Miiitavte&espnekiug&i.
aanstaande
tusschen Engeland,
Frankrijk en Rusland
DINSDAG 1 AUGUSTUS 1939
HAARLEM'S DAGBLAD
5
Waarschijnlijk
nog deze week
Aankondiging van Cfuun&etiain in het £aqeehuU
In zijn rede in het Lagerhuis heeft 'de Engelsche minister-president
Chamberlain gisteren medegedeeld, dat zoo spoedig mogelijk
waarschijnlijk nog deze week Britsche en Fransche vertegenwoor
digers naar Moskou zullen worden gezonden voor het houden van
militaire besprekingen.
Bovendien zullen de politieke besprekingen worden voortgezet,
opdat een eindovereenkomst tot stand komt op den grondslag van
een politiek accoord.
Aan het hoofd der Britsche militaire delegatie zullen staan admiraal
Sir Reginald Drax, luchtmaarschalk Sir Charles, Burnett en majoor
3ohn Heywood.
Het debat werd geopend door den liberalen
afgevaardigde Sinclair. „Laat mij het ronduit
zeggen" aldus spreker „de indruk be
staat, dat Chamberlain nog sterker dan de
minister van buitenlandsche zaken naar paci
ficatie neigt en nog minder resoluut is in zijn
verzet tegen agressie Het is zeer noodig, dat
de premier voor sommige zijner aanhangers
duidelijk maakt, dat het verzet tegen agressie
en de opbouw van een vredesfront een politiek
van hemzelf en van de regeerimg was. Wij
hebben gelukkig geen behoefte aan een nieuwe
verzekering ten aanzien onzer betrekkingen tot
Frankrijk: Wij verheugen ons in een duidelijke
samenwerking tusschen beide landen, in het
bijzonder in de lucht (applaus).
Maar wel is een nieuwe verzekering omtrent
de onderhandelingen met Rusland dringend
noodig".
Sinclair zeide, dat het huis eigenlijk niet
voor een lange periode verdaagd mag worden,
alvorens de onderhandelingen met Rusland
voltooid zijn.
Sinclair juichte de afvaardiging van admi
raal Drax toe en betoogde, dat men, al was het
maar voor enkele dagen, een man van de
grootste politieke standing, die toegang zou
hebben tot de invloedrijkste autoriteiten op
het Kreml, naar Moskou moet sturen om de
besprekingen op te stuwen.
Terwijl niemand, aldus vervolgde Sinclair,
'n inbreuk op de onafhankelijkheid der randsta
ten bevorderd zou willen zien, kan niemand,
die zijn oogen naar die staten richt, er aan
twijfelen dat het belang van Rusland bij de
onafhankelijkheid en neutraliteit der Ooost-
zeestaten niet geringer is dan ons belang bij
de onafhankelijkheid en neutraliteit der lage
landen. Het is niet onmogelijk, dat Hongarije
tijdens het reces van het parlement het voor
werp van een aanval wordt en zijn onafhan
kelijkheid wenscht te verdedigen. Sinclair
stelde de vraag of Engeland het zijn plicht
zou achten Hongarije in dat geval steun te
yerleenen.
Het is boven eiken twijfel verheven dat En
geland Polen moet steunen bij een aanval te
gen Dantzig, doch wanneer begint die aan
val? Is er iets behalve een volledige bezet
ting van Dantzig, de uitdrijving van alle Pool-
sche ambtenaren en de proclamatie van
Dantzig tot deel van Duitschland; dat de En
gelsche regeering als een agressie zou be
schouwen? De regeering moet het Lagerhuis
en Dantzig zeggen, welke gedragslijn zij ten
aanzien van Dantzig trekt.
