BREIT
ER MEE?
MENU VAN DE WEEK
DONDERDAG 6 JU EI 1939
HAARDE M'S DA'GBCAD
Vacantie-activiteit
- ANNEER het mooie weer begint, hoort
men hier en daar de verzuchting
slaken: ik ben zóó aan vacantie toe.
In negen van de tien gevallen kunt u er dan
wel zeker van zijn. dat die noodzaak niet zoo
heel erg groot is. dat de persoon in kwestie
nog weieens een feestelijk weekeinde heeft, of
een paar extra vacantiedaagjes met de feest
dagen. of op z'n minst altijd een vrije Za
terdagmiddag en heele Zondag, die toch. als
deel van een week van zeven dagen, ook lang
niet te versmaden zijn om voldoende rust te
hebben van de vijf en een halve dag die
gewerkt is. o t
Natuurlijk kan het zijn, dat men onder te
hoogen druk werkt, of dat men dien ander-
halven dag rust nog harder zwoegt voor z'n
eigen plezier dan noodig is. maar over het
algemeen te laten zij, die „zoo echt aan va
cantie toe zijn", duidelijk blijken, dat het
mooie -weer hen lokt. en dat zij hun werk
laten aan een verv&n<ger zullen over-
Menschen die het werkelijk erg druk heb
ben, die constant in touw zijn, en wier va
cantie inderdaad zoo nu en dan in het ge
drang schijnt te komen, praten lang niet
zooveel over noodig of niet noodig. omdat hun
werk hun liefde heeft, en omdat zij de va
cantie als middel zien om uit te rusten en
om daarna het werk weer met meer geschikt
heid te doen. Terwijl die anderen in de va
cantie het doel van hun leven zien waar je
het de rest van het aar maar zoo'n beetje
mee moet zien te doen.
Uitrusten in de vacantie: wat een heerlijk
vooruitzicht voor de harde werkers, die maar
zelden een oogenblik voor zichzelf hebben.
Laat opstaan, alles precies doen waar je zin in
hebt. luieren en nog eens luieren wat een
aanlokkelijke vacantie.
Maar in de praktijk blijkt dat niet zoo erg
heerlijk te zijn: laat opstaan en luieren is het
zelfde als je tijd verlummelen, en dat is de be
doeling van geen enkele vacantie. Het kan
zijn dat men dit één of twee dagen volhoudt,
al spoedig blijkt, dat er meer lijn in de vacan-
tiedagen moet komen, anders wordt het een
mislukking.
Nu zijn wij menschen zoo. dat wij ons een
verregende vacantie met geen mogelijkheid
kunnen indenken.
Zeker, het mag dan eens een buitje regenen,
desnoods kan het eens een enkelen dag slecht
weer zijn. maar die dient dan meer om het
mooie weer van de andere dagen nog eens
extra te onderstreepen. En zelfs als wij een
verregende vacantie van een vorig jaar versch
in ons geheugen hebben, dan zijn wij er nu
toch vast van overtuigd, dat het dit jaar een
zonnige mooi-weer vacantie zal zijn. En dat is
maar goed ook, want de voorpret spreekt ook
hier een belangrijk woordje mee.
Wij verheugen ons dus op het prachtige
weer dat ons deel zal zijn en wij nemen ons
voor, actief te blijven en niet den heelen dag
doelloos rond te hangen.
Dat laatste is geen moeilijke opgave, wan
neer wij op reis gaan. waarheen dan ook.
Iedere nieuwe streek waar wij komen, of het
nu Texel is of de Dolomieten, prikkelt onze
nieuwsgierigheid en men moet al zeldzaam
laks zijn aangelegd, wanneer de nieuwe streek
niet aanzet tot onderzoekingstochten van alles
wat er te zien valt.
Veel moeilijker is de actieve vacantie in
onze eigen omgeving; hoe vaak hebben wij
niet bij het vroeg opstaan gedacht: als wij
nu eens zoo lang konden blijven liggen
als we wilden, wat zou dat ideaal zijn. Of hoe
heerlijk leek het ons. om de dagelijksche rou
tine van de maaltijden te breken. Of om het
heele werkprogramma eens lekker aan zijn
lot over te laten.
