BREIT ER MEE? MENU VAN DE WEEK DONDERDAG 6 JU EI 1939 HAARDE M'S DA'GBCAD Vacantie-activiteit - ANNEER het mooie weer begint, hoort men hier en daar de verzuchting slaken: ik ben zóó aan vacantie toe. In negen van de tien gevallen kunt u er dan wel zeker van zijn. dat die noodzaak niet zoo heel erg groot is. dat de persoon in kwestie nog weieens een feestelijk weekeinde heeft, of een paar extra vacantiedaagjes met de feest dagen. of op z'n minst altijd een vrije Za terdagmiddag en heele Zondag, die toch. als deel van een week van zeven dagen, ook lang niet te versmaden zijn om voldoende rust te hebben van de vijf en een halve dag die gewerkt is. o t Natuurlijk kan het zijn, dat men onder te hoogen druk werkt, of dat men dien ander- halven dag rust nog harder zwoegt voor z'n eigen plezier dan noodig is. maar over het algemeen te laten zij, die „zoo echt aan va cantie toe zijn", duidelijk blijken, dat het mooie -weer hen lokt. en dat zij hun werk laten aan een verv&n<ger zullen over- Menschen die het werkelijk erg druk heb ben, die constant in touw zijn, en wier va cantie inderdaad zoo nu en dan in het ge drang schijnt te komen, praten lang niet zooveel over noodig of niet noodig. omdat hun werk hun liefde heeft, en omdat zij de va cantie als middel zien om uit te rusten en om daarna het werk weer met meer geschikt heid te doen. Terwijl die anderen in de va cantie het doel van hun leven zien waar je het de rest van het aar maar zoo'n beetje mee moet zien te doen. Uitrusten in de vacantie: wat een heerlijk vooruitzicht voor de harde werkers, die maar zelden een oogenblik voor zichzelf hebben. Laat opstaan, alles precies doen waar je zin in hebt. luieren en nog eens luieren wat een aanlokkelijke vacantie. Maar in de praktijk blijkt dat niet zoo erg heerlijk te zijn: laat opstaan en luieren is het zelfde als je tijd verlummelen, en dat is de be doeling van geen enkele vacantie. Het kan zijn dat men dit één of twee dagen volhoudt, al spoedig blijkt, dat er meer lijn in de vacan- tiedagen moet komen, anders wordt het een mislukking. Nu zijn wij menschen zoo. dat wij ons een verregende vacantie met geen mogelijkheid kunnen indenken. Zeker, het mag dan eens een buitje regenen, desnoods kan het eens een enkelen dag slecht weer zijn. maar die dient dan meer om het mooie weer van de andere dagen nog eens extra te onderstreepen. En zelfs als wij een verregende vacantie van een vorig jaar versch in ons geheugen hebben, dan zijn wij er nu toch vast van overtuigd, dat het dit jaar een zonnige mooi-weer vacantie zal zijn. En dat is maar goed ook, want de voorpret spreekt ook hier een belangrijk woordje mee. Wij verheugen ons dus op het prachtige weer dat ons deel zal zijn en wij nemen ons voor, actief te blijven en niet den heelen dag doelloos rond te hangen. Dat laatste is geen moeilijke opgave, wan neer wij op reis gaan. waarheen dan ook. Iedere nieuwe streek waar wij komen, of het nu Texel is of de Dolomieten, prikkelt onze nieuwsgierigheid en men moet al zeldzaam laks zijn aangelegd, wanneer de nieuwe streek niet aanzet tot onderzoekingstochten van alles wat er te zien valt. Veel moeilijker is de actieve vacantie in onze eigen omgeving; hoe vaak hebben wij niet bij het vroeg opstaan gedacht: als wij nu eens zoo lang konden blijven liggen als we wilden, wat zou dat ideaal zijn. Of hoe heerlijk leek het ons. om de dagelijksche rou tine van de maaltijden te breken. Of om het heele