Hartje /m— Uiteenloopende meeningen over de Dienstplichtwet. Hoofdgetuige handhaaft haar vroegere verklaringen Fantasie in het spel? Kunst in Haarlem en daarbuiten. WOENSDAG 14 JUNI 1939 H A A R E E M'S D A G B E A D 3 HET DRAMA TE KOEDIJK Verdachte blijft ontkennen Dinsdagmiddag werd het getuigenverhoor in het drama te Koedijk voortgezet. Gehoord werd Maria D., de hoofdgetuige en vroegere vriendin van verdachte. Zij is 26 jaar en dienstbode te Heemstede. Zij houdt zich aan haar verklaringen voor de rechtbank, zij heeft er niets aan toe te voegen, noch wil zij iets intrekken. Het meisje geeft toe een vernouding met B. te hebben gehad. Verdachte wilde met haar trouwen, maar zoo verklaarde het meisje „ik zei, in een gesprek in Juli. dat ik weinig lust had met hem te trouwen, omdat ik de kinderen niet steeds om me heen wilde heb ben. Verdachte had toen geantwoord: „Daar zal je geen last van hebben". Getuige had toen gezegd: „Dan moet er iets verschrikkelijks ge beuren". Raadsheer M. CanisDus over dat ver schrikkelijke bent u het eerste begonnen. Getuige: Ja, maar ik heb direct gezegd: „Dat kan niet". Verdachte heeft toen geantwoord: „Laat dat maar aan mij over". Pres.: Met dat verschrikkelijke bedoelde u toen: van kant maken. Of bedoelde u een scheiding? Getuige: Ik weet het niet, ik vind het allebei vreeselijk. Pres.; Hebt u hem in den waan gelaten, dat u met hem wilde trouwen als hij vrij was? Getuige geeft dit toe. In een later gesprek in September had ver dachte haar gezegd, dat hij met vrouw en kin deren in het water zou rijden om op die wijze een einde aan hun leven te maken. Over de kinderen had hij gezegd: „Ze moeten maar dood. anders worden ze net als de moeder." Pres.: Maar dat is toch vreemd, het eenige kwaad, dat u van die vrouw weet te vertellen, is dat zij zoo bazig was. Getuige: En toch heeft hij dat gezegd. Vlak voor den 2en Januari, waarschijnlijk op Oudejaarsdag had verd. nogmaals met ge tuige gesproken. Hij had toen gezegd, dat het „ongeluk" op 2 Januari zou gebeuren. Pres.: En hebt u hem toen nog trachten te remmen, net als bij die andere gesprekken. Getuige (zacht.): Ja't hielp niet. Pres.: 't Is eigenlijk misdadig wat u gedaan hebt. U waarschuwt de politie noch de vrouw, u wacht kalm het bericht door de radio af. Daar hoorde u van. dat hij zijn afschuwelijk plan had uitgevoerd. GetuigeIk probeerde hem toch nog te rem men. Na het gebeurde had getuige alleen met verd. gesproken in het ziekenhuis. Hij had toen gezegd, dat de tocht een mislukking was geweest, maar ze moest maar geduld hebben. „We zullen elkaar toch wel krijgen". Pres.: En nog zegt u niets. Integendeel u blijft kalm met hem omgaan. Heeft hij ook beschreven hoe het ongeluk gebeurd is? Getuige: Neen, daar heeft hij weinig over verteld, alleen sprak hij over een hondje.... dat verhaal had hij aan de menschen verteld. De verdachte wordt dan ondervraagd. Nooit heeft hij gezegd, dat hij van zijn vrouw af wilde of haar en de kinderen uit den weg wilde ruimen. Pres.: Een priester verklaart anders. Tegen hem zoudt u hebben gezegd, dat u wel vaag met het plan had rondgeloopen. Verdachte (met klem)Onjuist. Pres.: Maar fantaseert dit meisje dan dit heele afgrijselijke moordverhaal. Verd.: Ja. alles gelogen. Wel heeft verdachte eens gezegd: „Als je geen geloof, geen gevoel en geen geweten had, zou je de boel kunnen verdrinken". Pres.: En verder hebt u haar niets gezegd? Verd.: Geen woord. President: „En u hebt in het ziekenhuis nooit over „een mislukking" gesproken. Ook dat ontkent verdachte. Wel had hij over het hondje gesproken maar niet in den zin van een fantasie. Dan wordt de verhouding tusschen ver dachte en diens vrouw onderwerp van onder vraging. Verdachte zegt