De oude kerk te Amsterdam in verval.
MET AUTO EN TENT DOOR ZUID-AFRIKA.
Schellekens
Een onregelmatig gebouw,
dat vriendelijk aandoet.
Litteraire
Kantteekemngen.
KAMPEERDERS
ZATERDAG 1 JU El 1939
HA'AREEM'S DAGBEAÖ
Door het land van Tsjaka en Dingaan.
Door
Dr. W. G. N. VAN DER SLEEN
Hoe de Boeren Natal kregen.
- ONDERD jaar geleden werd de kust
streek van Natal benoorden Durban
bewoond door een, niet alleen
krijgszuchtig, maar vooral ook mili
tair georganiseerd volk. Tsjaka had door
een ijzeren discipline, gepaard gaande aan een
bepaalde techniek van oorlogvoeren uit den
kleinen Zoeloestam een staat weten op te
bouwen, die tientallen jaren lang de grootste
macht in Zuid-Afrika is geweest. De tucht
was zoo streng, dat eigenlijk van willekeur ge
sproken moest worden. Tsjaka was het type
van de sadist, iemand die haast alleen ge
noot door het lijden en vooral door de licha
melijke pijn van anderen. Toen zijn moeder
stierf liet hij iedereen, die niet een week lang
krijschte van het huilen, doodeenvoudig afma
ken en voor de gieren werpen. Tot hij zelf viel
onder de assegaai van zijn eigen broer,
Dingaan, den man, die vooral door zijn strijd
met de boeren bekend is geworden. De weg
van Nongoma naar Eshowe passeert op kor
ten afstand dicht bij Entojaneni, de plaats
waar Dingaan's kraal heeft gestaan. Daarbij
ligt een kleine heuvel, die altijd een bede
vaartplaats zal blijven, voor ieder die zich
voor de geschiedenis van dit land interesseert.
In 1838 hadden de boeren, die uit ae kaapko
lonie waren weggetrokken, al reeds eenige ja
ren gezworven over het droge en koude Hooge
Veld en begonnen verlangend uit te zien naar
een nieuwe, vaste woonplaats. In verschil
lende richtingen werden steeds verkenners
uitgezonden en dezen meldden, dat Natal wel
de meest aanlokkelijke streek was voor een
blijvende vestiging. Daar heerschte echter de
Zoeloekoning Dingaan, van wien bekend was,
dat hij over tienduizenden geoefenden man
schappen beschikte. Het toeval wilde, dat aan
dien vorst eenige honderden stuks vee ont
roofd waren en Dingaan gaf te kennen, dat
hij de afgezanten der boeren welwillend zou
ontvangen, wanneer die hem het geroofde vee
terugbrachten. De boeren wisten wat vee buit
te maken van een ander kaffervorst en zoo
ging een gezantschap, onder leiding van Piet
Retief, op weg naar Dingaan's kraal. De vorst
ontving hen inderdaad en na lange bespre
kingen bleek hij bereid een gedeelte van zijn
land, door de blanken Natal genoemd, aan
de boeren af te staan. Dingaan teekende zelfs
een oorkonde van afstand en noodde toen de
boeren tot een dansfeest in zijn kraal. Bij het
binnengaan der omheinde ruimte werd hun
beduid, dat het zij zulke gelegenheden ge
woonte was, ongewapend te komen en de boe
ren lieten hun geweren en pistolen achter. Zij
werden in het paleis genood, een gewone ron
de kafferhut, iets grooter dan de andere, zoo
dat het dak door talrijke, met kralen werk ver
sierde palen, moest worden gesteund.
Daarna wilde de koning hun zijn regimenten
toonen, die hun krijgsdansen zouden uitvoe
ren en toen daar drieduizend met assegaaien
gewapende Zoeloe's in de kraal verzameld
waren, gaf Dingaan plotseling met luider
stem bevel de blanken te grijpen. Een voor een
werd hun, die nauwelijks tegenstand konden
bieden met een knods de hersens ingeslagen.
Hun lichamen werden voor de gieren gewor
pen op een heuvel, dicht bij de kraal, den Berg
Des Doods. Piet Retief werd levend daarheen
gevoerd en daar boven gedood.
