0 D< Aan allen BRIEVENBUS .VRIJDAG 11 AUGUSTUS 1939 H'A ARE EM'S DAG BE AD' 8 Ik ben in mijn vacantietijd een paar dagen op de Veluwe geweest en 'k moest daar herhaaldelijk denken aan een vroeger schoolliedje en wel aan: Sikkels klinken; Sikkels blinken; Ruisend valt het graan. Overal waren de boeren aan 't koren maaien; hier met de zeis, daar, zoals het in 't versje staat, met de sikkel. Maar wat ik nergens meer gezien heb en wat vroeger bijna overal, waar kpren ver bouwd werd, gewoonte was, was het „aren lezen" Een veertig jaar geleden kon men achter de maaiers en de bindsters, dat waren de vrouwen en meisjes, die de neergeslagen halmen tot scho ven bonden, de armen uit de buurt zien lopen om de hier en daar achtergebleven halmen op te rapen. Dit verzamelen van die verspreid liggende halmen was een speciaal recht der armen. Wie hier niet toe behoorde, mocht hieraan niet mee doen. In enkele streken van ons land schijnt dit gebruik nog in stand gebleven te zijn, zo b.v. op Zuid-Beveland. De oogsttijd is voor den land man een belangrijke tijd. Eigenlijk begint deze belangrijke tijd al als het koren begint te bloeien en het stuifmeel over de akker waait. In 't Lim burgse dorpje Blitterswijk vinden we hiervan een zeer sprekend voorbeeld. Daar toch, wordt vanaf het oogenblik dat de rogge begint te bloeien tot en met Sint Jan, dat is 24 Juni, dooi den koster van de kerk 's morgens om 10 uur de klok geluid. Dit luiden wordt daar Sint-Jans kies genoemd. Ook las ik in een boek over Twente, dat het daar in vroeger tijd heel vaak voor kwam, dat de boer zijn pet afnam, zovaak hij het koren stuiven zag, want dit stuiven van 't koren beloofde brood voor de toekomst en uit dankbaarheid daarvoor ontblootte hij het hoofd als een soort stil dankgebed. Zijn noeste arbeid op het veld zou dus gezegend worden. Wat vroe ger ook algemeen was en tegenwoordig zo goed als niet meer voorkomt, dat is het oogstfeest. Dit feest werd gevierd als de laatste wagen met ko ren binnengehaald was. Dan moest de boer allen, die bij de oogst geholpen hadden flink tracteeren. Wel worden hier en daar nog z.g. oogstkoeken gebakken. Op de Z. Holl.- en Zeeuwse eilanden schijnt men dit nog wel te doen. Voor de ramen der bakkers ziet men dan de broden liggen, waar op met een mooi lintje een paar ongedorste ko renhalmen zijn gebonden, als bewijs, dat dit brood van 't nieuwe koren is gebakken. Dat de oogsttijd een belangrijke tijd voor den boer is, bewijzen ook sommige volksgezegden, die met die tijd in verband staan. Zo b.v. Met Sint Jacob (25 Juli) of Sint An' (26 Juli) Is het koren in schuur of ban. Toen deze gezegden ontstaan zijn, was het ko ren zeker vroeger binnen dan tegenwoordig, want 'k zou haast durven zeggen, dat dit jaar geen boer op deze dagen zijn koren al in de schuur had. Onze bijgeloovige heidense voorouders meen den in de ruisende korenhalmen de stem te horen van allerlei onzichtbare wezens, die zich daar in ophielden. Zij geloofden daar een waarschuwing in te horen om niet de roggeakker op te gaan om klaprozen of korenbloemen te plukken. Hieraan herinnert b.v. een beeldje in 't Museum te En schedé, Het stelt een tweeling voor, die al bloe- menplukkende in 't korenveld verdwaalden en tot straf van honger gestorven waren. En al kunnen wij nu niet aannemen, dat men nog gelooft dat er boze geesten tussen de korenhalmen verkeren, toch gebeurt het nog, dat men ondeugende kinde ren of kinderen, die niet op tijd naar bed willen, in Drente dreigt met Spin-An, die hen zal komen halen. In Groningen maakt men hiervoor gebruik van de roggemouer (moeder). W. B.