Er wordt gerooid
Amsterdamsche Grachten
langs de
Brieven van een Ambtenaar B. B.
Nieuwe Uitgaven
V R IJ D A" "G 9 JUNI 1939
HAAREEM'S DAGBEAD
9
WIJZIGING UITBREIDINGSPLAN-ZUID-WEST
B. en W. deelen den Raad mede, dat het ge-
wenscht is, het uitbreidingsplan „Zuid-West"
te wijzigen. De wijzigingen komen in hoofdzaak
neer op een iets veranderd beloop van de stra
ten en hebben betrekking op de gronden ten
noorden van de Pieter Wantelaan, ten oosten van
de Ramplaan, ten zuiden van de Brouwersvaart
en ten westen van het Rollandspad.
De toegang tot deze stadswijk zal van het
Noorden uit door de verandering gunstiger wor
den en een betere bouwblokvorm worden be
reikt.
Dc zon sohijnt op de takken, die reeds onder den sloopersbijl gevallen zijn.
DE boomen langs de Amsterdam
sche grachten zijn veelal oud.
Ze zijn vaak zoo hoog', dat ze
ver uit komen boven de huizen, die
toch heuseh niet van de laagste zijn,
en het is nog' een wonder, dat er niet
meerdere zóó schuin staan, dat ze
gevaar voor de menschheid of de hui
zen opleveren, en weggehaald moeten
worden. Maar over het algemeen
schijnen die iepen langs de grachten
precies te hebben geweten wat er van
hen verwacht werd: de meeste zijn
keurig recht naar boven gegroeid of
hangen net een klein beetje boven het
water, zoodat ze er in de eerste
plaats de ware omlijsting voor vor
men. in de tweede al hun coquetterie
kunnen bot vieren en zich naar har
telust, van den vroegen ochtend tot
den laten avond, spiegelen in het wa
ter, en in de derde voor huis noch
mensch gevaar opleveren. Slechts een
enkele maal gebeurt het, dat een
boom den verkeerden kant opgroeit;
op het oogenblik staat er zoo één op
één der vier hoeken van de Utrecht-
sche straat en de Keizersgracht en
die wordt dan ook eerlang zonder
pardon weggehaald.
Jamnier genoeg hebben de iepen langs de
grachten te kampen met andere ouderdoms
kwalen, reden, waarom ze ieder jaar worden
nagezien, De slechte eruit gehaald en ver
vangen door jongere. En het is niet eens de
gevreesde iepenziekte, waaraan deze oude,
waardige boomen, die heel wat jaren en heel
wat stormen getrotseerd hebben, ten slacht
offer vallen: die schijnt in andere stadsdee-
len veel erger te heerschen dan hier, waar
tot nog toe nog maar een enkel geval is ge
constateerd. Maar veel van de oude boomen
zijn inwendig vermolmd, verrot, vergaan; ver
scheidene ervan zijn van binnen totaal hol,
niet alleen de stam, maar ook de veel hoogere
takken; ze staan vaak op zoo weinig hout, en
dat hout is dan bovendien dikwijls zoo aan
getast, dat het een wonder mag heeten, dat
ze nog niet zijn omgevallen of omgewaaid.
Als een boom alle boomen aan de grach
ten zijn iepen de iepenziekte heeft, open
baart zich dat gewoonlijk in de zomermaan
den, in Juli en Augustus. Dan gaan de bladen
slap hangen, de boom ziet eruit als een
toonbeeld van troosteloosheid, en geen won
der, want hij zal niet meer te redden zijn. Hij
gaat er in het voorjaar van het volgend
jaar onherroepelijk uit, want bij iepenziekte
is het gevaar van besmetting zeer groot en
de kans bestaat, dat alle boomen in de buurt
aangetast zouden worden. Als een boom alleen
maar hol en vermolmd is, dan wordt dat
gauw genoeg ontdekt aan het geluid, als men
op den stam klopt, en ook zulke boomen wor
den genoteerd en het volgend voorjaar ver
wijderd.
Rooien begint in April.