De boeren, die het wachten moede, reeds van
de hooge toppen der Drakensbergen naar de
zonnige weelderige, golvende vlakten van
Natal waren afgedaald, hoorden de treurige
mare eerst, toen een leger van 10.000 Zoeloes,
door Dingaan uitgezonden een der vooruit
geschoven legers had aangevallen en uitge
moord.
Haastig sluiten zich de verspreid rond
zwervende boeren aaneen. Een groot leger van
eenige honderden ossenwagens is bijeen. Dan
wordt Pretorius tot Commandant-Generaal
gekozen en trekt met een legertje van een paar
honderd Boeren de Zoeloes tegemoet. In den
grooten slag aan de Bloedrivier vallen 3000
Zoeloes en slechts enkele boeren, daar de
werpassegaai het hier moest afleggen tegen
de vuurwapenen. Ook de bekende taktiek der
Zoeloes: omsingelen, door twee ver vooruitloo-
pende flanken, die als de horens van een os
den vijand omsluiten, mocht hier niet ba
ten. Het Zoeloeleger werd verslagen en de ach
tervolging der vluchtelingen bracht de boeren
slechts bij Dingaans kraal, toen deze in vlam
men opging. Dingaan vluchtte het Noorden in
enop den Berg des Doods vond Pretorius
in den broodzak van Piet Retief dc akte van
afstond, die de boeren in het bezit stelde
van Natal. Toen werd Pieter Maritzburg ge
sticht. de republiek Natal opgericht, tot de
Engelschen ook hier weer een spaak in het
wiel kwamen steken en een groot deel der boe
ren dwong, weer over de Drakenbergen terug
te trekken naar de veel onherbergzamer vlak
ten van Oost Tansvaal.
Thans vrede in Zoeloeland.
Thans laat het Gouvernement opgravingen
doen in Dingaan's kraal. Een eenvoudig ge-
denkteeken siert het graf van Piet Retief. En
thans heerscht vrede in Zoeloeland. Al loopt
bijna ieder Man er met een schild en een paar
scherp gepunte stokken bij gebrek aan een
assegaai, die ze niet mogen dragen. Maar een
Zoeloe zonder knots is een zeldzaamheid. En
er wordt vaak en hevig geknokt vooral in deze
tijden, nu de oogst binnen is en er mais en
tijd genoeg is om het bekende kafferbier te
gaan brouwen. Er is tijd om te dansen en de
verlovingsfeesten en bruiloften zijn niet van
de lucht. Zoo zien we ze dagelijks optrekken in
hun mooiste spullen, en volle bewapening en
als ze je zoo luidschreeuwend met hun knod-
sen toezwaaien, weet je nooit of het nu pure
pret is of wel een uitdagend: Kom er eens uit
als je durft. Dat laatste geloof ik eigenlijk
wel niet. Daarvoor zit het respect voor de
macht van den blanke er te diep in. Maar als
ie stopt en een fototoestel ontbloot, gaat
meestal de heele familie luid lachend en gie
rend aan den haal.
En zoo rijden we voort door het golvend heu
velland. waar overal kleine kralen verspreid
liggen, een schoone kale plek op de helling,
vaak omgeven door een krans van groene
struiken. Op de open vlakte een paar ronde
hutten, een voor den heer des Huizes en ver
der een voor elk zijner vrouwen. Vlak daarbij
Is meestal een kleine takkenomheining voor
wat schapen of geiten en een grootere voor
het hoornvee. Even buiten de kraal ligt een
vierkant stuk omgewerkte grond, waarop de
maisstengels van den vorigen oogst kaal om
hoog steken endoor de koeien worden op
gevreten. Want hoofdmiddel van bestaan is
voor deze menschen nog altijd de veeteelt.
Niet alleen dat de koopprijs voor een vrouw
eigenlijk alleen maar in vee kan worden be
taald! Tien beesten voor een gewoon middel
matig vrouwtje is zoowat gewoonte. Maar het
hoofdvoedsel van den Zoeloe is pap van mielies
(mais) of van kafferkoren, die gekookt is in
karnemelk. Daarbij levert de koe in vele stre
ken ook de onmisbare brandstof voor het ko
ken van de pap! Schapen en geiten worden
ook veel gehouden, hoewel wolbewerking en
weven den inboorlingen hier ten eenenmale
onbekend schijften geweest te zijn.
