JCan Amvtika „Dag van de Natuur" NIEUWS IN 'T KORT. )e Anti-Revolutionnairen en het nieuwe kabinet VRIJDAG 11 AUGUSTUS 1939 HAARDE M'S DAGBEAD 3 voor deelnemers aan de Nederlandsche Kunstweek. De organisatoren van de kunstweek hebben na den „dag der kathedralen" op prijzenswaar dige wijze voor een tegenwicht gezorgd, door het program aldus op te stellen, dat het Don derdag een „dag van de natuur" werd. Natuur lijk werd daarbij niet vergeten dat hoewel ook natuurschoon en landschapsbeeld tot de te bezichtigen bezienswaardigheden behooren het kennis nemen van de cultuuruitingen van ons volk het voornaamste doel van deze kunst week is. Voor velen culmineerde de Donderdag wel in het bezoek aan de onvergelijkelijke collectie werken van Vincent van Gogh in het Kröller- Müller-museum op de hooge Veluwe. Tevoren, in den loop van den morgen, was van Doorn uit een tocht gemaakt via Rhenen, met den ouden Cunera-toren, langs den noordelijken Rijnoever naar Arnhem en langs Eusebius-kerk en Sabelpoort naar het openluchtmuseum aan den Schelmscheweg, waar de bezoekers verwel komd werden door den directeur, den heer A, A. G. van Erven Dorens, die in het Fransch iets van het museum en van het streven, oude uitingen van typisch volksleven, die verloren dreigen te gaan, te bewaren, vertelde. Namens de deelne mers sprak dr. J. Jelitai, docent aan de universi teit van Boedapest, woorden van dank voor de vriendelijke ontvangst. Vele deelnemers aan de kunstweek waren naar het land van Rembrandt gekomen in de hoop, dat zij hier ook wel iets meer van Van Gogh bijeen zouden zien dan zij tot nog toe in verza melingen of op tentoonstellingen hadden bewon derd. Maar deze uitgebreide collectie werken overtrof hun stoutste verwachting en dat gold voor de hier verzamelde Fransche impressionis ten, voor de Nederlandsche schilders uit dezelfde periode, en voor het prachtige beeldbouwwerk en de Chineesche kunst, die hier bijeen zijn ge bracht. Mevr. Kröller-Müller was zelf in het museum aanwezig en onderhield zich met ver schillende buitenlanders. Algemeen was de verbazing van de buiten landers over het feit, dat Nederland nog een ander landschapsbeeld dan vlakke polderlanden en water te bieden had. De verre uitzichten over de golvende Veluwe, de kudden herten, die men gelukkigerwijze tegen een boschrand verraste, brachten hun de overtuiging bij, dat Nederland een onschatbare afwisseling, ook aan land- schapsschoon, te bieden heeft. Met een bezoek aan Amersfoort, waar de oude Koppelpoort, de Kamper Binnenpoort, eenige oude bouwwerken en natuurlijk de Lange Jan, de slanke ver in den omtrek zichtbare toren, be wonderd werden, werd deze prachtig geslaagde tweede dag besloten. Onbillijkheden in de Rijtijdenwet. De K. N. A. C. dringt aan op een betere regeling. De K.N.A.C. schrijft: Hoewel het doel van de binnenkort in wer king tredende rijtijdenwet, t.w. het tegengaan van te lange rij- en werktijden van beroeps chauffeur, de volle sympathie van de K. N. A. C. heeft, omdat daarmede de ver keersveiligheid kan worden gediend, moet toch niet uit het oog worden verloren, dat de uitvoeringsbepalingen in een dermate bureau- cratischen vorm zijn gegoten, dat het doel ver wordt voorbij geschoten. Tegen de regeling in dezen vorm heeft de K. N. A. C. dan ook haar stem nadrukkelijk doen hooren en zij blijft van meening, dat de huidige regeling zoo spoedig mogelijk zal moeten plaats maken voor een betere, welke in direct verband moet staan met de wetten, waarbij personen- en goederenvervoer aan een vergunningsstelsel worden gebonden. Tot welke ongewenschte verhoudingen de uitvoeringsbepalingen van de rijtijdenwet lei den, moge uit het volgende blijken. Autobuschauffeurs, bestuurders van taxi's, huurauto's, vrachtauto's en verder alle overi gen, die in dienstbetrekking een auto bestu ren (uitgezonderd handelsreizigers en parti culiere chauffeurs) en die daarvoor in het be