 3 Figaro's Hochzeit, E. Berger, v. Ursulack, 4 Die Perlenfischer, Costa Milona, 5 Don Juan, E. Berger, v. Ursulack. BEZOEKT DE GROOTE 1939 FORD V 8 MERCURY-8 LINCOLN ZEPHYR V-12 VAN 10 TOT EN MET 13 MEI IN Het Concertgebouw, Lange Begijnestr., Haarlem GEOPEND VAN 10-22 UUR TOEGANG VRIJ N.V. Haarlemsche Auto Centrale, Stationsplein 11-13-15 (Adv. Ingez Med.) A. den Doolaard. De bruiloft der zeven zigeuners. Am sterdam - Querido's Uitg. De Balkan blijft den schrijver trekken en als een Balkan-Casanova verschijnt ons de mannelijke hoofdfiguur van dit zeer gehikte nieuwe boek van Den Doolaard. Den held er van zou men hem misschien ongaarne noe men, dezen Branco Markowitsj voor wien de vrouw slechts jachtwild schijnt te zijn, dat hij, -bij toevallig niet voorhanden zijn, ver vangt door zware drinkpartijen en redeloos gefuif. Maar naast hem heeft Den Doolaard een ware heldin geschapen in Doesjka, in wie de schrijver alle goede mogelijkheden van het moderne meisje en de moderne jonge vrouw verzameld heeft en welke lief-ernstige figuur hij met kennelijke genegenheid heeft in beeld gebracht. Branco exploiteert zijn onoverwinnelijk Don Juanschap oip nogal cynische wijze en als hij een enkele imaal een nederlaag te boeken krijgt maakt hem dat woest en gaat hij zich op vervaarlijke wijs te buiten aan pruimenjenever en dansmuziek. Op gewone dagen en in nuchteren staat is Branco wetenschappelijk fotograaf voor groote uitgevers; hij heeft in die hoedanigheid den ganschen Balkan bereisd, is zelf Serviër, doch kent den Albanees en den Montenegrin om zoo te zeggen van binnen en van buiten. Wat zijn werkzaamheden betreft is hij dus eenigs zins een collega van Den Doolaard, die in zijn ambtsbroeder een complex van ongebreidel- den hartstocht en egoïsme heeft gelegd, waar door zijn verhaal mogelijk en aanvaardbaar wordt. Vooral de eerste ontmoeting van Branco en Doesjka zijn door den schrijver met zorg en voortreffelijk behandeld. Branco is juist uit een dronkemansroes ontwaakt, waarin hij zich gestort heeft omdat zijn laatste liefde hem verliet. Zijn gewoonte is het, de andere partij te bedriegen en in liefdeszaken steeds de machtige te zijn. Nu had hij in Jelka er een gevonden, die hem aandurfde en van hem wegliep voor het hem convenieerde. Vandaar zijn woede en zijn roes. Maar daarna dwaalt hij weer het land in en komt in Ochrid terecht, waar hij Doesjka zal qnt- moeten. Doesjka is twintig jaar, in vrijheid door haar ouders opgevoed, kind met een helder verstand zij studeert filosofie in Belgrado en zij wordt door iedereen in Ochrid op de handen gedragen. Tusschen Branco, die vijftien jaar ouder is, en haar ontstaat iets dat voor Branco nieuw is: die liefde, waarin naast den hartstocht ook aan het leven van ziel en geest een plaats van belang is inge ruimd. In die harmonieuse genegenheid is Doesjka verreweg zijn meerdere en beiden hebben zij heel wat door te maken eer Bran- co's heerschzuchtig, instinctief liefdesbegeeren ham gerijpt heeft tot een vereeniging, die hij toch vurig wenscht. Maar hij is bang voor zichzelf, bang voor zijn verleden én voor de toekomst. Zal er voor Doesjka, die hij werke lijk lief heeft, duurzaam geluk uit een ver bintenis met hem mogelijk zijn? Maar Doesjka weifelt niet en tot een huwelijk wordt besloten. Dan komen de zeven Zigeuners, een aardige vondst van den romanschrijver. Branco staat er op, dat er Zigeunermuziek op de bruiloft zal zijn. Hij is verliefd op die muziek en zij heeft bij al zijn avonturen een rol gespeeld. Hij kent alle primas der Zigeunerkapellen van het land en zij kennen ook hem, want hij was immer royaal in zijn belooningen, als hij met vrouwen uitging en naar hun spel kwam luisteren. De zeven beste meest,er-violisten van het land zullen het feest opluisteren. Gevaarlijk experiment voor een sinjeur als Branco, maar een trouvaille van den schrij ver, die