Raad heeft bezwaren tegen voorstel van B. en W. Weer nieuwe verlangens naar voren gekomen. Mr. P. J. Oud: Last van Uw zenuwen? DONDERDAG 8 T U N I 1930 H A A R L E M'S DAGBLAD 3 Amsterdam 's raadhuis. Nog een derde ronde met meer architecten? Verschenen is het algemeen verslag van het afdeelingsonderzoek in den Amsterdamschen raad van de voordracht van B. en W. inzake den bouw van een raadhuis. Hieraan is het volgende ontleend: Al was door een groot aantal leden met in stemming kennis genomen van hetgeen door B. en W. inzake de regeling van de prijsvraag, zoo als die door den raad was gewenscht, is ge daan, toch werd van verschillende zijden de op merking gemaakt, dat zij den raad niet voldoen de gekend hebben ten aanzien van verschillende punten, die na de beantwoording van de prijs vraag van overwegenden invloed bleken te zijn geweest. Opmerkingen over de voor dracht, dc invloed van Publieke Werken. Uitvoerig en door vele leden is gesproken over over de eventueel te verstrekken opdracht aan de architectencombinaties M. Duintjer A. Kom ter en J. F. Berghoef ir. J. J. M. Vegter, welk voorstel ernstige bestrijding vond, in hoofd zaak omdat men meende, dat bij de uitvoering van deze opdracht van de zijde van den dienst der Publieke Werken te groote invloed zou wor den geoefend. Door het. geven van deze opdracht zou men in de hand werken, wat de raad vroe ger niet heeft gewild, nl. dat het nieuwe raad huis eigenlijk wordt gebouwd door Publieke Werken. Deze leden achtten daarom deze voor dracht in lijnrechten strijd met het vroeger door den raad ingenomen standpunt. Men achtte het gevaar niet denkbeeldig, dat de uitgenoodigde architecten te veel den dienst der publieke werken naar de oogen zouden moeten zien en dat hun ontwerpen daardoor aan origi naliteit zouden inboeten. In verband hiermede werd er op gewezen, dat over het algemeen de plannen van de tweede ronde minder oorspron kelijk moesten worden geacht dan die van de eerste inzending. Andere leden daarentegen meenden, dat voor te grooten invloed van den dienst der publieke werken niet gevreesd behoefde te worden, even min zal de dienst trachten, tenslotte gebouwd te krijgen, wat hij in het beginstadium zelf heeft ontworpen. Deze leden meenden, dat samenwerking tus- schen de toekomstige bouwmeesters en pu blieke werken niet ontgaan kan worden, omdat die dienst nu eenmaal de nauwkeurige gegevens bezit, welke men moet, kennen om het raadhuis aan de gestelde-technische en administratieve eischen te doen beantwoorden. Hoe staat de raad tegenover de voordracht? Naar het oordeel van sommige leden staat de raad, nu de prijsvraag niet het gewenschte reij sultaat heeft opgeleverd, door enkelen werd zelfs gesproken van een mislukking, weer geheel vrij. Andere leden daarentegen meenden, dat, hoezeer het te betreuren was, dat bij de ingezonden ont werpen zich er geen bevond, dat ver boven de andere uitstak, de prijsvraag niet als mislukt kan worden beschouwd. Verder is er het onge vraagde advies van de jury, dat door B. en W. is overgenomen, zoodat naar de meening van deze leden de raad toch niet geheel vrij staat. Door verschillende leden werd een opinie gegeven over de ingezonden ontwerpen voor de laatste ronde, waaruit bleek, dat zij over deze ontwerpen in het algemeen weinig en thousiast waren. Uit hoofde van de hierboven ge noemde bezwaren inzake den invloed van publieke iverken, alsmede uit hoofde van het ontbreken van een behoorlijke argximentatie van de zijde van B. en W. verklaarden véle leden zich tegen de voordracrit. Enkelen daarentegen meenden, dat het beter zou zijn', met de