In de maand April begin dan het rooien
en de heele afgeloopen maand April is men
in en om de grachten druk in de weer ge
weest, want het grootste deel van het werk
gebeurt met behulp van booten. Eerst worden
enkele gevallen van epenziekte verwijderd,
dan komen de vermolmde boomen aan de
beurt, en hun aantal is aanmerkelijk grooter.
Dit jaar werden er alleen op het stuk Heeren-
gracht tusschen de Amstel en de Vijzelstraat
vier en twintig iepenboomen omvergehaald,
omdat ze inwendig vergaan waren. Dag in,
dag uit heeft men de breede booten, waarop
de takken en stammen van de omvergehaalde
boomen vervoerd worden, in de grachten zien
varen of liggen het eerste als ze zoo vol
geladen waren dat er niets meer bij kon
het tweede als men op den wallekant bezig
was één van de oude reuzenboomen naar be
neden te halen.
En het is eigenlijk een tragisch gezicht
om zoo in April en Mei. net als het eerste heel
fijne groen overal aan de takken verschijnt,
de rooiers aan het werk te zien. Er is natuur
lijk niets aan te doen, veiligheid gaat voor
schoonheid, en de oude boomen worden trou
wens vrij spoedig vervangen door nieuwe, die
weliswaar een stuk kleiner zijn. maar die
toch zorgen, dat het silhouet van de rijen
boomen langs de grachten niet al te zeer ver
stoord blijft. Maar met het afbreken van zoo'n
oude boom zijn dikwijls twee dagen gemoeid,
en juist omdat het zoo systematisch in zijn
werk gaat, en zoo grondig, heeft het iets ik-
zou-bijna-zeggen ontroerends. Zoo schijnen
trouwens meerderen er over te denken, want
het gebeurt vaak, dat er, als er zoo'n boom
gerooid wordt, op de dichtstbijzijnde brug men-
schen zwijgend aandachtig toekijken, terwijl
tak na tak met jong groen wordt afgezaagd en
naar beneden komt. tot ten plotte niets dan
een kale, ontredderde stam overblijft. Rond
om liggen stukken hout, die wel duidelijk
doen zien, dat wat er hier gebeurt waarlijk
niet onnoodig is ze zijn totaal vergaan en
vermolmd, als men ze aanraakt vallen ze
bijna uit elkaar en ze zijn zoo door en door
voos, dat ze wel stukken vochtige spons lijken.
Het neerhalen van zoo'n boom begint boven
aan. Er worden touwen om de takken ge
slagen, teneinde te zorgen, dat ze den goeden
kant uitvallen, en liefst meteen op de schuit,
die in de gracht op dezelfde hoogte ligt te
wachten, en al beladen is met een groote
vracht lenteachtiige takken, waardoor het
zonlicht speelt, maar die helaas ook maar al
te duidelijk doen zien, hoe door en door ver
molmd ze waren, want ze zijn van binnen
volkomen hol, en de kring van hout, die nog
bleef en waarop de tak rustte, is nog voor
de helft bruin en dus ook vergaan. En dan
komen één voor één de takken, die zoo sier
lijk over het water hingen, naar beneden; de
menschen, die schrijlings op de allerlaagste
takken van den reus zitten, lijken klein en
nietig en toch zal de tientallen meters hooge
boom van top tot stam onder hun bijlslagen
vallen. Beneden op den wal is men al bezig
de wortels uit te graven en bloot te leggen
de aanval komt van twee kanten!
Zoo vallen jaarlijks tientallen oude Am
sterdamsche grachtboomen onder de bijlsla
gen van den slooper maar ze worden ook
telkens weer vervangen door nieuwe, zoodat
de boomenrijen, die één van de voornaam
ste glories van de grachten uitmaken, hoe
genaamd niet lijden onder het feit, dat er
ook voor boomen een tijd van komen en één
van gaan is. Wie goed kijkt zal overal tus
schen de oude boomen de tengere stammen
en lagere kruinen van de nieuw aangeplante
ontdekken. De Amsterdammer zorgt er wel
voor, dat zijn grachten zoo weinig mogelijk
van hun luister verliezen
W. v. d. T.
Vriend van Sybrigje in vrijheid
gesteld.
Officier requireerde twee jaar.
