Poolsch memorandum aan De steen des aanstoots Duitschland weinig gesticht over Beck's rede. Geen sprake van schending van de Poolsch-Duitsche verklaring van 1934 Gunstige ontvangst te Londen en Parijs Poolsch-Duitsche geschillen worden geheel tot Dantzig teruggebracht. ZATERDAG 6 MEI 1939 H A' X R E E M'S DAGBGAD S De tekst der Poolsche nota aan Duitsch- land, welke gisteren overhandigd is, luidt naar het Poolsche Telegraaf-agentschap, als volgt Zooals blijkt uit den tekst der PoolschDuit- sche verklaringen van 26 Januari 1934, als mede uit het verloop der onderhandelingen, die daaraan zijn voorafgegaan, had deze ver klaring ten doel nieuwe bases te leggen voor den opbouw der wederzijdsche betrekkingen tusschen beide landen. Deze verklaring ging uit van de twee voL gende beginselen: lo. Afzien van het gebruikmaken van ge weld in de betrekkingen tusschen Polen en Duitschland; 2o. Vreedzame regeling, door vrije onder- hahdelingen, van de geschilpunten, die zich in de verhouding tusschen beide landen mochten voordoen. De Poolsche regeering heeft steeds op die wijze de verplichtingen begrepen, die voor haar uit deze verklaringen voortsproten. In dien geest was zij bereid de betrekkingen van nabuurschap met het Duitsche rijk te vor men. Al gedurende verscheidene jaren voorzag de Poolsche regeering, dat de moeilijkheden, ondervonden bij de uitoefening van de func tie van den Volkenbond te Dantzig een ver warde situatie zouden scheppen en dat daar in, in het belang van Polen en Duitschland verbetering moest worden gebracht. Gedurende verscheidene jaren heeft de Poolsche regeering de Duitsche regeering te verstaan gegeven, dat overgegaan moest wor den tot ophartige besprekingen. De Duit sche regeering scheen zich echter daaraan te willen onttrekken en beperkte zich er toe vast te stellen, dat de Dantzigsche problemen de PoolschDuitsche betrekkingen niet zouden bemoeilijken. Bovendien heeft de Duitsche regeering meer dan eens de Poolsche regeering verzeke ringen ten aanzien van de vrije stad Dantzig gegeven. Aldus was het mogelijk den weg naar een accoord in te slaan, dat be gon met Dantzig en dat het mogelijk maakte, ondanks de pogingen van sommige vredesverstoorders, defini tief het vergif in de DuitschPool sche betrekkingen te neutraliseeren en aldus een aanvang te maken met oprechte en vriendschappelijke sa menwerking. Eerst na de gebeurtenissen van September 1938 heeft de Duitsche regeering het denk beeld geopperd van besprekingen met Polen over wijziging van.de positie van Dantzig en over een doorgangsweg tusschen het Rijk en Oost-Pruisen. In verband daarmede spreekt het Duitsche memorandum van 28 April 1939 over denk beelden, geopperd door den Duitschen minis ter van buitenlandsche zaken tijdens een onderhoud, dat hij 21 Maart 1939 te Ber lijn heeft' gehad met den ambassadeur van Polen. In dat onderhoud werd er van Duitsche zijde den nadruk op gelegd, dat een regeling van die kwesties bespoedigd moest worden, hetgeen een voorwaarde werd genoemd voor de handhaving van alle Duitsche voorstellen. Hoewel verrast door dezen aandrang op spoed en door de omstandigheden, waaronder zij geformuleerd werden, heeft de Poolsche regee ring zich aan onderhandelingen niet onttrok ken. Zij was echter van oordeel, dat de Duit sche eischen, gezien den aldus geformuleer- den inhoud, door Polen niet aanvaard kon den worden. Op 26 Maart werd het Poolsche standpunt in een schriftelijke verklaring aan de Duit sche regeering uiteengezet. Dat standpunt kan als volgt samengevat worden: lo. De Poolsche regeering stelde een gemeenschappelijke Poolsch Duitsche garantie voor van het afzon derlijke bestaan van de vrije stad Dantzig, welker regime eenerzijds gebaseerd zou zijn op de algeheele vrijheid van het binnenlandsche le ven der plaatselijke bevolking en an derzijds op de eerbiediging van de rechten en belangen van Polen. 