Miiitavte&espnekiug&i. aanstaande tusschen Engeland, Frankrijk en Rusland DINSDAG 1 AUGUSTUS 1939 HAARLEM'S DAGBLAD 5 Waarschijnlijk nog deze week Aankondiging van Cfuun&etiain in het £aqeehuU In zijn rede in het Lagerhuis heeft 'de Engelsche minister-president Chamberlain gisteren medegedeeld, dat zoo spoedig mogelijk waarschijnlijk nog deze week Britsche en Fransche vertegenwoor digers naar Moskou zullen worden gezonden voor het houden van militaire besprekingen. Bovendien zullen de politieke besprekingen worden voortgezet, opdat een eindovereenkomst tot stand komt op den grondslag van een politiek accoord. Aan het hoofd der Britsche militaire delegatie zullen staan admiraal Sir Reginald Drax, luchtmaarschalk Sir Charles, Burnett en majoor 3ohn Heywood. Het debat werd geopend door den liberalen afgevaardigde Sinclair. „Laat mij het ronduit zeggen" aldus spreker „de indruk be staat, dat Chamberlain nog sterker dan de minister van buitenlandsche zaken naar paci ficatie neigt en nog minder resoluut is in zijn verzet tegen agressie Het is zeer noodig, dat de premier voor sommige zijner aanhangers duidelijk maakt, dat het verzet tegen agressie en de opbouw van een vredesfront een politiek van hemzelf en van de regeerimg was. Wij hebben gelukkig geen behoefte aan een nieuwe verzekering ten aanzien onzer betrekkingen tot Frankrijk: Wij verheugen ons in een duidelijke samenwerking tusschen beide landen, in het bijzonder in de lucht (applaus). Maar wel is een nieuwe verzekering omtrent de onderhandelingen met Rusland dringend noodig". Sinclair zeide, dat het huis eigenlijk niet voor een lange periode verdaagd mag worden, alvorens de onderhandelingen met Rusland voltooid zijn. Sinclair juichte de afvaardiging van admi raal Drax toe en betoogde, dat men, al was het maar voor enkele dagen, een man van de grootste politieke standing, die toegang zou hebben tot de invloedrijkste autoriteiten op het Kreml, naar Moskou moet sturen om de besprekingen op te stuwen. Terwijl niemand, aldus vervolgde Sinclair, 'n inbreuk op de onafhankelijkheid der randsta ten bevorderd zou willen zien, kan niemand, die zijn oogen naar die staten richt, er aan twijfelen dat het belang van Rusland bij de onafhankelijkheid en neutraliteit der Ooost- zeestaten niet geringer is dan ons belang bij de onafhankelijkheid en neutraliteit der lage landen. Het is niet onmogelijk, dat Hongarije tijdens het reces van het parlement het voor werp van een aanval wordt en zijn onafhan kelijkheid wenscht te verdedigen. Sinclair stelde de vraag of Engeland het zijn plicht zou achten Hongarije in dat geval steun te yerleenen. Het is boven eiken twijfel verheven dat En geland Polen moet steunen bij een aanval te gen Dantzig, doch wanneer begint die aan val? Is er iets behalve een volledige bezet ting van Dantzig, de uitdrijving van alle Pool- sche ambtenaren en de proclamatie van Dantzig tot deel van Duitschland; dat de En gelsche regeering als een agressie zou be schouwen? De regeering moet het Lagerhuis en Dantzig zeggen, welke gedragslijn zij ten aanzien van Dantzig trekt. De arbeidersafgevaardigde Dalton noemde de vertraging in de onderhandelingen te Moskou ernstig en zeide: „Indien wij konden bereiken, dat Rusland naast Frankrijk en ons staat, dat een pact, uitgewerkt door solda ten. zeelieden en vliegers van de drie landen, wordt geteekend en indien ook Hitier daar van zeker was, dan i,s het geen overdrijving te zeggen, dat wij dit jaar en misschien zelfs voor een lange periode geen oorlog zouden hebben. Dit diplomatieke getreuzel aldus Dalton „is zonder precedent". Dalton geloofde dat het neutraliteitsverlangen van Finland oprecht is en zeide ervan overtuigd te zijn, dat Molotof, bij het streven naar een „waterdichte overeenkomst" het oog heeft op Letland en Estland. Het zou het beste