Er wordt gerooid Amsterdamsche Grachten langs de Brieven van een Ambtenaar B. B. Nieuwe Uitgaven V R IJ D A" "G 9 JUNI 1939 HAAREEM'S DAGBEAD 9 WIJZIGING UITBREIDINGSPLAN-ZUID-WEST B. en W. deelen den Raad mede, dat het ge- wenscht is, het uitbreidingsplan „Zuid-West" te wijzigen. De wijzigingen komen in hoofdzaak neer op een iets veranderd beloop van de stra ten en hebben betrekking op de gronden ten noorden van de Pieter Wantelaan, ten oosten van de Ramplaan, ten zuiden van de Brouwersvaart en ten westen van het Rollandspad. De toegang tot deze stadswijk zal van het Noorden uit door de verandering gunstiger wor den en een betere bouwblokvorm worden be reikt. Dc zon sohijnt op de takken, die reeds onder den sloopersbijl gevallen zijn. DE boomen langs de Amsterdam sche grachten zijn veelal oud. Ze zijn vaak zoo hoog', dat ze ver uit komen boven de huizen, die toch heuseh niet van de laagste zijn, en het is nog' een wonder, dat er niet meerdere zóó schuin staan, dat ze gevaar voor de menschheid of de hui zen opleveren, en weggehaald moeten worden. Maar over het algemeen schijnen die iepen langs de grachten precies te hebben geweten wat er van hen verwacht werd: de meeste zijn keurig recht naar boven gegroeid of hangen net een klein beetje boven het water, zoodat ze er in de eerste plaats de ware omlijsting voor vor men. in de tweede al hun coquetterie kunnen bot vieren en zich naar har telust, van den vroegen ochtend tot den laten avond, spiegelen in het wa ter, en in de derde voor huis noch mensch gevaar opleveren. Slechts een enkele maal gebeurt het, dat een boom den verkeerden kant opgroeit; op het oogenblik staat er zoo één op één der vier hoeken van de Utrecht- sche straat en de Keizersgracht en die wordt dan ook eerlang zonder pardon weggehaald. Jamnier genoeg hebben de iepen langs de grachten te kampen met andere ouderdoms kwalen, reden, waarom ze ieder jaar worden nagezien, De slechte eruit gehaald en ver vangen door jongere. En het is niet eens de gevreesde iepenziekte, waaraan deze oude, waardige boomen, die heel wat jaren en heel wat stormen getrotseerd hebben, ten slacht offer vallen: die schijnt in andere stadsdee- len veel erger te heerschen dan hier, waar tot nog toe nog maar een enkel geval is ge constateerd. Maar veel van de oude boomen zijn inwendig vermolmd, verrot, vergaan; ver scheidene ervan zijn van binnen totaal hol, niet alleen de stam, maar ook de veel hoogere takken; ze staan vaak op zoo weinig hout, en dat hout is dan bovendien dikwijls zoo aan getast, dat het een wonder mag heeten, dat ze nog niet zijn omgevallen of omgewaaid. Als een boom alle boomen aan de grach ten zijn iepen de iepenziekte heeft, open baart zich dat gewoonlijk in de zomermaan den, in Juli en Augustus. Dan gaan de bladen slap hangen, de boom ziet eruit als een toonbeeld van troosteloosheid, en geen won der, want hij zal niet meer te redden zijn. Hij gaat er in het voorjaar van het volgend jaar onherroepelijk uit, want bij iepenziekte is het gevaar van besmetting zeer groot en de kans bestaat, dat alle boomen in de buurt aangetast zouden worden. Als een boom alleen maar hol en vermolmd is, dan wordt dat gauw genoeg ontdekt aan het geluid, als men op den stam klopt, en ook zulke boomen wor den genoteerd en