Hartje
/m—
Uiteenloopende meeningen
over de Dienstplichtwet.
Hoofdgetuige handhaaft haar
vroegere verklaringen
Fantasie in het spel?
Kunst in Haarlem en
daarbuiten.
WOENSDAG 14 JUNI 1939
H A A R E E M'S D A G B E A D
3
HET DRAMA TE KOEDIJK
Verdachte blijft
ontkennen
Dinsdagmiddag werd het getuigenverhoor
in het drama te Koedijk voortgezet. Gehoord
werd Maria D., de hoofdgetuige en vroegere
vriendin van verdachte. Zij is 26 jaar en
dienstbode te Heemstede. Zij houdt zich aan
haar verklaringen voor de rechtbank, zij heeft
er niets aan toe te voegen, noch wil zij iets
intrekken.
Het meisje geeft toe een vernouding met B.
te hebben gehad. Verdachte wilde met haar
trouwen, maar zoo verklaarde het meisje
„ik zei, in een gesprek in Juli. dat ik weinig
lust had met hem te trouwen, omdat ik de
kinderen niet steeds om me heen wilde heb
ben. Verdachte had toen geantwoord: „Daar
zal je geen last van hebben". Getuige had toen
gezegd: „Dan moet er iets verschrikkelijks ge
beuren".
Raadsheer M. CanisDus over dat ver
schrikkelijke bent u het eerste begonnen.
Getuige: Ja, maar ik heb direct gezegd:
„Dat kan niet".
Verdachte heeft toen geantwoord: „Laat dat
maar aan mij over".
Pres.: Met dat verschrikkelijke bedoelde u
toen: van kant maken. Of bedoelde u een
scheiding?
Getuige: Ik weet het niet, ik vind het allebei
vreeselijk.
Pres.; Hebt u hem in den waan gelaten, dat
u met hem wilde trouwen als hij vrij was?
Getuige geeft dit toe.
In een later gesprek in September had ver
dachte haar gezegd, dat hij met vrouw en kin
deren in het water zou rijden om op die wijze
een einde aan hun leven te maken. Over de
kinderen had hij gezegd: „Ze moeten maar
dood. anders worden ze net als de moeder."
Pres.: Maar dat is toch vreemd, het eenige
kwaad, dat u van die vrouw weet te vertellen,
is dat zij zoo bazig was.
Getuige: En toch heeft hij dat gezegd.
Vlak voor den 2en Januari, waarschijnlijk
op Oudejaarsdag had verd. nogmaals met ge
tuige gesproken. Hij had toen gezegd, dat het
„ongeluk" op 2 Januari zou gebeuren.
Pres.: En hebt u hem toen nog trachten te
remmen, net als bij die andere gesprekken.
Getuige (zacht.): Ja't hielp niet.
Pres.: 't Is eigenlijk misdadig wat u gedaan
hebt. U waarschuwt de politie noch de vrouw,
u wacht kalm het bericht door de radio af.
Daar hoorde u van. dat hij zijn afschuwelijk
plan had uitgevoerd.
GetuigeIk probeerde hem toch nog te rem
men.
Na het gebeurde had getuige alleen met
verd. gesproken in het ziekenhuis. Hij had
toen gezegd, dat de tocht een mislukking was
geweest, maar ze moest maar geduld hebben.
„We zullen elkaar toch wel krijgen".
Pres.: En nog zegt u niets. Integendeel u
blijft kalm met hem omgaan. Heeft hij ook
beschreven hoe het ongeluk gebeurd is?
Getuige: Neen, daar heeft hij weinig over
verteld, alleen sprak hij over een hondje....
dat verhaal had hij aan de menschen verteld.
De verdachte wordt dan ondervraagd.
Nooit heeft hij gezegd, dat hij van zijn vrouw
af wilde of haar en de kinderen uit den weg
wilde ruimen.
Pres.: Een priester verklaart anders. Tegen
hem zoudt u hebben gezegd, dat u wel vaag
met het plan had rondgeloopen.
