De Schat in de Woestijn
Dr. J. J. C. van Dijk, de demissionaire minister
van Defensie, bracht Maandag een bezoek aan
het vliegkamp Soesterberg in verband met de
reorganisatie van de militaire luchtvaart
Het demissionaire kabinet vergaderde Maandagmiddag op het Departement van
Justitie te Den Haag. - V.l.n.r.: dr. J. J. C. van Dijk, mr. dr. ir. J. A. M. van
Buuren en prof. mr. C. P. M. Romme op weg naar de bijeenkomst
De Hertog van Windsor te
Aix-les-Bains, waar hij het
golfspel druk beoefent
tijdens zijn verblijf in het
Zuiden van Frankrijk
Polen treft voorzorgsmaat
regelen, om bij iedere even
tualiteit paraat te zijn. Artillerie
op weg naar het grensgebied
in de onmiddellijke omgeving
van Danzig
Na het overlijden van den bekenden voordrachtskunstenaar Louis Davids,
lijkstoet bij het verlaten van het sterfhuis te Amsterdam
De aankomst van den .Dixie Clipper" te Marignane na de behouden vlucht over
den Oceaan. De passagiers komen aan wal. Op den achtergrond de vliegboot
De traditioneele „Zegening der Zee" te Ostende heeft dezen keer plaats gehad in tegenwoordigheid
van Prins Boudewijn van België. Een overzicht tijdens de plechtigheid
In een motorwagen der tramlijn Am
sterdam Zandvoort ontstond Maandag
in de hoofdstad kortsluiting. De
brandweer bracht hulp
FEUILLETON
Naar het Engelsch van
HECTOR JENNINGS
Nadruk Verboden,
34)
Dan heeft een moulvle, dien ik eens ont
moette, mij niet voorgelogen. Hij zei dat de
zeven kleine heuvels die dicht bij de bron
staan, vroeger asch en vuur hebben gebraakt;
zoo kwam het dat ze de zevenarmige kande
laar van Mozes werden genoemd. Ik denk, dat
de bron op die manier aan den naam van
den Profeet kwam. Wie zal het zeggen?
Royson had den laatsten tijd geleerd om
zijn gelaatstrekken in bedwang te houden.
Dit stelde hem nu in staat de plotselinge in
geving, die hij kreeg, te verbergen. Een oude
karavaanweg van de zee af, een weg, die naar
de Nijl -leidde en welks vierde halteplaats te
herkennen was aan zeven kleine kegels van
een uitgedoofden vulkaan dat had een
klank van werkelijkheid! Von Kerber had be
kend de getallen en afstanden in den papyrus
veranderd te hebben was dit een voorbeeld
ervan? Waren de ..heuvels", die zij zochten
niet vijf, maar zeven in aantal! Wat een ver
rassing, indien deze magere oude sheik het
geheim bezat van de plaats, waar de schat be
graven lag! Het moest hem op de lippen
hebben gelegen sinds zij hem ontmoetten,
maar ht.i had de wetenschap voor zich ge
houden °nke' i van Kerbers heimelijk ge
doe. Als de ft'•■Mil Kader had verteld, dat
hij zocht na ■•asp beschut door zeven
Itóuvels, was-hel goed als zeker, dat de
Bron van Mozes althans genoemd zou zijn als
de eenige plek, die eenigszins overeenkwam
met wat hij zocht. Dick voelde bij intuïtie,
dat hij de waarheid had ontdekt. Ofschoon
hij beefde van opwinding slaagde hij er in
zijn stem te beheerschen.
Je zegt, dat het vier dagmarschen is,
van hier tot de zee?, vroeg hij.
Vijf, Effendi. Er zijn vier bronnen, elk
dertig a vijf en dertig kilometer van de ander
verwijderd. Ik heb gehoord, dat eens vele
kafilas dien weg volgden, maar de handel
verliep, doordat de goederen in schepen naar
andere plaatsen werden gebracht, terwijl
onder mijn volk verteld wordt, dat de vloek
van Allah op dit land viel en 't verschroeide
en de boomen stierven en de rivieren ver
droogden, tot het werd zooals u het nu
ziet.