Voor de Amsterdamsche rechtbank heeft Don
derdagmiddag terecht gestaan de 36-jarige vee
handelaar, M. uit Groningen, die jaren lang een
verhouding met Sybrigje V. heeft gehad en die
zich te verantwoorden had wegens het uit
winstbejag vervoeren van het door Sybrigje van
den Groningschen landbouwer Pieter B. gestolen
geld. Van welke zaak in ons nummer van Don
derdag melding is gemaakt.
Verdachte wordt verdedigd door mr. F. A. Ko-
kosky.
„Wist u dat het geld gestolen was?" vraagt de
president mr. Dons aan verd.
„Neen meneer, ik wist absoluut niet, dat er
met dat geld iets aan de hand was, want dan
zou ik me er niet mee bemoeid hebben,"
„Dat geloof ik graag," antwoordt de president.
Verd. vertelt dan, dat hij met de vrouw in
Groningen samenleefde, plotseling was zij ech
ter naar Amsterdam verdwenen met den ouden
Pieter B.
Verdachte had Sybrigje in Amsterdam weer
ontmoet, den volgenden dag waren ze samen
naar Groningen teruggegaan.
In haar huis had zij hem verteld, dat zij ruim
f 44.000 van den ouden baas had gekregen. Sa
men hadden zij het geld nageteld.
Daarna hadden zij de bankbiljetten in een
geldkistje gedaan en de vader van verd. had het
kistje naar een safe te Oude Pekela gebracht.
Pres.: En waarom hebt u aanvankelijk gezegd,
dat u heelemaal niet wist. waar het geld was?
Verd.: Ik wilde mijn vader niet in ongelegen
heid brengen. Liever ging ik levenslang de ge
vangenis in.
Officier: Wanneer u tegen de politie ronduit
gepraat had, zou uw vader absoluut buiten ieder
gevaar zijn gebleven.
Uit het huis van bewaring schreef u zelfs aan
uw ouders, dat u niets van het geld af wist.
Pres.: En leefde u van het geld van Sybrigje?
Neen, zegt verd., ik had een zeer behoorlijk
inkomen, uit een grooten schapenhandel.
De getuigen uit de zaak tegen Sybrigje ko
men opnieuw voor het hekje en hun verklarin
gen komen overeen met die in de ochtendzit
ting afgelegd.
Requisitoir
De officier van justitie, mr. L. de Blécourt,
achtte het bewijs tegen verd. geleverd.
Spr. requireerde twee jaar gevangenisstraf.
Pleidooi.
De verdediger, mr. F. A. Kokosky, sprak in zijn
pleidooi zijn verbazing uit over het requisitoir,
dat op twee gedachten hinkt, eenig bewijs tegen
verd. is door den officier niet aangevoerd, hij
heeft slechts insinuaties naar voren gebracht
Spr. vroeg verdachtes invrijheidstelling, welk
verzoek door de rechtbank werd ingewilligd.
Vliegtuigongeluk in Duitschland
veroorzaakte zwaren brand.
Zes dooden en een groot aantal gewonden.
Naar omtrent het vliegongeluk dat
zich te Gelnhausen heeft voorgedaan,
nader door het D.N.B. gemeld wordt
is het vuur van de brandende machine
naar twaalf huizen overgeslagen.
Behalve de om het leven gekomen
drie leden der bemanning zijn nog
drie bewoners van de in brand ge
raakte huizen gedood. Zes bewoners
werden zwaar en honderd licht ge
wond.
OPVOERING VAN „DE DRIE ZAKKEN MET
LEUGENS".
Vrijdag 16 Juni en Zaterdag 17 Juni a.s.
wordt op het landgoed „Wildhoef" te Bloemen-
daal het openluchtspel „De drie zakken met
leugens" uit het Duitsch, van Margaretha Cor-
des opgevoerd. Deze opvoering gaat uit van
de Plaatselijke Federatie van Chr. Ver-
eenigingen van en voor Vrouwen en Meisjes
te Haarlem
VOORSTEL TOT ONTEIGENING
B. en W. schrijven o.a. aan den Raad:
Het voornemen bestaat, over eenigen tijd te
beginnen met den bouw van een brug over de
Jan Gijzenvaart tegenover den Vondelweg.
