maatregelen AmUenaiteno^tedht tot verweer. Engeland zint op IJmuider Wasscherij Bij Examens Directe belastingen Mijnen het qxxed doen BEHANDELT ONTSLAG van Ootmarsum's burgemeester. ZATERDAG 17 JUNI 1939 HAARLEM'S DAGBLAD 5 DE BLOKKADE TE TIENTSIN. Toestand in de CONCESSIE wordt slechter. In een officieele verklaring, welke gisteren te Londen is gepubliceerd in zake den toestand in het Verre Oosten, wordt gezegd dat indien de nieuwe vragen, welke men in officieele Japan- sche kringen in Noord-China heeft laten doorschemeren, werkelijk gesteld zullen werden, een buitengewoon ern stige toestand zal ontstaan. De Brit- sche regeering zal dan moeten over wegen welke stappen onmiddellijk genomen moeten worden tot bescher ming van de Britsche belangen in China. Verder wordt gezegd, dat de houding van de Britsche autoriteiten ten aanzien van de vier Chineezen. welker uitlevering wordt ge vraagd, dezelfde is gebleven. De Britsche auto riteiten achten de nieuwe vragen welke zijn gedaan en welke de rechten van alle mogend heden, welke verdragsrechten hebben in China, aantasten, zeer ernstig. Men hoopt evenwel nog, dat de Japansche autoriteiten hun weigering-de voorstellen, welke zijn ge daan om het incident plaatselijk te regelen, niet handhaven. Maandag a.s. zal de ministerraad in Downing- street bijeenkomen ter bespreking van den toe stand te Tientsin. De raad zal de beschikking hebben over een aantal rapporten van de verschillende ministeries, welke ieder afzonder lijk de zaak bestudeeren. Het ministerie van handel bestudeert de economische maatrege len, welke genomen moeten worden, wanneer de toestand voortduurt, terwijl het ministerie van buitenlandsche zaken de laatste rap porten zal voorleggen. De Britsche consul-generaal te Tientsin heeft gisterochtend telefonisch bij den Ja- panschen consul geprotesteerd tegen de strenge controle op voetgangers en voertuigen en tegen een Japansch verbod tot vervoer van voedingsmiddelen naar de Britsche con cessie. Naar verluidt heeft de Japansche con sul tegengesproken, dat een dergelijk verbod bestaat, terwijl hij het eerste deel van het protest afwees met de verklaring, dat Japan geen Britsche inmenging kan dulden in zijn maatregelen tot handhaving van de orde te Tientsin. Gisteren hebben de Engelsche soldaten geen stelling betrokken bij de renbaan, waar een Japansche wachtpost is. Wel worden af zettingen bewaakt door troepen en politie. -Anders is het bij de-Fransche concessie, waar met de Japanners wordt samengewerkt bij de regeling van het verkeer over de internatio- iiale brug. De Britsche fotograaf Eric Mayell, die twee dagen geleden door de Japanners te Tientsin was gearresteerd, is gisteren vrijgelaten. Nader meldt Reuter uit Tientsin dat het voedselgebrek in de Britsche concessie steeds ernstiger wordt. De Japanners hebben motor-patrouille booten op de Hai, tegenover de vroe gere Duitsche concessie, gestation- neerd om te verhinderen, dat vaar tuigen, geladen met groenten, in de concessie komen. Ook op andere plaatsen langs de grens der con cessie zijn strenge maatregelen ge nomen ter verhindering van den voedselaanvoer. Vooral het gebrek aan ijs wordt gevoeld, daar de tem peratuur tot ongeveer 100 graden ge stegen is. Te Tsinnwangtau, 125 mijl ten Noorden van Tientsin, is een Britsche torpedoboot- jager aangekomen. Het vaartuig zal een reis langs de vacantieplaatsen in Noord-China maken om een onderzoek in te stellen naar de veiligheid van de Engelsche onderdanen. Het zal ook een bezoek brengen aan Peitaiho, waai de Japanners een telling van de vreemdelin gen bevolen zouden hebben. De consul van de Vereenigde Staten te Een doorn in Uw oog is de thuiswasch Stuur dus Uw wasch naar de SNELLIUSSTRAAT 39, IJMUIDEN TELEF. 