het volgend voorjaar ver wijderd. Rooien begint in April. In de maand April begin dan het rooien en de heele afgeloopen maand April is men in en om de grachten druk in de weer ge weest, want het grootste deel van het werk gebeurt met behulp van booten. Eerst worden enkele gevallen van epenziekte verwijderd, dan komen de vermolmde boomen aan de beurt, en hun aantal is aanmerkelijk grooter. Dit jaar werden er alleen op het stuk Heeren- gracht tusschen de Amstel en de Vijzelstraat vier en twintig iepenboomen omvergehaald, omdat ze inwendig vergaan waren. Dag in, dag uit heeft men de breede booten, waarop de takken en stammen van de omvergehaalde boomen vervoerd worden, in de grachten zien varen of liggen het eerste als ze zoo vol geladen waren dat er niets meer bij kon het tweede als men op den wallekant bezig was één van de oude reuzenboomen naar be neden te halen. En het is eigenlijk een tragisch gezicht om zoo in April en Mei. net als het eerste heel fijne groen overal aan de takken verschijnt, de rooiers aan het werk te zien. Er is natuur lijk niets aan te doen, veiligheid gaat voor schoonheid, en de oude boomen worden trou wens vrij spoedig vervangen door nieuwe, die weliswaar een stuk kleiner zijn. maar die toch zorgen, dat het silhouet van de rijen boomen langs de grachten niet al te zeer ver stoord blijft. Maar met het afbreken van zoo'n oude boom zijn dikwijls twee dagen gemoeid, en juist omdat het zoo systematisch in zijn werk gaat, en zoo grondig, heeft het iets ik- zou-bijna-zeggen ontroerends. Zoo schijnen trouwens meerderen er over te denken, want het gebeurt vaak, dat er, als er zoo'n boom gerooid wordt, op de dichtstbijzijnde brug men- schen zwijgend aandachtig toekijken, terwijl tak na tak met jong groen wordt afgezaagd en naar beneden komt. tot ten plotte niets dan een kale, ontredderde stam overblijft. Rond om liggen stukken hout, die wel duidelijk doen zien, dat wat er hier gebeurt waarlijk niet onnoodig is ze zijn totaal vergaan en vermolmd, als men ze aanraakt vallen ze bijna uit elkaar en ze zijn zoo door en door voos, dat ze wel stukken vochtige spons lijken. Het neerhalen van zoo'n boom begint boven aan. Er worden touwen om de takken ge slagen, teneinde te zorgen, dat ze den goeden kant uitvallen, en liefst meteen op de schuit, die in de gracht op dezelfde hoogte ligt te wachten, en al beladen is met een groote vracht lenteachtiige takken, waardoor het zonlicht speelt, maar die helaas ook maar al te duidelijk doen zien, hoe door en door ver molmd ze waren, want ze zijn van binnen volkomen hol, en de kring van hout, die nog bleef en waarop de tak rustte, is nog voor de helft bruin en dus ook vergaan. En dan komen één voor één de takken, die zoo sier lijk over het water hingen, naar beneden; de menschen, die schrijlings op de allerlaagste takken van den reus zitten, lijken klein en nietig en toch zal de tientallen meters hooge boom van top tot stam onder hun bijlslagen vallen. Beneden op den wal is men al bezig de wortels uit te graven en bloot te leggen de aanval komt van twee kanten! Zoo vallen jaarlijks tientallen oude Am sterdamsche grachtboomen onder de bijlsla gen van den slooper maar ze worden ook telkens weer vervangen door nieuwe, zoodat de boomenrijen, die één van de voornaam