voordracht van B. en W. mee te gaan. Zij liet ook, dat ten aanzien van de derde ronde eenige wenschen door den raad moeten wor den geformuleerd. Door vrijwel alle leden werd betreurd, dat de gehouden prijsvraag, ondanks de goede or ganisatie, geen resultaat heeft opgeleverd en verschillende leden vroegen, wat daarvan oorzaken kunnen zijn. De ingezonden ontwerpen. Sommige leden meenden uit het resultaat van de prijsvraag te moeten opmaken, dat de Nederlandsche bouwmeesters niet in staat zijn gebleken, een ontwerp te leveren voor een Amsterdam waardig stadhuis. Zij noem den de prijsvraag een lijdensgeschiedenis en betreurden, dat men haar tot de Nederland sche architecten heeft beperkt. Volgens hen zou het een internationale prijsvraag hebben moeten zijn. Een zeer groot aantal leden kwam tegen deze opvatting op. Naar de opvatting van vele leden is het een fout geweest, dat het programma van eischen voor de prijsvraag te gedetailleerd was. Dit uitvoerige programma is zeker een handicap geweest voor vele architecten, omdat zij ge meend hebben, daaraan gehouden te zijn. Daardoor kreeg de prijsvraag het karakter van een vrij uitvoerig ontwerp in plaats van een ideeenprijsvraag. De grootte van het terrein en de rooilijn. Door een groot aantal leden werd betoogd, dat het ontbreken van een voldoend resultaat van de prijsvraag verband houdt met de kwestie van de oppervlakte van het voor het raadhuis te bestemmen terrein. Dit is volgens hen in de eerste plaats het gevolg van het terugdringen van de rooilijn van het oude Paleis voor Volksvlijt-terreln, door het door trekken van de rooilijn van Weteringschans naar Sarphatistraat. Hierdoor wordt ongeveer een vierde a een derde gedeelte van het oor spronkelijke terrein -Ueesneden en bet terrein ondieper gemaakt Verder moesten nok bet Oost- en jiet West einde worden verbreed, waardoor weder van het beschikbare terrein een gedeelte werd af genomen. zoodat er van de oorspronkelijke 25.000 M2. slechts 15.000 M2. of drie vijfde ge deelte als oppervlakte overbleef De situatie van het terrein. Door verschillende leden werd opgemerkt, dat het terrein niet gunstig gesitueerd is, om dat men van het Frederiksplein slechts één gevel van het gebouw zal kunnen zien en het aan weerszijden wordt opgesloten door de bebouwingen van het Oost- en Westeinde. Verder ligt de hoofdgevel op het Noorden, zoodat deze gevel bij een vlakke behandeling geen zonlicht ontvangt, wat voor de architec tonische werking van de details geen prettige omstandigheid is. Ook de omstandigheid, dat de drukke ver keersweg als onderdeel van de verbinding LëidschepleinWeesperplein vlak langs het gebouw loopt, is niet gunstig. Door enkele leden werd gesproken over de tegenwoordige omgeving van het Frederiks plein, welke men weinig waardig achtte voor het nieuw te bouwen raadhuis. Men betreurde dat aan de omgrenzing van dit plein in het prijsvraagprogramma zoo weinig aandacht was geschonken. De bouwkosten. Sommige leden achtten het beschikbaar gestelde bedrag van 10.000.000 te klein om hiervoor een behoorlijk raadhuis te bouwen, zelfs indien men door het doortrekken van de rooilijn WeteringschansSarphatistraat den omvang van den bouw beperkt. Zij meen den, dat het voor een stad als Amsterdam te verantwoorden zou zijn, indien boven dit be drag nog enkele millioenen beschikbaar wer den gesteld. Een groot aantal der ingezonden plannen zou voor het beschikbaar gestelde bedrag niet te bouwen zijn geweest. Ook on der de vier ontwerpen van de tweede ronde waren er verschillende, welke om hun grooten inhoud niet voor dit bedrag gebouwd konden worden.Verzocht