Tweede Kamer brengt het ottfde Kabinet Colijn ten val Katholieke motie van wantrouwen met groote meerderheid aangenomen Weer een Kabinetscrisis Ondanks kxacfiüqe xede uan den Tïluüstex=president Chineesch employé gearresteerd. ten euvei, dat dringend aandacht verdient. VRIJDAG 28 JULI 1939 HAARLEM'S DAGBLAD 3 Dr. H. Colijn. MET het slot van de belangrijke vergadering op het Binnenhof, moge ik beginnen. Dit had tot resultaat, dat een overweldi gende meerderheid, te weten 55 van de 82 aanwezige leden, instemde met de motie-Deckers, die het optreden van het huidige Kabinet betreurde, aangezien het niet voldoende waarborgen bood voor een deugdelijke samenwerking met de Kamer. Alleen de anti-revolution- nairen, de christelijk-historischen, de liberalen, de nationaal-socialisten en de Staatkundig-Gereformeerden stemden tegen. Dr. Colijn vermeldde nog in zijn knappe en over het algemeen zeer taktvolle rede, dat het Kabinet gaarne bereid is plaats te maken voor een hechte, positief willende werken meerderheidsgroepeering, zoo dat men thans dus mag verwachten, dat de nieuwe Heeren hun ontslag zullen vragen en niet op Kamerontbinding zullen aansturen. De heer van Houten (Chr.-dem.) meende te kunnen vaststellen dat we eigenlijk niet voor ons zien het vijfde kabinet-Colijn, maarhet eerste kabinet-v. Lith de Jeude, gezien den invloed door de liberalen thans uitgeoefend. Ja, er zitten hier, merkwaardig genoeg, meer liberalen achter de minister tafel danin de Kamer zelf. Spr., die overigens nog eenige pijnlijke opmerkingen over de R. K. Staatspartij maakte, kan in het algemeen geen vertrouwen in de nieu we ploeg stellen. Een keurcorps van deskundigen mag het nieuwe kabinet bevatten aldus Jhr. mr. de Geer (Chr, Hist.) dit neemt niet weg, dat ik toch niet zeer enthousiast ben over het feit, dat het moest optreden en het vori ge bewind heenging. Want dat bevatte ook zeer goede bewindslieden, zooals b.v. Mr. Steenberghe. En voorts is het jammer dat in dezen tijd van internationale spanning ern stige onderlinge politieke strijd is ontstaan. Noch de premier, noch degenen die' we thans niet meer achter de groene tafel zien, hebben het conflict gewild. Maar het is nu eenmaal zoo. dat hen een onover brugbaar geschil bleek te scheiden, als is nog niet heelemaal duidelijk wat er precies aan de hand was. En nu de door de C. H. fractie tegenover het nieuwe kabinet aan te nemen houding. Onze fractie is van nature gouvernementeel en zal het kabinet beoordeelen naar zijn daden. Dit mogen andere groepen ook doen. Spr. betoogde voorts dat men een paskwil van het parlementaire stelsel maakt als men bij voorbaat eischt dat een ministerie precies zoo is samengesteld als de of een •meerderheid in de Kamer. Dat 't kabinet rechtens en a priori 'n afspiegeling van het Parlement zou moeten zijn is geenszins ab solute eisch van het parlementaire stelsel. Door zijn onmiddellijke verschijning voor deze Kamer en het afleggen van een Regee- ringsverklaring heeft het terstond getoond allerminst het Parlement ter zijde te willen stellen. s Met de Regeering is jhr. Mr. de Geer het eens dat de drie hoofdpunten, genoemd in de Regeerings verklaring, gecoördineerd moeten worden. Dat brengt o.m. ook met zich mee even zeer ten aanzien van de de fensie als van de werkloosheidsbestrijding op een gezond financieel beleid acht te slaan. Late men onbevangen de daden en de wets ontwerpen van het kabinet beoordeelen en zich niet overgeven aan oppositie quand même. Dit zal de houding van de C. H. frac tie zijn en aldus bewijst men de beste dien sten aan het parlementaire stelsel. Nadat Ds. Kersten (H. Ger.), die het on waarschijnlijk noemde dat de R.K. fractie thans „de uiterste noodzaak" voor samen werking met de S.D.A.P. reeds aangebroken acht, verklaard had in het algemeen wel met het nieuwe kabinet te willen samenwerken, sloot de heer Schouten (A.R.) de rij der debatteerende afgevaardigden. Met zijn po litieke vrienden betreurde hij zoowel het ontslag van Mr. de Wilde als het ontstaan van de kabinetscrisis. Doch daarvoor be stond helaas alle aanleiding, te weten ver schil van meening met de Katholieke minis ters op het terrein van het financieel beleid. Samenwerking met de R. K. Staatspartij lacht spr. in beginsel toe, doch dan moet er toch voldoende eenstemmigheid voorhanden zijn en die is den laatsten tijd meer en meer gaan ontbreken. Wat de Kabinetsformatie betreft, betoogde de a.r. woordvoerder, dat een meerderheid in het negatieve, nog een positieve meerderheid is evenmin als een meerderheid in het vage. of ingedacht, een meerderheid in 't concrete of in werkelijkheid is. Dat per sé een meerderheids-bewind moest optreden, op grond van de eischen van het parlementaire stelsel, ontkende de heer Schou ten, die trouwens niet inzag, dat zulk een be wind thans tot mogelijkheden had behoord. Overigens was het aan den Premier om nader licht omtrent een en ander van de formatie te verschaffen. Met nadruk pleitte deze afgevaardigde nog eens voor het „ideaal" van een sluitende be grooting, in welk verband hij al met de be grooting voor 1941 bezig was! Vandaar, dat hij met verwondering kennis had genomen van hetgeen de Regeering t.a.v. verdere voor ziening voor de ouden van dagen en eventueele verlaging van den leerlingen-schaal wenscht te doen. Principieel is er tegen maatregelen van dien aard geen bezwaar, maarfinan cieel zouden ze bedenkelijk kunnen zijn. Hoe kan de Regeering thans wel aan zulke uit gaven denken. Rede van dr. Colijn. Dan komt het groote oogenblik. De Minister- President verheft zich, ter beantwoording van de gedachtenwisseling, waarbij hij allereerst in verband met het ontstaan van de Kabinets crisis, het evenals Mr. de Geer, volkomen mis plaatst noemt te spreken van schuld bij deze of gene groep der vroegere bewindslieden. Er was nu eenmaal een onoverbrugbaar meenings- verschil. De Premier brengt dan in herinnering hoe in 1937 zijn vierde kabinet onder gunstige financieele en economische vooruitzichten was opgetreden. De inkomsten bleken toen met 61 millioen gestegen, zoodat die gunstige toe stand mede invloed had op de samenstelling van 't toenmalige Regeeringsprogram al nam de formateur daarin terstond een veiligheids clausule op, hierop neerkomend dat voors hands toch zekere voorzichtigheid geboden was t.a.v. nieuwe uitgaven, uitgezonderd de defensie-uitgaven, welke per sé noodzakelijk waren. In 1938 toonde de" stijging der middelen al een geheel ander tempo, te weten „slechts" 7 milllioen. Daarom meende Minister de Wilde toen te moeten waarschuwen tegen sommige in het eerste levensjaar door het Kabinet be raamde nieuwe plannen, voornamelijk t.a.v. de f 10 milllioen kosten jeugd werkloosheids bestrijding. Zoo ernstig waren Mr. de Wilde's bezwaren zelfs, dat -hij in September 1938 ernstig over aftreden dacht. Doch Dr. Colijn wist hem toch nog over te halen (wegens de ernstige internationale situatie) te blijven op voorwaarde, dat er flink bezuinigd zou worden zoowel om 't normaal accres op te vangen als ook met 't oog op wat er nog meer noodig zou zijn voor werkloosheidsbestrijding. Aldus wist Mr. de Wilde in November 1938 te bedingen. In dit voorjaar liet zich op den gewonen dienst voor 1940 een tekort van 56 millioen