Geweld tegen geweld 'Doch Caseload Mifft foieid tot onderhandelingen België behoudt zich zijn vrijheid van handelen voor DIN SDA'G 13 JUNI 1939 HA'AREEM'S DAGBUAD 5 DE RICHTLIJNEN DER ENGELSCHE POLITIEK REDE VAN HALIFAX. In het Engelsche Hoogerhuis heeft de Engelsche minister van buiten- landsche zaken, Lord Halifax, ten aanzien van de onderhandelingen met de Sovjet Unie o.a. gezegd dat hij niet kan spreken over beginselkwes ties aangezien dit een academische vraag is. De regeering heeft haar weg gekozen en kan hier niet meer van afwijken. Deze onderhandelin gen zullen in Moskou beëindigd worden. Strang hoopt Woensdag ochtend in Moskou te zijn en der halve kan op het ©ogenblik niet nader op deze kwestie worden ingegaan. Wat Dantzig betreft, zeide Lord Halifax, dat dit probleem met het meeste geduld en de grootste terughoudendheid moet wor den behandeld, wil men gevaarlijke con sequenties vermijden. De minister sloot zich aan bij de woorden van den minister-president, die onlangs heeft gezegd dat de garanties aan Polen duidelijk en helder zijn. De minister zal blij zijn, wan neer het geschil tusschen Polen en Duitsch- land langs vriendschappelijken weg zal wor den geregeld door middel van besprekingen. Hij is van meening dat dit mogelijk is, doch indien gepoogd zou worden door geweld den toestand te wijzigen en wel zoodanig, dat de onafhankelijkheid van Polen wordt bedreigd dan zou onvermijdelijk een oorlog uitbreken, waarin Engeland gewikkeld zou worden. Naar aanleiding van een rede van lórd Pon- sonby op Donderdag j.l. zeide Lord Halifax dat men, of men wil of niet, moet erkennen, dat men leeft in een tijdperk van machtspo litiek en zoolang geweld in de plaats van een scheidsgerecht staat, moet men zijn besluit nemen, voor welk doel men geweld zal ge bruiken, Indien men ziet dat door geweld rechtvaardigheid en orde worden vernield en inditfn men niet wenscht, dat deze dingen verdwijnen uit de wereld wanneer men het kan voorkomen, dan moet men zeker bereid zijn geweld tegenover geweld te stellen. De mi nister gaf de verzekering, dat iedere ver plichting, welke de Britsche regeering op zich neemt, openbaar zal worden gemaakt. Het koloniale vraagstuk. Tot Lord Stonehaven, die het vraagstuk van de Duitsche koloniën ter sprake heeft ge- Rijksprotector betuigt zijn leed wezen met het gebeurde te Nackod. Duitsche politie overgeplaatst. Het D. N. B. meldt uit Praag dat staatssecretaris Frank minister-presi dent Ellas en de Tsjechische regeering in opdracht van den rijksprotector diens leedwezen betuigd heeft met het voor gevallene te Nachod. Hij deelde mede, dat de rijksprotector 50.000 kronen ter be schikking van de moeder van den ge- dooden politieagent had gesteld en dat de Duitsche politie van Nachod naar elders was overgeplaatst.. De rijksprotector heeft voorts een krans naar de teraardebestelling van den Tsje- chischen politieman gezonden; BARON VON NEURATH, rijksprotector voor Bohemen en Moravië. Het incident van Kladno is inmiddels nog niet opgelost. De politie volgt zoo meldt Reuter, echter zekere aanwijzingen, welke naar zij ge looft zullen kunnen leiden tot de arrestatie van de moordenaars van den Duitschen politieman» of definitieve beschuldigingen zullen kunnen op leveren tegen reeds gearresteerde personen. Dat is ook de reden, waarom geen verdere represail lemaatregelen in het district zijn