fSoPRUIMINC ^lluezsmil Werkstakingen en uitsluitingen. UIT DE PERS. Courantenreclame VRIJDAG 14 JUKI 1939 H XX RE EM'S DXGBEAD 12 In 1938 meer stakingen dan in 1937. Aantal en omvang. 1ic belangrijke publicaties van het Cen traal Bureau voor de Statistiek behoort onge twijfeld die over de Werkstakingen en Uitsluitin gen. De gegevens over 1938 zijn thans bekend gemaakt. Hieruit blijkt o.m. dat 'de achteruit gang, welke de stakingsbeweging in de laatste jaren kenmerkte, in 1938 voor een stijging plaats maakte. De storende invloed, welke door arbeidsgeschillen op het bedrijfsleven werd uit geoefend, was verhoudingsgewijze echter nog zoo gering, dat 1938 tot de rustige perioden ge rekend moet worden. In totaal werden 141 arbeidsgeschillen, waar onder één uitsluiting, genoteerd. Daai"bij waren 882 ondernemingen en 8.600 werknemers be trokken terwijl er voor het bedrijfsleven 125 duizend en voor de aan de geschillen deelne mende personen 136 duizend arbeidsdagen ver loren gingen. Het eenige conflict van beteekenis in 1938 was feitelijk de staking der haringvisschers in Sche- veningen en Vlaardingen, welke voor beide partijen een verlies van 50 duizend arbeidsdagen beteekende. In het voorjaar was voorts een al- gemeene actie in het bouwbedrijf ingezet, welke leidde tot een dertigtal stakingen, in hoofdzaak in de vier noordelijke provincies, welke den on dernemingen tezamen op een verlies van ruim 36 duizend arbeidsdagen kwam te staan en den betrokken werknemers op 38 duizend 'dagen. In 1938 gingen per stakenden arbeider 16 arbeidsdagen verloren tegen slechts 7 in 1937. Het overeenkomstige cijfer bedroeg in de pe riode 19311935 evenwel 38. Onderscheiding geschillen. De geschillen waren in 1938 eenigszins anders over ons land verdeeld dan in de meeste voor afgaande jaren. Tegen de gewoonte in wedden in Noord-Holland minder geschillen geteld dan in Zuid-Holland, nl. resp. 18 en 25 procent te gen 37 en 23 procent in 1937. Ook was het aan deel, dat de drie groote steden in het totale aan tal conflicten hadden, kleiner dan vroeger. Het percentage voor 1938 bedroeg 23, voor 1937 was dit 40. Hiervan kwam in 1938 circa 13 procent voor rekening van Amsterdam, voor het jaar 1937 bedroeg dit percentage 26. Voor Rotterdam en 's-Gravenhage was het percentage der ge schillen resp. 4 en 6. Van de overige provincies spande Drente de kroon met een percentage van 11. In de voorjaarsmaanden, Maart, April en Mei, kwamen in het geheel 72 conflicten voor, of meer dan de helft van het totale aantal. Daar entegen werden in de laatste drie maanden van het jaar slechts 12 stakingen gesteld. Het hoog ste aantal geschillen kwam voor in Maart, nl. 28, de laagste cijfers zijn genoteerd voor Januari en December, nl. 3. De meeste arbeidsconflicten kwamen ook in 1938 weder voor in de nijverheidsbedrijven, doch slechts ongeveer de helft van het totale verlies aan arbeidsdagen komt op rekening der nijverheidsbedrijven. De bouwbedrijven droegen daaraan het meeste bij. Daarop volgden de fa brieken van voedings- en genotmiddelen. Van de overige bedrijfsklassen werd de „visscherij en jacht" getroffen door een verlies van 50 dui zend arbeidsdagen voor beide partijen. Ook het verkeerswezen had een vrij aanzienlijk verlies aan werktijd te boeken in 1938 en wel ruim 11 duizend dagen voor beide partijen, in hoofdzaak door stakingen in het taxibedrijf in Amsterdam en 's-Gravenhage. Over de geschilpunten. Ook in 1938 zij het in iets mindere mate dan in het voorafgaande jaar was het stre ven naar hooger loon de voornaamste oorzaak van strijd. Circa 58 procent der geschillen von den daarin hun ontstaan. Naast het verlangen naar loonsverhooging werden het veelvuldigst eischen gesteld nopens het toepassen of aan gaan van collectieve arbeidsovereenkomsten, zoo mede „andere loonkwesties" en „vacantie met behoud