werkprogramma eens lekker aan zijn lot over te laten. Dus blijven wc nu erg lang in bed. we ko ken als we zin hebben en met het werkpro gramma doen we maar zoowat als het uit komt. Het gevolg is. dat de leveranciers komen als we nog in bed liggen, dus die vertrekken on- verrichterzake, zoodat we later alles zelf moe ten gaan halen, de rest van het gezin loopt te zeuren: Wanneer eten we nu eindelijk en in minder dan geen tijd is de heele gang van het huishouden volkomen uit de koers. Zelfs alleenwonende vrouwen kunnen zich een dergelijke passiviteit niet veroorloven, omdat zij nergens meer tijd voor overhouden, want alles is immers in de war. Nee, de huisvrouw, die de vacantie van man en kinderen thuis doorbrengt en zelfs de al leenstaande vrouw, moet aan zekere regel maat vasthouden: hoe meer orde er heerscht, hoe meer vrije tijd er zal overschieten, als zij maar zoo verstandig is om zich tot het aller- noodzakelykste te beperken, zoodat de gang er eenigszins in blijft. En zelfs voor hen, die een bij uitstek luie vacantie in den zin hebben door naar zee te gaan. doen verstandig niet den heelen dag in 't zonnebad door te brengen, omdat ook luie ren een gewoonte wordt, en zij straks wis en zeker de grootste moeite zullen hebben om mei hun werk weer op gang te komen. Wie den overgang van niets doen in werken straks niet te moeilijk wil maken, moet een zekere mate van activiteit blijven volhouden, dan snijdt, het mes van twee kanten: de va cantie beantwoordt meer aan de verwachtin gen en de lust tot werken blijft bestaan. E. E. J.—P. IETS OVER HET GEBRUIK EN DE BEREIDING VAN VLEESCH. Hoewel het vleeschgebruik in Nederland achteruit gaat, behoort het. vleesch toch ze ker tol de belangrijke, veel gebruikte voe dingsmiddelen. In de oude kookboeken leest men in de recepten, dat 200 gr. vleesch per persoon per maaltijd berekend werd. Tegenwoordig geeft men bijna nooit meer dan 100 gr., wat waar schijnlijk komt door den tamelijk hoogen prijs dien men voor vleesch betalen moet en door het vegetarisme, dat de laatste jaren veel meer aanhangers telt. Vleesch behoort tot de eiwitrijke voedings middelen. Op 100 gr. mager vleesch komt pl.m. 20 gr. eiwit voor. Deze hoeveelheid vermin dert als het vleesch vetter wordt. Het water gehalte neemt dan echter ook af. zoodat vet vleesch. als men alleen op het gewicht in ver band met de voedingswaarde let. eigenlijk voordeeliger is om te koopen dan mager vleesch. Bovendien is vet vleesch ook meestal goedkooper. Men moet echter niet denken dat de fijnere vleeschsoorten zooals kalfsoes ters, biefstuk e.d. beter zijn wat de voedings waarde betreft, dan de minder fijne stukken De samenstelling komt ongeveer op hetzelfde neer en wordt het minder malsche vleesch op de goede manier klaargemaakt, goed gestoofd, dan zal het als voeding dezelfde waarde heb- ben. Taai vleesch en te hard gebakken vleesch zijn moeilijk verteerbaar. Daarom moeten we dit voorkomen door de bereiding. Een scheutje azijn en lang stoven maakt runderlappen malseh. Klein vleesch moet nooit te hard ge bakken worden, zoodat het bijna geheel korst. Is. Dunne, kleine lapjes zijn wat dat betreft, moeilijk goed klaar te maken. Natuurlijk wil de één niet voor de ander onder doen! De groote dochter een kwiek jasje om mee buiten te spelen of op reis te gaan, dan ook broerlief een leuke slip-over in hetzelfde brei werk. Moeder bezorgt net haar tweetal met ple zier! Wat er voor noodig is*1 Ongeveer 