Voorts zijn plannen aanhangig om de Ekster
straat aan te leggen. Beide vormen schakels in
den verbindingsweg tusschen den Rijksstraatweg
en den Spaamdamscheweg. Om deze gewenschte
verbinding tot stand te kunnen brengen is het
noodig, dat de gemeente de beschikking ver
krijgt over een gedeelte grond in den geprojec-
teerden Vondelweg. De onderhandelingen met
de eigenares van dit gedeelte grond hebben geen
resultaat opgeleverd. Het is mitsdien noodzake
lijk, dat de gemeente door middel van onteige
ning de beschikking verkrijgt over dezen grond.
Wij stellen U derhalve voor te besluiten tot
.oorloopige goedkeuring van het plan tot ont
eigening van vorenbedoeld gedeelte.
HOLLAND—AMERIKA LIJN.
Statendam N.-York n. Rotterdam 9 (10
nam.) ze Plymouth verw. 10 (10 n.m.) te Rott.
verwacht.
Beemsterdijk 8 v. Baltimore te Rotterdam.
Leerdam 8van Tampico te Rotterdam.
Lochavon, Vancouver n. Rotterdam via
Liverpool, 7 Juni 1018 mijl Z. W. van Valentia.
HOLLAND—AFRIKA LIJN.
Jagersfontein 8 v. Rott. n. Hamburg.
HOLLAND—WEST-AFRIKA LIJN.
Maaskerk (thuisreis) 8 Juni van Port Bouet
HALCYON LIJN.
Stad Maastricht 6 v. Wabana n. Rotter-
dam-Vlaardingen.
Stad Schiedam 6 v. Narvik n. Rott.-Vlaard.
Stad Arnhem 7 van Bagnoli n. Rott.-Vlaard.
Stad Zwolle 7 v. Salta Caballo n. Rot-
terdam-Viaardingen.
Rozenburg 7 van Fedalah n. Vlaardingen
10 (9 v.m.) te Hoek van Holland verwacht.
Vredenburg, Wabana naar Vlaardingen
HOLLAND—OOST-AZIë LIJN.
Serooskerk (thuisreis) 7 van Miike.
KON NED STOOMBOOT MIJ.
Hercules, Varna n. A'dam 8 v. Rott.
Oberon 8 van Valencia te Amsterdam.
Aurora 8 v. Amst. n. Rott.
Vulcanus 8 v. Amst. n. Rott.
Agamemnon, Georgetown n. Amst-., 8 ^an
Vlissingen.
Mars 8 van Triest te Fiume.
Cottica, Barbados n. Amst. 7, 300 m. Z. v.
Land's End.
Colomba, 6 v. Santa Marta te Kingston Ja.
Deucalion 8 v. Thessaloniki n. Izmir.
Fauna 7 Juni v. Malta n. Aegeon.
Ganymedes 7 v. Liverpool n. Amsterdam.
Hebe 7 van Civita Vecchia n. Napels.
Nereus 7 van Pasajes naar Bilbao.
Pygmalion 6 v. Stamboul te Yeakini.
Socrates 7 v. Barbados n. Amst.
Trajanus 8 v. Collo te Amsterdam.
Triton 7 van Stamboul n. Thessaloniki.
Juno, Rotterdam n. Algiers p. 8 Gibraltar
Nieuwkerk 7 v. Hamburg n. Amsterdam,
KON. HOLLANDSCHE LLOYD.
Waterland 8 v. Buenos-Ayres te Amst.
Montferland (uir.) 7 van Las Palmas.
Ceres (uitreis) 8 Juni te Rio Janeiro.
MEYER CO.'S SCHEEPVAART MIJ.
Stentor 7 Juni v. Swansea te Liverpool.
Polyphemus, Batavia en Amst. n. Liverpool
p. 7 Lizard
City of Pittsburg, Dairen n. Rotterdam.
Hector, Japan n. Rott. 8 te Londen, 7 Juni
te Shanghai.
Menelaus, 8 Juni v. Rott. n. Japan.