ste glories van de grachten uitmaken, hoe genaamd niet lijden onder het feit, dat er ook voor boomen een tijd van komen en één van gaan is. Wie goed kijkt zal overal tus schen de oude boomen de tengere stammen en lagere kruinen van de nieuw aangeplante ontdekken. De Amsterdammer zorgt er wel voor, dat zijn grachten zoo weinig mogelijk van hun luister verliezen W. v. d. T. Vriend van Sybrigje in vrijheid gesteld. Officier requireerde twee jaar. Voor de Amsterdamsche rechtbank heeft Don derdagmiddag terecht gestaan de 36-jarige vee handelaar, M. uit Groningen, die jaren lang een verhouding met Sybrigje V. heeft gehad en die zich te verantwoorden had wegens het uit winstbejag vervoeren van het door Sybrigje van den Groningschen landbouwer Pieter B. gestolen geld. Van welke zaak in ons nummer van Don derdag melding is gemaakt. Verdachte wordt verdedigd door mr. F. A. Ko- kosky. „Wist u dat het geld gestolen was?" vraagt de president mr. Dons aan verd. „Neen meneer, ik wist absoluut niet, dat er met dat geld iets aan de hand was, want dan zou ik me er niet mee bemoeid hebben," „Dat geloof ik graag," antwoordt de president. Verd. vertelt dan, dat hij met de vrouw in Groningen samenleefde, plotseling was zij ech ter naar Amsterdam verdwenen met den ouden Pieter B. Verdachte had Sybrigje in Amsterdam weer ontmoet, den volgenden dag waren ze samen naar Groningen teruggegaan. In haar huis had zij hem verteld, dat zij ruim f 44.000 van den ouden baas had gekregen. Sa men hadden zij het geld nageteld. Daarna hadden zij de bankbiljetten in een geldkistje gedaan en de vader van verd. had het kistje naar een safe te Oude Pekela gebracht. Pres.: En waarom hebt u aanvankelijk gezegd, dat u heelemaal niet wist. waar het geld was? Verd.: Ik wilde mijn vader niet in ongelegen heid brengen. Liever ging ik levenslang de ge vangenis in. Officier: Wanneer u tegen de politie ronduit gepraat had, zou uw vader absoluut buiten ieder gevaar zijn gebleven. Uit het huis van bewaring schreef u zelfs aan uw ouders, dat u niets van het geld af wist. Pres.: En leefde u van het geld van Sybrigje? Neen, zegt verd., ik had een zeer behoorlijk inkomen, uit een grooten schapenhandel. De getuigen uit de zaak tegen Sybrigje ko men opnieuw voor het hekje en hun verklarin gen komen overeen met die in de ochtendzit ting afgelegd. Requisitoir De officier van justitie, mr. L. de Blécourt, achtte het bewijs tegen verd. geleverd. Spr. requireerde twee jaar gevangenisstraf. Pleidooi. De verdediger, mr. F. A. Kokosky, sprak in zijn pleidooi zijn verbazing uit over het requisitoir, dat op twee gedachten hinkt, eenig bewijs tegen verd. is door den officier niet aangevoerd, hij heeft slechts insinuaties naar voren gebracht Spr. vroeg verdachtes invrijheidstelling, welk verzoek door de rechtbank werd ingewilligd. Vliegtuigongeluk in Duitschland veroorzaakte zwaren brand. Zes dooden en een groot aantal gewonden. Naar omtrent het vliegongeluk dat zich te Gelnhausen heeft voorgedaan, nader door het D.N.B. gemeld wordt is het vuur van de brandende machine naar twaalf huizen overgeslagen. Behalve de om het leven gekomen drie leden der bemanning zijn nog drie bewoners van de in brand ge raakte huizen gedood. Zes bewoners werden zwaar en honderd licht ge