De arbeidersafgevaardigde Dalton noemde
de vertraging in de onderhandelingen te
Moskou ernstig en zeide: „Indien wij konden
bereiken, dat Rusland naast Frankrijk en
ons staat, dat een pact, uitgewerkt door solda
ten. zeelieden en vliegers van de drie landen,
wordt geteekend en indien ook Hitier daar
van zeker was, dan i,s het geen overdrijving te
zeggen, dat wij dit jaar en misschien zelfs
voor een lange periode geen oorlog zouden
hebben. Dit diplomatieke getreuzel aldus
Dalton „is zonder precedent". Dalton
geloofde dat het neutraliteitsverlangen van
Finland oprecht is en zeide ervan overtuigd te
zijn, dat Molotof, bij het streven naar een
„waterdichte overeenkomst" het oog heeft op
Letland en Estland. Het zou het beste zijn,
wanneer Halifax een bezoek aan Molotof ging
brengen of Molotof voor een bezoek uitnoo-
digde
Chamberlain antwoordt.
Minister-president Chamberlain, die met
luide toejuichingen begroet werd, zeide dat
er groot verschil bestond tusschen de rede
voeringen van Sinclair en Dalton. Dalton,
aldus de premier, heeft den minister van bui
tenlandsche zaken geteekend als een man in
boeien, zonder eigen verstand, die slechts kan
zeggen, wat de minister-president of de mi
nister van Financiën hem in den mond ge
ven.
Dalton, aldus zeide Chamberlain, bewijst
het land geen goeden dienst door voortdurend
te suggereeren, dat de regeering verdeeld is
ten aanzien van de groote politieke lijnen.
Dalton heeft gevraagd wat wij sinds Maart
gedaan hebben voor den opbouw van het „Vre
desfront". Wat de wapening betreft, hebben
wij, daarvan zal het Huis zich inderdaad be
wust zijn, een goed gebruik van onzen tijd
gemaakt. Onze defensie is thans inderdaad
formidabel van karakter. De regelingen, die
wij in samenwerking met Frankrijk getrof
fen hebben met Polen en Turkije, zijn van
belang bij den opbouw van het „vredesfront".
Wij hebben Griekenland en Roemenië de ver
zekering gegeven, dat zij niet zonder vrien
den in de wereld staan. Uit Dalton's rede
blijkt, dat het „Vredesfront" voor hem slechts
één mogendheid van eenige beteekenis in
houdt, ill. Rusland.
Zoowel Dalton als Sinclair, zoo vervolgde
Chamberlain, hebben laten doorschemeren,
dat naar hun meening de schuld voor de
vertraging in de onderhandeligen met Rus
land geheel bij Engeland ligt.
Ik kan het Huis de verzekering geven, dat
het eenige zelfbeheersching heeft gevergd niet
over te gaan tot correctie van den verkeerden
indruk, dien Dalton heeft trachten te doen
ontstaan. Om diezelfde reden zal ik geen
historisch overzicht van de onderhandelingen
met Rusland geven. Ik weet zeer wel. dat er
in andere landen menschen zijn, die zeer
naijverig de vorderingen van onze overeen
komsten gadeslaan en zeer verheugd zouden
zijn met alle munitie, die zij zouden kunnen
gebruiken om verdeeldheid tusschen de
Sovjet-regeering en ons te zaaien (applaus).
Het is natuurlijk geen geheim, dat de Rus
sische regeering en de samenwerkende
Fransch-Britsche regeeringen er tot dusvere
niet in geslaagd zijn tot een voor alle par
tijen bevredigende definitie van den term
„indirecte agressie" te komen. Wij hoeden
ons er zeer voor maar den schijn op ons te la
den, dat wij inbreuk willen maken op de on
afhankelijkheid van andere staten. En indien
Engeland en Frankrijk het niet met de Sov-
jetregeering eens zijn over de definitie van de
„indirecte agressie" is dat juist, omdat de for
mule, die zij bepleit, naar onze meening die
(door ons verworpen) beteekenis heeft. On
getwijfeld gebruiken de Britsche en Fransche
regeering meer tijd voor haar antwoorden,
doch Molotof voert zijn onderhandelingen ter
plaatse, terwijl de ambassadeurs van Enge
land en Frankrijk zich tot hun regeeringen
hebben te wenden en ook onderling overleg
hebben te plegen.
