C Schellek ens De wereld van gisteren, vandaag en morgen Werkloosheid in Heemstede blijft afnemen. VOOR EEN Halve vacanties voor de Engelsche staatslieden. /CUEEP/ TJIMEM VRIJDAG ÏT AUGUSTUS 1939 HAAREEM'S DAGBEAD Z T)e 1üe*e£dtentaansietiLiig te lleie~%o>tk (Van een bijzonderen correspondent.) AMERIKANEN houden nu eenmaal van superlatieven en van slagwoorden. Wie daarmede rekening houdt wan neer hij „De Wereld van Morgen" zooals de wereldtentoonstelling genoemd wordt betreedt, zal zich niet teleurgesteld voelen wanneer hij een wel een beetje fantastische wereld van vandaag en in sommige gevallen zelfs: een wereld van gisteren vindt. De we reld van morgendie vindt hij slechts in het schitterende, fantastische, diep-indrukwekken de tafereel dat de General-Motors hebben ge bouwd en waarvan ik u in mijn vorigen brief vertelde. De wereld van morgen, die vindt hij ook bin nen in den grooten bol, die met den hoogen obelisk, het symbool en het middelpunt van de tentoonstelling vormt. Daarbinnen staat ge al weer voor of liever boven. een indruk wekkend schouwspel. Hoe groot die bol precies is weet ik niet, maar geweldig en reusachtig is hij. Met een roltrap gaat de bezoeker naar boven en dan staat hij plotseling op een lang zaam draaiende balustrade. Onder hem is ook zoo'n draaiende, ronde balustrade. En beide staan vol met menschen, die beurtelings vol ontzag voor de geweldige ruimte en vol be wondering voor wat zij te zien krijgen hun blikken naar boven en naar beneden richten. Boven welft een diep-blauwe hemelkoepel zich over de hoofden, langzaam wordt het aan dit uitspansel schemering, avond, nacht, en weer stralende morgen. De tinten van het zwerk wisselen met den tijd van het etmaal dat zich hier over twaalf minuten uitstrekt en de ster ren doen er hun fantastische plicht, evenals de vurige zon en de koele maan en de kleuren en tinten, die des hemels zijn. De avond is teeder, de nacht vredig, de ochtend jubelend van zang en zon en juichende muziek, de middag stra lend van licht en warmte. Terwijl de bezoeker bijna onmerkbaar rondglijdt langs en boven het indrukwekkend tafereel treden groepen zin gende menschen door een ingenieuze film projectie uit den hemel en loopen op hem toe. In dit zingen en in dit krachtige loopen, in de figuren zelf van deze menschen wordt de een heid en het geluk en de voorspoed en de blijheid der menschen in het stralende land van morgen verzinnebeeld. Ge verlaat het in drukwekkende schouwspel met ontroering en met een diep en warm verlangen: dat de we reld van morgen werkelijk deze stralende we reld zal zijn en dat het u beschoren zij haar nog te betreden en er vrede en welvaart aan te treffen. Uit den reusachtigen bol komende staat ge een oogenblik hoog boven de tentoonstelling. Een mooi, indrukwekkend gezicht. Onder u krioelen de menschen tusschen de fantastische gebouwen, hoog boven u streeft de witte try- loon naar den hemel, in de verte ziet u het torentje van het Nederlandsche paviljoen en het wapperend rood-wit-blauw aan zijn trans roept u iets toe, dat ge niet onder woorden brengen kunt. Maar het is iets heel goeds. De vijvers blinken in rechte lijnen tusschen het groen van de boom en en de felle kleuren van de honderdduizenden bloemen, de fonteinen en de watervallen lijken wollig speelgoed en nu ziet ge plotseling heel duidelijk dat langs de ge- heele lengte-zijde van de wereld-van-morgen, juist als grens van de ordinaire kermis, die voor het vermaak heet