Verdachte (met klem)Onjuist.
Pres.: Maar fantaseert dit meisje dan dit
heele afgrijselijke moordverhaal.
Verd.: Ja. alles gelogen.
Wel heeft verdachte eens gezegd: „Als je
geen geloof, geen gevoel en geen geweten had,
zou je de boel kunnen verdrinken".
Pres.: En verder hebt u haar niets gezegd?
Verd.: Geen woord.
President: „En u hebt in het ziekenhuis
nooit over „een mislukking" gesproken.
Ook dat ontkent verdachte. Wel had hij over
het hondje gesproken maar niet in den zin
van een fantasie.
Dan wordt de verhouding tusschen ver
dachte en diens vrouw onderwerp van onder
vraging. Verdachte zegt geen hekel aan zijn
vrouw te hebben.
Raadsheer mr. Canis: „Kort na den dood
van drie van uw kinderen hebt u de verhou
ding met Maria D. weer voortgezet. Dat is
volkomen onbegrijpelijk".
Verdediger: „Is het waar, dat de journa
list K. met getuige wil trouwen. Hij is echter
ook getrouwd, al leeft hij niet met zijn vrouw
samen. Er wordt door den vader van dit meisje
alle mogelijke moeite gedaan om de vrouw
op te sporen en haar te bewegen terwille van
dit meisje te scheiden. Ik zou wel eens willen
weten, roept mr. De Groot uit, hoe precies de
verhouding tusschen getuige en K. is. Daar
zit meer achter en een juist antwoord zou een
ander licht op de verklaringen van dit meisje
werpen.
Maria D.Tusschen mij en meneer K. is niets
dan bescherming en vriendschap.
Verdediger: „Er zijn menschen die gezien
hebben, dat K. en dit meisje elkaar in het
openbaar kusten.
Mr. Canis: ,,'t Ls onbegrijpelijk, dat u aan
K. alles tot in bijzonderheden vertelde, terwijl
er zooals u zegt geen verhouding tus
schen u en K. was
Het verhoor Is hiermede ten einde, het
meisje is langer dan anderhalf uur onder
vraagd, doch zij blijft bij haar verklaringen.
Zij mag gaan zitten en zij staat haar plaats
af aan haar vriend K. die mededeelt, dat hij
thans waterbouwkundige en geen journalist
is.
Hij vertelt, dat het meisje tijdelijk bij hem
de huishouding verzorgde. Getuige had ge-
ruimen tijd een verhouding met het meisje.
Hij kende verdachte B. niet, op zekeren dag
had B. haar opgezocht ten huize van ge
tuige. Hij had een fluisterend gesprek ge
hoord. En met veel moeite had hij haar
later bewogen te vertellen, wat er besproken
was. Zij had verteld, dat zij een verhouding
met verd. heeft gehad. Getuige had toen ge
zegd: „Oh, ben jij de vrouw, die er achter zou
zitten, zooals men fluistert".
Maria had haar verhaal voortgezet, doch
zij had getuige eerst laten beloven niets te
vertellen. „Ik dacht zegt getuige „dat
het een tamelijk onschuldig verhaal was".
Toen hij het geheele drama hoorde, had hij
zijn belofte van stilzwijgendheid herroepen.
Getuige had met een priester gesproken en
met dezen priester had verdachte óók een ge
sprek gehad. Later had deze tegen getuige
gezegd: ..Het is gebeurd, zooals het meisje
het gezegd heeft".
Pas in- October deed getuige aangifte bij
de justitie.
Ook met dezen getuige wordt over trouw
plannen met Maria D. gesproken.
Pres. (tot get. K.)Hebt u nooit gezegd,
dat u Maria zou trouwen, wanneer u genoeg
geld bezat en wanneer u vrij was?
Getuige (aarzelend): In dien zin niet
trouwens, ik kan zooiets niet beloven.