genomen, aldus deelde een hooggeplaatst Duitsch ambtenaar Reuter mede. Kinderen mogen weer naar school gaan en de ramen mogen open blijven tijdens de uren, waarvoor het verbod om op straat te zijn niet geldt. De overige maatregelen blijven ech ter gehandhaafd. Maandag is een synagoge afgebrand nabij Mo ravisch Ostrau, de vierde in deze maand. bracht, zeide de minister dat iemand, die het vraagstuk ernstig bestudeert, zal Inzien dat de moeilijkheden, welke dit vraagstuk mee brengt, niet zullen verminderen, wanneer de taal die hierbij wordt gebruikt onbeheerscht is en deze moeilijkheden zijn des te grooter doordat iedereen of bijna iedereen tot nu toe geneigd is te denken dat het koloniale vraag stuk moet worden opgelost door het terugge ven van gebied. Van alle mogelijke metho den is deze laatste de moeilijkste. In dit sta dium weigerde de minister hieraan iets toe te voegen. Verder zeide de minister ten aanzien van Sjanghai, dat de geruchten over het terug trekken van troepen uit Sjanghai onjuist zijn. De regeering weet wel dat de Japansche militaire autoriteiten onder het voorwendsel van militaire noodzaak daden rechtvaardigen, welke de Britsche belangen en rechten te kort doen, doch de Britsche regeering kan dit niet aanvaarden in het bijzonder niet in plaatsen, waar thans een einde is gekomen aan de militaire operaties. Nog minder kan men een eenzijdige wijziging van de ver dragen tusschen Engeland en andere mo gendheden toestaan. Het geval Tinkler. Ten aanzien van het geval-Tinkler zeide Lord Halifax, dat de feiten thans nauwkeurig moeten worden on derzocht. de regeering heeft evenwel een zeer slechten indruk van hetgeen is geschied met Tinkler. De Britsche ambassadeur te Tokio heeft opdracht ontvangen bij het Japansche ministe rie van buitenlandsche zaken te pro testeeren en alle rechten van Groot- Brittannië voor te behouden om scha deloosstelling te eischen. Vervolgens maakte de minister eenige algemeene opmerkingen. Het is geenszins zijn bedoeling geweest in zijn rede van 8 Juni te zeggen dat de Britsche politiek is gewijzigd. Het was integendeel een poging de menschen in Engeland en elders den toestand duidelijk onder het. oog te brengen. De Britsche politiek wenscht twee zaken duidelijk te maken, in de eer ste plaats dat de Britsche politiek geen bedreiging vormt. Doch indien geweld zal worden gebruikt moet hij die het gebruikt rekenen op geweld te stuiten (toejuichingen). De geest van het Britsche volk is thans krachtiger dan in 1914. Iets, wat de buitenland sche propaganda steeds verzwijgt, en met reden, is dat de overeenkomsten van Engeland slechts in werking zullen treden, wanneer ergens de vrede wordt verstoord. Indien niet getracht of het voornemen ge koesterd wordt, van geweld gebruik te maken, dan zal de geheele invloed van dit land die niet te veronachtzamen is - gebruikt worden voor het verwezenlijken van een billijke rege ling door onderhandeling (toejuichingen). Ik ben het er voor honderd procent mede eens, dat men, indien men wil onderhandelen, het zelfde voor oogen moet hebben. Dit zou, naar mijn meening. een onmisbare voorwaarde zijn voor het welslagen van eventueele onderhan delingen, waartoe naar ik hoop, de naties in Europa eens bereid zullen zijn. Het is niet altijd gemakkelijk, bedoelingen juist te be- oordeelen en ons oordeel moet voor een groot deel afhangen van gesproken woorden en verrichte daden van hen, die de politiek van andere landen leiden. Ik zou, zoo besloot Halifax, hoogst tevreden zijn, als ik wist dat dit ten gevolge had, dat de aandacht van allen, die er kennis van kunnen nemen, erop gericht wordt de drei gende, gevaarlijke en duistere methoden van willekeurig geweld door de methoden van onderhande ling en vreedzame regeling te ver vangen Het debat werd na deze rede van Halifax zonder stemming gesloten. Poolsche douane-inspecteur werd door S. A.