te zorgen, een groene heu velachtige strook met allemaal witte stippeltjes ligt: een kerkhof, bezaaid met grafzerken. Een schrille tegenstelling, een stille waarschuwing, een eigenaardig contrast: „Gij die in onze we reld van morgen rond gaat gedenkt de be trekkelijkheid aller dingen, gedenkt onze we reld van heden, die voor u de wereld van gis teren is". Doch langzaam afdalend langs de gaande rijen, die bol en aarde verbinden, komt ge weer op.... den beganen grond en zijt ge zelf een deel van de massa in een verbeelde wereld van morgen. Verbeeld.want al is uw correspon dent geen deskundige in de architectuur hij durft te zeggen, dat de architectuur, zooals die hier zich openbaart, veeleer van eergisteren dan van heden is laat staan van morgen. Aan conventioneele on-conventionaliteit zijn de bou wers grootendeels niet ontkomen. Deze pavil joens mogen bizar en ongewoon zijn, in deze bizarrerie en ongewoonheid zijn ze te onecht en te geforceerd om mooi en indrukwekkend te zijn. Men behoeft het zoogenaamde „nieuw bou wen" geenszins in alle opzichten toe te juichen om niet er van overtuigd te zijn, dat er toch in het kader van het slagwoord „de wereld van morgen" iets anders, iets beters en iets res- pectabelers te maken ware geweest. Wij, uit Nederland, zijn daarin verwend. Wat Dudok met het Hilversumsche stadhuis tot stand gebracht heeft staat, naar lichaam en ziel, oneindig ver boven de geraffineerde en handige, doch in wezen ziellooze poging tot mo derniteit, die hier is gedaan. Dat het in zijn geheel en in zijn veelheid toch indrukwekkend is, is te danken aan de proporties dezer gewel dige, fantastische stad en des avonds aan het prachtige licht, dat in glanzende en stree- lende kleuren een indrukwekkend sprookje maakt van wat overdag tot nuchtere beschou wing dwingt. Het is dit sprookje, dat zich in het vallende duister ook mededeelt aan het Nederlandsche Paviljoen, dat, verlicht, tot de allermooiste gebouwen van dé tentoonstelling wordt, doch dat overdag, indrukwekkend door zijn grootte en zijn nuchteren eenvoud en ze ker niet het minst van al het omringende, toch de wensch doet opkomen, dat een onzer bou wende grootmeesters, die de Nederlandsche ar chitectuur tot een der meest-bewonderde ar chitecturen ter wereld hebben gemaakt, er zijn krachten en idealen aan had mogen geven. Zooals deze geheele, grootsche, indrukwekken de wereldtentoonstelling, toch de gedachte wekt, dat een toppunt van schoonheid zou kunnen zijn bereikt, wanneer niet deze „architectuur van morgen", doch die van vandaag die niet van gisteren is zich er aan had mogen uit leven. Er is hier in de techniek en in alle technie ken ontzaglijk veel te zien., dat doet vermoe den hoeveel het heden aan „morgen" zal me- dedeelen. Radio en televisie worden er in hun tot op heden bereikte uiterste gedemonstreerd. Nieuwe grondstoffen en hun toepassing krijgt men te zien. Wat Edison Bell, Dupont de Radio Corporation of America, Ford, Chrysler hier doen zien ontsluit in vele opzichten nieuwe verten. Ge ziet er leer, dat uit hout en zijde, die uit melk gemaakt is, televisie-uitzendingen vinden vele malen per dag plaats. Eenige tien tallen spoorwegmaatschappijen, die in de Ver- eenigde Staten immers niet geconcentreerd en in particulier eigendom zijn, doen zien wat in één eeuw op hun gebied aan vooruitgang te boeken viel. Zij doen dit op werkelijk mach tige en dramatische wijze, o.a. door middel van een revue op „het grootste tooneel der