Dus blijven wc nu erg lang in bed. we ko
ken als we zin hebben en met het werkpro
gramma doen we maar zoowat als het uit
komt.
Het gevolg is. dat de leveranciers komen als
we nog in bed liggen, dus die vertrekken on-
verrichterzake, zoodat we later alles zelf moe
ten gaan halen, de rest van het gezin loopt
te zeuren: Wanneer eten we nu eindelijk en in
minder dan geen tijd is de heele gang van het
huishouden volkomen uit de koers.
Zelfs alleenwonende vrouwen kunnen zich
een dergelijke passiviteit niet veroorloven,
omdat zij nergens meer tijd voor overhouden,
want alles is immers in de war.
Nee, de huisvrouw, die de vacantie van man
en kinderen thuis doorbrengt en zelfs de al
leenstaande vrouw, moet aan zekere regel
maat vasthouden: hoe meer orde er heerscht,
hoe meer vrije tijd er zal overschieten, als zij
maar zoo verstandig is om zich tot het aller-
noodzakelykste te beperken, zoodat de gang
er eenigszins in blijft.
En zelfs voor hen, die een bij uitstek luie
vacantie in den zin hebben door naar zee te
gaan. doen verstandig niet den heelen dag in
't zonnebad door te brengen, omdat ook luie
ren een gewoonte wordt, en zij straks wis en
zeker de grootste moeite zullen hebben om
mei hun werk weer op gang te komen.
Wie den overgang van niets doen in werken
straks niet te moeilijk wil maken, moet een
zekere mate van activiteit blijven volhouden,
dan snijdt, het mes van twee kanten: de va
cantie beantwoordt meer aan de verwachtin
gen en de lust tot werken blijft bestaan.
E. E. J.—P.
IETS OVER HET GEBRUIK
EN DE BEREIDING VAN VLEESCH.
Hoewel het vleeschgebruik in Nederland
achteruit gaat, behoort het. vleesch toch ze
ker tol de belangrijke, veel gebruikte voe
dingsmiddelen.
In de oude kookboeken leest men in de
recepten, dat 200 gr. vleesch per persoon per
maaltijd berekend werd. Tegenwoordig geeft
men bijna nooit meer dan 100 gr., wat waar
schijnlijk komt door den tamelijk hoogen prijs
dien men voor vleesch betalen moet en door
het vegetarisme, dat de laatste jaren veel
meer aanhangers telt.
Vleesch behoort tot de eiwitrijke voedings
middelen. Op 100 gr. mager vleesch komt pl.m.
20 gr. eiwit voor. Deze hoeveelheid vermin
dert als het vleesch vetter wordt. Het water
gehalte neemt dan echter ook af. zoodat vet
vleesch. als men alleen op het gewicht in ver
band met de voedingswaarde let. eigenlijk
voordeeliger is om te koopen dan mager
vleesch. Bovendien is vet vleesch ook meestal
goedkooper. Men moet echter niet denken
dat de fijnere vleeschsoorten zooals kalfsoes
ters, biefstuk e.d. beter zijn wat de voedings
waarde betreft, dan de minder fijne stukken
De samenstelling komt ongeveer op hetzelfde
neer en wordt het minder malsche vleesch op
de goede manier klaargemaakt, goed gestoofd,
dan zal het als voeding dezelfde waarde heb-
ben.
Taai vleesch en te hard gebakken vleesch
zijn moeilijk verteerbaar. Daarom moeten we
dit voorkomen door de bereiding. Een scheutje
azijn en lang stoven maakt runderlappen
malseh. Klein vleesch moet nooit te hard ge
bakken worden, zoodat het bijna geheel korst.
Is. Dunne, kleine lapjes zijn wat dat betreft,
moeilijk goed klaar te maken.
Natuurlijk wil de één niet voor de ander onder
doen! De groote dochter een kwiek jasje om mee
buiten te spelen of op reis te gaan, dan ook
broerlief een leuke slip-over in hetzelfde brei
werk. Moeder bezorgt net haar tweetal met ple
zier!
Wat er voor noodig is*1 Ongeveer 200 gram wol
van een middelmatige dikte voor het jasje en
125 gram voor de slip-over. Hierbij komen nog
1 paar aluminium naalden no. 2'< en 5 pikpak-
knoopen.
