maatregelen
AmUenaiteno^tedht
tot verweer.
Engeland zint op
IJmuider Wasscherij
Bij Examens
Directe
belastingen
Mijnen het
qxxed doen
BEHANDELT ONTSLAG
van Ootmarsum's
burgemeester.
ZATERDAG 17 JUNI 1939
HAARLEM'S DAGBLAD
5
DE BLOKKADE TE TIENTSIN.
Toestand in de
CONCESSIE
wordt slechter.
In een officieele verklaring, welke
gisteren te Londen is gepubliceerd in
zake den toestand in het Verre Oosten,
wordt gezegd dat indien de nieuwe
vragen, welke men in officieele Japan-
sche kringen in Noord-China heeft
laten doorschemeren, werkelijk gesteld
zullen werden, een buitengewoon ern
stige toestand zal ontstaan. De Brit-
sche regeering zal dan moeten over
wegen welke stappen onmiddellijk
genomen moeten worden tot bescher
ming van de Britsche belangen in
China.
Verder wordt gezegd, dat de houding van
de Britsche autoriteiten ten aanzien van de
vier Chineezen. welker uitlevering wordt ge
vraagd, dezelfde is gebleven. De Britsche auto
riteiten achten de nieuwe vragen welke zijn
gedaan en welke de rechten van alle mogend
heden, welke verdragsrechten hebben in
China, aantasten, zeer ernstig. Men hoopt
evenwel nog, dat de Japansche autoriteiten
hun weigering-de voorstellen, welke zijn ge
daan om het incident plaatselijk te regelen,
niet handhaven.
Maandag a.s. zal de ministerraad in Downing-
street bijeenkomen ter bespreking van den toe
stand te Tientsin. De raad zal de beschikking
hebben over een aantal rapporten van de
verschillende ministeries, welke ieder afzonder
lijk de zaak bestudeeren. Het ministerie van
handel bestudeert de economische maatrege
len, welke genomen moeten worden, wanneer
de toestand voortduurt, terwijl het ministerie
van buitenlandsche zaken de laatste rap
porten zal voorleggen.
De Britsche consul-generaal te Tientsin
heeft gisterochtend telefonisch bij den Ja-
panschen consul geprotesteerd tegen de
strenge controle op voetgangers en voertuigen
en tegen een Japansch verbod tot vervoer
van voedingsmiddelen naar de Britsche con
cessie. Naar verluidt heeft de Japansche con
sul tegengesproken, dat een dergelijk verbod
bestaat, terwijl hij het eerste deel van het
protest afwees met de verklaring, dat Japan
geen Britsche inmenging kan dulden in zijn
maatregelen tot handhaving van de orde te
Tientsin.
Gisteren hebben de Engelsche soldaten
geen stelling betrokken bij de renbaan, waar
een Japansche wachtpost is. Wel worden af
zettingen bewaakt door troepen en politie.
-Anders is het bij de-Fransche concessie, waar
met de Japanners wordt samengewerkt bij de
regeling van het verkeer over de internatio-
iiale brug.
De Britsche fotograaf Eric Mayell, die twee
dagen geleden door de Japanners te Tientsin
was gearresteerd, is gisteren vrijgelaten.
Nader meldt Reuter uit Tientsin
dat het voedselgebrek in de Britsche
concessie steeds ernstiger wordt. De
Japanners hebben motor-patrouille
booten op de Hai, tegenover de vroe
gere Duitsche concessie, gestation-
neerd om te verhinderen, dat vaar
tuigen, geladen met groenten, in de
concessie komen. Ook op andere
plaatsen langs de grens der con
cessie zijn strenge maatregelen ge
nomen ter verhindering van den
voedselaanvoer. Vooral het gebrek
aan ijs wordt gevoeld, daar de tem
peratuur tot ongeveer 100 graden ge
stegen is.
Te Tsinnwangtau, 125 mijl ten Noorden
van Tientsin, is een Britsche torpedoboot-
jager aangekomen. Het vaartuig zal een reis
langs de vacantieplaatsen in Noord-China
maken om een onderzoek in te stellen naar de
veiligheid van de Engelsche onderdanen. Het
zal ook een bezoek brengen aan Peitaiho, waai
de Japanners een telling van de vreemdelin
gen bevolen zouden hebben.
