Judrnkkeu 7lem-%mk te de wereldtentoonstelling van MET AUTO EN TENT DOOR ZUID-AFRIKA. Door de havens naar Schellingwoude. ZATERDAG 26 AUGUSTUS 1939 H A A R L E M*S DAGBLAD Amusement op laag peil Crootsch van allure, ondanks gebreken (Van een bijzonderen correspondent.) E New-Yorksche wereldtentoonstelling is in alle opzichten geweldig. Zelfs den vorm harer mislukking. In één mijner vorige brieven heb ik daar het een en ander over verteld. Maar wij zijn nu weer wat verder opgeschoten in den tijd en er zijn maatregelen beproefd om het bezoek grooter te maken. Mep heeft zoogenaamde „koopjes-kaar ten" beschikbaar gesteld, een serie van „tickets", waarvóór behalve de toegang een aantal andere heerlijkheden bereikbaar werden tegen sterk verminderden prijs. Het heeft niet geholpen. Want op de dagen dat deze koopjes-kaarten ver krijgbaar waren was het bezoek wel grooter maar niet zóóveel grooter als verwacht werd doch dit had dan zijn terugslag op de gewone dagen; want dan kwamen er precies evenveel menschen ónder het gemiddelde dagelijksche be zoek, als op die goedkoope dagen het bezoekers aantal er boven gelegen had. Men heeft den toe gangsprijs na half tien drastisch verlaagd en dit heeft heelemaal geen zier geholpen. Thans is de toegangsprijs op Zaterdag en Zondag van 75 op 50 cent gebracht en de heeren van het amuse ments-centrum zijn er woedend over. Zij zeg gen: „Op Zaterdag en Zondag komen de meeste menschen; op Maandag en Vrijdag de minste, dat is overal op de wereld zoo, wie is er nu zoo dwaas juist op de beide drukste dagen den prijs te verlagen?" En het laat zich nu reeds aanzien dat die amusementsheeren gelijk zullen krijgen. Evenals het zich laat aanzien, dat het er wel van komen zal dat de toegangsprijs over de geheele linie verlaagd zal worden, wat al direct een ex- tra-strop van een half millioen dollars zal be- teekenen, omdat dan de menschen die tevoren algemeene toegangskaarten op basis van den prijs van 75 cent per dag hebben gekocht schadeloos gesteld zullen moeten worden. De heele zaak is deze: de menschen hebben geen geld en de organisatoren van de wereld tentoonstelling hadden gedacht dat de menschen over het algemeen méér geld konden uitgeven, dan zij in werkelijkheid kunnen doen. Er is nóg een factor: men heeft de, laat ik gemakshalve zeggen: cultureele belangstelling van de groote massa veel te hoog aangeslagen. Dat bleek reeds heel in het begin toen alle serieuze concerten, die waren aangekondigd en waarvoor de groote muziekhal bestemd was, werden afgelast, de spe ciaal daartoe aangestelde muziek-directeur werd ontslagen en de muziekhal veranderd werd in een operette-theater, waar de oude operette „De Mikado" in ver-jazz-den-vonn, als „The Hot- Mikado"werd vertoond. Dit bleek evenzeer uit het feit dat de belangwekkende, zij het sterk be korte, voorstellingen van Shakespeare-stukken in een ander theater moesten worden gestaakt bij gebrek aan belangstelling. In stede van den geest des Britschen bards, ging daar de geeste loosheid van volkskomiekelingen in den slecht- sten en vervelendsten zin des woords heerschen. En thans worden als groote attracties beroemde jazz-bands aangekondigd, die dan het algemeene bezoek aan de tentoonstelling zouden moeten verhoogen. Voor een heele hoop menschen ligt zoo is nu wel gebleken het zwaartepunt van de heele geschiedenis in het amusement. En deze menschen meenen dat zij dan veel beter naar de permanente kermis, die Coney Island is, kun nen gaan. Die is goedkooper en in haar soort zelfs beter dan de tentoonstellingskermis. Ik heb U reeds geschreven hoe minimaal dat amusements gedeelte van de wereld-van-morgen is. Het is de wereld-van-gisteren op haar smalst. Voor Neder - landsche begrippen een „rommelzoodje" van grooten omvang en in het geheel geen amuse ment. Men heeft gemeend er voorstellingen en