wereld", waaraan vijfhonderd menschen epveertig lo comotieven medewerken: een onvergetelijk ta fereel. Men gevoelt trouwens telkens weer die pe bewondering voor de wijze, waarop men origineele vondsten heeft gedaan om zijn pro duct menschelijk boeiend te maken en te dra- matiseeren. Zoo worden bijvoorbeeld in het gebouw van de telefoon iederen dag eenige tientallen prijzen uitgeloot, die bestaan uit gra tis lange-afstand-gesprekken. Wie niet het ge lukje hadden zulk een prijs te trekken, mogen zich schadeloos stellen door aan koptelefoons mee te luisteren naar wat de winnaars over dui zenden kilometers te vertellen hebben. En: naar wat de opgeroepenen antwoorden. Amerika is nu eenmaal niet zoo heel bescheiden in zijn wenschen en zoo geschiedt het strijk en zet, dat de Amerikaansche juffrouw gebruik makend van deze ongekende gelegenheid, haar ge- idealiseerden „hemel" opbelt: Hollywood. Bij Clark Gable en soortgelijke halfgoden moet de telefoon niet stilstaan. En welk een geluk, wan neer het gelukt! Welk een zaligheid, wanneer de schoone Clark inderdaad den gratis-groet uit de wereld van morgen persoonlijk komt be antwoorden. Ge leest dan de hemelsche ver rukking van het gelaat der winnares en van dit harer gratis-medeluisteraarsters. En ge be denkt met eenige zorgelijkheid hoe dwaas die jonge juffers in de wereld van vandaag nog zijn en dat deze toch de moeders van de wereld van morgen zullen worden. Er is groole troost inde wereld van gis teren: de schitterende schilderijententoonstel ling, waar, tusschen driehonderd genieën van alle tijden en alle landen en volken, ónze Rem brandt en ónze Vermeer en ónze Teniers en Hals en Steen doen zien, dat het genie niet aan het heden is gebonden en om gisteren en mor gen glimlachen. Hier zijn de schoonheid en de macht over de schoonheid die van alle tijden zijn. Een verbijsterende collectie, die hier ver zameld is en die onder andere den naam, de cultuur en de macht-naar-den-geest van Ne derland in aller gedachten brengt. Zoo dwaal ik dag na dag, door deze vreemde wereld, die zoo vol van dwaze tegenstellingen is. Na de tijdelooze verrukking om Rembrandt, zijg ik, warm en moe, neer op een bank tusschen pa's, ma's en bleeke kinderen, die dikke boter hammen eten en er, luidruchtig koffie en limo nade bij slurpen. Overal treft ge na den vreemden droom in den bal lieden met zeer wezenlijke voetbezwaren. Zij hebben hun schoenen uitgetrokken en kousenvoeten zijn een vreemd en dwaas accent in een geïdeali seerde wereld. Ik kom uit de betoovering van General Motors' toekomstbeeld en bevindt me tegenover een heer, die de warmte met inwen dig alcoholgebruik heeft trachten te overwin nen: eenigszins wankelend ontdoet hij zich van boord das en schoeisel en strekt zich behage- lijk uit op een bank, om straks, in een zeer koele wereld van vandaag te ontwaken. En ik zie er den mensch in al zijn grilligheid. Straks stond hij bewonderend voor Vermeer van Delft, thans tracht hij in het amusements gedeelte met ijzeren ballen zooveel mogelijk keukengerei kapot te smijten; vanmiddag liep hij verheerlijkt langs de fonteinen, de vijvers, de beelden en de bloemen. Nu richt zijn ver- heerlijktheid zich op den draaimolen, waarin hij een bont-beschilderd en stijgerend paard be rijdt. Wanneer de werkelijke wereld van morgen zoo zou zijn als deze wereld van morgen, dan zullen de psychiaters en de pedicures er de rijksaards in zijn. Om van de knakworstfabri kanten nog maar niet