Raadsheer mr. Canis: Waarom had u zoo'n
haast om van die aanklacht tegen B. werk
te maken? Lag dat niet in uw bijzondere
verhouding tot het meisje Maria D.?
Neen, zegt getuige, die verhouding is cor
diaal. Bovendien had ik niet zooveel haast.
Mr. Canis: Dat had u wel, want nadat u
met een jurist had gesproken kon u niet eens
wachten tot de priester weer terug jvas. die
toevallig eenige dagen uit was. U haalde nog
een anderen priester in de zaak om toch maar
gauw een aanklacht te kunnen indienen.
Het Hof hoort vervolgens den priester, pater
De Hart. In Mei 1938 is getuige K. bij hem
geweest om te vertellen, wat hij, K., van het
meisje had gehoond. Dat verhaal was zoo
tendentieus, dat de priester de vrees kreeg,
dat juffrouw B. nog elk oogenblik gevaar
liep gedood te worden. Getuige had het meisje
gehoord en daarbij was hij direct van dien
vrees genezen. Ook heeft de priester ver
dachte gehoord, die hem bekende wel eens
met het plan te hebben rondgeloopen zijn
vrouw te dooden. Maar dien dag had hij dat
plan niet gehad en het tewater rijden was
volgens verd. niets anders dan een ongeluk.
Volgens Maria D. was er echter wel opzet in
't spel geweest.
Weer betoogt verdachte met klem, dat de
priester zich vergist en de verhalen door elkaar
haalt. Over plannen had hij nooit gesproken,
wel over de verhouding met het meisje.
De priester handhaaft zijn lezing.
Tenslotte hoort het Hof dr. H. Hoeneveld,
zenuwarts te Alkmaar nog, die naar de geest
vermogens van verdachte een onderzoek in
stelde.
De zitting werd daarna geschorst tot Don
derdagochtend a^s.
VAN MIJNHARDT
en de pijn zakt onmiddellijk wegi
Hartjes zijn onfeilbaar bij pijnen
van allerlei aard en helpen uit
stekend bij verkoudheid en griep
Door de hartvorm gemakkelijker
in te nemen dan de ronde
ouweltjes
Bij apothekers en drogisten,
koker 12 st 50 ct - doosje6st.30c«
II I l r-.
CEBUTO-DAGTRIPS
Antwerpen m. Sportcentr.-Deurne f 3.50
Bredasche bosschen m. voll. pens. 5.—
Twente Holl. Zwarte Woud 3.25
Natuurreservaat Hooge Veluwe 3.25
Oisterwijk Brabantsche Vennen 3.—
Winterswijk, Geld. Achterhoek 3.50
Naar den Afsluitdijk Wieringerm. „2.75
Bad-Boekelo (Zee op de heide) 3.50
Montferland 3.25
Ouwehand's Dierenpark „3.50
Naar Vorden en omgeving „3.25
Ommen en omgeving3.25
Oost-Voorne en omgeving.2.50
Nijmegen, Berg en Dal 3.—
Arnhem en Velper bosschen „2.75
Rond het IJselmeer ,3.75
Vraagt inlichtingen en Reisgids ook
voor onze buitenlandsche Reizen bij
JAC. HEEMSKERKS
CEBU TO-REISBUREAU
HOUTPLEIN 34 TELEF. 16448
Agenten Sïg.mag. SPAAS, Rijksstraat
weg 21, Telef. 16531; Bruynzeel's Mode
magazijn, Velsen-Pont, Telef. 3064.
(Adv. ingez. Med.)
Geringe boeten aan wilde bus
ondernemingen opgelegd.
Op 30 Mei heeft de rechtbank te Rotterdam
in hooger beroep een aantal zaken behandeld te
gen exploitanten van autobusondernemingen,
die door het kantongerecht tot hooge boeten wa
ren veroordeeld. De exploitanten waren allen in
appèl gekomen van vonnissen, waarbij zij ver
oordeeld waren wegens overtreding van het re
glement autovervoer personen. Thans heeft de
rechtbank te Rotterdam in deze zaken uitspraak
gedaan.