-mannen weggevoerd. Krachtig Poolsch protest te Dantzig. De Poolsche autoriteiten te Dantzig hebben een onderzoek ingesteld naar de arrestatie van den Poolschen douane-inspeeteur Lipinski en de tegen hem ingebrachte beschuldiging van spionnage, meldt Havas. Totnutoe is uit het onderzoek gebleken, dat twee SA-lieden Lipinski in een auto hebben meegenomen in de richting van Oost-Pruisen. Bij het dorp Bohnsack werd Lipinski uit den wa gen geworpen, waardoor hij ernstig werd ge kwetst. Hier werd hij later door de politie ge vonden, gearresteerd en naar Dantzig gebracht. De lezing, welke het Poolsche telegraafagent- schap publiceert, wijkt af van de Duitsche le zing. Volgens mededeeling van P. A. T. heeft de Poolsche douane-inspectie van de Vrije Stad de politieautoriteiten om inlichtingen gevraagd. Eerst werd alleen gezegd, dat hij gearresteerd was. Later werd gezegd, dat hij wegens dron kenschap was gearresteerd. Het Duitsche nieuws bureau bericht thans» dat Lipinski wordt be schuldigd gepoogd te hebben twee SA-lieden naar Polen te lokken. P. A. T. merkt ten aan zien hiervan op, dat deze beschuldiging niet als ernstig kan worden beschouwd De Poolsche commissaris-generaal te Dantzig heeft opdracht ontvangen krachtig bij den se naat van Dantzig te protesteeren. De Dantziger pers schrijft ten aanzien van dit geval, dat de toestand niet langer houdbaar is. „De Poolsche douane-inspecteurs, waarvan het aantal de laatste jaren steeds is toegenomen zijn niets anders dan vermomde spionnen en al leen het afschaffen van dit instituut kan leiden tot het herstel van normale toestanden in Dantzig." Beroemd schilderij uit het Louvre verdwenen. „De onverschillige" van Watteau. Gistermiddag is ontdekt dat een dei- meesterwerken van de Fransche schil derkunst, „De Onverschillige" van Wat teau uit het museum het Louvre te Pa rijs was verdwenen. Dit schilderij meet slechts 25 bij 20 c.M. Het is eigendom van het museum, waaraan het in 1869 werd nagelaten door De Lacaze. De geheele politie van Frankrijk is gealarmeerd. Het zal vrijwel onmogelijk zijn dit stuk van onschatbare waarde te verkoopen. Arbeidsplicht voor alle Duitsche meisjes onder de 25. Wet nog dit jaar verwacht. De Staatssecretaris op het Duitsche rijksministerie van arbeid, dr. Syrup, heeft naar het D.N.B. meldt, in een rede aangekondigd dat waarschijnlijk nog. dit jaar een wet zal worden uit gevaardigd. volgens welke alle meis jes tot 25 jaar een jaar arbeidsdienst plicht zullen hebben te vervullen, Tot dusverre gold deze plicht slechts voor meisjes, die later in loondienst wilden gaan. Door de aangekondigde uitbreiding zal het aantal dienstplichtige meisjes belangrijk ver groot worden. Behalve door sociale overwe gingen wordt de voorgenomen maatregel ge motiveerd door den wensch. dat men nog meer dan tot dusverre de beschikking heeft over de arbeidsreserve der vrouwelijke jeugd. WOENSDAG 14 JUNI 1939. HILVERSUM I 1875 en 415.5 M. NCRV-Uitzending. 