schouwburgspelletjes te moeten organiseeren van het laagste allooi niet- of nauwelijks gekleede juffers beheerschen het tafereel. Toen de regee ring van Rhodesia, welks paviljoen toevallig mid den in het amusementsgedeëlte ligt, in letterlij ken zin „de vlag streek", deed het dit met het argument, dat het voor een nationaal dundoek onwaardig was te wapperen tusschen obscene schouwspelen. Dat was begrijpelijk en verklaar baar en er was geen woord teveel mee gezegd. Ik geloof dat het allerlaagste peil van het Lunapark een van de redenen is dat het bezoek zoo ver onder de verwachting is gebleven. Nu moet deze zakelijke mislukking van groot formaat vooral niet worden misverstaan in de zen zin dat de tentoonstelling als zoodanig een mislukking zou zijn. Dat is niet waar. De ten toonstelling is grootsch en geweldig en niemand die er niet de grootste bewondering voor heeft. Er is ontzaglijk veel moois en interessants te zien. Men moet het zelf zien om het ten volle te bewonderen. De hoogtepunten ervan heb ik U beschreven, maar ik zou een dik boek moeten schrijven om alles te memoreeren. Dit heeft geen zin. Het belangrijkste is dat ge een algemeenen indruk krijgt van de geweldigheid dezer tentoon stelling. Aan haar grootte en aan het onnoemelijk vele dat er te zien is ligt het niet dat zij, zakelijk een grandioze strop zal worden. Het dagelijksche bezoek blijft gemiddeld 115.100 onder de ver wachting en onder de mogelijkheid een kleine winst te boeken. Wanneer op 1 November de poorten zullen worden gesloten misschien om op 1 Mei 1940 weer te worden geopend zal het bezoek minstens 30.000.000 onder de origineele verwachting zijn gebleven. Dat komt omdat die verwachting te hoog gespannen was en omdat die geheele tentoonstelling te grootsch is opgezet, om dat ook de verwachting omtrent de algemeene financieele draagkracht èn omtrent het cultureele peil van de groote massa veel te optimistisch is geweest. Maar ge moogt toch niet uit het oog verliezen dat een bezoek van 110.000 betalende bezoekers per dag op zich zelf nog steeds iets ge weldigs is. Wie van het begrip wereldtentoonstel ling houdt (er zijn er velen die er in beginsel niet van houden) zal zich bij zijn bezoek heusch geen oogenblik teleurgesteld gevoelen. Ge kunt er een maand lang eiken dag eenige uren rond dwalen zonder daarmee uitgekeken te zijn. Bijna ieder gebouw is een tooverland vol verrassingen. Treedt bijvoorbeeld dat van de foto-firma Kodak binnen. Ge wordt er overweldigd door een schit terend fotografisch schouwspel: een groote in het duister gehouden hal waar op de hooge wan den een hoeveelheid verbijsterend-prachlige fo tografieën, zéér vergroot, worden geprojecteerd. Waarlijk: meesterwerken der fotografie in zwart en wit doch ook gekleurd. Het duurt ongeveer een half uur onder begeleiding van zachte mu ziek en een aangename, verklarende stem en zoo boeiend wordt hier de fotografie in haar vol maaktheid voorgesteld, dat ge bijna vergeet dat zij statisch is en dat zij, door de wijze waarop de tafereelen samenhang en logische volgorde heb ben. welhaast de dynamiek van de film schijnt te bezitten. De vier-en-zestig buitenlandsche paviljoens geven de gelegenheid in één bestek en alleen ten koste van uren in stede van dollars, een reis om de wereld te maken die heel leerzaam is en veel genot verstrekt. Vooral omdat ge uw reis hier door een geïdealiseerde wereld maakt. Alleen het schoonste en interessantste van alle landen dei- aarde wordt U immers getoond. Wie een wille keurige hal, als bijvoorbeeld de medische bin nentreedt wordt direct opgenomen in een nieuwe en verrassende wereld: er zijn daar prachtige stands die bijvoorbeeld het ontstaan van den mensch, in alle phasen vóór zijn geboorte mani festeeren uitgebeeld en toegelicht op zulk een knappe, ingenieuze en vooral ook: idealistische (men z>u wel kunnen