Avontuur in Venezuela De burgemeester van Den Bosch, mr. F. van Lanschot, Het nummer achtriemsgieken tijdens de nationale kampioenschappen van den Ned Z. K. H. Prins Bernhard heeft^ Zaterdag de officieele proefvaart en over- opende Zaterdag de tentoonstelling „Ideaal Wonen", welke Roeibond op de Boschbaan te Amsterdam werd gewonnen door .Nereus" (voorgrond) dracht van het m.s. .Oranje medegemaakt. De Prins begeeft zich te in zijn gemeente wordt gehouden daarachter .Laga", „Njord" en .Triton" Amsterdam aan boord van het schip d.j oe oninu.i.ng van het monument van Dorus Rijkers op het Helden der Zeeplein te Den Helder liet H. m. de Koninaino zich vertegenwoordigen door Hear ordonnan.-offloier, luit. A. j. F. M. Egler van Wdsekerke, die een krant legde aan den voet fr—'ii imn w. *5" "et gedenkteeken De „regenbogen" bij het ronden van de boei tijdens de zeilwedstrijden, die Zondag op de Braasemermeer zijn gehouden De finale heeren dubbel tijdens de tenniskampioenschappen te Scheveningen. Op den voorgrond Hughan en Van Swol, op den achtergrond Karsten en Teschmacher Dr. ir. A. van Rossum, directeur van den Rijksvoorlichtingsdienst ten behoeve van den rubberhandel en den rubber nijverheid, is benoemd tot bijzonder hoogleeraar in de rubbertechnologie aan de Technische Hoogeschool te Delft Op den boulevard te Zandvoort zijn groote draverijen gehouden. .Zon nestraal" (links) en .Aura V" in den strijd FEUILLETON Naar het Amerikaansch van R. H. DAVIS. (Nadruk verboden.) 3) Van al deze dingen had Mr. Forrester, hoog in zijn Forrester sky-scraper van zeven en twintig verdiepingen, waar speciale politie agenten in grijze uniformen en liftjongens, eerbiedig voor hem aan hun pet tikten, nooit iets gezien. Hij beschouwde die rampen al leen als hindernissen om zijn contracten bin nen den vastgestelden tijd uit te voeren. Hij aanvaardde ze net zoo flegmatiek als hij het met een staking van de werklieden bij het étagehuis, dat zijn firma ln de 59ste Straat bouwde, zou doen. Soms zonden zijn ingenieurs hem foto's van hun werk in vreemde landen om hem beter te laten zien hoe zij opschoten. Gewoonlijk keek hij een kort oogenblik nieuwsgierig naar alle zwarte koelie's met hun tulband op, naar de olifanten, die zware ijzeren balken sleepten, zijn ijzeren balken en misschien vroeg hij zich even af of die man met zijn modderlaar zen en zijn groote zonnehoed, Mc. Kenzie zou zijn. Verder ging zijn belangstelling niet en zijn fantasie werd nooit geprikkeld. Soms kwam Mc. Kenzie terug en dineerde in een keurige smoking met hem in zijn club of in een chic restaurant, waar de zinnen van den ingenieur verdoofd werden door de hitte, de muziek en den bloemengeur, waar hij door een waas van door roode kappen getemperd kaarslicht en gouden champagneglans weer eens vrouwen van zijn eigen huidskleur zag. En onder zulke omstandigheden kon men van Mr. Forrester toch niet verwachten, dat hij den echten Mc. Kenzie leerde kennen. Dit was niet de Mc. Kenzie die twee maanden gele de1.! een strijd op leven en dood had gevoerd om een rantsoen vruchten en die om zich te gen de zon te beschermen een badhand doek over zijn ruggegraat droeg. Bij zulke ge legenheden wilde Mr. Forrester altijd weten of die nieuw machinale schroevendraaiers niet overbodig waren, nu inlandsche krachten een paar meters katoen en een zak rijst kostten. En hij placht te vragen wat voor in vloed zout water en een temperatuur van 105 graden hadden op de nieuwe anti-roest verf. Dat was alles wat hem interesseerde. Eens riep een van zijn jonge employes, ge ïnspireerd door een overdadig diner, hem over de tafel toe: Herinnert u zich dien vuurtoren nog, dien we aan de Perzische golf hebben opgericht? De consul in Aden heeft me op m'n laatsten tocht verteld, dat voordat dat licht er was, er ieder jaar ongeveer vijftien schepen op die kust verongelukten en meer dan honderd menschen verdronken. En sedert het kust licht is gekomen, drie jaar geleden, zijn er maar drie verongelukt en niemand verdron ken. Miv Forrester knikte ernstig. Ik weet het nog, zei hij. Dat was in den tijd dat we zoo dom waren om cement door het Suezkanaal in plaats van om de Kaap te sturen, toen de douanetarieven ons ieder jaar vijfduizend dollar kostten. Het was niet de kwestie dat mr. Forrester het verlies van vijfduizend dollar belangrijker vond dan het redden van een aantal levens. Het was alleen maar, dat menschen redden niet tot zijn branche behoorde! Als alle an dere industrieelen, was hij buitengewoon lief dadig ten behoeve van instellingen tot welker branche het wel behoorde! Om levens te red den schreef hij flinke chèques. Maar hij hield liefdadigheid en „zaken" streng gescheiden. •Bij zijn werk was hij óf niet in staat om te zien, 'óf het interesseerde hem niet, wat men- schelijks. dramatisch of schilderachtigs in de wereld was. Hij wist niet dat in zijn eigen zaken er zich melodrama's en romans hadden afgespeeld, die de stoutste fantasie van romanschrijvers in de schaduw stelden. Toen de jonge Sam Coldwell, de