De consul van de Vereenigde Staten te
Een doorn in Uw oog is de thuiswasch
Stuur dus Uw wasch naar de
SNELLIUSSTRAAT 39, IJMUIDEN
TELEF. 4371 TELEF. 4371
(Adv. ingez. Medj
Goed weer begunstigt den terug
tocht van het Engelsche
koningspaar.
Af/cheidstelegram van president Roosevelt.
De bijzondere correspondent van Reuter aan
boord van de „Empress of Britain" bericht, dat
president Roosevelt het volgende telegram heeft
gezonden aan Koning George:
„Ik wil u en de koningin niet laten vertrek
ken zonder nogmaals uitdrukking te geven aan
het buitengewoon groote genoegen, dat gij ons
met uw te kort bezoek aan de Vereenigde Sta
ten hebt gedaan. Het hartelijke welkom, dat U
overal werd geboden bij Uw bezoek aan dit land,
was een spontane uiting van de Amerikanen, die
diep getroffen zijn door de tact, de welwillend
heid en het inzicht van onze gasten. Ik zal
steeds gaarne gelooven dat gij de oprechtheid
van deze betuiging van vriendschap van het
Amerikaansche volk hebt gevoeld. Tezamen
met mij wenscht ook mijn vrouw Uwe Majestei
ten goede reis en veiligen overtocht".
De „Empress of Britain" stoomt met volle
vaart in oostelijke richting. De zon schijnt en de
zee is kalm.
De correspondent van Reuter verwachtte, dat
het schip te half negen plaatselijken tijd van
morgen Conception Baai op New Foundland zou
bereiken.
Tientsin heeft bij de Japansche autoriteiten
geprotesteerd tegenhet feit, dat een Ja
pansche schildwacht bij de grens van de
Britsche nederzetting een Amerikaansch bur
ger, directeur van een automobiel-importzaak,
heeft gefouilleerd.
Het Japansche consulaat heeft zijn veront
schuldigingen aangeboden en verklaarde dat
hier sprake was van een vergissing.
In een persconferentie heeft Huil medege
deeld, dat volgens een telegram van den Ame-
rikaanschen consul-generaal te Tientsin in
de concessie aldaar een tekort aan levensmid
delen zooals melk en groenten was ontstaan.
De minister zeide, dat hij nadere berichten
afwachtte van de ambassadeurs in China en
Japan, alvorens eventueele verdere stappen
te nemen.
Huil deelde voorts mede, van den Ameri-
kaanschen consul op Amoy bericht te hebben
ontvangen over een door de Japanners inge
stelde blokkade van den toevoer van levens
middelen naar de internationale nederzetting
van Koelangsoe. De consul had hieraan toe
gevoegd, dat de voedselsituatie in verband met
de voorraden op het oogenblik niet ernstig
was, doch dit wel zou kunnen worden.
Engelsche pers verwerpt
compromis met Japan.
LONDEN, 15 Juni (Havas) De Britsche
pers verwerpt eenstemmig het denkbeeld van
een compromis met Japan, indien het zal blij
ken dat Japan de positie der Westersche mo
gendheden in China wil ruïneeren. De bladen
willen nog hopen, dat van een plaatselijk inci
dent gesproken kan worden, doch zij zijn van
meening, dat vergeldingsmaatregelen onver
mijdelijk zullen zijn, wanneer zou blijken dat
men hier te doen heeft met een uitgebreid plan
van de onderteekenaars van het anti-komin
ternverdrag.
WAT DUITSCHLAND ONDER
„LEVENSRUEV1TE" VERSTAAT.
„De sfeer, die steeds voor een
natie toegankelijk moet zijn,
opdat de vrije ontwikkeling
en de handhaving van haar
bestaan verzekerd blijven."
De „Deutsche diplomatisch-politische Kor-
respondenz" houdt zich bezig met de kwestie
van den „Lebensraum" voor een volk. De
„Korrespondenz" schrijft daarover o.a. dat
aan het rechtmatige Duitsche verlangen in
zake eerbiediging van zijn „Lebensraum" in
het buitenland reeds uitleggingen zijn ge
geven, die volkomen in strijd waren met de
welbegrepen beteekenis van dit begrip.
..Lebensraum" beteekent niet het politieke
gebied waarop een natie aanspraak maakt,
maar die sfeer, welke steeds voor haar toe
gankelijk moet zijn. opdat de vrije ontwikke
ling en de handhaving van het bestaan dei-
bevolking verzekerd blijven.