Dick stak een nieuwe sigaret op en blies
een groote rookwolk voor zijn oogen,, opdat
de oplettende Arabier niet de gedachten zou
raden die ze ded glisteren.
Laten we eens aannemen, zij hij lang
zaam, dat Fenshawe Effendi besloot om langs
dien korteren weg naar de zee te gaan, zou
het dan geen moeilijkheden opleveren?
Moeilijkheden!, herhaalde de sheik, het
zou ons vele levens kunnen kosten. Snkele
mannen, die extra kameelen met waterzakken
meevoerden, zouden misschien veilig over
komen, maar het zcu krankzinnigheid zijn
om het te probeeren met een groote kara
vaan. Bij den baard van den Profeet, het
vooruitzicht van dezen tccht stond mij niet
aan, ofschoon ik wist dat er water en voedsel
in overvloed was bij de Bron van Suleiman
Wat zou er dan wel gebeuren, indien we Iedere
bron op den Oostelijken weg zoo droog von
den als een kalkoven?
Toch bij ie langs dien wea gegaan
zeg je?
Eens, toen ik jong was Maar lk was mei
een paar Arabieren, met een lange rij ka
meelen.
Heb je water gevonden?
Malisch dat ben ik vergeten. Het
zoo lang geleden.
Royson stond op en rekte zich uit. Hij
vroeg zich af, wat Alfieri opgroef bij de
Bron van Suleiman, indien het legioen van
Aelius Gallus den ouden weg, welken de Ara
bier beschreef, had gevolgd. Misschien was
het allemaal maar een dwaze droom en deze
laatste ontdekking slechts een nieuwe gril van
zijn fantasie.
De zon draaide voort naar de heuvels en
toch was er nog geen teeken van Hussein.
Royson werd geslingerd tusschen zijn be
lofte aan Irene om geen noodeloos gevaar te
loopen en den natuurlijken wensch de In
lichtingen te verkrijgen, waar naar men in
het kamp zoo verlangend uitzag. Hij was van
plan met zonsondergang den terugweg te
aanvaarden, maar het was al vijf uur en hij
was niet verder dan gisteren op dezen tijd.
Op het laatst ging het nietsdoen op zijn
zenuwen werken. Hij hielp Albdur Kader de
kameelen zadelen en zij stegen op. met de be
doeling om den noordelijken heuvelkam te be
stijgen en zoo den weg af te zien, waarlangs
Hussein moest komen, als hij erin slaagde
voor het invallen van de duisternis aan de
waakzaamheid der Italianen te ontsnappen.
Ze gingen behoedzaam voort. Toen ze de
hoogte vóór hen hadden beklommen, ontdek
ten ze, dat een breede hoogvlakte, aan de zee
zijde geflankeerd door een steilen heuvel, het
onmogelijk maakte ver te zien, maar Abdur
Kader was er zeker van dat de top van dezen
volgenden heuvel hun zicht zou geven ovei
'n groote uitgestrektheid oneffen land; vele
mijlen ver. Met dit doel zetten ze de kameelen
in draf. Toen de rug van de helling bijna on
begaanbaar werd voor viervoetige dieren
en bovendien zulke onhandige dieren,
stegen ze af, bonden de kameelen aan zware
-steenen en klommen de rest van den weg te
voet.
