De Schat in de Woestijn ZOMERSCHE DAGEN IN JUNI. SSsOSs TToORËS.-1" FEUILLETON Naar het Engelsch van HECTOR JENNINGS Nadruk Verboden. 12) Het is gemakkelijk genoeg om te ver klaren, waarom ik op school ..King Dick" werd genoemd. Dat is maar de inleiding van mijn roman. Een van de dierbaarste over leveringen van mijn familie is, dat we regel recht afstammen van Koning Richard II, van Engeland. Goeie genade. Ik geef toe, dat de verklaring onge looflijk klinkt. Maar er is altijd een Richard Royson geweest in de geschiedenis van West moreland, sinds Leeuwenhart uit Palestina terugkeerde. Dat is de soort familie-traditie, waarop een jongen gewoonlijk pocht. Voeg daarbij een beetje handigheid in sport en u hebt den bijnaam kant en klaar. Maar het wonderlijke en vólkernen onverklaarbare is. dat terwijl ik hier stond en keek naar ons koplicht, dat over de woestijn danste, de fan tastische en verwaande gedachte zich van mijn ziel heeft meester gemaakt, dat ik de liefde van mijn koninklijken stamvader voor dit land deel. zijn eerzucht om in zijn ge heimste schuilhoeken groote daden te doen. en zijn verachting van alles wat zich tegen hem verzette. Hij strekte de rechterhand uit in de rich ting van de woestijn waar Jaffa en Jeruzalem lagen. Hij was vervoerd door de exotische hetoovering van het oogenblik. Zijn vervoering roerde in haar gelijke sna ren aan. Ik geloof in u. Daarom ben ik hier; ik ben gekomen om u te vragen, terwille van mij en terwille van nog iemand, die mij heel dierbaar is, het schip niet te verlaten, tot ik het u zeg. Op een ander oogenblik zou zulk een verzoek onheilspellend hebben geklonken Hij wendde zich om en keek haar in de oogen. Zij was zoo dicht bij hem. dat hij een wonder licht in hun diepte kon zien schijnen. Hij voelde de bekoring van haar tegenwoordigheid, den gloed van haar teedere schoonheid en zij weck niet terug, toen hij de hand op haar schouder legde. U hebt geen belofte van mij noodig. miss Fenshawe, zei hij. Tweemaal heb ik al ge weigerd weg te gaan, hoewel ik naar Enge land ben ontboden om een erfenis in ont vangst te nemen, die mij onrechtvaardig is onthouden. Wij, Richards zijn koppig en wij zijn trouw ook. U bent het geweest, die mij van ellende, bijna van wanhoop, gered hebt; dus wees niet bang, dat ik u zal verlaten. U hebt een pak van mijn hart genomen, antwoordde ze zachtjes. U bent de eenige man aan boord waarin ik werkelijk vertrouwen heb. ik ben bang. dat mijn grootvader misleid wordt, opzettelijk en schandelijk bedrogen, maar ik ben door gebrek aan bewijzen mach teloos om het te verhinderen. Maar vanavond na het diner heb ik bij toeval een gesprek over u gehoord, dat den twijfel, dien ik gevoeld heb van het oogenblik af dat tot deze expeditie besloten werd, heeft verdubbeld. Ik voel. dat ik het u moet vertellen, baron von Kerber wantrouwt u, omdat u een heer bent. Hij vreest, dat u als zoodanig zult handelen, als u moet kiezen t.usschen zijn belangen en uw eer als fatsoenlijk man. En vandaag, nadat die brief kwam Ja. mevrouw, hoorden ze kapitein Stump van de brug schreeuwen, juffrouw Fenshawe is op het voordek, met mijnheer Royson. U zult het een heel lief gezicht vinden om op een avond als deze door het kanaal te varen. En mrs. Haxton, die het heele schip afge zocht had naar Irene en misschien ook naar Royscai en ook het meisje zelf vroegen zich misschien af, waarom Stump zijn mede- deeling moest uitbazuinen, alsof hij wenschte dat iedereen aan boord het zou hooren. Mis schien kwam het, omdat, zooals Dick al ge merkt had, de vierkante schipper zoowel scherpe oogen had aLs een goed hart. HOOFDSTUK VI. In den voorhof. Waarom ter wereld heb je jezelf verstopt op dit gedeelte van het schip, Irene?, riep mevrouw Haxton, naderkomend met een snel heid, die een opvallende tegenstelling vormde met haar gewoonlijk kwijnende manieren. Ik heb je overal gezccht! Ik heb me niet verstopt en u moet een tamelijk groot stuk van uw „overal!" hébben overgeslagen, zei het meisje, met een kalmte die Royson bewonderde. Maar mr. Fenshawe zoekt je. Hij heeft al twintig minuten vergeefs op zijn partner aan de whisttafel zitten wachten. Ik had nooit gedacht, dat grootvader zoo ongevoelig was. Hier kaart te spelen! Met dat prachtige uitzicht naar alle kanten! Laat ik hem dadelijk gaan ophalen. Goeden avond mr. Royson. Dank u wel voor het ge zellige praatje. Ik denk, dat ik nu best examen kan doen in de geschiedenis en aardrijkskunde van het Suezkanaal. Dick salueerde en dankte in stilte voor het feit. dat vrouwen handiger waren dan man nen. Mevrouw Haxton scheen geen notitie van hem te nemen. Ze had zelfs nauwelijks tegen hem gesproken sedert ze uit Marseille ver trokken waren. Toch zou mevrouw Haxton zelf misschien een zekere spijt niet hebben kunnen onderdrukken, indien zij beseft