Voor Engeland is bijvoorbeeld de vrije weg
over alle zeeën de voorwaarde voor de ver
binding van het moederland met zijn Impe
rium dat het zijn welstand verzekert. Iedere
aanval op of iedere bedreiging van deze le
venszenuw wordt door Engeland als een be
wuste bedreiging van zijn bestaan be
schouwd. Het Duitsche volk kan echter bin
nen zijn eigenlijke politieke gebied geen vol
doende bevrediging van zijn levensbehoeften
vinden. Daarvoor bieden met name de landen
ten Zuid-Oosten van het Duitsche rijk in
zooverre een middel ter vervanging, dat de on
belemmerde uitwisseling van producten tus-
schen Duitschland en deze staten in aanzien
lijke mate een zekere compensatie schept
in dezen précairen toestand. Zoodra dit ar
beidsproces tusschen staten en zijn verdere
ontwikkeling van buiten af worden gestoord,
moet Duitschland dit in dezelfde mate als een
uitvloeisel van een vijandige gezindheid be
schouwen en behandelen, als Engeland zou
doen bij een bewuste bedreiging van zijn vi
tale toegangswegen.
Het op zichzelf niet territoriaal-politieke
gestelde probleem van den „Lebensraum" en
van zijn verdediging doet zich in de practijk
dus pas voor wanneer de bedreiging er van
met voorbedachten rade aan den dag treedt.
Hoe ongestoorder een „Lebensraum" functio
neert, des te meer ontneemt hij den grond
slag aan politieke geschillen en aanspraken.
Het probleem van de Rijnmonden bestaat
daarom in politiek opzicht in het geheel niet
voor het Duitsche achterland omdat daar
nooit sprake is geweest van gewilde be
lemmeringen en de „gemeinsame Lebens
raum" zich volkomen laat vereenigen met
het beginsel van de volkssouvereiniteit. In
zooverre zijn territoriale aanspraken van Po-
den op Dantzig even ongegrond als bijvoor
beeld Duitsche op Rotterdam.
Voorwaarde voor een gemeenschappelijken
„Lebensraum" is de loyale wil van alle be
trokkenen. Hij beteekent geen afsluiting naar
buiten, maat toch een zekere solidariteit in
dezen zin. dat niemand zich bewust aansluit
bij of ter beschikking stelt van vijandige ma
noeuvres of pogingen tot benadeeling van
buitenstaanders tegen een deelgenoot. (D.N.B.)
Hel incident van Nachod.
Vrijdag zijn voor de Duitsche rechtbank te
Praag de beide Duitsche politiemannen Bula cn
Stehr verschenen, die beschuldigd worden te
Nachod te zijn binnengedrongen in het Tsjechi
sche politieposthuis en den Tsjechischen politie
man Müller, die in bed lag, te hebben doodge
schoten.
Zij baseerden hun verdediging op drie feiten:
Ten eerste: zij hadden te veel gedronken, zon
der eerst voldoende te hebben gegeten.
Ten tweede: het incident geschiedde den dag
na het incident van Kladno en in de stad
heerschte een zekere spanning.
Ten derde: beiden waren van meening, dat
op hen was geschoten.
Na het verhoor van de beklaagden werd het
proces tot heden verdaagd.
De pers heeft opdracht gekregen van deze zaak
alleen de officieele communiqués te publiceeren.
Keek:
s ongevallen
hoofdstad.
de
Vrijdag is in de hoofdstad een aantal ern
stige ongelukken gebeurd. Een oude man, die
in de Kerkstraat den rijweg overstak, werd
aangereden door een auto. Hij sloeg met zijn
hoofd tegen de straat en werd met een
hersenschudding en hoofdwonden naar het
Wilhelmina Gasthuis vervoerd.
Een 48-jarige wielrijder, die op den
Baarsjesweg reed, had het ongeluk door de
voorvork van zijn fiets te zakken. Hij werd
ernstig gewond.
In de Eerste Jan Steenstraat 53 is Vrijdag-
te half twee een zeer ernstig ongeluk gebeurd,
waarbij een meisje van anderhalf jaar het
leven heeft verloren.
De ouders waren even voor familiebezoek
naar den overkant gegaan en hadden hun
beide kinderen, twee meisjes van vijf en
anderhalf jaar, in de gesloten achterkamer,
naar zij meenden, veilig achtergelaten. Het
oudste kind is er echter in geslaagd de deur
open te maken, waarop de kinderen naar de
voorkamer zijn gegaan. Daar klommen de
kleinen op een divan, die voor een open raam
stond. De jongste zette de gevaarlijke
escapade voort en kroop op de vensterbank.