Eshowe is thans de hoofdstad van Zoeloe
land. De omgeving lijkt boschrijk, doordat er
nog al wat Eucalyptus en acacia zijn aange
plant, maar dat is alles werk van den laatsten
tijd. Het Gemeentehuis is gebouwd in den
rijn de groote mode van de New York
World tair. Bij Schellekens vindl U een
uitgebreide keus van deze nieuwste
Amerikaansche modelletjes. In de
modetinten: wit, blauw, zwart en suède
Voor elegante modeschoenen
i HAARLEM, GROOTE HOUTSTRAAT 12
AMSTERDAM, KALVERSTRAAT h. Helligeweg
DEN HAAG, SPUI naast Asta
WEIMARSTR tegenover Regentes
(Adv. Ingez. Med.)
stijl van een Noorweegsch kerkje en het post
kantoor er naast toont een groot tegeltableau,
voorstellende Zoeloekrijgers als afgezanten
in een boerenleger. Verder wandelde er een
kaffermeid in een roze zijden sleepjapon met
een heldergroen pothoedje en daarmee was
Eshowe bekeken.
Suikerriet, het hoofdproduct
van NataL
En het land, waar Dingaan's onderdanen
hun vee lieten weiden is er ook niet meer.
Daar strekt zich thans mijlen en mijlen ver
het onafzienbare veld met suikerriet uit. Dat
is een der hoofdproducten van Natal en een
belangrijk uitvoerproduct van de Unie. Het
golvende, heuvelachtige land is uren achter
een vrijwel met niets anders dan suikerriet
beplant en dat geeft natuurlijk een eigenaar
dig cachet aan de streek, die daarom nog niet
eentonig is. Het riet is zoowat rijp, hoewel het
in vergelijking met Java nog erg laag is. Moet
een veld geoogst, dan wordt het eerst in
brand staken om de dorre bladeren kwijt te
raken. Dan stijgen geweldige rookwolken op
en de heele omgeving ruikt naar karamel. Het
roet wordt gesneden en per vrachtauto, eze
lenwagen of ossenkar naar de spoorlijn ver
voerd, want het is hier de spoorweg, die het
vérvoer van het riet naar de fabrieken in
handen heeft weten te houden. Overal langs
den weg ziet en ruikt men het overladen. En
stuiven! Nu snap ik, waarom die negers zoo
zwart zijn. Probeer maar eens zoo'n suiker
riet stengel te gappen en er een net stukje van
klaar te maken als bonbon voor uw metgezel.
Dan kun je zoo voor zwarte Piet gaan spe
len. Ge kunt beter zelf in het veld een stengel
snijden, want dat suikerriet is werkelijk een
lekkernij. Het is zeer sappig en lekker zoet en
langs den weg loopt dan ook zoowat iedereen
er op te kauwen.
Natal is geheel Engelsch. En met de Engel
schen zijn de Britsch-Indiërs meegekomen. Je
vindt ze allereerst in de dorpen, waar zij den
heelen tusschenhandel in handen hebben en
verder ook als werklui in de suikerfabrieken.
Op het land voldoen de physiek veel krach
tiger kaffers veel beter. Maar het geeft een
aardige variatie langs den weg. die Britsch-
Indische vrouwtjes in haar nationaal costuum.
de sarie, een lap van een meter of zeven lang
die eerst een keer of drie om het middel
gewonden wordt, waarvan hij dan als rok
afhangt om daama een paar keer over den
schouder, soms ook nog over het hoofd gesla
gen te worden. Daaronder wordt hier meest
een blouse gedragen. De sarie is vaak van de
meest fantastische, bijna altijd van heldere,
opvallende kleur. Het lange zwarte haar, de
mooie lichtbruine oogen en de tengere ge
stalten maken deze Britsch-Indiërs tot een
aangename decoratie van het landschap. Maar
door hun soberheid, hun werkzucht en de ge
ringe winsten, waarmee zij tevreden zijn, vor
men zij uiterst gevaarlijke concurrenten
voor eiken middenstander. En juist hun succes
in handel en geldzaken, maakt hen, als ge
woonlijk, gehaat.
Ge ziet in Natal veel meer Hindoes dan
kaffers of blanken, misschien doordat ze door
hun eigenaardige kleeding zoo sterk opvallen.