voorzien. Daarom ging Mr. de Wilde weg. De Premier, die 't in 't algemeen wel met den Minister van Financiën eens was, meende echter als Premier nog te moeten probeeren door overleg een Kabinetscrisis te voorkomen. Als eerste resultaat leverde dit overleg ver mindering van het eventueel tekort op den gewonen dienst tot 44 en wat later tot onge veer 39 milllioen op; altijd in de rekening opnemende, dat de 50 milllioen aan nieuw voorgestelde belastingen reeds binnen zouden zijn. Houdt men ze buiten de rekening dan zal het tekort 89 millioen zijn en in 1941 komen daar nog eens nieuwe, ongedekte, verplichtin gen van" 45 milllioen bovenop, dus dan zal het tekort in 'n rond cijfer 85 milllioen bedragen, indien we tenminste 50 millioen uit de nieuwe belastingen zullen halen. Daarbij komt dan nog, dat op den kapitaal- dienst voor 1940 een bedrag van 209 millioen zal komen. Terwijl de vlottende schuld aan het eind van dit jaar ongeveer 1 milliard zou bedragen, zouden we omstreeks 250 millioen in 1940 moeten gaan leenen. Intusschen. los nog van het meeningsver- schil over niet voldoende naar beneden bren gen der begrootingsuitgaven, bestond er nog een ander verschil van inzicht, te weten op het gebied van de jeugd-werkloosheidsbestrij ding. Was de omvang wel zoo groot, dat er 10 millioen voor uitgegeven moest worden en deugde de door minister Romme voorgestane methode wel? Tenslotte, na veel heen en weer spreken, ontving dr. Colijn op 28 Juni van minister Romme een nota, waarin deze betoogde dat de besluiten betreffende werkverschaffing, jeugdwerkloosheidsbestrijding enz. gehand haafd moesten blijven, wilde hij, minister Romme de Regeeringsverantwoordïng kunnen blijven dragen. Met dit stuk in handen, bleef er onder de gegeven omstandigheden niets anders meer over dan het op 29 Juni door het heele kabinet gevraagde ontslag. En nu de kabinetsformatie. Over niet-ge- j slaagde formaties te gaan spreken is vrijwel I ondoenlijk, o.m. reeds wegens vele vertrou- welijke besprekingen die daarbij gevoerd zijn. Toch bleek dr. Colijn wel bereid iets te zeggen over zijn pogingen na de eerste opdracht. Niet gewenscht leek het hem toen, een kabinet te vormen zonder Roomsch-Katholieken. Dat I was juist onder de tegenwoordige omstandig heden (na al 't gedoe inzake Oss) meer dan ooit ongewensöht. Spr. heeft het uiterste gedaan om zulk een kabinet mogelijk te maken en was dus zeer ver gegaan in zijn tegemoetkomendheid. Pas toen 't hem on mogelijk bleek, vroeg hij ontheffing van de opdracht. Na de mislukking-Kooien was de vraag, of hij, dr. Colijn, terstond moest be danken. Echter twijfelend, op grond zijner indrukken, aan 't bestaan van een reëele mogelijkheid om een parlementair kabinet samen te stellen, meende hij mede met het oog op de internationale situatie de tweede opdracht in beraad te moeten nemen. Toen voelde hij zich, ook na mr. Koolen's mislukking, wel vrijer om geen katholieken op te nemen, al probeerde hij het toch nog eens. Pas toen hij weer bot ving, zette hij er zich toe een program-kabinet te vormen. Nu zonder katholieken, aangezien hij geen ka tholieken had kunnen vinden die genoegzaam bereid waren, dr. Colijn's financieele opvat tingen te deelen en daarvan de consequen ties te aanvaarden. Vol verontwaardiging keerde spr. zich tegen zinspelingen als had hij zelf het hooge ambt weer gezocht. Niets is hem vreemder. Als men meent dat een ander financieel beleid mogelijk is dan het kabinet voor staat, dan zal men dat ronduit moeten aan- toonen en de consequentie daarvan moeten durven aanvaarden. De premier verklaart dit program kabinet te beschouwen