geen hekel aan zijn vrouw te hebben. Raadsheer mr. Canis: „Kort na den dood van drie van uw kinderen hebt u de verhou ding met Maria D. weer voortgezet. Dat is volkomen onbegrijpelijk". Verdediger: „Is het waar, dat de journa list K. met getuige wil trouwen. Hij is echter ook getrouwd, al leeft hij niet met zijn vrouw samen. Er wordt door den vader van dit meisje alle mogelijke moeite gedaan om de vrouw op te sporen en haar te bewegen terwille van dit meisje te scheiden. Ik zou wel eens willen weten, roept mr. De Groot uit, hoe precies de verhouding tusschen getuige en K. is. Daar zit meer achter en een juist antwoord zou een ander licht op de verklaringen van dit meisje werpen. Maria D.Tusschen mij en meneer K. is niets dan bescherming en vriendschap. Verdediger: „Er zijn menschen die gezien hebben, dat K. en dit meisje elkaar in het openbaar kusten. Mr. Canis: ,,'t Ls onbegrijpelijk, dat u aan K. alles tot in bijzonderheden vertelde, terwijl er zooals u zegt geen verhouding tus schen u en K. was Het verhoor Is hiermede ten einde, het meisje is langer dan anderhalf uur onder vraagd, doch zij blijft bij haar verklaringen. Zij mag gaan zitten en zij staat haar plaats af aan haar vriend K. die mededeelt, dat hij thans waterbouwkundige en geen journalist is. Hij vertelt, dat het meisje tijdelijk bij hem de huishouding verzorgde. Getuige had ge- ruimen tijd een verhouding met het meisje. Hij kende verdachte B. niet, op zekeren dag had B. haar opgezocht ten huize van ge tuige. Hij had een fluisterend gesprek ge hoord. En met veel moeite had hij haar later bewogen te vertellen, wat er besproken was. Zij had verteld, dat zij een verhouding met verd. heeft gehad. Getuige had toen ge zegd: „Oh, ben jij de vrouw, die er achter zou zitten, zooals men fluistert". Maria had haar verhaal voortgezet, doch zij had getuige eerst laten beloven niets te vertellen. „Ik dacht zegt getuige „dat het een tamelijk onschuldig verhaal was". Toen hij het geheele drama hoorde, had hij zijn belofte van stilzwijgendheid herroepen. Getuige had met een priester gesproken en met dezen priester had verdachte óók een ge sprek gehad. Later had deze tegen getuige gezegd: ..Het is gebeurd, zooals het meisje het gezegd heeft". Pas in- October deed getuige aangifte bij de justitie. Ook met dezen getuige wordt over trouw plannen met Maria D. gesproken. Pres. (tot get. K.)Hebt u nooit gezegd, dat u Maria zou trouwen, wanneer u genoeg geld bezat en wanneer u vrij was? Getuige (aarzelend): In dien zin niet trouwens, ik kan zooiets niet beloven. Raadsheer mr. Canis: Waarom had u zoo'n haast om van die aanklacht tegen B. werk te maken? Lag dat niet in uw bijzondere verhouding tot het meisje Maria D.? Neen, zegt getuige, die verhouding is cor diaal. Bovendien had ik niet zooveel haast. Mr. Canis: Dat had u wel, want nadat u met een jurist had gesproken kon u niet eens wachten tot de priester weer terug jvas. die toevallig eenige dagen uit was. U haalde nog een anderen priester in de zaak om toch maar gauw een aanklacht te kunnen indienen. Het Hof hoort vervolgens den priester, pater De Hart. In Mei 1938 is getuige K. bij hem geweest om te vertellen, wat hij, K., van het meisje had gehoond. Dat verhaal was zoo tendentieus, dat de priester de vrees kreeg, dat juffrouw B. nog elk oogenblik gevaar liep gedood te worden. Getuige had het meisje gehoord en daarbij was hij direct van dien vrees genezen. Ook heeft de priester ver dachte gehoord, die hem bekende wel eens met het plan te hebben rondgeloopen zijn vrouw te dooden. Maar dien dag had hij dat plan niet gehad en het tewater rijden was volgens verd. niets anders dan een ongeluk. Volgens Maria D. was er echter wel opzet in 't spel