De oude kerk te Amsterdam in verval. MET AUTO EN TENT DOOR ZUID-AFRIKA. Schellekens Een onregelmatig gebouw, dat vriendelijk aandoet. Litteraire Kantteekemngen. KAMPEERDERS ZATERDAG 1 JU El 1939 HA'AREEM'S DAGBEAÖ Door het land van Tsjaka en Dingaan. Door Dr. W. G. N. VAN DER SLEEN Hoe de Boeren Natal kregen. - ONDERD jaar geleden werd de kust streek van Natal benoorden Durban bewoond door een, niet alleen krijgszuchtig, maar vooral ook mili tair georganiseerd volk. Tsjaka had door een ijzeren discipline, gepaard gaande aan een bepaalde techniek van oorlogvoeren uit den kleinen Zoeloestam een staat weten op te bouwen, die tientallen jaren lang de grootste macht in Zuid-Afrika is geweest. De tucht was zoo streng, dat eigenlijk van willekeur ge sproken moest worden. Tsjaka was het type van de sadist, iemand die haast alleen ge noot door het lijden en vooral door de licha melijke pijn van anderen. Toen zijn moeder stierf liet hij iedereen, die niet een week lang krijschte van het huilen, doodeenvoudig afma ken en voor de gieren werpen. Tot hij zelf viel onder de assegaai van zijn eigen broer, Dingaan, den man, die vooral door zijn strijd met de boeren bekend is geworden. De weg van Nongoma naar Eshowe passeert op kor ten afstand dicht bij Entojaneni, de plaats waar Dingaan's kraal heeft gestaan. Daarbij ligt een kleine heuvel, die altijd een bede vaartplaats zal blijven, voor ieder die zich voor de geschiedenis van dit land interesseert. In 1838 hadden de boeren, die uit ae kaapko lonie waren weggetrokken, al reeds eenige ja ren gezworven over het droge en koude Hooge Veld en begonnen verlangend uit te zien naar een nieuwe, vaste woonplaats. In verschil lende richtingen werden steeds verkenners uitgezonden en dezen meldden, dat Natal wel de meest aanlokkelijke streek was voor een blijvende vestiging. Daar heerschte echter de Zoeloekoning Dingaan, van wien bekend was, dat hij over tienduizenden geoefenden man schappen beschikte. Het toeval wilde, dat aan dien vorst eenige honderden stuks vee ont roofd waren en Dingaan gaf te kennen, dat hij de afgezanten der boeren welwillend zou ontvangen, wanneer die hem het geroofde vee terugbrachten. De boeren wisten wat vee buit te maken van een ander kaffervorst en zoo ging een gezantschap, onder leiding van Piet Retief, op weg naar Dingaan's kraal. De vorst ontving hen inderdaad en na lange bespre kingen bleek hij bereid een gedeelte van zijn land, door de blanken Natal genoemd, aan de boeren af te staan. Dingaan teekende zelfs een oorkonde van afstand en noodde toen de boeren tot een dansfeest in zijn kraal. Bij het binnengaan der omheinde ruimte werd hun beduid, dat het zij zulke gelegenheden ge woonte was, ongewapend te komen en de boe ren lieten hun geweren en pistolen achter. Zij werden in het paleis genood, een gewone ron de kafferhut, iets grooter dan de andere, zoo dat het dak door talrijke, met kralen werk ver sierde palen, moest worden gesteund. Daarna wilde de koning hun zijn regimenten toonen, die hun krijgsdansen zouden uitvoe ren en toen daar drieduizend met assegaaien gewapende Zoeloe's in de kraal verzameld waren, gaf Dingaan plotseling met luider stem bevel de blanken te grijpen. Een voor een werd hun, die nauwelijks tegenstand konden bieden met een knods de hersens ingeslagen. Hun lichamen werden voor de gieren gewor pen op een heuvel, dicht bij de kraal, den Berg Des Doods. Piet Retief werd levend daarheen gevoerd en daar boven gedood. De boeren, die het wachten moede, reeds van de hooge toppen der Drakensbergen naar de zonnige weelderige, golvende