De Russische volkscommissaris voor
buitenlandsche zaken heeft als zijn
meening te kennen gegeven, dat, wan
neer wij een begin zouden maken met
militaire besprekingen waaraan hij
groote waarde hecht de politieke
moeilijkheden niet onoverkomelijk
zouden blijken te zijn. Die meenings-
uiting heeft bij ons den doorslag ge
geven, toen wij tot dit zeer ongewone
besluit kwamen.
Het is de oprechte hoop van de
Fransche en van de Britsche regee
ring, dat de verwachtingen van Mo
lotof bewaarheid zullen worden.
Dantzig.
Ten aanzien van Dantzig zeide Chamber
lain: „De bezorgdheid in Europa heeft op het
oogenblik de neiging zich rondom Dantzig te
concentreeren. Op 10 Juli heb ik in het Huis
een verklaring over Dantzig afgelegd. Ik be
sef, dat een toevoeging aan die verklaring
haar geenszins zou versterken en ik wensch
niets te doen om haar te verzwakken. De
plaatselijke toestand te Dantzig heeft ons veel
bezorgdheid onder het publiek veroorzaakt en
vereischt klaarblijkelijk de zeer nauwlettende
aandacht. Sommige persberichten over de mi-
litarisatie, die heeft plaats gehad, waren on
getwijfeld overdreven.
Sedert Lord Halifax zeide, dat hij zich niet
onnoodig bezorgd maakte, hebben zich grens
incidenten voorgedaan, die de spanning eer
hebben versterkt dan verminderd doch de
Poolsche regeering, die de meest bewonderens
waardige kalmte heeft getoond (algemeene
toejuichingen) kan men, daarvan ben ik over
tuigd, toevertrouwen, dat zij zal volharden in
een wijs staatsmanschap en zelfbeheersching".
De anti-Britsche agitatie in China.
Sprekende over het Verre Oosten zeide de
minister-president „Ook hier wil ik zeggen, dat
het onze zaak niet bevordert, wanneer men
suggereert, dat in de formule (van de overeen
komst te Tokio) dingen moeten worden ge
lezen, die de regeering reeds heeft tegenge
sproken, die aanleiding moeten geven tot be
zorgdheid en verslagenheid in China en die
niet een voorzichtig en onpartijdig onderzoek
van de formule onderstellen. De formule is de
vaststelling van een feit, zij beteekende geen
wijziging in de politiek, noch de toekenning
van de rechten van oorlogvoerende aan Japan.
Zij is ook geen verraad aan de Britsche be
langen in China en bedoelt niet de rechten
van derde partijen af te staan.
Lat mij herhalen dat deze regeering haar
politiek in het Verre Oosten niet omwerpt op
verzoek van een andere mogendheid en dat
Japan dat ook niet gevraagd heeft.
Ik voel mij verplicht te zeggen, dat
de Britsche regeering genoodzaakt zal
zijn den toestand zeer ernstig onder
oogen te zien, indien deze agitatie,
deze aanvallen op Britsche belangen
en Britsche rechten ongebreideld
voortduren. Dat zou een succesvol ein
de der onderhandelingen zeer moeilijk
maken.
Het doel, dat wij ons voor oogen
houden, is een billijke en rechtvaardige
regeling van den strijd in China
Ten aanzien van de kwesties, welke zich
hebben voorgedaan naar aanleiding van de
uitlevering van het zilver in de concessie van
Tientsin en niet van het steunverleenen aan
de Chineesche valuta, zeide Chamberlain,
dat deze kwesties niet beperkt worden tot
Tientsin, doch grooter kwesties zijn, welke niet
alleen dit land raken.
Daarom is het volkomen zeker, dat wij niet
over kwesties van dezen aard kunnen discus
sieeren zonder volledig contact met andere
landen wier belangen op dezelfde wijze als
de onze daarbij betrokken zijn.
Ik geloof, aldus de premier, dat de bedoe
lingen en oogmerken der Vereenigde Staten
en van Groot Brittannië in het algemeen
vrijwel gelijk zijn, doch hieruit behoeft niet
te volgen, dat elk noodzakelijkerwijze juist
hetzelfde zou moeten doen als de ander.