Zij veroordeelde den directeur van de N.V.
Van Zetten's toertax-centrale, den heer G. A. v.
Zetten uit Rotterdam, wien het kantongerecht in
tien vonnissen een gezamenlijke boete van
f 10.000 had opgelegd, tot tien geldboeten van
vijf gulden, subs, tien maal een dag hechtenis,
de heer P. L. van der Geest, directeur van de
N.V. Hercules, tegen wien het kantongerecht
twee vonnissen tot het betalen van tweemaal
vijfhonderd gulden had gewezen, is thans ver
oordeeld tot het betalen van twee geldboeten
van elk vijf gulden subs, tweemaal een dag
hechtenis.
Een andere exploitant, de heer J. G. Schepens.
was door het kantongerecht veroordeeld tot het
betalen van vijf boeten met een gezamenlijk be
drag van f 2400. Thans heeft de rechtbank hem
veroordeeld tot het betalen van vijf maal een
boete van vijf gulden, subsidiair vijfmaal een
dag hechtenis.
De rechtbank heeft de vonnissen tegen an
dere exploitanten in denzelfden zin gewijzigd.
(Adv. ingez Med.)
Recidivist gaf zich voor
pastoor uit.
Een oude man te Amsterdam, die reeds me
nige veroordeeling achter den rug heeft, creëerde
naast zijn steun nog een andere bron van inkom
sten. Hij verkleedde zich en ging als pastoor op
huisbezoek. „Meneer pastoor" werd in vele ge
vallen vriendelijk ontvangen en hij kreeg me
nige gift voor liefdadige doeleinden. Er waren
echter ook minder goedgeloovigen, die het voor
komen en de conversatie van den man niet die
van een „geestelijke" vonden en aangifte bij de
politie deden.
Dinsdag is de man terzake oplichting aange
houden en in het bureau Warmoesstraat inge
sloten.
TWEEDE KAMER
Langer oefentijd of grooter contingent
OPENING SPEELGOEDERENF ABRIEK
Maandag is de te Vroomshoop gebouwde speel-
goederenfabriek, tot stand gekomen op initiatief
van het economisch technologisch instituut in
Overijsel, officieel geopend.
Volkenbondshandvesf los van
verdrag van Versailles.
Interpellatie-aanvragen.
DEN HAAG Dinsdag.
Na een lang Pinksterreces zagen de Kamer
leden elkaar onder wel zeer bijzondere om
standigheden terug. Het is immers sinds eenige
weken ten opzichte van de positie van het
Kabinet-Colijn zeer gaan spannen. Het heen
gaan van Mr. de Wilde als Minister van Fi
nanciën en de daarmee samenhangende pro
blemen vormen in dit verband een hoogst be
langrijke factor. De heer W ij n k o o p wilde
reeds vandaag de Kamer doen beslissen over
zijn verzoek om hierover te mogen interpel-
leeren, doch met den voorzitter zag Ir. A1 b a r-
da (s.d.) geen reden om van 't gebruik af te
wijken, dat wil, dat de Kamer 24 uur over zulk
'n aanvrage kan nadenken. Wel achtte de s.d.
fractieleider het nuttig, als de Kamervoorzitter
die nog eens zal overwegen of dit op zijn
weg ligt bij den Minister-President zou in-
formeeren of deze soms zelf een verklaring
wil afleggen over de crisis aan Financiën en
over wat daarmee samenhangt.
Debat- en stemmingloos besloot de Kamer
op voorstel van President v. Schalk den
nat. socialist Woudenberg toe te staan te in-
terpelleeren aangaande stakingen bij de werk
verschaffing in Drente, en voorts het rapport
van de commissie-Oss aan de agenda toe te
voegen, waarop dit punt thans onderaan staat
Na o.m. het wetsontwerp ter goedkeuring
van het losmaken van het Volkenbondshand
vest van het verdrag van Versailles z.h.st. te
hebben goedgekeurd en nadat Minister Gose-
1 i n g verklaard had geen behoefte te hebben
op de gebruikelijke anti-semitische naturali
satie-opmerkingen van den nat. soc. d'Ansem-
bourg in te gaan, ving de Kamer het debat
over wijziging van de Dienstplichtwet aan.