vlakten van Natal waren afgedaald, hoorden de treurige mare eerst, toen een leger van 10.000 Zoeloes, door Dingaan uitgezonden een der vooruit geschoven legers had aangevallen en uitge moord. Haastig sluiten zich de verspreid rond zwervende boeren aaneen. Een groot leger van eenige honderden ossenwagens is bijeen. Dan wordt Pretorius tot Commandant-Generaal gekozen en trekt met een legertje van een paar honderd Boeren de Zoeloes tegemoet. In den grooten slag aan de Bloedrivier vallen 3000 Zoeloes en slechts enkele boeren, daar de werpassegaai het hier moest afleggen tegen de vuurwapenen. Ook de bekende taktiek der Zoeloes: omsingelen, door twee ver vooruitloo- pende flanken, die als de horens van een os den vijand omsluiten, mocht hier niet ba ten. Het Zoeloeleger werd verslagen en de ach tervolging der vluchtelingen bracht de boeren slechts bij Dingaans kraal, toen deze in vlam men opging. Dingaan vluchtte het Noorden in enop den Berg des Doods vond Pretorius in den broodzak van Piet Retief dc akte van afstond, die de boeren in het bezit stelde van Natal. Toen werd Pieter Maritzburg ge sticht. de republiek Natal opgericht, tot de Engelschen ook hier weer een spaak in het wiel kwamen steken en een groot deel der boe ren dwong, weer over de Drakenbergen terug te trekken naar de veel onherbergzamer vlak ten van Oost Tansvaal. Thans vrede in Zoeloeland. Thans laat het Gouvernement opgravingen doen in Dingaan's kraal. Een eenvoudig ge- denkteeken siert het graf van Piet Retief. En thans heerscht vrede in Zoeloeland. Al loopt bijna ieder Man er met een schild en een paar scherp gepunte stokken bij gebrek aan een assegaai, die ze niet mogen dragen. Maar een Zoeloe zonder knots is een zeldzaamheid. En er wordt vaak en hevig geknokt vooral in deze tijden, nu de oogst binnen is en er mais en tijd genoeg is om het bekende kafferbier te gaan brouwen. Er is tijd om te dansen en de verlovingsfeesten en bruiloften zijn niet van de lucht. Zoo zien we ze dagelijks optrekken in hun mooiste spullen, en volle bewapening en als ze je zoo luidschreeuwend met hun knod- sen toezwaaien, weet je nooit of het nu pure pret is of wel een uitdagend: Kom er eens uit als je durft. Dat laatste geloof ik eigenlijk wel niet. Daarvoor zit het respect voor de macht van den blanke er te diep in. Maar als ie stopt en een fototoestel ontbloot, gaat meestal de heele familie luid lachend en gie rend aan den haal. En zoo rijden we voort door het golvend heu velland. waar overal kleine kralen verspreid liggen, een schoone kale plek op de helling, vaak omgeven door een krans van groene struiken. Op de open vlakte een paar ronde hutten, een voor den heer des Huizes en ver der een voor elk zijner vrouwen. Vlak daarbij Is meestal een kleine takkenomheining voor wat schapen of geiten en een grootere voor het hoornvee. Even buiten de kraal ligt een vierkant stuk omgewerkte grond, waarop de maisstengels van den vorigen oogst kaal om hoog steken endoor de koeien worden op gevreten. Want hoofdmiddel van bestaan is voor deze menschen nog altijd de veeteelt. Niet alleen dat de koopprijs voor een vrouw eigenlijk alleen maar in vee kan worden be taald! Tien beesten voor een gewoon middel matig vrouwtje is zoowat gewoonte. Maar het hoofdvoedsel van den Zoeloe is pap van mielies (mais) of van kafferkoren, die gekookt is in karnemelk. Daarbij levert de koe in vele stre ken ook de onmisbare brandstof voor het ko ken van de pap! Schapen en geiten worden ook veel gehouden, hoewel wolbewerking en weven den inboorlingen hier ten eenenmale onbekend schijften