zit van een „werkboekje" moeten zijn, zullen voortaan op hun vrijen dag in het geheel geen auto's of motoren met zijspan meer mogen berijden. Immers moeten zij eens per week een on afgebroken rusttijd van 30 uren „genieten", in welken tijd zij geen motorrijtuigen mogen besturen, uitgezonderd motortweewielers. Aan een ieder, die voor zijn betrekking auto rijdt zal het dus voortaan kort en goed ver boden worden op zijn vrijen dag per motor rijtuig de natuur in te trekken of anderszins in zijn eigen tijd een motorrijtuig te bestu ren. De K. N. A. C. acht dit een staaltje van be denkelijke ambtelijke bemoeizucht, voort vloeiende uit den verkeerden en door de K. N. C. dan ook bestreden opzet der rijtijdenwet. Ten eenenmale wordt door deze aantasting der persoonlijke vrijheid de groote waarde ontkend van het motorrijtuig als recreatie middel voor breede lagen der bevolking. En eens te meer blijkt, dat in ambtelijke wetge vende kringen betreffende het motorwegver keer nog gedachten heerschen, die minstens een kwart eeuw bij hun tijd ten achter zijn. Gezwegen dan nog van de onbillijkheid, dat in vele gevallen niet op vrije dagen van een motorrijtuig gebruik kan worden gemaakt, waarvoor echter wel de motorrijtuigenbelas ting moet worden doorbetaald. Hoofddader van oplichtingsaffaire aangehouden. Nog altijd was de politie van het bureau Stad houderskade te Amsterdam doende den laatsten man op te speuren van het driemanschap, dat een koopman uit den Haarlemmermeer, die kantoor hield op het Damrak, voor f 1250 had opgelicht door hem met een knap verhaaltje, van een emigrant die weer in het bezit moest worden gesteld van zijn kostbare sieraden, over te halen in een café een pakje in ontvangst te nemen tegen genoemd bedrag. Het pakje bleek bij opening niets anders dan bazarrommel ter waar de van een paar kwartjes te bevatten. Twee verdachten in deze zaak waren reeds eenige weken geleden aangehouden. Zij hadden een gedeeltelijke bekentenis afgelegd. De derde man en hoofdverdachte was echter spoorloos. Men waande hem in België, tot de politie den man op het spoor kwam en hem kon aanhouden. De man, een bekend type uit de onderwereld, ontkent iets met de zaak uitstaande te hebben. De koopman, die het pakje in ontvangst had ge nomen, heeft hem echter reeds herkend als degeen, die de hoofdrol in deze oplichtingsaffaire heeft gespeeld. Hij had eerst f 250 voor een zoo genaamd reisje naar Dantzig om de sieraden te halen, gekregen en later was in het café nog eens i 1000 belooning betaald. Van het geld is nog f 150 op hem gevonden. Te Groningen zijn Donderdagavond twee ern stige verkeersongevallen gebeurd. Om half zes is aan de Winschoterkade de krantenlooper D. L. uit Groningen, die per rij wiel den weg overstak, door een vierwielige Vrachtauto aangereden. De man liep een her senschudding, een armfractuur en een ernstige hoofdwonde op. Om zeven uur reed de 25-jarige gehuwde wielrijder P. Veenstra uit Hoogkerk, van Gro ningen naar huis. Achter hem reed een vracht auto. Van de andere zijde naderde een wielrij der, een kennis van Veenstra. V. wilde zijn vriend tegemoet rijden en stak den weg over. Hij werd gegrepen door de achter hem rijden de auto en door de voorruit geslingerd. Met een hersenschudding werd hij in ernstigen toestand naar het Academisch Ziekenhuis te Groningen vervoerd. Donderdagmiddag te vier uur is in de Van der Duynstraat te Amsterdam een 4-jarig knaap je door een auto aangereden. Het kind is met zware verwondingen naar het Wilhelminagast- huis overgebracht en aldaar ter verpleging op genomen. Omstreeks halftien des avonds is bij het oversteken van de straat op den N.Z. Voorburg wal te Amsterdam, een bejaarde man door de tram overreden. Hij kreeg een hersenschudding en eenige hoofdwonden. Tn de Stapelsteeg te Amsterdam trachtte een rïjwieldief zijn slag te slaan, doch was zoo on fortuinlijk het oogenblik te kiezen waarop hij