van loon". Daarentegen bleek het aantal geschillen, wel ke ter verdediging van het loonpeil waren ont staan, nog verder ingekrompen en wel van 15 procent in 1937 tot 6 procent in 1938. Wijze beëindiging geschillen. Het voeren van onderhandelingen tusschen partijen, hetzij met, hetzij zonder hulp van orga nisaties, bleef ook in 1938 het veelvuldigst toe gepaste middel om 'de geschillen tot oplossing te brengen, al werd daarvan een naar verhou ding geringer gebruik gemaakt dan in 1937. Toen kwam nl. 66 procent der geschillen langs dezen weg tot beslechting, tegen 53 procent in 1938. Deze aanzienlijke daling komt in hoofdzaak voor rekening van de rechtstreeksche onderhan delingen tusschen partijen. Meer dan in andere jaren is daarentegen tusschenkomst door derden verleend om arbeidsconflicten tot een bevredi gend einde te brengen. Dit geval deed zich in 1938 voor bij 31 procent der geschillen, in 1937 bij 25 procent. Bij 10 procent werd de oplossing verkregen door tot het einde toe verleende hulp van Rijksbemiddelaars. Intusschen mogen uit dit verhoudingsgewijze vrij geringe percentage geen gevolgtrekkingen worden gemaakt omtrent den omvang der bemoeiingen dezer functiona rissen. In zeer vele gevallen toch heeft hun optreden, hetzij het uitbreken van een staking of een uitsluiting voorkomen, hetzij partijen tot onderlinge bespreking der geschilpunten bewo gen of een stuk op weg gebracht, om tot over eenstemming te geraken. In 1938 hebben de Rijksbemiddelaars kennis genomen van 197 drei gende of reeds uitgebroken arbeidsgeschillen te genover 173 in 1937. In 15 gevallen ontvingen zij het desbeti-effende bericht van een burge meester; 75 maal namen zij kennis van een con flict uit de dagbladen; in 6 gevallen werd dien aangaande bericht ontvangen van werkgevers zijde, in 15 gevallen van werknemerszijde, ter wijl in 3 gevallen beide partijen den Rijksbe middelaar van het ontstaan van een geschil in kennis stelden. Voorts is 83 maal door den Minister van Eco nomische Zaken aan een Rijksbemiddelaar ad vies gevraagd, inzake het al of niet opleggen van verplichte arbitrage omtrent de arbeidsvoor waarden. De geheel door de Rijksbemiddelaars afgewikkelde conflicten vonden plaats in het glazenwasschersbedrijf te Amsterdam, in het bouwbedrijf te Avereest, Warnsveld, Gorssel en Voorst, in het meubelbedrijf te Winschoten, in het confectiebedrijf te Amsterdam, aan een carrosseriefabx-iek te Arnhem, aan een textiel fabriek te Losser, onder ijsco-venters te Rotter dam, Amsterdam en 's-Gravenhage, in het land- bouwberijf te Schoonoord, Odoornerveen e.o., in feit haringvisschersbedrijf te Scheveningen en Gaardingen, in het taxi-bedrijf te 's-Graven hage en bij een sleepdienst te Dordrecht. Uitslag geschillen. Het Centraal Bureau voor de Statistiek be schouwt een arbeidsgeschil als „gewonnen dooi de werknemers", indien alle door dezen gestelde •if-£hen pev^eel zijn ingewilligd. Hei noemt een geschil „verloren door de werknemex-s", indien aan geen enkele der gestelde eischen wordt vol daan, ook niet gedeeltelijk, en „geschikt", in dien slechts in een gedeelte der eischen,. hoe gering of hoe groot dat ook zij, hetzij geheel, het zij gedeeltelijk is toegestemd. Het blijkt nu dat in 1938 voor bijna de helft der geschillen een schikking werd getroffen, terwijl in 1937 dit percentage geringer was. Naar vei-houding werden voorts in 1938 minder geschillen door de werknemers gewonnen of verloren dan in 1937. Als rechtstreeksch gevolg van arbeidsgeschillen kwam in 1938 in 48 ge vallen een nieuwe collectieve arbeidsovereen komst tot stand, of werd een bestaand'contract gewijzigd of verlengd. In 12 gevallen wérd over eengekomen, dat een in het bedrijf bestaand collectief contract ook door de in het conflict be trokken onderneming zou worden toegepast,,ter wijl in 5 gevallen voor het vervolg