werd om opgave van de werke lijke bouwkosten der laatste vier ontwerpen. Uitgesproken verlangens. Bij het, door een aantal leden van den Raad ingediende voorstel, om de voordracht inzake den bouw van een raadhuis, in de af- deelingen te behandelen, is tevens bepleit, ook andere oplossingen in het onderzoek te be trekken. Naar aanleiding daarvan werden verschillende opmerkingen gemaakt omtrent hetgeen in het nieuwe raadhuis zou dienen te worden ondergebracht. Vele leden waren van oordeel, dat ten min ste de dienst der publieke werken en misschien ook het bouw- en woningtoezicht en de wo- ningdienst in het nieuwe raadhuis moesten komen. Door andere leden werd gewaarschuwd tegen overdreven verlangens ten aanzien van de grootte van het gebouw, aangezien hierdoor de geheele zaak weer op losse schroeven zou worden gezet Het bouwen in gedeelten, de toekomstige uitbreiding. Hoewel sommige leden gekant waren tegen het onderbrengen in het nieuwe gebouw van diensten, welke daarin bij het prijsvraagpro gramma niet waren voorzien, meenden zij toch, dat met een behoorlijke reserve moest worden rekening gehouden, doch ook. dat uit breiding, indien die noodig mocht zijn, zou kunnen geschieden door middel van het bij bouwen van afzonderlijke gebouwen langs oost- en west-einde of rondom het Frederiks plein. Op die wijze zou ook van dit plan een ar chitectonisch geheel zijn te maken. Een raadhuis aan den Amstel? In verband met de mogelijke vergrooting van het gebouw en een vrije situatie werden ook het plan van ir. Lugt en een vroeger plan van architect Van der Mey ter sprake ge bracht. Het plan van ir. De Lugt beoogt ook het terrein tusschen het oosteinde en den Amstel aan te koopen en te bestemmen voor den bouw van het raadhuis, terwijl architect Van der Mey bovendien het terrein naar de zijde van de Pieter Pauwstraat wilde verbreeden. Het denkbeeld, aan den Amstel een raadhuis t bouwen, is niet nieuw, deze gedachte leefde al bij vele belangstellenden, nog eer de prijs vraag werd uitgeschreven. CHEM WASSCHERIJ EN VERVERIJ S. KROM N.V. - ALKMAAR. Filiaal Zijlstraat 85, Telef. 16387. Stuurt ons Uw goederen ter behan deling, want dan kunt U verzekerd zijn van een zorgvuldige en vlugge aflevering. (Adv. ingez. Med.) Door verschillende leden werden de voor deden van het plan-Lugt breedvoerig be sproken. Andere leden echter hadden ernstige be denking tegen het plan van ir. Lugt. Enkele leden vroegen, of B. en W. een raming van kosten zouden kunnen geven van uitbreiding van terrein en gebouw volgens het plan van ir. Lugt en volgens dat van architect Van der Mey. De uit te noodigen architecten. Ook afgezien van een eventueele vergroo ting van het terrein meenden verschillende leden, dat een grooter aantal architecten dan door B. en W. voorgesteld, moet worden aan gezocht voor het indienen van een ontwerp voor de derde ronde. Dit zou b.v. kunnen ge schieden door in plaats van tot twee tot vier loepen van architecten (n.l. de inzenders in de tweede ronde) een uitnoodiging voor het inzenden van een nieuw ontwep te richten, waarbij vrijheid zou worden gelaten aan andere architecten, om ook een ontwerp in te dienen, b.v. binnen den tijd van een jaar. Dit zou ook, naar het oordeel van deze leden, ten gevolge hebben, dat de bouwmeesters vrijer komen te staan tegenover publieke werken. Door vele leden toch werd uitdrukkelijk naar voren gebracht, dat aan publieke werken geen overwegende invloed bij het houden van de laatste ronde mag worden toegekend. De kosten, enz. Sommige leden waren van meening, dat aan de toegestane 10.000.000 niet te streng moet worden