te spreken. (Nadruk verboden). Duitscher aan de Poolsche grens gedood. Drie gewapende Duitschers zouden de grens overgestoken zijn. In een officieel Poolsch communiqué wordt medegedeeld dat zich aan de Poolsch-Duit- sche grens in Silezië een incident heeft voor gedaan, waarbij een Duitscher werd gedood. Volgens de Poolsche lezing zijn drie gewa pende Duitschers de grens overgestoken. De Poolsche grenswacht heeft hen aangevallen toen zij zich op Poolsch gebied bevonden en na hen te hebben aangeroepen. Een scher mutseling ontstond, waarin een der Duit schers werd gedood. Toen de Poolsche grens wacht versterking kreeg vluchtten de beide anderen. Na de schermutseling werden ter plaatse twaalf revolvers en duizend patro nen gevonden. Verbetering vermoedelijk van blijvenden aard. DE werkloosheid in Heemstede blijft regelmatig afnemen. Vol gens de laatste opgave van het plaatselijk orgaan der arbeidsbemid deling bedraagt het aantal werkzoeken den thans slechts 231; in de overeen komstige week van het vorige jaar was het 272. In 1937 en 1936 waren de aantallen respectievelijk 321 en 431. Sedert 1931 is de werkloosheid in dit deel van het jaar niet zoo beperkt ge weest als thans het geval is, en sedert het hoogtepunt in 1936 valt zelfs een vermindering waar te nemen van 46 pet.! Opk in de vorige maanden van dit jaar waren de werkloosheidscijfers gunstiger dan in de over eenkomstige perioden van de voorgaande jaren, zoodat het bevredigend verloop niet aan seizoen invloeden of toevallige omstandigheden toege schreven behoeft te worden, maar als een ver betering van vermoedelijk blijvenden aard be schouwd mag worden. Verhoudingsgewijze is de werkloosheid in de bouwvakken nog vrij groot; bovenbedoelde op gave vermeldt als werkloos: 34 grondwerkers, 4 metselaars, 6 schilders, 13 timmerlieden en 5 opperlieden. Deze aantallen vertoonen slechts weinig afwijking van die der voorafgaande maanden, toen de totaalcijfers hooger waren dan ze nu zijn. Zooals bekend is, wordt juist voor deze groepen de mogelijkheid overwogen van een scholing tot betonarbeiders. De geringe mate, waarin de werkloosheid in de bouwvakken is afgenomen, kan zeker een argument geacht wor den om juist voor deze categorie nieuwe arbeids mogelijkheden in het leven te roepen. Intusschen vertoont de groep bloemistarbeiders' nog geringeren teruggang van het aantal werk- loozen. Sedert zeer langen tijd reeds telt deze categorie een zestigtal werkloozen, die er blijk baar niet meer in kunnen slagen, in de Heem- steedsche bloembollenbedrijven werk te vinden. Afgezien van bedrijfsomstandigheden van tijdelijken aard, is dit ook een uitvloeisel van de beperking der bloembollenteelt ter plaatse als gevolg van de toenemende bebouwing. Van de overige groepen vraagt alleen de categorie der z.g. losse werklieden nog de aan dacht. Het aantal werkloozen in deze groep bedraagt momenteel 63 tegen 104 in begin Mei, hetgeen dus een aanmerkelijke vermindering is. Hierop heeft echter de gemeentelijke werkver schaffing invloed uitgeoefend, zoodat voor de wintermaanden met een stijging van het huidige cijfer gerekend dient te worden. Geen jeugdwerkloosheid van beteekenis meer. Wat dé jeugdwerkloosheid betreft, stemmen de verhoudingen ter plaatse vrijwel overeen met die van elders in het land, d. w. z. dat er van een werkloos heid van beteekenis in de jongste leef tijdsgroepen, van vijftien tot achttien jaar, niet meer gesproken kan worden, terwijl ook in de leeftijdsgroepen