zijn, wanneer Halifax een bezoek aan Molotof ging brengen of Molotof voor een bezoek uitnoo- digde Chamberlain antwoordt. Minister-president Chamberlain, die met luide toejuichingen begroet werd, zeide dat er groot verschil bestond tusschen de rede voeringen van Sinclair en Dalton. Dalton, aldus de premier, heeft den minister van bui tenlandsche zaken geteekend als een man in boeien, zonder eigen verstand, die slechts kan zeggen, wat de minister-president of de mi nister van Financiën hem in den mond ge ven. Dalton, aldus zeide Chamberlain, bewijst het land geen goeden dienst door voortdurend te suggereeren, dat de regeering verdeeld is ten aanzien van de groote politieke lijnen. Dalton heeft gevraagd wat wij sinds Maart gedaan hebben voor den opbouw van het „Vre desfront". Wat de wapening betreft, hebben wij, daarvan zal het Huis zich inderdaad be wust zijn, een goed gebruik van onzen tijd gemaakt. Onze defensie is thans inderdaad formidabel van karakter. De regelingen, die wij in samenwerking met Frankrijk getrof fen hebben met Polen en Turkije, zijn van belang bij den opbouw van het „vredesfront". Wij hebben Griekenland en Roemenië de ver zekering gegeven, dat zij niet zonder vrien den in de wereld staan. Uit Dalton's rede blijkt, dat het „Vredesfront" voor hem slechts één mogendheid van eenige beteekenis in houdt, ill. Rusland. Zoowel Dalton als Sinclair, zoo vervolgde Chamberlain, hebben laten doorschemeren, dat naar hun meening de schuld voor de vertraging in de onderhandeligen met Rus land geheel bij Engeland ligt. Ik kan het Huis de verzekering geven, dat het eenige zelfbeheersching heeft gevergd niet over te gaan tot correctie van den verkeerden indruk, dien Dalton heeft trachten te doen ontstaan. Om diezelfde reden zal ik geen historisch overzicht van de onderhandelingen met Rusland geven. Ik weet zeer wel. dat er in andere landen menschen zijn, die zeer naijverig de vorderingen van onze overeen komsten gadeslaan en zeer verheugd zouden zijn met alle munitie, die zij zouden kunnen gebruiken om verdeeldheid tusschen de Sovjet-regeering en ons te zaaien (applaus). Het is natuurlijk geen geheim, dat de Rus sische regeering en de samenwerkende Fransch-Britsche regeeringen er tot dusvere niet in geslaagd zijn tot een voor alle par tijen bevredigende definitie van den term „indirecte agressie" te komen. Wij hoeden ons er zeer voor maar den schijn op ons te la den, dat wij inbreuk willen maken op de on afhankelijkheid van andere staten. En indien Engeland en Frankrijk het niet met de Sov- jetregeering eens zijn over de definitie van de „indirecte agressie" is dat juist, omdat de for mule, die zij bepleit, naar onze meening die (door ons verworpen) beteekenis heeft. On getwijfeld gebruiken de Britsche en Fransche regeering meer tijd voor haar antwoorden, doch Molotof voert zijn onderhandelingen ter plaatse, terwijl de ambassadeurs van Enge land en Frankrijk zich tot hun regeeringen hebben te wenden en ook onderling overleg hebben te plegen. De Russische volkscommissaris voor buitenlandsche zaken heeft als zijn meening te kennen gegeven, dat, wan neer wij een begin zouden maken met militaire besprekingen waaraan hij groote waarde hecht de politieke moeilijkheden niet onoverkomelijk zouden blijken te zijn. Die meenings- uiting heeft bij ons den doorslag ge geven, toen wij tot dit zeer ongewone besluit kwamen. Het is de oprechte hoop van de Fransche en van de Britsche regee ring, dat de verwachtingen van Mo lotof bewaarheid zullen worden. Dantzig. Ten aanzien van Dantzig zeide Chamber lain: „De bezorgdheid in Europa heeft op het oogenblik de neiging zich rondom Dantzig te concentreeren. Op 10 Juli heb ik in het Huis een verklaring over Dantzig afgelegd. Ik be sef, dat een toevoeging aan die verklaring haar geenszins zou versterken en