had, welk een onbeteekenende plaats zij in zijn gedachten innam, toen hij haar volgde ever het dek. Voordat Dick echter in zijn kooi kroop, las hij Forbes' brief nog eens over en merkte toen op, dat het stuk de sporen droeg van knoeierij. Gevoegd bij Irene's bedekte waar schuwing, dat aan boord iets niet in den haak was, zag deze blijkbare censuur op zijn cor respondentie er leelijk uit. Het wees er haast op. dat de baron vreesde, dat hij was, wat de Londensche detective hem gevraagd had te worden: de betaalde spion van Alfieri. Hij vroeg zich af, welke macht de Italiaan over den edelman had. Nu hij in staat was de jong ste gebeurtenissen in hun onderling verband te beschouwen, zag hij, dat von Kerber alléén uit Londen was vertrokken in de hoop ieder, die zijn spoor volgde, af te schudden en gefaald had. Het was eveneens duidelijk, dat noch mr. Fenshawe, noch zijn kleindochter, noch zelfs mevrouw Haxton, moeite deden om hun verblijfplaats geheim te houden: Dick had dat gezien uit een aankondiging van den tocht der Aphrodite in een Londensche courant, die de loods aan boord had gebracht. Von KePber's naam werd niet vermeid, maar de anderen werden in het kort beschreven, van mevrouw Haxton stond vermeld, dat ze „een persona grata was in de Engelsch- Egyptische groote wereld". Waarom eischte de Oostenrijker dan zulk een geheimhouding van de bemanning van het jacht en waarom was hij zoo verstoord over de komst van een brief, geadresseerd aan een hunner? Maar Royson's aard was te luchthartig om hem ernstig te doen peinzen over anderman's aangelegenheden. Hij viel in slaap en sliep vast. in zalige onwetendheid van een gesprek, dat plaats had in het kaartenhuis, ofschoon dat gesprek van den grootsten invloed zou zijn op zijn eigen toekomst. Want von Kerber had, toen mr. Fenshawe en de beide dames naar beneden gingen, de gelegenheid te baat genomen een vertrouwe lijk gesprek met Stump te beginnen. Morgen bereiken we Suez, kapitein, zei hij en dat zal onze laatste gelegenheid zijn om degenen van de bemanning, die u onge schikt acht, kwijt te raken. Dat is waar, stemde Stump toe, maar ik kan niet zeggen, dat ik er een op de zwarte lijst gezet heb. Het eenige, wat er mijns in ziens aan ze mankeert, is dat er te veel zijn voor het werk aan boord. U beschouwt ze dan als betrouwbaar, ja? Goed, voor al wat u maar van ze ver langt, luidde het opgewekte antwoord. Dat is, wat ik wensch. Maar vertel me eens kapitein, zoudt u in staat zijn, mijnheer Royson te vervangen? Ik geloof, dat hij van nut is bij het zeilen van het jacht, maar u kunt hem ongetwijfeld wel missen? Het ontbrak Stump niet aan een zekere mate van intelligentie. Hij begreep de be doeling van von Kerber's opmerking en dat strekte niet om het plan, dat de ander in den geest had, te bevorderen. Meneer Royson?, klonk het snelle ge grom. Na Tagg is hij de beste van den troep. Dat is mcgelijk, maar ik heb reden aan te nemen, dat hij graag naar Engeland wil. Daar heeft hij niets van gezegd. Niet tegen u misschien, maar ik weet, dat het zoo is en ik wil hem niet tegenhouden als de bemanning toch genoeg is. Het is een moeilijk geval voor mij, omdat mr. Fenshawe zich eenigszins aan hem verplicht voelt, daar om zal ik blij zijn, als u hem morgen zijn gage wilt uitbetalen, een beetje ruim natuur lijk en rekening houdend met alle onkosten van de terugreis. Wablief?, zei Stump, onrustig draaiend onder von Kerber's onafgewenden blik. Meent u het, meneer? Ja zeker! (Wordt vervolgd). 1 1 ÉS fetclSS jj D2WI &SÖ80W£ 4 W JL-w» I i Y 1 1 j 1 1 j .-dl Gereed om tot houtskool verbrand te worden. Voorraad voor het houtskool- branden, dat te Vierhouten op de Veluwe weer begonnen is Een kleinzoon van Neville Chamberlain mocht het geld in de collectebus deponeeren, toen zijn grootvader een bloempje kocht tijdens de collecte te Londen voor de kanker-bestrijding Het nieuwe Holland-Huis aan de Oude Kleerkoopersstraat te Brussel Een felle brand heeft het nieuwe centraal station te Warschau ernstig ge- is deze week officieel in gebruik genomen in tegenwoordigheid van r talrijke autoriteiten teisterd. hen kijkje tijdens het blusschingswerk Vergeet de dieren niet op warme dagen. De voerman, die weet, wat zijn viervoeters bij hun werk in de felle zon toekomt, voorziet hen van een welkome verfrissing pgg&a**- De Hertogin van Kent temidden der jeugdige gasten van een kinderinrichting te Chelsea, waar van de Hertogin beschermvrouwe is en aan welke inrichting zij deze week een bezoek bracht .- waar de Engelsche onderzeeër .Thetis" is ge zonken, werd Woensdag een rouwdienst gehouden, welke door de verwanten der slachtoffers aan boord van den mijnen veger .Hebe" werd bijgewoond. - Een luchtfoto tijdens de droeve plechtigheid. Links: de .Hebe"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 14