200 gram wol van een middelmatige dikte voor het jasje en 125 gram voor de slip-over. Hierbij komen nog 1 paar aluminium naalden no. 2'< en 5 pikpak- knoopen. Het meiske draagt onder haar jasje een een voudige witlinnen blouse met bobbed-kraagje, wat erg aardig staat. Het jasje. Het. jasje beginnen we met het rechtervoor- pand, waarvoor we 50 st. opzetten. Deze worden eerst 12 nld. geheel recht gebreid en daarna bij de 13e nld. als volgt: o5 av. 3 r. herbalen vanaf o. Deze naald eindigt op 2 av. De 14e nld. wordt geheel recht gebreid en de 15e weer als de 13e. Aldus krijgen we op heel eenvoudige wijze het alleraardigste motief van het jasje en de slip over. We breien zoo steeds door tot we aan de 72e nld. gekomen zijn, die we als volgt breien: 4 st. recht 5 st. afkanten, naald gewoon uit- breien. De 73e nld.: het gewone motief breien tot aan de afkanting, hier 5 maal de draad ge draaid om de rechternaald slaan en de overige steken breien. De 74e nld. breien we nu als ge woonlijk en hebben aldus een keurig knoopsgat in het werk gekregen. Hetzelfde herhalen we bij de 102e, 132e, 162e en 192e naald. Ondertus- schen kanten we aan het begin der 115e nl. 2st., der 117e en 118e nld. 1 st. af. Zijn we aan de 195e nld. toegekomen dan kanten we hiervan de eerste 5 st. af. aan het begin der 196e nld. 10 st., der 197e nl. 5 st., terwijl we aan het eind hiervan de laatste 2 st. samenbreien. Weer aan het begin der 198e nld. kanten we 4 st. af, der 199e nld. 6 st en aan het eind hiervan de laat ste 2 st. samenbreien, aan het begin der 200e nld. de eerste 2 st. samenbreien, terwijl de eer ste 6 st. van de 201e nld. weer afgekant wor den. De 2e eerste steken der 202e nld. samen breien en in de 203e nld. alle overige steken af kanten. Het linkervoorpandje wordt nu het spiegel beeld van het rechter, echter zonder de knoops gaten. De 13e nld. na het opzetsel wordt hierbij: 2 av. o3 r. 5 av. herhalen vanaf o. Alle afkan- tingen verspringen één naald bij het andere pandje. Voor den rug worden 96 st. opgezet, die op dezelfde wijze gebreid worden als de voor pandjes. Bij de 115e en 116e nld. worden de eer ste 2 st. afgekant en daarna bij de 117e tot en met de 120e nld. de le steek. Voort gaat het dan tot we bij de 195e tot en met de 198e de eerste vijf en bij de 199e tot en met de 204e nld. de eerste 6 st. afkanten. De in het midden over gebleven 32 st. worden daarna allen tegelijk afgekant. Voor de mouwtjes zetten we 40 st. op en breien die 12 nld. recht, daarna gaan we in het motief over. Bij elke 7e nld. meerderen we aan begin en eind één steek door in den buitensten steek een averechten plus een rechten steek te breien of omgekeerd. Dit moet 20 maal gebeu ren, zoodat er tenslotte 80 st. op de naald zullen staan. Aan het begin der 157e en 158e nld. kan ten we daarna 2 st. af, terwijl we aan begin en eind van iedere daaropvolgende naald de eerste en laatste 2 st. samen breien, zoolang, tot er nog 11 st. over zijn, die dan meteen afgekant wor den. Aan de verkeerde zijde persen we nu de gebreide stukken wat op en stikken ze daarna met fijne steekjes en dun garen in de juiste kleur, in elkaar. De halsuitsnijding \<^>rdt het mooiste afgewerkt, wanneer we deze onzichtbaar tegenzoomen. De knoopsgaten festonneeren we om met de breiwol, terwijl we voor de knoopen kleine lapjes breien van 10 st. breedte en on geveer 15 nld. hoogte in den tricotsteek (recht aan de goede zijde en averecht aan de ver