juist door rechercheurs van het hoofdbureau geschaduwd werd. De man, een oude bekende van de politie, is in het hoofdbureau opgesloten. Gistermiddag om half drie is de vierjarige Nico Bats bij het spelen achter de ouderlijke woning te De Lier te water geraakt en ver dronken. Na anderhalf uur werd het ontzielde li chaampje opgehaald. Donderdag werd voor een perceel in de Go- vert Flinckstraat te Amsterdam eenigen tijd een auto geparkeerd. In den wagen was een portefeuille met f 760 achtergelaten. Toen men terug k\®m, was de tasch met het bedrag ver dwenen. Daar men voor het uitstappen zich niet heeft overtuigd of de tasch nog in de dickey- seat lag, is het niet zeker of deze verloren dan ,wel gestolen is. Plotseling den weg opgereden. Motorrijder ernstig gewond. Donderdagavond kwart voor elf reed de 39- jarige bestuurder van een personenauto, de ver tegenwoordiger A. P. T., uit Schiebroek, met een matigen gang langs den rijksweg bij Overschie. Bij de buitenplaats „De Tempel" wilde een mo torrijder, die op de parkeerstrook had gestaan, plotseling den weg oprijden.Ofschoonsde bestuur der van de auto nog trachtte naar links uit te wijken, kon hij een aanrijding niet voorkomen. De motorrijder, de 21-jarige J. A. N. de K., uit Rotterdam, raakte met zijn elleboog het rechter portier en sloeg met de motor en de duorijdster, mej. J. van O., mede uit Rotterdam, op den grond. Dr. Roest Crollius verleende de eerste hulp en constateerde bij den motorrijder een gecompli ceerde linkerbeenbreuk en een linkerschouder breuk en bij de dame schaafwondjes. De motorrijder is per Roode Kruisauto in zeer ernstigen toestand naar het St. Franciscus gast huis te Rotterdam vervoerd. Voor he£ behoud van het linkerbeen wordt ernstig gevreesd. Militaire motorrijder tegen boom gereden. Donderdagmiddag is een militair motorrijder op den Amsteldijk te Amsterdam tegen een boom gereden. De militair sloeg tegen de straat en bleef bewusteloos liggen. Het slachtoffer, sergeant L. Weerman af komstig uti Ouderkerk aan den Amstel, had een schedelfractuur opgeloopen. Hij is in zorgwek- kenden toestand naar het O. L. V.-gasthuis ver voerd. Architect Merkelbacli bij aanrijding gewond. Donderdag zijn te Den Bosch, op den hoek van den Gelderschedam een personenauto en een vrachtauto tegen elkaar gebotst, waarbij de bekende Amsterdamsche architect, de heer Merkelbach, werd gewond. Omstreeks elf uur reed ter plaatse een Ford, bestuurd door een chauffeur van de AVRO en waarin de heer Merkelbach, de bouwer van de AVR-O-studio, en nog twee heeren van de AVRO zaten. Het gezelschap was op weg naar de expositie „Ideaal Wonen". Door onbekendheid met den weg was men aan het dwalen geraakt. Bij het gevaarlijke kruispunt bij den Gelderschedam wilde de chauffeur rechtdoor rijden, met het gevolg, dat hij door een van rechts komende vracht auto, geladen met steenen, in de flank werd gegrepen. De schok was zoo hevig, dat de per sonenauto een kwartslag om maakte en zwaar gehavend tot stilstand kwam. Alleen de heer Merkelbach, die achterin zat, was er minder goed afgekomen. Door de hevige botsing was hij met het hoofd tegen de zijruit geslagen, zoodat men hem bewusteloos uit den wagen haalde. De andere inzittenden, alsmede de chauf feur, waren niet gekwetst. De inzittenden van de vrachtauto bleven eveneens ongedeerd. Per auto van den G. G. en G. D. werd de heer Merkelbach naar het Grootziekengast- huis vervoerd,waar de behandelende genees heer een hersenschudding constateerde. De Vrijzinnig-Democraten staan achter Jhr. De Geer. Mr. Joekes voorzitter van de Vrijzinnig Democratische Tweede Kamer-fractie heeft aan een verslaggever van Het Volk ver klaard: „Van den aanvang af hebben wij, Vrijzin nig Democraten onze medewerking gegeven aan de kabinetsformatie van den heer De Geer. Bij het zoeken naar de beste bezetting voor de verschillende departementen is het zoo geloopen, dat tenslotte