geweest te zijn. Eshowe is thans de hoofdstad van Zoeloe land. De omgeving lijkt boschrijk, doordat er nog al wat Eucalyptus en acacia zijn aange plant, maar dat is alles werk van den laatsten tijd. Het Gemeentehuis is gebouwd in den rijn de groote mode van de New York World tair. Bij Schellekens vindl U een uitgebreide keus van deze nieuwste Amerikaansche modelletjes. In de modetinten: wit, blauw, zwart en suède Voor elegante modeschoenen i HAARLEM, GROOTE HOUTSTRAAT 12 AMSTERDAM, KALVERSTRAAT h. Helligeweg DEN HAAG, SPUI naast Asta WEIMARSTR tegenover Regentes (Adv. Ingez. Med.) stijl van een Noorweegsch kerkje en het post kantoor er naast toont een groot tegeltableau, voorstellende Zoeloekrijgers als afgezanten in een boerenleger. Verder wandelde er een kaffermeid in een roze zijden sleepjapon met een heldergroen pothoedje en daarmee was Eshowe bekeken. Suikerriet, het hoofdproduct van NataL En het land, waar Dingaan's onderdanen hun vee lieten weiden is er ook niet meer. Daar strekt zich thans mijlen en mijlen ver het onafzienbare veld met suikerriet uit. Dat is een der hoofdproducten van Natal en een belangrijk uitvoerproduct van de Unie. Het golvende, heuvelachtige land is uren achter een vrijwel met niets anders dan suikerriet beplant en dat geeft natuurlijk een eigenaar dig cachet aan de streek, die daarom nog niet eentonig is. Het riet is zoowat rijp, hoewel het in vergelijking met Java nog erg laag is. Moet een veld geoogst, dan wordt het eerst in brand staken om de dorre bladeren kwijt te raken. Dan stijgen geweldige rookwolken op en de heele omgeving ruikt naar karamel. Het roet wordt gesneden en per vrachtauto, eze lenwagen of ossenkar naar de spoorlijn ver voerd, want het is hier de spoorweg, die het vérvoer van het riet naar de fabrieken in handen heeft weten te houden. Overal langs den weg ziet en ruikt men het overladen. En stuiven! Nu snap ik, waarom die negers zoo zwart zijn. Probeer maar eens zoo'n suiker riet stengel te gappen en er een net stukje van klaar te maken als bonbon voor uw metgezel. Dan kun je zoo voor zwarte Piet gaan spe len. Ge kunt beter zelf in het veld een stengel snijden, want dat suikerriet is werkelijk een lekkernij. Het is zeer sappig en lekker zoet en langs den weg loopt dan ook zoowat iedereen er op te kauwen. Natal is geheel Engelsch. En met de Engel schen zijn de Britsch-Indiërs meegekomen. Je vindt ze allereerst in de dorpen, waar zij den heelen tusschenhandel in handen hebben en verder ook als werklui in de suikerfabrieken. Op het land voldoen de physiek veel krach tiger kaffers veel beter. Maar het geeft een aardige variatie langs den weg. die Britsch- Indische vrouwtjes in haar nationaal costuum. de sarie, een lap van een meter of zeven lang die eerst een keer of drie om het middel gewonden wordt, waarvan hij dan als rok afhangt om daama een paar keer over den schouder, soms ook nog over het hoofd gesla gen te worden. Daaronder wordt hier meest een blouse gedragen. De sarie is vaak van de meest fantastische, bijna altijd van heldere, opvallende kleur. Het lange zwarte haar, de mooie lichtbruine oogen en de tengere ge stalten maken deze Britsch-Indiërs tot een aangename decoratie van het landschap. Maar door hun soberheid, hun werkzucht en de ge ringe winsten, waarmee zij tevreden zijn, vor men zij uiterst gevaarlijke concurrenten voor eiken middenstander. En juist hun succes in handel en geldzaken, maakt hen, als ge woonlijk, gehaat. Ge ziet in Natal veel meer Hindoes dan kaffers of blanken, misschien doordat ze door hun eigenaardige kleeding zoo