hem zeven avontuurlijke hoofd stukken aan de hand doet waarvan de lezer, die amoureuse romantiek bemint, met be langstelling kennis neemt. Al komt het in hoofdzaak overal in de wereld op hetzelfde neer, het Balkan-décor geeft er toch een apart tintje aan. Nu spelen de Zigeuners om beurten en ieder van hen speelt een lied, dat Branco terugvoert naar een ander avontuur, waarin dat lied gespeeld werd en beteekenis had voor hem en zijn kortstondige geliefde. Zij allen herleven voor hem, die nu naast zijn bruid zit op den avond voor den huwelijksdag. Allen ELKE BRANDENDE SIQAAÖ IB IN B055CHEN BRANDGEVAAR, tsatsny mi:sy.ï De tijd is voorbij, waarin lupine alleen werd aangeplant om onvruchtbaren grond wat stik stof houde ndei* te maken. Door haar symbiose met Bacillus radicicola, die, evenals bij vele andere vlinderbloemigen, in de door hem zelf veroorzaakte wortelknolletjes leeft, Is de de plant namelijk in staat om stikstof uit de lucht te gebruiken, wanneer de grond te arm is aan stikstofverbindingen. Dat was vroeger de eenige reden, waarom lupine werd verbouwd en dat was de eenige gelegenheid waarbij we de mooie, rijkbloeiende planten te zien kregen. Op armen zandgrond, temidden van kale dennenboschjes of heidegrond, woei ons dan plotseling de zoete geur der lupine tegemoet. En wanneer we met de oogen zochten zagen we het groote veld met de prachtige hooggele bloemtrossen, die er zoo wonderlijk frisch en fleurig uit zagen naast die armelijke dennen boompjes en de nog niet bloeiende heide. Gelukkig wordt nu al jaren deze mooie plant niet alleen om haar nut maar ook om haar schoonheid gekweekt en ze is een graag gezien gast in onze tuinen. Mochten we ons al ongerust maken, dat ze in goede tuinaarde misschien weer te veel aan stikstof zou krijgen, daarvoor is geen nood, want stikstofverbindingen in den bodem wer ken schadelijk op Bacillus radicicola. En zijn onder de gekweekte lupinevarieteiten met buitengewoon mooie kleuren: naast geel ook paars, rose, blauw, terracotta en wit. Bo vendien is het een voordeel, dat sommige dezer variëteiten in Mei al bloeien en dus vroeg aan uw tuin een stralende vroolijkheid brengen. Opdat de plant zoolang mogelijk frisch blijft en lang bloeit, doet u verstandig de bloem af te snijden, zoodra onderaan den tros zich een zaadpeul begint te vormen. Ook al zijn er boven nog wat bloemen aan, toch snijdt u dan den geheelen tros dadelijk af. Des te meer kans heeft u, dat uit de diverse zijtakken weer nieuwe bloemen ontspruiten. waren zij anders en toch niet meer dan een avontuur geweest: Zorka, Nada, Vera, Lju- bitsa, Mila, Manja en Jelka herleven allen door de hartstochtelijke muziek der zeven violisten en Doesjka zit er bij en ziet hoe Branco door die herinneringen overmeesterd wordt, hoe de angst voor later hem weer grijpt, hoe haar eigen geluk weer dreigt stuk te springen, juist nu zij meent Branco voor goed gewonnen te hebben. Ja, als het niet was om die zeven hoofd stukken, zou men zeggen: wat een uil is die Branco dooi- alles heen, om dat spel te ris- keeren. Hij heeft nog steeds niet afgeleerd de eigen kracht te overschatten en het ge vaar achterna te loopen. Nu zit hij en de ka- leidoscopische terugblik in zijn vroeger leven heeft hem kapot gemaakt. Hij kan niet met Doesjka beginnen; zij is te goed voor hem en als het nacht geworden is vlucht hij, de grens over, de bergen van Albanië in. En in eerste het beste Albaneesche stadje, Korea, dat hij bereikt, zet hij de boel op stelten, Ook daar wenkt de pruimenjenever en hij fuift den waard en de omstanders en de po litie erbij, totdat hij stomdronken ergens in een vuns verblijf zijn roes kan uitronken. De lezeres behoeft niet ongerust te zijn: Doesjka is geen meisje dat den man dien zij liefheeft in den steek laat. Zij weet hem in Korea te vinden en brengt hem mee naar- hun huis, dat ze samen gebouwd hebben in