derde vice- president van de onderneming, Mr. Forrester vertelde dat als de Maatschappij het geld wilde terug hebben dat ze in Venezuela had den uitgegeven, ze een revolutie moesten fi nancieren, gaf. Mr. Forrester zonder een en kele vraag zijn toestemming en deelde het geval in bij de afdeeling: Politiek. Sam Coldwell, de derde vice-president, was een buitengewoon vlotte, gewiekste jongeman. Iedereen was het daarover eens en niemand was er meer van overtuigd dan Sam Coldwell zelf. Zijn verwaandheid op dat punt was werkelijk zijn meest innemende eigenschap. Hij was er erg trotsch op, dat hij nooit ge plaagd! werd door zulke gewetensbezwaren, als die zijn concurrenten er toe brachten geen lagere prijzen te vragen dan de F. C. C. Hij hield er geen illusies op na en hij vond zichzelf verre verheven boven zijn vroegere academievrienden, omdat die in hun zaken nog steeds gekweld werden door ouderwetsche tradities en scrupules. Als ergens in het buitenland het werk van de F. C. C. tegengewerkt werd door politieke personen werd Sam Coldwell er altijd op uitge stuurd om de kwestie met hen te bespreken. Hij zou den marktprijs van een Russischen aartshertog of een Portugeeschen kolonialen -'ouverneur even nauwkeurig kunnen opge ven als dien van een Indiaansch opper hoofd. Zijn afdeeling had men kunnen beti telen met .Achter-de-Schermen". en zijn funcMe met ..de jakhals van Mr. Forrester". Hij was naar Venezuela geweest om de kat eens uit den boom te kijken en hij had ge rapporteerd dat President Alvarez moest ver dwijnen en dat iemand die de F. C. C. goed gezind was, voor hem in de plaats moest ko men. Dat was alles wat Mr. Forrester wist of wilde weten. Het getraineer in Venezuela be gon hem geweldig te vervelen. Er moest nu eindelijk maar eens een eind aan de kwestie komen, want hij wilde zijn vloot van lichters, baggermachines en vlotten op een andere kust aan het werk zetten. Dus zooals de ge wone gang.van zaken was, stelde hij de zaak in handen van Sam Coldwell om die het op zijn eigen manier te laten opknappen. Twee weken na het gesprek met zijn vader was Roddy, absoluut niets wetend van Mr. Coldwell's bedoelingen, in Venezuela en zat op den rand van een bouwvlot, terwijl hij zijn in kaplaarzen gestoken beenen in het water liet bengelen en toekeek, hoe een stalen ge raamte uit het koraalrif omhoog kroop naai den brandenden, gloeienden hemel. Van tijd tot tijd werd hij wakker om een nieuwe si garet te nemen en dreigend te roepen: O-i-iga, Masa! Schiet op! Pronto! Anders doe ik het zelf Elke tien minuten uitte El Senor Roddy de zelfde bedreiging en de werklieden, die in het begin gehoopt hadden dat hij zijn woorden nog eens ten uitvoer zou brengen, begonnen daar langzamerhand aan te wanhopen. Peter de Peyster twijfelde er niet langer aan of de Orde der Witte Muizen zou ophouden te bestaan, als er niet iets gedaan werd en wel dadelijk. De roep van gewin, plicht of ple zier had de leden naar verschillende uithoeken van de wereld verstrooid. Hun plichten van het Gouden Boek van Dappere Daden bleven onbeschreven. Zonder het vereischte aantal van twee konden er geen vergaderingen ge houden worden en zonder vergaderingen kon den er geen diners zijn en toch gingen over de geheele wereld menschen dood onder tra gische omstandigheden en de Witte Muizen deden er niets tegen. Peter de Peyster schoot een paar pijlen in de lucht in den vorm van verontwaardigde briefkaarten. Hij beval alle Witte Muizen hem onmiddelijk de namen te melden van de personen, die zij in den laatsten tijd van den dood gered hadden. Aan boord van het slagschip Louisiana schreef Perry: Ik meldt dat ik gedurende een storm hij Finisterre overboord ben gesprongen om een man te redden. Het bleek Reagan, kanonnier eerste klasse te zijn, die het zwemkampioen- schap langeafstand op zijn naam heeft staan en twee reddingsmedailles bezit. Toen ik voor de derde keer onder water was, viscbte Reagan me bij mijn haren op en sleepte me naar het schip, Wie krijgt de onderscheiding? Van uit het Raffles Hotel, Singapore, seinde de Ochideecnjager: Heb mijn eigen waardevol leven gered door te weigeren langer mijn vaders bier te drinken. Geef iedereen een medaille. Uit Porte Cabello Venezuela, schreef Roddy: Ik heb dagelijks 't leven van vijftig koelies uit Jamaica gered door geen bijl te dragen. Als je mijn leven wilt redden van zonnesteek en slaapziekte, die me vooral na dê lunch met buitengewone hevigheid aanpakt, kom dan met de eerste boot. Een week later nam Peter de Peyster de ..Red D." boot naar het Zuiden en kwam na een kort oponthoud bij Porto Rico en Cura cao in Porto Cabello, in de armen van zijn vriend terecht. Op de kade vroeg Roddy gre tig. nadat de welkomstkreten verstorven wa ren: Toen je de haven binnenkwam, Peter, heb je toen geen roode en zwarte boeien ge zien? Dat zijn mijn boeien, Die heb ik daar gebracht, ikzelf. En ik heb dat heele kanaal aangelegd, waardoor je binnen bent gekomen, ook heelemaal alleen. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 8