geweest. Weer betoogt verdachte met klem, dat de priester zich vergist en de verhalen door elkaar haalt. Over plannen had hij nooit gesproken, wel over de verhouding met het meisje. De priester handhaaft zijn lezing. Tenslotte hoort het Hof dr. H. Hoeneveld, zenuwarts te Alkmaar nog, die naar de geest vermogens van verdachte een onderzoek in stelde. De zitting werd daarna geschorst tot Don derdagochtend a^s. VAN MIJNHARDT en de pijn zakt onmiddellijk wegi Hartjes zijn onfeilbaar bij pijnen van allerlei aard en helpen uit stekend bij verkoudheid en griep Door de hartvorm gemakkelijker in te nemen dan de ronde ouweltjes Bij apothekers en drogisten, koker 12 st 50 ct - doosje6st.30c« II I l r-. CEBUTO-DAGTRIPS Antwerpen m. Sportcentr.-Deurne f 3.50 Bredasche bosschen m. voll. pens. 5.— Twente Holl. Zwarte Woud 3.25 Natuurreservaat Hooge Veluwe 3.25 Oisterwijk Brabantsche Vennen 3.— Winterswijk, Geld. Achterhoek 3.50 Naar den Afsluitdijk Wieringerm. „2.75 Bad-Boekelo (Zee op de heide) 3.50 Montferland 3.25 Ouwehand's Dierenpark „3.50 Naar Vorden en omgeving „3.25 Ommen en omgeving3.25 Oost-Voorne en omgeving.2.50 Nijmegen, Berg en Dal 3.— Arnhem en Velper bosschen „2.75 Rond het IJselmeer ,3.75 Vraagt inlichtingen en Reisgids ook voor onze buitenlandsche Reizen bij JAC. HEEMSKERKS CEBU TO-REISBUREAU HOUTPLEIN 34 TELEF. 16448 Agenten Sïg.mag. SPAAS, Rijksstraat weg 21, Telef. 16531; Bruynzeel's Mode magazijn, Velsen-Pont, Telef. 3064. (Adv. ingez. Med.) Geringe boeten aan wilde bus ondernemingen opgelegd. Op 30 Mei heeft de rechtbank te Rotterdam in hooger beroep een aantal zaken behandeld te gen exploitanten van autobusondernemingen, die door het kantongerecht tot hooge boeten wa ren veroordeeld. De exploitanten waren allen in appèl gekomen van vonnissen, waarbij zij ver oordeeld waren wegens overtreding van het re glement autovervoer personen. Thans heeft de rechtbank te Rotterdam in deze zaken uitspraak gedaan. Zij veroordeelde den directeur van de N.V. Van Zetten's toertax-centrale, den heer G. A. v. Zetten uit Rotterdam, wien het kantongerecht in tien vonnissen een gezamenlijke boete van f 10.000 had opgelegd, tot tien geldboeten van vijf gulden, subs, tien maal een dag hechtenis, de heer P. L. van der Geest, directeur van de N.V. Hercules, tegen wien het kantongerecht twee vonnissen tot het betalen van tweemaal vijfhonderd gulden had gewezen, is thans ver oordeeld tot het betalen van twee geldboeten van elk vijf gulden subs, tweemaal een dag hechtenis. Een andere exploitant, de heer J. G. Schepens. was door het kantongerecht veroordeeld tot het betalen van vijf boeten met een gezamenlijk be drag van f 2400. Thans heeft de rechtbank hem veroordeeld tot het betalen van vijf maal een boete van vijf gulden, subsidiair vijfmaal een dag hechtenis. De rechtbank heeft de vonnissen tegen an dere exploitanten in denzelfden zin gewijzigd. (Adv. ingez Med.) Recidivist gaf zich voor pastoor uit. Een oude man te Amsterdam, die reeds me nige veroordeeling achter den rug heeft, creëerde naast zijn steun nog een andere bron van inkom sten. Hij verkleedde zich en ging als pastoor op huisbezoek. „Meneer pastoor" werd in vele ge vallen vriendelijk ontvangen en hij kreeg me nige gift voor liefdadige doeleinden. Er waren echter ook minder goedgeloovigen, die het voor komen en de conversatie van den man niet die van een „geestelijke" vonden en aangifte bij de politie deden. Dinsdag is de man terzake oplichting aange houden en in het bureau Warmoesstraat inge sloten. TWEEDE KAMER Langer oefentijd of grooter contingent OPENING SPEELGOEDERENF ABRIEK Maandag is de te Vroomshoop gebouwde speel- goederenfabriek, tot stand gekomen op initiatief van het economisch