vastgehouden. Zij voerden als voor beeld aan, dat Rotterdam en Den Haag hun stadhuis uit eigen middelen hebben gebouwd of zullen bouwen en Amsterdam, wil het een waardig raadhuis krijgen, niet te karig zal moeten zijn. Verschillende leden drongen er op aan, dat B. en W. alles zullen doen. om nu op zoo kort mogelijken termijn tot uitvoering te ge raken. Gewezen werd daarbij op de groote werkloosheid, welke nog altijd in Amsterdam heerscht. Een aantal leden gaf in overweging, om aangezien de gang van zaken tot nu toe het gevolg is geweest van regelmatig genomen raadsbesluiten, op dien weg voort te gaan, waarbij zij wenschen aan te bevelen, het bouwterrein met zijn mogelijke gebreken te blijven accepteeren en de voordracht van B. en W. aan te nemen. De in beslag genomen Mexicaansche benzine. Op 27 Mei j.l. werd öp de Waal voor Nijme gen door de politie beslag gelegd op de lading van het Duitsche tankschip ,.Koenigsberg", dat pl.m. 1600 ton benzine van Antwerpen naar Straatsburg vervoerde, welke benzine oor spronkelijk uit Mexico afkomstig was. Deze beslaglegging geschiedde op verzoek van de Mexicaansche Vennootschap Cam pania Mexicana de Petrolea „El Aguila", be ter bekend als Mexican Eagle, welke 'ven nootschap eigendomsrechten op de lading van het schip doet gelden. Aangezien de „Koenigs- berg" nog steeds te Nijmegen onder beslag ligt, heeft de Fransche Petroleum Mij., de N.V. Petro Service, voor wier rekening de benzine naar Straatsburg werd vervoerd en die de la ding te Antwerpen had gekocht, in kort ge ding den president van de Arnhemsche recht bank verzocht dit beslag op te heffen. Uit de gevoerde pleidooien bleek, dat de in beslag genomen Mexicaansche benzine een gedeelte vormt van de 10.000 ton benzine, wel ke in Juli 1938 met het s.s. „Lundgren" uit Mexico naar Europa vervoerd en in de haven van Vlissingen in beslag was genomen op ver zoek van de Bataafsche Petroleum Mij, welke een vordering heeft op de Mexican Eagle, uit welker inmiddels door den Mexicaanschen staat onteigende brongebied de benzine afkomstig is. Na een ingesteld kort geding wees de presi dent van de Middelburgsche rechtbank een eisch, namens de Ver. Staten van Mexico in gesteld tot opheffing van het beslag toe. De benzine werd hierop naar Antwerpen verscheept, doch daar liet op haar beurt de Mexican Eagle beslag op de lading leggen, met het motief, dat de benzine haar eigendom was. Ook daar gaf de president der Antwerp- sche rechtbank de lading evenwel vrij, waarna een gedeelte van de lading 1600 ton per „Koenigsberg" naar Staatsburg ver voerd werd. Onder Nijmegen volgde een nieuw beslag. De president der Arnhemsche rechtbank zal over eenige weken uitspraak doen. Gemeenten en rijk moeten samenwerken. Rede op de Jaarvergadering der Ver. van Ned. Gemeenten. In de Woensdagmiddag te Amsterdam be gonnen algemeene jaarlijksche vergadering van de vereeniging van Nederlandsche ge meenten, welk congres twee dagen duurt, heeft de burgemeester van Rotterdam, mr. P. J. Oud, een inleiding gehouden over het onderwerp: „de gemeentefinanciën als onder deel van de overheidsfinanciën". Spr. begon zijn rede met de opmerking, dat, wanneer men het heeft over de moeilijkheden van de gemeentefinanciën. men niet de oogen mag sluiten voor de moeilijkheden, waarvoor de overheid staat ten opzichte van haar fi nanciën. Een enquête onder de gemeenten, die bij zonderen regeeringssteun ontvangen, heeft uitgewezen, dat in de begrooting van 301 van deze gemeenten een bedrag van circa 35 millioen gulden is verdisconteerd. De geza menlijke begroctingstekorten van alle nood lijdende gemeenten