2o. De Poolsche regeering was be reid met de Duitsche regeering alle latere regelingen te bestudeeren, wel ke van technisch standpunt bezien het transitoverkeer per spoorweg en langs de straatwegen van perso nen, die van het Duitsche gebied naar Oost-Pruisen gaan, vereenvou digen en vergemakkelijken. Een maand lang is hierop geen formeel ant woord ontvangen. Pas op 28 April j.l. heeft de Poolsche regeering door de Rijksdagrede van den rijkskansellier en het Duitsche me- moradum vernomen, dat het enkele feit van het ''oen van tegenvoorstellen, in plaats van de aanvaarding van de van Duitsche zijde mondeling geopperde denkbeelden, door het Duitsche rijk beschouwd werden als een wei gering om te onderhandelen. Het is duidelijk, dat het stellen van eischen door den eenen staat, welke dan zonder wijziging of reserve door den anderen staat aanvaard zouden moe ten worden, niet beschouwd kan worden als onderhandelingen in den zin van de verklaring- van 1934. Dat kan evenmin in overeenstem ming zijn met de vitale belangen en de waar digheid van den Poolschen staat. Er dient ook op gewezen, dat de Poolsche regeering niet in staat was zich uit te spre ken over een Poolsch-Duitsch-Hongaarsche garantie van de onafhankelijkheid van Slowa kije, waarop het Duitsche memorandum in aligemeene termen zinspeelt en waarop de rijkskanselier in zijn rede van 28 April nader inging. Iimmers een dergelijk voorstel was in dien vorm voordien nooit gedaan. Men kan zich overigens moeilijk voorstellen hoe een dergelijke garantie in overeenstem ming gebracht zou kunnen worden met het Duitsch politieke en militaire protectoraat over Slowakije, dat eenige dagen voordien werd afgekondigd, nog voordat Duitschland zijn voorstellen aan Polen deed toekomen. De Poolsche regeering kan niet de Duitsche interpretatie aanvaarden van de verklaring van 1934, welke daarop zou neerkomen, dat Polen zou moeten afzien van 't recht politieke accoorden met derde staten te sluiten, d.w.z. afstand doen van de onafhan kelijkheid van zijn buitenlandsche po litiek. Uit de politiek der Duitsche regeering van de laatste jaren blijkt duidelijk, dat zij voor zichzelf niet een dergelijke conclusie uit die verklaring trok. In dat verband herinnert de nota aan de Duitsche verplichtingen jegens Italië en het Duitsch-Slowaaksche accoord van Maart j.l. Polen verlangt wederkeerigheid. De Poolsche regeering verleent en eiseht wederkeerigheid in haar betrek kingen met andere staten, aangezien dat de eenige mogelijke basis is van normale relaties tusschen de staten. De Poolsche regeering verwerpt als ongefun deerd alle verwijten en bezwaren in zake de z.g. onvereenigbaarheid van de wederzijdsche Poolsch-Britsche garantie van April 1939 en de Poolsch-Duitsche verklaring van 1934. De Britsch-Poolsche garantie is zuiver defensief, bedreigt Duitschland in het geheel niet en is gelijk aan het Poolsch-Fransche bondge nootschap, waarvan de Duitsche regeering erkent, dat het wel vereenigbaar is met de Poolsch-Duitsche verklaring van 1934. De verplichtingen van Polen, voortvloeiende uit het Poolsch-Britsche accoord, zouden van kracht worden, in geval van een actie van Duitschland, welke de onafhankelijkheid van Groot-Brittannië zou bedreigen en dan zou bijgevolg Polen tegen Duitschland ook niet meer gebonden zijn door de verklaring van 1934 en het Kellogg-pact. Wanneer de Duitsche regeering de Pool sche regeering verwijt, dat zij zich heeft ver plicht de onafhankelijkheid van Groot-Brit- tannië te garandeeren, en wanneer zij dat dan als een schending door Polen van de verkla ring van 1934 beschouwt, laat zij na rekening te houden met haar eigen verplichtingen tegenover Italië, waarover de rijkskanselier op 30 Januari 1939 heeft gesproken. Meer in het bijzonder houdt de Duitsche regeering geen rekening met haar verplichtingen tegen over Slowakije, vervat in de accoorden