ik wensch niets te doen om haar te verzwakken. De plaatselijke toestand te Dantzig heeft ons veel bezorgdheid onder het publiek veroorzaakt en vereischt klaarblijkelijk de zeer nauwlettende aandacht. Sommige persberichten over de mi- litarisatie, die heeft plaats gehad, waren on getwijfeld overdreven. Sedert Lord Halifax zeide, dat hij zich niet onnoodig bezorgd maakte, hebben zich grens incidenten voorgedaan, die de spanning eer hebben versterkt dan verminderd doch de Poolsche regeering, die de meest bewonderens waardige kalmte heeft getoond (algemeene toejuichingen) kan men, daarvan ben ik over tuigd, toevertrouwen, dat zij zal volharden in een wijs staatsmanschap en zelfbeheersching". De anti-Britsche agitatie in China. Sprekende over het Verre Oosten zeide de minister-president „Ook hier wil ik zeggen, dat het onze zaak niet bevordert, wanneer men suggereert, dat in de formule (van de overeen komst te Tokio) dingen moeten worden ge lezen, die de regeering reeds heeft tegenge sproken, die aanleiding moeten geven tot be zorgdheid en verslagenheid in China en die niet een voorzichtig en onpartijdig onderzoek van de formule onderstellen. De formule is de vaststelling van een feit, zij beteekende geen wijziging in de politiek, noch de toekenning van de rechten van oorlogvoerende aan Japan. Zij is ook geen verraad aan de Britsche be langen in China en bedoelt niet de rechten van derde partijen af te staan. Lat mij herhalen dat deze regeering haar politiek in het Verre Oosten niet omwerpt op verzoek van een andere mogendheid en dat Japan dat ook niet gevraagd heeft. Ik voel mij verplicht te zeggen, dat de Britsche regeering genoodzaakt zal zijn den toestand zeer ernstig onder oogen te zien, indien deze agitatie, deze aanvallen op Britsche belangen en Britsche rechten ongebreideld voortduren. Dat zou een succesvol ein de der onderhandelingen zeer moeilijk maken. Het doel, dat wij ons voor oogen houden, is een billijke en rechtvaardige regeling van den strijd in China Ten aanzien van de kwesties, welke zich hebben voorgedaan naar aanleiding van de uitlevering van het zilver in de concessie van Tientsin en niet van het steunverleenen aan de Chineesche valuta, zeide Chamberlain, dat deze kwesties niet beperkt worden tot Tientsin, doch grooter kwesties zijn, welke niet alleen dit land raken. Daarom is het volkomen zeker, dat wij niet over kwesties van dezen aard kunnen discus sieeren zonder volledig contact met andere landen wier belangen op dezelfde wijze als de onze daarbij betrokken zijn. Ik geloof, aldus de premier, dat de bedoe lingen en oogmerken der Vereenigde Staten en van Groot Brittannië in het algemeen vrijwel gelijk zijn, doch hieruit behoeft niet te volgen, dat elk noodzakelijkerwijze juist hetzelfde zou moeten doen als de ander. De regeering hecht een zeer groot belang aan samenwerking, waar samenwerking mo gelijk en wenschelijk is en wij hebben nimmer nagelaten de regeering der Vereenigde Staten op de hoogte houden van al wat wij doen of voornemens zijn te doen. Sprekende over de onderhandeligen met Po len zeide Chamberlain, dat de moeilijkheid niet gerezen was in verband met den aankoop van wapenen uit andere landen dan Groot Brittannië, hoewel het een moeilijkheid was, welke verband hield met een verzoek van de Poolsche regeering voor een leening in goud. Men moet toegeven, dat een toestand, waar in de opeenhooping van oorlogswapens aan zooveel zijden met zoo'n gang voortgaat, een toestand is, welke slechts met bezorgdheid kan worden beschouwd, daar het inderdaad moei lijk te zien is hoe de oplossing van dat pro bleem kan zijn, tenzij het door den oorlog zelf wordt opgelost. De „woordenoorlog". Helaas, aldus vervolgde Chamberlain woedt een giftige propaganda uit de pers en uit an dere bronnen dagelijks over de volken. Ik kan