—Z. VOOR 'T PRINSESJE door W. B.-Z. Toen 't' prinsesje was geboren, Kon je 't luiden der klokken horen. 't Ging maar bim-bam bim-bam Omdat een prinsesje ter wereld kwam. Klein Marleentje in haar tuintje Achter 't zonnige blonde duintje Bakt een taart bam-bim-bam Omdat een prinsesje ter wereld kwam. 'n Taart met mooie ronde randjes Met zachte glinsterende kantjes 'n Bloempje in 't gele zand Heeft Marleentje er toen nog ingeplant. „Dit is voor onze Ireentje" Zegt lachend die kleine Mai'leentje. Kijken jullie nu maar, De taart voor 't prinsesje is kant en klaar. RUILRUBRIEK K. H., Olieslagerslaan 13, heeft: Patria, Polak, Betuwfilms, Stokbons, Roodband, postzegels van Buitenl. en Ned. en Kol., Keg, Albert Heyn, Snelspaarbonds, Vliegtuigbons, Groen, Dobbel- mann, Pinda, Paula, Ufa, Everlasting, Franken, Palmolive. van Nelle, Otto Roelofs, Olifantcou pons, de Haan, Ivorol. Gaarne terug: Jamin, Hille (alle bons) Haka, Droste, D. E., Vim enz., Rode klok enz. Duifmerken, Hag, Wennex, Scholten, Sickesz, Kwatta, Weegschaal, Borino, Artis, Tjok- lat (alle bons en sagen) Flitsende Vinnen, Br. bijtjes, IJsendijk b. b. Klaverblad, V. S. plaatjes Haust (nieuw), Bussink, Vergulde Hand, Dijk stra, Zijlstra, Leupen, Faust en de Vries, Tik- Tak. Ruiltijd: Maandag en Woensdag 2-5 uur. JASMIJN, Meidoornplein 47 heeft: Felix Kat tenbroodbonnen, Palmolivebandjes, Franken- plaatjes, Olifantcoupons en vliegtuigbons van Honing. Hier gaarne voor terug Hillebons. GYMNAST, Kloppersingel 177 heeft een col lectie postzegels, ook Nederland en Koloniën, te ruilen. De raadselprijzen voor de maand Juli zijn bij loting ten deel gevallen aan: FLAKKERVLAMMETJE. DEN KLEINEN BOOTSMAN, DEN KLEINE TIMMERMAN en LELIETJE VAN DALEN De prijzen mogen Woensdag 9 Augustus tus sen 2 en 4 uur bij mij gehaald worden. Deze raadsels zijn ingezonden door Jongens en Meisjes, die Onze Jeugd lezen. Iedere maand worden onder de beste oplossers vier boeken verloot. AFDELING I (Leeftijd 10 jaar en ouder) 1. (Ingez. door Racheltje.) Verborgen schuil namen. Wie zijn? LIEN BLOEMDES EEF TELEN DIEN KEIRMESJE 2. (Ingez. door Prinses Engelientje.) Verbor gen Nederlandse rivieren. a. Die kerkklok klingelt al uren lang. b. Wat gaat je vlieger hoog. c. Hij aardt naar zijn vader. d. Zit jij te dommelen? 3. (Ingez. door Zwemgraag.) Mijn geheel is een woord van 9 letters en noemt iets, dat we allen liefhebben. 9 7 2 8 is een jongensnaam. Deze riep: 1 2 3 4 5! er ligt een 2 7 6 op 't land. Zijn 1 2 3 4 5 zei: 't is geen 2 7 6 maar een 7 9 3 4 5. Gelukkig, dat men deze dieren slechts weinig ziet in ons 12345678 9. 4. (Ingez. door Racheltje.) Met h groei ik op 't land Met p ben ik een plant Met z ben ik een vis Met w iets, dat onaangenaam is. 5. (Ingez. door Witje.) Ik doe wel dienst bij 't bouwen, Ik word bereid met zand erbij Maar wil je me omgekeerd aanschouwen, Zoek mij dan in een bakkerij. 6. (Ingez. door Zwemgraag.) Rebussen. Welke Nederlandse plaats en Nederlandse ri vier lees je h'ieruit? AFDELING 11 (Leeftijd 9 jaar en jonger.) 