Z)g r-eis- Haat kei eiland Rubriek voor Vragen Advertenties a If aat £me VezUuus GARAGE RABO H»D„* V ertellini W: VRIJDAG 11 -AUGUSTUS '1939 H'A'AEEEM'S DAGBEAD De opvolgers van Jhr. De Geer, Ir. Albarda en Dr. v. tl. Tempel in de Tweede Kamer. Naar „Het Volk'' mededeelt zullen de so ciaal-democratische ministers Ir. Albarda en dr. J. v. d. Tempel in de Tweede Kamer wor den opgevolgd door de heeren J. Bommer en B. C. Franke, beiden uit Amsterdam. Als opvolger van Jhr. de Geer komt aller eerst voor het Tweede Kamerlidmaatschap in aanmerking prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine, oud-minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. VESTIGINGSWET SCHILDERSBEDRIJF. De Vestigingswet voor het schildersbedrijf is afgekondigd Wanneer iemand zich wil vestigen als schil derspatroon, moet hij onder meer ook een bewijs van de vereischte vakbekwaamheid kunnen overleggen. De schilderspatroonsbonden in ons land be reiden opleidingscursussen voor; hiervoor is een leerplan ontworpen. Voor Haarlem en Omstreken zal deze cursus (een winteravondcursus) gehouden worden van 2 October 1939 tot 31 Maart 1940 en bestaan uit vier avonden per weekvan. drie lesuren per avond. GEVONDEN VOORWERPEN EN DIEREN. Autoped,, v. Meel, Lange Boogaardstraat' 11 rood, breiwerk, Bol, Soendastraat 14, waterlei dingbuis, v. d. Bosch, Kloosterstraat 52 rd., gor dijn, deken en kussens, Betsema, Meidoornplein 18; hondje, Kroder, 2e Hoogerwoerddwarsstraat 11; hond, Lemei, Heerenweg 195, Heemstede; regenjas, bureau van Politie, Smedestraat, stuk leder, Lak, Paul Krugerstraat 54; porte- monnaie met inhoud, Zijlstra, Koningstraat 37a, 2 rjjwielbelastingplaatjes en een rol muziek, bureau van Politie, Smedestraat, 2 pannenspon- sen, Briester, Leidschestraat 82; damestaschje met inhoud, Klomp, Dijk 85, Spaarndam; vul potlood, v. Hemers, Dickmanstraat 18. Bloemententoonstelling „Eigen Tuin". Zaterdagmiddag van 27 en Zondag van 107 uur. resp. 12 en 13 Augustus zal in het gebouwtje op den tuin aan den Zomerweg (het eerste groote witte hek) een collectieve tentoonstelling wor den gehouden van wat groeit en bloeit in den tuin. In het vereenigingsgebouwtje zal een keurcollectie worden opgesteld van het bloemen en plantenmateriaal, dat door de vele liefheb bers in den tuin in vrije uren tot wasdom is gebracht. Een bezoek aan deze tentoonstelling is voor de bloemen- en planten-liefhebbers zeker de moeite waard. Deze tuingroep behaalde op de tentoonstelling der volkstuinders in Amsterdam, die verleden jaar werd gehouden in de groote zaal van het R.\ A. I.-gebouw, de hoogste onderscheiding voor de inzendingen van buiten Amsterdam: de medaille, die door H. K. H. Prinses Juliana be schikbaar was gesteld. Behalve de tentoonstelling kunnen bovendien de tuinen ,van devereeniging in oogenschouw worden genomen. EXAMENS Nijverheidsonderwijs, akte n. 1 natuurkunde en mechanica. Geslaagd: G. A. de Bock, te Haarlem. Voormiddagexamën Hoogduitsche taal (1. o.) Toegelaten de heer J. L. Feber, Halfweg (N. H.) en mej. J. H. Lageweg, Heemstede. Nijverheidsonderwijs. Voor akte nijverheidsonderwijs is geslaagd: C. J. J. van Gils te Driehuis. DUIDELIJK GESTELDE VRAGEN van alle Abonnés van dit blad worden door een specialen Redacteur en zijn talrijke medewerkers zoo mogelijk en ten spoedigste beantwoord. De vragen moeten worden geadresseerd aan het bureau van dit blad, met duidelijke ver melding van naam en woonplaats. Vragen waaraan naam en adres