4371 TELEF. 4371 (Adv. ingez. Medj Goed weer begunstigt den terug tocht van het Engelsche koningspaar. Af/cheidstelegram van president Roosevelt. De bijzondere correspondent van Reuter aan boord van de „Empress of Britain" bericht, dat president Roosevelt het volgende telegram heeft gezonden aan Koning George: „Ik wil u en de koningin niet laten vertrek ken zonder nogmaals uitdrukking te geven aan het buitengewoon groote genoegen, dat gij ons met uw te kort bezoek aan de Vereenigde Sta ten hebt gedaan. Het hartelijke welkom, dat U overal werd geboden bij Uw bezoek aan dit land, was een spontane uiting van de Amerikanen, die diep getroffen zijn door de tact, de welwillend heid en het inzicht van onze gasten. Ik zal steeds gaarne gelooven dat gij de oprechtheid van deze betuiging van vriendschap van het Amerikaansche volk hebt gevoeld. Tezamen met mij wenscht ook mijn vrouw Uwe Majestei ten goede reis en veiligen overtocht". De „Empress of Britain" stoomt met volle vaart in oostelijke richting. De zon schijnt en de zee is kalm. De correspondent van Reuter verwachtte, dat het schip te half negen plaatselijken tijd van morgen Conception Baai op New Foundland zou bereiken. Tientsin heeft bij de Japansche autoriteiten geprotesteerd tegenhet feit, dat een Ja pansche schildwacht bij de grens van de Britsche nederzetting een Amerikaansch bur ger, directeur van een automobiel-importzaak, heeft gefouilleerd. Het Japansche consulaat heeft zijn veront schuldigingen aangeboden en verklaarde dat hier sprake was van een vergissing. In een persconferentie heeft Huil medege deeld, dat volgens een telegram van den Ame- rikaanschen consul-generaal te Tientsin in de concessie aldaar een tekort aan levensmid delen zooals melk en groenten was ontstaan. De minister zeide, dat hij nadere berichten afwachtte van de ambassadeurs in China en Japan, alvorens eventueele verdere stappen te nemen. Huil deelde voorts mede, van den Ameri- kaanschen consul op Amoy bericht te hebben ontvangen over een door de Japanners inge stelde blokkade van den toevoer van levens middelen naar de internationale nederzetting van Koelangsoe. De consul had hieraan toe gevoegd, dat de voedselsituatie in verband met de voorraden op het oogenblik niet ernstig was, doch dit wel zou kunnen worden. Engelsche pers verwerpt compromis met Japan. LONDEN, 15 Juni (Havas) De Britsche pers verwerpt eenstemmig het denkbeeld van een compromis met Japan, indien het zal blij ken dat Japan de positie der Westersche mo gendheden in China wil ruïneeren. De bladen willen nog hopen, dat van een plaatselijk inci dent gesproken kan worden, doch zij zijn van meening, dat vergeldingsmaatregelen onver mijdelijk zullen zijn, wanneer zou blijken dat men hier te doen heeft met een uitgebreid plan van de onderteekenaars van het anti-komin ternverdrag. WAT DUITSCHLAND ONDER „LEVENSRUEV1TE" VERSTAAT. „De sfeer, die steeds voor een natie toegankelijk moet zijn, opdat de vrije ontwikkeling en de handhaving van haar bestaan verzekerd blijven." De „Deutsche diplomatisch-politische Kor- respondenz" houdt zich bezig met de kwestie van den „Lebensraum" voor een volk. De „Korrespondenz" schrijft daarover o.a. dat aan het rechtmatige Duitsche verlangen in zake eerbiediging van zijn „Lebensraum" in het buitenland reeds uitleggingen zijn ge geven, die volkomen in strijd waren met de welbegrepen beteekenis van dit begrip. ..Lebensraum" beteekent niet het politieke gebied waarop een natie aanspraak maakt, maar die sfeer, welke steeds voor haar toe gankelijk moet zijn. opdat de vrije ontwikke ling en de handhaving van het bestaan dei- bevolking verzekerd blijven. Voor Engeland is