Het kind viel van de derde verdieping op
straat en werd dood opgenomen.
Dreigende staking in de electro-
teclinische branche.
Werkgevers zeggen de loonen niet te
kunnen handhaven.
Het bestuur van den Algemeenen Neder-
landschen Metaalbewerkers Bond verzoekt ons
het volgende mede te deelen:
De samenwerkende organisaties in de me
taalindustrie hebben aan de Nederlandsche
Vereeniging van electro-technische werkgevers
te Amsterdam en den Nationalen bond van
R.K. electro-technische werkgevers „St. An-
thonius" een ultimatum gesteld dat heden, Za
terdag, afloopt.
In verband hiermede is Vrijdagmiddag een
bespreking gehouden met den rijksbemidde
laar. Besloten werd het ultimatum voorloopig
uit te stellen. Bij een aantal bedrijven, aange
sloten bij werkgeversverenigingen, zal dooi
den rijksaccountant een onderzoek worden in
gesteld naar de bewering van de werkgevers,
dat de bedrijven niet in staat zijn de bestaan
de loonen te handhaven.
Gedurende dit onderzoek zal de loopende
collectieve arbeidsovereenkomst ongewijzigd
worden gehandhaafd. Na afloop van het on
derzoek zal door de leden van de betrokken
organisaties, aan de hand van het door den
accountant uit te brengen rapport, worden be
slist over het verder in te nemen standpunt.
blijft men kalm en helder, indien men vooraf
M ij 11 hard t's Zenuwtabletten gebruikt.
Koker 75 ct. - Bij Apothekers en Drogisten.
(Adv. ingez. Med.)
„Overige middelen"
bleven onder Mei 1938
Blijkens het overzicht van den stand
der rijksmiddelen (hoofdsom en opcen
ten) op ultimo Mei van het dienstjaar
1939 was 't bedrag der kohieren voor de
directe belastingen in totaal f 52.651.315
tegenover f 47.259.701 op ultimo Mei
1938. De grondbelasting leverde f8,9
millioen, dc inkomstenbelasting f 31,4
millioen, dc vermogensbelasting f 7,2
millioen, dc vcrdcdigïngsbclasting I
f 3.7 millioen en dc belasting van de
doodc hand f 1,3 millioen op. Dc in
komstenbelasting bracht f 6.480.745 meer
op dan vorig jaar, de grondbelasting
f 927.797 minder cn de verdedigings-
belasting f 197.215 minder. Dc overige
verschillen waren gering.
Van de „overige middelen" was de opbrengst
over Mei 1939 in totaal f 36.538.534 tegen
f41.403.504 in Mei 1938.
Over de eerste vijf maanden van 1939 was de
totaal-opbrengst dezer middelen f 185.085.371
tegenover f 177.946.2-15 in de overeenkomstige
periode van 1938.
De rechten op den invoer leverden in die
periode in 1939 ruim f 6,7 millioen meer, de
omzetbelasting ruim f 1,6 millioen meer, de
dividend- en tantièmebelasting bracht f 5,1 mil
lioen minder en de rechten en boelen van succes
sie cn van schenking enz. bi-achten ruim f 1,2
millioen minder op dan de raming had aange
geven.
Vergeleken bij de opbrengst in de eerste vijf
maanden van 1938 brachten de rechten op den
invoer f 8,4 millioen meer. de omzetbelasting
f 4,7 millioen meer op in 1939. Daarentegen was
de opbrengst van de rechten en boeten van suc
cessie enz. ruim 1' 5,8 millioen minder dan in de
eerste vijf maanden van 1938. Overigens waren
de verschillen naar verhouding gering.
De gemeentefondsbelasting leverde f 60,5 mil
lioen, de opcenten vermogensbelasting leverden
bijna f 6 millioen ten bate van het gemeente
fonds op.
Ten bate van het werkloosheidssubsidiefonds
kwam tot ultimo Mei j.l. ruim f52,6 millioen
binnen op den dienst 1938 en ruim f27,2 mil
lioen op den dienst 1939.
De motorrijtuigenbelasting leverde in Mei j.l.
f 3,06 millioen, de rijwielbelasting leverde in die
maand slechts f 15.755 op (waarbij dient opge
merkt dat het loopende belastingjaar voor de
rijwielen einde Juli zal zijn vérstreken.)