Ze zagen over een smalle vallei in een breede
en diepe laagte, waar een boschje van palm-
boomen en dichte plekken sayall-struiken on
middellijk de aanwezigheid van een oase
verrieden. Ze konden duidelijk de sporen zien
van pas overhoop gehaald puin en zand,
waarin de onderzoekers blijkbaar hadden ge
graven. Maar de plaats was verlaten. Man
noch paard, kameel noch tent stond op de
plaats, waar de luchtspiegeling er zes-en-
twintig uur geleden talrijken had verraden,
Royson was zoo verbluft over deze ontdek
king, dat hij geen blik afwendde van het ver
laten kamp. Abdur Kader, die vlugger was
dan hij in het lezen der teekens van de
woestijn, wees op een stofwolk, die in de stille
lucht hing, ver in het Noorden.
De Italianen zijn vertrokken, Effendi, zei
hij. Misschien zochten ook zij naar een oase
met vijf heuvels. Zie, ze hebben er een ge
vonden met stom geluk, want dit is de
vijfde heuvel op ongeveer twee kilometer
afstand van de Bron van Suleiman. Allah's
wegen zijn onnaspeurlijk. Kan het zijn, dat
zij ontdekt hebben, wat gij zoekt?
Royson voelde een scherpen steek van te
leurstelling Hij stond op het punt Abdur Ka
der te zeggen, dat ze nu hun kameelen weer
moesten opzoeken en naar de oase gaan, nu
er nog voldoende licht was om de uitgravin
gen te onderzoeken, toen de sheik hem plot
seling neertrok, want, Dick had rechtop op
een rotsblok gestaan om onbelemmerd te kun
nen uitzien.
Kijk!, gromde hij. Er zijn er vier. En.
bij de Heilige Kaaba, ze hebben kwaad in den
zin.
Royson's oogen waren goed, beter waar
schijnlijk dan die van den Arabier, maar ze
waren niet geoefend om met zoo nauwkeurige
juistheid bewegende voorwerpen te ontdek
ken. Toch bespeurde hij binnen enkele se
conden de kappen van vier mannen, die ovei
den kam loerden die het smalle dal van hef
breedere scheidde. Zij verdwenen en terwijl
Royson en Abdur Kader zich verdip~ten m
gissingen over de reden van deze spionnage,
werden de kappen deer zichtbaar, maar dit
maal hadden ze de regelmatige beweging, die
kameelrijders kenmerkt. De vier hielden op
den heuvelkam stil en wisselden teekens met
anderen, die achter hen waren. Toen zetten
ze hun nadering voort. Ze waren volledig ge
wapend, ze droegen hun geweren over den
zadelknop en Dick zag dat hun mantels heel
anders waren dan die, welke hij tot dusver
had gezien.
Hadendowas!, mompelde Abdur Kader.
Het zijn goede strijders, Effendi, maar gebo
ren dieven. En hoevelen rijden er achter? In
geen twintig jaar heb ik Hadendowas ontmoet
op dezen weg.
De scherpe oogen van den Arabier waren
onafgewend, op den heuvelkam gericht. Wel
dra fluisterde hij weer:
Misschien hebben ze ons niet gezien Ef
fendi, maar we moeten op hen voorbereid
zijn. Ga gij en leid onze kameelen in die
laagte daar, en hij duidde met zijn kin naar
den voet van den heuvel aan de zeezijde. Ik
zal er spoedig achter zijn, of wij het wild zijn,
dat zij zoeken. Onze kameelen zijn van Bis-
harisch ras, terwijl de hunnen Perzische zijn,
dus kunnen we het altijd van ze winnen, als
het tot een wedloop komt. Gij begrijpt, Ef
fendi, zij komen van de Bron van Suleiman.
Misschien is Hussein onheil wedervaren.
Aibdur Kader's raad was zc.o ontegenzeg
gelijk verstandig, dat Dick, hoewel met tegen
zin, gehoorzaamde. Hij bracht de kameelen
naar de door zijn metgezel aangewezen plaats
en vond zonder moeite een kloof, waar in ze
verborgen waren voor de oogen van leder,
lie den hoofdweg volgde.
Weldra hoorde hij, dat de sheik hem snel
"hterna kwam.
(Wordt vervolgd)'.