Antiloehus 7 v. Rott. te Dairen.
Glenifer, Chefoo n. Rott. 7 v. Singapore.
ROTTERDAMSCHE LLOYD.
Buitenzorg (uitr.) p. 8 (9 v.) Finisterre.
Kota Radja 8 v. Rotterdam n. Batavia.
Siantar (uitreis) 7 Juni van Belawan.
Tosari 7 Juni v. Madras naar Calicut.
Kedoe (thuisr.) 7 van Marseille.
Baloeran 8 v. Rott. te Batavia.
Sibajak (uitr.) 8 te Marseille.
Sitoebondo 7 v. Rotterdam te Hamburg.
Kota Nopan, Java n. New-Orleans 6 te Ha
lifax.
ROTTERDAM—ZUID-AMERIKA LIJN.
Alwaki 7 v. Buenos Ayres n, Rott.
STOOMVAART MIJ. NEDERLAND.
Java 8 Juni van Bremen te Amst.
Simaloer (thuisr.) 6 Juni van Padang.
WIJK LIJN.
Randwijk 8 v. Port Said n Beyrouth, voor
Panderma en Rotterdam.
Zonnewijk 8 v. Rott. te Cardiff.
Een nieuwe standplaats i n de Molukken.
Aan boord van het Gewestelijk vaar
tuig „Fomalhout", varende tusschen
Ambon en Fak-Fak vanwaar verder door
naar Toeal, mijn nieuwe standplaats.
IEZOO, we varen weer, en met buiten
gewoon en buiten verwachting goed
weer, zoodat het scheepje heel rustig
ligt en ik dus ook rustig kan tikken.
Ik heb de z.g. groot-ambtenaarshut, een ruime
slaapkamer en een klein zitkamertje er bij. De
andere passagiers moeten het met een enkele
hut doen. En andere passagiers zijn er heel
wat. Ten eerste piijn a.s. stadgenooten op
Toeal, de commissaris van politie R., die pas
Van Ambon naar Toeal is overgeplaatst, met
vrouw en baby van 2 jaar. En verder nog een
viertal goudzoekers! Dat zijn vier heeren, die
voor de Bülitonmaatschappij in Nieuw-Guinea
gaan speuren naar goud met als uitgangspunt
Boven-Digoel, vanwaar ze met twee vliegtuigen
en verder overland-expedities naar het te ex-
ploireeren gebied zoeken. Dat heele bedrijf ligt
in mijn ressort, zeer interessant om dat van
dichtbij mee te maken. Er zitten daar al twee
Europeanen, twee zijn met een ander schip
onderweg en in totaal komen er 12 man, be
halve dan nog de piloten en mecaniciens van
de vliegtuigen. Het wordt groot van opzet.
Hier aan boord zijn de leider ir. de G., een
prettige, vlotte vijftiger; verder een jongere
man B.; ex-legerkapitein H. en nog een dikke
Indo H. Ook is nog aan boord de vliegveld
expert van het gouvernement, die het nieuwe
vliegveld op Digoel moet keuren. Ik ken hem
nog uit mijn tijd te Siak, toen hij daar vaak
kwam voor den aanleg van het Pakan Baroe
vliegveld. Verder is er nog een nieuwe douane
ambtenaar voor Dobo aan boord met zijn
vrouw, maar beiden zijn zwaar zeeziek. Dat is
het Europeesche gedeelte van de passagiers.
Verder zijn er nog ruim 100 dekpassagiers;
straks komen er in Fak-Fak nog een 50 bij,
allemaal Papoea's, waarmee ik dus ook gauw
kennis kan maken.
Onder de dekpassagiers die we al hebben zijn
een 50 Kajan-Dajaks van Borneo, die met de
goudexpeditie meegaan als koelies. Verder nog
een aantal communisten dat in Digoel wordt
opgesloten en wat politie en soldaten, allen
bestemd voor Nieuw Guinea. Het is dus een
scheepje vol. En daar die gouvernements
scheepjes maar klein zijn (zoo'n soort Delftsch
bootje! en rank zijn gebouwd, zullen we maar
hopen dat het weer zoo kalm blijft als het
nu is.