Over de eerste 5 maanden van 1939 bedroeg
de opbrengst der motorrijtuigenbelasting f 13,05
millioen en die der rijwielbelasting f 85.137.
(Adv. ingez Med.)
Handhaving van besluit
van de Kroon bepleit.
De met ingang van 1 Maart j.l. ontslagen bur
gemeester van Ootmarsum, jhr. E. L. M. T. J. von
Bönninghausen, die door de kroon van zijn
functie ontheven werd, omdat hij zekere on-
nationale uitdrukkingen zou hebben gebruikt,
heeft met dit ontslag geen genoegen genomen.
In de eerste plaats heeft hij eenige dagen nadat
de ontslagbrief hem bereikte zich tot H.M. de
Koningin gewend met het verzoek hem voor een
nieuwe benoeming tot burgemeester van Oot
marsum in aanmerking te doen komen, en in
de tweede plaats is hij bij het ambtenarenge
recht in Arnhem in beroep gekomen tegen het
ontslag.
Dit ambtenarengerecht kwam thans Vrijdag
te Almelo bijeen om van de ontslagkwestie en
wat daaromheen zit, kennis te nemen. Daarbij
doet zich allereerst de belangwekkende vraag
voor of het gerecht inderdaad bevoegd is in
deze een uitspraak te doen. Er bestaat geen ju
risprudentie omtrent dergelijke gevallen, daar
het eigenlijk nooit is voorgekomen, dat een bur
gemeester onder deze omstandigheden ontslag is
gegeven, terwijl een of ander ambtenarengerecht
ook nog nimmer de vraag heeft beoordeeld of het
competent is een uitspraak te doen in een ge
schil tusschen de Kroon en een burgemeester.
Het is dus feitelijk niet uitgemaakt of een bur
gemeester ambtenaar in den zin der wet moet
worden geacht en het Arnhemsche ambtenaren
gerecht moet zich dus in eerste instantie hier
over uitspreken, voordat het de zaak zelve be
oordeelt.
Dit neemt niet weg, dat de zitting gewoon
haar gang kon gaan, want het gerecht volgde den
gebruikelijken weg en ging pas in raadkamer na
afloop van de zitting.
Tal van personen waren gedagvaard. De
raadsman van den ex-burgemeester, diens broe
der jhr. mr. E. J. B. M. von Bönninghausen, lid
der Eerste Kamer, had o.m. de ministers Gose-
ling en van Boeyen opgeroepen, den eerste om
dat deze een onderzoek had gelast en den tweede
omdat hjj als partij, optredende voor de Kroon,
werd beschouwd. Voorts waren diverse personen
gedagvaard, zooals een wethouder van Ootmar
sum (die verklaard heeft, dat de ontslagene de
geïncrimineerde woorden had gebezigd), de
waarnemend commissaris der koningin mr. dr.
J. W. Schneider te Hengelo, enkele industrieeion
enz. De heer Schneider was aanwezig geweest bij
het verhoor, dat den heer von Bönninghausen
in Januari j.l. door minister van Boeyen per
soonlijk was afgenomen, de industrieelen had
den aangezeten aan een jachtmaaltijd, tijdens
welken de voormalige burgemeester ook eenige
uitlatingen zou hebben gedaan, welke niet dooi
den beugel konden.
Voorzitter van het ambtenarengerecht was dr.
J. J. de Waal Malefijt te Arnhem, leden waren
mr. A. C. Knook te Almelo en H. C. Nijkamp
te Enschedé.
Voor de Kroon trad op mr. H. W. J. Mulder,
chef van de afdeeling binnenlandsch bestuur van
het departement van Binnenlandsche Zaken te
Den Haag.
Het eerst werd gehoord de oud-burgemeester
van Ootmarsum, die vertelde, dat de vergade
ringen van B. en W. in den laaisten tijd nog al
een officieel karakter droegen, waarin niet over
koetjes en kalfjes werd gesproken. In de periode
van de politieke spanningen in September jl.
was er echter wel eens een gesprek gevoerd en
de oud-burgemeester geeft toe, dat hij wel eens
pro-Duitsche uitlatingen heeft gedaan. Bij den
bewusten jachtmaaltijd te Oldenzaal heeft de
oud-burgemeester dicht bij wethouder Joosten
gezeten.