bijvoorbeeld de vrije weg over alle zeeën de voorwaarde voor de ver binding van het moederland met zijn Impe rium dat het zijn welstand verzekert. Iedere aanval op of iedere bedreiging van deze le venszenuw wordt door Engeland als een be wuste bedreiging van zijn bestaan be schouwd. Het Duitsche volk kan echter bin nen zijn eigenlijke politieke gebied geen vol doende bevrediging van zijn levensbehoeften vinden. Daarvoor bieden met name de landen ten Zuid-Oosten van het Duitsche rijk in zooverre een middel ter vervanging, dat de on belemmerde uitwisseling van producten tus- schen Duitschland en deze staten in aanzien lijke mate een zekere compensatie schept in dezen précairen toestand. Zoodra dit ar beidsproces tusschen staten en zijn verdere ontwikkeling van buiten af worden gestoord, moet Duitschland dit in dezelfde mate als een uitvloeisel van een vijandige gezindheid be schouwen en behandelen, als Engeland zou doen bij een bewuste bedreiging van zijn vi tale toegangswegen. Het op zichzelf niet territoriaal-politieke gestelde probleem van den „Lebensraum" en van zijn verdediging doet zich in de practijk dus pas voor wanneer de bedreiging er van met voorbedachten rade aan den dag treedt. Hoe ongestoorder een „Lebensraum" functio neert, des te meer ontneemt hij den grond slag aan politieke geschillen en aanspraken. Het probleem van de Rijnmonden bestaat daarom in politiek opzicht in het geheel niet voor het Duitsche achterland omdat daar nooit sprake is geweest van gewilde be lemmeringen en de „gemeinsame Lebens raum" zich volkomen laat vereenigen met het beginsel van de volkssouvereiniteit. In zooverre zijn territoriale aanspraken van Po- den op Dantzig even ongegrond als bijvoor beeld Duitsche op Rotterdam. Voorwaarde voor een gemeenschappelijken „Lebensraum" is de loyale wil van alle be trokkenen. Hij beteekent geen afsluiting naar buiten, maat toch een zekere solidariteit in dezen zin. dat niemand zich bewust aansluit bij of ter beschikking stelt van vijandige ma noeuvres of pogingen tot benadeeling van buitenstaanders tegen een deelgenoot. (D.N.B.) Hel incident van Nachod. Vrijdag zijn voor de Duitsche rechtbank te Praag de beide Duitsche politiemannen Bula cn Stehr verschenen, die beschuldigd worden te Nachod te zijn binnengedrongen in het Tsjechi sche politieposthuis en den Tsjechischen politie man Müller, die in bed lag, te hebben doodge schoten. Zij baseerden hun verdediging op drie feiten: Ten eerste: zij hadden te veel gedronken, zon der eerst voldoende te hebben gegeten. Ten tweede: het incident geschiedde den dag na het incident van Kladno en in de stad heerschte een zekere spanning. Ten derde: beiden waren van meening, dat op hen was geschoten. Na het verhoor van de beklaagden werd het proces tot heden verdaagd. De pers heeft opdracht gekregen van deze zaak alleen de officieele communiqués te publiceeren. Keek: s ongevallen hoofdstad. de Vrijdag is in de hoofdstad een aantal ern stige ongelukken gebeurd. Een oude man, die in de Kerkstraat den rijweg overstak, werd aangereden door een auto. Hij sloeg met zijn hoofd tegen de straat en werd met een hersenschudding en hoofdwonden naar het Wilhelmina Gasthuis vervoerd. Een 48-jarige wielrijder, die op den Baarsjesweg reed, had het ongeluk door de voorvork van zijn fiets te zakken. Hij werd ernstig gewond. In de Eerste Jan Steenstraat 53 is Vrijdag- te half twee een zeer ernstig ongeluk gebeurd, waarbij een meisje van anderhalf jaar het leven heeft verloren. De ouders waren even voor familiebezoek naar den overkant gegaan en hadden hun beide kinderen, twee meisjes van vijf en anderhalf jaar, in de gesloten achterkamer, naar zij meenden, veilig achtergelaten. Het