zeggen, eerbiedig-vrome) wi,ze dat ge de ontwerpers en uitvoerders van deze reeks \an tafereelen oprecht bewondert. Voor een lijder aan ingebeelde ziekten is het hier overigens gevaarlijk! Ik ken een heer, die na zijn urenlange bezoek aan dit gebouw en na een zeer belangstellende rondgang langs alle uitbeel dingen van ziekten, hun ontstaan en hun gene zing óveral pijn voelde en in de stellige mee ning verkeerde dat hij alle ziekten der mensch- heid onder de leden had. Hij wist heel zeker dat hij zich kon beroemen op het bezit van tientallen hier vertoonde symptomen.... ik trachtte den braven knaap moed in te spreken, doch zwij gend schudde hij het hoofd en langzaam en on gelukkig verwijderde hij zich door het gewoel der menigte. Gelukkig trof ik hem 's avonds laat jn de opvallendst-plezierige stemming, luidruch tig en zoo nu en dan zelfs luide zingend in „Hei- nekens aan de Zuiderzee" aan met een reus achtige kruik schuimend vaderlandsch bier vóór zich. Hij had zoo vertelde hij juichend be sloten er van te maken wat er nog van te maken was en het geteisterde lichaam nog te gunnen wat er te gunnen was In diezelfde medische hal is ook een bijzonder aardige stand, die het medische bijgeloof op heel drastische wijze aan de kaak stelt. In een groot aantal geestige, caricaturisecrende en illustra tieve tafereeltjes wordt alle nonsens uitgebeeld die menschen als genezingswijzen beschouwen. Een pootige Nederlandsche dame, die reeds eenige tientallen jaren met een „mannetjes-kas- tanje"-in-een-zakje door de wereld gaat, was heel verontwaardigd dat dit als typisch-Neder- landsch bijgeloof zonder eenige waarde stond uitgebeeld. Zij weigerde te gelooven dat zij de tooverkracht van haar kastanje niet mocht ge looven en was kwaad op hen, die haar dit ge loof nu wilden ontnemen. B ent U, in 1937 op de wereldtentoonstelling in Parijs geweest? Ik heb daar vele genoeglijke uren doorgebracht. Het was er, behalve mooi en interessant, vooral ook vroolijk en gezellig. Alle cafés zaten er 's avonds vol met plezierig-gestem- de menschen, er was muziek, er werd gedanst, het was de beste der goede werelden. Zóó is deze New-Yorksche wereld van morgen niet. Ze is, behoudens haar schamele kermis-gedeelte, ver schrikkelijk ernstig, omdat de Amerikanen zoo verschrikkelijk ernstig zijn. Ze bekijken alles met diepen wil tot weten; willen het naadje van de kous, het hoe en waarom precies weten en voor vroolijkheid is er dan immers geen enkele reden? En morgen is er wéér een dag van vroeg opstaan en werken. Daarom is, om een uur of elf, de tentoonstelling bijna leeg. En kunt ge er door loopen zonder meer menschen tegen te ko men dan in een kleine Nederlandsche provincie-' stad op dien tijd. Alleen op de kermis zitten nog menschen in de café's. Rustige menschen ach ter een glas bier of limonade (Nadruk verboden). Somerset Strand en Stellenbosch. Wel en wee van een land, verleden en heden, misschien zelfs een beetje toekomst kunnen' nog wel eens worden afgeleid uit lange reek sen van droge cijfers, mits men daarbij het land kent en de steeds verouderde statistieken aanvult met de laatste oogst- en weerberich ten. Zuid-Afrika publiceert evenals de andere Dominions eens in de twee jaar een schat van gegevens in het „Official Yearbook of the Union of South Africa", dat voor 5 sh. in den boekhandel verkrijgbaar is, of aangevraagd kan worden aan het South Africahouse in Londen. Daaraan zijn in hoofdzaak de volgen de cijfers ontleend. Goud: het tooverwoord. De handelsbalans staat zeer gunstig. Ze vertoont een totalen export van ongeveer 8C millioen pond tegen een import van 71 mil lioen en eigenlijk is dit zoolang de Unie bestaat dus sedert 1910, zoo geweest. Een eerste blik in de statistiek geeft meteen de verklaring. Goud is dan ook hier het toover- en macht woord. Hetzelfde goud, dat zooveel ellende