wond. OPVOERING VAN „DE DRIE ZAKKEN MET LEUGENS". Vrijdag 16 Juni en Zaterdag 17 Juni a.s. wordt op het landgoed „Wildhoef" te Bloemen- daal het openluchtspel „De drie zakken met leugens" uit het Duitsch, van Margaretha Cor- des opgevoerd. Deze opvoering gaat uit van de Plaatselijke Federatie van Chr. Ver- eenigingen van en voor Vrouwen en Meisjes te Haarlem VOORSTEL TOT ONTEIGENING B. en W. schrijven o.a. aan den Raad: Het voornemen bestaat, over eenigen tijd te beginnen met den bouw van een brug over de Jan Gijzenvaart tegenover den Vondelweg. Voorts zijn plannen aanhangig om de Ekster straat aan te leggen. Beide vormen schakels in den verbindingsweg tusschen den Rijksstraatweg en den Spaamdamscheweg. Om deze gewenschte verbinding tot stand te kunnen brengen is het noodig, dat de gemeente de beschikking ver krijgt over een gedeelte grond in den geprojec- teerden Vondelweg. De onderhandelingen met de eigenares van dit gedeelte grond hebben geen resultaat opgeleverd. Het is mitsdien noodzake lijk, dat de gemeente door middel van onteige ning de beschikking verkrijgt over dezen grond. Wij stellen U derhalve voor te besluiten tot .oorloopige goedkeuring van het plan tot ont eigening van vorenbedoeld gedeelte. HOLLAND—AMERIKA LIJN. Statendam N.-York n. Rotterdam 9 (10 nam.) ze Plymouth verw. 10 (10 n.m.) te Rott. verwacht. Beemsterdijk 8 v. Baltimore te Rotterdam. Leerdam 8van Tampico te Rotterdam. Lochavon, Vancouver n. Rotterdam via Liverpool, 7 Juni 1018 mijl Z. W. van Valentia. HOLLAND—AFRIKA LIJN. Jagersfontein 8 v. Rott. n. Hamburg. HOLLAND—WEST-AFRIKA LIJN. Maaskerk (thuisreis) 8 Juni van Port Bouet HALCYON LIJN. Stad Maastricht 6 v. Wabana n. Rotter- dam-Vlaardingen. Stad Schiedam 6 v. Narvik n. Rott.-Vlaard. Stad Arnhem 7 van Bagnoli n. Rott.-Vlaard. Stad Zwolle 7 v. Salta Caballo n. Rot- terdam-Viaardingen. Rozenburg 7 van Fedalah n. Vlaardingen 10 (9 v.m.) te Hoek van Holland verwacht. Vredenburg, Wabana naar Vlaardingen HOLLAND—OOST-AZIë LIJN. Serooskerk (thuisreis) 7 van Miike. KON NED STOOMBOOT MIJ. Hercules, Varna n. A'dam 8 v. Rott. Oberon 8 van Valencia te Amsterdam. Aurora 8 v. Amst. n. Rott. Vulcanus 8 v. Amst. n. Rott. Agamemnon, Georgetown n. Amst-., 8 ^an Vlissingen. Mars 8 van Triest te Fiume. Cottica, Barbados n. Amst. 7, 300 m. Z. v. Land's End. Colomba, 6 v. Santa Marta te Kingston Ja. Deucalion 8 v. Thessaloniki n. Izmir. Fauna 7 Juni v. Malta n. Aegeon. Ganymedes 7 v. Liverpool n. Amsterdam. Hebe 7 van Civita Vecchia n. Napels. Nereus 7 van Pasajes naar Bilbao. Pygmalion 6 v. Stamboul te Yeakini. Socrates 7 v. Barbados n. Amst. Trajanus 8 v. Collo te Amsterdam. Triton 7 van Stamboul n. Thessaloniki. Juno, Rotterdam n. Algiers p. 8 Gibraltar Nieuwkerk 7 v. Hamburg n. Amsterdam, KON. HOLLANDSCHE LLOYD. Waterland 8 v. Buenos-Ayres te Amst. Montferland (uir.) 7 van Las Palmas. Ceres (uitreis) 8 Juni te Rio Janeiro. MEYER CO.'S SCHEEPVAART MIJ. Stentor 7 Juni v. Swansea te Liverpool. Polyphemus, Batavia en Amst. n. Liverpool p. 7 Lizard City of Pittsburg, Dairen n. Rotterdam. Hector, Japan n. Rott. 8 te Londen, 7 Juni te Shanghai. Menelaus, 8 Juni v. Rott. n. Japan. Antiloehus 7 v. Rott. te Dairen. Glenifer, Chefoo n. Rott. 7 v. Singapore. ROTTERDAMSCHE LLOYD. Buitenzorg (uitr.) p. 8 (9 v.) Finisterre. Kota Radja 8 v. Rotterdam n. Batavia. Siantar (uitreis) 7 Juni van Belawan. Tosari 7 Juni v. Madras naar Calicut. Kedoe (thuisr.) 