sterk opvallen. Zij rijden veel in tjokvollé auto's, een luxe, die een kaffer maar hoogstzelden bereiken zal Ge ziet hun witgekalkte, rijk. met beelden versierde tempels, gewijd aan Shiwa, den op pergod. of Lakshmi. zijn gemalin of Ganesh, den God van het succes. Ook zijn er velen Ma- homedaan, die bouwen dan moskeeën in Moorschen stijl, wat den aanblik van dorpen en steden ook al weer verlevendigt. Ghandi heeft hier als het ware de generale repetitie gehouden voor zijn optreden in Engelsch-In- dië en daardoor het Gouvernement heel wat last bezorgd. Thans maakt de aanwezigheid van tienduizenden van die vreemde Oosterlin gen het kleurvraagstuk in Natal alweer veel moeilijker. (Nadruk verboden). Gelden worden ingezameld. E Oude Kerk in Amsterdam, die tegelijkertijd de oudste kerk van Amsterdam is, is in verval, en niet zoo'n klein beetje ook. Hulp blijkt dringend noodzakelijk te zijn, er heeft zich een comité gevormd, dat gelden verzamelt en hoopt het benoodigde geld bijeen te zullen krijgen, maar het bedrag dat men zich ten doel heeft gesteld is tamelijk hoog, want er zijn in de Oude Kerk gedeelten, die er heel slecht aan toe zijn. De Oude Kerk is geen kerk in „grooten stijl", zij houdt er, om de waarheid te zeggen, eigenlijk heelemaal gëen stijl op na, en vol gens historieschrijvers is zij bij geen enkele officieele kerksoort in te<- lijven. Men heeft haar wel eens gerangschikt bij de driebeukige basilieken, maar eigenlijk schijnt zij daartoe ook al niet te hooren. Aan de Noord- en aan de Zuidzijde ervan bevinden zich telkens drie kapellen, waarvan er twee aan de Noordzijde dateeren uit 1535 en 1538, en Renaissance de tails vertoonen bij een Gothische construc tie. Aan de ééne zijde bevinden zich drie ge brandschilderde ramen uit 1555, ontworpen door Pieter Aerts, bijgenaamd Lange Pier, en gebrandschilderd door Digman, met taferee- len uit het Oude Testament. Dan zijn er twee ramen met alle wapens van de burgemeesters van Amsterdam, en één dat de onafhankelijk heidsverklaring van de zeven vereenigde Ne- derlandsche Provinciën door Philips V voor stelt. De Oude Kerk, dateerend uit 1370. is slechts wat zij is, een kerk als geen andere, niet onder te brengen bij een bepaald soort kerken, die beantwoorden aan zekere archi tectonische eischen, desnoods een stijllooze kerk, maar in geen geval een karakterlooze kerk. Wie het karakter van de Oude Kerk wil ontdekken of leeren kennen moet haar bezoe ken. Ze is van een bijzonder lichte structuur, ze is namelijk met het oog op den niet al te stevigen bodem van Amsterdam toen de Oude Kerk gebouwd werd is er niet eerst ge heid niet op palen gebouwd, en bij haar bouw werd zooveel mogelijk hout gebruikt, opdat de kans van verzakken zoo gering mo gelijk zou zijn. Zoo zijn de tongewelven van hout, en ook de trekbalken, waarop de gewel ven rusten, en die eigenlijk de kerk schrome lijk ontsieren, want ze breken de lijn van de spitsbogige gewelven ten éénenmale en wer ken dus bijzonder storend op de omhoog stre vende lijn, die een kerkgewelf nu eenmaal hoort te hebben. Ze zijn trouwens vermoede lijk niet meteen bij den bouw van de kerk aangebracht, want op oude gravures komen ze niet voor. De kleine tegen de kerk opgebouwde huisjes. Max Kijzer Sigarenfabriek José Alvarez Utrecht. Bru- na's Uitg. Mij. Mao Tun Schemering over Sjanghai. Den Haag. Philip Kruseman. Bep Vuyk. Het laatste huis van de Wereld. Utrecht Uitg. Mij De Haan. Tachtig percent en misschien nog wel iets meer van de hedendaagsche romans bevatten zoo ongeveer niets van wat men on der romantiek placht te