6.307.00 Onderwijsfonds voor de Scheepvaart. 8.00 Schriftlezing en meditatie. 8.15 Be richten, gramofoonmuziek. (9.30—9.45 Geluk- wenschen). 10.30 Morgendienst. 11.00 Gramo foonmuziek. 11.15 Zang met pianobegeleiding en gramofoonmuziek. 12.00 Berichten. 12,15 Gramofoonmuziek. 12.30 De Postillons en gramofoonmuziek. 2.00 Gramofoonmuziek. 2.40 Het Hollandsch Kamermuziekensemble en gramofoonmuziek. 4.00 Gramofoonmuziek. 4.45 Felicitaties. 5.00 Voor de jeugd. 5.45 Gramofoonmuziek. 6.10 Causerie „Filmt u nog niet?" 6.25 Gramofoonmuziek, berichten. 6.30 Taalles en causerie over het Binnenaanvarings reglement. 7.00 Berichten. 7.15 Causerie ,.De actie van de C.B.T.B. in Groningen". 7.35 7.55 Gramofoonmuziek. 8.00 Berichten ANP. herhaling SOS-berichten. (Het avondpro gramma zal worden onderbroken voor verkie zingsuitslagen). 8.15 Causerie „Een kerk vol tegenstrijdigheden in Indië". 8.35 Stafmuziek vaniii het 5e R. I. 10.00 Berichten ANP., ac tueel half uur. 10.30 Vervolg Concert. 10.45 Gymnastiek. 11.00 Gramofoonmuziek. c.a. 11,50—12.00 Schriftlezing; - - HILVERSUM H. 301.5 M. 8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 6.30 RVU. 7.00 VARA. 7.30 VPRO, 8.00-12.00 VARA. 8.00 Gramofoonmuziek (Ca. 8.16 Berich ten). 9.30 Causerie „Onze keuken". 10.00 Mor genwijding. 10.20 Voor arbeiders in de Conti nubedrijven. 12.00 Gramofoonmuziek. 12.15 Berichten. 12.30 Esmeralda. 1.001.45 Or gelspel en zang. 2.00 Voor de vrouw. 3.00 Voor de kinderen. 5.30 VARA-orkest. 6.28 Be richten. 6.30 Lezing „Leven en dood van uit Godsdienstig standpunt belicht." 7.00 VARA- kalender. 7.05 Felicitaties. 7.10 Vocaal con cert. 7.30 Muziek. 7.35 Cursus „Jeugd 1939". 7.50 Muziek. 7.558.00 Toespraak „Tot de V.C.J.B." 8.05 Herhaling SOS-berichten. 8.07 Berichten ANP. VARA-Varia. 8.17 De VARA- Zomerprijsvraag. 8.20 Gramofoonmuziek. 9.00 Causerie „Handschriftkunde". 9.20 VARA- orkest. 10.00 Berichten ANP. 10.10 Esmeralda en solisten. 10.45 Orgelspel. 11,1512.00 Gra mofoonmuziek. DROITWICH. 1500 M. 11.25—11.50 Vocaal concert. 12.10 Dans muziek (gr. pl.). 12.40 Harry Engleman's kwintet. 1.00 Uit Zürich: Het Omroeporkest m.m.v. solist. 1.352.20 Het BBC-Theater- orkest.. 3.10 Dansmuziek. 3.25 Sectie van het BBC-Northern Ire land-orkest, m.m.v. solist. 3.55 Gramofoonmuziek. 4.20—5.10 Vesper. 5.20 Gramofoonmuziek. 5.40 Billy Cotton's Band. 6.20 Berichten. 6.40 Wetenschappelijk overzicht. 7.00 Causerie „A mixed of mar kets". 7.15 Cowboy-programma. 7.50 Actueele uitzending. 8.20 Gevarieerd programma. 9.20 Berichten. 9.50 Zie Brussel 322 M. om 9.20 10.20 Uit Krakow: Pianovoordracht. 10.50 BBC-Harmonieorkest. 11.35 Joe Loss en zijn Band. 11.50 Gramofoonmuziek. 12.1012.20 Berichten. RADIO PARIJS, 1648 M. 11.20 Cantrelle-orkest. 12.30 Zang. 1.25 Gra mofoonmuziek. 2.35 Vioolvoordracht. 3.35 Pia novoordracht. 3.50 Zang. 4.05 Vioolvoordracht 5.05 Pianovoordracht. 5.25 Loca tell i-orkest. 6.35 Vioolvoordracht. 6.50 Zang. 7.50 Zang. 8.50 Portugeesch-Fransch uitwisselingsconcert. 10.20 Omroeporkest, solisten en het Noyon- koor. KEULEN, 456 M. 6.50 Leo Eysoldt's orkest. 8.50 Gramofoon muziek. 12.20 Politie-muziekkorps. 1.35 Het Omroeporkest. 2.30 Populair concert. 3.40 Gramofoonmuziek. 4,20 Het Omroep-klein- orkest. 6.50 Solistenconcert.. 7.35 Gramo foonmuziek. 8.50 Militair programma. 10.55 Pianovoordracht. 