als een inter mezzo-kabinet en niet als een normale regeering. Dus: indien zich in de Kamer een hechte duidelijke meerder- heidsgroep vormt in het positieve, dan ben ik, gelijk jhr. mr. De Geer dat in 1926 zeide, bereid op te staan. „Ja, dan weet ik niet hoe vlug ik opsta om door het klapdeurtje deze zaal te ver laten", aldus de Premier. Het programma. Zonder overleg met eenigen fractieleiders heeft de formateur een program op gesteld, dat de uitgenoodigde personen vrijwel ongewijzigd hebben aanvaard en waaromtrent tusschen hen homogeniteit bestaat. In 't pro gram, dat meer omvat dan de Regeeringsver klaring, komt natuurlijk ook handhaving van de zelfstandigheidspolitiek. Voorts dat t.o.v. de algemeene vraagstukken van binnenland- schen aard zoo min mogelijk wijziging zal worden gebracht in de gedragslijn van de laatste jaren. Het wetsontwerp werkverruiming zal in al- gemeenen zin worden gehandhaafd, echter met vermijding van oneconomische kapitaals- investaties. Let wel, aldus de Premier, on economisch is niet hetzelfde als onrendabel we eischen dus niet, dat alleen maar ren dabele werken worden uitgevoerd. Wat betreft partieele wijziging van de leerlingenschaal óf deze keuze staat nog vrij verbetering van de situatie van kweekelingen met acte en wat aangaat eventueele nadere voorziening voor ouden van dagen, hoopt de Minister-President bij de om werking van de belasting-plannen voor deze doeleinden het noodige geld te kunnen vin den. En nu de Indische defensie. De financieele kant daarvan zal ook moeten worden bekeken Thans het slot van 's Ministers betoog. Was er op dit oogenblik een ander kabinet prak tisch mogelijk? Naar spreker's indrukken, neen. „Mocht ik me daarin vergist hebben, welnu mijnheer de Voorzitter, er is niets eenvoudiger dan mij in dat geval mijn vergissing bij no- tarieele acte te beteekenen", aldus de Minister President, welke overigens meende, dat het voorbarig is nu al te beweren dat het kabinet niet past bij deze Kamer. Dit zal eerst blijken als we met onze voorstellen komen. Trouwens, het is niets nieuws, dat er zich aan de hand van voorstellen botsingen tus schen Kabinet en Kamer voordoen, zelfs wan neer een Kabinet min of meer bij de Kamer scheen te hooren. Het is nu eenmaal zoo, dat ons partijwezen en de partijschakeeringen een hechte samen werking tusschen Regeering en volksvertegen- Mr. dr. L. N. Deckers. woordiging niet per se waarborgen. Daaruit moet veel van onze staatkundige misère ver klaard. De Kamer heeft de voorstellen van een Re geering naar haar innerlijke waarde te be oordeelen. De Premier besloot zijn rede met de volgende woorden: ,,Het Kabinet is zich bewust, dat het moet streven naar samenwerking met 't Parlement. Doch het kan zich niet losmaken van zijn overtuiging dat we ons financieel c-p 'n ge vaarlijk hellend vlak bevinden en dat het de hoogste tijd is met ernst te streven naar ver betering van een financieel deplorabelen toe stand. Dat is de inzet, warmee en waarvoor de Regeering staat of valt, zonder allerlei nood zakelijke (o.m. sociale) belangen te verwaar- loozen. In serene rust wachten we de uitkomst van dit debat af, wetend dat alles tenslotte gaat volgens het bestel van Hem, die ook op aarde Koning is". Mr. dr. D e c k e r s (R.K. verklaarde in twee de instantie o.m. nog te betreuren, dat er nu aan de samenwerking tusschen de Christe lijke groepen op dit moment een einde is ge komen. Spr. betreurt dat te vroegtijdig deze com binatie aan het bewind is gekomen, namelijk voordat voldoende gepoogd was een Kabinet samen te stellen waarvan men 'n vruchtbare samenwerking met de Kamer kon verwach ten. Vandaar de door hem ingediende motie, welke als volgt luidde: „De Kamer overwegende, dat de Kabinetsformatie niet heeft geleid tot het optreden van een Kabinet dat de noodige waarborgen biedt voor een deugdelijke behartiging van het landsbelang in gemeen overleg met de Staten-Generaal, keurt het optreden van dit Kabinet af en gaat over tot de orde van den dag". De heeren Albarda (s.d.), Van Houten (chr.