Volgens het programma zijn we morgenoch
tend, na 40 uur stoomen, op Fak-Fak, waar ik
C. even hoop te ontmoeten en waar ook mis
schien de gouverneur en de resident zijn. Na
niet lang oponthoud te Fak-Fak gaan we dan
door naar Toeal, wat ook weer een 18 uur va
ren is en waar ik dus denkelijk in den loop
van den Zondag aankom. Dan begint Ineens
de drukte, omdat ik onmiddellijk het bestuur
van van S. moet overnemen, die den volgenden
dag al vertrekt en de dag daarop komen de
gouverneur en de resident langs, die natuurlijk
ook netjes ontvangen moeten worden. Toeal
krijgt een heele nieuwe bezetting, daar ook de
controleur dr. V. den dag na mij aankomt.
Wat ik van menschen hier, die al diverse malen
op Toeal waren, hoor, klinkt alles even goed en
gunstig, zoodat ik er nog steeds meer plezier
in krijg.
Laat ik nu nog even vertellen -van het laatste
stuk van de K. P. M. reis naar Ambon. Dooi'
het slechte weer, dat ik echter zonder zeeziekte
overleefde, kwamen we een halven dag te laat
in Ambon. De gewestelijke secretaris kwam mij
afhalen en vertelde me dat ik denzelfden dag
met de „Fomalhout" door moest. Mijn groote
bagage kon niet mee en gaat nu met de veili
ger K.P.M. en is dan 5 dagen laten in mijn be
zit.
Ik had dus niet veel tijd om Ambon, een
klein op elkaar gebouwd stadje, te zien. Ik
maakte mijn opwachting bij den resident in
het residentshuis, een enorm gebouw met een
prachtigen tuin en tegen 7 uur was ik weer aan
boord.
De trossen werden losgegooid en onder he
vige gietregens voer ons overvolle bootje weg.
Het was het ergste voor de dekpassagiers, die
her en der verspreid lagen waaronder ook mijn
kok en zijn vrouw; die stakkerds zijn van Bali
af aldoor zeeziek geweest.
Enfin, na 58 uur varen kwamen we behouden
en wel op Toeal aan, dat direct al een pretti-
gen indruk maakte. Het ligt op een van de
Kei-eilanden, maar je krygt heelemaal niet
het idee, dat je op een klein eiland zit, omdat
je de zee haast niet ziet. zoo dicht zit het in
de boomen. Als je aankomt aan den steiger ga
je met trapjes en smalle en keurige weggetjes
iets naar boven toe, komt dan op de aloon-
aloon. Links ligt het complex van de R.K. mis
sie, bestaande uit het huis van den pastoor,
het kerkje en de school met internaat. Dat
weggetje staat loodrecht op het strand en
gaat steil naar boven. Je komt dan langs de
gevangenis, de kazerne en nog andere gebou
wen, ook mijn kantoor en het postkantoor.
Steeds dat weggetje volgende, alles keurig met
koraal en schelpen bedekt, kom je even door
de kampong met nette huisjes en dan op de
passar met Chineezen en Arabieren en dat
loopt uit op de douaneloods.
Van mijn kantoor gaat recht naar boven een
weg, misschien een honderd meter, stijl om
hoog naar mijn huis; met een cementen trap
kom je op het voorerf en dan ben je binnen.
Mijn huis is hetzelfde model als op Siak met
aardigen voor- en grooten achtertuin, dichtbij
het tennisveld, waar ik druk gebruik van zal
maken. Dit en het voortdurend trapjes loopen
zorgen voor de slanke lijn. Het klimaat is blijk
baar net als op Bali, dus nu lekker koel, maar
straks kan het warm worden. Ik heb weer een
gasoline-installatie en leef van regenwater,
waarvoor groote tanks om het huis liggen en
dat eerst gekookt, dan gefiltreerd en daarna
weer in de frigïdaire ijskoud wordt gemaakt.
Het eten valt ook mee, al heb je geen vleesch,
dus kip of visch, lekker en goedkoop. Groen
ten zijn lastig te krijgen, maar mijn kok is
een pracht kerel, zoodat steeds smakelijk eten
verzekerd is.