11.3512.20 Het Omroep- kleinorkest en solisten. BRUSSEL, 322 M. 12.20 en 1.302.20 Gramofoonmuziek. 5.20 Kamermuziek. 6.50, 7.20 en 8.20 Gramofoon muziek. 9.20 Omroepspmphonie-orkest en soliste. 10.5011.20 Dansmuziek (gr. pl.) BRUSSEL 484 M 12.20 en 1.30—2.20 Gramofoonmuziek. 5.20 Omroepdansorkest. 6.35 Kamermuziek. 7.35 en 8.20 Gramofoonmuziek. 8.50 Radiotooneel. 9.50 en 10.30 Omroepdansorkest. 10.50—11.20 Gra mofoonmuziek. DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 8.35 Gevarieerd programma. 9.20 „Die Krebskrankheit und ihre Bekampfung". in terview. 9.35 Het Weensche Omroep-Amu- sementsorkest (opnó 10.20 Berichten. 10.40 Cello en piano. 11.05 Berichten. 11.2012.20 Het Omroepklein orkest en solisten. Daarom wordt een zelfstandigheidspolitiek gevoerd Militaire allianties zijn gevaarlijk. Men schrijft ons uit Brussel d.d. 12 Juni: AL is reeds de helft van het jaar ver streken, toch moet het Belgische par lement zich haasten om vóór het recès de diverse begrootingen voor 1939 af te werken. Dat is te wijten aan de vele regeerings- strubbelingen met als gevolg de nieuwe ver kiezingen die we hier dit jaar gehad hebben. En zoo kon het gebeuren dat de reeds vroeger aangewezen rapporteur voor de begrooting van buitenlandsche zaken, de Katholieke Vlaming Van Cauwelaert, tijdelijk zijn presidentieelen zetel heeft verlaten om aan de debatten over zijn verslag in de Kamer te kunnen deelnemen. Die debatten werden hier met buitengewone belangstelling tegemoet gezien. Niet alleen omdat de buitenlandsche politiek in dezen tijd van internationale spanning thans overal groote aandacht vraagt, maar ook nog om een andere reden. Hoewel verreweg de meerder heid van de bevolking in de dagen der Septem- bercrisis achter de regeering Spaak stond en 't eens was over de wijze, waarop deze de Belgi sche zelfstandigheidspolitiek toepaste, is er hier vooral sinds de jongste blokvorming in Euro pa een strijd ontbrand over de interpretatie van dat woord „zelfstandigheidspolitiek". De heer Van Cauwelaert stelt de kwestie in zijn rapport aldus: „Zijn wij opnieuw vrijwil lig een onzijdige Staat geworden of hebben wij een vrijheid van handelen behouden die in sommige omstandigheden er ons toe zou kun nen leiden de ééne partij te verkiezen boven de andere? Aangezien de rapporteur met ver schillende stroomingen in de commissie moest rekening houden, krijgen wij op die vraag geen direct antwoord, maar bepaalt de heer Van Cauwelaert zich ertoe nogmaals de beginselen van de zelfstandigheidspolitiek uiteen te zet ten, gelijk deze door den Koning in 1936 is vastgesteld en sindsdien met succes toegepast. En de rapporteur concludeert: „België wil vrij blijven van elke militaire, collectieve of wederzijdsche verplichting tegenover het bui tenland. Zonder aarzelen zal het zich buiten de conflicten zijner buren houden, maar het zal zich met alle middelen verzetten tegen elke poging, van waar zij ook kome, om zijn grond gebied voor een aanval of een militaire opera tie tegen een anderen staat te gebruiken". Een meerderheid heeft zich met deze verklaring kunnen vereenigen, maar er is toch een min derheid in de commissie geweest, die er een gevaar in ziet dat België geen bijzondere ac- coorden met bevriende nabuurstaten heeft, die zij niet in strijd achten met de zelfstandig heidspolitiek. Terwijl het woord „zelfstandigheidspolitiek" voor