oudste kind is er echter in geslaagd de deur open te maken, waarop de kinderen naar de voorkamer zijn gegaan. Daar klommen de kleinen op een divan, die voor een open raam stond. De jongste zette de gevaarlijke escapade voort en kroop op de vensterbank. Het kind viel van de derde verdieping op straat en werd dood opgenomen. Dreigende staking in de electro- teclinische branche. Werkgevers zeggen de loonen niet te kunnen handhaven. Het bestuur van den Algemeenen Neder- landschen Metaalbewerkers Bond verzoekt ons het volgende mede te deelen: De samenwerkende organisaties in de me taalindustrie hebben aan de Nederlandsche Vereeniging van electro-technische werkgevers te Amsterdam en den Nationalen bond van R.K. electro-technische werkgevers „St. An- thonius" een ultimatum gesteld dat heden, Za terdag, afloopt. In verband hiermede is Vrijdagmiddag een bespreking gehouden met den rijksbemidde laar. Besloten werd het ultimatum voorloopig uit te stellen. Bij een aantal bedrijven, aange sloten bij werkgeversverenigingen, zal dooi den rijksaccountant een onderzoek worden in gesteld naar de bewering van de werkgevers, dat de bedrijven niet in staat zijn de bestaan de loonen te handhaven. Gedurende dit onderzoek zal de loopende collectieve arbeidsovereenkomst ongewijzigd worden gehandhaafd. Na afloop van het on derzoek zal door de leden van de betrokken organisaties, aan de hand van het door den accountant uit te brengen rapport, worden be slist over het verder in te nemen standpunt. blijft men kalm en helder, indien men vooraf M ij 11 hard t's Zenuwtabletten gebruikt. Koker 75 ct. - Bij Apothekers en Drogisten. (Adv. ingez. Med.) „Overige middelen" bleven onder Mei 1938 Blijkens het overzicht van den stand der rijksmiddelen (hoofdsom en opcen ten) op ultimo Mei van het dienstjaar 1939 was 't bedrag der kohieren voor de directe belastingen in totaal f 52.651.315 tegenover f 47.259.701 op ultimo Mei 1938. De grondbelasting leverde f8,9 millioen, dc inkomstenbelasting f 31,4 millioen, dc vermogensbelasting f 7,2 millioen, dc vcrdcdigïngsbclasting I f 3.7 millioen en dc belasting van de doodc hand f 1,3 millioen op. Dc in komstenbelasting bracht f 6.480.745 meer op dan vorig jaar, de grondbelasting f 927.797 minder cn de verdedigings- belasting f 197.215 minder. Dc overige verschillen waren gering. Van de „overige middelen" was de opbrengst over Mei 1939 in totaal f 36.538.534 tegen f41.403.504 in Mei 1938. Over de eerste vijf maanden van 1939 was de totaal-opbrengst dezer middelen f 185.085.371 tegenover f 177.946.2-15 in de overeenkomstige periode van 1938. De rechten op den invoer leverden in die periode in 1939 ruim f 6,7 millioen meer, de omzetbelasting ruim f 1,6 millioen meer, de dividend- en tantièmebelasting bracht f 5,1 mil lioen minder en de rechten en boelen van succes sie cn van schenking enz. bi-achten ruim f 1,2 millioen minder op dan de raming had aange geven. Vergeleken bij de opbrengst in de eerste vijf maanden van 1938 brachten de rechten op den invoer f 8,4 millioen meer. de omzetbelasting f 4,7 millioen meer op in 1939. Daarentegen was de opbrengst van de rechten en boeten van suc cessie enz. ruim 1' 5,8 millioen minder dan in de eerste vijf maanden van 1938. Overigens waren de verschillen naar verhouding gering. De gemeentefondsbelasting leverde f 60,5 mil lioen, de opcenten vermogensbelasting leverden bijna f 6 millioen ten bate van het gemeente fonds op. Ten bate van het werkloosheidssubsidiefonds kwam tot ultimo Mei j.l. ruim f52,6 millioen binnen op den dienst 1938 en ruim f27,2 mil lioen op den dienst 1939. De motorrijtuigenbelasting leverde in Mei j.l. f 3,06 millioen, de rijwielbelasting leverde in die maand