7 van Marseille. Baloeran 8 v. Rott. te Batavia. Sibajak (uitr.) 8 te Marseille. Sitoebondo 7 v. Rotterdam te Hamburg. Kota Nopan, Java n. New-Orleans 6 te Ha lifax. ROTTERDAM—ZUID-AMERIKA LIJN. Alwaki 7 v. Buenos Ayres n, Rott. STOOMVAART MIJ. NEDERLAND. Java 8 Juni van Bremen te Amst. Simaloer (thuisr.) 6 Juni van Padang. WIJK LIJN. Randwijk 8 v. Port Said n Beyrouth, voor Panderma en Rotterdam. Zonnewijk 8 v. Rott. te Cardiff. Een nieuwe standplaats i n de Molukken. Aan boord van het Gewestelijk vaar tuig „Fomalhout", varende tusschen Ambon en Fak-Fak vanwaar verder door naar Toeal, mijn nieuwe standplaats. IEZOO, we varen weer, en met buiten gewoon en buiten verwachting goed weer, zoodat het scheepje heel rustig ligt en ik dus ook rustig kan tikken. Ik heb de z.g. groot-ambtenaarshut, een ruime slaapkamer en een klein zitkamertje er bij. De andere passagiers moeten het met een enkele hut doen. En andere passagiers zijn er heel wat. Ten eerste piijn a.s. stadgenooten op Toeal, de commissaris van politie R., die pas Van Ambon naar Toeal is overgeplaatst, met vrouw en baby van 2 jaar. En verder nog een viertal goudzoekers! Dat zijn vier heeren, die voor de Bülitonmaatschappij in Nieuw-Guinea gaan speuren naar goud met als uitgangspunt Boven-Digoel, vanwaar ze met twee vliegtuigen en verder overland-expedities naar het te ex- ploireeren gebied zoeken. Dat heele bedrijf ligt in mijn ressort, zeer interessant om dat van dichtbij mee te maken. Er zitten daar al twee Europeanen, twee zijn met een ander schip onderweg en in totaal komen er 12 man, be halve dan nog de piloten en mecaniciens van de vliegtuigen. Het wordt groot van opzet. Hier aan boord zijn de leider ir. de G., een prettige, vlotte vijftiger; verder een jongere man B.; ex-legerkapitein H. en nog een dikke Indo H. Ook is nog aan boord de vliegveld expert van het gouvernement, die het nieuwe vliegveld op Digoel moet keuren. Ik ken hem nog uit mijn tijd te Siak, toen hij daar vaak kwam voor den aanleg van het Pakan Baroe vliegveld. Verder is er nog een nieuwe douane ambtenaar voor Dobo aan boord met zijn vrouw, maar beiden zijn zwaar zeeziek. Dat is het Europeesche gedeelte van de passagiers. Verder zijn er nog ruim 100 dekpassagiers; straks komen er in Fak-Fak nog een 50 bij, allemaal Papoea's, waarmee ik dus ook gauw kennis kan maken. Onder de dekpassagiers die we al hebben zijn een 50 Kajan-Dajaks van Borneo, die met de goudexpeditie meegaan als koelies. Verder nog een aantal communisten dat in Digoel wordt opgesloten en wat politie en soldaten, allen bestemd voor Nieuw Guinea. Het is dus een scheepje vol. En daar die gouvernements scheepjes maar klein zijn (zoo'n soort Delftsch bootje! en rank zijn gebouwd, zullen we maar hopen dat het weer zoo kalm blijft als het nu is. Volgens het programma zijn we morgenoch tend, na 40 uur stoomen, op Fak-Fak, waar ik C. even hoop te ontmoeten en waar ook mis schien de gouverneur en de resident zijn. Na niet lang oponthoud te Fak-Fak gaan we dan door naar Toeal, wat ook weer een 18 uur va ren is en waar ik dus denkelijk in den loop van den Zondag aankom. Dan begint