stipte nale ving van de geldende overeenkomst werd toe gezegd. De kwesties in den vorm van loonregelingen van collectieve arbeidscontracten, welke in 1938 het meest aanleiding hebben gegeven tot ge schillen, blijken voor resp. één der-de gedeelte en de helft in den door de werknemers ge- wenschten zin te zijn opgelost. Anderzijds werd voor resp. circa de helft en één derde gedeelte der betrokken werknemex-s, voor wat deze twist punten betreft, een compromis bereikt. Waar het ging om het toekennen van vacantie met be houd van loon leidde het conflict bijna steeds tot een gunstig resultaat. MOLLERUS. De opdracht aan Dr. Colijn. Aan de beschouwingen, welke enkele bladen aan de nieuwe fase in de Kabinetsciisis heb ben gewijd, ontleenen we het volgende: „De Maasbode" (R.K.) betoogt, dat dr. Kooien, „de Rooansche Colijn", de aangewezen man was om de anti-revolutionnairen en ka tholieken wederom bij elkaar te brengen. Het mislukken van zijn pogingen is zeer pijnlijk. „En nu springt dr. Colijn weer als een dui veltje u-it het doosje. Wij herhalen, stichtend is het niet, en het accentueert de verantwoordelijkheid van hem wie het dan ook z-ijn mag, die deze crisis veroorzaakte. Toen de crisis uitbrak, hebben wij aan stonds als onze opinie gegeven: laten de ka tholieken en dr. Colijn voorloopig scheiden; samenwerken gaat toch niet; het is voor beide partijen het beste. Als Colijn op het standpunt, bij het uit breken van de crisis ingenomen, zou blijven staan, dan handhaven wij dit inzicht, ook wat betreft de nu ingetreden phase van de crisis, ten volle. Dan is trouwens scheiding het eenig mogelijke; de katholieken kunnen er eenvoudig niet aan denken, hun stand punt, dat daarenboven het standpunt der groote meerderheid is, voor dat van dr. Colijn prijs te geven. Maar ook zelfs, wanneer dr. Colijn toe nadering zou toonen, dan nog zullen de ka tholieken op hun „qui vive" dienen te zijn en zich de noodige waarborgen moeten ver schaffen, om tegen herhaling van hetgeen geschiedde beveiligd te zijn. Maar kunnen dergelijke waarborgen wor den gesteld? Indien ze niet van de stevigste soort zou den zijn, dan zou onze meening blijven: laat de katholieken terzijde blijven, bereid, in objectieve rust, de daden van een eventueel nieuw kabinet-Colijn af te wachten" Da Capo. Nu aan dr. Colijn opnieuw is opgedragen, de Kabinetscrisis tot een oplossing te bren gen staat formeel schrijft „D e T ij d" (R.K.) de crisis dus juist weer op hetzelfde punt als veertien dagen geleden, toen dr. Colijn aan H.M. het ontslag van het Kabinet aanbood en van Haar de opdracht kreeg om „een Kabinet" te formeeren. ,De pogingen, door staatsraad Kooien on dernomen en al de veelvuldige consulten die in deze veertien dagen hebben plaats ge had, zullen langzamerhand wel duidelijk gemaakt hebben, welke de concrete pro blemen zijn, die de Regeering moet oplos sen, en hoe een tot hun oplossing bekwame regeering practisch kan worden gevormd. In dien dr Colijn bereid zou zijn, water te doen in den wijn van den afscheidsdronk, dien hij veertien dagen geleden instelde, zal een reconstructie van het demissionnaire kabinet waarschijnlijk geen groote moeilijkheden ont moeten: het zou terugkeeren met zijn oude drieledige program, waarin de defensietaak ongewijzigd, de sociale taak uitdrukkelijk be vestigd zou zijn, tex-wijl de financieele taak in breedere perspectieven zou moeten worden ontworpen en gepreciseerd Dat de anti-revo lutionaire partij tegen dit herstel van het oude program bezwaar zou hebben, lijkt ons geenszins noodzakelijk; de crisis brak uit in het kabinet, niet in het parlement, en de anti-revolutionaire partij was er dus geen partij in". Het blad merkt ten slotte op, dat het feit, dat de „nieuwe" formateur de opdracht in beraad heeft gehouden er op wijst, dat de uitkomst ook hem nog niet duidelijk