Ochrid. En Den Doolaard laat ons achter in de ver wachting dat het voortaan goed zal gaan, waarschijnlijk clank zij Doesjka, want ons vertrouwen in den heer Branco is niet over weldigend. Maar dat behoeft ook niet, want wij zullen hem vandaag of morgen toch niet tegen het lijf loopen en voor ons is alleen van belang, hoe een schrijver zijn fantasie orntoo- vert in een aanneembaren, boeienden vorm. Den Doolaard weet daarin meestelijke din gen te doen. Over land en volk blijkbaar voor treffelijk gedocumenteerd, geeft hij niet al leen, tusschen de intrige van het romanver haal dooi-, geestig- typeerende karakteristie ken van menschen en feiten maar ook is en hieraan heeft waarschijnlijk de figuur van Doesjka schuld, de ondertoon van gesprek ken als tusschen Doesjka en Branco, met pope Myron en met Doesjka's vader, van een klank die alle ijlheid van het gebruikelijke geleuter mist en den lezer een meer dan op pervlakkig genot verschaft. En veel aardige details die hier niet alle te vermelden zijn. en die m de constructie van het geheel het ver band niet ontwrichten, helpen bovendien, in mijn waardeering, de Zeven Zigeuners tot een der geslaagdste werken van Den Doolaard te maken. J. H. DE BOES. Lupine. Wanneer u er ruimte voor hebt, geeft het ook groote voldoening om zelf de lupine uit zaad te kweeken. U koopt wat zaad van Lu- pinus polyphyllus en zaait dat uit in Maart in een kistje, dat u in huis voor een zonnig raam op het Zuiden zet. Heeft u een kas, dat kunt u ze natuurlijk ook daarin plaatsen, maar ook in huis, op een zonnig plaatsje, zal het zaad snel opkomen. Half Mei zet u de zaailingen buiten op een kleinen halven meter afstand van elkaar. In den nazomer zullen ze dan voor het eerst bloeien. U zoekt de mooiste er uit om het volgend jaar op de bestemde plaats in uw tuin te planten. Denkt u eraan om bij het selecteercn ook op de houdbaarheid van de bloemen te letten. Sommige witte variëteiten hebben de onaange name gewoonte om spoedig de bloempjes af te werpen. Bij weer andere begint de peul vorming onderaan den tros te vroeg, wanneer de bo venste bloemen nog lang niet aan de beurt zijn geweest. Dergelijke variëteiten bewaart u dan liever niet. Maar de zaailingen, die u zoowel wat kleur als wat houdbaarheid betreft goed bevallen, kunt u verder ongeslachtelijk, door deeling voortkweeken. Ik twijfel er niet aan of deze zelfgekweekte lupine zal een extra plaatsje in uw hart in nemen. A. J. D. Heden: ZATERDAG 6 MEI Stadsschouwburg: Frits Hirsch Operette „Eine Frühlingsreise mit Dir", 8.15 uur. Dancing La Gaité, Raaks: Soirée dansante, 8 uur. Frans Hals Theater: Elisabeth Bergner in „Gestolen Leven", 2.30, 7 en 9.15 uur. Palace Familie Cinema: „De wereld in vlam men" en „De aanhouder wint". 2 en 8.15 uur. Rembrandt Theater: „Gunga Din" 2.30, 7 en 9.15 uur. Luxor Theater: „Jongensstad", 2.30, 7 en 9.15 uur. Moviac Theater: „De Kribbebijter". 2.30, 7 en 9.15 uur. Teyler's Museum, Spaarne 16, 113 uur, be halve 's Maandags. Toegang vrij. Palestina Diorama's, Schotersingel 117a. Ge opend eiken werkdag (behalve Vrijdags) van 35 en 79 uur. ZONDAG 7 MEI Bioscoopvoorstellingen 's middags en 's avonds MAANDAG 8 MEI Bioscoopvoorstellingen 's middags en 's avonds ROOSTER VAN APOTHEKEN (Samengesteld door den Inspecteur der Volksgezondheid.) Voor de apotheken die toestemming gevraagd hebben, om 's avonds en 's nachts en Zondags te sluiten, is door den Inspecteur der Volksgezond heid een sluitingsrooster opgemaakt. Van Zaterdag 6 Mei tot en met Vrijdag 12 Mei zijn de volgende apotheken op Zondag, 's avonds na acht uur en des nachts geopend Apotheek Van Rijn N.V., E. W. Henssen. apo theker, Kleine Houtweg 15. Tel. 10539. S. G. Beckering, Apotheek Loomeyer, Ziil- weg 34, Tel. 12495. F. C. Kuipers Azn., Schoterbosch-Apotheek, Rijksstraatweg 19, TeL 12711.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 15