De regeering hecht een zeer groot belang
aan samenwerking, waar samenwerking mo
gelijk en wenschelijk is en wij hebben nimmer
nagelaten de regeering der Vereenigde Staten
op de hoogte houden van al wat wij doen of
voornemens zijn te doen.
Sprekende over de onderhandeligen met Po
len zeide Chamberlain, dat de moeilijkheid
niet gerezen was in verband met den aankoop
van wapenen uit andere landen dan Groot
Brittannië, hoewel het een moeilijkheid was,
welke verband hield met een verzoek van de
Poolsche regeering voor een leening in goud.
Men moet toegeven, dat een toestand, waar
in de opeenhooping van oorlogswapens aan
zooveel zijden met zoo'n gang voortgaat, een
toestand is, welke slechts met bezorgdheid kan
worden beschouwd, daar het inderdaad moei
lijk te zien is hoe de oplossing van dat pro
bleem kan zijn, tenzij het door den oorlog zelf
wordt opgelost.
De „woordenoorlog".
Helaas, aldus vervolgde Chamberlain woedt
een giftige propaganda uit de pers en uit an
dere bronnen dagelijks over de volken. Ik kan
de gedachte niet van mij afzetten, dat. wan-
leer wij slechts een einde zouden maken aan
dezen woordenoorlog en in aansluiting daarop
een actie zouden ondernemen tot herstel van
het vertrouwen der volken in de vredelievende
bedoelingen van alle Europeesche Staten er
geen vraagstuk zou zijn, dat niet langs vreed-
zamen weg opgelost zou kunnen en moeten
worden. Indien dat bereikt zou kunnen wor
den, zou de winst van alle betrokken partijen
onschatbaar zijn.
Wij zouden, daarvan ben ik ten
volle overtuigd, voorwaarts kunnen
zien naar een periode van groeiende
en onvergelijkelijke welvaart in dc in
ternationale nijverheid en landbouw
welke zou leiden tot een algemeene
verbetering van het levenspeil der
volkeren.
Indien daarentegen een oorlog zou uitbre
ken, dan is welke partij de eindoverwinning
zou behalen niets zekerder dan dit: over
winnaar en overwonnene zouden een afschu
welijken oogst van menschelijk lijden en
menschelijke ellende hebben in te zamelen.
Ik geloof, dat die groote, diepe en
fundamenteele waarheid begint door
te werken, in den geest van de regeer
ders en dien van volken tegelijkertijd
en slechts op dat geloof, aldus eindig
de Chamerlain. steunt mijn hoop,
dat wij nog een middel zullen vinden
om te ontkomen aan de nachtmerrie
van het oogenblik en terug te treden in
het zonlicht van den vrede". (Applaus.)
Eden wenscht voortzetting van het
gevoerde beleid.
Na minister-president Chamberlain nam
Eden het woord. Hij zeide, dat de verklaring
van den minister-president door haar open
hartigheid in het bijzonder ten aanzien van
de onderhandelingen met de Sovjet Unie, niet
anders dan goed hebben gedaan. De toestand
is moeilijk, angstig en dreigend. Er is geen
vermindering van de spanning en niemand
verwacht een dergelijke vermindering in de
komende week. Doch indien de toestand al
ongelooflijk ernstig is, dan wil dit nog niet
zeggen, dat de regeering niets kan doen om
het te verbeteren.
Sprekende over het Verre Oosten, zeide
Eden, dat het duidelijk is, dat Japan er niet
in geslaagd is China te veroveren.
Japan, dat geen volledige militaire over
winning heeft kunnen behalen, zoekt thans
een anderen weg om hetzelfde resultaat te be
reiken.
Het doel van Japan is den bijstand van
Groot Brittannië of een welwillend toezien te
verkrijgen bij een poging de Chineesche eco
nomie te ventielen. Eden is derhalve verheugd
te vernemen, dat de minister-president in zoo
krachtige bewoordingen over het Verre Oosten
heeft gesproken. Hij hoopt, dat de regeering
nog iets verder zal gaan en duidelijk zal ma
ken, dat Engeland zijn politiek om alles te
doen tot steun van de Chineesche economie
zal voortzetten.