1. (Ingez. door Witje.) Strikvragen. a. Welke ramen zijn niet van glas? b. (Ingez. door Zwemgraag.) Wat staat midden in Amsterdam? 2. (Ingez. door Racheltje.) Wie kan van deze letters een bekend spreek woord maken? Eeiigghaaaarrddsouw 3. (Ingez. door Zwemgraag.) Kruisraadsel. X X X X X een klinker voox-j aarsgroente een meisjesnaam een groot viervoetig dier. wordt dagelijks gelezen een gewicht, een medeklinker. Van boven naar beneden en van links naar i-echts moet je hetzelfde woord lezen. 4. (Ingez. door Zwemgraag.) Rebus. Welk vei-keei'steken lees je hieruit? St 5. (Ingez. door Zwemgraag.) Verborgen speelgoed. Wie kan hier voor een jongen en een meisje wat uithalen? 6. Ingez. door Machteld.) Met h ben ik een woning, met b zit ik aan die woning. Wie ben ik? RAADSELOPLOSSINGEN De raadseloplossingen der vorige week zijn: AFDELING I 1. Wie de schoen past, trekt hem aan. 2. St. Nasaire, New Castle, Archangel, Salo nika 3. Steenbergse Vliet, Eendracht Dintel, Geleen, Dinkel. 4. Doof, loof, roof. 5. Stadhuis. 6. Koos, kok, koe, doek, sok, koek. MAG IK OP DE STEP? door W. B.—Z. Toe Mies, laat me op je step je, Want ik moet haast je rep je Voor moeder nog een boodschap doen. 'k Moet halen nog een knot katoen, Voor 't rokje van Margootje, 't Woi-dt een verjaarscadeautje. Goed Lien, je mag op mijn stepje, Wij rijden haast je rep je. Eerst naar 't winkeltje op de hoek. Ik koop een heel leuk prentenboek. Voor 't jarige Margootje 't Wordt een verjaarscadeautje. Houd je goed vast op het stepje Wij rijden haast je rep je Dan naar de winkel om katoen Je moest di'e boodschap immers doen Voor 't rokje van Margootje 't Werdt een verjaai-scadeautje. En Mies en Lien kwamen heel vlug, Met twee pakjes bij moeder terug. AFDELING II 1. Marie. 2. a. Fransje Hals,-b. Echo, c. Oud. 3. BotterOtter. 4. Satijn, viool, hamei', riool, salon. 5. Lippil. 6. Radio. Goede raadseloplossingen ontvangen van: Zonnestraaltje 4 Flakkervlammetje 6 Strijk- stertje 2 Lindebloesem 5 De kleine Bootsman 6 Vrouwtje Ulebuut 3 Feetje Rozerood 6 Prinses Juliana 6 Kerstklokje 6 Een naamloze 5 Mar motje 6 De kleine Chauffeur 6 Lelietje van dalen 6 De kleine Gichelaar 5 Moeders Helpster 4 Eure ka 4 De kleine Kapster 6 De kleine Timmerman 6 Goudhaartje 6 Beery 6 Gymnast 5 Boerinnetje 5 Machteld 6 Mosplantje 5 Mimosa 5 De kleine Spitter 5 Jan ten H. 6 De twee Zusjes 6 VACANTIE-WEDSTRIJDEN Opstel ontvangen van Zonnestraaltje 1933 oud 15 jaar. RUBRIEKERTJESLIJST Willy. Rozenhart, Wilhelminastraat 33, oud 12 jaar. GOEDE RAAD WAS DUUR! Het gevraagde spreekwoord luidt: „Het zijn niet allen koks, die lange messen dragen". De volgorde van de latten is dus: 2, 5, 4, 1, 3. Kijk zelf maar! TOEN 'T FEEST WAS.... door W. B.-Z. We hebben feest gevierd zo fijn; Op straat daar was een harlekijn, Een jongen, die liep op zijn handen, En beesten uit heel vreemde landen, Een aapje sprong vei-bazend vlug Zo maar op een kameel zijn rug. Een lama kwam er achteraan, Maar telkens bleef hij even staan. En keek dan naar de harlekijn, Zo grappig als die ook kon zijn. Zijn jasje was half wit, half blauw, Hij sprong en danste wondergauw. Hij trok het kleintje aan zijn been En liep er dan heel vlug mee heen. De jongen sprong dan in de lucht En ging natuurlijk op de vlucht Het aapje riep dan hoei, hee, hach, En zwaaide met zijn mooie vlag. Wat hebben we een