bracht over de Boerenrepublieken, is thans de hoofdoorzaak van de welvaart van het geheele gebied; de Unie had het goud noodig en het is wel heel jammer, dat Paul Kruger dat nooit heeft kunnen inzien en begrijpen, dat vroeg of laat het goud van den Witwatersrand tot zegen zou moeten worden van heel de Afri- kaansch-Hollandsche bevolking van dit halve werelddeel, en dat dit niet zou gaan zonder een aantal Engelschen daarvan te laten mee- profiteeren. Jammer, dat hij den tegenwoor- digen toestand niet meer heeft mogen zien, waar de Engelschen wroeten en modderen in het binnenste der aarde om er de schatten aan te ontrukken, die het oude Boerenvolk in staat stellen, rustiger voort te gaan met hun landbouw en veeteeltbedrijf dan anders in de ze slechte tijden mogelijk zou zijn geweest. Want Transvaal lijdt natuurlijk onder lage mais- en wolprijzen, maar het lijdt nog veel meer onder droogte. Doch van het in de mij nen verdiende geld kan niet alleen, indien noodig, steun aan de boeren worden uitbetaald maar kunnen bovendien irrïgatiewerken wor den aangelegd of aangemoedigd, landbouw scholen opgericht, onderzoekingen op land bouwgebied worden bekostigd en last not least, kostbare en drastische maatregelen worden genomen tegen de sprinkhaanplagen, die, dank zij al dit regeeringswerk, in de laatste tien jaren in de Unie vrijwel zijn uitgebleven. Een vergelijking. Laten we eens even de belangrijkste cijfers voor de jaren 1910 tot '14 en 1934-'35 naast elkaar zetten. Schellingwoude een rijtje echt-Hollandsche huizen bootjes, die door de Amsterdam- sche havens naar Schellingwoude en de Oranjesluizen varen, zijn genoege- lijke plezierbootjes, zoo ongeveer van hetzelfde type als de bootjes van de rond vaarten, die nu, in de zomermaanden, ge regeld door de grachten varen; ze zijn ook wit en dat geeft ze een vroolijk en zomersch aan zien, maar ze zijn een klein beetje meer op het vervoer en wat minder op toerisme inge steld, en dat maakt ze eigenlijk minstens zoo plezierig, want in de eerste plaats ben je aan boord vrijer en zit je er niet zoo keurig in rijen naast elkaar alsof je in den schouw burg of de bioscoop zat, en in de tweede plaats kun je mer op eigen gelegenheid uit kijken, want er is aan boord geen gids met een grooten luidspreker die je, geleund over een bankje, alle bijzonderheden, die je langs komt, in de ooren toetert. Deze bootjes hooren eigenlijk meer bij de havens, die ruim en breed en open zijn, waar de wind over waait en waar de golven onophoudelijk op en neer dansen in het schitterhcht van de zon. Het zou trouwens ook onmogelijk zijn van de havens de bijzonderheden door een bazuin in de ooren van de passagiers te toeteren, want aan de grachten liggen de bijzonderheden bij wijze van spreken voor anker en blijven altijd hetzelfde de mooie oude gevels en ge bouwen verhuizen niet van den éénen dag op den anderen. Maai- in de haven zijn ze nooit hetzelfde, ze wisselen er eigenlijk met de minuut, behalve hoogstens de gebouwen op den verren wal. Maar die zijn eigenlijk maar achtergrond, evenals de kranen, die zich op den Oostelijken wal in eindelooze, zwijgende rij verheffen en die toch wel heel indrukwek kend zijn. En als er een explicateur aan boord was en hij zou de passagiers op de hoogte moeten brengen van wat er zich inde havens zelf afspeelt, dan zou hij alwetend moeten zijn en bovendien vermoedelijk nog een dich ter, of een redenaar met lyrische gaven en een zeer ontvankelijk gemoed, want het is er steeds anders, en dikwijls ontroerend mooi. Het heele tochtje duurt nog geen uur, ter wijl het bootje in Schellingwoude ligt ge meerd, is er net even tijd om de Oranje sluizen te bekijken en dan begint de motor alweer zacht te ploffen, zoodat je nog op een holletje terug moet, als je tenminste met hetzelfde bootje weer naar Amsterdam wilt. En op den terugweg