van achttien tot 23 jaar de werkloosheid sterk is afgenomen. Daar aan deze groepen géén of slechts weinig steun werd uitgekeerd, vertoonen de kosten van de werkloozenzorg niet een vermindering, die in overeenstemming is met de daling van het werkloozencijfer. Niettemin bleven de uitgaven over het eerste halfjaar van 1939 eenige duizen den guldens beneden die van het overeenkoms tige tijdvak van het vorige jaar, waardoor zij vrijwel gelijk zijn geweest aan de bedragen, die tot dit doel op de gemeentebegrooting zijn uit getrokken. Het laat zich dan ook aanzien, dat het begrootingsbedrag, dat voor een heel jaar f 130.0000 bedraagt, over 1939 niet zal worden overschreden terwijl de uitgaven in 1938 ruim f 138.000 hebben beloopen. Bandiet ontvoert twee meisjes. Het jongste gedood. Een Havasbericht uit Bocarton (Florida) meldt dat een individu twee meisjes van 17 en 19 jaar, die op een Lyceum te Miami waren, ontvoerd heeft met de bewering, dat hij haar zou helpen filmster te worden. De politie heeft thans het door kogels doorzeefde lijk van de jongste gevonden in de moerassen bij Bocar ton. Het oudste meisje is ongedeerd terugge vonden in een hut bij deze moerassen. De ont voerder, een zekere Jefferson, is gearresteerd. Jefferson, die 34 jaar is, bekende de meisjes te hebben ontvoerd om een losgeld van de ouders te krygen en de jongste te hebben gedood. Japanners in Hoepei op den terugweg? TSJOENGKING, 10 Aug. De Japansche troe pen in Noord-Hoepei trekken naar het Zuid- Westen terug, na eén heftigen aanval van de Chineezen. De Japansche troepen hebben hier bij zware verliezen geleden en hun linie is in een gestort. Zij trekken thans terug op Soeisjen. (Reuter). HAARLEM Gr. Houtstraat 12 DEN HAAG: Spui naast Asta Weimarstraat to. Regentes AMSTERDAM: Kalverstraat hoek Heiligeweg 1e Een keurig suède etui met; 2e doos KIWI schoencrême (kleur naar keuze), 3e een zachte wollen poetsdoek, 4e een handige, echt hoornen schoenaantrekker, 5e ontvangt U bovendien ter kennismaking met onze mo dern ingerichte reparatle- afdeellng, een bon voor een gratis schoenreparatie. Samen een waarde van f 1.75, kunt U krijgen voor 1 kwartje bij aankoop van een paar schoenen bij Schellekens. Voor elegante modeschoenen LORD CRAIGIE, de Engelsche ambassadeur ïn Tokio, staat Japansche journa listen een interview toe over de Britsch-Japansche besprekingen. (Adv. Ingez Med.) T)e pacaptu woz fiaac uxace bestemming.. Onze Londensche correspondent schrijft: De Britsche premier is Zondagavond met den trein naar Schotland vertrokken om er te gaan visschen. De menschen op het perron van Euston kregen hem gauw in het oog en juichten hem toe. Hij had een tweed pak aan en hij had zijn paraplu hij zich. Maar dit veel besproken ding is niet langer het symbool van een politiek. De regen blijft met bakken uit den hemel vallen; en al zullen er onder de juichenden op het trieste perron enkelen zijn geweest die de paraplu bleven zien als het attribuut van den halfgod, het was in dit ge val teruggebracht tot zijn normale men zou haast waarheidsgetrouw kunnen zeggen in een zomer, dien Pluvius geheel voor zich heeft opgeëischt tot zijn alledaagsche bestem ming. Hoewel er ongetwijfeld partijzuchtige lieden in dit land zijn die hun eersten minister niet het beste toewenschen (volgens de jongste schatting, van een Conservatief politicus, be draagt hun aantal 37 percent van de bevol king) mag men veronderstellen dat men hem algemeen een