Het meiske draagt onder haar jasje een een
voudige witlinnen blouse met bobbed-kraagje,
wat erg aardig staat.
Het jasje.
Het. jasje beginnen we met het rechtervoor-
pand, waarvoor we 50 st. opzetten. Deze worden
eerst 12 nld. geheel recht gebreid en daarna bij
de 13e nld. als volgt: o5 av. 3 r. herbalen vanaf
o. Deze naald eindigt op 2 av. De 14e nld. wordt
geheel recht gebreid en de 15e weer als de 13e.
Aldus krijgen we op heel eenvoudige wijze het
alleraardigste motief van het jasje en de slip
over. We breien zoo steeds door tot we aan de
72e nld. gekomen zijn, die we als volgt breien:
4 st. recht 5 st. afkanten, naald gewoon uit-
breien. De 73e nld.: het gewone motief breien
tot aan de afkanting, hier 5 maal de draad ge
draaid om de rechternaald slaan en de overige
steken breien. De 74e nld. breien we nu als ge
woonlijk en hebben aldus een keurig knoopsgat
in het werk gekregen. Hetzelfde herhalen we bij
de 102e, 132e, 162e en 192e naald. Ondertus-
schen kanten we aan het begin der 115e nl. 2st.,
der 117e en 118e nld. 1 st. af. Zijn we aan de
195e nld. toegekomen dan kanten we hiervan de
eerste 5 st. af. aan het begin der 196e nld. 10
st., der 197e nl. 5 st., terwijl we aan het eind
hiervan de laatste 2 st. samenbreien. Weer aan
het begin der 198e nld. kanten we 4 st. af, der
199e nld. 6 st en aan het eind hiervan de laat
ste 2 st. samenbreien, aan het begin der 200e
nld. de eerste 2 st. samenbreien, terwijl de eer
ste 6 st. van de 201e nld. weer afgekant wor
den. De 2e eerste steken der 202e nld. samen
breien en in de 203e nld. alle overige steken af
kanten.
Het linkervoorpandje wordt nu het spiegel
beeld van het rechter, echter zonder de knoops
gaten. De 13e nld. na het opzetsel wordt hierbij:
2 av. o3 r. 5 av. herhalen vanaf o. Alle afkan-
tingen verspringen één naald bij het andere
pandje. Voor den rug worden 96 st. opgezet, die
op dezelfde wijze gebreid worden als de voor
pandjes. Bij de 115e en 116e nld. worden de eer
ste 2 st. afgekant en daarna bij de 117e tot en
met de 120e nld. de le steek. Voort gaat het
dan tot we bij de 195e tot en met de 198e de
eerste vijf en bij de 199e tot en met de 204e nld.
de eerste 6 st. afkanten. De in het midden over
gebleven 32 st. worden daarna allen tegelijk
afgekant.
Voor de mouwtjes zetten we 40 st. op en
breien die 12 nld. recht, daarna gaan we in het
motief over. Bij elke 7e nld. meerderen we aan
begin en eind één steek door in den buitensten
steek een averechten plus een rechten steek te
breien of omgekeerd. Dit moet 20 maal gebeu
ren, zoodat er tenslotte 80 st. op de naald zullen
staan. Aan het begin der 157e en 158e nld. kan
ten we daarna 2 st. af, terwijl we aan begin en
eind van iedere daaropvolgende naald de eerste
en laatste 2 st. samen breien, zoolang, tot er nog
11 st. over zijn, die dan meteen afgekant wor
den. Aan de verkeerde zijde persen we nu de
gebreide stukken wat op en stikken ze daarna
met fijne steekjes en dun garen in de juiste
kleur, in elkaar. De halsuitsnijding \<^>rdt het
mooiste afgewerkt, wanneer we deze onzichtbaar
tegenzoomen. De knoopsgaten festonneeren we
om met de breiwol, terwijl we voor de knoopen
kleine lapjes breien van 10 st. breedte en on
geveer 15 nld. hoogte in den tricotsteek (recht
aan de goede zijde en averecht aan de ver
keerde).
De Slip-over.
