0 D<
Aan allen
BRIEVENBUS
.VRIJDAG 11 AUGUSTUS 1939
H'A ARE EM'S DAG BE AD'
8
Ik ben in mijn vacantietijd een paar dagen
op de Veluwe geweest en 'k moest daar
herhaaldelijk denken aan een vroeger
schoolliedje en wel aan:
Sikkels klinken;
Sikkels blinken;
Ruisend valt het graan.
Overal waren de boeren aan 't koren maaien;
hier met de zeis, daar, zoals het in 't versje staat,
met de sikkel. Maar wat ik nergens meer gezien
heb en wat vroeger bijna overal, waar kpren ver
bouwd werd, gewoonte was, was het „aren lezen"
Een veertig jaar geleden kon men achter de
maaiers en de bindsters, dat waren de vrouwen
en meisjes, die de neergeslagen halmen tot scho
ven bonden, de armen uit de buurt zien lopen
om de hier en daar achtergebleven halmen op te
rapen. Dit verzamelen van die verspreid liggende
halmen was een speciaal recht der armen. Wie
hier niet toe behoorde, mocht hieraan niet mee
doen. In enkele streken van ons land schijnt dit
gebruik nog in stand gebleven te zijn, zo b.v. op
Zuid-Beveland. De oogsttijd is voor den land
man een belangrijke tijd. Eigenlijk begint deze
belangrijke tijd al als het koren begint te bloeien
en het stuifmeel over de akker waait. In 't Lim
burgse dorpje Blitterswijk vinden we hiervan
een zeer sprekend voorbeeld. Daar toch, wordt
vanaf het oogenblik dat de rogge begint te
bloeien tot en met Sint Jan, dat is 24 Juni, dooi
den koster van de kerk 's morgens om 10 uur de
klok geluid. Dit luiden wordt daar Sint-Jans kies
genoemd. Ook las ik in een boek over Twente,
dat het daar in vroeger tijd heel vaak voor
kwam, dat de boer zijn pet afnam, zovaak hij
het koren stuiven zag, want dit stuiven van 't
koren beloofde brood voor de toekomst en uit
dankbaarheid daarvoor ontblootte hij het hoofd
als een soort stil dankgebed. Zijn noeste arbeid
op het veld zou dus gezegend worden. Wat vroe
ger ook algemeen was en tegenwoordig zo goed
als niet meer voorkomt, dat is het oogstfeest. Dit
feest werd gevierd als de laatste wagen met ko
ren binnengehaald was. Dan moest de boer allen,
die bij de oogst geholpen hadden flink tracteeren.
Wel worden hier en daar nog z.g. oogstkoeken
gebakken. Op de Z. Holl.- en Zeeuwse eilanden
schijnt men dit nog wel te doen. Voor de ramen
der bakkers ziet men dan de broden liggen, waar
op met een mooi lintje een paar ongedorste ko
renhalmen zijn gebonden, als bewijs, dat dit
brood van 't nieuwe koren is gebakken. Dat de
oogsttijd een belangrijke tijd voor den boer is,
bewijzen ook sommige volksgezegden, die met die
tijd in verband staan. Zo b.v.
Met Sint Jacob (25 Juli) of Sint An' (26 Juli)
Is het koren in schuur of ban.
Toen deze gezegden ontstaan zijn, was het ko
ren zeker vroeger binnen dan tegenwoordig, want
'k zou haast durven zeggen, dat dit jaar geen boer
op deze dagen zijn koren al in de schuur had.
Onze bijgeloovige heidense voorouders meen
den in de ruisende korenhalmen de stem te horen
van allerlei onzichtbare wezens, die zich daar in
ophielden. Zij geloofden daar een waarschuwing
in te horen om niet de roggeakker op te gaan om
klaprozen of korenbloemen te plukken. Hieraan
herinnert b.v. een beeldje in 't Museum te En
schedé, Het stelt een tweeling voor, die al bloe-
menplukkende in 't korenveld verdwaalden en tot
straf van honger gestorven waren. En al kunnen
wij nu niet aannemen, dat men nog gelooft dat er
boze geesten tussen de korenhalmen verkeren,
toch gebeurt het nog, dat men ondeugende kinde
ren of kinderen, die niet op tijd naar bed willen,
in Drente dreigt met Spin-An, die hen zal komen
halen. In Groningen maakt men hiervoor gebruik
van de roggemouer (moeder).