Zij rijden veel in tjokvollé auto's, een luxe, die
een kaffer maar hoogstzelden bereiken zal
Ge ziet hun witgekalkte, rijk. met beelden
versierde tempels, gewijd aan Shiwa, den op
pergod. of Lakshmi. zijn gemalin of Ganesh,
den God van het succes. Ook zijn er velen Ma-
homedaan, die bouwen dan moskeeën in
Moorschen stijl, wat den aanblik van dorpen
en steden ook al weer verlevendigt. Ghandi
heeft hier als het ware de generale repetitie
gehouden voor zijn optreden in Engelsch-In-
dië en daardoor het Gouvernement heel wat
last bezorgd. Thans maakt de aanwezigheid
van tienduizenden van die vreemde Oosterlin
gen het kleurvraagstuk in Natal alweer veel
moeilijker.
(Nadruk verboden).
Gelden worden ingezameld.
E Oude Kerk in Amsterdam,
die tegelijkertijd de oudste
kerk van Amsterdam is, is in
verval, en niet zoo'n klein
beetje ook. Hulp blijkt dringend
noodzakelijk te zijn, er heeft zich een
comité gevormd, dat gelden verzamelt
en hoopt het benoodigde geld bijeen
te zullen krijgen, maar het bedrag
dat men zich ten doel heeft gesteld
is tamelijk hoog, want er zijn in de
Oude Kerk gedeelten, die er heel
slecht aan toe zijn.
De Oude Kerk is geen kerk in „grooten
stijl", zij houdt er, om de waarheid te zeggen,
eigenlijk heelemaal gëen stijl op na, en vol
gens historieschrijvers is zij bij geen enkele
officieele kerksoort in te<- lijven. Men heeft
haar wel eens gerangschikt bij de driebeukige
basilieken, maar eigenlijk schijnt zij daartoe
ook al niet te hooren. Aan de Noord- en aan
de Zuidzijde ervan bevinden zich telkens drie
kapellen, waarvan er twee aan de Noordzijde
dateeren uit 1535 en 1538, en Renaissance de
tails vertoonen bij een Gothische construc
tie. Aan de ééne zijde bevinden zich drie ge
brandschilderde ramen uit 1555, ontworpen
door Pieter Aerts, bijgenaamd Lange Pier, en
gebrandschilderd door Digman, met taferee-
len uit het Oude Testament. Dan zijn er twee
ramen met alle wapens van de burgemeesters
van Amsterdam, en één dat de onafhankelijk
heidsverklaring van de zeven vereenigde Ne-
derlandsche Provinciën door Philips V voor
stelt. De Oude Kerk, dateerend uit 1370. is
slechts wat zij is, een kerk als geen andere,
niet onder te brengen bij een bepaald soort
kerken, die beantwoorden aan zekere archi
tectonische eischen, desnoods een stijllooze
kerk, maar in geen geval een karakterlooze
kerk. Wie het karakter van de Oude Kerk wil
ontdekken of leeren kennen moet haar bezoe
ken.
Ze is van een bijzonder lichte structuur, ze
is namelijk met het oog op den niet al te
stevigen bodem van Amsterdam toen de
Oude Kerk gebouwd werd is er niet eerst ge
heid niet op palen gebouwd, en bij haar
bouw werd zooveel mogelijk hout gebruikt,
opdat de kans van verzakken zoo gering mo
gelijk zou zijn. Zoo zijn de tongewelven van
hout, en ook de trekbalken, waarop de gewel
ven rusten, en die eigenlijk de kerk schrome
lijk ontsieren, want ze breken de lijn van de
spitsbogige gewelven ten éénenmale en wer
ken dus bijzonder storend op de omhoog stre
vende lijn, die een kerkgewelf nu eenmaal
hoort te hebben. Ze zijn trouwens vermoede
lijk niet meteen bij den bouw van de kerk
aangebracht, want op oude gravures komen
ze niet voor.
De kleine tegen de kerk opgebouwde
huisjes.
Max Kijzer Sigarenfabriek
José Alvarez Utrecht. Bru-
na's Uitg. Mij.
Mao Tun Schemering
over Sjanghai. Den Haag.
Philip Kruseman.
Bep Vuyk. Het laatste huis
van de Wereld. Utrecht
Uitg. Mij De Haan.