De slip-over wordt in tegenstelling met het
jasje, in horizontale richting gebreid, wat een
aardig effect geeft. We zetten 48 st. voor het
voorpand op en breien deze meteen in het be
schreven motief. Bij de 6e, 7e, 9e en 11e nld.
meerderen we aan één der zijden 1 st. op de
reeds beschreven wijze. Aan het eind der 13e
nld. zetten we daarna (ook aan dezelfde zijde
dus) 28 st. er bij op, waarna we gewopn verder
breien. Aan het eind van de 21e, 29e, en 37e nld.
meerderen we nog 1 st Na de 45e nl. breien we
in de komende 10 nld. steeds de twee buitenste
steken aan dezelfde zijde samen (één zijkant
van het breiwerk blijft steeds recht en dient als
onderkant), waarna we verder breien tot en
met de 67e nld. In de daaropvolgende 10 nld.
meerderen we weer bij iedere naald aan dezelfde
ijde één steek.
Voort gaat het dan tot we bij de 85e, 93e en
101e nld. de buitenste 2 st. samenbreien. Aan
het begin der 110e nld. kanten we vervolgens 28
st. af, terwijl we één steek afkanten aan het be
gin der 112e, 114e en 116e nld. Bij de 117e nld.
breien we de laatste 2 st. samen. Na nu nog 6
nld. gebreid te hebben, kanten we alle steken in
de 124e nld. tegelijk af.
Aan den zijkant van het breiwerk, die geheel
gelijk gebleven is. halen we nu de lusjes op en
breien op de aldus ontstane steken nog 12 nld.
recht, waarna deze weer afgekant worden. Voor
den rug breien we een ongeveer gelijk lapje,
echter vervalt hierbij de halsuitsnijding. Bij de
45e nld. gekomen meerderen we nog 1 st., breien
dan gewoon verder tot en met de 76e nld. In de
77e nld. breien we de twee laatste steken samen
en gaan dan verder als reeds beschreven staat,
te beginnen met de 85e nld. Hierna breien we de
reepjes langs hals en armsgaten, waarvoor we
resp. 70 en 60 st. opzetten en deze na 12 nld.
recht breien weer afkanten. Bij het. halsboord
reepje breien we in de 8e en 10e nld. op gere
gelde afstanden wat steken samen, dit met het
oog op het mooie aansluiten. Na het oppersen
stikken we voor- en achterpandje aan de ver
keerde zijde dicht, spelden de belegsels op de
juiste plaats, met hun goede zijde naar beneden
op de goede zijde van de slip-over en stikken
beiden aan elkaar vast. Eerst hierna stikken we
ook begin en eind aan elkaar, die we bij den
hals op den rug laten vallen en bij de armsga
ten onder de armen.
NORA HANA.
1. Vermijdt medicijnen en streng
dieet.
2. Doe geen gevaarlijke oefe
ningen
3 Drmk Wex, het nieuwe mousseerende
druivenzout.
Wex is het nieuwe, mousseerende zout met
druivensapderivaten. Het stelt U in staat te
vermageren zonder medicijnen, dieet of ver
moeiende oefeningen. Tegelijkertijd bevor
dert het de gezondheid. Een onderwijzeres schrijft:
..Nadat ik Wex een maand gebruikt heb, kan ik
zeggen dat Wex een ideaal vermagerings-middel
is. Zonder eenige verandering in mijn voeding te
brengen en eenvoudig door eiken morgen Wex
te nemen, ben ik 15 pond overtollig vet kwijtge
raakt". Mej. L. N.
Een man schrijft: „Ik heb jarenlang epsom-,
glauber- en andere zouten gebruikt in de hoop
magerder te worden, maar zonder resultaat. Na
dat ik 3 flacons Wex heb gebruikt, ben ik 20 pond
afgevallen". W. M.
Ook U kunt Uw gewicht verminderen, niet alleen
veilig, maar tevens aangenaam. Neem Wex -
mousseerend, verfrisschend - eiken morgen direct
bij het opstaan. Wex is verkrijgbaar bij apothekers
en drogisten in handige, apart verpakte hoeveel
heden. een doos van 6 stuks voor 40 cent. of een
groote flesch voor F 1.20.
(Adv. ingez. Med.)