keerde). De Slip-over. De slip-over wordt in tegenstelling met het jasje, in horizontale richting gebreid, wat een aardig effect geeft. We zetten 48 st. voor het voorpand op en breien deze meteen in het be schreven motief. Bij de 6e, 7e, 9e en 11e nld. meerderen we aan één der zijden 1 st. op de reeds beschreven wijze. Aan het eind der 13e nld. zetten we daarna (ook aan dezelfde zijde dus) 28 st. er bij op, waarna we gewopn verder breien. Aan het eind van de 21e, 29e, en 37e nld. meerderen we nog 1 st Na de 45e nl. breien we in de komende 10 nld. steeds de twee buitenste steken aan dezelfde zijde samen (één zijkant van het breiwerk blijft steeds recht en dient als onderkant), waarna we verder breien tot en met de 67e nld. In de daaropvolgende 10 nld. meerderen we weer bij iedere naald aan dezelfde ijde één steek. Voort gaat het dan tot we bij de 85e, 93e en 101e nld. de buitenste 2 st. samenbreien. Aan het begin der 110e nld. kanten we vervolgens 28 st. af, terwijl we één steek afkanten aan het be gin der 112e, 114e en 116e nld. Bij de 117e nld. breien we de laatste 2 st. samen. Na nu nog 6 nld. gebreid te hebben, kanten we alle steken in de 124e nld. tegelijk af. Aan den zijkant van het breiwerk, die geheel gelijk gebleven is. halen we nu de lusjes op en breien op de aldus ontstane steken nog 12 nld. recht, waarna deze weer afgekant worden. Voor den rug breien we een ongeveer gelijk lapje, echter vervalt hierbij de halsuitsnijding. Bij de 45e nld. gekomen meerderen we nog 1 st., breien dan gewoon verder tot en met de 76e nld. In de 77e nld. breien we de twee laatste steken samen en gaan dan verder als reeds beschreven staat, te beginnen met de 85e nld. Hierna breien we de reepjes langs hals en armsgaten, waarvoor we resp. 70 en 60 st. opzetten en deze na 12 nld. recht breien weer afkanten. Bij het. halsboord reepje breien we in de 8e en 10e nld. op gere gelde afstanden wat steken samen, dit met het oog op het mooie aansluiten. Na het oppersen stikken we voor- en achterpandje aan de ver keerde zijde dicht, spelden de belegsels op de juiste plaats, met hun goede zijde naar beneden op de goede zijde van de slip-over en stikken beiden aan elkaar vast. Eerst hierna stikken we ook begin en eind aan elkaar, die we bij den hals op den rug laten vallen en bij de armsga ten onder de armen. NORA HANA. 1. Vermijdt medicijnen en streng dieet. 2. Doe geen gevaarlijke oefe ningen 3 Drmk Wex, het nieuwe mousseerende druivenzout. Wex is het nieuwe, mousseerende zout met druivensapderivaten. Het stelt U in staat te vermageren zonder medicijnen, dieet of ver moeiende oefeningen. Tegelijkertijd bevor dert het de gezondheid. Een onderwijzeres schrijft: ..Nadat ik Wex een maand gebruikt heb, kan ik zeggen dat Wex een ideaal vermagerings-middel is. Zonder eenige verandering in mijn voeding te brengen en eenvoudig door eiken morgen Wex te nemen, ben ik 15 pond overtollig vet kwijtge raakt". Mej. L. N. Een man schrijft: „Ik heb jarenlang epsom-, glauber- en andere zouten gebruikt in de hoop magerder te worden, maar zonder resultaat. Na dat ik 3 flacons Wex heb gebruikt, ben ik 20 pond afgevallen". W. M. Ook U kunt Uw gewicht verminderen, niet alleen veilig, maar tevens aangenaam. Neem Wex - mousseerend, verfrisschend - eiken morgen direct bij het opstaan. Wex is verkrijgbaar bij apothekers en drogisten in handige, apart verpakte hoeveel heden. een doos van 6 stuks voor 40 cent. of een groote flesch