het departement van Onderwijs is gekomen aan den Vrijzinnig Democraat. Het verheugt mij, dat voor dezen post een zoo voortreffelijk en deskundig man is gevonden: de heer Bolkestein". De verslaggever herinnerde den heer Joe kes aan de verhalen, Woensdag in enkele bladen gepubliceerd, als zou men in Vrijzinnig Democratische kring over den gang van zaken „verwonderd zijn" en zich daarom min of meer afzijdig willen houden. De heer Joekes machtigde hem te verkla ren, dat deze voorstelling van zaken geheel uit de lucht gegrepen is. „Wij zijn het kabi net-De Geer welwillend gezind". Vierjarig meisje liep van haar moeder weg. Door auto gegrepen en gedood. Op den Elspeeterweg nabij het station Nun- speet wandelde gisteravond omstreeks zes uur de familie P. uit Amsterdam, die te Nunspeet de vacantie doorbrengt. Eensklaps rukte het vier-jarig dochtertje, dat aan de hand van haar moeder liep, zich los en stak den weg over. Op dat oogenblik naderde uit de richting Vierhouten een personenauto. De bestuurder trachtte het meisje te ontwijken, doch slaagde hierin niet. Het kind werd tegen den straat gesmakt en bleef ernstig gewond liggen. In hoogst zorgwekkenden toestand is het meisje naar het ziekenhuis „Salem" te Ermelo over gebracht, waar het later aan de bekomen ver wondingen is overleden. BEDOUINEN BIJ ENGEL&CHE VLIEGTUIGEN? Vergis U niet, het zijn slechts mecaniciens die zich tegen chemische stoffen hebben beschermd* door deze merkwaardige vermomming. HET ZONDER IN- EN UITVOER STELLEN (Van onzen correspondent te New-York. Wie naar de Vereenigde Staten ziet als naar de krachtigste democratie en het zwaarste te genwicht tegen de strevingen der dictatoriaal- geregeerde landen, moet niet denken dat zij vrij zijn gebleven van „nieuwe denkbeelden". Deze kolommen zijn niet de geschikte plaats voor politieke beschouwingen, doch de Ver eenigde Staten voorstellende als „de grootste democratie ter wereld" zou daar een uitgebreide beschouwing met vele vraagteekens op te baseeren zijn. Wie ervaart hoe de werknemers- nisaties, de Unions, misbuik maken van haar macht, hoe zij ook het „picketen" beoefe nen het posten voor zaken van hun onwel willende werkgevers: een aparte vorm van po ging tot broodroof kan over deze Ameri- kaansche „democratie" menig hard woord zeg gen. Ook andere verschijnselen rechtvaardigen naar mijn meening mijn oordeel, dat de demo cratie in Nederland heel wat dieper en vaster geworteld is dan in de Vereenigde Staten. Doch hierin treed ik nu verder niet. De de mocratie die niet zoo democratisch is als zij voorgeeft te zijn, de opkomst van fascistische stroomingen, hét veld winnen van het commu nisme, het zijn alle verschijnselen in-de-rij die er op wijzen, dat de „nieuwe denkbeelden" niet aan Amerika voorbij gaan. En een van die ver schijnselen is ook de onmiskenbaar veldwin nende idee, dat de Vereenigde Staten „self-sup_ porting" moeten worden gemaakt, de economi sche autarkie derhalve, voorgestaan en verde digd door dezelfde isolationisten, die de Ver eenigde Staten in ieder geval en onder elke om standigheid afzijdig willen houden van wat er in de rest van de wereld geschiedt. Dit isolationisme heeft vele kanten. Een daarvan is de politieke, die de geesten des volks hiér ten zeerste bezig houdt en die een groot deel van het politieke tafereel beheerscht. Hoe belangrijk ook, ik zal er op deze plaats geen aandacht aan wijden. Doch wel wil ik hier de mogelijkheden bezien van een eventueele ver vulling van de wenschen der economische iso lationisten. De Vereenigde Staten zijn jong. Zij bestaan 163 jaar. Amerika heeft zich eenmaal met Europa bemoeid. Dat heeft veel bloed en dol lars gekost. De meeste Europeesche landen ste ken in diepe oorlogsschuld bij Oom Sam. Al leen het kleine Finland betaalt die trouw af. De goodwill ideeel en materieel die dat land zich daarmede in Amerika heeft verschaft weegt ruim op tegen de