Eerste spreker was Mr. Ruysde Beeren-
brouck (R.K.). die
zich uitsprak voor een
permanente grensbe-
veiliging van ongeveer
50.000 man met een
eersten oefentijd van
17 maanden. Zoodanige
grensbeveiliging was
z.i absoluut noodzake
lijk. hetgeen de Re
geering voorstelt leidt
z.i. tot onbillijkheden
o.m voor de dienst
plichtigen in de grens
provinciën. Bij 'n uit
breiding van het con
tingent als spr. bepleit,
zouden belanghebbenden weten waaraan ze toe
zijn (dan nJ. zou de eerste oefentijd tot 17
maanden beperkt blijven en ware 't niet mo
gelijk dat den eenen keer 'n lichting zelfs tot
24 maanden onder de wapenen zóu moeten
blijven, een ander maal slechts 11 maanden).
Sociaal is in spreker's oogen zijn voorstel
juister en voorts levert het ook nog 't voor
deel op, dat men sterkere grensbataljons zou
krijgen. Bovendien komt dit systeem ook aan
de werkloosheidsbestrijding ten goede. Boven
een sluitende begrooting verkiest Mr. Ruys in
dezen tijd een sluitende landsverdediging.
Vergeleken met andere landen, b v. Zwitser
land geven we hier per hoofd heel wat minder
voor de landsverdediging uit. Na o.a. nog
scherp toezicht te hebben bepleit om on nood i ge
of te dure uitgaven tegen te gaan. maakte
deze spreker plaats voor den heer Duymaer
v. Twist (a.r.).
Van dezen spr. vernamen we. dat het aan
hangige wetsontwerp nog niet den goeden
weg opging en niet voldoende zorg droeg
voor een permanente grens en kustbeveiliging
Romney. Een schildersleven.
Het is de titel van een Engelschen roman
die hier boven staat. Een roman, geschreven
door Horace Shipp, vertaald door mevrouw
Geertruida van Vladeracken en daarnet met
een voorwoord van Jan Poortenaar ver
schenen in zijn eigen uitgeverij „In den Toren"
te Naar den.
Een roman die een schildersleven tot object
heeft, en er zich op laat voorstaan in de op
tredende personen historische figuren en in
de beschreven gebeurtenissen historisch vast
staande feiten te geven, zal toch immer een
roman blijven, evenals andere romans. Dat
wil zeggen dat bij de grootst mogelijke histo
rische betrouwbaarheid in de feiten, toch
altijd de kijk daarop van den romanschrijver
een oncontroleerbaar iets blijft en moet blij
ven omdat anders het verschil tusschen een
roman en een politierapport niet bijster groot
zou zijn.
Nu worden romans, die het leven van groote
kunstenaars tot object nemen, zeer vaak ge
schreven door auteurs die zeer veel van ro
mans. doch zeer weinig van kunstenaars
existenties af weten, waardoor, ondanks al hun
historische gegevens, hun voorstelling van za
ken soms meer dan belachelijk wordt. Pijnlijk
zelfs vaak, wanneer het over een kunstenaar
gaat wiens leven nog min of meer met het
heden verbonden is. De bare onzin die in de
laatste jaren in romans over Rembrandt en
Vincent van Gogh is uitgeklapt is van het
één zoowel als van het ander een illustratie.
De heer Shipp blijkt voldoenden kijk op
een schildersleven te hebben om daarover geen
al te barre gekkigheid te vertellen. Waarom
ook zou het noodig zijn dat juist iedere kun
stenaar die in een boek of tooneelspel op
treedt,. altijd datgene doet waarvoor een
ander mensch eenigen tijd in observatie ge
nomen zou worden?