voor F 1.20. (Adv. ingez. Med.) Doppen van erwtjes worden gewoonlijk zonder nadenken weggewor pen. Ook dit is heel jammer. U kunt ze op twee manieren gebruiken: gedroogd en geroosterd geven ze een pittige smaak aan uw sauzen en gekookt (en daarna gezeefd) geven ze een smakelijk mager soepje. Meloenschillen tenslotte leveren maar dat wist u toch zeker al? een uitstekend materiaal voor pickles. De bereiding is heel gemakkelijk: maak de schillen schoon en snijd ze in dobbelsteentejs. Kook ze even op. gooi het water weg en leg ze in ko kende kruidazijn, waarbij u zout, peper en witte uitjes hebt gevoegd. Moeder en Dochter Haar onderlinge verhouding is in de laatste veertig jaren sterk gewijzigd. EEN uiting vz me laatst e de moeder i vrnprrpr nn EN uiting van mijn dochtertje bracht eens aan het peinzen over en dochter verhouding, vroeger en nu. Ze zei: „Hè, waarom bent u niet zoo'n echt ouderwetsch moedertje, dat er altijd maar zit? Dat zou ik zoo eenig vinden!" „Maarik ben er toch altijd als jullie thuis komen?" „Ja hoor, u bent een schat! Maar u loopt heen en weer en ziet er jong uit en beleeft zélf van alles. Een ouderwetsch moedertje is dik en zit er den heelen dag maar en dan komen de kinderen en vertellen. En de moe der heeft zelf niets beleefd behalve de groente schoongemaakt en zoo. Nou en dan vindt ze 't natuurlijk eenig, alles wat de kinderen ver tellen!" „Dusgéén moeder, die een mensch is maar een dikke, zittende moeder is. heelemaal alleen voor jou", zei ik, „nu, weet je wat, dan zet ik een dikke, ronde, gezellige pul op het theeblad en dan schrijf jij alles, wat je be leefd hebt, op een papiertje en stopt dat in die pul. Goed?" Aan haar onbedaarlijke lachbui merkte ik, dat 't verlangen naar het „dikke, ouderwet- sche moedertje" niet zóó tragisch was. Maar ik ging me toch naar aanleiding hier van eens afvragen óf en waar ik tekort schoot, niet zoozeer door in 'n slanke lijn als wel misschien door een tekort aan pas siviteit, aan het zich open stellen voor de kin deren, met terzij stelling van eigen gedach- tenleven. 't Is heusch nog zoo gek niet, als wij mo derne moeders hier eens wat dieper over na denken. De tijden zijn sterk veranderd in de laatste veertig jaren. Wij moeders van 30 tot 50 die opgroeien de dochtertjes hebben, zijn innerlijk heel an ders dan de vrouw uit 1900. Zij wist niets van psychologie, ze bekommerde zich absoluut niet om haar eigen ziel of die van haar doch ter. Het meestal in onze kringen tot op zekere hoogte gemakkelijke en behagelijke, beschutte en beveiligde leven dat zij als echtgenoote en moeder leidde, het leven vol conventioneele plichten en genoegens, liet meestal geen gele genheid voor aanraking met de harde, onge nadige buitenwereld. Problemen waren er weinig. Ze handelden volgens voorgeschreven fatsoensbegrippen of religieuze opvattingen, waar vaak onzaglijk veel sleur bij te pas kwam, óf volgens eigen „gevoel", soms raak, soms kiesch.De moeder van tegenwoordig komt wél in aanraking met het harde leven, dat uit ieder strijdend mensch haalt, wat erin zit. Vaak moet ze zelf zich een bestaan veroveren of meehelpen verdienen. Ze is in de eerste plaats mensch geworden; ze moet veel zelf ontginnen vari wat een vroe ger vrouwengeslacht als gesneden koek werd voorgezet. Een nieuwe verhouding tusschen moeder en dochter is ontstaan. Een kameraadschap pelijke verhouding, gegrond op wederzijdsch begrip en zich in de breedte ontwikkelend door beider levenservaringen. Het ideaalbeeld van tegenwoordig is: de moeder als vriendin van haar dochter. Maar dan een vriendin, die ouder en wijzer is en dus raad kan geven uit eigen gerijpte overtui ging- Onze moedertaak is moeilijker geworden, omdat het niet meer gaat om het doorgeven van overgeërfde begrippen en vaak half of niet doorleefde opvattingen, die op een jonger geslacht tóch nooit vat hebben! 