Doppen van erwtjes
worden gewoonlijk zonder nadenken weggewor
pen. Ook dit is heel jammer. U kunt ze op twee
manieren gebruiken:
gedroogd en geroosterd geven ze een pittige
smaak aan uw sauzen en gekookt (en daarna
gezeefd) geven ze een smakelijk mager soepje.
Meloenschillen
tenslotte leveren maar dat wist u toch zeker
al? een uitstekend materiaal voor pickles. De
bereiding is heel gemakkelijk: maak de schillen
schoon en snijd ze in dobbelsteentejs. Kook ze
even op. gooi het water weg en leg ze in ko
kende kruidazijn, waarbij u zout, peper en witte
uitjes hebt gevoegd.
Moeder en Dochter
Haar onderlinge verhouding is in de
laatste veertig jaren sterk
gewijzigd.
EEN uiting vz
me laatst e
de moeder i
vrnprrpr nn
EN uiting van mijn dochtertje bracht
eens aan het peinzen over
en dochter verhouding,
vroeger en nu.
Ze zei: „Hè, waarom bent u niet zoo'n echt
ouderwetsch moedertje, dat er altijd maar
zit? Dat zou ik zoo eenig vinden!"
„Maarik ben er toch altijd als jullie
thuis komen?"
„Ja hoor, u bent een schat! Maar u loopt
heen en weer en ziet er jong uit en beleeft
zélf van alles. Een ouderwetsch moedertje is
dik en zit er den heelen dag maar en dan
komen de kinderen en vertellen. En de moe
der heeft zelf niets beleefd behalve de groente
schoongemaakt en zoo. Nou en dan vindt ze
't natuurlijk eenig, alles wat de kinderen ver
tellen!"
„Dusgéén moeder, die een mensch is
maar een dikke, zittende moeder is. heelemaal
alleen voor jou", zei ik, „nu, weet je wat, dan
zet ik een dikke, ronde, gezellige pul op het
theeblad en dan schrijf jij alles, wat je be
leefd hebt, op een papiertje en stopt dat in
die pul. Goed?"
Aan haar onbedaarlijke lachbui merkte ik,
dat 't verlangen naar het „dikke, ouderwet-
sche moedertje" niet zóó tragisch was.
Maar ik ging me toch naar aanleiding hier
van eens afvragen óf en waar ik tekort
schoot, niet zoozeer door in 'n slanke lijn als
wel misschien door een tekort aan pas
siviteit, aan het zich open stellen voor de kin
deren, met terzij stelling van eigen gedach-
tenleven.
't Is heusch nog zoo gek niet, als wij mo
derne moeders hier eens wat dieper over na
denken.
De tijden zijn sterk veranderd in de laatste
veertig jaren.
Wij moeders van 30 tot 50 die opgroeien
de dochtertjes hebben, zijn innerlijk heel an
ders dan de vrouw uit 1900. Zij wist niets van
psychologie, ze bekommerde zich absoluut
niet om haar eigen ziel of die van haar doch
ter. Het meestal in onze kringen tot op zekere
hoogte gemakkelijke en behagelijke, beschutte
en beveiligde leven dat zij als echtgenoote en
moeder leidde, het leven vol conventioneele
plichten en genoegens, liet meestal geen gele
genheid voor aanraking met de harde, onge
nadige buitenwereld.
Problemen waren er weinig. Ze handelden
volgens voorgeschreven fatsoensbegrippen of
religieuze opvattingen, waar vaak onzaglijk
veel sleur bij te pas kwam, óf volgens eigen
„gevoel", soms raak, soms kiesch.De moeder van
tegenwoordig komt wél in aanraking met het
harde leven, dat uit ieder strijdend mensch
haalt, wat erin zit. Vaak moet ze zelf zich een
bestaan veroveren of meehelpen verdienen. Ze
is in de eerste plaats mensch geworden; ze
moet veel zelf ontginnen vari wat een vroe
ger vrouwengeslacht als gesneden koek werd
voorgezet.
Een nieuwe verhouding tusschen moeder
en dochter is ontstaan. Een kameraadschap
pelijke verhouding, gegrond op wederzijdsch
begrip en zich in de breedte ontwikkelend
door beider levenservaringen.