W. B.—Z.
VOOR 'T PRINSESJE
door W. B.-Z.
Toen 't' prinsesje was geboren,
Kon je 't luiden der klokken horen.
't Ging maar bim-bam bim-bam
Omdat een prinsesje ter wereld kwam.
Klein Marleentje in haar tuintje
Achter 't zonnige blonde duintje
Bakt een taart bam-bim-bam
Omdat een prinsesje ter wereld kwam.
'n Taart met mooie ronde randjes
Met zachte glinsterende kantjes
'n Bloempje in 't gele zand
Heeft Marleentje er toen nog ingeplant.
„Dit is voor onze Ireentje"
Zegt lachend die kleine Mai'leentje.
Kijken jullie nu maar,
De taart voor 't prinsesje is kant en klaar.
RUILRUBRIEK
K. H., Olieslagerslaan 13, heeft: Patria, Polak,
Betuwfilms, Stokbons, Roodband, postzegels van
Buitenl. en Ned. en Kol., Keg, Albert Heyn,
Snelspaarbonds, Vliegtuigbons, Groen, Dobbel-
mann, Pinda, Paula, Ufa, Everlasting, Franken,
Palmolive. van Nelle, Otto Roelofs, Olifantcou
pons, de Haan, Ivorol. Gaarne terug: Jamin, Hille
(alle bons) Haka, Droste, D. E., Vim enz., Rode
klok enz. Duifmerken, Hag, Wennex, Scholten,
Sickesz, Kwatta, Weegschaal, Borino, Artis, Tjok-
lat (alle bons en sagen) Flitsende Vinnen, Br.
bijtjes, IJsendijk b. b. Klaverblad, V. S. plaatjes
Haust (nieuw), Bussink, Vergulde Hand, Dijk
stra, Zijlstra, Leupen, Faust en de Vries, Tik-
Tak. Ruiltijd: Maandag en Woensdag 2-5 uur.
JASMIJN, Meidoornplein 47 heeft: Felix Kat
tenbroodbonnen, Palmolivebandjes, Franken-
plaatjes, Olifantcoupons en vliegtuigbons van
Honing. Hier gaarne voor terug Hillebons.
GYMNAST, Kloppersingel 177 heeft een col
lectie postzegels, ook Nederland en Koloniën,
te ruilen.
De raadselprijzen voor de maand Juli zijn bij
loting ten deel gevallen aan:
FLAKKERVLAMMETJE. DEN KLEINEN
BOOTSMAN, DEN KLEINE TIMMERMAN en
LELIETJE VAN DALEN
De prijzen mogen Woensdag 9 Augustus tus
sen 2 en 4 uur bij mij gehaald worden.
Deze raadsels zijn ingezonden door Jongens
en Meisjes, die Onze Jeugd lezen.
Iedere maand worden onder de beste oplossers
vier boeken verloot.
AFDELING I
(Leeftijd 10 jaar en ouder)
1. (Ingez. door Racheltje.) Verborgen schuil
namen. Wie zijn?
LIEN BLOEMDES EEF TELEN
DIEN KEIRMESJE
2. (Ingez. door Prinses Engelientje.) Verbor
gen Nederlandse rivieren.
a. Die kerkklok klingelt al uren lang.
b. Wat gaat je vlieger hoog.
c. Hij aardt naar zijn vader.
d. Zit jij te dommelen?
3. (Ingez. door Zwemgraag.)
Mijn geheel is een woord van 9 letters en
noemt iets, dat we allen liefhebben.
9 7 2 8 is een jongensnaam.
Deze riep: 1 2 3 4 5! er ligt een 2 7 6 op 't land.
Zijn 1 2 3 4 5 zei: 't is geen 2 7 6 maar een
7 9 3 4 5.
Gelukkig, dat men deze dieren slechts weinig
ziet in ons 12345678 9.
4. (Ingez. door Racheltje.)
Met h groei ik op 't land
Met p ben ik een plant
Met z ben ik een vis
Met w iets, dat onaangenaam is.
5. (Ingez. door Witje.)
Ik doe wel dienst bij 't bouwen,
Ik word bereid met zand erbij
Maar wil je me omgekeerd aanschouwen,
Zoek mij dan in een bakkerij.
6. (Ingez. door Zwemgraag.) Rebussen.
Welke Nederlandse plaats en Nederlandse ri
vier lees je h'ieruit?