Betreffende de Sovjet Unie zeide Eden. dat
men zal moeten toegeven, dat de onderhan
delingen een ietwat vreemd verloop hebben
en hij verwelkomde het besluit een militaire
missie naar Moskou te zenden, als middel om
het wantrouwen uit den weg te ruimen. Hij
hoopt, dat spoedig de onderhandelingen cnet
een overeenkomst zullen worden bekroond.
Ten aanzien van Dantzig zeide Eden, dat de
stad wordt geregeerd door de nationaal-socia-
listen. Zij hebben alle politieke partijen onder
drukt, de kranten verboden' en de Joden uit
gedreven. Spreker vroeg vervolgens of, wan
neer men deze manoeuvres gadeslaat, men kan
ontkomen aan de conclusie dat dezelfde tac
tiek van het vorig jaar wordt gevolgd. Nie
mand kan zeggen welke tactiek in de komende
weken zal worden gevolgd, doch het essen-
tieele punt is, dat de bedoelingen van de na-
tionaal-socialisten niet zijn veranderd, n.l. dit
jaar Polen hetzelfde lot te doen ondergaan
als het vorig jaar Tsjecho-Slowakije. Spreker
is overtuigd dat alleen de politiek van het
„vredesfront" een oorlog kan voorkomen.
Slotwoord van Butler.
De onderstaatssecretaris voor buitenland
sche zaken, Butler, antwoordde namens de re-
gèering op de debatten over de buitenlandsche
politiek in het Lagerhuis. Hij zeide o a. dat één
ding duidelijk is en wel, dat Engeland moet
worden erkend als de leider en organisator
van het „vredesfront". Engeland heeft in de
laatste maanden van drukke diplomatieke
actie een groot succes geboekt. Het Foreign
Office is gewikkeld in belangrijke besprekingen
te Moskou en Tokio: het moet de overeenkom
sten met Polen en Turkije tot een goed einde
voeren en het is in nauw contact met den
bondgenoot Frankrijk.
Ten aanzien van de besprekingen betreffen
de Tientsin zeide Butler, dat deze worden
voortgezet. Inzake zekere politie-aangelegen-
heden is overeenstemming bereikt en hier
omtrent is thans rapport naar het moeder
land gezonden ter bestudeering door de re
geering. Omtrent economische en andere aan
gelegenheden moet nog gesproken worden.
Er is een zekere agitatie in Noord-China,
voor een groot deel vermoedelijk georganiseerd
door Japanners. Twee Britsche oorlogsbodems
zijn hierheen gezonden en een krachtig pro
test is* ingediend bij de Japansche regeering.
Spreker is overtuigd, dat de Japansche regee
ring zal inzien, dat geen onderhandelingen of
besprekingen kunnen worden gevoerd, dat de
betrekkingen tusschen Japan en Groot-Brit-
tannië steeds slecht zullen worden indien
geen einde wordt gemaakt aan de anti-
Britsche demonstraties.
De Britsche regeering betreurt, aldus ging
Butler voort, dat nog geen bevredigende re
geling met Polen is getroffen inzake een lee
ning. Verwijzende naar het succesrijke bezoek
van generaal Ironside aan Warschau, zeide
Butler, dat dit een aanduiding is van de nauwe
samenwerking en het begrip tusschen de re
geeringen van Polen en Groot-Brittannië
(toejuichingen).
R. A. BUTLER, dc Engelsche onderstaats
secretaris van buitenlandsche zaken.
Wat betreft de samenwerking met Turkije
zeide Butler, dat thans besprekingen worden
gevoerd over een drievoudig verbond tusschen
de Turksche, Fransche en Britsche regeering,
met het doel een overeenkomst te sluiten.
De besprekingen met de Sovjet-Unie. zeide
Butler, worden met groote snelheid voortgezet.
Het voornaamste onderwerp van de besprekin
gen is de onafhankelijkheid van de Oostzee-
staten. Spreker is het eens met Sinclair dat
men niet te ver moet gaan op dit punt en dit
is de voornaamste reden van de vertraging
in de onderhandelingen.