verstaan. Tweeërlei uitleg is daar aan te geven: óf men weet niet precies meer, wat onder het begrip roman te verstaan valt, óf het begrip romantiek heeft zich dusdanig gewijzigd dat een vergelijking met wat vroeger een roman heette niet meer toelaatbaar is. Stelt men het dichterlijk ele ment van den ouderwetschen roman ook als voorwaarde aan het hedendaagsche product, dan is men spoedig uitgepraat. Het opkomend realisme in de vertelkunst heeft aanvankelijk dat poëtische element niet geheel en al over boord geworpen. Men her- leze Emile Zola bijvoorbeeld, om zich daarvan te overtuigen. Maar ongemerkt is die vorm van vertelkunst, die inderdaad kunst was en gebleven is, verdund tot een soort verslag- geverij van al of niet fictieve daden en per sonen, waarbij het gemengd-nieuws-karakter der gebeurtenissen de hoofdzaak en het in nerlijk doorgronden der handelende personen een te veronachtzamen bijkomstigheid werd. Wat de vertelkunst aan uitvoerigheid van in formatie won verloor ze aan diepte van ge voel en begrip, waardoor men feitelijk in een dagblad over velerlei zaken vlugger en beter op de hoogte gebracht wordt dan in ge schriften, die naar vorm en voordracht tot de litteratuur gerekeno worden De praktijk leert dat die vergelijking nog zoo gek niet is. Want tijzij bij vergissing zal niemand zijn avondblad twee of driemaal overlezen en bij tachtig procent der roman- productie is het van hetzelfde laken een pak. Van de ruim geschatte twintig percent die misschien overblijft komt. gelukkig, ook zoo nu en dan een specimen in onze handen, en dan is er gejuich in de tent des lezers en schijnt de „kunst" in het vertellen nog niet tot verdwijnen gedoemd. Dat er nog geen roman bestond waarin leven, lusten en lijden der tabakieten (si garenmakers. fabrikanten, grossiers, hande laren en makelaars" behandeld worden, be hoeft nog geen reden te zijn Max Kijzer's Sigarenfabriek Alvarez als kunstwerk welkom te heeten. Als kijk op en schriftuur over de zaken staat het boek niet zoo ver van een tijdperk, dat wij reeds lang vergeten en overwonnen waanden; tijdperk waarin Heyermans' epigonen als Drabbe Van Dord enz. het menschdom met hun platheden ver heugden, zonder Heyermans' ideeën-groot heid te benaderen. Max Kijzer staat niet als dichter boven zijn stof doch als verslaggever er tegenover. Ziet men hem zóó, dan is er wel het een en ander te loven, doch zelfs van die befaamde tabaksinschrijvingen in Frascati zou iemand met grooter talent toch nog wel een pakkender beeld gegeven hebben. Het boek maakt bij lezing den indruk van een jeugdwerk dat jaren in portefeuille ge legen heeft en nu alle kopij bruikbaar blijkt daar uit is te voorschijn getooverd En mccht dat niet zoo zijn, dan kan men het bijna onder de historische romans rangschik ken want het leven der tabakieten en der prostituées uit hun omgeving is dan naar het mij voorkomt wel zeer terugblikkend be schouwd. Van het bedrijf dezer volksgroepen heeft de schrijver grondig studie gemaakt en het is alleen maar jammer dat hij niet met goeden smaak heeft weten te schiften en een kleiner compositie met grooter zuiverheid van stijl heeft doen ontstaan. Want zoo vallen, bijvoorbeeld, die gedeelten waarin een moderner schrijftrant wordt toegepast en met filmische close-ups gewerkt, er ge heel uit en maken den indruk er later in gebracht te zijn. De Chineesche schrijver Mac- Tun is wel heel wat boeiender in zijn verhaaltechniek, al is ook bij hem reportage, zij het dan van een zeer artistieke soort, de hoofdzaak. Als wij zeggen dat de vertaling vlot loopt, dan zegt dat