pret gehad, Toen 't feest was in de groote stad. Brieven aan de Redactie van de Kinder-Af- deling moeten gezonden worden aan Mevrouw BLOMBERG—ZEEMAN, Delftlaan 75. DE JONGSTE UIT HET NEST. Wat pret tig, dat je nu straks naar de 5de klas gaat. Wan neer logeer je bij Opa? Hoe heeft zus het op haar trektocht gehad? Neen dat versje van die blinde razernij ken ik niet. Wat een grote woorden zijn dat. Moeder zal haar trouwe hulpjes straks zeker missen. STIJFKOPJE. Gezellig, dat je er weer bent. Is de keelpijn nu heelemaal over? Ben je al weer naar de hal geweest? Komen er weer nieuwe bloemen aan je afrikaantje? DR. KUYPER. Ik ben maar eventjes uitge weest. 't Lijkt mij ook al een hele prestatie om heen en terug naar Zandvoort te tippelen. Nog hai-telijk gefeliciteei-d met den verjaardag van je zus. Wel bedankt voor de mooie Zandvoortse kaart. GOUDKOPJE. Wat een dom meisje om wel een brief te schrijven en hem niet te verzenden. Dat zal je niet meer gebeux-en hè? Waar ligt Plaswijk? 't Is een heerlijk schoolreisje geweest en nu je zo'n mooi rapport had, was 't dubbel prettig. ANNY ONDRA. Hoe heb je 't gehad in Al- fen? Wat gezellig, dat je met je vriendin was. Wat zielig van Opa. Hoe gaat 't nu met hem? Was 't mooi weer, toen je in Arnhem bij de be driegertjes was? VADERS OUDSTE, CELLIST en MOEDERS SCHAT. Hartelijk dank voor die mooie kiek van Volendam. Logeren jullie weer bij groot moeder? Hoe is 't op school gegaan? JAN v. d. F. Wat aardig van je, dat je in Luik nog aan me dacht. Hartelijk dank voor die fijne kaart van het park d'Avroy. Zijn jullie nog in België? EEN NAAMLOZE dank ik vriendelijk voor de kaart van Waterloo, 't Is wel een treurige herin nering aan veel strijd. Maar alles ziet er nu heel vx-eedzaam uit hè. Is je naam weer terecht? IWAN. Hartelijk dank voor die prachtldek uit Delden. Waren er nog bewoners op het kas teel? Hoe bevalt je de omgeving? Verlang je al weer naar Haarlem? FLAKKERVLAMMETJE. Dat viel niet mee dat 't in den Haag zo regende. Dan heb je zeker weinig van Scheveningen kunnen profiteren. Je kunt in je opstel in ieder geval over die twee zonnedagen schrijven. Hoe gaat 't met Tom? Heb je hem al gezien? Heb je Donderdag goed op 't huis gepast? DOLLY DOT. Flink zo, dat je in je vacan- tie zulke goede diensten hebt bewezen. Als je niet dunner gaat schrijven mag je wel met pot lood blijven schrijven. Gefeliciteerd met je over gang. 'k Ben blij voor je, dat je toch zo'n heer lijk dagje in Amsterdam hebt gehad. KABOUTER LEESGRAAG. Wel bedankt ,voor dat mooie bosgezicht. Zit je nog in Doe- tinchem? En hoe bevalt het je daar? Heb je je fiets meegenomen? LINDEBLOESEM, ZONNEPIT, EIKELDOPJE Genieten jullie van zee en strand? Ik geloof heus, dat we nog zomerweertje krijgen. Zijn va der en moeder ook bij jullie? EUREKA. Gezellig voor je, dat je vrien dinnetje nu ook meedoet. Ben je al naar Amster dam geweest? Ik hoop voor jullie, dat de zand berg de hele vacantie blijft liggen. Logeert Pietje nog bij jullie? Kan hij nu de r zeggen? Zwem je nog dikwijls? MOEDERS HELPSTER is welkom en mag haar schuilnaam houden. Los nu maar dadelijk de raadsels op. Ais je iets niet weet, vraag je he* maar aan je vriendin. GOUDHAARTJE. Knappe meid, dat je geen enkele onvoldoende op je rapport had. Die reep van 't zwemfeest smaakte zeker lekker. En le aft de pop nog? DE KLEINE GICHELAAR. Die Pietje is ook een slimmerd hè om te vertellen, waar hij zich verstopt had. Nog heel hartelijk gefeliciteerd met de verjaardag van Rietje. LELIETJE VAN DALEN. Wat zal al die verse groente heerlijk hebben gesmaakt. En wat zal moeder er blij mee zijn geweest. Ben je niet blij met je raadselprijs? DE KLEINE CHAUFFEUR. 