ontbreken, worden terzijde gelegd. De namen der vragers blijven redactie- geheim. De antwoorden worden GEHEEL KOSTE LOOS thuis bezorgd. Alleen die vragen, welker beantwoording voor vele anderen behalve den vrager, van nut kan zijn, worden tevens in ons blad ge plaatst. MILITAIRE ZAKEN. VRAAG: Tot wien moet ik mij wenden voor uitstel van herhalingsoefeningen .voor den mili tairen dienst? De datum van opkomst is 14 Sept. 1939. ANTWOORD: Een verzoekschrift, op ongeze geld papier, richten aan den Minister van Defen sie. Dit geschiedt door tusschenkomst van den burgemeester. Gij doet het gemakkelijkste dit zelf te brengen aan het Stadhuis (Afdeeüng Mili taire Zaken), ten einde zoo noodig nog monde ling dit toe te lichten. PLANTEN. VRAAG: Mijn eloxinia is uitgebloeid. Hoe moet ik do plant verder behandelen om haar goed te houden? ANTWOORD: Den eersten tijd de plant ge woon water geven tot 't laatst van Augustus, dan de waterhoeveelheid langzamerhand verminde ren opdat zij dan tot rust komt. Daarna de knol in den pot laten staan en droog overhouden tot April om dan weer te beginnen te kweeken in versche aarde. VRAAG: Ik heb dezen zomer in mijn tuin een schildpad. Hoe kan Ik die in den winter „o houden?" Welke voeding moet hij hebben? (Ik geef nu andijviebladeren). ANTWOORD: De andijvie kunt u afwisselen met slablaadjes, overigens zoekt hij zelf zijn voer. Overwinteren kunt u het dier in een bed turfmolm waarover u een kistje zet met een uitgang; het kistje ook, op den uitgang na, ge heel met turfmolm van hoven en zijwanden he- PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE RADIO CENTRALE OP ZATERDAG 12 AUGUSTUS 1939. Progr. III: Keulen 8.00; Parijs Radio 10.20; Droitwich ca. 11.50; Ned. Brussel 12.20; Keulen ".20; London Regional 3.50; Fransch Brussel .20; Ned. Brussel 6.20; Fransch Brussel 7.35; London Regional 7.50; Parijs Radio 10.20; Ned. Brussel 11.50; Keulen 11.00. Progr. IV: Ned. Brussel 8.00; Radio P. T. T. Nord 9.20; Diversen 9.50; London Regional 10.35; Droitwich 1.05; London Regional 1.20; Droitwich 2.35; Diversen 5.50; Droitwich 6.20; London Regional ca. 6.50; Droitwich 7.05; Keulen 9.50: Droitwich 10.35. Progr. V: 8.007.00 Diversen. 7.008.00 Eigen gramofoonplatenconcert. Verzoekprogramma. ter aanprijzing van geneesmiddelen of geneeswijzen dekken. DIEREN. VRAAG: Hoe krijg Ik een wespennest weg dat onder de planten ln mijn tuin zit, liefst zonder de planten te beschadigen? ANTWOORD: Een practische methode is weg zuigen met een stofzuiger; Is dit niet mogelijk dan met dekzeil of emmer als „reservoir" uit- 2 wa vel én door het verbranden van zwavelstok ken. RECHTSZAKEN. VRAAG: Heeft men recht op vacantia hij 7 maanden werken? ANTWOORD: Neen. VRAAG: Ik ben een jaar als leerling bij een baas werkzaam. Heb ik nu recht op vacantie' Zoo ja, hoe lang? ANTWOORD: Neen. VRAAG: Ik ben op kantoor den llden van de maand in dienst getreden en ontvang mijn sala ris geregeld op dien datum. Welken opzeggings termijn moet ik ln acht nemen ANTWOORD: Een maand. Tegen den elfden Als uw salaris minder dan 100 per maand be draagt is een termijn van een halve maand vol doende. DIVERSEN. VRAAG: Heeft in Duitschland de zilvermark evenveel waarde als de reismark? Kost een zil vermark bij inkoop 32 cent en een reismark 51 cent? Waar kan ik die het voordeeligst koopen ANTWOORD: In Duitschland dezelfde waar de. Inkoop Zilvermark op het oogenbilk 31 cent en de reismark 4 9 V2 cent. U kunt zc bij ellce bank koopen; de