Tachtig percent en misschien nog wel
iets meer van de hedendaagsche romans
bevatten zoo ongeveer niets van wat men on
der romantiek placht te verstaan. Tweeërlei
uitleg is daar aan te geven: óf men weet niet
precies meer, wat onder het begrip roman te
verstaan valt, óf het begrip romantiek heeft
zich dusdanig gewijzigd dat een vergelijking
met wat vroeger een roman heette niet meer
toelaatbaar is. Stelt men het dichterlijk ele
ment van den ouderwetschen roman ook als
voorwaarde aan het hedendaagsche product,
dan is men spoedig uitgepraat.
Het opkomend realisme in de vertelkunst
heeft aanvankelijk dat poëtische element niet
geheel en al over boord geworpen. Men her-
leze Emile Zola bijvoorbeeld, om zich daarvan
te overtuigen. Maar ongemerkt is die vorm
van vertelkunst, die inderdaad kunst was en
gebleven is, verdund tot een soort verslag-
geverij van al of niet fictieve daden en per
sonen, waarbij het gemengd-nieuws-karakter
der gebeurtenissen de hoofdzaak en het in
nerlijk doorgronden der handelende personen
een te veronachtzamen bijkomstigheid werd.
Wat de vertelkunst aan uitvoerigheid van in
formatie won verloor ze aan diepte van ge
voel en begrip, waardoor men feitelijk in een
dagblad over velerlei zaken vlugger en beter
op de hoogte gebracht wordt dan in ge
schriften, die naar vorm en voordracht tot de
litteratuur gerekeno worden
De praktijk leert dat die vergelijking nog zoo
gek niet is. Want tijzij bij vergissing
zal niemand zijn avondblad twee of driemaal
overlezen en bij tachtig procent der roman-
productie is het van hetzelfde laken een pak.
Van de ruim geschatte twintig percent die
misschien overblijft komt. gelukkig, ook zoo
nu en dan een specimen in onze handen, en
dan is er gejuich in de tent des lezers en
schijnt de „kunst" in het vertellen nog niet
tot verdwijnen gedoemd.
Dat er nog geen roman bestond waarin
leven, lusten en lijden der tabakieten (si
garenmakers. fabrikanten, grossiers, hande
laren en makelaars" behandeld worden, be
hoeft nog geen reden te zijn Max Kijzer's
Sigarenfabriek Alvarez als kunstwerk welkom
te heeten. Als kijk op en schriftuur over de
zaken staat het boek niet zoo ver van een
tijdperk, dat wij reeds lang vergeten en
overwonnen waanden; tijdperk waarin
Heyermans' epigonen als Drabbe Van Dord
enz. het menschdom met hun platheden ver
heugden, zonder Heyermans' ideeën-groot
heid te benaderen. Max Kijzer staat niet als
dichter boven zijn stof doch als verslaggever
er tegenover. Ziet men hem zóó, dan is er wel
het een en ander te loven, doch zelfs van die
befaamde tabaksinschrijvingen in Frascati
zou iemand met grooter talent toch nog wel
een pakkender beeld gegeven hebben.
Het boek maakt bij lezing den indruk van
een jeugdwerk dat jaren in portefeuille ge
legen heeft en nu alle kopij bruikbaar
blijkt daar uit is te voorschijn getooverd
En mccht dat niet zoo zijn, dan kan men het
bijna onder de historische romans rangschik
ken want het leven der tabakieten en der
prostituées uit hun omgeving is dan naar
het mij voorkomt wel zeer terugblikkend be
schouwd.
Van het bedrijf dezer volksgroepen heeft
de schrijver grondig studie gemaakt en het
is alleen maar jammer dat hij niet met
goeden smaak heeft weten te schiften en een
kleiner compositie met grooter zuiverheid
van stijl heeft doen ontstaan. Want zoo
vallen, bijvoorbeeld, die gedeelten waarin
een moderner schrijftrant wordt toegepast
en met filmische close-ups gewerkt, er ge
heel uit en maken den indruk er later in
gebracht te zijn.
De Chineesche schrijver Mac- Tun is wel
heel wat boeiender in zijn verhaaltechniek,
al is ook bij hem reportage, zij het dan van
een zeer artistieke soort, de hoofdzaak. Als
wij zeggen dat de vertaling vlot loopt, dan
zegt dat niets over de kunst van Mao Tun,
dien wij in het Chineesch niet lezen kunnen,
terwijl de Hollandsche vertaling naar een
Duitsche uitgaaf bewerkt is, die wij even
min bij de hand hebben. Doch het is juist
een voordeel dier informatieve romans dat
de stijl bijzaak en de informatie hoofdzaak
is. En op kleurige wijze gepresenteerd kan
korden.