't Doet me ge noegen, dat de prijs naar je zin was. Die strik vraag van Frans Hals had je toch niet heelemaal goed opgelost. MARMOTJE. Krijg ik nu de volgende week een grote brief van je? Je doet toch zeker mee aan de vaeantie-wedstrijd? Welke heb je ge kozen? PRINSES JULIANA. Je verborgen Ru- briekertjes zijn goed. Heb je al bericht gekregen van de naaischool? Heeft moeder een flink hulpje aan, je gehad? Is je kleedje af? KERSTKLOKJE. Je verborgen bloemen zijn goed, Weet je al, wanneer je naar Rotter dam gaat? Ja, daar is een prachtige dierentuin. Omdat je zo duidelijk schrijft, mag je wel met potlood blijven schrijven. DE KLEINE BOOTSMAN. Ben je al naar grootmoeder en tante toegeweest? Heel harte lijk gefeliciteerd met je verjaardag. Jij bofte al tijd maar van in de vacantie jarig te zijn. Dat was Zondag een prachtige wandeling. Jopie zal wel blij geweest zijn, toen ze jullie zag. Wat heeft Roodwangetje een beste verjaardag gehad. Speelt ze alle dagen met de pop? VROUWTJE ULEBUUT. Neen, ik heb geen mooi weer gehad. Jullie ook niet hè. Nu schijnt gelukkig 't zonnetje weer. Wat gezellig voor Stijf kopje, dat ze weer in de kinderkamer mag zijn. 't Was toch zeker een meevaller, dat moeder op haar verjaardag bij je mocht komen. CORRIE K. Hartelijk dank voor die mooie kaai-t uit Dordt. Blijf je er nog een poosje? GYMNAST. Ben je vandaag naar Alkmaar geweest? Vond je de Kaasmarkt niet leuk? Wat enig, dat er bij jullie huis een vreugdevuur is ontstoken. Tot hoe laat mocht je toen wel op blijven? Waar zit Boerinnetje? LENTEFEE. Omdat 't vacantie was, zijn de feesten ook wel wat minder geweest, dan bij de geboorte van prinses Beatrix. Ga je de stad nog uit? Jammer, dat het zo woei toen je in Zandvoort was. Hoe gaat 't nu met de gebrande hand? Je schreef toch netjes. STIJFKOPJE. Gelukkig, dat je nu weer mag zonnen. Heb je mee mogen helpen om de hal te versieren? Hangen de vlaggen nog uit? En leeft 't toetertje nog? Hoe gaat 't met zusje? Heb je dat mooie boek al uit? 'k Ben zo blij voor alle Bi-ederodeduintjes dat de zon weer gaal schijnen. LINDEBLOESEM, ZONNEPIT en EIKEL DOPJE. Hartelijk dank voor die mooie kaart uit Scheveningen. Hoeveel mensen zouden daar wel opstaan? Hebben jullie zo'n vliegdemonstra- tie meegemaakt? En wanneer worden jullie weer Bloemendalers? MACHTELD. Je mag behalve een opstel ook een tekening insturen. Het opstel behoeft niet zo groot te zijn. 't Lijkt me heel aardig als je over dat avontuur wat vertelt. Die zonnebloem op die ansichtkaart mag je wel natekenen. ZONNESTRAALTJE VAN 1933. 