slechts f 15.755 op (waarbij dient opge merkt dat het loopende belastingjaar voor de rijwielen einde Juli zal zijn vérstreken.) Over de eerste 5 maanden van 1939 bedroeg de opbrengst der motorrijtuigenbelasting f 13,05 millioen en die der rijwielbelasting f 85.137. (Adv. ingez Med.) Handhaving van besluit van de Kroon bepleit. De met ingang van 1 Maart j.l. ontslagen bur gemeester van Ootmarsum, jhr. E. L. M. T. J. von Bönninghausen, die door de kroon van zijn functie ontheven werd, omdat hij zekere on- nationale uitdrukkingen zou hebben gebruikt, heeft met dit ontslag geen genoegen genomen. In de eerste plaats heeft hij eenige dagen nadat de ontslagbrief hem bereikte zich tot H.M. de Koningin gewend met het verzoek hem voor een nieuwe benoeming tot burgemeester van Oot marsum in aanmerking te doen komen, en in de tweede plaats is hij bij het ambtenarenge recht in Arnhem in beroep gekomen tegen het ontslag. Dit ambtenarengerecht kwam thans Vrijdag te Almelo bijeen om van de ontslagkwestie en wat daaromheen zit, kennis te nemen. Daarbij doet zich allereerst de belangwekkende vraag voor of het gerecht inderdaad bevoegd is in deze een uitspraak te doen. Er bestaat geen ju risprudentie omtrent dergelijke gevallen, daar het eigenlijk nooit is voorgekomen, dat een bur gemeester onder deze omstandigheden ontslag is gegeven, terwijl een of ander ambtenarengerecht ook nog nimmer de vraag heeft beoordeeld of het competent is een uitspraak te doen in een ge schil tusschen de Kroon en een burgemeester. Het is dus feitelijk niet uitgemaakt of een bur gemeester ambtenaar in den zin der wet moet worden geacht en het Arnhemsche ambtenaren gerecht moet zich dus in eerste instantie hier over uitspreken, voordat het de zaak zelve be oordeelt. Dit neemt niet weg, dat de zitting gewoon haar gang kon gaan, want het gerecht volgde den gebruikelijken weg en ging pas in raadkamer na afloop van de zitting. Tal van personen waren gedagvaard. De raadsman van den ex-burgemeester, diens broe der jhr. mr. E. J. B. M. von Bönninghausen, lid der Eerste Kamer, had o.m. de ministers Gose- ling en van Boeyen opgeroepen, den eerste om dat deze een onderzoek had gelast en den tweede omdat hjj als partij, optredende voor de Kroon, werd beschouwd. Voorts waren diverse personen gedagvaard, zooals een wethouder van Ootmar sum (die verklaard heeft, dat de ontslagene de geïncrimineerde woorden had gebezigd), de waarnemend commissaris der koningin mr. dr. J. W. Schneider te Hengelo, enkele industrieeion enz. De heer Schneider was aanwezig geweest bij het verhoor, dat den heer von Bönninghausen in Januari j.l. door minister van Boeyen per soonlijk was afgenomen, de industrieelen had den aangezeten aan een jachtmaaltijd, tijdens welken de voormalige burgemeester ook eenige uitlatingen zou hebben gedaan, welke niet dooi den beugel konden. Voorzitter van het ambtenarengerecht was dr. J. J. de Waal Malefijt te Arnhem, leden waren mr. A. C. Knook te Almelo en H. C. Nijkamp te Enschedé. Voor de Kroon trad op mr. H. W. J. Mulder, chef van de afdeeling binnenlandsch bestuur van het departement van Binnenlandsche Zaken te Den Haag. Het eerst werd gehoord de oud-burgemeester van Ootmarsum, die vertelde, dat de vergade ringen van B. en W. in den laaisten tijd nog al een officieel karakter droegen, waarin niet over koetjes en kalfjes werd gesproken. In de periode van de politieke spanningen in September jl. was er echter wel eens een gesprek gevoerd en de oud-burgemeester geeft toe, dat hij wel eens pro-Duitsche uitlatingen heeft gedaan. Bij den bewusten jachtmaaltijd te Oldenzaal heeft de oud-burgemeester dicht bij wethouder Joosten gezeten. Daarna werd met het getuigenverhoor