de Vlamingen in het algemeen „vrijwil lige neutraliteit" beteekent, hoort men in Wal lonië en Brussel nog al eens de meening ver kondigen dat zelfstandigheid geen neutraliteit is en men dus te allen tijde zelfstandig zijn houding zal kunnen bepalen. Toen dan ook eenigen tijd geleden een buitenlandsch staats hoofd sprak over het neutrale Nederland, Bel gië en Zwitserland, kwam er onmiddellijk in -een -Brusselsch Fransch-talig blad een vlam mend protest onder het opschrift: „België is niet neutraal". Terwijl voor de Vlamingen het doel van de zelfstandigheidspolitiek is: België buiten den oorlog houden zoolang het Belgisch grondgebied niet geschonden wordt, willen sommige Walen en Brusselaars de zilfstandig- heidspolitiek in dien zin interpreteeren dat België zich bij het Fransch-Engelsche vredes- blok moet aansluiten. Herinneren we hier slechts aan de verklaring van den Waalschen socialist Buset, die eenige maanden geleden als woordvoerder van zijn partij tijdens de de batten over de regeeringsverklaring een derge lijke aansluiting bepleitte. Men weet hoe cok de kwestie van een militair accoord met Ne derland hier een onderwerp van veel polemie ken is geweest, hoewel men het Nederlandsche afwijzende standpunt kent. De heer Pierlot maakte nog tijdens zijn groote rede van Don derdag j.l. de laconieke opmerking dat er voor een accoord altijd twee partijen noodig zijn. Met betrekking tot de interpretatie van dat woord „zelfstandigheidspolitiek" zou ik hier nog de aandacht willen vestigen op een eenige dagen geleden verschenen artikel in de „Indé- pendance Beige" van kolonel Requette, ge- breveteerde van den algemeenen staf en mili tair medewerker van verschillende groote Brusselsche bladen. De heer Requette ontkent de waarde van een militair accoord tusschen beide landen, omdat zij ook samen niet in staat zouden zijn den eventueelen vijand te bedwingen. Hij oppert nu de mogelijkheid van een defensief "Verbond tusschen beide landen binnen het kader van een „vast afgebakend» kamp van het Westen", dat Frankrijk, België en Nederland, gesteund door Engeland, zou moeten omvatten. Het opperen van dergelijke plannen bewijst wel hoe wijd sommigen hiel de grenzen van de Belgische zelfstandigheids politiek trekken. Ook tijdens de debatten van de laatste dagen komt. zeer tot verontwaardiging der Vlaamsche Nationalisten voorstanders van de strikte neutraliteit in Waalsche kringen (en niet alleen die der socialisten) de meening tot uiting dat men ingeval van een conflict alleen zal staan, indien men niet van te voren afspraken treft met Frankrijk en Engeland. Natuurlijk zullen Walen en Brusselaars zich tegen iedere overrompeling verdedigen, maar Vlaamsche en Waalsche extremisten vliegen elkaar in de haren wanneer de eersten durven veronder stellen dat deze uit het bevriende Frankrijk zou kunnen komen. Terwijl de Vlaamsche Na tionalisten zich ergeren over de partijdige uit latingen van sommige Waalsche leden der re geering, te Parijs gedaan, regent het van Waal schen kant protesten tegen het feit, dat de re geering durft spreken van verdedigingswerken in het Zuiden, terwijl de werken aan de Oost grens nog niet voltooid zijn. Juist deze zelfstandigheidspolitiek, zooals de heer Spaak haar gevoerd heeft en de door hem gesteunde militaire politiek hebben den ex- premier bij de achter ons liggende verkiezingen stemmen in het