Shipp vertelt Romney's kunstenaarsleven op
volkomen aanvaardbare wijze en geeft in zijn
roman bovendien een aardigen en boeienden
kijk op het leven der hoogere standen in het
Londen van de tweede helft der achttiende
eeuw. Ook voor zoover dat het aandeel be
treft. dat de groote schilder dier dagen Josuah
Reynolds. George Romney, Lawrence en an
deren daarin namen.
Daardoor wordt de lectuur van dezen roman
bijster onderhoudend. In Romney zelf wordt
de figuur geteekend die aan zijn groote maat
schappelijke succes ten onder gaat en zijn
hooge aspiraties moet opgeven omdat hij,
overstelpt met portretopdrachten, voor het
eigen werk geen tijd kan vinden. Hij wordt
schatrijk maar blijft onbevredigd. Eén vrouw
is er die herhaalde malen voor hem poseert,
die hem daarbij door haar schoonheid Inspi
reert tot werk dat boven zijn routine-arbeid
ver uitsteekt, die bovendien de moeilijkheden
van zijn kunstenaarsleven begrijpt en in veel
opzichten met hem verwant is. Het is de
latere Lady Hamilton, aanvankelijk nog Emma
Lyon gehe'eten, een vrouwtje, evenals Rommey
van zeer eenvoudige afkomst, maar door haar
schoonheid en vrije levensopvatting in de
hoogste aristocratie van het koninkrijk ge
tolereerd en omstreden.
Als zij met den ruim zestigjarigen Lord
Hamilton huwt, heeft zij al een rijtje min
naars achter den rug, doch blijft onder alle
omstandigheden die aantrekkelijke onschuld
en schoonheid bewaren waarmede zij alle
mannen onder haar bekoring brengt. Met
Romney bestaat een voor den tijd en omstan
digheden buitengewone verhouding: die eener
zuivere vriendschap zonder begeerte. Emma
en Romney zijn geen allerdaagsche naturen:
zij kennen de waarde hunner verhouding en
de achterklap en de verdachtmaking van de
society, waarin ze verkeeren, kan geen vat- op
hen krijgen. Trouwens. Romney was getrouwd,
al wist niemand in Londen daar iets van: ook
Emma niet. In zijn leerlingjaren had hij in
het kleine stadje Kendal in Cumberland, dicht
bij de Schotsche grens, de dochter van de
hotelhoudster lief gekregen, die hem in een
ziekte had opgepast en verzorgd. Hij had haar
gehuwd, doch had het in Kendal niet kunnen
uithouden doordat zijn passie voor de kust
grooter bleek dan die voor haar en Londen
hem roem en geld bezorgde. Het eenvoudige
boersche meisje dat Mary Abbott was wilde
noch kon in Londen de rol spelen, die van de
echtgenoote van een gevierd kunstenaar ver
wacht zou worden en zoo bleef zij in Kendal,
hij in Londen, veertig jaar lang. zonder elkaar
dikwijls te ontmoeten en den band slechts
onderhoudend door de maandelijksche brieven
en geldzendingen van zijn kant en de meer
ongeregelde correspondentie van den haren,
waarbij zij zich over zijn gezondheid meer
bezorgd toonde dan over zijn kunst. Als hij
na veertig jaar bij haar terugkeert, in het
zelfde huis waar zij man en vrouw werden, zijn
zij elkaar volmaakt trouw gebleven en vindt
Ror-ney ten slotte de rust en het geluk die
hij veertig jaar lang uit den weg gegaan was
om ze aan zijn kunst ten offer te brengen.
Zoo is het leven immers vaak romantischer
dan de onwaarschijnlijkste roman en ten slotte
Romney's geval minder banaal dan dat van
Lady Hamilton die uit pure vereering voor
admiraal Lord Nelson haar goedigen Lord
Hamilton nog met dien wereldveroveraar be
driegt en haar echtgenoot belachelijk maakt.