van 18 en 23 Maart -939. De Duitsche garanties tegenover Slowakije maken geen uitzondering voor Polen. De vestiging van garnizoenen en het aanleggen van versterkingen in West- Slowakije waren voornamelijk tegen Polen gericht. Uit het voorgaande blijkt, dat de Duitsche regeering geenszins het recht had eenzijdig te verklaren, dat de Poolsch-Duitsche verkla ring van 1934 niet meer van kracht was. Deze verklaring was overigens voor den tijd van tien jaar gesloten en mocht tijdens die periode niet opgezegd worden. Bereid tot nieuwe onderhandelingen. Hoewel de Poolsche regeering niet de opvatting van de Duitsche regee ring deelt, dat de verklaring van 1934 door Polen zou zijn geschonden, is zij toch bereid, in geval de Duitsche re geering er prijs op stelt, dat de Poolsch-Duitsche betrekkingen op nieuw contractueel worden geregeld op basis van goede nabuurschap, voor stellen van dien aard te aanvaarden, echter onder voorbehoud, dat reke ning wordt gehouden met de prin- cipieele opmerkingen, hierboven in dit memorandum uiteengezet. Heden alle bladen. Mijnwerkersstaking in Amerika. Conflict omvat 466.000 man. NEW YORK, 5 Mei. De grootste staking in de geschiedenis van de Arereenigde Staten is vandaag uitge broken onder de mijnwerkers van de steenkolenmijnen in totaal 466000 ar beiders omvattende. De regeering strijdt nog steeds tegen de geweldige obstakels, d'ie voor de regeling van dit geweldige arbeidsgeschil bestaan. Er dreigt een tekort aan steenkolen te ontstaan, vooral voor de industrie en de voornaamste be drijven van de steden. Jcthn Steelman, de vertegenwoordiger van de regeering, heeft op de conferentie van werkgevers en arbeiders een pleidooi gevoerd voor de voortzetting van de onderhandelingen. Hij zeide dat, indien de onderhandelingen voor onbepaalden tijd werden uitgesteld, bijna een half millioen mijnwerkers en hun gezinnen bedreigd wor den dor armoede. Beide partijen gaven te kennen dat zij bereid zijn de besprekingen voort te zetten. De onderhandelaars trachten een nieuwe basis te vinden voor de- vervan ging van de tweejarige overeenkomst, die 31 Maart is afgeloopen. Deze onderhandelingen zijn sinds den eersten April vastgeloopen toen het eerste greote contingent mijnwerkers (340.000) het werk neerlegde. Dit beteekende dat 70 percent van de steenkoolproductie was stopgezet. John Lewis heeft geëischt dat de arbei ders beschermd worden tegen de „arbeiders- vijandige elementen onder de eigenaren" en tegen de groepen van de Amerikaansche fede ratieve arbeiders die den vereenigden mijnwer- kersbond tracht te verdringen. De werkgevers stemden er in toe de vakvereeniging van Lewis bescherming te verleenen. tfUnited Press.) in het huishouden is de „Thuis- wasch". Stuurt daarom Uw wasch, gemangeld voor 15 cent per kilo, overweeks naar de IJ M U I D E R WASSCHERIJ, SNELLIUSSTRAAT 39, IJMUIDEN, Tel. 4371 (Adv. Ingez. MedJ Beek 's rede geschikt voor ontspanning in Europa, constateert de Britsche pers In officieele kringen te Londen wordt gezegd, volgens Reuter, dat de rede van Beck in Britsche regeeringskringen le vendige voldoening heeft gewekt. Beek, aldus zegt men, heeft het standpunt der Poolsche regeering op krachtige wijze, doch tevens in weloverwogen gematigde bewoordingen uiteengezet. Terwijl hij duidelijk gemaakt heeft, dat Polen niet de belangen, die het vitaal acht, zal op offeren, blijft de deur open voor de re geling der bestaande vraagstukken door directe onderhandelingen. De Britsche pers begroet de rede van Beck met warmte en over het algemeen noemt men de rede vastberaden, doch gematigd van toon en geschikt om ont spanning te brengen in Europa. De „Daily Telegraph" zegt, dat het zeker niet de schuld van Beek zal zijn, wanneer zijn rede geen ontspanning brengt. Hitier heeft geen ver ontschuldiging om vriendschappelijke bespre kingen te weigeren, Beek heeft de deur wijd open