„Mijn brevier! Mijn tai schang kan ying
pian!", schreeuwde de oude man met schelle
stem". Als de lezer mocht probeeren zich
dien schreeuw voor te stellen, zal hij dra tot
de conclusie komen dat ons Hollandsch die
zaken bondiger afdoet. Met dat al: nu onze
belangstelling in deze dagen naar China ge
trokken wordt is dit boek om met profijt
te lezen. Al zijn de toestanden die er in be
schreven worden reeds eenige jaren oud (het
verhaal wordt geacht in 1930 voor te vallen)
zij zijn als een voorspel te beschouwen van de
gebeurtenissen die de huidige moeilijkheden
van het Chineesche Rijk veroorzaakten en
Mao Tun is een levendig en boeiend reporter
van wat de Chineesche maatschappij thans
aan kracht en zwakheid bezit.
Ook hier is de romantiek zuiver zakelijk
gehouden en Pierre Loti's Madame Chry-
santhème wandelt- er niet doorheen al heeten
de kinderen van den ouden heer Wu hier ook
Orchidéc, Narcis en Waterlelie. Het is ook in
China alles anders geworden en Mao Tun's
kijk op leven en staat is meer Amerikaansch
dan Confucius ooit gedroomd kan hebben. Wie
zich de Amerikaansche romans over New
York herinnert, die hier een vorig jaar be
sproken werden, gaat. vergelijkend, inzien dat
de wereld steeds kleiner wordt. En dat
de rustgevende stilte steeds onbereikbaarder
gaat worden voor wie daarnaar mocht snak
ken.
Want niet ieder kan als Bep Vuyk op een
eiland in een uithoek der Molukken gaan
zitten om met man en kind op een Kajapoeti-
olie-plantage het leven vredig door te bren
gen.
Het is daarvan dat zij in Het laatste Huls
op de Wereld weder verhaalt en van de drie
boeken die ik vandaag te bespreken heb, is
dit, als schrijfkunst, het bekoorlijkste. Al zal
het haar lezers misschien evenzoo vergaan
als het mij verging, toen al lezend ik den
wensch volde opkomen, dat Bep Vuyk haar
plantage nu eens voor een ander motief
mocht verwisselen, daar dit. „Laatste Huis"
reeds een te veel voortborduren op haar
.Duizend eilanden" werd.
Beide boeken zijn als schrijfkunst echter
van een zeer goed gehalte Tenslotte zouden
wij er de aandacht op willen vestigen dat van
Rebecca, het boek van Daphne Du Maurier.
dat elders in ons blad besproken werd. een
zeer goede Hollandsche vertaling van Dr. J
N. C. v. Dietsch, bij Sythoff in Leiden, ver
schenen is.
J. H. DE BOIS.
De torenspits van de oude kerk boven
de boomen.
Maar aan den anderen kant bevestigen ook
die trekbalken weer den intiemen. bijna ge-
zelligen indruk, dien de kerk maakt, een in
druk. dien men trouwens buiten ook al krijgt,
of men nu aan komt van de zijde van den
Oude Zijds Voorburgwal, of via het Beurs
plein en de paar kleine, smalle straatjes, die
dat plein verbinden met het Oude Kerksplein,
want rondom de kerk en er tegen aan is een
heele serie kleine huisjes gebouwd, precies
zooals dat bij de meeste oude kerken het ge
val is. Ze lijken wel heel nietig onder de ge
weldige Gothische boogramen en de inge
wikkelde daken- en koepelconstructie, waar
boven weer heel sierlijk en bijna ragfijn het
torentje steekt. Ze ontnemen de kerk het
statige een beetje, maar ze geven haar dat
opvallend vriendelijke en bijna huiselijke, dat
het heele onregelmatige gebouw met zijn
slanke en bijna luchtige pilaren en zijn sier
lijk uit de hoogte neerdalende gaskronen
het zullen vroeger wel kaarsenkronen zijn ge
weest kenmerkt.