zijn de havens alweer totaal anders dan op den heenweg, de „coulissen" op den wal bleven hetzelfde, de pakhuizen en de kranen staan er nog net zoo, maar verder, verder lijkt het wel of alles anders is geworden. Het statige, blanke Zweedsche schip, dat je straks als een reus achtige vorstelijke witte meeuw tegemoet ge varen kwam, terwijl zijn masten en tuigage scherp afstaken tegen de blauwe lucht, is nu nergens te zien. Waar bleef het in dien kor ten tijd? Maar er is geen tijd om daarover na te denken, er is zooveel anders dat de aandacht vraagt. Sleepbooten puffen opgewon den hijgend voorbij, hun adem gaat met korte stootjes, hun vracht is, in vergelijking met hun eigen kleine afmetingen, reusachtig groot. En wat is in dien korten tijd het licht ver anderd. straks was alles vroolijk en zonnig, de lucht glad en gaaf en hard blauw, het water blauw met gouden lichtschitters, en nu zijn er wolken komen opzetten, groote pakken wolken, die zich aan den Westelijken hemel op elkaar stapelen, de zon al in hun watten omarming gevangen hebben en zijn licht verduisterden Zelf dragen de wolken aan hun buikzijde diepe, ronde, fluweelige scha duwen en uit het water is alle kleur en zijn alle schitterlichten verdwenen, het is nu grijs met bijna iets groenigs, het gespeel van de golven is niet dartel meer, maar het is alsof ze elkaar verbetener, met lange sluippassen achterna jagen zonder elkaar ooit te kun nen krijgen en de wind is geen zephiertj'e meer, maar echte zeewind, met tamelijk veel kracht, en vochtig en kil, zoodafr je haren klam gaan aanvoelen en je blij bent, dat je toch je mantel maar meenam. De hijschkra' nen in de verte hebben, nu ze door den op komenden lichten nevel iets minder goed te onderscheiden zijn, bijna iets spookachtigs en de lange rookpluimen, die uit de fabrieks- schoorsteenen waaien, slaan door de vochtig heid van de atmosfeer bijna naar beneden, en dat geeft ze iets druiligs en neerslachtigs. Straks, toen we bij den aanlegsteiger van de Noord-Zuid-Hollandsche Trammaatschap pij, schuin tegenover het Centraal Station, aan boord stapten, was me veel voorgespie geld van de indrukwekkendheid van de Oranjesluizen, die officieel het doel van deze tocht docr de havens zijn. En ze zijn groot, en hoog, en indrukwekkend, en de sluiswach ter heeft een keurige uniform aan, terwijl zijn vrouw gezellig hoog boven de sluizen matten stond te kloppen op een trapleer En ongeveer tusschen hen in stond een beeld van een moderne telefooncel, van zilvergrijs staal met veel glas de sluiswachter, de matten-kloppende vrouw en de telefooncel hebben, met elkaar, veel mee-r indruk op me gemaakt, dan de sluizen zelf. Dat zijn van die dingen, die een ieder zco al en toe over komen. Maar nog meer indruk dan dat drietal maakte het eenzame rijtje huizen, dat even voor de aanlegplaats aan het water lag, een rijtje echt Hcllandsche huizen, gesloten, met witte gordijntjes achter de ramen, en een rood pannendak met telkens twee kleine zol derramen erin. Ervoor een rij boomen met gewelfde toppen, daarvoor weer een rijtje vlondertjes en een wallekant die met grijze keien versterkt was en zacht het water in glooiene. Zoo Hollandsch, zoo keurig, zoo stil, zoo schoon! En toen we weer aankwamen bij den stei ger, bleek dus het doel ditmaal niet het zwaarst te hebben gewogen de tocht er naar toe, door de havens, met hun bewegelijk heid, met hun steeds wisselend leven wogen veel en veel zwaarder dan die sluizen alleen, al vormen die dan ook de toegangspoort tot die haven, waar het in deze zomerdagen één en al roerigheid en bedrijvigheid is. W. v. d. T. Kranen in de havens. Totale waarde van den export in Geëxporteerde land bouwproducten Geëxporteerde mijn- bouwproducten 1910-'14 1934-'35 54.000.000 80.000.000 10.000.000 16.000.000 43.000.000 61.000.000 Uit deze cijfers blijkt, dat in 1914 de