De eerste dagen op een nieuwe standplaats
zijn altijd erg rommelig, omdat je nog geen
geregeld huis om je heen hebt, maar de kok
heeft zich in de keuken met geleende spullen
al heelemaal ingericht en doet al net of hij
thuis is. Dicht bij is ook het terrein van de Pro-
testantsche zending met kerk, school en hos
pitaal. Een half uur varen hier vandaan zit
de groote missiepost van de Molukken, met aan
het hoofd de Apostolische Vicaris en naast
zich een achttal! pastoors, een tiental „werk-
broeders" en een Moeder-Overste met een tien
tal zusters. Dat is dus een heel bedrijf met hos
pitaal. scholen, kerk en internaat. Ik ben er al
op bezoek geweest. Het was er erg aardig en
gemoedelijk, echt de sfeer van de Katholieke
Brabanders.
Een lastig geval is hier de postverbinding, die
erg onregelmatig is. De brieven zullen dus heel
ongelijk komen, ook door mijn straks vaak
lange tournées. Veel waard is mij dan ook mijn
radio, die al lustig draait. De ontvangst is hier
overdag tamelijk slecht, maar "s avonds uitste
ken. Met de dienstpost is het hier ook vreemd
gesteld, daar je die ook erg ongeregeld en dan
ineens in groote stapels krijgt. Gevolg daarvan
is dat heel veel per telegram gaat, waarvan ik
hier per dag minstens 10, soms ook wel 30 bin
nen krijg. Telefoon is er niet, evenmin auto's,
maar wel fietsen. Ik heb al veel bezoeken ge
bracht en terug ontvangen, zit overdag veel op
kantoor mij door stapels papier heen te wer
ken om van alles op de hoogte te komen. Maar
dat wordt gelukkig gauw anders als ik mijn
groote tournées ga maken, alles over zee. want
mijn ressort loopt van Timor tot een deel van
Nieuw Guinea.
HI
IER volgen eenige ruwe gegevens: het Kei-
eilandencomplex. waarop ik woon. heeft
54000 inwoners, waarvan 12000 Protestant,
17000 Katholiek en 14000 heidenen en Moham
medanen. Ruim 200 k m. hier vandaan liggen
de Aroe-eilanden met Dobo als hoofdplaats
met 18000 inwoners, waarvan 7000 Protestanten
en de rest Islamieten en heidenen.
Hier 500 k m. vandaan liggen de Tanimber
eilanden met Suamlaki als hoofdplaats met
34000 inwoners, waarvan 22000 Protestant,
11000 Katholiek en een dikke duizend Moha-
medanen. Dan nog op 1000 k.m. afstand de Ki-
sareilanden met 40.000 inwoners, waarvan
26.000 Protestant en 14.000 heidenen. Dan ko
men mijn Papoea ressorten op Nieuw Guinea,
n.l. Boven Digoel op 1400 k.m. afstand, met
een 50.000 Papoeas en de 100O communisten
met gezinnen en dan nog Merauke op een af
stand van 1100 k.m. met een 60.000 Papoeas,
waarvan er nu 3000 z.g. Protestant zijn en
4000 z.g. Katholiek.
U ziet, bij elkaar zijn er heel wat zieltjes
aan mijn goede zorgen toevertrouwd, die op
behoorlijke afstanden (alles over zee met ge
middelde reissnelheid van 12 k.m. per uur) van
elkaar verwijderd zijn. En ook vogels van di
verse pluimage en confessie! Zoodat uit deze
cijfers alleen al blijkt dat mijn werk vol af
wisseling. dus prachtig is.
Ziezoo, nu hebt u van alles een voorloopige
introductie en krijgt u van alles een beter be
grip als ik over mijn tournées ga schrijven. Ik
krijg den kriebel al in mijn beenen als ik
daaraan denk!
Süsz. de Jood het bekende boek van Lion
Feuchtwanger verscheen in de uitstekende ver
taling van Victor van Vriesland in een goed-
koope doch zeer verzorgde uitgave bij de N.V.
de Arbeiderspers te Amsterdam. De vijf deelen
zijn tot een boekwerk gebundeld en in fraaien
band gebonden.