niets over de kunst van Mao Tun, dien wij in het Chineesch niet lezen kunnen, terwijl de Hollandsche vertaling naar een Duitsche uitgaaf bewerkt is, die wij even min bij de hand hebben. Doch het is juist een voordeel dier informatieve romans dat de stijl bijzaak en de informatie hoofdzaak is. En op kleurige wijze gepresenteerd kan korden. „Mijn brevier! Mijn tai schang kan ying pian!", schreeuwde de oude man met schelle stem". Als de lezer mocht probeeren zich dien schreeuw voor te stellen, zal hij dra tot de conclusie komen dat ons Hollandsch die zaken bondiger afdoet. Met dat al: nu onze belangstelling in deze dagen naar China ge trokken wordt is dit boek om met profijt te lezen. Al zijn de toestanden die er in be schreven worden reeds eenige jaren oud (het verhaal wordt geacht in 1930 voor te vallen) zij zijn als een voorspel te beschouwen van de gebeurtenissen die de huidige moeilijkheden van het Chineesche Rijk veroorzaakten en Mao Tun is een levendig en boeiend reporter van wat de Chineesche maatschappij thans aan kracht en zwakheid bezit. Ook hier is de romantiek zuiver zakelijk gehouden en Pierre Loti's Madame Chry- santhème wandelt- er niet doorheen al heeten de kinderen van den ouden heer Wu hier ook Orchidéc, Narcis en Waterlelie. Het is ook in China alles anders geworden en Mao Tun's kijk op leven en staat is meer Amerikaansch dan Confucius ooit gedroomd kan hebben. Wie zich de Amerikaansche romans over New York herinnert, die hier een vorig jaar be sproken werden, gaat. vergelijkend, inzien dat de wereld steeds kleiner wordt. En dat de rustgevende stilte steeds onbereikbaarder gaat worden voor wie daarnaar mocht snak ken. Want niet ieder kan als Bep Vuyk op een eiland in een uithoek der Molukken gaan zitten om met man en kind op een Kajapoeti- olie-plantage het leven vredig door te bren gen. Het is daarvan dat zij in Het laatste Huls op de Wereld weder verhaalt en van de drie boeken die ik vandaag te bespreken heb, is dit, als schrijfkunst, het bekoorlijkste. Al zal het haar lezers misschien evenzoo vergaan als het mij verging, toen al lezend ik den wensch volde opkomen, dat Bep Vuyk haar plantage nu eens voor een ander motief mocht verwisselen, daar dit. „Laatste Huis" reeds een te veel voortborduren op haar .Duizend eilanden" werd. Beide boeken zijn als schrijfkunst echter van een zeer goed gehalte Tenslotte zouden wij er de aandacht op willen vestigen dat van Rebecca, het boek van Daphne Du Maurier. dat elders in ons blad besproken werd. een zeer goede Hollandsche vertaling van Dr. J N. C. v. Dietsch, bij Sythoff in Leiden, ver schenen is. J. H. DE BOIS. De torenspits van de oude kerk boven de boomen. Maar aan den anderen kant bevestigen ook die trekbalken weer den intiemen. bijna ge- zelligen indruk, dien de kerk maakt, een in druk. dien men trouwens buiten ook al krijgt, of men nu aan komt van de zijde van den Oude Zijds Voorburgwal, of via het Beurs plein en de paar kleine, smalle straatjes, die dat plein verbinden met het Oude Kerksplein, want rondom de kerk en er tegen aan is een heele serie kleine huisjes gebouwd, precies zooals dat bij de meeste oude kerken het ge val is. Ze lijken wel heel nietig onder de ge weldige Gothische boogramen en de inge wikkelde daken- en koepelconstructie, waar boven weer heel sierlijk en bijna ragfijn het torentje steekt. Ze ontnemen de kerk het statige een beetje, maar ze geven haar dat opvallend vriendelijke en bijna huiselijke, dat het heele onregelmatige gebouw met zijn slanke en bijna luchtige pilaren en zijn sier lijk uit de hoogte neerdalende