prijs is overal dezelfde. VRAAG: Ik heb een loerlstenkaart. Is dit vol doende voor België of moet ik een bewijs Nederlanderschap aanvragen ANTWOORD: Voor België is een toeristen- kaart voldoende. Maar op de terugreis moet u u als Nederlander kunnen legitimoeren (door geboortebewijs, trouwboekje of iets dergelijks) RECEPTEN. VRAAG: Ik heb postelein van don koud' grond (bemest met stalmest, geen kunstmest) in flesschen ingemaakt. Maar de kurken, zijn van de flesschen gevlogen. Hoe kan dat? ANTWOORD: Weekgroente moet zoo weinig mogelijk gemest worden, U zult toch te veel mest hebben gebruik* En «jan moet de groente liefst Jeng zijn worden alleen ter plaatsing aan vaard, wanneer zij voorzien zijn van een stempel van de Commissie van Controle op de Aanprijzing van Geneesmiddelen en Genees wijzen, gevestigd te 's-Gravenhage. ANNONCES VAN GELD AANBIEDIN GEN worden eerst na gunstige informatie, verkregen van een be voegde instantie, voor plaatsing aangenomen. zonder Chauffeur alleen GASTHUIS VEST 11 - HAARLEM - TEL. 17266 Verzekerde Wagens (Adv. Ingez. Med.) Fotografeéren op reis. Wat men wèl en niet mag' „nemen". Wil men op reis van zijn camera het meeste genoegen hebben, aldus schrijft men ons van de. zijde der Nederlandsche Reisver- eeniging, dan is het van belang ook te weten aan welke bepalingen van in- en uitvoer foto toestellen moeten voldoen. Over het algemeen kan men zeggen, d'at in Nederland gekochte camera's vrijwel naar alle landen mogen worden meegenomen, terwijl men ook altijd één rolfilm mag invoeren. Bij terugkeer in Nederland moet men echter kunnen aanto'onen dat de camera, die men bij zich heeft, op normale wijze is ingevoerd. Daar toe vrage men bij de ambtenarenwacht (In spectie Invoerrechten en Accijnsen) in zijn woonplaats een identiteitsbewijs aan, dat tegen betaling van f 0.50 te verkrijgen is. Hierop wor den behalve naam en adres van den aanvrager, alle uiterlijke kenmerken van de camera, zoo als nummer en lichtsterkte van de lens, brand puntsafstand, merk e.d. vermeld. Dit bewijs wordt afgestempeld, waarna men zeker is, dat men bij terugkeer op vertoon hiervan de ca mera weer mag invoeren. Dit identiteitsbewijs is verplicht voor alle dure toestellen, d.w.z. toestellen met grootere lichtsterkte dan 1 4, met compur, spleetsluiter; of filmtoestellen. Bij de aanvrage bij de ambtenarenwacht kan men het echter gratis bekomen, wanneer men kan oyerleggen: a. of een oud identiteitsbewijs: b. of een bewijs, waaruit blijkt, dat het toe stel in het buitenland gekocht is en dat d'e in voerrechten reeds vroeger zijn betaald; c. of een verklaring op "briefpapier van den handelaar, bij wien men hier te lande het toe stel heeft gekocht. Gewone, zeer eenvoudige toestellen kunnen daarentegen bij terugkeer uit het buitenland worden meegenomen op vertoon van een iden titeitsbewijs van de A.N.B.F., dat men bij zijn fotohandelaar kan verkrijgen en dat dan tegen betaling van f 0.50 door de Ambtenarenwacht of door den douanebeambte wordt afgestem peld. Wanneer men echtér een toestel heeft, dat toch niet meer zooveel waard is en kennelijke sporen van gebruik toont zal men zulke oude en goedkoope toestellen wel zonder bewijs weer in Nederland kunnen invoeren. Tenslotte is het wellicht ook Van belang nog even een enkel woord te wijden aan het foto grafeeren in den vremde. Vrijwel overal is dit niet aan bijzondere bepalingen gebonden, alleen in de grensstreken dient men zeer voorzichtig te zijn, ook wanneer