de gedachte niet van mij afzetten, dat. wan- leer wij slechts een einde zouden maken aan dezen woordenoorlog en in aansluiting daarop een actie zouden ondernemen tot herstel van het vertrouwen der volken in de vredelievende bedoelingen van alle Europeesche Staten er geen vraagstuk zou zijn, dat niet langs vreed- zamen weg opgelost zou kunnen en moeten worden. Indien dat bereikt zou kunnen wor den, zou de winst van alle betrokken partijen onschatbaar zijn. Wij zouden, daarvan ben ik ten volle overtuigd, voorwaarts kunnen zien naar een periode van groeiende en onvergelijkelijke welvaart in dc in ternationale nijverheid en landbouw welke zou leiden tot een algemeene verbetering van het levenspeil der volkeren. Indien daarentegen een oorlog zou uitbre ken, dan is welke partij de eindoverwinning zou behalen niets zekerder dan dit: over winnaar en overwonnene zouden een afschu welijken oogst van menschelijk lijden en menschelijke ellende hebben in te zamelen. Ik geloof, dat die groote, diepe en fundamenteele waarheid begint door te werken, in den geest van de regeer ders en dien van volken tegelijkertijd en slechts op dat geloof, aldus eindig de Chamerlain. steunt mijn hoop, dat wij nog een middel zullen vinden om te ontkomen aan de nachtmerrie van het oogenblik en terug te treden in het zonlicht van den vrede". (Applaus.) Eden wenscht voortzetting van het gevoerde beleid. Na minister-president Chamberlain nam Eden het woord. Hij zeide, dat de verklaring van den minister-president door haar open hartigheid in het bijzonder ten aanzien van de onderhandelingen met de Sovjet Unie, niet anders dan goed hebben gedaan. De toestand is moeilijk, angstig en dreigend. Er is geen vermindering van de spanning en niemand verwacht een dergelijke vermindering in de komende week. Doch indien de toestand al ongelooflijk ernstig is, dan wil dit nog niet zeggen, dat de regeering niets kan doen om het te verbeteren. Sprekende over het Verre Oosten, zeide Eden, dat het duidelijk is, dat Japan er niet in geslaagd is China te veroveren. Japan, dat geen volledige militaire over winning heeft kunnen behalen, zoekt thans een anderen weg om hetzelfde resultaat te be reiken. Het doel van Japan is den bijstand van Groot Brittannië of een welwillend toezien te verkrijgen bij een poging de Chineesche eco nomie te ventielen. Eden is derhalve verheugd te vernemen, dat de minister-president in zoo krachtige bewoordingen over het Verre Oosten heeft gesproken. Hij hoopt, dat de regeering nog iets verder zal gaan en duidelijk zal ma ken, dat Engeland zijn politiek om alles te doen tot steun van de Chineesche economie zal voortzetten. Betreffende de Sovjet Unie zeide Eden. dat men zal moeten toegeven, dat de onderhan delingen een ietwat vreemd verloop hebben en hij verwelkomde het besluit een militaire missie naar Moskou te zenden, als middel om het wantrouwen uit den weg te ruimen. Hij hoopt, dat spoedig de onderhandelingen cnet een overeenkomst zullen worden bekroond. Ten aanzien van Dantzig zeide Eden, dat de stad wordt geregeerd door de nationaal-socia- listen. Zij hebben alle politieke partijen onder drukt, de kranten verboden' en de Joden uit gedreven. Spreker vroeg vervolgens of, wan neer men deze manoeuvres gadeslaat, men kan ontkomen aan de conclusie dat dezelfde tac tiek van het vorig jaar wordt gevolgd. Nie mand kan zeggen welke tactiek in de komende weken zal worden gevolgd, doch het essen- tieele punt is, dat de bedoelingen van de na- tionaal-socialisten niet zijn veranderd, n.l. dit jaar Polen hetzelfde lot te doen ondergaan als het vorig jaar Tsjecho-Slowakije. Spreker is overtuigd dat alleen de politiek van het „vredesfront" een oorlog kan voorkomen. Slotwoord van Butler. De onderstaatssecretaris voor buitenland sche zaken, Butler, antwoordde namens de re- gèering