Ineens de drukte, omdat ik onmiddellijk het bestuur van van S. moet overnemen, die den volgenden dag al vertrekt en de dag daarop komen de gouverneur en de resident langs, die natuurlijk ook netjes ontvangen moeten worden. Toeal krijgt een heele nieuwe bezetting, daar ook de controleur dr. V. den dag na mij aankomt. Wat ik van menschen hier, die al diverse malen op Toeal waren, hoor, klinkt alles even goed en gunstig, zoodat ik er nog steeds meer plezier in krijg. Laat ik nu nog even vertellen -van het laatste stuk van de K. P. M. reis naar Ambon. Dooi' het slechte weer, dat ik echter zonder zeeziekte overleefde, kwamen we een halven dag te laat in Ambon. De gewestelijke secretaris kwam mij afhalen en vertelde me dat ik denzelfden dag met de „Fomalhout" door moest. Mijn groote bagage kon niet mee en gaat nu met de veili ger K.P.M. en is dan 5 dagen laten in mijn be zit. Ik had dus niet veel tijd om Ambon, een klein op elkaar gebouwd stadje, te zien. Ik maakte mijn opwachting bij den resident in het residentshuis, een enorm gebouw met een prachtigen tuin en tegen 7 uur was ik weer aan boord. De trossen werden losgegooid en onder he vige gietregens voer ons overvolle bootje weg. Het was het ergste voor de dekpassagiers, die her en der verspreid lagen waaronder ook mijn kok en zijn vrouw; die stakkerds zijn van Bali af aldoor zeeziek geweest. Enfin, na 58 uur varen kwamen we behouden en wel op Toeal aan, dat direct al een pretti- gen indruk maakte. Het ligt op een van de Kei-eilanden, maar je krygt heelemaal niet het idee, dat je op een klein eiland zit, omdat je de zee haast niet ziet. zoo dicht zit het in de boomen. Als je aankomt aan den steiger ga je met trapjes en smalle en keurige weggetjes iets naar boven toe, komt dan op de aloon- aloon. Links ligt het complex van de R.K. mis sie, bestaande uit het huis van den pastoor, het kerkje en de school met internaat. Dat weggetje staat loodrecht op het strand en gaat steil naar boven. Je komt dan langs de gevangenis, de kazerne en nog andere gebou wen, ook mijn kantoor en het postkantoor. Steeds dat weggetje volgende, alles keurig met koraal en schelpen bedekt, kom je even door de kampong met nette huisjes en dan op de passar met Chineezen en Arabieren en dat loopt uit op de douaneloods. Van mijn kantoor gaat recht naar boven een weg, misschien een honderd meter, stijl om hoog naar mijn huis; met een cementen trap kom je op het voorerf en dan ben je binnen. Mijn huis is hetzelfde model als op Siak met aardigen voor- en grooten achtertuin, dichtbij het tennisveld, waar ik druk gebruik van zal maken. Dit en het voortdurend trapjes loopen zorgen voor de slanke lijn. Het klimaat is blijk baar net als op Bali, dus nu lekker koel, maar straks kan het warm worden. Ik heb weer een gasoline-installatie en leef van regenwater, waarvoor groote tanks om het huis liggen en dat eerst gekookt, dan gefiltreerd en daarna weer in de frigïdaire ijskoud wordt gemaakt. Het eten valt ook mee, al heb je geen vleesch, dus kip of visch, lekker en goedkoop. Groen ten zijn lastig te krijgen, maar mijn kok is een pracht kerel, zoodat steeds smakelijk eten verzekerd is. De eerste dagen op een nieuwe standplaats zijn altijd erg rommelig, omdat je nog geen geregeld huis om je heen