laten staan. De „News Chronicle" is van meening, dat de rede geen provocatie inhield en het toch duide lijk maakte, dat iedere poging om Dantzig in te lijven zou stuiten op verzet van de geheele Pool sche natie. De „Times" schrijft, dat Beek de houding van Polen op bewonderenswaardige wijze uiteen heeft gezet, zonder uitdagend op te treden com bineerde hij sterke nationale gevoelens met op bouwend staatsmanschap. Zonder twijfel zijn de Polen bereid verbetering te brengen in den toe stand der Duitsche minderheid in Pommeren en elders en grootere faciliteiten te verleenen aan Duitschers op doorreis. Indien men aan beide zijden kalm blijft kan de zaak door onderhande len worden geregeld, doch iedere poging ze met geweld op te lossen zal ze onmiddellijk verande ren van een plaatselijk geschil in een verzet te gen methoden, welke de wereld niet langer wil toelaten. In Fransche politieke en diplomatieke kringen is, naar Havas meldt, men van oordeel, dat de rede van Beck in den be- staanden internationalen toestand een feit is van het grootste gewicht door de opmerkelijke definitie van den grond slag der Poolsche buitenlandsche poli tiek. Na deze uiteenzetting, aldus zegt men, vor men de Duitsch-Poolsche betrekkingen en in het bijzonder het vraagstuk-Dantzig een toetssteen voor de werkelijke bedoelingen der Duitsche po litiek. Men verheugt zich over de volkomen overeenkomst tusschen het Poolsche standpunt en dat der Fransche regeering. De aandacht van Fransche diplomatieke kringen is vooral ge trokken door de passages, waarin Beek betoogde, dat het Britsch-Poolsche verdrag volkomen ver eenigbaar was met het Duitsch-Poolsche nïet- aanvalsverdrag van 1934, indien de Duitsche regeering niet de bijgedachte had de politieke vrijheid van Polen door het verdrag van 1934 te beknotten D^ Fransche pers looft de rede eensgezind. Piétri schrijft in „Le Jour" dat Beek de waar heid en de rede in zijn voordeel had en deze heeft, gezegd op een kalmen en beleefden toon, waarvan de gewoonte in Europa ver loren dreigde te gaan. Ook Dormesson in de Figaro looft zonder voorbehoud de rede. In de „Petit Parisien" schrijft Bourgues, dat Beek duidelijk uiteen heeft gezet, aan welke zijde, zoowel van moreel als van politiek standpunt bezien, zich het goede recht be vindt. Hij voegt hieraan toe, dat Hitier steeds de mond vol heeft over vrede, doch iedereen in de wereld weet wat dit beteekent. Ook de Kérilles verklaart in „l'Epoque" dat Beek door zijn rede Polen in een sterke juri dische positie heeft geplaatst. Hij voegt hieraan toe, dat uit som mige diplomatieke besprekingen zou zijn gebleken, dat Duitschland met Polen een aanval op de Sovjet Unie had willen doen. Ook Madame Ta- bouis schrijft hierover in de Oeuvre. Volgens haar zouden de Duitschers in Maart voorstellen hebben gedaan, strekkende tot operaties tegen de Sovjet Unie met verdeeling van in vloedzones, waaronder zouden zijn verstaan de Oekraine, de Kaukasus, Poolsch Wit Rusland, en het Oostzee gebied. In de „Excelsior" schrijft Marcel Pays, dat er waarheden zijn, welke het goed is te zeg gen. doch welke onaangenaam zijn om te hoeren. De geheime Duitsche diplomatie, welke tot nu toe er in heeft bestaan zich de medeplichtigheid van zekere staten te verzekeren tot het verdeelen van andere lan den, waartegen zij grieven hebben, is thans ontsluierd. Na de rede van Beek begrijpt men beter de aarzeling van Italië om Duitschland in een gevaarlijk avontuur te volgen voor de belofte van een stuk van Frankrijk en van Hongarijë, dat Berlijn deed hopen op Slo- waaksch Transsylvanie. Washington optimistisch. Beck's rede bracht ontspanning. Uit Washington: De rede van Beek wordt te Washington gunstig beoordeeld. In diplo matieke kringen is men van meening. dat Beek, hoewel hij op ferachtigen toon heeft, gesproken, de deur voor onderhandelingen over Dantzig en den Corridor niet voor