AFDELING 11
(Leeftijd 9 jaar en jonger.)
1. (Ingez. door Witje.) Strikvragen.
a. Welke ramen zijn niet van glas?
b. (Ingez. door Zwemgraag.)
Wat staat midden in Amsterdam?
2. (Ingez. door Racheltje.)
Wie kan van deze letters een bekend spreek
woord maken?
Eeiigghaaaarrddsouw
3. (Ingez. door Zwemgraag.) Kruisraadsel.
X X X X X
een klinker
voox-j aarsgroente
een meisjesnaam
een groot viervoetig dier.
wordt dagelijks gelezen
een gewicht,
een medeklinker.
Van boven naar beneden en van links naar
i-echts moet je hetzelfde woord lezen.
4. (Ingez. door Zwemgraag.) Rebus.
Welk vei-keei'steken lees je hieruit?
St
5. (Ingez. door Zwemgraag.) Verborgen
speelgoed. Wie kan hier voor een jongen en een
meisje wat uithalen?
6. Ingez. door Machteld.)
Met h ben ik een woning, met b zit ik aan die
woning. Wie ben ik?
RAADSELOPLOSSINGEN
De raadseloplossingen der vorige week zijn:
AFDELING I
1. Wie de schoen past, trekt hem aan.
2. St. Nasaire, New Castle, Archangel, Salo
nika
3. Steenbergse Vliet, Eendracht Dintel, Geleen,
Dinkel.
4. Doof, loof, roof.
5. Stadhuis.
6. Koos, kok, koe, doek, sok, koek.
MAG IK OP DE STEP?
door W. B.—Z.
Toe Mies, laat me op je step je,
Want ik moet haast je rep je
Voor moeder nog een boodschap doen.
'k Moet halen nog een knot katoen,
Voor 't rokje van Margootje,
't Woi-dt een verjaarscadeautje.
Goed Lien, je mag op mijn stepje,
Wij rijden haast je rep je.
Eerst naar 't winkeltje op de hoek.
Ik koop een heel leuk prentenboek.
Voor 't jarige Margootje
't Wordt een verjaarscadeautje.
Houd je goed vast op het stepje
Wij rijden haast je rep je
Dan naar de winkel om katoen
Je moest di'e boodschap immers doen
Voor 't rokje van Margootje
't Werdt een verjaai-scadeautje.
En Mies en Lien kwamen heel vlug,
Met twee pakjes bij moeder terug.
AFDELING II
1. Marie.
2. a. Fransje Hals,-b. Echo, c. Oud.
3. BotterOtter.
4. Satijn, viool, hamei', riool, salon.
5. Lippil.
6. Radio.
Goede raadseloplossingen ontvangen van:
Zonnestraaltje 4 Flakkervlammetje 6 Strijk-
stertje 2 Lindebloesem 5 De kleine Bootsman 6
Vrouwtje Ulebuut 3 Feetje Rozerood 6 Prinses
Juliana 6 Kerstklokje 6 Een naamloze 5 Mar
motje 6 De kleine Chauffeur 6 Lelietje van dalen
6 De kleine Gichelaar 5 Moeders Helpster 4 Eure
ka 4 De kleine Kapster 6 De kleine Timmerman
6 Goudhaartje 6
Beery 6 Gymnast 5 Boerinnetje 5 Machteld 6
Mosplantje 5 Mimosa 5 De kleine Spitter 5 Jan
ten H. 6 De twee Zusjes 6
VACANTIE-WEDSTRIJDEN
Opstel ontvangen van Zonnestraaltje 1933 oud
15 jaar.
RUBRIEKERTJESLIJST
Willy. Rozenhart, Wilhelminastraat 33, oud 12
jaar.
GOEDE RAAD WAS DUUR!
Het gevraagde spreekwoord luidt: „Het zijn
niet allen koks, die lange messen dragen". De
volgorde van de latten is dus: 2, 5, 4, 1, 3. Kijk
zelf maar!
TOEN 'T FEEST WAS....
door W. B.-Z.
We hebben feest gevierd zo fijn;
Op straat daar was een harlekijn,
Een jongen, die liep op zijn handen,
En beesten uit heel vreemde landen,
Een aapje sprong vei-bazend vlug
Zo maar op een kameel zijn rug.
Een lama kwam er achteraan,
Maar telkens bleef hij even staan.
En keek dan naar de harlekijn,
Zo grappig als die ook kon zijn.