begon nen. De eerste getuige was de industrieel B. J. Terkuyle te Enschedé, die ook dicht bij den oud-burgemeester zat. Hij verklaart dat hij op merkingen heeft gehoord van den burgemeester, die een zeer Duilsch nationaal-socialistisqhe strekking hadden. Hij herinnert zich echter niet te hebben gehoord, dat de burgemeester zou hebben gezegd: „Nederland moet maar bij Duitschland worden ingelijfd". De volgende getuige was de fabrikant A. H. Ledeboer te Almelo, die ook aan den maaltijd had deelgenomen. Getuige heeft niet gehoord, dat de burgemeester op vereeniging van Neder land met Duitschland aandrong. President: „Was er ook ontstemming over de woorden van den burgemeester?" Getuige: „Daarvan heb ik niets gemerkt. De toon was zeer vriendschappelijk". Later heeft men echter over de discussie nagepraat en de algemeene opvatting was wel aldus getuige dat de burgemeester zijn mond had voorbijge praat. Getuige verklaart nog dat hij positief weet dat de burgemeester gezegd heeft, enthousiast te zullen zijn, als hij de vlag zou kunnen uitste ken, wanneer de Duitschers binnenrukten. Ook herinnert getuige zich nog enkele andere, z.i. ontoelaatbare uitdrukkingen. Daarna kwam wethouder Reuver uit Ootmar sum voor. Deze bevestigt, dat omstreeks Sep tember van het vorig jaar politieke gesprekken zijn gevoerd in het college en daarbij heeft de burgemeester op zoodanige wijze over Duitsch land gesproken, dat get. het ontoelaatbaar achtte. Hij heeft daar echter niet dadelijk met anderen over gesproken, en ook geen mededee- lingen verstrekt aan hoogere autoriteiten. La ter eerst hoorde de wethouder van zijn collega Joosten, dat een advocaat bij dezen inlichtin gen had gevraagd om een klacht tegen den bur gemeester te kunnen uitbrengen. Met zijn collega heeft get., toen de inlichtingen verstrekt. De wethouder vertelt dan nog; op een vraag van raadsman Von Bönninghausen, dat de bur gemeester zeker heel wat voor zijn ge meente gedaan heeft. Op onderwijsgebied waren er evenwel moeilijkheden, ook al in verband met de slechte verhouding tusschen den burge meester en den pastoor. Vervolgens verscheen de gastheer van den jachtmaaltijd. ir. G. Janninck uit Enschedé als getuige. Hij beklaagt zich over het optreden van de recherche, daar hij meent, dat deze een ver klaring van hem in een zekere richting wensch- te, Overigens vond hij wel, dat het niet geheel in den haak was, wat de burgemeester had ge zegd. doch daar dit in een besloten partij was geschied, vond hij dit niet zoo erg. Positief be strijdt hij. dat de eher Von Bönninghausen over inlijving bij Duitschland zou hebben gesproken. Wethouder Joosten-.was de volgende getuige. Deze is zeer positief in zijn mededeelingen en verklaart, dat de burgemeester wol degelijk over inlijving bij Duitschland heeft gesproken. Hij heeft dat bevestigd aan mr. Meerburg uit Enschedé, die inlichtingen bij hem vroeg, daar hij een klacht wilde indienen tegen den bur gemeester. Ook herinnerde spr. zich absoluut, dat de burgemeester ontoelaatbare uitdrukkin gen heeft gebezigd in vergaderingen van B. en W. Toen de burgemeester zeide, dat hij een der eersten zou zijn, die zou meemarcheercn als de Duitschers zouden binnenrukken, had de ge meente-secretaris Weustink nog geantwoord: „Dan wordt u zeker „gouwleider". Daarna werd de gemeente-secretaris gehoord. Hij verklaart op zeer goeden voet te hebben ge staan met den burgemeester. De verhouding tus schen dezen en de wethouders was echter bij zonder slecht, vooral in de laatste tijden. Getuige kan zich niets herinneren van bezwa rende uitlatingen van den burgemeester, die hij in vergaderingen van B. en W. toch zeker had moeten hooren. Ook ontkende hij, de woorden te