goed gesloten heeft. De eerste reactie uit Berlijn volgens welke de Duitsche regeering in de rede geen aanleiding voor een onmiddellijk geweld dadig optreden in Dantzig ziet, heeft een in druk van ontspanning gewekt. Ook Polen heeft de deur echter open gelaten. Naar Havas uit Berlijn meldt geeft men daar nog geen officieel commentaar op de redevoe ring van Beek, daar uit Berchtesgaden nog geen officieele instructies zijn ontvangen. Overigens brengt men hier in herinnering, dat de financieele bronnen van Polen en zijn „ze nuwen" een beperkte grens hebben en dat deze weldra zal zijn bereikt. Ook gelooft men dat de methode, welke Hitier tenslotte zal kiezen om het Duitsch-Poolsche conflict te regelen de me thode zal zijn van afmatting van het zenuwgestel en het moreel, welke in 1938 beproefd is geble ken, doch welke eenige maanden vereischt om vruchten af te werpen. Doch reeds thans schijnt de politiek duidelijk: de Duitsche pers streeft er naar het Duitsch-Poolsche probleem te rug te brengen tot de kwestie van Dantzig, welke een goede basis van uit gang zou moeten verschaffen voor de Duitsche propaganda. De Deutsche Diplomatisch-Politische Korres- pondenz zegt over de rede van Beek: De Poolsche minister van Buitenlandsche Za ken heeft de zwenking, welke de Poolsche po litiek sinds einde Maart heeft gemaakt in tame lijk lange verklaringen geprobeerd te rechtvaar digen. Dat hij het niet noodig heeft gehad te genover zijn eigen openbare meening het af wijken van de verstandige richtlijnen van Pil- soedski te vergoeilijken, hebben de in de laat ste weken ip alle deelen van Polen toenemende anti-Duitsche betoogingen aangetoond. Voor Duitschland zal het altijd onbegrijpelijk blijven, dat Polen, vooral na de overeenkomstig zijn wenschen geschiede liquidatie van de Kar- patho-Oekrainsche kwestie, niet met alle be reidheid het Duitsche voorstel heeft aangepakt, waarmede een der voor iederen Duitscher aller smartelijkste herinneringen aan Versailles in goede verstandhouding zou zijn opgeruimd. Zelfs wanneer hierbij een schreeuwend onrecht van dat vredesdictaat, zooals de afscheiding van Dantzig weer zou worden goed gemaakt, zou toch nog de erkenning overblijven de eveneens onder miskenning der punten van Wilson ge schiede annexatie van den Poolschen Corridor als een geschenk van Duitschland, welks betee- kenis en grootte in ieder geval buiten Polen letterlijk opzien heeft gebaard. Het maken van een bestendige verbinding tusschen het Rijk en de van het Rijk afgesneden oostelijke provincie zou daarbij door niemand als minder vitaal kun nen worden beschouwd dan eventueel de ver zekerde toegang van Polen tot de zee. Overigens rechtvaardigt het feit, dat een ha venstad een achterland bezit nog geenszins een aanspraak van het laatste op aanspraken van politiek bezit. In ieder geval is dit natuurlijk met het volste natuurlijke recht bijv. Ook de opvatting van Nederland ten aanzien van Rotterdam en van Italië tegenover Triest. Het geval Dantzig ligt niet anders. Men heeft, overigens deze haven lang genoeg schade toe gebracht en geprobeerd door den aanleg van Gdynia overbodig te maken. Dit aanbod is dus voldoende geweest om Po len in een vijandelijk kamp te brengen. Sinds dien maakt de openbare meening geen geheim meer van haar anti-Duitsche gevoelens. Met den besten wil kan geen oogenblik beweerd worden dat er sprake is van een materieele bedreiging van Polen door Duitschland, dat, iq den geest van het verdrag van '1934 iedere gedachte aan gebruikmaking van geweld verre van zich heeft gebannen. Des te verwonderlijker is de houding van Polen, dat niet alleen een door geen enke len Duitschen maatregel uitgelokte mobilisatie aan zijn westelijke grens ten uitvoer bracht, doch zijn politieke zwenking heel eenvoudig motiveerde met het recht met iederen staat, on geacht het Duitsch-Poolsche verdrag, gewensch- te