ononderbroken vacantie toe- wenscht. Dat komt omdat de vacantie alleen onderbroken zou kunnen worden, aangenomen dat de jicht wegblijft, door een onheilspel lende verscherping van de crisis, die niemand die wel bij het hoofd is, kan verlangen. Het gevaar dat dit zal gebeuren zal de pre mier onder de oogen moeten blijven zien. Zijn vacantie en die van zijn collega's zijn „half- holfdays" in nieuwen vorm. Hier is vrijheid blijheid van een onrustige soort. Hoe diep de premier de binnenlanden van Schotland ook in mag trekken, hoe ver zijn waterlaarzen hem ook in den stroom mogen dragen, hij kan Downing Street 10 en alles wat het adres beteeketit niet ontvluchten. „So far and yet so near" is het voor hem. De lijn waarmee hij de visschen poogt te verschalken kan hem herinneren aan de lijn, die hem met White hall verbindt. Het ruischen van het ranke riet kan muziek voor hem zijn als hij er ooren voor heeft maar kan ook zijn gedachten af leiden van „the job in hand" en ze vluchten doen nemen waarin de begeleidende muziek onheilspellend gezoem geworden is. Een windvlaag, die de rimpels in het watervlak driftiger maakt behoeft geen boodschap te zijn van een gedienstige natuur die al op de hoogte is, maar ze kan den visscher, die geniet van zijn „half- holiday', een onbehaaglijk gevoel geven en hem doen kijken naar den oever om er zich van te vergewissen dat daar geen koerier is aangekomen met de tijding dat meneer uit het water en aan de telefoon moet komen. Wij weten niet hoe het met Mr. Chamber lain's zenuwen gesteld is. Hij heeft vaak per soonlijk getuigd, dat de ouderdom hem alsnog „sound in wind and limb", dat zijn longen en de ledematen, heeft gelaten. Er is reden te veronderstellen dat de stalen zenuwen, zonder welke men geen groot politicus kan zijn, ook nog niet verroest zijn. Het rimpelend water vlak en 't ruischend riet zullen hem misschien even koel laten als het water is waarin hij staat en als zijn inborst volgens hen, die hem niet mogen is. Maar niemand kan in een man z'n ziel kijken; en ook al zou hij niet geplaagd worden door de fenomenen van zijn vischwater, het is uitgesloten dat hij een rustige vacantie zal hebben. De tweede voornaamste halve-vacantie- ganger, Lord Halifax, heeft gehoor gegeven aan den roep van zijn penaten in Yorkshire, maar tevoren doen weten, dat hij elke week poolshoogte zou komen nemen in het Foreign Office en dat er een telefoonlijn open moest blijven tusschen zijn landhuis in dat graafschap en Whitehall. Lord Halifax schijnt alleen het milieu van zijn werkzaamheid te hebben verplaatst; en tasschen en papieren reizen op en neer tusschen zijn vacantieoord en het tooneel van zijn dagelijkschen arbeid Al die voorzorg schijnt het door sommigen alarmistisch, door anderen realistisch ge noemd overzicht van den internationalen toestand, dat hij aan het eind van de vorige week in het Hoogerhuis heeft gegeven, te onderstreepen. Met dat overzicht verontrustte hij de toen groeiende schare, die was gaan meenen dat "de machtige tegenstander in Europa pat zoo niet mat was gezet, en dat er daarom dit jaar weinig gevaar bestond voor een gewapend conflict. Men heeft Bob, de zwarte poes van Downing Street 10, voor de deur van het Foreign Office zien zitten. De zwarte poes, Bob of een andere, heet een gelukbrengster te zijn; en haar positie, op de stoep van het Foreign Office, heeft vele bijgeloovige Brit- toen opgemonteerd. Maar de Senaat in Dantzlg blijft erg stoutmoedig met zijn