Maar men dacht in de achttiende eeuw an
ders over die dingen dan nu. Al schreeuwden
de musschen het van de daken, men deed
onder elkaar of er niets gebeurd was en liep
niet zoo spoedig al thans naar een advocaat
om diens tarief voor echtscheidingen aan te
vragen. Met dat al heeft de lezer reeds be
merkt dan Horace Shipp hier een interes
sante stof bij den kop heeft gepakt en zal
het boek zelf hem nog meer bevredigen Van
de vele portretten, door Romney van Lady
Hamilton geschilderd, reproduceeren wij er
hier één, waaraan hij den titel „Nature" gaf
Misschien is het jammer dat wij nu zooveel
van haar wetenhaar naïeve bevalligheid
wordt er een beetje onecht door. Maar dat
onechte zat nu eenmaal in den tijd en kon
Romney niet helpen. Maar wat heeft hij
daartegenover dat hondje prachtig fel spre
kend geschilderd! Of Romney nu wel altijd
zooveel en zoodanig gepraat en gemompeld
heeft als Shipp hem in den mond legt kunnen
we ter zijde laten, maar dat het een aardig
boek over een knap kunstenaar is geworden
mogen we vaststellen.
J. H. DE BOIS.
Met klem kwam deze afgevaardigde voor den
aanleg van het kanaal AlmeloPannerden
op, dat z.i. een defen-
siebelang van de eer
ste orde is, waar
tegenover economische
en industrieele bezwa
ren in 't niet vallen.
Spr. meende voorts,
dat de tweede batal
jons te ver van de
grens afliggen, zoodat
we er in de praktijk
te weinig aan hebben.
Tengevolge van ons
L f,A°rï:r p'lj""' stelsel zullen wij in
geval van oorlogsge
vaar aan 1/3 van
het veldleger niets
hebben. Terwijl deze afgevaardigde de finan-
cieele bezwaren van contingentsuitbreiding
overdreven acht, ziet hij anderrijds in ver
lenging van den eersten oefentijd tot 2 jaar
ook nog 't nadeel dat heel wat werkgevers niet
zoo lang de plaatsen van dienstplichtigen
zullen openhouden.. Vervanging van de nu
langer onder de wapenen gehouden dienst
plichtigen is gewenscht.
Mr. Wendelaar (lib.) zou eigenlijk het
meeste voelen voor uitbreiding van het con
tingent, maar hij erkent, dat op de wijze als
de Regeering nu te werk gaat direct in den
nood wordt voorzien.
De heer S c h i 11 h u 1 s (VJD.) bleek het
meest aan den kant van den Minister te
staan, zag in vergrooting van het contingent
een aanzienlijke blijvende verhooging van de
defensie-uitgaxen (o.a. tengevolge van de
kazemeering*een eerste oefentijd van 17 of
18 maanden en beperking van den werkings
duur van dit ontwerp tot 4 jaar, zou spr. toe
lachen.
De woordvoerder der S.D.-fractie, de heer
Albarda, kon met het systeem van het
Regeeringsvoorstel accoord kaan, d.w.z. met
de wettelijke machtiging,, die het der Re-
geering mogelijk zal maken een lichting in
buitengewone omstandigheden langer dan 11
maanden, eventueel tot 24 maanden toe. voor
eersten oefentijd onder de wapenen te
houden.
Maar zulk een abnormale machtiging
moet toch slechts voor beperkten tijd worden
verleend, zoodat ze niet tot blijvend recht zal
gaan behooren. In die richting hoopt spreker's
fractie een amendement in te dienen.
De heer Albarda wenscht niet. dat men
werkloozen zal dwingen dienstplichtigen te ver
vangen, wijst voorts op het belang van een
goede geestelijke verzorging der militairen en
veroordeelt het systeem van bekostiging van
luchtverdediging van allerlei objecten niet door
het Rijk, maar geheel of ten deele door par
ticulieren.