Zijn jasje was half wit, half blauw,
Hij sprong en danste wondergauw.
Hij trok het kleintje aan zijn been
En liep er dan heel vlug mee heen.
De jongen sprong dan in de lucht
En ging natuurlijk op de vlucht
Het aapje riep dan hoei, hee, hach,
En zwaaide met zijn mooie vlag.
Wat hebben we een pret gehad,
Toen 't feest was in de groote stad.
Brieven aan de Redactie van de Kinder-Af-
deling moeten gezonden worden aan Mevrouw
BLOMBERG—ZEEMAN, Delftlaan 75.
DE JONGSTE UIT HET NEST. Wat pret
tig, dat je nu straks naar de 5de klas gaat. Wan
neer logeer je bij Opa? Hoe heeft zus het op haar
trektocht gehad? Neen dat versje van die blinde
razernij ken ik niet. Wat een grote woorden zijn
dat. Moeder zal haar trouwe hulpjes straks zeker
missen.
STIJFKOPJE. Gezellig, dat je er weer bent.
Is de keelpijn nu heelemaal over? Ben je al weer
naar de hal geweest? Komen er weer nieuwe
bloemen aan je afrikaantje?
DR. KUYPER. Ik ben maar eventjes uitge
weest. 't Lijkt mij ook al een hele prestatie om
heen en terug naar Zandvoort te tippelen. Nog
hai-telijk gefeliciteei-d met den verjaardag van
je zus. Wel bedankt voor de mooie Zandvoortse
kaart.
GOUDKOPJE. Wat een dom meisje om wel
een brief te schrijven en hem niet te verzenden.
Dat zal je niet meer gebeux-en hè? Waar ligt
Plaswijk? 't Is een heerlijk schoolreisje geweest
en nu je zo'n mooi rapport had, was 't dubbel
prettig.
ANNY ONDRA. Hoe heb je 't gehad in Al-
fen? Wat gezellig, dat je met je vriendin was.
Wat zielig van Opa. Hoe gaat 't nu met hem?
Was 't mooi weer, toen je in Arnhem bij de be
driegertjes was?
VADERS OUDSTE, CELLIST en MOEDERS
SCHAT. Hartelijk dank voor die mooie kiek
van Volendam. Logeren jullie weer bij groot
moeder? Hoe is 't op school gegaan?
JAN v. d. F. Wat aardig van je, dat je in
Luik nog aan me dacht. Hartelijk dank voor die
fijne kaart van het park d'Avroy. Zijn jullie nog
in België?
EEN NAAMLOZE dank ik vriendelijk voor de
kaart van Waterloo, 't Is wel een treurige herin
nering aan veel strijd. Maar alles ziet er nu heel
vx-eedzaam uit hè. Is je naam weer terecht?
IWAN. Hartelijk dank voor die prachtldek
uit Delden. Waren er nog bewoners op het kas
teel? Hoe bevalt je de omgeving? Verlang je al
weer naar Haarlem?
FLAKKERVLAMMETJE. Dat viel niet mee
dat 't in den Haag zo regende. Dan heb je zeker
weinig van Scheveningen kunnen profiteren. Je
kunt in je opstel in ieder geval over die twee
zonnedagen schrijven. Hoe gaat 't met Tom? Heb
je hem al gezien? Heb je Donderdag goed op
't huis gepast?
DOLLY DOT. Flink zo, dat je in je vacan-
tie zulke goede diensten hebt bewezen. Als je
niet dunner gaat schrijven mag je wel met pot
lood blijven schrijven. Gefeliciteerd met je over
gang. 'k Ben blij voor je, dat je toch zo'n heer
lijk dagje in Amsterdam hebt gehad.
KABOUTER LEESGRAAG. Wel bedankt
,voor dat mooie bosgezicht. Zit je nog in Doe-
tinchem? En hoe bevalt het je daar? Heb je je
fiets meegenomen?
LINDEBLOESEM, ZONNEPIT, EIKELDOPJE
Genieten jullie van zee en strand? Ik geloof
heus, dat we nog zomerweertje krijgen. Zijn va
der en moeder ook bij jullie?
EUREKA. Gezellig voor je, dat je vrien
dinnetje nu ook meedoet. Ben je al naar Amster
dam geweest? Ik hoop voor jullie, dat de zand
berg de hele vacantie blijft liggen. Logeert Pietje
nog bij jullie? Kan hij nu de r zeggen? Zwem je
nog dikwijls?