Waalsche land gekost. Spaak heeft tijdens deze debatten echter nogmaals verklaard dat hij een warm voorstander blijft van de politiek, zooals zij door hem en zijn op volger is gevoerd. Alle landen moeten weten dat België zich door alle middelen, die in haar macht zijn, verzetten zal tegen de overschrij ding van haar grenzen door een sterk leger. Ook voor mr. Spaak is echter de onafhankelijk- heidspolitiek geen politiek van neutraliteit. Op ieder oogenblik kan het land de beslissing ne men die het aanstaat. Zelfstandigheid en neutraliteit. AAf AT is nu de opvatting van den huldigen v premier? Beteekent zelfstandigheidspoli tiek „vrijwillige neutraliteit"? De heer Pierlot heeft blijkbaar alle partijen willen tevreden stellen, al komt '.et er practisch op neer dat in de Belgische politiek geen wijziging intreedt en de extremisten in beide kampen hun zin niet krijgen. De heer Pierlot verdedigt noch de „strikte neutraliteit" der Vlaamsche extremis ten noch de alliantiepolitiek der Waalsche Na tionalisten. De eenige eventualiteit van een oorlog, die wij willen aannemen, zegt de pre mier, is die van de nationale verdediging. In dat geval zijn wij tot alle offers bereid en zul len we onze grenzen verdedigen, zoowel in Europa als in Afrika. Maar geen verschrik kingen van een oorlog over ons land in dienst van een politiek, die niet uitsluitend Belgisch is. Daarom verwerpt de premier allianties, die het risico met zich brengen dat België voor vreemde belangen de wapens moet opnemen. Volgens Pierlot heeft het woord „neutraliteit" niet dezelfde voordeelen als „zelfstandigheids politiek". „Neutraliteit" kan beteekenen de ver plichting zich niet in een conflict te mengen en soms zelfs het land beletten zich voor zijn verdediging te bewapenen. „Wij houden vrije handen". Daar waar het respect voor haar grondgebied en haar essentieele rechten niet in het spel zijn. bestaat er voor België een fei telijke neutraliteit. Wat nu de bezwaren tegen de huidige onafhankelijkheidspolitick betreft, de gunstige kans die zij biedt om buiten een eventueel conflict te blijven wil de premier niet verwaarloozen. De na-oorlogsche alliantie-poil- tiek, die België gevoerd heeft, leerde wel. aldus de premier, dat zij niet de voordeelen brengt die de risico's kunnen vergoeden, welke zij ons oplegt. Reeds toen kon men voor bepaalde ge vallen niet alle garanties verstrekken. Hoe zou dat dan nu mogelijk zijn, nu er zooveel meer en uitgestrekter fronten te verdedigen zijn? Wat de verhouding tot Nederland betreft, zoowel in het rapport, van den heer Van Cau welaert als in de rede van den heer Pierlot wordt de wensch tot een inniger samenwerking op velerlei gebied geuit. Nopens een eventueel militair accoord deelt de premier echter de be zorgdheid van den heer Patijn en hij voegt er de woorden aan toe: „Laten wij ook hier niet op de toekomst vooruitloopen en misschien on- noodig de kansen in een conflict te worden me- degesleept. uitbreiden. En wat den doortocht van hulplegers door België naar Nederland be treft, laten wy ons niet door willekeurige ver onderstellingen meesleepen op een weg, waar ons slechts risico's te wachten staan, zonder nuttig resultaat voor ons of voor onze buren", buren". „Twee naties zonder vrees". Roosevelt over de betrekkingen met Amerika. Tijdens de plechtigheid van de be vorderingen aan de Amerikaansche militaire academie