hebben gesproken „dan wordt u zeker gouwlei der". Tenslotte werden nog enkele getuigen ge hoord, nl. de industrieel Smulders uit Lonneker, die ook deelnam aan den jachtmaaltijd, en voorts mr. dr. Schneider. Deze vertelt enkele bijzon derheden over het bezoek, dat hij in Januari aan Ootmarsum heeft gebracht en geeft ook enkele inlichtingen over den burgemeester. Herhaaldelijk hebben Gedeputeerde Staten met dezen moeilijkheden gehad. Het is zelfs eenmaal zoover gekomen, dat de burgemeester door den Commissaris uit een vergadering te Zwolle werd gezonden. Bij de pleidooien na de pauze gehouden, was het woord het eerst aan jhr. mr. Von Bönning hausen, die alles terugbracht op laster en wraakneming. Tot de zaak zelf komende, zeide pleiter, dat dit de eerste keer is, dat een burge meester in beroep komt. PI. besprak do juridi sche middelen, volgens welke het ambtenaren gerecht zijns insziens wel competent is in de zaak te beslissen. De burgemeester is immers in openbaren dienst. De goede trouw van den minister nam pl. aan, doch deze is bij zijn onder zoek te onvoorzichtig geweest. Daarna behandelde mr. Von Bönninghausen de ambtsperiode van den burgemeester en schreef de conflicten toe aan het optreden der geestelijkheid. De rijksrecherche is niet objectief te werk gegaan. De getuigenverklaringen geven geen aanlei ding tot bevestiging, dat de burgemeester anti nationale uitlatingen heeft gebezigd, aldus pl., die voorts uitdrukkelijk opkwam tegen 't ontslag en bestreed, dat de Kroon een burgemeester zonder meer kan ontslaan en verder van alles af is. Zeker is het niet behoorlijk een burgemeester te ontslaan, die twaalf jaar in volle plichtsbe trachting zijn functie vervuld heeft. Pl.'s conclusie is, dat het ambtenarengerecht dient uit te spreken, dat het ontslag onwettig is en subs, de Kroon het ontslag eervol had moe ten verleenen. Daarna kreeg de raadsman der Kroon, mr. Mulder, het woord. Hij bestreed, dat er onrecht matig is gehandeld. De Kroon kan wel zeker te allen tijde ontslag verleenen en de burgemeester is geen ambtenaar in den zin der ambtenaren wet. Hij bekleedt een positie van vertrouwen en slechts zoolang dit vertrouwen bestaat, kan hij gehandhaafd blijven. Dit is echter een zaak van beleid. Een beroep op het civiele recht heeft geen zin. want hier komt het publieke recht ter sprake. Pl. meende, dat het beroep dient te wor den afgewezen. Over de zaak zelf, zeide mr. Mulder, dat de minister zeer voorzichtig te werk is gegaan. Niet terzake doende details, die bovendien niet vol doende beoordeeld konden worden, zijn buiten beoordeeling gelaten. Thans had pl. kunnen eischen, dat de getuigen niet gehoord zouden worden, daar het ambtenarengerecht niet com petent is, doch in overleg met den minister is dit niet geschied, omdat de minister zich niet tegen openbaarheid wilde verzetten, nu de ont slagene dit wenscht. Formeel staat het vast, dat de lasterlijke termen zijn gebruikt. Pl. concludeerde tenslotte, dat de vorderingen dienen te worden afgewezen. Nadat de uitspraak op 7 Juli was bepaald, werd hierop de zitting gesloten. Eerste handelsvluclit van de „Atlantic Clipper". Vanmiddag start de „Atlantic Clipper" tc New York voor den eersten Transat- lantischen commercieelen vlucht met passagiers aan boord. Het vliegtuig zal den tocht maken met 29 personen, nl. een bemanning van 12 leden en 17 pers vertegenwoordigers, het watervliegtuig zal Horta, Lissabon en Marseille aan doen COLLECTE VAN VACANTIEKOLONIES. De collecte ten bate van de afd. Haari'em van het Centrale, Genootschap voor Kinderherstel- lings- en vacantiekolonies, gehouden op 10 Juni. heeft opgebracht f562,85.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 9