Daarna werd met het getuigenverhoor begon
nen. De eerste getuige was de industrieel B. J.
Terkuyle te Enschedé, die ook dicht bij den
oud-burgemeester zat. Hij verklaart dat hij op
merkingen heeft gehoord van den burgemeester,
die een zeer Duilsch nationaal-socialistisqhe
strekking hadden. Hij herinnert zich echter niet
te hebben gehoord, dat de burgemeester zou
hebben gezegd: „Nederland moet maar bij
Duitschland worden ingelijfd".
De volgende getuige was de fabrikant A. H.
Ledeboer te Almelo, die ook aan den maaltijd
had deelgenomen. Getuige heeft niet gehoord,
dat de burgemeester op vereeniging van Neder
land met Duitschland aandrong.
President: „Was er ook ontstemming over de
woorden van den burgemeester?"
Getuige: „Daarvan heb ik niets gemerkt. De
toon was zeer vriendschappelijk". Later heeft
men echter over de discussie nagepraat en de
algemeene opvatting was wel aldus getuige
dat de burgemeester zijn mond had voorbijge
praat. Getuige verklaart nog dat hij positief weet
dat de burgemeester gezegd heeft, enthousiast te
zullen zijn, als hij de vlag zou kunnen uitste
ken, wanneer de Duitschers binnenrukten.
Ook herinnert getuige zich nog enkele andere,
z.i. ontoelaatbare uitdrukkingen.
Daarna kwam wethouder Reuver uit Ootmar
sum voor. Deze bevestigt, dat omstreeks Sep
tember van het vorig jaar politieke gesprekken
zijn gevoerd in het college en daarbij heeft de
burgemeester op zoodanige wijze over Duitsch
land gesproken, dat get. het ontoelaatbaar
achtte. Hij heeft daar echter niet dadelijk met
anderen over gesproken, en ook geen mededee-
lingen verstrekt aan hoogere autoriteiten. La
ter eerst hoorde de wethouder van zijn collega
Joosten, dat een advocaat bij dezen inlichtin
gen had gevraagd om een klacht tegen den bur
gemeester te kunnen uitbrengen. Met zijn collega
heeft get., toen de inlichtingen verstrekt.
De wethouder vertelt dan nog; op een vraag
van raadsman Von Bönninghausen, dat de bur
gemeester zeker heel wat voor zijn ge
meente gedaan heeft. Op onderwijsgebied waren
er evenwel moeilijkheden, ook al in verband
met de slechte verhouding tusschen den burge
meester en den pastoor.
Vervolgens verscheen de gastheer van den
jachtmaaltijd. ir. G. Janninck uit Enschedé als
getuige. Hij beklaagt zich over het optreden van
de recherche, daar hij meent, dat deze een ver
klaring van hem in een zekere richting wensch-
te, Overigens vond hij wel, dat het niet geheel
in den haak was, wat de burgemeester had ge
zegd. doch daar dit in een besloten partij was
geschied, vond hij dit niet zoo erg. Positief be
strijdt hij. dat de eher Von Bönninghausen over
inlijving bij Duitschland zou hebben gesproken.
Wethouder Joosten-.was de volgende getuige.
Deze is zeer positief in zijn mededeelingen en
verklaart, dat de burgemeester wol degelijk
over inlijving bij Duitschland heeft gesproken.
Hij heeft dat bevestigd aan mr. Meerburg uit
Enschedé, die inlichtingen bij hem vroeg, daar
hij een klacht wilde indienen tegen den bur
gemeester. Ook herinnerde spr. zich absoluut,
dat de burgemeester ontoelaatbare uitdrukkin
gen heeft gebezigd in vergaderingen van B. en
W. Toen de burgemeester zeide, dat hij een der
eersten zou zijn, die zou meemarcheercn als de
Duitschers zouden binnenrukken, had de ge
meente-secretaris Weustink nog geantwoord:
„Dan wordt u zeker „gouwleider".
Daarna werd de gemeente-secretaris gehoord.
Hij verklaart op zeer goeden voet te hebben ge
staan met den burgemeester. De verhouding tus
schen dezen en de wethouders was echter bij
zonder slecht, vooral in de laatste tijden.
Getuige kan zich niets herinneren van bezwa
rende uitlatingen van den burgemeester, die hij
in vergaderingen van B. en W. toch zeker had
moeten hooren. Ook ontkende hij, de woorden te
hebben gesproken „dan wordt u zeker gouwlei
der".