te Westpoint heeft president Roosevelt een toe spraak gehouden, waarin hij sprak over het bezoek van het Britsche ko ningspaar als een „ridderlijke erken ning van de goede en hartelijke be trekkingen tusschen de beide groote mogendheden". Roosevelt voegde hier aan toe: „De beteekenis van dit be zoek ligt in het feit, dat de vriend schap tusschen beide landen kan be staan doordat beide zonder vrees zijn. Om dit te bereiken is kracht noodig. de kracht, welke niet alleen komt door wapens alleen, doch door begrip en samenwerking, welke weer het gevolg zijn van een getrain- den en gedisciplineerden geest, vervolgde de president. Deze eigenschappen van samen werking, discipline, zelfbeheersching en zelf vertrouwen zijn de voortbrengselen van het moderne leven. Wanneer zij zoowel interna tionaal als nationaal ontwikkeld zullen kun nen worden, dan zal men werkelijk nader ko men tot het verwezenlijken van de hoop op vrede. Gelijke opvattingen. Nu "net bezoek van het Britsche konings paar ten einde is, houden politieke kringen en de pers in de Ver. Staten zich met het bij zondere belang er van bezig. De meeste bla den en de algemeene meening getuigen, dat tusschen het Britsche Rijk en de Vereenigde Staten thans gelijkheid van opvattingen be staat ten aanzien van hun houding jegens de wereldproblemen en de beginselen, die ten grondslag liggen aan de beschaving. De afwezigheid van versterkingen aan de Cana- deesche grens is een symbool voor de vreed zame betrekkingen tusschen Amerika en Groot-Brittannië. Men kan aannemen dat de koning en de president particuliere bespre kingen hebben gevoerd, die zeer belangwek kend waren. Wanneer 24 senatoren en een honderdtal afgevaardigden zich ervan onthiel den aanwezig te zijn bij de receptie, dan was dat uitsluitend omdat zij of hun kiezers van Iersche afkomst waren. In ieder geval heeft de bevolking talrijke bewijzen gegeven van geestdrift voor de vorsten. Het bezoek blijft van beteekenis voor de Amerikaansche ge voelens ten gunste van weerstand der vrije naties, die tegenstand willen bieden aan alle overheerschingsplannen. De ramp van de „Thetis". Pogingen tot lichting worden over twee k drie weken hervat. De Engelsche minister-president heeft in het Lagerhuis verklaard dat het lich ten van de Thetis" voorloopig is uitge steld teneinde nieuwe werktuigen aan te brengen. Vermoedelijk zal het twee of drie weken duren, alvorens het benoo- digde materiaal ter plaatse zal zijn. Fletcher, een lid van de Labour-party, vroeg den minister-president of hij zich er wel van bewust was, dat de openbare meening ver wachtte, dat de „Thetis" zou worden gelicht en dat het buitengewoon onaangenaam zou zijn, wanneer men niet zou slagen in het lichten van dit schip, gezien het succes in het lichten van de Duitsche oorlogsschepen, welke te Scapa Flow tot zinken waren gebracht. Chamberlain antwoordde hierop dat de regeering verwacht dat de „Thetis" gelicht zal worden. Verder zeide hij, dat het onderzoek naar de oorzaken van de ramp niet zal worden gehouden voor het schip zal zijn gelicht. Het onderzoek zal worden ge leid door rechter Bucknill, bijgestaan door drie assessoren, kapitein Menzies, een duikboot-offi cier, kapitein Ryley, van Trinity House en pro fessor Bertram Abell, hoogleeraar in de scheeps bouw aan de universiteit van Liverpool

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 9