technologisch instituut in Overijsel, officieel geopend. Volkenbondshandvesf los van verdrag van Versailles. Interpellatie-aanvragen. DEN HAAG Dinsdag. Na een lang Pinksterreces zagen de Kamer leden elkaar onder wel zeer bijzondere om standigheden terug. Het is immers sinds eenige weken ten opzichte van de positie van het Kabinet-Colijn zeer gaan spannen. Het heen gaan van Mr. de Wilde als Minister van Fi nanciën en de daarmee samenhangende pro blemen vormen in dit verband een hoogst be langrijke factor. De heer W ij n k o o p wilde reeds vandaag de Kamer doen beslissen over zijn verzoek om hierover te mogen interpel- leeren, doch met den voorzitter zag Ir. A1 b a r- da (s.d.) geen reden om van 't gebruik af te wijken, dat wil, dat de Kamer 24 uur over zulk 'n aanvrage kan nadenken. Wel achtte de s.d. fractieleider het nuttig, als de Kamervoorzitter die nog eens zal overwegen of dit op zijn weg ligt bij den Minister-President zou in- formeeren of deze soms zelf een verklaring wil afleggen over de crisis aan Financiën en over wat daarmee samenhangt. Debat- en stemmingloos besloot de Kamer op voorstel van President v. Schalk den nat. socialist Woudenberg toe te staan te in- terpelleeren aangaande stakingen bij de werk verschaffing in Drente, en voorts het rapport van de commissie-Oss aan de agenda toe te voegen, waarop dit punt thans onderaan staat Na o.m. het wetsontwerp ter goedkeuring van het losmaken van het Volkenbondshand vest van het verdrag van Versailles z.h.st. te hebben goedgekeurd en nadat Minister Gose- 1 i n g verklaard had geen behoefte te hebben op de gebruikelijke anti-semitische naturali satie-opmerkingen van den nat. soc. d'Ansem- bourg in te gaan, ving de Kamer het debat over wijziging van de Dienstplichtwet aan. Eerste spreker was Mr. Ruysde Beeren- brouck (R.K.). die zich uitsprak voor een permanente grensbe- veiliging van ongeveer 50.000 man met een eersten oefentijd van 17 maanden. Zoodanige grensbeveiliging was z.i absoluut noodzake lijk. hetgeen de Re geering voorstelt leidt z.i. tot onbillijkheden o.m voor de dienst plichtigen in de grens provinciën. Bij 'n uit breiding van het con tingent als spr. bepleit, zouden belanghebbenden weten waaraan ze toe zijn (dan nJ. zou de eerste oefentijd tot 17 maanden beperkt blijven en ware 't niet mo gelijk dat den eenen keer 'n lichting zelfs tot 24 maanden onder de wapenen zóu moeten blijven, een ander maal slechts 11 maanden). Sociaal is in spreker's oogen zijn voorstel juister en voorts levert het ook nog 't voor deel op, dat men sterkere grensbataljons zou krijgen. Bovendien komt dit systeem ook aan de werkloosheidsbestrijding ten goede. Boven een sluitende begrooting verkiest Mr. Ruys in dezen tijd een sluitende landsverdediging. Vergeleken met andere landen, b v. Zwitser land geven we hier per hoofd heel wat minder voor de landsverdediging uit. Na o.a. nog scherp toezicht te hebben bepleit om on nood i ge of te dure uitgaven tegen te gaan. maakte deze spreker plaats voor den heer Duymaer v. Twist (a.r.). Van dezen spr. vernamen we. dat het aan hangige wetsontwerp nog niet den goeden weg opging en niet voldoende zorg droeg voor een permanente grens en kustbeveiliging Romney. Een schildersleven. Het is de titel van een Engelschen roman die hier boven staat. Een roman, geschreven door Horace Shipp, vertaald door mevrouw Geertruida van Vladeracken en daarnet met een voorwoord van Jan Poortenaar ver schenen in zijn eigen uitgeverij „In den Toren" te Naar den. Een roman die een schildersleven tot object heeft, en er zich op laat voorstaan in de op tredende personen historische figuren en in de beschreven gebeurtenissen historisch vast staande feiten te geven, zal toch immer een roman