MOEDERS HELPSTER is welkom en mag
haar schuilnaam houden. Los nu maar dadelijk
de raadsels op. Ais je iets niet weet, vraag je he*
maar aan je vriendin.
GOUDHAARTJE. Knappe meid, dat je geen
enkele onvoldoende op je rapport had. Die reep
van 't zwemfeest smaakte zeker lekker. En le aft
de pop nog?
DE KLEINE GICHELAAR. Die Pietje is ook
een slimmerd hè om te vertellen, waar hij zich
verstopt had. Nog heel hartelijk gefeliciteerd met
de verjaardag van Rietje.
LELIETJE VAN DALEN. Wat zal al die
verse groente heerlijk hebben gesmaakt. En wat
zal moeder er blij mee zijn geweest. Ben je niet
blij met je raadselprijs?
DE KLEINE CHAUFFEUR. 't Doet me ge
noegen, dat de prijs naar je zin was. Die strik
vraag van Frans Hals had je toch niet heelemaal
goed opgelost.
MARMOTJE. Krijg ik nu de volgende week
een grote brief van je? Je doet toch zeker mee
aan de vaeantie-wedstrijd? Welke heb je ge
kozen?
PRINSES JULIANA. Je verborgen Ru-
briekertjes zijn goed. Heb je al bericht gekregen
van de naaischool? Heeft moeder een flink hulpje
aan, je gehad? Is je kleedje af?
KERSTKLOKJE. Je verborgen bloemen
zijn goed, Weet je al, wanneer je naar Rotter
dam gaat? Ja, daar is een prachtige dierentuin.
Omdat je zo duidelijk schrijft, mag je wel met
potlood blijven schrijven.
DE KLEINE BOOTSMAN. Ben je al naar
grootmoeder en tante toegeweest? Heel harte
lijk gefeliciteerd met je verjaardag. Jij bofte al
tijd maar van in de vacantie jarig te zijn. Dat
was Zondag een prachtige wandeling. Jopie zal
wel blij geweest zijn, toen ze jullie zag. Wat
heeft Roodwangetje een beste verjaardag gehad.
Speelt ze alle dagen met de pop?
VROUWTJE ULEBUUT. Neen, ik heb geen
mooi weer gehad. Jullie ook niet hè. Nu schijnt
gelukkig 't zonnetje weer. Wat gezellig voor Stijf
kopje, dat ze weer in de kinderkamer mag zijn.
't Was toch zeker een meevaller, dat moeder op
haar verjaardag bij je mocht komen.
CORRIE K. Hartelijk dank voor die mooie
kaai-t uit Dordt. Blijf je er nog een poosje?
GYMNAST. Ben je vandaag naar Alkmaar
geweest? Vond je de Kaasmarkt niet leuk? Wat
enig, dat er bij jullie huis een vreugdevuur is
ontstoken. Tot hoe laat mocht je toen wel op
blijven? Waar zit Boerinnetje?
LENTEFEE. Omdat 't vacantie was, zijn
de feesten ook wel wat minder geweest, dan bij
de geboorte van prinses Beatrix. Ga je de stad
nog uit? Jammer, dat het zo woei toen je in
Zandvoort was. Hoe gaat 't nu met de gebrande
hand? Je schreef toch netjes.
STIJFKOPJE. Gelukkig, dat je nu weer
mag zonnen. Heb je mee mogen helpen om de
hal te versieren? Hangen de vlaggen nog uit?
En leeft 't toetertje nog? Hoe gaat 't met zusje?
Heb je dat mooie boek al uit? 'k Ben zo blij voor
alle Bi-ederodeduintjes dat de zon weer gaal
schijnen.
LINDEBLOESEM, ZONNEPIT en EIKEL
DOPJE. Hartelijk dank voor die mooie kaart
uit Scheveningen. Hoeveel mensen zouden daar
wel opstaan? Hebben jullie zo'n vliegdemonstra-
tie meegemaakt? En wanneer worden jullie weer
Bloemendalers?
MACHTELD. Je mag behalve een opstel ook
een tekening insturen. Het opstel behoeft niet zo
groot te zijn. 't Lijkt me heel aardig als je over
dat avontuur wat vertelt. Die zonnebloem op die
ansichtkaart mag je wel natekenen.