hebt, maar de kok heeft zich in de keuken met geleende spullen al heelemaal ingericht en doet al net of hij thuis is. Dicht bij is ook het terrein van de Pro- testantsche zending met kerk, school en hos pitaal. Een half uur varen hier vandaan zit de groote missiepost van de Molukken, met aan het hoofd de Apostolische Vicaris en naast zich een achttal! pastoors, een tiental „werk- broeders" en een Moeder-Overste met een tien tal zusters. Dat is dus een heel bedrijf met hos pitaal. scholen, kerk en internaat. Ik ben er al op bezoek geweest. Het was er erg aardig en gemoedelijk, echt de sfeer van de Katholieke Brabanders. Een lastig geval is hier de postverbinding, die erg onregelmatig is. De brieven zullen dus heel ongelijk komen, ook door mijn straks vaak lange tournées. Veel waard is mij dan ook mijn radio, die al lustig draait. De ontvangst is hier overdag tamelijk slecht, maar "s avonds uitste ken. Met de dienstpost is het hier ook vreemd gesteld, daar je die ook erg ongeregeld en dan ineens in groote stapels krijgt. Gevolg daarvan is dat heel veel per telegram gaat, waarvan ik hier per dag minstens 10, soms ook wel 30 bin nen krijg. Telefoon is er niet, evenmin auto's, maar wel fietsen. Ik heb al veel bezoeken ge bracht en terug ontvangen, zit overdag veel op kantoor mij door stapels papier heen te wer ken om van alles op de hoogte te komen. Maar dat wordt gelukkig gauw anders als ik mijn groote tournées ga maken, alles over zee. want mijn ressort loopt van Timor tot een deel van Nieuw Guinea. HI IER volgen eenige ruwe gegevens: het Kei- eilandencomplex. waarop ik woon. heeft 54000 inwoners, waarvan 12000 Protestant, 17000 Katholiek en 14000 heidenen en Moham medanen. Ruim 200 k m. hier vandaan liggen de Aroe-eilanden met Dobo als hoofdplaats met 18000 inwoners, waarvan 7000 Protestanten en de rest Islamieten en heidenen. Hier 500 k m. vandaan liggen de Tanimber eilanden met Suamlaki als hoofdplaats met 34000 inwoners, waarvan 22000 Protestant, 11000 Katholiek en een dikke duizend Moha- medanen. Dan nog op 1000 k.m. afstand de Ki- sareilanden met 40.000 inwoners, waarvan 26.000 Protestant en 14.000 heidenen. Dan ko men mijn Papoea ressorten op Nieuw Guinea, n.l. Boven Digoel op 1400 k.m. afstand, met een 50.000 Papoeas en de 100O communisten met gezinnen en dan nog Merauke op een af stand van 1100 k.m. met een 60.000 Papoeas, waarvan er nu 3000 z.g. Protestant zijn en 4000 z.g. Katholiek. U ziet, bij elkaar zijn er heel wat zieltjes aan mijn goede zorgen toevertrouwd, die op behoorlijke afstanden (alles over zee met ge middelde reissnelheid van 12 k.m. per uur) van elkaar verwijderd zijn. En ook vogels van di verse pluimage en confessie! Zoodat uit deze cijfers alleen al blijkt dat mijn werk vol af wisseling. dus prachtig is. Ziezoo, nu hebt u van alles een voorloopige introductie en krijgt u van alles een beter be grip als ik over mijn tournées ga schrijven. Ik krijg den kriebel al in mijn beenen als ik daaraan denk! Süsz. de Jood het bekende boek van Lion Feuchtwanger verscheen in de uitstekende ver taling van Victor van Vriesland in een goed- koope doch zeer verzorgde uitgave bij de N.V. de Arbeiderspers te Amsterdam. De vijf deelen zijn tot een boekwerk gebundeld en in fraaien band gebonden. Lord Baden