Tenslotte werden nog enkele getuigen ge
hoord, nl. de industrieel Smulders uit Lonneker,
die ook deelnam aan den jachtmaaltijd, en voorts
mr. dr. Schneider. Deze vertelt enkele bijzon
derheden over het bezoek, dat hij in Januari aan
Ootmarsum heeft gebracht en geeft ook enkele
inlichtingen over den burgemeester.
Herhaaldelijk hebben Gedeputeerde Staten
met dezen moeilijkheden gehad. Het is zelfs
eenmaal zoover gekomen, dat de burgemeester
door den Commissaris uit een vergadering te
Zwolle werd gezonden.
Bij de pleidooien na de pauze gehouden, was
het woord het eerst aan jhr. mr. Von Bönning
hausen, die alles terugbracht op laster en
wraakneming. Tot de zaak zelf komende, zeide
pleiter, dat dit de eerste keer is, dat een burge
meester in beroep komt. PI. besprak do juridi
sche middelen, volgens welke het ambtenaren
gerecht zijns insziens wel competent is in de
zaak te beslissen. De burgemeester is immers in
openbaren dienst. De goede trouw van den
minister nam pl. aan, doch deze is bij zijn onder
zoek te onvoorzichtig geweest.
Daarna behandelde mr. Von Bönninghausen
de ambtsperiode van den burgemeester en
schreef de conflicten toe aan het optreden der
geestelijkheid.
De rijksrecherche is niet objectief te werk
gegaan.
De getuigenverklaringen geven geen aanlei
ding tot bevestiging, dat de burgemeester anti
nationale uitlatingen heeft gebezigd, aldus pl.,
die voorts uitdrukkelijk opkwam tegen 't ontslag
en bestreed, dat de Kroon een burgemeester
zonder meer kan ontslaan en verder van alles af
is. Zeker is het niet behoorlijk een burgemeester
te ontslaan, die twaalf jaar in volle plichtsbe
trachting zijn functie vervuld heeft.
Pl.'s conclusie is, dat het ambtenarengerecht
dient uit te spreken, dat het ontslag onwettig
is en subs, de Kroon het ontslag eervol had moe
ten verleenen.
Daarna kreeg de raadsman der Kroon, mr.
Mulder, het woord. Hij bestreed, dat er onrecht
matig is gehandeld. De Kroon kan wel zeker te
allen tijde ontslag verleenen en de burgemeester
is geen ambtenaar in den zin der ambtenaren
wet. Hij bekleedt een positie van vertrouwen en
slechts zoolang dit vertrouwen bestaat, kan hij
gehandhaafd blijven. Dit is echter een zaak van
beleid. Een beroep op het civiele recht heeft
geen zin. want hier komt het publieke recht ter
sprake. Pl. meende, dat het beroep dient te wor
den afgewezen.
Over de zaak zelf, zeide mr. Mulder, dat de
minister zeer voorzichtig te werk is gegaan. Niet
terzake doende details, die bovendien niet vol
doende beoordeeld konden worden, zijn buiten
beoordeeling gelaten. Thans had pl. kunnen
eischen, dat de getuigen niet gehoord zouden
worden, daar het ambtenarengerecht niet com
petent is, doch in overleg met den minister is
dit niet geschied, omdat de minister zich niet
tegen openbaarheid wilde verzetten, nu de ont
slagene dit wenscht. Formeel staat het vast, dat
de lasterlijke termen zijn gebruikt.
Pl. concludeerde tenslotte, dat de vorderingen
dienen te worden afgewezen.
Nadat de uitspraak op 7 Juli was bepaald,
werd hierop de zitting gesloten.
Eerste handelsvluclit van de
„Atlantic Clipper".
Vanmiddag start de „Atlantic Clipper"
tc New York voor den eersten Transat-
lantischen commercieelen vlucht met
passagiers aan boord. Het vliegtuig zal
den tocht maken met 29 personen, nl.
een bemanning van 12 leden en 17 pers
vertegenwoordigers, het watervliegtuig
zal Horta, Lissabon en Marseille aan
doen
COLLECTE VAN VACANTIEKOLONIES.
De collecte ten bate van de afd. Haari'em van
het Centrale, Genootschap voor Kinderherstel-
lings- en vacantiekolonies, gehouden op 10 Juni.
heeft opgebracht f562,85.