Het ideaalbeeld van tegenwoordig is: de
moeder als vriendin van haar dochter. Maar
dan een vriendin, die ouder en wijzer is en
dus raad kan geven uit eigen gerijpte overtui
ging-
Onze moedertaak is moeilijker geworden,
omdat het niet meer gaat om het doorgeven
van overgeërfde begrippen en vaak half of
niet doorleefde opvattingen, die op een
jonger geslacht tóch nooit vat hebben!
't Gaat nu om het doorgeven van het zelf
verworvene. Dit kan wel degelijk vat hebben
op onze dochtertjes, omdat datgene, wat wer
kelijk als verworvenheid in ons leeft, recht
streeks tot hoofd en hart spreekt.
Maar 't kan alleen, indien we niet uitslui
tend oudere vriendin maar ook moeder van
onze dochters willen zijn. 't Verschil is subtiel
en moeilijk uit te drukken.
Iets ervan kan ik wel aanduiden: In de
vriendin domineert het zakelijke, kameraad
schappelijke èn verstandelijke element.
In de moeder (ook de moderne) leeft ge
lukkig nog altijd het oerwarme, koesterende
en statische, het volkomen passief op-gaan in
de kinderen, dat mijn dochtertje doet droo-
men van een „dik. zittend moedertje". Een
gezonde, krachtige combinatie van beide as
pecten (dus een warm belangstellende moeder
die nog wél een meisjeshoofd in haar schoot
wil koesteren, maar haar geen sprookjes meer
vertelt inplaats van het werkelijke leven) zal
de ideale moeder van de toekomst zijn.
ZUINIGHEID MET VLIJT
Een paar ongewone tips voor de
huisvrouw.
Iedereen praat tegenwoordig over bezuiniging,
't. Is in de meeste kringen noodzakelijk gewor
den niets meer over den balie te gooien!
Maar laten we onze bezuiniging zóó toepassen,
dat ons huishoudbeleid niet schriel en schraal of
zelfs armoedig wordt. Met een tikje gezond ver
stand kunnen we zuinig zijn en tocb den indruk
maken van welstand en vooral van goede zorg
voor ons gezin! Misschien kunnen de onderstaan
de tips u helpen, dit doel te bereiken:
Preibladeren.
U komt van de markt met een volle bood-
schappentasch, waarin ook enkele bossen prei.
waarvan u soep wilt maken. Maar.... wist u.
dat de groene bladeren, die u altijd weggooit,
bijzonder rijk zijn aan vitaminen D (anti-rachi-
tis). Pluk ze dus eens uit elkaar, wasch ze zorg
vuldig, snijd ze fijn en voeg ze bij de soep. Als
ze te hard zijn, kunt u ze in wat ^vater laten af
koken, ze zeven en het nat bij de soep doen. Ook
kunt u de preibladeren drogen, fijnstampen en
in een fleschje bewaren. Dit kruid geeft meer
smaak en geur aan uw gerechten.
Bloemkoolbladcrcn
zijn ook niet te versmaden! U wascht ze flink en
zet ze, tezamen met de stronken, die u niet op
tafel brengt, een tijdlang te koken. Daarna
neemt u ze uit het water. Nu nog een gebakken
uitje en wat in schijfjes gesneden aardappels in
het kookwater gedaan en u hebt een uitstekend
bordje soep voor vooraf. Nog een paar dobbel
steentjes goudbruin gebakken oud wittebrood er
bij en u hebt een delicatesse!
Zondag:
Nieuwe haring.
Kalfstong met zure
saus, spercieboonen
Aardappelen.
Bessen m. frambozen
Maandag:
Runderrollade
Gestoofde sla
Aardappelen.
Rabarbercompöte
Dinsdag:
Kerryschotel
Komkommersla.
Warme griesmeel
pudding.
Woensdag:
Kaasstoofpot met
tomaten
Hangop.
Donderdag:
Varkenscarbonaden
Capucijners.
Aardappelen.
Beschuit met aard-
aardbeien.
Vrijdag:
Gebakken schol
Kropsla
Aardappelen.
Koffievla
Zaterdag:
Duitsche biefstuk
Gebakken tomaten.
Aardappelen.
Vruchten.
RECEPT.
Kaasstoofpot met tomaten (4 pers.)
lVz K.G. aardappelen.