voor den geest staat De derde poging. „De Standaard (A.R.) schrijft om. „Thans heeft Dr. Colijn opnieuw een op dracht in overweging. Zal hij nu in staat worden gesteld daar aan te voldoen? Voor- het beantwoorden van die vraag zijn de resultaten van het onderzoek, dat mr. Kooien heeft ingesteld, van groote be teekenis Met name is van zeer veel belang, of als vaststaande mag worden aangenomen, dat een opdracht tot vorming van een Ka binet aan een ander vooraanstaand Roomsch Katholiek wij noemen mr. Verschuur en di'. Deckers niet zou kunnen slagen, hetzij omdat men van die zijde geen formatie onder R.K. leiding wenscht, hetzij omdat men geen samenwerking begeert tusschen R.K. en Soc. Dem., eventueel gesteund door Vrijz. Dem. en Chr. Historischen. Aangezien op dit oogenblik ook te dezen aanzien alle zekei'heid ontbreekt, moeten wij de ontwikkeling der gebeurtenissen af wachten. Wij hopen, dat deze bevredigend zal zijn. Onbevredigend zou zij voor ons zijn, wan neer door dr. Colijn 'n Kabinet werd gevormd, dat slechts op zeer korten levensduur kan rekenen,"» J Een uitweg. ,De Rotterdammer" schrijft, dat de gang van zaken haar niet verbaast. „Meer dan eens hebben wij erop gewezen, dat het zoo wel looperi zou", merkte het blad op. „Maar dat Dr. Colijn redelijke kans van slagen heeft, staat o.i. vrij vast. Blijkbaar ziet hij na de mislukking van dr. Kooien een uit weg Het staat echter niet zóó, dat het kabinet ongewijzigd zal blijven. Zocht men het in die richting, dan zou de Koningin eenvoudig wei geren om het gevraagde ontslag te verleenen. De nieuwe opdracht wijst in een andere rich ting. Het is echter volstrekt niet uitgesloten, dat de premier alsnog zal pogen een compromis te bereiken met zijn tegenwoordige ambtgenoo- ten en tegelij kei-tijd een opvolger van mr. De Wilde te zoeken. Maar er zal nog een zware wijs op gaan, al bracht de crisis eenige toena dering". Een puzzel. De „N. R o 11. C r t" (lib.) maakt slechts een korte opmerking: ,De puzzel is nu geworden: heeft dr. Colijn ondanks de mislukking van zijn vorige poging en die van mr. Kooien, werkelijk nog eenige hoop op een compromis met zijn r.-k. ambt genoot van sociale zaken, of heeft hij een hoop, een kabinet op andere wijze te kunnen samenstellen (waaronder begrepen: het tegen woordige kabinet te reconstrueeren) Onjuist. „Het Volk" (Soc.-Dem.) acht den gang van zaken in hooge mate onjuist. ,De liberalisten aan „linkerzijde" en „rech terzijde", zij vertegenwoordigen niet anders en niet meer dan een slinkende minderheid in ons volk. Die minderheid wenscht beperking van de 'sociale en werkloosheidsuitgaven ter- wille van de defensie; de meerderheid echter zoo is de tegenstelling tot haar kern terugge bracht eischt, dat aan het één zoo goed als an het ander de noodzakelijke zorg zal wor den besteed. Waarom, zoo moet de dringende vraag lui den, waarom krijgt deze meerderheid geen kans? Het heeft er toch wel heel veel van, dat met deze crisis een spel wordt gespeeld, dat slechts één doel heeft: te voorkomen dat een kabinet optreedt, dat op de voor de hand lig gende wijze de politiek van de meerdeiheid zal volgen. Men toovert de belangstellende menigte een bedrijf-Colijn voor; men laat een kort bedrijf-Koolen volgen; och, waarom zou men het stuk niet tot drie bedrijven be perken? Ten slotte moet toch immers de heer Colijn terugkeeren, toegejuicht door het publiek in de loges, en hij zou dan de kans- krijgen, zijn volstrekt onvoldoende werkloos heidspoli tiek door te zetten". De werken aan de Ged. Oude Gracht. Bespoediging gevraagd en verschillende verbeteringen van de gracht. De besturen van de Vereeniging Ged. Oude Gracht-Boulevard en van de R.K. Jongensschool, Ged. Oude Gracht 120, hebben, een adres aan den Gemeenteraad gericht, waarin zij zeggen, dat zij er grooten prijs op zouden stellen, indien de