blijven, evenals andere romans. Dat wil zeggen dat bij de grootst mogelijke histo rische betrouwbaarheid in de feiten, toch altijd de kijk daarop van den romanschrijver een oncontroleerbaar iets blijft en moet blij ven omdat anders het verschil tusschen een roman en een politierapport niet bijster groot zou zijn. Nu worden romans, die het leven van groote kunstenaars tot object nemen, zeer vaak ge schreven door auteurs die zeer veel van ro mans. doch zeer weinig van kunstenaars existenties af weten, waardoor, ondanks al hun historische gegevens, hun voorstelling van za ken soms meer dan belachelijk wordt. Pijnlijk zelfs vaak, wanneer het over een kunstenaar gaat wiens leven nog min of meer met het heden verbonden is. De bare onzin die in de laatste jaren in romans over Rembrandt en Vincent van Gogh is uitgeklapt is van het één zoowel als van het ander een illustratie. De heer Shipp blijkt voldoenden kijk op een schildersleven te hebben om daarover geen al te barre gekkigheid te vertellen. Waarom ook zou het noodig zijn dat juist iedere kun stenaar die in een boek of tooneelspel op treedt,. altijd datgene doet waarvoor een ander mensch eenigen tijd in observatie ge nomen zou worden? Shipp vertelt Romney's kunstenaarsleven op volkomen aanvaardbare wijze en geeft in zijn roman bovendien een aardigen en boeienden kijk op het leven der hoogere standen in het Londen van de tweede helft der achttiende eeuw. Ook voor zoover dat het aandeel be treft. dat de groote schilder dier dagen Josuah Reynolds. George Romney, Lawrence en an deren daarin namen. Daardoor wordt de lectuur van dezen roman bijster onderhoudend. In Romney zelf wordt de figuur geteekend die aan zijn groote maat schappelijke succes ten onder gaat en zijn hooge aspiraties moet opgeven omdat hij, overstelpt met portretopdrachten, voor het eigen werk geen tijd kan vinden. Hij wordt schatrijk maar blijft onbevredigd. Eén vrouw is er die herhaalde malen voor hem poseert, die hem daarbij door haar schoonheid Inspi reert tot werk dat boven zijn routine-arbeid ver uitsteekt, die bovendien de moeilijkheden van zijn kunstenaarsleven begrijpt en in veel opzichten met hem verwant is. Het is de latere Lady Hamilton, aanvankelijk nog Emma Lyon gehe'eten, een vrouwtje, evenals Rommey van zeer eenvoudige afkomst, maar door haar schoonheid en vrije levensopvatting in de hoogste aristocratie van het koninkrijk ge tolereerd en omstreden. Als zij met den ruim zestigjarigen Lord Hamilton huwt, heeft zij al een rijtje min naars achter den rug, doch blijft onder alle omstandigheden die aantrekkelijke onschuld en schoonheid bewaren waarmede zij alle mannen onder haar bekoring brengt. Met Romney bestaat een voor den tijd en omstan digheden buitengewone verhouding: die eener zuivere vriendschap zonder begeerte. Emma en Romney zijn geen allerdaagsche naturen: zij kennen de waarde hunner verhouding en de achterklap en de verdachtmaking van de society, waarin ze verkeeren, kan geen vat- op hen krijgen. Trouwens. Romney was getrouwd, al wist niemand in Londen daar iets van: ook Emma niet. In zijn leerlingjaren had hij in het kleine stadje Kendal in Cumberland, dicht bij de Schotsche grens, de dochter van de hotelhoudster lief gekregen, die hem in een ziekte had opgepast en verzorgd. Hij had haar gehuwd, doch had het in Kendal niet kunnen uithouden doordat zijn passie voor de kust grooter bleek dan die voor haar en Londen hem roem en geld bezorgde. Het eenvoudige boersche meisje dat Mary Abbott was wilde noch kon in Londen de rol spelen, die van de echtgenoote van een gevierd kunstenaar ver wacht zou worden en zoo bleef zij in Kendal, hij in Londen, veertig jaar lang. zonder elkaar dikwijls te ontmoeten en den