- dem.), Joekes (v.d.), en De Visser (comm.) verklaarden vervolgens dat hun fracties voor de motie zouden stemmen. De motie werd daarna aangenomen met 5527 stemmen. Vóór stemden de Katholieken, Vrijzinnig- Democraten, Sociaal-Democraten, Communis ten en de Chr.-Democraten; tegen de Anti- Revolutionnairen, Chr.-Historischen, Liberalen Nationaal-Socialisten en Staatkundig-Gere formeerden. E. van R. Drinkt geregeld riezit vele Natuurlijke Mineralen GEZOND GENEESKRACHTIG (Adv. Ingez. Med.) Verdacht van verduistering van ƒ10.000. BATAVIA, 27 Juni (Aneta). De politie te Telokbctong arresteerde gis teren zekeren Gouw an Siem, employé van een Chineesche firma, die ver dacht wordt van verduistering van ruim f 10-000. Verdachte had de wijk genomen naar Telokbetong, waar hij zich in een kampong verborgen hield. Hij is thans op transport gesteld naar Bandoeng. Prins Bernhard bezoekt afgevaar digden der Christen-jeugd. Donderdagmiddag heeft Prins Bernhard een bezoek gebracht aan het gebouw van de A. M. V. J. aan de Stadhouderskade te Amster dam, waar het hart klopt van de organisatie der wereldconferentie van Christen-jeugd, die zooals bekend op het oogenblik in Am sterdam wordt gehouden. De Prins onderhield zich geruimen tijd met de leden van het or ganisatiecomité, zoo c.m. met de leiders der conferentie, dr. W. A. Visser 't Hooft, dr. J. Eykman en den heer Edwin Espy, terwijl een aantal leiders van delegaties uit- verschil lende deelen der wereld aan ZKJH. werd voor gesteld. Ook met hen heeft de Prins zich geruimen tijd onderhouden. Gevaarlijk spelletje op een bouw terrein. Achtjarige jongen kreeg kozijn tegen het hoofd. Donderdagmiddag is op een bouwterrein aan de Orteliuskade te Amsterdam een ernstig ongeval gebeurd. Daar speelde een aantal jongens op een stapel raamkozijnen. Plotseling schoot een der kozijnen uit den stapel los en een achtjarige jongen, die daardoor zijn even wicht verloor, viel en kreeg het houten ge raamte tegen het hoofd. De knaap liep een verwonding aan het oog en een hersenschud ding op en is ter verpleging naar het Wilhel- mina Gasthuis vervoerd. Slechte toegangswegen tot Amsterdam. De K.N.A.C. schrijft ons: Amsterdam, de hoofdstad van het Rijk, de trots van ieder rechtgeaard Nederlander, be schikt over toegangswegen, waarover een vooruitstrevend dorpsbestuur zich zou scha men. Zoo locpt de autostrada van de Residentie naar de hoofdstad dood in een landweggetje, waarop het verkeer in beide richtingen ge blokkeerd wordt, indien één handkar er stil blijft staan. Van Velsen leidt een betonweg naar Amsterdam, doch loopt alvorens den hoofdweg HaarlemAmsterdam te bereiken, hopeloos vast in het oude dorpje Sloterdijk. Via een houten bruggetje rijdt men dan de hoofdstad binnen. De verbindingen naar de overzijde van het IJ dragen het kenmerk van onevenwichtlgen groei. Misschien drukt hier al bijzonder het gebrek aan de noodige gelden, ten einde ruim opgezette plannen, die gedeeltelijk werden uitgevoerd, verder af te werken. Van Zaandam en Alkmaar is de entree al evenmin te roemen. Deze slechte verbindingen zijn echter nog niet te vergelijken met den onhoudbaren toe stand van den uitvalsweg naar het Gooi, waar het verkeer