Raad de thans onderhanden zijnde werken aan de Ged. Oudegracht zooveel mogelijk zou willen 'doen bespoedigen. Zij zouden er alsnog grooten prijs op stellen, dat de trottoir met tegelbestrating op een bi'eedte wox-den gebracht van 5.5 Meter, de mid denweg over de resteerende 12 Meter wordt voorzien van asfalt en voldoende aandacht worde besteed aan de verlichting, door aanbrenging van groote lantaarns in het midden der gracht met dien verstande, dat lampen dwars over beide zijden het geheel voldoende verlichten. Ook wordt gevraagd bordesjes aan de lan taarnpalen tot het aanbrengen van bloemver- siei'ing, parkeer gelegenheid in de langte naast het trottoir, echter zonder bewaking en een par keerverbod voor vrachtwagens en autobussen. Adressanten zeggen o.a. in him toelichting: Sinds 24 April 1.1. zijn de werkzaamheden reeds aan den gang tot groot ongemak en nadeel van de neringdoenden, met gevolg, dat de ge- heele verkoop gedurende dezen tijd hierdoor ver beneden dien van de ernstigste crisismaanden is gekomen. Door den chaos kan ook het schilderwerk aan de huizen niet worden uitgevoerd, hetgeen in niet gex-inge mate de werkloosheid in de hand werkt. Breede trottoii's zijn ten zeerste gewenscht voor het winkelend publiek en vooral van groot belang voor de veiligheid der pl.m. 250 leerlin gen van de R.K. Uloschool, waarbij ook nog ge rekend móeten worden de leerlingen van de R.K. Handelsavondschool en de R.K. Midden stands-Handelsavondschool (vestigingseischen) eveneens bestaande uit gezamenlijk 250 leerlin gen. Boomen in de trottoirs zijn allernoodzake lijkst uit een oogpunt van stadsschoon. Asfalteeren van den rijweg, waardoor een ge- ruischlooze bedekking worde verkregen, is nood zakelijk, niet alleen voor de bewoners, doch ook voor het gevan van rustig en goed onderwijs aan de leerlingen van bovenvermelde school. Verder zal asfalt een waardige aansluiting ge ven op de bestaande wegdekken Ged. Oude Gracht (Spaax-ne-KL Houtstraat) en Groote Houtstraat. Twee-armige booglampen (overdwars ge plaatst) in het midden van den weg, zullen on getwijfeld een betere verlichting geven dan lan taarns tusschen de boomen, terwijl er boven dien een mooi scheiding wordt verkregen tus schen het rechtsche en het linkste verkeer. Uit een meting door de besturen verricht, is gebleken, dat gemakkelijk een tachtigtal auto mobielen in de lengte naast de trottoirs kunnen worden geplaatst. Hiervan behooren slechts 14 wagens toe aan de bewoners, zoodat pl.m. 66 wa gens een rustige plaats kunnen vinden met vol doende ruiinte voor uitrij. De breedte van den rijweg, circa 9 Meter, is daarvoor voldoende. De zoogenaamde bewaking zou zeker kunnen veirvallen. Het opzettelijk schuin plaatsen van de auto's met bewaking, zoo als tot nu toe gebeurde, heeft tot gevolg gehad dat alles zoo veel mogelijk werd samengedx-on- gen in de richting van de Groote Houtstraat, waardoor bij in- en uitrijden opstopping ont stond met als gevolg verkeersbelemmering en beschadiging. Zeer gewenscht is, dat groote vrachtwagens en autobussen worden geweerd. Het gaat toch eigenlijk niet aan, dat verschillende marktkoop lieden b.v. den geheelen Maandag, tijdens de marlet, kosteloos parkeeren, terwijl de ingezete nen hiervoor pi'ecariorechten moeten betalen. Nieuwe instructies naar Seeds gezonden. De diplomatieke medewerker van Reu ter verneemt, dat de nieuwe opmerkingen, die zijn opgesteld ter informatie van Seeds en die door de Fransche regeering zijn goedgekeurd, naar Moskou zijn verzonden. Men verwacht thans, dat de vertegenwoordigers van Enge land en Frankrijk spoedig weer een onder houd met Molotof zullen hebben. =0! dat beteekent: enorme keuz.e, extra koopjes, stérk ven/aac/c/e prijzen bij ANEGANG HOEK W A R M OES ST R A AT Het aniverseele reclame-middel:

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 12