op de debatten over de buitenlandsche politiek in het Lagerhuis. Hij zeide o a. dat één ding duidelijk is en wel, dat Engeland moet worden erkend als de leider en organisator van het „vredesfront". Engeland heeft in de laatste maanden van drukke diplomatieke actie een groot succes geboekt. Het Foreign Office is gewikkeld in belangrijke besprekingen te Moskou en Tokio: het moet de overeenkom sten met Polen en Turkije tot een goed einde voeren en het is in nauw contact met den bondgenoot Frankrijk. Ten aanzien van de besprekingen betreffen de Tientsin zeide Butler, dat deze worden voortgezet. Inzake zekere politie-aangelegen- heden is overeenstemming bereikt en hier omtrent is thans rapport naar het moeder land gezonden ter bestudeering door de re geering. Omtrent economische en andere aan gelegenheden moet nog gesproken worden. Er is een zekere agitatie in Noord-China, voor een groot deel vermoedelijk georganiseerd door Japanners. Twee Britsche oorlogsbodems zijn hierheen gezonden en een krachtig pro test is* ingediend bij de Japansche regeering. Spreker is overtuigd, dat de Japansche regee ring zal inzien, dat geen onderhandelingen of besprekingen kunnen worden gevoerd, dat de betrekkingen tusschen Japan en Groot-Brit- tannië steeds slecht zullen worden indien geen einde wordt gemaakt aan de anti- Britsche demonstraties. De Britsche regeering betreurt, aldus ging Butler voort, dat nog geen bevredigende re geling met Polen is getroffen inzake een lee ning. Verwijzende naar het succesrijke bezoek van generaal Ironside aan Warschau, zeide Butler, dat dit een aanduiding is van de nauwe samenwerking en het begrip tusschen de re geeringen van Polen en Groot-Brittannië (toejuichingen). R. A. BUTLER, dc Engelsche onderstaats secretaris van buitenlandsche zaken. Wat betreft de samenwerking met Turkije zeide Butler, dat thans besprekingen worden gevoerd over een drievoudig verbond tusschen de Turksche, Fransche en Britsche regeering, met het doel een overeenkomst te sluiten. De besprekingen met de Sovjet-Unie. zeide Butler, worden met groote snelheid voortgezet. Het voornaamste onderwerp van de besprekin gen is de onafhankelijkheid van de Oostzee- staten. Spreker is het eens met Sinclair dat men niet te ver moet gaan op dit punt en dit is de voornaamste reden van de vertraging in de onderhandelingen. Na deze rede van Butler werd een motie van de liberale oppositie verworpen en werd de begrooting voor buitenlandsche zaken een stemmig aangenomen. King Hall geeft een toelichting op zijn brieven. Waarde van den Italiaanschen soldaat niet in het geding. Stephen King Hall is Maandag in Parijs aan gekomen en heeft in zijn hotel de Parijsche pers ontvangen. Hetgeen hij thans te zeggen had, resumeerde hij tot drie punten, t.w.: eerst wil ik het mis verstand wegnemen dat verwekt is door een dei- vier brieven, welke ik gestuurd heb aan talrijke Duitschers, ambtenaren, zakenlieden, leden der nationaal socialistische, partij, waarin ik de mee ning uitte, dat ingeval van een oorlog, Italië geen doeltreffenden steun voor Duitschland zou beteekenen wegens zijn moeilijke strategische positie. In Italië dacht men, dat ik hiermede den persoonlijken moed en waarde van den Italiaan schen soldaat op het spel zette. Het geeft blijk van een slecht begrip van de mentaliteit van een Britschen marine-officier te veronderstellen dat hij zulk een oordeel zou vellen. Ik denk alleen, dat het Italië aan hulpbronnen ont breekt en dat de beste soldaat het zonder voed selvoorziening niet volhoudt. Ik geloof overigens, dat Mussolini meer denkt aan de tentoonstelling te Rome van 1942 dan aan een toekomstigen oorlog. Vervolgens zette King Hall het doel uiteen van zijn brievenzendingen naar Duitschland. In mijn briefwisseling, aldus de Engelschman, streef ik er niet naar de feiten