ZONNESTRAALTJE VAN 1933. 't Doet me
natuurlijk plezier, dat je me zo trouw schrijft.
Heeft Zonnefee veel genoegen gehad van haar
reiskoffertje? Je opstel was heel goed maar je
weet wel er is goed, beter, best. Ik bij zo blij voor
jullie, dat die boekenkwestie goed is afgeloopen.
JAN TEN H. Dus jij hebt nog heel wat ge-
oetbald in de vacantie. Ben je nu weer thuis?
Is Frans nog meegekomen? Ik geloof zeker, dat
we nu nog een mooi zomertje tegemoet gaan.
MOSPLANTJE. Je hebt nog tot 1 September
de tijd met je tekening. Natuurlijk mag je hem
ook vroeger insturen. Heb je die varentjes nog
geplant? Ze moeten niet in de zon staan.
DE TWEE ZUSJES. Wat heerlijk dat er
betere berichten van grootvader komen. Ik be
grijp best, dat moeder nu geen zin had om uit te
gaan. Er valt in onze omgeving toch ook nog veel
te genieten.
WILLY EN GREET. Jullie mogen best sa
men meedoen. Dan zet je beide namen onder je
raadsels. Schrijf b.v. om beurten een brief. Met
de wedstrijden zul je afzonderlijk mee moeten
doen. Dat moet ook met het oog op de prijzen.
WIELEWAAL. Wat leuk, dat je zo lang in
Haarlem hebt gelogeerd. Heb je de vroegere
schoolvriendinnen thuis getroffen? En natuurlijk
heb je de bekende plaatsjes weer eens bezocht.
Ik kan me wel begrijpen, dat je dacht: hè, woon
den we hier maar weer. Laat je nog eens wat
van je horen?
W. BLOMBERG—ZEEMAN,
Delftlaan 75.
Haax'lem, 11 Augustus 1939.
OVER OUDE MENSEN.
Toen in de nacht van 30 op 31 Juli Brabant ge-
teistex'd werd door een cycloon, hebben we ge
lezen dat zelfs een eik van meer dan tweehon
derd jaar was opgenomen en door het dak van
een woning geslingerd werd. Bij het lezen van
dit bericht, hebben we ongetwijfeld gedacht of
gezegd: „Wat een oude boom was dat!" In wer-
:elijkheid is 'dat voor een boom niet zoo heel erg
oud. We weten van bomen, die duizend en meer
jaren oud zijn. Als we gelezen hadden van een
mens die de leeftijd van 2 eeuwen had bereikt,
dan zouden we met recht verwonderd kunnen
zijn, want zulke mensen zijn zeldzaam. Of die er
dan ooit geweest zijn? Als 't waar is, wat we zo
af en toe in de een of andere krant lezen, dan ja.
In de Bijbel lezen we van Methusalem, den groot
vader van Noach, dat die 696 jaar geworden is.
Of dat nu net zulke jaren geweest zijn als waar
mee wij nu rekenen weten we niet. Wel weten
we, dat er in 1795 in Engeland een boer gestor
ven is, Thomas Carn, die bijna 207 jaar oud was.
Hij was dus geboren in 't jaar van de onover
winnelijke vloot 1588. Dat is na Methusalem wel
degene, die volgens geloofwaardige aantekenin
gen het langst geleefd heeft. Dan lezen we van
een Roemeen Petracz. Czartan, die leefde in het
dorpje Kosrosch bij Temesvar. Hij werd in 1539
geboren en stierf eerst in 1724; hij wex'd dus 185
jaar oud. Als een bijzonderheid wordt van hem
verteld, dat hij tot aan 't eind van zijn leven nog
goed kon zien en nog enkele tanden in de mond
had. De kiezen had hij zeker in de loop der jaren
allemaal verloren.
Ook Schotland kan zich er op beroemen een
heel, heel oude inwoner gehad te hebben. Dat
was Samuel Mungo, die in 1791 overleed op de
leeftijd van 184 jaar. Die Schot was indertijd
zeker niet zo'n brave jongen geweest, want er
wordt bij verteld, dat hij 't grootste deel van zijn
leven zich heeft moeten behelpen met één hand,
omdat hem de andere als straf voor diefstal was
afgehakt. Zulke wrede straffen kennen we geluk
kig niet meex'. Van een visser, Henri Jenkins, die
gewoond heeft in het Engelse graafschap York
van 15011670 en die dus 169 jaar geworden is,
vinden we opgetekend, dat hij eens opgeroepen
was om voor de rechtbank te verschijnen en dat
hij toen, tot verbazing van de rechters verge
zeld was van twee zoons van 102 en 100 jaar.