Na deze rede van Butler werd een motie
van de liberale oppositie verworpen en werd de
begrooting voor buitenlandsche zaken een
stemmig aangenomen.
King Hall geeft een toelichting op
zijn brieven.
Waarde van den Italiaanschen soldaat niet
in het geding.
Stephen King Hall is Maandag in Parijs aan
gekomen en heeft in zijn hotel de Parijsche pers
ontvangen.
Hetgeen hij thans te zeggen had, resumeerde
hij tot drie punten, t.w.: eerst wil ik het mis
verstand wegnemen dat verwekt is door een dei-
vier brieven, welke ik gestuurd heb aan talrijke
Duitschers, ambtenaren, zakenlieden, leden der
nationaal socialistische, partij, waarin ik de mee
ning uitte, dat ingeval van een oorlog, Italië
geen doeltreffenden steun voor Duitschland zou
beteekenen wegens zijn moeilijke strategische
positie. In Italië dacht men, dat ik hiermede den
persoonlijken moed en waarde van den Italiaan
schen soldaat op het spel zette. Het geeft blijk
van een slecht begrip van de mentaliteit van
een Britschen marine-officier te veronderstellen
dat hij zulk een oordeel zou vellen. Ik denk
alleen, dat het Italië aan hulpbronnen ont
breekt en dat de beste soldaat het zonder voed
selvoorziening niet volhoudt. Ik geloof overigens,
dat Mussolini meer denkt aan de tentoonstelling
te Rome van 1942 dan aan een toekomstigen
oorlog.
Vervolgens zette King Hall het doel uiteen
van zijn brievenzendingen naar Duitschland. In
mijn briefwisseling, aldus de Engelschman,
streef ik er niet naar de feiten te vermelden welke
de Duitscher niet kent, want de beschaafde
Duitscher kent de feiten wel. Doch ik ben van
meening, dat de onafhankelijkheid van den geest
gunstig is voor den vrede en dat mijn initiatief
een uitwisseling van politieke denkbeelden tus
schen de Duitschers kan doen ontstaan.
Ten slotte moge ik hieraan toevoegen, dat ik
een particulier journalist ben. Uiteraard heb
ik vrienden in de regeering, doch ik ben een
volkomen onafhankelijk man.
De persvertegenwoordigers vernamen
vervolgens uit gestelde vragen, dat King
Hall candidaat zal zijn voor het Brit
sche parlement bij de komende tus-
schentijdsche verkiezingen in Lancashire,
en wel voor de National Labour Party.
Hij is voornemens binnenkort een zen
ding brieven te richten naar Frankrijk
en wellicht ook naar Italië.
Gevraagd naar de antwoorden welke hij op
zijn brieven ontvangt zeide King Hall dat deze
anoniem en meerendeels fel zijn.
Doodelijke ongelukken bij
internationaal vliegfeest.
Zondag zijn te Frankfort a. d. Main vlieg-
feesten gehouden, waaraan vliegers uit 14
landen deelnamen en welke door 150.000 toe
schouwers werden bijgewoond.
Bij den internationalen vliegwedstrijd deden
zich twee ongelukken voor. De vlieger Taxis
kwam om het leven doordat zijn toestel per
ongeluk met den grond in aanraking kwam,
terwijl een voorbijganger die door een vlieg
tuig dat een noodlanding moest maken, ge
grepen werd, vexwondingen opliep, waaraan
hij is bezweken. (D. N. B.)
Britsch reservepersoneel van de
vloot in dienst.
Manschappen voor 133 oorlogsschepen.
Reservisten van de Engelsche zeemacht zijn
Maandag aangekomen in hun standplaatsen
te Portsmouth, Chatham, Devonport en Gos-
port. Zij zullen 133 oorlogsschepen van de
marinereserve bemannen. Onder bevel van
vice-admiraal Sir Maw Horton zullen naar
Havas meldt zij den 9en Augustus in de
Golf van Weymouth door den koning worden
geschouwd vóór zij de manoeuvres zullen be
ginnen.