't Doet me natuurlijk plezier, dat je me zo trouw schrijft. Heeft Zonnefee veel genoegen gehad van haar reiskoffertje? Je opstel was heel goed maar je weet wel er is goed, beter, best. Ik bij zo blij voor jullie, dat die boekenkwestie goed is afgeloopen. JAN TEN H. Dus jij hebt nog heel wat ge- oetbald in de vacantie. Ben je nu weer thuis? Is Frans nog meegekomen? Ik geloof zeker, dat we nu nog een mooi zomertje tegemoet gaan. MOSPLANTJE. Je hebt nog tot 1 September de tijd met je tekening. Natuurlijk mag je hem ook vroeger insturen. Heb je die varentjes nog geplant? Ze moeten niet in de zon staan. DE TWEE ZUSJES. Wat heerlijk dat er betere berichten van grootvader komen. Ik be grijp best, dat moeder nu geen zin had om uit te gaan. Er valt in onze omgeving toch ook nog veel te genieten. WILLY EN GREET. Jullie mogen best sa men meedoen. Dan zet je beide namen onder je raadsels. Schrijf b.v. om beurten een brief. Met de wedstrijden zul je afzonderlijk mee moeten doen. Dat moet ook met het oog op de prijzen. WIELEWAAL. Wat leuk, dat je zo lang in Haarlem hebt gelogeerd. Heb je de vroegere schoolvriendinnen thuis getroffen? En natuurlijk heb je de bekende plaatsjes weer eens bezocht. Ik kan me wel begrijpen, dat je dacht: hè, woon den we hier maar weer. Laat je nog eens wat van je horen? W. BLOMBERG—ZEEMAN, Delftlaan 75. Haax'lem, 11 Augustus 1939. OVER OUDE MENSEN. Toen in de nacht van 30 op 31 Juli Brabant ge- teistex'd werd door een cycloon, hebben we ge lezen dat zelfs een eik van meer dan tweehon derd jaar was opgenomen en door het dak van een woning geslingerd werd. Bij het lezen van dit bericht, hebben we ongetwijfeld gedacht of gezegd: „Wat een oude boom was dat!" In wer- :elijkheid is 'dat voor een boom niet zoo heel erg oud. We weten van bomen, die duizend en meer jaren oud zijn. Als we gelezen hadden van een mens die de leeftijd van 2 eeuwen had bereikt, dan zouden we met recht verwonderd kunnen zijn, want zulke mensen zijn zeldzaam. Of die er dan ooit geweest zijn? Als 't waar is, wat we zo af en toe in de een of andere krant lezen, dan ja. In de Bijbel lezen we van Methusalem, den groot vader van Noach, dat die 696 jaar geworden is. Of dat nu net zulke jaren geweest zijn als waar mee wij nu rekenen weten we niet. Wel weten we, dat er in 1795 in Engeland een boer gestor ven is, Thomas Carn, die bijna 207 jaar oud was. Hij was dus geboren in 't jaar van de onover winnelijke vloot 1588. Dat is na Methusalem wel degene, die volgens geloofwaardige aantekenin gen het langst geleefd heeft. Dan lezen we van een Roemeen Petracz. Czartan, die leefde in het dorpje Kosrosch bij Temesvar. Hij werd in 1539 geboren en stierf eerst in 1724; hij wex'd dus 185 jaar oud. Als een bijzonderheid wordt van hem verteld, dat hij tot aan 't eind van zijn leven nog goed kon zien en nog enkele tanden in de mond had. De kiezen had hij zeker in de loop der jaren allemaal verloren. Ook Schotland kan zich er op beroemen een heel, heel oude inwoner gehad te hebben. Dat was Samuel Mungo, die in 1791 overleed op de leeftijd van 184 jaar. Die Schot was indertijd zeker niet zo'n brave jongen geweest, want er wordt bij verteld, dat hij 't grootste deel van zijn leven zich heeft moeten behelpen met één hand, omdat hem de andere als straf voor diefstal was afgehakt. Zulke wrede straffen kennen we geluk kig niet meex'. Van een visser, Henri Jenkins, die gewoond heeft in het Engelse graafschap York van 15011670 en die dus 169 jaar geworden is, vinden we opgetekend, dat hij eens opgeroepen was om voor de rechtbank te verschijnen en dat hij toen, tot verbazing van de rechters verge zeld was van twee zoons van 102 en 100 jaar. Dat was dus wel een heel krasse familie. In de Westminster-Abdy, waar