gaskronen het zullen vroeger wel kaarsenkronen zijn ge weest kenmerkt. Trouwens ook in een ander opzicht Is de kerk licht, want zij is geheel in een lichte tint ge houden. De gewelven zijn licht groengrijs van kleur, de trekbalken ook. de pilaren, mu ren en de smalle omloop zijn wit gepleisterd, en zelfs het groote orgel, met zijn zilveren orgelpijpen, brengt geen stoornis teweeg in al dat witte, lichte, luchtige. Heel diep onder de hooge gewelven is het gewone gewemel van koor, preekstoel, kerkbanken en stoelen, maar het lijkt heel klein en nietig zoo in de diepte onder den overvloed van slank omhoogrijzen- de lijnen. Slechts de gekleurde ramen geven wat kleur, ze werpen zachtgekleurde licht vlekken op de grijze grafsteenen, waarop na men van groote gestorvenen staan. Zoo ligt onder anderen Jacob van Hecmskerck hier begraven, ook Sweelinck, en verder zijn er tal van graven van leden van Amstcrdamsche families. Zacht en ijl komt wat zonlicht door de overige, niet gekleurde ramen van de kerk binnen, en zet het heele gebouw in dat won derlijke gedempte en toch heel heldere licht, waarvan sommige kerken 't monopolie schij nen te hebben het is, alsof de lichtbundels, die naar binnen vallen, zelf weer lichtgevend zijn en alsof er een doorzichtige straling van uit gaat, die het heele gebouw verlicht. De Oude Kerk heeft dat wel heel sterk, ver moedelijk ook wel omdat ze zelf zoo licht is. Maar de toestand, waarin ze verkeert, is nu zoo deplorabel geworden, dat er noodig iets aan gedaan moet worden. De toren is al omgeven door steigers en aan haar herstel wordt reeds gewerkt. Het overige deel. waar onder het Noorderportaal, dat aan de buiten zijde door een schutting is omgeven om de ruïne, die er zich achter bevindt, aan het oog te onttrekken, wacht tot het eerste geld is binnen gekomen en aan de restauratie kan worden begonnen. W. v. d. T. WAARSCHUWING. De Haarlemsche commissaris van Politie verzoekt ons plaatsing van het volgende: De Hoofdcommissaris van Politie te Am sterdam ontraadt het aangaan van relaties met Dirk Nap. geboren te Mijdrecht 4 Janu ari; 1912, zonder bekende verblijfplaats, die voorgeeft als huwelijksmakelaar en zaken- beurshouder werkzaam te zijn, per advertentie financieele deelname vraagt in ondernemin gen, welke hij zegt te zullen oprichten, en zakenlieden, bij voorkeur automobiel- en s<^hrijfmachinehandelaren tracht te bewegen, hem goederen te leveren. Vooral ook aan pensionhouders en kamer verhuurders wordt aangeraden te zijnen aan zien de noodige voorzichtigheid in acht te nemen. Nap is zeer goed gekleed en welbespraakt. STADSBIBLIOTHEEK EN LEESZAAL PRINSENHOF. (Openbare leeszaal en bibliotheek). Aanwinsten. Wijsbegeerte; Zede- en Zielkunde: Det. van. Waarheen na de lagere school? Durant. Van Socrates tot Bergson. Rechtswetenschappen Cassutto. Handleiding tot de studie van het adatrecht van Nederlandsch-Indië. Faber. Naar wijder horizon. Hijmans. Romeinsch zakenrecht; 2e dr. Kranenburg. Het Nederlandsche staats recht: 5e herz. dr. Mann. Vom zukünftigen Sieg der Demo- kratie. GeneeskundeSport: Barker en Cole. Bloedsdruk. oorzaak symptomen, therapie. Hallberg. Ski actuel. Hoferer. Bergsteigen im Winter. Techniek. De. van het ski-loopen. Mechanische Technologie: Schöps. Pel ze. Kunst: Altdorfer; (Mit einleitendem Text von A. Geszner). Rewald. —Gauguin. Nederlandsche en in het Nederlandsch ver taalde romans: Belcampo. De zwerftocht van Belcampo. Bordewijk. De wingerdrank. Homborg. Prediker in de eenzaamheid. Huizinga. „O" zei ik.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 13