deze niet' aïs verboden terrein zijn aangegeven. Wie geen risico wil loopen, late daar het fotografeeren geheel ach terwege, want een kleine onachtzaamheid op dit gebied kan de grootste moeilijkheden ver oorzaken. Een mensch in een hangmat m door JAAP STIGTER ANNEER een menschenkind zachtkens in een hangmat onder den druk van een zoel briesje op en neer deint en machtige sparren rondom als zuilen het azuren hemelgewelf schijnen te dragen Wanneer het eenige hinderlijke uit een mug bestaat, die als een boosaardig vliegmachientje op je neus wil landen om uit je bloed te „tanken" en je pink blijkt voldoende om dit snoode stre ven te verijdelen.... wel, dan kan men zich voorstellen, dat de heele wereld rondom met zijn schreeuwend lawaai oplost in een zoet ge voel van behaaglijkheid. In een dusdanige tevreden vacantiestemming hang ik ergens bij 'n klein Hollandsch dorpje in het bosch en weet niets meer van een maatschap pij vol huilende claxons, magere belastingamb tenaren, stofwolken, veel tandraderen en ben zine, erg veel bedrukt en betikt papier en boos aardig loerende hospita's. Ik weet niets meer van deze wereld van asfalt en hoe langer hoe snel ler gaand snelverkeer, van dieseltreinen en vlieg machines en wat al niet meer. Met een oog kijk ik slaperig naar het houten hotel met rood pan nendak, weggezonken achter een ware zee van sparren: daar logeer ik thans. Daar heb ik 'n ka mer met heel veel landelijke plaatjes aan den muur met allemaal koeien en varkens erop en daar stoot ik iederen avond mijn hoofd tegen de zoldering het is namelijk een soort dakkamer tje, want dat was het goedkoopst. Voor het don kere gebouw zitten 'n paar gasten in leunstoelen te soeze- en te knikkebollenook zij zijn vacantieland binnengewandeld en laten hier hun zorgen omtrent aangebrande biefstuk, kelderen de aandeelen en dringende schuldeischers als rook oplossen temidden van frissche boschgeuren en onder een wijden hemel. Ik als jongeman in licht pak met een elegant streepje en voorts uitgerust met een zonnebril heb dus ook alles van mij afgespoeld, wat mij anders tusschen hooge steenen wanden bevan gen houdt. Er is echter toch één ding, dat boort en draait steeds maar in mijn hoofd. En of ik nou loop te zingen in het bosch, of sigaretten rook of met mijnheer Hendriksen praat die het nota bene steeds maar over landbouwcrisis- wetten heeft of dat ik in deze hangmat lig, het helpt mij niet. Ik kan gefiltreerde koffie drin ken of in het dorp drie ansichtkaarten gaan ha len (natuurlijk drie van hetzelfde kerktorentj want een andere kaart bestaat hier niet) of zelfs in een kinderlijke opwelling een sparappel naar mijnheer de Bruyn slingeren: het helpt mij niet. En ik kan nog zoo hard m'n hoofd stooten in mijn dakkamertje of constateeren, dat al die plaatjes met het gedierte leelijk gaan verkleu ren ik raak het niet kwijt. Het beeld blijft, tergend en taai er is niets tegen te doen. U kunt het begrijpen: zij is hoog-blond, elegant en is het beste te vergelijken met een betooverende lelie. Zij kleedt zich altijd smaakvol en met stijl en heeft oogen als een transparante lentehemel. Zij is als een plaatje op een bon- bon-doos, als een ijl visioen van geluk. Gisteren is zij voor het eerst met haar moeder gekomen en ik weet niets van haar. Maar de eerste in- druk heeft mij recht in de ziel gegrepen". Zij is wat hooghartig en spreekt met niemand: een bescheiden meisje is het geenszins langs mij loopt zij heen, alsof ik lucht ben en