band slechts onderhoudend door de maandelijksche brieven en geldzendingen van zijn kant en de meer ongeregelde correspondentie van den haren, waarbij zij zich over zijn gezondheid meer bezorgd toonde dan over zijn kunst. Als hij na veertig jaar bij haar terugkeert, in het zelfde huis waar zij man en vrouw werden, zijn zij elkaar volmaakt trouw gebleven en vindt Ror-ney ten slotte de rust en het geluk die hij veertig jaar lang uit den weg gegaan was om ze aan zijn kunst ten offer te brengen. Zoo is het leven immers vaak romantischer dan de onwaarschijnlijkste roman en ten slotte Romney's geval minder banaal dan dat van Lady Hamilton die uit pure vereering voor admiraal Lord Nelson haar goedigen Lord Hamilton nog met dien wereldveroveraar be driegt en haar echtgenoot belachelijk maakt. Maar men dacht in de achttiende eeuw an ders over die dingen dan nu. Al schreeuwden de musschen het van de daken, men deed onder elkaar of er niets gebeurd was en liep niet zoo spoedig al thans naar een advocaat om diens tarief voor echtscheidingen aan te vragen. Met dat al heeft de lezer reeds be merkt dan Horace Shipp hier een interes sante stof bij den kop heeft gepakt en zal het boek zelf hem nog meer bevredigen Van de vele portretten, door Romney van Lady Hamilton geschilderd, reproduceeren wij er hier één, waaraan hij den titel „Nature" gaf Misschien is het jammer dat wij nu zooveel van haar wetenhaar naïeve bevalligheid wordt er een beetje onecht door. Maar dat onechte zat nu eenmaal in den tijd en kon Romney niet helpen. Maar wat heeft hij daartegenover dat hondje prachtig fel spre kend geschilderd! Of Romney nu wel altijd zooveel en zoodanig gepraat en gemompeld heeft als Shipp hem in den mond legt kunnen we ter zijde laten, maar dat het een aardig boek over een knap kunstenaar is geworden mogen we vaststellen. J. H. DE BOIS. Met klem kwam deze afgevaardigde voor den aanleg van het kanaal AlmeloPannerden op, dat z.i. een defen- siebelang van de eer ste orde is, waar tegenover economische en industrieele bezwa ren in 't niet vallen. Spr. meende voorts, dat de tweede batal jons te ver van de grens afliggen, zoodat we er in de praktijk te weinig aan hebben. Tengevolge van ons L f,A°rï:r p'lj""' stelsel zullen wij in geval van oorlogsge vaar aan 1/3 van het veldleger niets hebben. Terwijl deze afgevaardigde de finan- cieele bezwaren van contingentsuitbreiding overdreven acht, ziet hij anderrijds in ver lenging van den eersten oefentijd tot 2 jaar ook nog 't nadeel dat heel wat werkgevers niet zoo lang de plaatsen van dienstplichtigen zullen openhouden.. Vervanging van de nu langer onder de wapenen gehouden dienst plichtigen is gewenscht. Mr. Wendelaar (lib.) zou eigenlijk het meeste voelen voor uitbreiding van het con tingent, maar hij erkent, dat op de wijze als de Regeering nu te werk gaat direct in den nood wordt voorzien. De heer S c h i 11 h u 1 s (VJD.) bleek het meest aan den kant van den Minister te staan, zag in vergrooting van het contingent een aanzienlijke blijvende verhooging van de defensie-uitgaxen (o.a. tengevolge van de kazemeering*een eerste oefentijd van 17 of 18 maanden en beperking van den werkings duur van dit ontwerp tot 4 jaar, zou spr. toe lachen. De woordvoerder der S.D.