is echter veel grooter en benadert de 50 millioen gulden. Rijk en ge meenten staan dus beide voor groote moeilijk heden. Hoe is dat gekomen? Voor rijk zoo wel als voor de gemeenten zijn de oorzaken dezelfde. Men zou ze kunnen samenvatten in het woord „Crisistoestanden". De inkomsten zijn gedaald en de uitgaven gestegen. Voor rijk en gemeenten beide maar voor het rijk komen de defensie-uitgaven daarnog extra boven op. Hoe moeten we er uit komen? Door belastingverhooging en bezuiniging. Doch nu manifesteert zich het verschil tusschen rijk en gemeenten, want het rijk heeft theore tisch een onbeperkt belastinggebied, terwijl de gemeenten zijn gebonden. Gebonden aan bepaalde belasting-capaciteiten. Dat heeft de gemeenten wel eens gegriefd, doch die grief is niet gerechtvaardigd Intusschen betwijfelt spr. of een uitbreiding van het belastinggebied de gemeenten ge lukkig zal maken. De oplossing van het vraagstuk der finan- cieele verhouding tusschen rijk en gemeen ten is hetzelfde als het antwoord op de vraag op welke wijze kan de belastingdruk billijk worden verdeeld. In het vervolg van zijn rede zeide mr. Oud dat de regeering, waarin hij destijds een werk zaam aandeel had. een grens heeft getrokken tusschen loonarbeiders en kleine zelfstand! en. De eersten werden zoo noodig gerangschikt onder het begrip werkloosheidszorg, de twee den onder armenzorg. Het onbevredigende van den tegenwoordigen toestand aldus spr. Me] E van Broekhuizen, dochter van den Zuid-Afrikaanschen gezant, trad Dinsdag te Den Haag in het huwelijk met den heer H. van Huyssleen Het bruidspaar verlaat het kerkgebouw. Rechts dr. H. D. van Broekhuizen Een halve eeuw geleden Uil Haarlem's Dagblad van IÖ89. Spoedig weer opgewekt en gekalmeerd met Mijnhardt's Zenuwtabletten Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten. (Adv. Ingez. Med.) is, dat het niet meer houdbaar is een grens tusschen beide groepen te trekken. Spr. er kent dit gaarne en meent, dat een herziening van dezen regel dringend gewenscht is. Spr. is het eens met hen, die zeggen, dat de kosten voor werkloosheidszorg over de ge heele gemeenschap moeten worden verdeeld Uitvoering door het rijk alleen acht hij ech ter niet doelmatig en uitvoering door de ge meenten bij financiering door het rijk, even min. Spr. ontwikkelt vervolgens een denk beeld, waarbij de gemeenten een bepaald per centage, een bepaald gedeelte van haar belas tingcapaciteit aan werkloosheidszorg be schikbaar stellen en het rijk het overige bij past. Echter ook deze gedachte aldus Mr. Oud heeft bezwaren, want reeds aanstonds zullen er gemeenten zijn, die wel en andere die geen bepaald percentage kunnen afstaan Het beginsel van de regeering om het werk- loosheidssubsiediefonds te laten werken naar uitsluitend objectieve normen is goed, maar het is alleen dan uitvoerbaar, wanneer de noodlijdende gemeente weer uitzondering wordt. Met de subjectieve bijdragen over te hevelen naar Binnenlandsche Zaken, komt men geen stap verder. Aan het slot van zijn inleiding stond spr, nog in het kort stil bij de jongste belasting wetsontwerpen der regeering, nl. die tot hef fing van een nationale inkomsten- en winst belasting, enz. Hij constateerde dat deze van een geheel ander beginsel uitgaan en betoogde voorts, dat de nieuw voorgestelde maatregelen ook van invloed zullen zijn op de gemeente financiën. Er zijn diverse onbillijkheden waardoor het zeer gewenscht is, dat een en ander nog wel nauwkeurig onderzocht en na der overwogen dient te worden, in het bij zonder ten aanzien van de gevolgen voor de gemeenten individueel. Spr. drong er op aan, dat- rijk