kosten-der-eerlijkheid. Op het oogenblik kijkt Oom Sam met nog da gelijks groeiende bitterheid naar Europa en hoe dit werelddeel zichzelf verscheurt, hoe wantrouwen en dreiging met de wapenen daar den boventoon voeren. Men mag gerust zeg gen, dat Amerika Europa minacht. Iedere Ame rikaan, dien ge ontmoet, zal u onmiddellijk van die minachting overtuigen. Deze bitterheid heeft het gevolg, dat de Vereenigde Staten heel egocentrisch zijn geworden, dat zij' in de eer ste plaats bedacht zijn op eigen heil en veilig heid. Zij die geen isolationist zijn willen Ame- rika's gewicht in de Europeesche weegschaal leggen om Amerika's uiteindelijke veiligheid. Van altruïsme en van idealisme is hier in laat ste instantie geen sprake. Zoowel de isolatio nisten als de niet isolationisten hebben een doel: de instandhouding van Amerika's onaf hankelijkheid. Wat hen scheidt is niet het doel, doch zijn de middelen tot bereiken van dit doel. En met den Economischen strijd tusschen econo mische isolationisten en niet-isolationisten, is er iets soortgelijks: zij verschillen niet van mee ning omtrent de wenschelijkheid van zulk iso lationisme, doch wel omtrent de mogelijkheid. Bezien wij nu de vraag van de mogelijkheid der Amerikaansche economische onafhankelijk heid. De economische isolationisten zeggen, dat deze mogelijkheid duidelijk en onmiskenbaar aan wezig is. Zij wijzen op het feit, dat in een twin tigjarige periode, van 1914 tot 1933, de waarde van den export 90.000.000.000 bedroeg. Het totale nationale inkomen evenwel bedroeg in slechts een jaar (1929) hetzelfde bedrag en het nationale inkomen gedurende dezelfde twintig jarige periode steeg tot het reusachtige cijfer van 1.2 trillioen dollars. Aldus blijkt, dat het export cijfer slechts 7.5 procent van dat van het nationale inkomen bedraagt en dat meer dan 90 procent van de geheele productie der Ver eenigde Staten een markt heeft in het land zelf. Oppervlakkig beschouwd lijkt dit inderdaad een sterke aanwijzing voor de mogelijkheid, dat de V.S. zich ten volle kunnen afscheiden van de rest van de wereld. Maar wanneer wij de lijst van den import en den export bekijken ontdekken wij, dat sommige van de Amerikaan, sche basis-industrieën op landbouw- en mine- ralengebied afhankelijk zijn van de wereld markt. Ziet hier een lijstje. -£ 2 w>.2 "O 1 X» 1 Di 4,2 s a ij -o o, -2 Katoen (onbewerkt) 368.660.000 53.2 Spek 15.987,000 38.5 Tabak (onbewerkt) 134.520.000 38.2 Koper (geraffineerd) 93.482.000 37.9 Naaimachines en onderdeel. 11.943.000 31.5 Peren (versch) 4.961.000 21.1 Vruchten in blik 21.064.000 21.0 Landbouwgereedschappen en machines 75.366.000 20.5 Automobielen 387.733.000 13.6 Industrieele machines 240.450.000 12.6 Dit zijn slechts eenige van de geëxporteerde producten, welker totale export-waarde 1636.710.000 bedraagt. Het is niet aan te ne men dat Amerikaansche industrieelen, die aan honderdduizenden menschen werk verschaffen in hun industrieën, met blijmoedigheid geneigd zouden zijn dit gedeelte van hun zaken prijs te geven. Zij zouden er waarschijnlijk zelfs ge heel door te gronde gaan. Aa nde andere zijde is er de import van arti kelen, die of in het geheel niet in de Vereenig de Staten worden geproduceerd of in niet vol doende mate om in de behoefte te voorzien. De voornaamste van deze import-artikelen zijn: Rubber tot een jaarlijksch bedrag (in 1937) van 247.521.000. Rietsuiker tot een jaarlijksch bedrag (in 1937) van S 166.248.000. Koffie tot een jaarlijksch bedrag (in 1937) van 150.579.000. Ruwe zijde tot een jaarlijksch bedrag (in 1937) 106. 