dat lieve gezichtje staat ijzig koud. Een keer heb ik haar totnogtoe maar zien lachen met een breede rij parelwitte tanden; het was toen haar moeder vanmorgen tegen haar zei: „Annie, je ziet er weer betooverend uit...." Ook heb ik kunnen zien, dat zij erg gauw op haar teentjes getrapt is: de ober, die de suiker in haar thee vergeten had, kreeg heel wat te hoo- en! Maar aan iedere roos zitten tenslotte door nen en haar beeld laat mij niet meer los. En nu ik weer in mijn hangmat lig, moet ik ineens weer aan haar denken en begint mijn- brein scherp te werken om een plannetje uit te den ken, hoe met haar in contact te komen. Ik peins en peins nog eens maar niets lijkt mij ge schikt. Maar geluk moet de mensch hebben terwijl mijn oog in gedachten verzonken het bosch verkent, zie ik daar ineens in een dun- gebloemd costuumpje, de volle pracht der blonde haren op haar smalle schouders, het wezen mij ner droomen. Ik schrik even er is nog iemand bij haar. Maar gelukkig het is maar een heel klein wezentje met een sprieterig kuifje, vuile knietjes en een rond gezichtje, dat van hieruit een roode. knikker lijkt. Het is het zoontje van mijnheer Hendriks, een klein belhameltje: de eerste der outsiders, die blijkbaar het hoogzit- tende hartje van de schoone wat heeft kunnen vermurwen. Zij wil een andere richting uit, maar Jantje Hendriks, die zijn groezelig knuistje om haar elegante hand geklemd houdt, stuurt zeer beslist op mij aan. In hem manifesteert zich thans reeds de onverwoestbare energie van zijn vader. Zij wil niet en vermaant den nietigen onstui- migen jongeling maar hij stoort zich daar niet aan. En ik begrijp, dat het juiste, het verbeide moment gekomen is en klauter half overeind. Koud is haar blik op mij en doordringend dit dwingt mij tot nog grooter beleefdheid. Ik spring uit mijn hangmat en doe een paar passen in haar richting. Maar hoewel ik anders erg be spraakt ben, schiet mij thans niet de juiste, ter zake passende opmerking te binnen en ik breng het niet verder dan tot een minder scherpzinnig: „Trekt hij erg hard Weer ziet zij mij koud en uit de hoogte aan en geeft geen antwoord alleen geeft zij Jantje een duwtje: „Toe jongen laat dat." ,Ja, Jantje is een bengel," zeg ik dan. (Ook niet al te best). Zij knikt met het hoofd en dan staan zij alle twee voor mij, terwijl Jantje mij uitdagend en eenigszins vertoornd aanziet ,.Het is hier heerlijk in het bosch in de hang mat," ga ik verder en vind mijzelf een verschrik kelijke lummel. Wanneer zij met een koel „zoo zoo" antwoordt, sla ik ineens door en krijg een aanval van mijn groote bespraaktheid. Na de blauwe vacantieluchten bezongen te hebben, dwaal ik via dennen en sparappels over duinen naar de zee en steek een loflied af op de stilte en de bezonkenheid. Daar ik geen passend slot weet, beland ik weer bij luie stoelen en hangmatten en dan schijnt het ijs gebroken. Er is een glim lachje om haar mooien mond en heel lief vraagt zij mij, of zij mijn hangmat eens mag probeeren, Natuurlijk ben ik in de wolken en zou haar wel tien hangmatten tegelijk gunnen en ik krijg reeds een gouden toekomstdroom van onver woestbare liefde, van rozen en teederheid Ik weet niet, waarom het niet zoo heeft mo gen zijn. Het leven is soms wreed en onbarm hartig. Alleen begrijp ik nu, waarom Jantje zoo graag naar m'n hangmat toe wilde. Het zijn al tijd die kleine kereltjes met die groezelige'hand jes en sprieterige kuifjes, die zooveel ellende in de wereld brengen. Zij