en gemeenten oog hebben voor eikaars moeilijkheden en dat zij eendrachtig zullen samenwerken een bevredigende oplossing te vinden. Huishoudelijke vergadering. De openbare vergadering, waarin Mr. Oud sprak werd voorafgegaan door een huishou delijke bijeenkomst, die werd geopend met een rede van den heer A. Verdijk, den waar nemend voorzitter. Als bestuursleden werden herkozen de hoe ren M. Vrijenhoek, wethouder van 's-Graven- hage en H. Haitsma. secretaris van Bolsward terwijl de heeren Mr. P. J. Oud. burgemeester van Rotterdam; H. Botterweg, wethouder van Utrecht en mr. R. M. van Dusseldorp. burge meester van Goes, werden benoemd in de vacatures, ontstaan door het overlijden van mr. P. Drooglever Fortuyn, het bedanken van den heer M. Fernhout en het aftreden van den heer mr. J. J. P. C. van Kuyk. die niet herkiesbaar was. Bij de behandeling van het jaarverslag over 1938 werd de vraag gesteld of de ver eeniging van Nederlandsche Gemeenten wel licht een taak heeft in het streven naar gees telijke en moreele herbewapening welke vraag door het bestuur nader in beschouwing zal worden genomen. Uit het huishoudelijk verslag blijkt, dat dc vereeniging op 1 Januari j.l. 1019 leden tel de. In totaal waren er op dien datum in Ne derland 1054 gemeenten, zoodat slechts 35 gemeenten geen lid der vereeniging zijn. AANBESTEDINGEN. Haarlem, 6 Juni. Door het provin ciaal bestuur van Noord-Holland is he den bij enkele Inschrijving aanbesteed: le. De uitvoering van baggerwerk in het Noordzeekanaal, tusschen de Invaart naar de nieuw te bouwen schutsluis te [Jmuiden en Zijkanaal A. tRaming 30.650.). Minste inschrijvers A. Vol- ker Lz. en P. A. Bos, te Sliedrecht en Dordrecht, voor f 30.650. 2e. Het ver beteren van twee gedeelten der kade op het eiland Urk, behoorende tot de zee- werken in Noord-Holland. tRaming 2400.Minste inschrijver H. J. Buis. te Urk, voor 2439. Oproep tot steun aan gemobili seerde werknemers. Werkgeverscentrales richten zich tot hun leden. Men schrijft ons: Het Verbond van Nederlandsche Werkgevers, de Algemeene Katholieke Werkgeversvereni ging en het Christelijk Werkgeversverbond rebben zich reeds bij herhaling op oogenblik- ken van internationale spanning gewend tot hun leden en een beroep gedaan op den na- tionalen zin van de werkgevers, om voor zoover in hun vermogen ligt in hun bedrijf de maat regelen te treffen, ten einde het onder de wapenen geroepen personeel zoo weinig mo gelijk persoonlijk nadeel te doen ondervinden van de verplichtingen, welke zij in het belang •an de landsverdediging hebben te verrichten. Het stemt tot voldoening van vele kanten te mogen vernemen, dat aan een zoodanig be roep in ruime mate gehoor is gegeven. Tal rijk zijn de gevallen, waarin werkgevers voor zieningen hebben getroffen ten doel hebbende de gemobiliseerde arbeidskrachten wederom te werk te stellen, wanneer de regeering den tijd gekomen acht, de opgeroepenen naar hun haardsteden te doen terugkeeren, hetzij door dat anderen de taak van de opgeroepenen zou den overnemen. Ook werden maatregelen ge nomen. waardoor de werknemers toeslagen ontvangen op de van rijkswege uitgekeerde kostwinnersvergoeding, voor zoover de betrok kenen in verband met gezinsbehoeften in een financieel aanmerkelijk ongunstiger positie zouden komen te verkeeren. De reden, dat hoogergenoemde werkgevers- centralen voor deze aangelegenheid nogmaals de aandacht vragen is gelegen in het feit. dat de vraae van werkgeverszijde meermalen wordt gesteld, hoever men zijn medewerking zal moeten uitstrekken. Hoewel een algemeen antwoord op deze vraag moeilijk kan worden gegeven, omdat