Lord Baden Powell, de chief scour, maakte
op zijn 82ste jaar een bezoek aan Afrika. Hij
huurde een bungalow in Nyeri, een klein dorpje
in Kenya en daar schreef hij: „Een verkenning
in Afrika".
Het boek bevat vele humoristische schetsen
over de bewoners van het zwarte werelddeel.
J. M. Meulenhoff te Amsterdam gaf het aardige
boek in een aantrekkelijken band uit.
Een bundel vlot geschreven schetsen over
Texel schreef F. L e M a i r e, onder den titel
„Wij wonen op een eiland". Le Mairc is een
pseudoniem voor een zeer bekende Texelsche
ingezetene, die met kennis van zaken en een ver
rassend originieelen stijl, menschen en zaken
op dit Waddeneiland beschrijft. Het boek ver
scheen bij Bigot en Van Rossum te Amsterdam.
Bij Bigot en Van Rossum N.V. te Amsterdam
verscheen van de hand van Herman de Graaf
een publicatie getiteld „Wij kunnen den oorlog
voorkomen! Een practische bijdrage tot den we
reldvrede".
Bij de NV. De Spieghel te Amsterdam en
de N.V. Het Kompas te Antwerpen verscheen
het boek Harimau, de geschiedenis van een
Sumatraanschen tijger, door R. Voorhoeve. Gun-
ter ontwierp den omslag.
Tien millioen kinderen is de titel
van het boek dat Erika Mann schreef over de
opvoeding van de jeugd in Duitschland. Thomas
Mann schreef hiervoor een inleiding.
Het is een uitgave van de Uitgeverij Contact
te Amsterdam. Reinier P. Sterkenburg, verzorg
de de vertaling.
Mr. G. T. .T. dc Jongh: Herinne
ringen van een kinderrechter.
De vroegere Amsterdamsche kinderrech
ter, mr. G. T. J. de Jongh, heeft een aantal
van zijn herinneringen uit zijn langdurige
practijk in een klein boekje doen samenvat
ten. Het zijn gevoelige schetsjes van een
fijnbesnaard mensch, die de kinderziel door
en door kent en van elk der „gevallen" het
„hoe en waarom" duidelijk laat uitkomen. De
schrijver is een sober verteller, die soms nau
welijks twee a drie bladzijden noodig heeft om
van het lot van het meisje dat den verkeerden
weg opging of van den jongen, die met dt
maatschappelijke orde overhoop ligt, te ver
halen. Maar in dat korte bestek wordt ons de
geheele tragedie van een klein menschenle-
ven voor oogen gesteld.
Een boekje, dat., al moge het niet tot de
„groote literatuur" gerekend worden, door zijn
diepe menschelijkheid. waard is gelezen te
worden.
D. Vis illustreerde deze bij de Hollandia-
drukkerij N.V. te Baarn verschenen uitgave.
Antisemietisme en Jodendom.
1 Onder dezen titel verscheen bij Van Loghem
Slaterius' Uitgeversmaatschappij N.V. te Arn
hem een bundel studies over het Joodsche
vraagstuk onder redactie van prof. dr. H. J.
Pas. hoógleeraar aan de Universiteit van Am
sterdam.
De medewerkers zijn dr. Menno ter Braak,
Jos. de Gruyter. ds. J. P. Kruyt. prof. dr. J.
Lindenboom, dr. van Oyen, Wouter Paap, dr.
J. Presser, dr. Joh. van der Spek, prof. mr. B.
M, Telders en dr. P. J. Waardenburg.
Bij J. Philips Kruseman, uitgever te Den
Haag zijn versohenen: -
,,'n Jonge man zonder geld", door Maysie
Greig (vert, door G. J. Werumeus Buning
Ensink)„Wie op geluk vertrouwt", door
Denise Robins (vert, door Jeanne Kloos
Reyneke van Stuwe); „De held van Pine
Creek", door Frank C. Robertson (vert, door
Jan W. A. Kessels) en „Schapen-oorlog" door
Raymond A. Berry (vert, door J. A. W. vaa
Hacht).