verdragen te mogen sluiten, omdat er anders sprake zou zijn van een beperking der eenheid op buitenlandsch politiek gebied. Van welken geest het Poolsch-Engelsch verdrag ook zij, het toont niet alleen de Engelsche doch ook de Pool sche houding direct voor en na zijn totstandko ming de ondubbelzinnige neiging van een uit sluitend tegen Duitschland gerichte coalitie. De heer Beek geeft dus slechts nauwkeurig het Duitsche standpunt weer, wanneer hij zegt, dat een overeenkomst juist zooveel waard is als de daaruit voortvloeiende consequenties. Deze zouden echter uit het volledige afwijken door een der partners Polen van het be ginsel van het verdrag van goede buurschap blijken. In Duitschland heeft men sterk den indruk, dat zekere redevoeringen, die niet alleen door onverantwoordelijke Poolsche politici en mili tairen gehouden werden en geheim gehouden maatregelen, die in de grensdistricten werden genomen een maar al te duidelijke taal spreken. De Engelsche blanco-chèque heeft blijkbaar geleid tot psychologische nawerkingen, waarvan men niet weet of daarbij de Poolsche mentali teit werd miskend of dat er nadrukkelijk reke ning mede werd gehouden. De redevoering van den Poolschen minister van Buitenlandsche Za ken is met de verschillende bijkomende ver schijnselen voor het Duitsche volk in ieder geval een bevestiging, dat de wensch der Duitsche lei ding, uitgaande van het streven van maarschalk Pilsoedski ook voor de toekomst een verhouding te vinden van vertrouwen en oprechte samen werking der beide naties thans geen weerklank meer vindt in een daarmede in overeenstemming zijnden goeden wil. De National Zeitung te Essen schrijft over de edevoering van Beek o.m.: De Poolsche verklaring is blijven steken in de poging de feiten uit den weg te gaan en door verwringing der historische feiten de schuld aan de Duitsch-Poolsche spanning van de eigen schouders af te wentelen. Deze poging is te meer mislukt daar de verwijzing van den Poolschen minister van Buitenlandsche Zaken naar de be grippen van internationale achting en nationale eer in een zeer dubbelzinnig licht geraakt is, wanneer men daartegenover de feiten stelt. Welke bescherming, aldus vraagt het blad, geniet de eer. het leven cn het bezit der Duit sche minderheid in Polen? Hoeveel Duitsche boeren hebben in deze laatste weken in Polen de „vredelievende" methoden der Poolsche politiek aan eigen lijf moeten ondervinden? Voor die heeft Beek gesproken? Voor de Britsche omsin geling tegenover het rijk, voor de Poolsche chau vinisten, die sinds maanden met toenemende aanmatiging ophitsen tegen het rijk? In plaats van een gebaar heeft men in den Sejm slechts een „balanceeren" beleefd tusschen aanmati ging en verlegenheid. Havas vat de eerste indrukken te Berlijn aldus samen: Hoewel Beek de deur voor onderhan delingen niet heeft gesloten, is de in druk over zijn rede niet gunstig omdat hij niet het minste gedaan heeft om ge bruik te maken van de door de voor stellen van Duitschland geboden gele genheid tot het voeren van besprekin gen. „Duitschland moet het bewijs van zijn vredelievendheid geven." Het officieuze Poolsche agentschap Lskra doet uitkomen, dat „de redevoering van Beek niet de deur sluit voor pogingen den vrede te handhaven", Het orgaan voegt hieraan toe, dat deze pogingen blijkbaar niet kunnen wor den ondernomen op de basis der voorstellen van het Duitsche Rijk, doch op de door Beek aangegeven richtlijnen. Het is aan Po len 'te beoordeelen, welk oogenblik geschikt zal zijn om de onderhandelingen te begin nen. Men gelooft niet dat dit oogenblik ge past. is om ze aan te vangen, daar het ver trouwen in onzen eventueelen partner, ern stig geschokt is. Men zal kunnen onderhandelen, wanneer men zal weten kansen te hebben zich met elkander te kunnen verstaan, wanneer de daden der Rijksregeering ons zullen bewijzen, dat ook het Rijk een houding en