't Gaat nu om het doorgeven van het zelf verworvene. Dit kan wel degelijk vat hebben op onze dochtertjes, omdat datgene, wat wer kelijk als verworvenheid in ons leeft, recht streeks tot hoofd en hart spreekt. Maar 't kan alleen, indien we niet uitslui tend oudere vriendin maar ook moeder van onze dochters willen zijn. 't Verschil is subtiel en moeilijk uit te drukken. Iets ervan kan ik wel aanduiden: In de vriendin domineert het zakelijke, kameraad schappelijke èn verstandelijke element. In de moeder (ook de moderne) leeft ge lukkig nog altijd het oerwarme, koesterende en statische, het volkomen passief op-gaan in de kinderen, dat mijn dochtertje doet droo- men van een „dik. zittend moedertje". Een gezonde, krachtige combinatie van beide as pecten (dus een warm belangstellende moeder die nog wél een meisjeshoofd in haar schoot wil koesteren, maar haar geen sprookjes meer vertelt inplaats van het werkelijke leven) zal de ideale moeder van de toekomst zijn. ZUINIGHEID MET VLIJT Een paar ongewone tips voor de huisvrouw. Iedereen praat tegenwoordig over bezuiniging, 't. Is in de meeste kringen noodzakelijk gewor den niets meer over den balie te gooien! Maar laten we onze bezuiniging zóó toepassen, dat ons huishoudbeleid niet schriel en schraal of zelfs armoedig wordt. Met een tikje gezond ver stand kunnen we zuinig zijn en tocb den indruk maken van welstand en vooral van goede zorg voor ons gezin! Misschien kunnen de onderstaan de tips u helpen, dit doel te bereiken: Preibladeren. U komt van de markt met een volle bood- schappentasch, waarin ook enkele bossen prei. waarvan u soep wilt maken. Maar.... wist u. dat de groene bladeren, die u altijd weggooit, bijzonder rijk zijn aan vitaminen D (anti-rachi- tis). Pluk ze dus eens uit elkaar, wasch ze zorg vuldig, snijd ze fijn en voeg ze bij de soep. Als ze te hard zijn, kunt u ze in wat ^vater laten af koken, ze zeven en het nat bij de soep doen. Ook kunt u de preibladeren drogen, fijnstampen en in een fleschje bewaren. Dit kruid geeft meer smaak en geur aan uw gerechten. Bloemkoolbladcrcn zijn ook niet te versmaden! U wascht ze flink en zet ze, tezamen met de stronken, die u niet op tafel brengt, een tijdlang te koken. Daarna neemt u ze uit het water. Nu nog een gebakken uitje en wat in schijfjes gesneden aardappels in het kookwater gedaan en u hebt een uitstekend bordje soep voor vooraf. Nog een paar dobbel steentjes goudbruin gebakken oud wittebrood er bij en u hebt een delicatesse! Zondag: Nieuwe haring. Kalfstong met zure saus, spercieboonen Aardappelen. Bessen m. frambozen Maandag: Runderrollade Gestoofde sla Aardappelen. Rabarbercompöte Dinsdag: Kerryschotel Komkommersla. Warme griesmeel pudding. Woensdag: Kaasstoofpot met tomaten Hangop. Donderdag: Varkenscarbonaden Capucijners. Aardappelen. Beschuit met aard- aardbeien. Vrijdag: Gebakken schol Kropsla Aardappelen. Koffievla Zaterdag: Duitsche biefstuk Gebakken tomaten. Aardappelen. Vruchten. RECEPT. Kaasstoofpot met tomaten (4 pers.) lVz K.G. aardappelen. V-z pond kaas. 1/4 L. melk. 1 groote ui; 1 f2 pond tomaten, zout, peper, paneermeel. 