Dat was dus wel een heel krasse familie.
In de Westminster-Abdy, waar de Engelse ko
ningen gekroond en begraven worden, kunnen we
lezen op een graf-inschrift, dat in 1635 nabij
Londen is overleden Thomas Parz, een landbou
wer, op de leeftijd van 152 jaar. Deze Parz had
de regering meegemaakt van 10 Engelse konin
gen. Dat heeft zeker noch voor hem, noch na
hem iemand hem kunnen nazeggen. Er wordt
van hem verteld dat hij op 130 jarige leeftijd nog
lustig de dorsvlegel hanteerde.. Toen men den
koning Karei I op zijn oudsten ondei'daan op
merkzaam maakte, bereidde de koning hem ter
gelegenheid van zijn 152ste verjaardag een feest
maal. Of dit te veel voor hem geweest is, of dat
hij zich al te goed gedaan had aan dit maal, hij
overleed enkele dagen daarna.
Ook Zweden heeft zich kunnen verheugen in
't bezit van een inwoner, die wat leeftijd be
trof boven zijn landgenoten uitstak. De Zweed
Kristian Drakenburg werd in 't jaar 1626 te
Stormstad geboren en overleed in 1772. Hij werd
dus 146 jaar. Het kan ons enigszins vex'bazen,
dat deze Zweed zo'n hoge ouderdom bereikte,
want niet alleen leidde hij een zeer ongeregeld
leven, maar toen hij 68 jaar was, werd hij door
zeerovers gevangen genomen en naar Tripolis
vervoerd, waar hij op de slavenmarkt verkocht
werd. 15 jaar werkte hij nu als slaaf op het land
en wist daarna te ontvluchten. Maar het waren
niet enkel mannen, die zo oud werden, ook van
enkele vrouwen vinden we vermeld dat ze op
hoge leeftijd stierven. Zoo werd Marie Piou 158
jaar; ze stierf in 1838. Ook aan de voet van de
Mont Cenis moet een hex'bergierster gewoond
hebben, die 140 jaar geworden is. 't Is nog maar
6 jaar geleden, dat we in de courant hebben ge
lezen, dat in Santiago, de hoofdstad van Chili,
in October 1933 een vrouw gestorven was, die in
't jaar 1800 geboren was en dus 133 jaar gewor
den is. Zij had verschillende oorlogen tusschen
Chili en de nabij liggende staten meegemaakt en
was nog in 1907, toen was ze dus 107 jaar, als
marketentster met het leger meegetrokken. Dit
alles betreft mensen, die al overleden zijn, maar
er zijn ook onder de levenden nog wel hele oud
jes. Zoo woont er nu nog in de Poolse stad
Sterdun een vrouw, die zegt dat ze 138 jaar
oud is. Ze staat in haar woonplaats bekend als
de „heks van Sterdun" en is een bekend waar
zegster. Ze beweert, dat ze den Oostenrijksen
Keizer Frans Jozef en de laatste Russische Keizer
Nicolaas II de toekomst voorspeld heeft. Ook be
weert ze dat ze Napoleon heeft zien voorbijtrek
ken op zijn tocht naar Rusland. Egypte schijnt
bijzonder rijk te zijn aan oude mensen. Volgens
de Burg^lijke Stand zijn er bijna 7500 honderd
jarigen, maar er zijn er ook ouder. Men heeft er
nog een van 157 jaar. De oudste van alle nog
levende vrouwen is een Servische boerin, Sta-
nojka Bakid, die te Jewaschka woont en nu 158
jaar oud is. Ze heeft nog een uitstekende ge
zondheid en kan nog goed zien. Ook van Bulga
rije wordt verteld, dat er tal van mensen wo
nen die meer dan 100 jaar oud zijn. De Bulga
ren beweren, dat dit komt omdat ze zoveel yog
hurt gebruiken. In ons land lezen we maar zel
den van mensen, die ver over de 100 jaar oud
worden. Zelf heb ik eens een vrouw ontmoet, die
op 98 jarige leeftijd, van haar twee zoons van
70 en 72 jaar beweerde, dat die kwajongens nooit
bij de hand waren als zij ze nodig had.
W. B,Zt