de omstandigheden, waaronder de werknemers waren tewerkgesteld, vóór hun buitengewone opkomst onder de wapenen, onderling zeer verschillen en dus aan een in- dividueele beoordeeling soms de voorkeur moet worden gegeven, meenen de werkgeverscen- tralen, dat de hierboven geschetste voorzie ningen hierbij richtsnoer kunnen geven. Indien toch voor den betrokkene de zeker heid aanwezig is, dat hii ziin plaats in de on derneming bij terugkeer uit militairen dienst weer zal kunnen innemen en hem bovendien de financieele schade op ziin opkomst verbon den zooveel mogelijk wordt vergoed, zullen de verdere bezwaren, a's b.v. het gescheiden zijn van gezin of familie hem lichter vallen, dan wanneer in het geheel geen voorzieningen zijn getroffen. Indien op deze wijze werkgever en werk nemer hun offer gezamenliik zouden brengen voor het gemeenebest. houden de centralen zich er van overtuigd, dat hierdoor naast de behartiging van het algemeen belang de goede verhoudingen in het bedrijfsleven in niet ge ringe mate zullen zijn gebaat. Bosch- en heidebrand. Woensdagmiddag omstreeks half vijf heeft een boschbrand gewoed op het landgoed Wallen burg te Zeist, waarbij een H.A. dennebosch, eigendom van de Nederlandsche Heide Maat schappij. in vlammen is opgegaan. Het blusschingswerk werd verricht door de brandweer van Soest, geassisteerd door de Zeis ter politie, militairen van Soesterberg en genie troepen, die in de buurt gelegerd zijn. Woensdagavond om negen uur is de Nijmeeg- sche brandweer gealarmeerd voor een bosch- en heidebrand langs de spoorlijn Nijmegen-Groes- beek, tusschen het sanatorium Dekkerswald te Groesbeek en de buurtschap De Muchter. Doordat onmiddellijk werd ingegrepen kon de brand tot één II.A. bosch en heide beperkt wor den. Een oogenblik liepen de terreinen van Dek kerswald gevaar, doch gelukkig kon erger wor den voorkomen. Tot half elf was men bezig met de nablus- sching. De brand is vermoedelijk ontstaan door von ken uit een locomotief. Moedige redding. Motorrijder sprong gekleed te water. Woensdagmiddag waren nabii de uitspanning De Vink" to Voorschoten eenige jongens in het Galgenwater aan het baden. Bij de Waddinger brug wordt zand gelost, waardoor de oeveraf- scheiding op een strand is gaan gelijken met dit verschil, dat het water ter plaatse niet geleide lijk. maar op sommige plaatsen plotseling veel dieper wordt. Dit werd een van de jongens, de 5-jarige J. van der H. uit Leiden, noodlottig, want onverwacht verdween hii in de diepte. Toevallige passeerde een motorri;der. de heer B. lit Den Haag. Deze. het gevaar ziende, stopte en zonder zich te bedenken sprong hij gekleed in motorpak te water. Het gelukte hem. met he- hulp van den kanovaarder v. d. L uit Leiden het knaaujc uit zijn benarde positie te verlos sen cn op het droge te brengen. Met een voor bijkomende auto is de dr enkel ine toen naar het ouderlijk huis overgebracht. De motorrijder deed alsof er niets bijzonders was gebeurd stapte met zijn nat pak weer op den motor en vervolgde zijn weg. WIELRIJDER T)OOR AUTO AANGEREDEN EN GEDOOD. Woensdagmiddag omstreeks half vijf is de 41-jarige wielrijder M. Cohen, wonende te Ter Apel, door een auto. welke uit de tegenover gestelde richting kwam, aangereden en op slag gedood. Tijdens de aanrijding werd de voorruit van rle auto vernield. Twee militairen, die zich in dezen wagen bevonden, üepen snij won den aan hoofd en handen op. Zij werden door een geneesheer uit ter Apel ter plaatse verbonden. Het stoffelijk overschot is naar de woning van het slachtoffer overgebracht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 5