-fractie, de heer Albarda, kon met het systeem van het Regeeringsvoorstel accoord kaan, d.w.z. met de wettelijke machtiging,, die het der Re- geering mogelijk zal maken een lichting in buitengewone omstandigheden langer dan 11 maanden, eventueel tot 24 maanden toe. voor eersten oefentijd onder de wapenen te houden. Maar zulk een abnormale machtiging moet toch slechts voor beperkten tijd worden verleend, zoodat ze niet tot blijvend recht zal gaan behooren. In die richting hoopt spreker's fractie een amendement in te dienen. De heer Albarda wenscht niet. dat men werkloozen zal dwingen dienstplichtigen te ver vangen, wijst voorts op het belang van een goede geestelijke verzorging der militairen en veroordeelt het systeem van bekostiging van luchtverdediging van allerlei objecten niet door het Rijk, maar geheel of ten deele door par ticulieren. Volgens den heer de Mar chant et d'Ansembourg (nat. soc.) ware de alge- meene dienstplicht, welke we best zullen kun nen betalen en ook 't meest rechtvaardig* ware, heel wat beter dan de experimenten waarop de Regeering' ons nu tracteert. Onze zee- en landmacht is ter verdediging van ons land ontoereikend. Men had in 1933 den eisch der N.S.B. inzake de algemeene dienstplicht moeten aanvaarden. De latente spanning zal nog zeer lang duren: daarom voelt spr. niets voor tijdelijke maatregelen. Uitbreiding van het contingent dient vooraf te gaan, zoo be- hoogt de nat. soc. woordvoerder, aan verlen ging van den eersten oefentijd. Uit vrees om door Marxisten enz. voor milïtairLsten te wor den uitgemaakt, verwaarloost, volgens spr. de Regeering de plicht der landsverdediging. Het stelsel van vervanging van onder de wa penen zijnde militairen door werkloozc dienst plichtigen keurt de heer d' Ansembourg af. Alleen als de minister zou toezeggen tot in voering van den algemeenen dienstplicht te zul len overgaan en de werking van het voorstel tot mogelijke verlenging van den eersten oefentijd tot een jaar te zullen beperken, zal de Nat. Soc. fractie overwegen het „vóór" telaten hooren. Maar indien minister van Dijk zulks niet zal doen en dit verwacht spr., dan zullen de Nat.-Socialisten tegenstem men. De heer T i 1 a n u s (C.-H.) zou gaarne ver nemen of het thans niet mogelijk ware een deel der manschappen, nu alles goed is voor bereid, met een radio-wachtwoord naar huis te zenden (dat zou zoowel financieel als om sociale redenen zeer toe te juichen zijn) om ze op het eerste radio-geluid weer hun posten te laten innemen. Nu de voorbereidende toe stand zoo lang duurt, is het wel zeer ge wenscht de noodige zuinigheid in acht te ne men bij het besteden van Is lands gelden. Met het thans door de Regeering gekozen stelsel is de C.-H. woordvoerder, die nog op nadere inlichtingen over het kostenvraagstuk aandrong het tenslotte onder de huidige om standigheden eens. Een open beurs en niet alleen een open oog voor de geestelijke verzor ging der langer in dienst blijvende militai ren noemde spr. gewenscht om te besluiten met de opmerking, dat hij het juridisch niet eens was met Ir. Albarda. t.a,v. de bekosti ging van bepaalde luchtverdedigings-maat- regelen niet door het Rijk. maar door ge meenten enz. Deze figuur vond hij echter niet fraai. E. v. R. Landbouwers gingen elkaar met messen en mestvorken le lijf. Beiden zeer zwaar gewond. Dinsdag kregen de landbouwers A. C. en D. R. uit Staphorst, toen zij in het veld aan het werk waren, een hevigen twist. Deze liep zoo hoog, dat de mannen elkaar met mestvorken en messen te lijf gingen. Beiden werden zeer zwaar gewond. De politie heeft de zaak in onderzoek. Lady Hamilton als Natuur. George Romney. Fractie van een stem besliste. Bij de verdeeling van de raadszetels in de ge meente Vaals deed zich het merkwaardige geval voor, dat een restzetel aan een lijst werd toege kend (tweede verdeeling grootste overschotten), welker overschot slechts 2./13 stem meer bedroeg dan van de daarop volgende lijst der S.D.A.P. Van eerstbedoelde lijst, bestaande uit R.K. land bouwers en arbeiders, bedroeg n.l. het overschot 74 11/13. terwijl dit overschot van de lijst der S. D. A. P. 74 9/13 bedroeg.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 5