Trouwens ook in een ander opzicht Is de kerk
licht, want zij is geheel in een lichte tint ge
houden. De gewelven zijn licht groengrijs
van kleur, de trekbalken ook. de pilaren, mu
ren en de smalle omloop zijn wit gepleisterd,
en zelfs het groote orgel, met zijn zilveren
orgelpijpen, brengt geen stoornis teweeg in
al dat witte, lichte, luchtige. Heel diep onder
de hooge gewelven is het gewone gewemel van
koor, preekstoel, kerkbanken en stoelen, maar
het lijkt heel klein en nietig zoo in de diepte
onder den overvloed van slank omhoogrijzen-
de lijnen. Slechts de gekleurde ramen geven
wat kleur, ze werpen zachtgekleurde licht
vlekken op de grijze grafsteenen, waarop na
men van groote gestorvenen staan. Zoo ligt
onder anderen Jacob van Hecmskerck hier
begraven, ook Sweelinck, en verder zijn er
tal van graven van leden van Amstcrdamsche
families. Zacht en ijl komt wat zonlicht door
de overige, niet gekleurde ramen van de kerk
binnen, en zet het heele gebouw in dat won
derlijke gedempte en toch heel heldere licht,
waarvan sommige kerken 't monopolie schij
nen te hebben het is, alsof de lichtbundels,
die naar binnen vallen, zelf weer lichtgevend
zijn en alsof er een doorzichtige straling van
uit gaat, die het heele gebouw verlicht.
De Oude Kerk heeft dat wel heel sterk, ver
moedelijk ook wel omdat ze zelf zoo licht is.
Maar de toestand, waarin ze verkeert, is
nu zoo deplorabel geworden, dat er noodig
iets aan gedaan moet worden. De toren is al
omgeven door steigers en aan haar herstel
wordt reeds gewerkt. Het overige deel. waar
onder het Noorderportaal, dat aan de buiten
zijde door een schutting is omgeven om de
ruïne, die er zich achter bevindt, aan het oog
te onttrekken, wacht tot het eerste geld is
binnen gekomen en aan de restauratie kan
worden begonnen.
W. v. d. T.
WAARSCHUWING.
De Haarlemsche commissaris van Politie
verzoekt ons plaatsing van het volgende:
De Hoofdcommissaris van Politie te Am
sterdam ontraadt het aangaan van relaties
met Dirk Nap. geboren te Mijdrecht 4 Janu
ari; 1912, zonder bekende verblijfplaats, die
voorgeeft als huwelijksmakelaar en zaken-
beurshouder werkzaam te zijn, per advertentie
financieele deelname vraagt in ondernemin
gen, welke hij zegt te zullen oprichten, en
zakenlieden, bij voorkeur automobiel- en
s<^hrijfmachinehandelaren tracht te bewegen,
hem goederen te leveren.
Vooral ook aan pensionhouders en kamer
verhuurders wordt aangeraden te zijnen aan
zien de noodige voorzichtigheid in acht te
nemen.
Nap is zeer goed gekleed en welbespraakt.
STADSBIBLIOTHEEK EN LEESZAAL
PRINSENHOF.
(Openbare leeszaal en bibliotheek).
Aanwinsten.
Wijsbegeerte; Zede- en Zielkunde:
Det. van. Waarheen na de lagere school?
Durant. Van Socrates tot Bergson.
Rechtswetenschappen
Cassutto. Handleiding tot de studie van
het adatrecht van Nederlandsch-Indië.
Faber. Naar wijder horizon.
Hijmans. Romeinsch zakenrecht; 2e dr.
Kranenburg. Het Nederlandsche staats
recht: 5e herz. dr.
Mann. Vom zukünftigen Sieg der Demo-
kratie.
GeneeskundeSport:
Barker en Cole. Bloedsdruk. oorzaak
symptomen, therapie.
Hallberg. Ski actuel.
Hoferer. Bergsteigen im Winter.
Techniek. De. van het ski-loopen.
Mechanische Technologie:
Schöps. Pel ze.
Kunst:
Altdorfer; (Mit einleitendem Text von A.
Geszner).
Rewald. —Gauguin.
Nederlandsche en in het Nederlandsch ver
taalde romans:
Belcampo. De zwerftocht van Belcampo.
Bordewijk. De wingerdrank.
Homborg. Prediker in de eenzaamheid.
Huizinga. „O" zei ik.