methoden zal hebben aanvaard, die werkelijk vredelievend zijn." De „Wieczor Warszawski" schrijft: „De rede was niet voor het binnenland bestemd. Zij was een waardige en rustige uiteenzetting van het Poolsche standpunt voor de wereld. De rustige toon vorjnde een scherpe tegenstel ling met den nerveuzen en ongerusten toon van de rede, die een week geleden te Berlijn werd uitgesproken. De Polen vergeten hun broeders, die in Duitschland gebleven zijn niet, doch de kennis van onze verantwoorde lijkheid gebiedt ons te verklaren, dat het mi nimum van het nationale erfdeel, dat thans door den Poolschen staat gevormd wordt, in geen enkel opzicht kan worden verminderd. Iedere Pool weet dat en voelt, dat dit geen kwestie van politiek, maar van leven of dood is." De Poolsche bladen stemmen unaniem in met de rede van Beek. De Duitsche ambassadeur, von Moltke. is na een afwezigheid van bijna een maand gis teren te Warschau teruggekeerd. Gisteravond werd voor het ministerie van ■buitenlandsche zaken een groote betooging gehouden ten gunste van Beek. Duizenden personen juichten den minister toe. Beek verscheen op het balkon en hield een korte toespraak. Hij verklaarde, dat een vastberaden buitenlandsche politiek een vastberaden houding van het geheele volk vereischt. Werkende aan den opbouw van een derge lijke oolitiek. zullen, aldus Beek, zijn mede werkers en hijzelf er naar streven een buiten landsche politiek te voeren, welke het volk vertrouwen zal kunnen inboezemen. Rome poo<*t Polen te kalmeeren. De diplomatieke redacteur van het Italiaansche persbureau Stefani schrijft dat men niet kan in zien welk belang Polen er bij kan hebben een overeenkomst op basis van wederkeerigheid te hebben met zijn buurstaat. Maarschalk Pilsoeds ki had in een vriendschappelijke samenwerking met Duitschland een vitale noodzaak gezien voor Polen. Thans wil men doen gelooven, dat_ een veiliger waarborg voor Polen niet gelegen is in vrede en samenwerking met het Rijk, doch in een onverzettelijke oppositie, zelfs indien dat zou moéten leiden tot onherstelbare feiten, waar voor men Polen de hulp heeft belooft der wes- tersche mogendheden. De redacteur noemt dtt slechts een gevaarlijke illusie. Hitier heeft in zijn jongste redevoering een brug geslagen naar Polen door nieuwe onderhandelingen voor te stel len op de basis van rechtvaardigheid en wederkeerigheid, het is niet in het belang van Polen dit aanbod te laten vallen. Het ware belang van Polen is gelegen in een politiek van wederkeerigheid, goede buurschap en samenwerking met Duitschland. Italië heeft het nieuwe Polen concrete en be- langlooze bewijzen van vriendschap gegeven. Door het initiatief van Mussolini werd het pro bleem der Poolsclie eischen in de zone van Te- schen op het tapijt gebracht ter gelegenheid van de bijeenkomst van München. Het was door de vriendschappelijke houding van Italië en door het door de rijksregeering be toonde begrip, dat Polen de gewenschte gren zen met Hongarije kon verkrijgen, deze nog re cente successen der Poolsche politiek zijn met de as verbonden Door deze precedenten kan Italië tot de re- gcering van Warschau woorden richten van be proefde vriendschap, opdat men een gevaarlijke onverzettelijkheid vermijdt, die niet beant woordt aan de werkelijke historische belangen der Poolsche natie. In een commentaar op de rede van Beek geeft de „Giornale d'Italia" den Polen den raad tegenover de Duitsche eischen geen houding aan te nemen, die een verzoening mpt Duitschland onmo gelijk of onzeker zou maken Na een beroep op de Poolsch-Italiaansche vriendschap gedaan te hebben besluit het blad: „Door deze eenvoudige en openhartige uitnoodi- ging vertrouwt Italië Polen de bestudeering en de verantwoordelijke beslissing toe van een pro bleem, dat sedert 1919 bestaat en thans in een eindstadium komt."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 7