V-z pond kaas.
1/4 L. melk.
1 groote ui;
1 f2 pond tomaten,
zout, peper,
paneermeel.
1 ons boter of vet.
Bereiding: De ui fijnsnipperen en in de
helft van de boter licht geel laten worden. De
tomaten wasschen naar verkiezing overgieten
met heet water, en schillen. Ze in plakken
snijden met peper en zout bestrooien en mee
smoren.
Alles overdoen in en vuurvasten schotel en
beleggen met laag om laag in plakken ge
sneden aardappelen en dobbelsteentjes kaas.
Over de bovenste laag een klein beetje melk
schenken en bestrooien met paneermeel, be
leggen met de rest van de boter en pl.m. 3/4
uur in den oven zetten.
Heeft men geen oven, dan doet men alles
in een geëm-ailleeaid-en schotel en laat alles
dichtgedekt op een kleine gaspit of op een
een petroleumstel 3/4 uur zachtjes stoven
Wij en ons huis
Men schrijft ons:
Wel heel erg zijn wij in vele gevallen aan
ons huis verbonden. Zeker is dat toe te jui
chen als we met dat woordje huis „tehuis"
bedoelen. Het wil me echter voorkomen dat
wij vaak, ik zou haast zeggen een afgod ma
ken van de inrichting van ons huis. Heel sterk
ondervond ik dat toen we zoo gelukkig waren
vorig jaar onze zomervacantie te mogen door
brengen in het huis van vrienden. Wat hoorde
ik dikwijls: ,,'t Is vreeselijk aardig dat ze
dat voor jullie doen. maar nooit zou ik mijn
huis daartoe leenen".
Ook hoorde ik wel: „Wat heb je er nu
aan om voor je vacantie in een ander huis
te kruipen".
Er zullen zeer zeker menschen zijn die zoo'n
vacantie niet begeeren, doch we weten dat
vacantie verschillend genoten wordt. Ik bla
derde nog eens in een boekje van Marg. Hey-
boom: „Van en over Liefde", waarin ik het
volgende las:
„Ieder heeft ontspanning noodig, 't zij in
natuur, kunst, stilte, spel, ieder naar zijn
aard. En als we denken er zijn duizenden die
dat ontberen kunnen, dan lijkt het alleen
maar zoo. Zij leven niet tot het einde toe, zij
kwijnen".
Ieder mensch heeft behoefte aan eenige
verandering en zeker de huismoeder die met
een crisis-inkomen moet toekomen. Voor haar
is het al heel prettig eens in een andere om
geving te zijn en te weten dat zij daardoor
haar kinderen wat variatie in hun lange va-
canties'kunnen verschaffen.
Laten zij, die uitgaan en volop vacantie ge
nieten, terwijl hun huis dien tijd onbewoond
staat, eens bedenken, of ze hun woning kun
nen aanbieden als vacantieverblijf aan vrien
den of bloedverwanten, die niet in staat zijn
veel geld te besteden aan vacantie-ontspan-
ning. In deze moeilijke tijden vol zorgen kan»
de uitweg slechts gevonden worden door het
offer van den eenen mensch aan den ander.
„De oude Dag" zegt het zoo terecht in „De
Weg tot elkander":
„Wij helpen elkaar zoo weinig, den korten
tijd dat we leven",
CRISISMOEDER
Hoe we van oud nieuw maken
Schattig zomerjurkje voor kleine Zus.
Er is natuurlijk geen moeder, die niet zoo'n
overgeschoten effen lapje linnen of katoen in
de kast heeft, hetzij van een oude jurk van
haarzelf of van iets anders afkomstig. Maar
effen jurkjes vinden we tegenwoordig zoo
saai, nietwaar? Dat zijn ze toch beslist niet,
als we er wat frissche, vroolijke kleurtjes op
borduren,
Het jurkje wordt van onder tot boven met
een ritssluiting gesloten. Het borduurwerk
loopt over boordje, schouders en mouwtjes en
voorzijde.
De kleurencombinatie moet zoo vroolijk
mogelijk zijn, b.v. op een wit jurkje blokje 1,
3, 5. 7 enz. rood. blokje 2, 4, 6, 8 enz. groen.
De slinger wordt wit.