Bijna 13.000 man van het reservepersoneel
van de zeemacht is opgeroepen. Zij zullen
waarschijnlijk tot einde September in dienst
blijven.
Tsjechisch protest tegen
„verduitsching".
Oorspronkelijke eischen der Sudeten Duitsche
partij als grondslag voor de onderlinge
betrekkingen genoemd.
Naar aanleiding van het feit, dat de Duit
sche pers de Tsjechen reeds herhaaldelijk
heeft beschuldigd van traagheid en lijdelijk
heid, publiceert de „Poledni List" een artikel,
dat het noemt „een bewijs van den goeden
wil der Tsjechen om met de Duitschers samen
te werken". Het blad stelt voor dat als grond
slag voor de betrekkingen tusschen beide
nationaliteiten de ontwerpen en eischen der
Sudeten-Duitsche partij worden genomen.
„Wat toen wit was" aldus het blad „kan
thans niet zwart zijn geworden. De Duit
schers hebben geprotesteerd tegen ver-
tsjeching, wij protesteerden tegen verduit
sching. Wij kunnen slechts de waarheid be
seffen. dat dingen, die op geweld berusten,
niet duurzaam kunnen zijn".
Zondag is een bedevaart naar de graven
van de koningen van Bohemen gehouden.
Meer dan 30.0(H) menschen hebben daaraan
deelgenomen.
De plechtigheid werd besloten met het zin
gen van het lied van koning Wenceslaus.
Tsjechen door Duitsche militaire
rechtbank veroordeeld.
Officieel wordt uit Praag medegedeeld, dat
een aantal Tsjechen door een Duitsche militaire
rechtbank veroordeeld is tot gevangenisstraffen,
varieerende van vier tot zes maanden, wegens
belastering van het Duitsche leger.
Eenige weken geleden was een Tsjecho Slo-
waaksch officier wegens dezelfde overtreding
veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf.
De Engelsche begrooting voor
buitenlandsche zaken.
Motie der liberalen verworpen.
De motie tot het verlagen van de
Engelsche begrooting voor buiten
landsche zaken, welke was ingediend
door de liberale oppositie en naar
aanleiding waarvan gisteren de de
batten over de buitenlandsche politiek
werden gehouden, is door het Lager
huis met 266 tegen 130 stemmen
verworpen.
PPOERAMMA
WOENSDAG 2 AUGUSTUS 1939
HILVERSUM I, 1875 en 415,5 M.
VARA-uitzending. 10.00—10.20 van. VPRO
en 7.30—8.00 VPRO.
8.00 Gramofoonmuziek (Ca. 8.16 Berich
ten). 9.30 Causerie „Onze keuken". 10.00 Mor
genwijding. 10.20 Voor arbeiders in de Conti
nubedrijven. 12.00 Gramofoonmuziek. 12.15
Berichten. 12.17 Orgelspel en zang. 1.- Gra
mofoonmuziek. 1.15—1.45 en 2.00 Esmeralda.
2.20 Gramofoonmuziek. 3.00 VARA-orkest
(opn.), 3.30 Zang en piano. 4.00 Voor de kin
deren. 4.30 Gramofoonmuziek. 5.30 VARA-
orkest (opn.), 6.15 Gramofoonmuziek. 6.28
Berichten. 6.30—6.55 Esmeralda en solist.
7.00 VARA-kalender. 7.05 Felicitaties. 7.10
Causerie „Van streven en strijden". 7.30 Cy
clus „Ons werk en ons geloof", 8.00 Herhaling
SOS-berichten. 8.05 Berichten ANP., VARA-
Varia. 8.17 Causerie „De VARA-Zomerprijs-
vraag". 8.20 Gramofoonmuziek. 9.00 R.E.T.
Mannenkoor en solisten. 9.20 Declamatie.
9.40 Vervolg concert. 10.00 Berichten
ANP, 10.10 Causerie en toch ben ik
van meening, dat....". 10.20 VARA-orkest
(opn.) ll.oo Esmeralda en solist. 11.2012.00
Dansmuziek (gr. pl.).