594.000. Tin tot een jaarlijksch bedrag (in 1937) van 104.285.000. Onbewerkte wol en pluche tot een jaarlijksch bedrag (in 1937) van $96.405.000. Mangaan-erts tot een jaarlijksch bedrag (in 1937) van 10.711.000. (Mangaan is een „levenskwestie" voor de staalindustrie. Amerika is te dezen opzichte vrijwel geheel op import aangewezen, voorna melijk uit Rusland. Toen gedurende den wereld oorlog een scheepslading mangaan door een duikbootaanval was verloren gegaan, kwam er onmiddellijk stagnatie in de staalindustrie). Ook van de import-artikelen hebben wij hier slechts enkele opgenoemd. De geheele import immers heeft een waarde van 3.084.061.000 per jaar. De Isolationisten zeggen, dat de Vereenigde Staten het zonder dit alles kunnen stellen, wan neer het noodig is, en dat zij overigens van „Ersatz"-artikelen gebruik kunnen maken. Hoe dit ook zij: het realistische gezichtspunt is niet of Amerika het er zonder kan stellen, maar wat er in dat geval zou geschieden met de indus trieën en de menschen, die afhankelijk zijn van den export en import. En wat die Ersatz-arti- kelen betreft: daar is tot nu tot slechts een van ontdekt: synthetische zijde die binnenkort op de markt zal worden gebracht. (De veelzijdige firma Dupont makers van staal, oorlogstuig en cellophane, stelt die op het oogenblik op de wereldtentoonstelling ten toon). Het is een onmiskenbaar feit dat het isola tionistische inzicht toeneemt in de Vereenigde Staten. Met de New-Deal is dit isolationisme een van de belangrijkste inzetten van de op handen zijnde presidentsverkiezingen. De „Neu- trality-Act'* heeft er voor een goed deel mede te maken. Het is gelukkig niet aan mij om uit het voor gaande een conclusie te trekken of uiting te ge ven aan inzicht of voorkeur. Ik wilde slechts een zoowel voor de Vereenigde Staten als voor de geheele wereld belangrijk twistpunt in zjjn elementairen vorm vertoonen. Mr. E. ELLAS. De Standaard A. R. schrijft o.m.: De heer De Geer stond, in zake de algemeene richtlijnen voor de financieel-economische politiek aan de zijde van de regeering, en zeker niet aan die van de oppositie. Hij was het op de hoofdpunten met dr. Colijn eens. Nu nam hij echter ten minste vijf personen precies de helft van het totale aantal in zijn kabinet op, die van de oppostie tegen het regeeringsbeleid deel uitmaakten, of geacht moeten worden het met haar eens te zijn geweest. Wie dit raadselachtig noemt, drukt zich sober en voorzichtig uit. Ter verklaring van de genoemd.-, ieiten kan niet dienen, dat de oppositie afstand heeft ge daan van haar inzichten met betrekking tot de hoofdzaken, welke in het geding waren en thans nog zijn. Verder is het blad over het optreden •an de twee sociaal democratische ministers in het kabinet De Geer niet erg te spreken. „Reeds om deze reden kunnen wij met het optreden van dit kabinet onze instemming niet betuigen, zoo schrijft het blad. „De heer De Geer is er in geslaagd één man uit onze gelederen te winnen voor het zitting nemen in zijn kabinet. Dit feit kan geen wijziging brengen in onze zienswijze. Zooals wij reeds schreven, achten wij de beslissing, door de heeren Van Dijk en Terpstra en sindsdien ook door prof. Woltjer genomen, juist. „Naar wij met zekerheid weten, heeft prof. Gerbrandy, alvorens zijn besluit te nemen, geen contact gezocht met een van de daarvoor in aan merking komende mannen uit onze partij. Hij heeft zich dus, zonder met een van hen ver binding te zoeken of overleg te plegen, beschik baar gesteld voor de portefeuille van Justitie. Van de motieven, welke hem daartoe hebben bewogen, en waardoor hij mede de verantwoor delijkheid draagt voor een experiment, dat vele risico's met zich brengt, is ons tot heden niets bekend geworden. ,Het kabinet is er. ,Wij wachten zijn daden af. „Geheel in overeenstemming met het anti- revolutionnair gevoelen en de daarop gebouwde traditie zullen wij zijn beleid beoordeelen. „Echter, het sein staat voor ons op onveilig." De A. R. Rotterdammer schrijft in denzelfden trant o.m.: Zoo hebben wij veel méér bewondering voor de houding der heeren Van Dijk, Terpstra en Woltjer, dan voor die van prof. Gerbrandy. Na tuurlijk, ook de laatste is een vrij man, doch, hoezeer een politieke groep fouten en foutjes kan maken, zoolang