te vermelden welke de Duitscher niet kent, want de beschaafde Duitscher kent de feiten wel. Doch ik ben van meening, dat de onafhankelijkheid van den geest gunstig is voor den vrede en dat mijn initiatief een uitwisseling van politieke denkbeelden tus schen de Duitschers kan doen ontstaan. Ten slotte moge ik hieraan toevoegen, dat ik een particulier journalist ben. Uiteraard heb ik vrienden in de regeering, doch ik ben een volkomen onafhankelijk man. De persvertegenwoordigers vernamen vervolgens uit gestelde vragen, dat King Hall candidaat zal zijn voor het Brit sche parlement bij de komende tus- schentijdsche verkiezingen in Lancashire, en wel voor de National Labour Party. Hij is voornemens binnenkort een zen ding brieven te richten naar Frankrijk en wellicht ook naar Italië. Gevraagd naar de antwoorden welke hij op zijn brieven ontvangt zeide King Hall dat deze anoniem en meerendeels fel zijn. Doodelijke ongelukken bij internationaal vliegfeest. Zondag zijn te Frankfort a. d. Main vlieg- feesten gehouden, waaraan vliegers uit 14 landen deelnamen en welke door 150.000 toe schouwers werden bijgewoond. Bij den internationalen vliegwedstrijd deden zich twee ongelukken voor. De vlieger Taxis kwam om het leven doordat zijn toestel per ongeluk met den grond in aanraking kwam, terwijl een voorbijganger die door een vlieg tuig dat een noodlanding moest maken, ge grepen werd, vexwondingen opliep, waaraan hij is bezweken. (D. N. B.) Britsch reservepersoneel van de vloot in dienst. Manschappen voor 133 oorlogsschepen. Reservisten van de Engelsche zeemacht zijn Maandag aangekomen in hun standplaatsen te Portsmouth, Chatham, Devonport en Gos- port. Zij zullen 133 oorlogsschepen van de marinereserve bemannen. Onder bevel van vice-admiraal Sir Maw Horton zullen naar Havas meldt zij den 9en Augustus in de Golf van Weymouth door den koning worden geschouwd vóór zij de manoeuvres zullen be ginnen. Bijna 13.000 man van het reservepersoneel van de zeemacht is opgeroepen. Zij zullen waarschijnlijk tot einde September in dienst blijven. Tsjechisch protest tegen „verduitsching". Oorspronkelijke eischen der Sudeten Duitsche partij als grondslag voor de onderlinge betrekkingen genoemd. Naar aanleiding van het feit, dat de Duit sche pers de Tsjechen reeds herhaaldelijk heeft beschuldigd van traagheid en lijdelijk heid, publiceert de „Poledni List" een artikel, dat het noemt „een bewijs van den goeden wil der Tsjechen om met de Duitschers samen te werken". Het blad stelt voor dat als grond slag voor de betrekkingen tusschen beide nationaliteiten de ontwerpen en eischen der Sudeten-Duitsche partij worden genomen. „Wat toen wit was" aldus het blad „kan thans niet zwart zijn geworden. De Duit schers hebben geprotesteerd tegen ver- tsjeching, wij protesteerden tegen verduit sching. Wij kunnen slechts de waarheid be seffen. dat dingen, die op geweld berusten, niet duurzaam kunnen zijn". Zondag is een bedevaart naar de graven van de koningen van Bohemen gehouden. Meer dan 30.0(H) menschen hebben daaraan deelgenomen. De plechtigheid werd besloten met het zin gen van het lied van koning Wenceslaus. Tsjechen door Duitsche militaire rechtbank veroordeeld. Officieel wordt uit Praag medegedeeld, dat een aantal Tsjechen door een Duitsche militaire rechtbank veroordeeld is tot gevangenisstraffen, varieerende van vier tot zes maanden, wegens belastering van het Duitsche leger. Eenige weken geleden was een Tsjecho Slo- waaksch officier wegens dezelfde overtreding veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf. De Engelsche begrooting voor buitenlandsche zaken. Motie der liberalen verworpen. De motie tot het verlagen van de Engelsche begrooting voor buiten landsche zaken, welke was ingediend door de liberale oppositie en naar aanleiding waarvan gisteren de de batten over de buitenlandsche politiek werden gehouden, is door het Lager huis met 266 tegen 130 stemmen verworpen. PPOERAMMA WOENSDAG 2 AUGUSTUS 1939 HILVERSUM I, 1875 en 415,5 M. VARA-uitzending. 