HILVERSUM II 301.5 M.
NCRV-Uitzending. 6.30—7.00 Onderwijsfonds
voor de Scheepvaart.
8.00 Schriftlezing en meditatie. 8.15 Be
richten. gramofoonmuziek. (9.30—9.45 Geluk-
wenschen). 10.30 Morgendienst. 1100
Zang. 11.15 Ensemble v. d. Horst. (12.00
12.15 Berichten). 1.00 Het kinderkoor „De
kleine harp" met pianobegeleiding en gra
mofoonmuziek. 2.00 Christ, lectuur. 2.20
Christelijke lectuur. 2.30 Reportage. 4.00
Gramofoonmuziek. 4.45 Felicitaties. 5.00
Voor de jeugd. 5.45 Orgelspel, berichten. 6.30
Taalles en causerie over het binnenaanva-
ringsreglement. 7.00 Berichten. 7.15—7.55
De Protestantsche ohr. Harmonie „Jubal"
8.00 Berichten ANP., herhaling SOS-berich
ten 8.15 NCRV-orkest. (9.00—9.30 Causerie
„Wereldbond tot het bevorderen van In
ternationale Vriendschap door de Kerken".
I.0.00 Berichten ANP., actueel halfuur. 10.30
Pianovoordracht en gramofoonmuziek. 11.05
Gramofoonmuziek. Ca. 11.5012.00 Schrift
lezing.
DROITWICH 1500 M.
11.25 Gramofoonmuziek. 11.50 Orgelspel,
12.20 Gramofoonmuziek. 12.50 Uit Berlin:
Hans Bund's orkest en solisten. 1.35 Popu
lair solistenconcert. 1.50 Het BBC-Northern
Ireland-orkest m.m.v. soliste. 2.50 Het Ka-
maran Trio. 3.35 Dansmuziek, (gr. pl. i 4.20
Vesper. 5.10 Intermezzo. 5.20 Billy Cotton's
Band. 6.00 Gramofoonmuziek 6.20 Berich-
teu. 6.50 Interviews. 7.10 Zang. 7.30 Alvin
Saxon en zijn Band..
RADIO-PARIS 1648 M.
9.00 en 9.30 Gramofoonmuziek. 12.30 Zang.
12,45. 1.05. 1.45, 2.35 en 3.30 Gramofoonmu
ziek. 3.35 Zang. 3.50 en 5.05 Gramofoonmu
ziek. 7.20 Viool en piano. 8.00 en 8.25 Gra
mofoonmuziek. 8.50 Vroolijk programma.
20 Revue-programma. 10.2012.20 Orkest,
solisten en het Gouverné-koor.
KEULEN, 456 M.
.50 Leo Eysoldt's orkest. 8.50—9.50 Gra
mofoonmuziek. 12.20 Het Omroepkleinorkest,
het Keusch pianoduo en solist. 2.30 Populair
concert. 3.40 Gramofoonmuziek. 3.50 Het
Bielefelder Kinderkoor. 4.20 Orkest van de
Luchtmacht. Otto Kermbach's orkest, man
dolinesextet en reportages. 7.35 Gramofoon
muziek. 8.35 Gevarieerd concert. 11.00 Col
legium musicum van de Münsterse Universi
teit en solisten (Opn.). 11.45—12.20 Het Om-
roepschrammelenmeble, het Omroepklein
orkest en solisten.
BRUSSEL. 484 M.
12,20 en 1.302.20 Gramofoonmuziek. 5.20
en 5.55 Dansmuziek, (gr. pl.), 6.35 Zang.
7.05 Accordeonsoli. 7.35, 8.20 en 8.55 Gra
mofoonmuziek 9.20 Symphonieconcert man.
van soliste. 11.00—11.20 Gramofoonuziek.
DEUTSCHLANDSENDER 1571 M.
8.15 Gramofoonmuziek 10.20 Berichten.
10.40 Reportage. 10.55 Gramofoonmuziek.
II.05 Berichten. 11.20—12.20 Trompetters-
corps en soldatenkoor.