1 ons boter of vet. Bereiding: De ui fijnsnipperen en in de helft van de boter licht geel laten worden. De tomaten wasschen naar verkiezing overgieten met heet water, en schillen. Ze in plakken snijden met peper en zout bestrooien en mee smoren. Alles overdoen in en vuurvasten schotel en beleggen met laag om laag in plakken ge sneden aardappelen en dobbelsteentjes kaas. Over de bovenste laag een klein beetje melk schenken en bestrooien met paneermeel, be leggen met de rest van de boter en pl.m. 3/4 uur in den oven zetten. Heeft men geen oven, dan doet men alles in een geëm-ailleeaid-en schotel en laat alles dichtgedekt op een kleine gaspit of op een een petroleumstel 3/4 uur zachtjes stoven Wij en ons huis Men schrijft ons: Wel heel erg zijn wij in vele gevallen aan ons huis verbonden. Zeker is dat toe te jui chen als we met dat woordje huis „tehuis" bedoelen. Het wil me echter voorkomen dat wij vaak, ik zou haast zeggen een afgod ma ken van de inrichting van ons huis. Heel sterk ondervond ik dat toen we zoo gelukkig waren vorig jaar onze zomervacantie te mogen door brengen in het huis van vrienden. Wat hoorde ik dikwijls: ,,'t Is vreeselijk aardig dat ze dat voor jullie doen. maar nooit zou ik mijn huis daartoe leenen". Ook hoorde ik wel: „Wat heb je er nu aan om voor je vacantie in een ander huis te kruipen". Er zullen zeer zeker menschen zijn die zoo'n vacantie niet begeeren, doch we weten dat vacantie verschillend genoten wordt. Ik bla derde nog eens in een boekje van Marg. Hey- boom: „Van en over Liefde", waarin ik het volgende las: „Ieder heeft ontspanning noodig, 't zij in natuur, kunst, stilte, spel, ieder naar zijn aard. En als we denken er zijn duizenden die dat ontberen kunnen, dan lijkt het alleen maar zoo. Zij leven niet tot het einde toe, zij kwijnen". Ieder mensch heeft behoefte aan eenige verandering en zeker de huismoeder die met een crisis-inkomen moet toekomen. Voor haar is het al heel prettig eens in een andere om geving te zijn en te weten dat zij daardoor haar kinderen wat variatie in hun lange va- canties'kunnen verschaffen. Laten zij, die uitgaan en volop vacantie ge nieten, terwijl hun huis dien tijd onbewoond staat, eens bedenken, of ze hun woning kun nen aanbieden als vacantieverblijf aan vrien den of bloedverwanten, die niet in staat zijn veel geld te besteden aan vacantie-ontspan- ning. In deze moeilijke tijden vol zorgen kan» de uitweg slechts gevonden worden door het offer van den eenen mensch aan den ander. „De oude Dag" zegt het zoo terecht in „De Weg tot elkander": „Wij helpen elkaar zoo weinig, den korten tijd dat we leven", CRISISMOEDER Hoe we van oud nieuw maken Schattig zomerjurkje voor kleine Zus. Er is natuurlijk geen moeder, die niet zoo'n overgeschoten effen lapje linnen of katoen in de kast heeft, hetzij van een oude jurk van haarzelf of van iets anders afkomstig. Maar effen jurkjes vinden we tegenwoordig zoo saai, nietwaar? Dat zijn ze toch beslist niet, als we er wat frissche, vroolijke kleurtjes op borduren, Het jurkje wordt van onder tot boven met een ritssluiting gesloten. Het borduurwerk loopt over boordje, schouders en mouwtjes en voorzijde. De kleurencombinatie moet zoo vroolijk mogelijk zijn, b.v. op een wit jurkje blokje 1, 3, 5. 7 enz. rood. blokje 2, 4, 6, 8 enz. groen. De slinger wordt wit.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 8