10.00—10.20 van. VPRO en 7.30—8.00 VPRO. 8.00 Gramofoonmuziek (Ca. 8.16 Berich ten). 9.30 Causerie „Onze keuken". 10.00 Mor genwijding. 10.20 Voor arbeiders in de Conti nubedrijven. 12.00 Gramofoonmuziek. 12.15 Berichten. 12.17 Orgelspel en zang. 1.- Gra mofoonmuziek. 1.15—1.45 en 2.00 Esmeralda. 2.20 Gramofoonmuziek. 3.00 VARA-orkest (opn.), 3.30 Zang en piano. 4.00 Voor de kin deren. 4.30 Gramofoonmuziek. 5.30 VARA- orkest (opn.), 6.15 Gramofoonmuziek. 6.28 Berichten. 6.30—6.55 Esmeralda en solist. 7.00 VARA-kalender. 7.05 Felicitaties. 7.10 Causerie „Van streven en strijden". 7.30 Cy clus „Ons werk en ons geloof", 8.00 Herhaling SOS-berichten. 8.05 Berichten ANP., VARA- Varia. 8.17 Causerie „De VARA-Zomerprijs- vraag". 8.20 Gramofoonmuziek. 9.00 R.E.T. Mannenkoor en solisten. 9.20 Declamatie. 9.40 Vervolg concert. 10.00 Berichten ANP, 10.10 Causerie en toch ben ik van meening, dat....". 10.20 VARA-orkest (opn.) ll.oo Esmeralda en solist. 11.2012.00 Dansmuziek (gr. pl.). HILVERSUM II 301.5 M. NCRV-Uitzending. 6.30—7.00 Onderwijsfonds voor de Scheepvaart. 8.00 Schriftlezing en meditatie. 8.15 Be richten. gramofoonmuziek. (9.30—9.45 Geluk- wenschen). 10.30 Morgendienst. 1100 Zang. 11.15 Ensemble v. d. Horst. (12.00 12.15 Berichten). 1.00 Het kinderkoor „De kleine harp" met pianobegeleiding en gra mofoonmuziek. 2.00 Christ, lectuur. 2.20 Christelijke lectuur. 2.30 Reportage. 4.00 Gramofoonmuziek. 4.45 Felicitaties. 5.00 Voor de jeugd. 5.45 Orgelspel, berichten. 6.30 Taalles en causerie over het binnenaanva- ringsreglement. 7.00 Berichten. 7.15—7.55 De Protestantsche ohr. Harmonie „Jubal" 8.00 Berichten ANP., herhaling SOS-berich ten 8.15 NCRV-orkest. (9.00—9.30 Causerie „Wereldbond tot het bevorderen van In ternationale Vriendschap door de Kerken". I.0.00 Berichten ANP., actueel halfuur. 10.30 Pianovoordracht en gramofoonmuziek. 11.05 Gramofoonmuziek. Ca. 11.5012.00 Schrift lezing. DROITWICH 1500 M. 11.25 Gramofoonmuziek. 11.50 Orgelspel, 12.20 Gramofoonmuziek. 12.50 Uit Berlin: Hans Bund's orkest en solisten. 1.35 Popu lair solistenconcert. 1.50 Het BBC-Northern Ireland-orkest m.m.v. soliste. 2.50 Het Ka- maran Trio. 3.35 Dansmuziek, (gr. pl. i 4.20 Vesper. 5.10 Intermezzo. 5.20 Billy Cotton's Band. 6.00 Gramofoonmuziek 6.20 Berich- teu. 6.50 Interviews. 7.10 Zang. 7.30 Alvin Saxon en zijn Band.. RADIO-PARIS 1648 M. 9.00 en 9.30 Gramofoonmuziek. 12.30 Zang. 12,45. 1.05. 1.45, 2.35 en 3.30 Gramofoonmu ziek. 3.35 Zang. 3.50 en 5.05 Gramofoonmu ziek. 7.20 Viool en piano. 8.00 en 8.25 Gra mofoonmuziek. 8.50 Vroolijk programma. 20 Revue-programma. 10.2012.20 Orkest, solisten en het Gouverné-koor. KEULEN, 456 M. .50 Leo Eysoldt's orkest. 8.50—9.50 Gra mofoonmuziek. 12.20 Het Omroepkleinorkest, het Keusch pianoduo en solist. 2.30 Populair concert. 3.40 Gramofoonmuziek. 3.50 Het Bielefelder Kinderkoor. 4.20 Orkest van de Luchtmacht. Otto Kermbach's orkest, man dolinesextet en reportages. 7.35 Gramofoon muziek. 8.35 Gevarieerd concert. 11.00 Col legium musicum van de Münsterse Universi teit en solisten (Opn.). 11.45—12.20 Het Om- roepschrammelenmeble, het Omroepklein orkest en solisten. BRUSSEL. 484 M. 12,20 en 1.302.20 Gramofoonmuziek. 5.20 en 5.55 Dansmuziek, (gr. pl.), 6.35 Zang. 7.05 Accordeonsoli. 7.35, 8.20 en 8.55 Gra mofoonmuziek 9.20 Symphonieconcert man. van soliste. 11.00—11.20 Gramofoonuziek. DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 8.15 Gramofoonmuziek 10.20 Berichten. 10.40 Reportage. 10.55 Gramofoonmuziek. II.05 Berichten. 11.20—12.20 Trompetters- corps en soldatenkoor.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 9