de Engelse ko ningen gekroond en begraven worden, kunnen we lezen op een graf-inschrift, dat in 1635 nabij Londen is overleden Thomas Parz, een landbou wer, op de leeftijd van 152 jaar. Deze Parz had de regering meegemaakt van 10 Engelse konin gen. Dat heeft zeker noch voor hem, noch na hem iemand hem kunnen nazeggen. Er wordt van hem verteld dat hij op 130 jarige leeftijd nog lustig de dorsvlegel hanteerde.. Toen men den koning Karei I op zijn oudsten ondei'daan op merkzaam maakte, bereidde de koning hem ter gelegenheid van zijn 152ste verjaardag een feest maal. Of dit te veel voor hem geweest is, of dat hij zich al te goed gedaan had aan dit maal, hij overleed enkele dagen daarna. Ook Zweden heeft zich kunnen verheugen in 't bezit van een inwoner, die wat leeftijd be trof boven zijn landgenoten uitstak. De Zweed Kristian Drakenburg werd in 't jaar 1626 te Stormstad geboren en overleed in 1772. Hij werd dus 146 jaar. Het kan ons enigszins vex'bazen, dat deze Zweed zo'n hoge ouderdom bereikte, want niet alleen leidde hij een zeer ongeregeld leven, maar toen hij 68 jaar was, werd hij door zeerovers gevangen genomen en naar Tripolis vervoerd, waar hij op de slavenmarkt verkocht werd. 15 jaar werkte hij nu als slaaf op het land en wist daarna te ontvluchten. Maar het waren niet enkel mannen, die zo oud werden, ook van enkele vrouwen vinden we vermeld dat ze op hoge leeftijd stierven. Zoo werd Marie Piou 158 jaar; ze stierf in 1838. Ook aan de voet van de Mont Cenis moet een hex'bergierster gewoond hebben, die 140 jaar geworden is. 't Is nog maar 6 jaar geleden, dat we in de courant hebben ge lezen, dat in Santiago, de hoofdstad van Chili, in October 1933 een vrouw gestorven was, die in 't jaar 1800 geboren was en dus 133 jaar gewor den is. Zij had verschillende oorlogen tusschen Chili en de nabij liggende staten meegemaakt en was nog in 1907, toen was ze dus 107 jaar, als marketentster met het leger meegetrokken. Dit alles betreft mensen, die al overleden zijn, maar er zijn ook onder de levenden nog wel hele oud jes. Zoo woont er nu nog in de Poolse stad Sterdun een vrouw, die zegt dat ze 138 jaar oud is. Ze staat in haar woonplaats bekend als de „heks van Sterdun" en is een bekend waar zegster. Ze beweert, dat ze den Oostenrijksen Keizer Frans Jozef en de laatste Russische Keizer Nicolaas II de toekomst voorspeld heeft. Ook be weert ze dat ze Napoleon heeft zien voorbijtrek ken op zijn tocht naar Rusland. Egypte schijnt bijzonder rijk te zijn aan oude mensen. Volgens de Burg^lijke Stand zijn er bijna 7500 honderd jarigen, maar er zijn er ook ouder. Men heeft er nog een van 157 jaar. De oudste van alle nog levende vrouwen is een Servische boerin, Sta- nojka Bakid, die te Jewaschka woont en nu 158 jaar oud is. Ze heeft nog een uitstekende ge zondheid en kan nog goed zien. Ook van Bulga rije wordt verteld, dat er tal van mensen wo nen die meer dan 100 jaar oud zijn. De Bulga ren beweren, dat dit komt omdat ze zoveel yog hurt gebruiken. In ons land lezen we maar zel den van mensen, die ver over de 100 jaar oud worden. Zelf heb ik eens een vrouw ontmoet, die op 98 jarige leeftijd, van haar twee zoons van 70 en 72 jaar beweerde, dat die kwajongens nooit bij de hand waren als zij ze nodig had. W. B,Zt

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 12