Volgens den heer de Mar chant et
d'Ansembourg (nat. soc.) ware de alge-
meene dienstplicht, welke we best zullen kun
nen betalen en ook 't meest rechtvaardig*
ware, heel wat beter dan de experimenten
waarop de Regeering' ons nu tracteert. Onze
zee- en landmacht is ter verdediging van ons
land ontoereikend. Men had in 1933 den eisch
der N.S.B. inzake de algemeene dienstplicht
moeten aanvaarden. De latente spanning zal
nog zeer lang duren: daarom voelt spr. niets
voor tijdelijke maatregelen. Uitbreiding van
het contingent dient vooraf te gaan, zoo be-
hoogt de nat. soc. woordvoerder, aan verlen
ging van den eersten oefentijd. Uit vrees om
door Marxisten enz. voor milïtairLsten te wor
den uitgemaakt, verwaarloost, volgens spr.
de Regeering de plicht der landsverdediging.
Het stelsel van vervanging van onder de wa
penen zijnde militairen door werkloozc dienst
plichtigen keurt de heer d' Ansembourg af.
Alleen als de minister zou toezeggen tot in
voering van den algemeenen dienstplicht te zul
len overgaan en de werking van het voorstel
tot mogelijke verlenging van den eersten
oefentijd tot een jaar te zullen beperken, zal
de Nat. Soc. fractie overwegen het „vóór"
telaten hooren. Maar indien minister van Dijk
zulks niet zal doen en dit verwacht spr.,
dan zullen de Nat.-Socialisten tegenstem
men.
De heer T i 1 a n u s (C.-H.) zou gaarne ver
nemen of het thans niet mogelijk ware een
deel der manschappen, nu alles goed is voor
bereid, met een radio-wachtwoord naar huis
te zenden (dat zou zoowel financieel als om
sociale redenen zeer toe te juichen zijn) om ze
op het eerste radio-geluid weer hun posten te
laten innemen. Nu de voorbereidende toe
stand zoo lang duurt, is het wel zeer ge
wenscht de noodige zuinigheid in acht te ne
men bij het besteden van Is lands gelden.
Met het thans door de Regeering gekozen
stelsel is de C.-H. woordvoerder, die nog op
nadere inlichtingen over het kostenvraagstuk
aandrong het tenslotte onder de huidige om
standigheden eens. Een open beurs en niet
alleen een open oog voor de geestelijke verzor
ging der langer in dienst blijvende militai
ren noemde spr. gewenscht om te besluiten
met de opmerking, dat hij het juridisch niet
eens was met Ir. Albarda. t.a,v. de bekosti
ging van bepaalde luchtverdedigings-maat-
regelen niet door het Rijk. maar door ge
meenten enz. Deze figuur vond hij echter niet
fraai.
E. v. R.
Landbouwers gingen elkaar met
messen en mestvorken le lijf.
Beiden zeer zwaar gewond.
Dinsdag kregen de landbouwers A. C. en D.
R. uit Staphorst, toen zij in het veld aan het
werk waren, een hevigen twist. Deze liep zoo
hoog, dat de mannen elkaar met mestvorken en
messen te lijf gingen. Beiden werden zeer zwaar
gewond. De politie heeft de zaak in onderzoek.
Lady Hamilton als Natuur.
George Romney.
Fractie van een stem besliste.
Bij de verdeeling van de raadszetels in de ge
meente Vaals deed zich het merkwaardige geval
voor, dat een restzetel aan een lijst werd toege
kend (tweede verdeeling grootste overschotten),
welker overschot slechts 2./13 stem meer bedroeg
dan van de daarop volgende lijst der S.D.A.P.
Van eerstbedoelde lijst, bestaande uit R.K. land
bouwers en arbeiders, bedroeg n.l. het overschot
74 11/13. terwijl dit overschot van de lijst der
S. D. A. P. 74 9/13 bedroeg.