mogelijk behoort men als trouwe mannen naast elkaar te staan. Slechts wanneer het geweten afwijking voorschrijft, is deze geoorloofd. Alléén zóó kan blijvende invloed in het parlementaire leven worden uitgeoefend. Natuurlijk zal mr. Gerbrandy worden uitge speeld tegen zijn politieke vrienden. Hij, de vooruitstrevende, tegenover de rest. De antirevolutionnaire Kamerfractie wij bepalen ons nu even tot de Tweede Kamer, waar alles zich heeft afgespeeld krijgt nu een be langrijke taak. Het spreekt vanzelf, dat het kabinet-De Geer niet als een vijandelijke in stelling zal worden beschouwd. De eerbied voor den formateur, welke dagteekent van vóór vele tientallen jaren, verbiedt dat reeds. Ook hebben wij althans geen enkele antipathie tegen wien van de ministers ook. De antirevolutionnair is van huis uit constitutioneel. Het land moet gere geerd worden. Het kabinet zal op de daden worden beoordeeld. Hoe meer het gesteund kan worden, omdat het b.v. een goede defensie-, financieele of werkloosheidspolitiek voert, hoe aangenamer het ons zal zijn. Een ander geluid laat de Nederlander (C. H.) hooren. In dit blad lezen we: ,Het landsbelang heeft gezegevierd over de partijpolitiek. „In deze enkele woorden is de beteekenis van de thans tot een goed einde gekomen kabinets formatie gekarakteriseerd. „Veel tegenwerking ten spijt is jhr. mr. D. J. de Geer geslaagd in de vorming van een kabinet, dat onder de gegeven omstandigheden veruit het beste was, dat gevormd kon worden." Over de ministers schrijft het C. H. orgaan: Gezien het feit, dat deze mannen elkaar in het landsbelang hebben gevonden, zou de betite ling nationaal voor het nieuwe kabinet zeker niet misplaatst zijn. Wij zullen dezen term nochtans niet gebruiken. In de eerste plaats omdat het er ten slotte slechts om gaat of een kabinet hoe ook betiteld nationale politiek voert (en die verwachten wij van dit kabinet met groote stelligheid), in de tweede plaats omdat het, naar wij in de laatste dagen uit sommige persorganen hebben geleerd, niet geoorloofd is over een nationaal kabinet te spreken als er geen speciale partij-voormannen in opgenomen zijn Maar afgezien van kwesties over de beman ning, het feit blijft, dat de groote stroomingen uit ons volksleven in dit nieuwe ministerie zijn vertegenwoordigd. Daarin en dat is zijn groote kracht ver schilt het fundamenteel van het laatste kabinet- Colijn, dat twee anti-revolutionnairen en twee christelijk-historischen liet overschaduwen door zeven heele of halve liberalen, waardoor een kleine strooming in ons volksleven op zorgwek- kend-eenzijdige wijze naar voren werd geschoven. Het nieuwe kabinet daarentegen doet aan alle stroomingen volledig recht." Het Handelsblad (Lib.) is minder enthousiast. Alles tezamen begroeten wij dit innerlijk ongelijksoortig en ongelijkwaardig kabinet zon der veel enthousiasme. Maar zoolang het pro gram niet bekend is, moeten wij een afwachten de houding aannemen. Wij zullen zien of op den derden Dinsdag van September de troonrede en de millioenen-nota ons tot warmer gevoelens kunnen stemmen, dan wel of daaruit blijken zal dat het onnoodig was om het vijfde kabinet Colijn weg te stemmen, of dat wij nu nadruk kelijk het hellende vlak van „vlotte" uitgaven en dwang-ordening gaan betreden. Gedeelte van een voorgevel ingestort. Arbeider door vallend gesteente gewond. Donderdagmiddag is bij het verrichten van herstelwerkzaamheden aan den voorgevel van het vereenigingsgebouw „Ons Huis" te Ede. een gedeelte van den voorgevel ingestort. De onge veer 30-jarige arbeider H. Brouwer uit Lunte- ren werd door het vallend gesteente getroffen. Hü brak eenige ribben en een arm en is naar het ziekenhuis te Arnhem overgebracht. De oorzaak van het instorten kon nog niet worden vastgesteld. Alle voorzorgsmaatregelen waren genomen. De bouwpolitie stelt een onderzoek in.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 5