eischen aan de Poolsche regeering en de geruchtmakende tijdingen in de Engelsche kranten die vol strekt zonder gevoel bleken te zijn voor den bankvacantie-dag hebben hier vizioenen opgeroepen van ultimata die tusschen War schau en Dantzig heen en weer vlogen. ar\ NDANKS de paraatheid van de Wes- tersche mogendheden, de alliantie met Polen en de reis der stafofficieren naar Moskou, durft men er niet op te vertrouwen dat Duitschland Dantzlg met rust zal laten. De vastberaden stappen voor het vredesfront en de duidelijke uitspraken van de verant woordelijke staatslieden aan dezen kant van Europa en in Polen schijnen elke mogelijk heid voor verdere Muenchenoiserie uit te sluiten. Maar het publiek hoort hier van de In gewijden dat men daarvan in Duitschland niet zoo overtuigd is. En dat laat zich ook wel min of meer verklaren als men verneemt van zulke instellingen als „The Link", zoo pas door Sir Samuel Hoare aan de kaak ge steld, die voorgeeft te zijn opgericht om de goede verstandhouding tusschen Engeland en Duitschland te bevorderen maar die, in Sir Samuel's woorden, „niets doet om de Duit schers in staat te stellen de Engelsche op vattingen te begrijpen", maar zich inspant de Duitsche opvatting aan de Britten op te dringen. HALCYON LIJN Maasburg, 9 van Vlaardingen te Pepel, voor Vlaardingen. Stad Maastricht, Vlaardingen n. Wabana pass. 9 Beachy Head. Stad Amsterdam. 10 v. Rott. n. Malmo. HOLLAND AFRIKA LIJN Jagersfontein (thuisr.) 8 van Zanzibar. Heemskerk, 10 van Hamburg te Amsterdam. Springfontein (thuisr.) 10 te Antwerpen. Boschfomtein. 10 v. Rott. n. Hamburg. HOLLAND- AMERIKA LIJN Lochavon, Rott. naar Vancouver 9 te Los Angeles. Blommerdijk, Baltimore n. Rott. 9 te Al bany (N.Y.). Damsterdijk, Vanc. n. Rott. 9 te Liverpool. Binnendijk, Baltimore n. Rott. via Londen pass. 9 Scilly. Beemsterdijk, 10 v. Rott. n. Baltimore via Antwerpen. HOLLAND—BRITSCH-TNDIë LIJN Hoogkerk (uitr.) 10 te Antwerpen. Streefkerk (thuisr.) 10 v. Suez. KON HOLLANDSCHE LLOYD. Zaanland, 9 v. Amst. te Buenos-Ayres. KON NED STOOMBOO'I MIJ Helder, 8 v. Talcahuano n. San Antonio. Ariadne, 9 v. Limni n. Tressalonlkl. Bodegraven, 9 van Amst. te Hamburg. Breda, 9 van Antwerpen te Ter neuzen. Hebe, 9 v. Hamburg n. Amsterdam. Irene, 9 van Cadix naar Setubal. Mans, 9 van Catanal naar Palermo. Merope, 8 van Valimitika naar Tunis. Pluto, 9 van Bilbao naar Musel. Pygmalion, 9 van Bourgas naar Varna. Theseus, 9 van Danzig n. Hamburg. Tiberius, 9 van Malta n. Alexandrië. Ulysses, 9 van Valencia naar Piraeus. Saturnus, 10 v. Mourphoubaai te Rotterdam Barneveld, Chili n. Amst. vla Liverpool 9 940 mijl ZW van Valentin. Orion, Curasao n. Amst. 8 200 mijl v. Land's End. Bacchus, 9 v. N-York n. La Guayra. Aurora, 10 van Amst. n. Rott. \1EYER en GO'S SCHEEPVAART MIJ Glenshiel, Dalren n. Rott. p. 8 Gibraltar. Benrinnes, Hongkong n. Rott. 8 te Manilla. Antenor, 8 te Chinwangtao, v. Rotterdam. Memnon, Japan n. Rott. p. 10 Gibraltar. City of Pittsburg, Japan n. Rott. 10 te Londen. Sarpedon, Japan n. Rott. 10 (ïun.) v. Lon den. Calchas, Japan n. Rott. 10 v. Belawan. Polyphemus, Amst. n. Batavia, 10 v. Belawan. Eurymedon. Macassar n. Hamburg, lo v. Amst. ROTTER D A MSCHP LLOYD Slamat (thuisr.) 9 van Marseille. Buitenzorg (thuisr.) p. 9 Kaap Guardafui Garoet (ultr.) pass. 9 Pantellaria. Tapanoeli (ultr.) pass. 9 Perim. Baloeran (uitr.) 10 te Marseille. Indrapoera, 10 v. Rott. te Batavia.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 11