herhaaldelijk vastloopt bij den spoorwegovergang aan de Omval, even voorbij de Berlagebrug. Hoewel dit obstakel uiterlijk 8 October a.s. zal verdwijnen in verband met de in gebruik neming van de verhoogde spoorbaan en tevens van de Berlagebrug af een weg wordt aange legd, welke langs het Amstelstation gepro jecteerd is en voorbij den spoorwegovergang tijdelijk op de Weesperzijde zal aansluiten, moet het drukke verkeer naar en van Amers foort, Bussum, Hilversum, Baarn en Utrecht, nog drie maanden lang van dezen overweg gebruik maken, hetgeen juist in verband met de zomermaanden, tot ernstige verkeersop stoppingen aanleiding kan geven. Het ongeluk wil, dat de spitsuren voor het automobielverkeer, vooral wat betreft de forensen, samenvallen met die van de Spoor wegen, zoodat de spoorboomen juist op die uren meer en langer gesloten worden. De file. die daardoor op sommige uren van den dag ontstaat, neemt ongelooflijke afmetingen aan. Het oponthoud ter plaatse zou aan merkelijk verminderd kunnen wor den, indien van de zijde van de Ne- derlandsche Spoorwegen wat meer goeden wil en wat meer aan de om standigheden aangepast overleg, ge toond zou worden. Men krijgt n.l. sterk den indruk dat de boomen ter plaatse onnoodig lang dicht blijven en te laat worden geopend. Met wat goeden wil zouden hier ettelijke mi nuten te winnen zijn. Men kan echter op twee manieren deze zeer drukke spoorlijn van het Weesperpoortstation aan den Omval vermijden, hetgeen nog steeds te weinig bekend is. Zoo kan men biiv. in Diemen de Hartsvelderbrug links laten liggen en in plaats daarvan gebruik maken van den Middenweg, welke in de Linnaeusstraat uit loopt. Rechtruit rijdend komt men dan aan het Koloniaal Museum waarna men de oude Muiderpoort aan de linkerzijde passeert, de Sarphatiestraat inslaat en langs het Amstel Hotel via Hoogesluis en Weteringschans het Leidsche Plein bereikt. Wanneer men echter van Amersfoort en Baarn over een beteren weg dan de verzak kende autostrada langs Naarden en Muiden Amsterdam wil bereiken, slaat men reeds bij de kruising Laren den weg naar Hilversum in, vervolgens over de viaduct in de richting Bussum. om dan bij het rondooint vóór Bus sum links af te slaan en via Weesp naar Die- men te rijden over den mooien breeden as faltweg. Bij Diemen gekomen, kan men dan den ireuwen weg naar Ouderkerk inslaan om vervolge"c via Amstelveen rechts af te buigen naar het Stadion om vandaar het centrum te bereiken, een route, welke ten sterkste is aan te bevelen. Langs deze route kan men ook op de gemakkelijke wijze in korten tijd Schiphol bereiken, waar men weer aanslui ting vindt op het wegennet, dat Amsterdam met Den Haag. Rotterdam of Haarlem en de Noordzeeplriatsen verbindt. Gezanteiibenopniins te Londen en Bern. Bij K B van 17 Juli is jhr mr. E. F. M. J. Michiels van Verduvnen met ingang van 16 September a.s. benoemd tot HMs. gezant te Londen en is mr. E. N. van Kleffens in gelijke hoedanigheid benoemd te Bern met ingang van 1 Augustus a.s. Overbelaste kano sloeg om. Donderdagmiddag omstreeks vijf uur gin gen twee meisjes en een jongen in een twee persoons kano op het IJselmeer nabij Lem mer varen. Waarschijnlijk door overbelasting sloeg de kano om. De jeugdige eigenaar van de kano. die aan den havenkant staande, zijn vaartuigje had nageoogd, zag het ongeval gebeuren en waarschuwde onmiddellijk den schipper van de reddingmaatschappij. Deze voer onverwijld ter redding uit en kwam nog juist bijtijds om het drietal, dat zich aan de kano had vastgeklampt, aan boord te nemen en behouden aan wal te brengen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 5