Powell, de chief scour, maakte op zijn 82ste jaar een bezoek aan Afrika. Hij huurde een bungalow in Nyeri, een klein dorpje in Kenya en daar schreef hij: „Een verkenning in Afrika". Het boek bevat vele humoristische schetsen over de bewoners van het zwarte werelddeel. J. M. Meulenhoff te Amsterdam gaf het aardige boek in een aantrekkelijken band uit. Een bundel vlot geschreven schetsen over Texel schreef F. L e M a i r e, onder den titel „Wij wonen op een eiland". Le Mairc is een pseudoniem voor een zeer bekende Texelsche ingezetene, die met kennis van zaken en een ver rassend originieelen stijl, menschen en zaken op dit Waddeneiland beschrijft. Het boek ver scheen bij Bigot en Van Rossum te Amsterdam. Bij Bigot en Van Rossum N.V. te Amsterdam verscheen van de hand van Herman de Graaf een publicatie getiteld „Wij kunnen den oorlog voorkomen! Een practische bijdrage tot den we reldvrede". Bij de NV. De Spieghel te Amsterdam en de N.V. Het Kompas te Antwerpen verscheen het boek Harimau, de geschiedenis van een Sumatraanschen tijger, door R. Voorhoeve. Gun- ter ontwierp den omslag. Tien millioen kinderen is de titel van het boek dat Erika Mann schreef over de opvoeding van de jeugd in Duitschland. Thomas Mann schreef hiervoor een inleiding. Het is een uitgave van de Uitgeverij Contact te Amsterdam. Reinier P. Sterkenburg, verzorg de de vertaling. Mr. G. T. .T. dc Jongh: Herinne ringen van een kinderrechter. De vroegere Amsterdamsche kinderrech ter, mr. G. T. J. de Jongh, heeft een aantal van zijn herinneringen uit zijn langdurige practijk in een klein boekje doen samenvat ten. Het zijn gevoelige schetsjes van een fijnbesnaard mensch, die de kinderziel door en door kent en van elk der „gevallen" het „hoe en waarom" duidelijk laat uitkomen. De schrijver is een sober verteller, die soms nau welijks twee a drie bladzijden noodig heeft om van het lot van het meisje dat den verkeerden weg opging of van den jongen, die met dt maatschappelijke orde overhoop ligt, te ver halen. Maar in dat korte bestek wordt ons de geheele tragedie van een klein menschenle- ven voor oogen gesteld. Een boekje, dat., al moge het niet tot de „groote literatuur" gerekend worden, door zijn diepe menschelijkheid. waard is gelezen te worden. D. Vis illustreerde deze bij de Hollandia- drukkerij N.V. te Baarn verschenen uitgave. Antisemietisme en Jodendom. 1 Onder dezen titel verscheen bij Van Loghem Slaterius' Uitgeversmaatschappij N.V. te Arn hem een bundel studies over het Joodsche vraagstuk onder redactie van prof. dr. H. J. Pas. hoógleeraar aan de Universiteit van Am sterdam. De medewerkers zijn dr. Menno ter Braak, Jos. de Gruyter. ds. J. P. Kruyt. prof. dr. J. Lindenboom, dr. van Oyen, Wouter Paap, dr. J. Presser, dr. Joh. van der Spek, prof. mr. B. M, Telders en dr. P. J. Waardenburg. Bij J. Philips Kruseman, uitgever te Den Haag zijn versohenen: - ,,'n Jonge man zonder geld", door Maysie Greig (vert, door G. J. Werumeus Buning Ensink)„Wie op geluk vertrouwt", door Denise Robins (vert, door Jeanne Kloos Reyneke van Stuwe); „De held van Pine Creek", door Frank C. Robertson (vert, door Jan W. A. Kessels) en „Schapen-oorlog" door Raymond A. Berry (vert, door J. A. W. vaa Hacht).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 15