prutsen met die water- vlugge vingertjes aan touwtjes, die om boomen geknoopt zijn en maken, dat zij weg komen. In elk geval lag mijn gouden droom in duizend scherven aan mijn voeten, kapot-geslagen, totaal vernield. (Nadruk verboden. Auteursrecht voorbehouden)' INFORMATIEBUREAU VAN DEN A. N. W. B. Naar wij vernemen zal, behalve de 4 informatie- I bureaux van den Kon. Ned. Toeristenbond A. N. W. B., welke vorig jaar gereed kwamen, volgen de week een nieuw douane-informatiebureau te Vaals in gebruik genomen worden. Alle bureaux werden uitgevoerd en ontwor pen door den Haarl. architect Bert Schultheiss. 19. Nu het tentje in elkaar gezet. Rob, die ook altijd met masten van het schip had moeten omgaan, was er erg handig in, maar Henkie, och, hij liet weer net zooveel boomen vallen als hij er in den grond zette. En kwaad, dat hij zich telkens maakte Rob had er de grootste pret van, en na een paar uren hadden ze het hutje voor de aapjes gereed. 20. Zoo heel gezellig zaten ze daar te praten, toen er ineens iets gebeurde, wat de jongens allebei achterover deed tuimelen. De heele tent begon te loopen. De apen hadden, sterk als ze waren, het tentje losgerukt en daar liep het holderdebolder over heuvels en grasvelden, alsof het daar speciaal voor was gemaakt. En in de verte schreeuwden de apen en lieten Henkie en Rob in alle onrust achter. Wat zou er nu gebeuren? 21. „Kijk eens," zei Robje, met een vergenoegd gezicht, „ik geloof, dat we hier te doen hebben met een groot brok lava, dat uit een vuurspuwenden berg is gevallen." „Zeg, je moet geen grapjes maken," viel Henkie veront waardigd uit. „Als dat waar is, dan zullen we dit brok op het schip laden en als we dan in de beschaafde wereld terug zijn, zien we het kwijt te worden aan een museum." En om precies te weten te komen, wat ze hier gevonden hadden, begonnen ze den bol heel voorzichtig te betasten. 22. Er kwam leven in. Ja hoor, de bol begon zich te bewegen. Eerst met korte rukjes, toen ging hij nog meer de hoogte in en per slot van rekening begon hij voort te rollen. Henkie en Robje vonden dat geen goed teeken. Ze gingen al een beetje op een afstand staan om uit den weg te zijn, als er iets gebeurde. En daar kwam het. Een oorverdoovend gebruik Een groote, dikke kop, een paar dikke, vette pooten. Het was een nijlpaard, dat ze uit zijn slaap gehaald hadden Wat moesten ze begin nen? Henkie keek Robje aan, allebei waren ze wit als krijt. En Henk, die het eerste zijn verstand terug kreeg, kroop boven op het dier. 23. Het nijlpaard scheen van Henkie te houden. Henkie aaide het over zijn rug, noemde hem „mijn lief nijl- paardje" en alsof het beest dat begreep, keek het naar Robje, die met een leelijk benauwd gezicht alles stond gade te slaan. Het leek wel, of Henkie het nijlpaard je wilde houden. Hij kroop onder het dier door en betastte het van alle kanten. En Robje, die heel zachtjes tegen Henkie vertelde, dat het dier een krijgslist bedacht om hen allebei naar binnen te slikken, keek alvast uit, waar hij naar toe zou kunnen vluchten. 24. Toen ze zoo een tijdje hadden gespeeld, stelde Robje voor om naar huis te gaan. Het dier tippelde heel ge moedelijk achter hen aan. In een oogenblik had ie al de beschuiten, die er nog waren, naar binnen gekerkt. En hij scheen nog meer honger te hebben. Rob had een idee. Hij ging naar den boom toe, waar de noten aan groeiden en bood het nijlpaard zoo'n groote noot aan,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 6