waarde der landbouwproducten iets minder dan 25 pCt. van die der mijn voortbrengselen was. en in de laatste jaren iets meer dan 25 pCt. Dit mag nu gedeeltelijk daaraan liggen dat de productie der diamantmijnen moedwillig zeer laag gehouden wordt, aan den anderen kant leveren de latere nauwkeuriger statistieken toch steeds cijfers, die op vooruitgang van den landbouw wijzen, een vooruitgang, die verkre gen wordt, zoowel door vergrooting van in ge bruik genomen areaal, als door de intensivee- ring van methoden, irrigatie en dergelijke verbeteringen. Maar ondertussehen is het wel een heel ge- \aarlijke toestand. Zeventig procent, zegge 70 pCt. van den export der Unie, bestaat uit goud, en daarbij komt nog 2 pCt. diamanten. Wanneer het goud in waarde vermindert, komt de handelsbalans der Unie direct in ge vaar. Helaas zie ik geen kans, uit te maken hoeveel van den import direct met de werking der mijnen samenhangt; er komt per jaar wel voor een paar millioen pond machines binnen, maar dat is niet de moeite waard in verhou ding tot den totalen import van 71 millioen. De mijnbedrijven. Ik wil nog even eenige cijfers geven over de mijnbedrijven, om daarna de landbouwpro ducten nog eens nader te gaan bekijken. 1910-'14 1934-'35 Totale export v. mijn- bouwprod. in 43.000.000 61.000.000 W.o. aan goud 32.700.000 56.250,000 Diamanten ruw 8.700.000 1.900.000 Diamanten geslepen 900.000 Steenkool 1.200.000 1.300.000 Koper 500.000 300.000 Asbest 21.000 250.000 Platina 135.000 Tin 300.000 25.000 Het is heelmaal niet uitgesloten, dat wan neer het geologisch onderzoek der Unie wordt voortgezet, nog zeer belangrijke minerale rijk dommen kunnen worden gevonden, maar bij den tegenwoordigen stand van zaken hangt vrijwel alles af van goud en diamanten. Landbouwproducten. Merkwaardigerwijze komt bij de exportpro ducten van landbouw en veeteelt ook vijftig procent van de totale waarde op eén enkel product, namelijk de wol. Schapen hebben steeds een der grootste rijkdommen der trek- boeren gevormd en blijkbaar is sindsdien de toestand weinig veranderd. Daarentegen zijn er gelukkig een groot aantal andere land bouwproducten, waarvan de cultuur haast naar willekeur kan worden uitgebreid, wan neer maar voor irrigatie kan worden gezorgd. Het landbouwgedeelte van de handelsbalans ziet er als volgt uit: Exportwaarde in Wol Vruchten, gedroogd Vruchten, versch Huiden Mais Suiker Meelsoorten Wijn Hooi (lucerne) Tabak Totale export land bouwproducten 1910-'14 1934-'35 4.500.000 8.000.000 1.250 300.000 56.000 2.250.000 1.500.000 1.400.000 400.000 1.000.000 9.000 1.000.000 16.000 360.000 12.000 175.000 40.000 120.000 12.000 120.000 10.000.000 16.000.000 Nu moet. men natuurlijk niet denken, dat bovenstaande cijfers een goed overzicht geven van den geheelen landbouw en veeteelt der Unie. Het is alleen wat uitgevoerd werd. Zoo werden in 1934 250.000 ton mais naar het bui tenland geëxporteerd, maar bovendien werd er driemaal zooveel in het binnenland ver bruikt. Het productiecijfer was dus vier maal zoo groot. Tien procent van den mais-export ging naar Nederland. Evenzoo werd slechts de helft van de gedroogde vruchten geëxpor teerd, maar daarentegen al de wol. De tarwe oogst. die een waarde moet hebben vertegen woordigd van ongeveer vijf millioen pond, werd geheel in de Unie geconsumeerd, evenals een millioen zakken kafferkoren. De tabaks oogst vertegenwoordigde een waarde van vier millioen gulden en zoo zouden we kunnen doorgaan. Helaas is een behoorlijk uitgewerkte statistiek van de totale productie niet te vin den, wel nog iets over de totale hoeveelheid landbouwproducten, die werden gewonnen en waarop behalve bovengenoemde nog voorko men 1V2 millioen zakken aardappelen van 100 kg. en 3V2 millioen pond katoen en even veel groen theeblad. Het zou zeker de moeite waard zijn, van een en ander eens een volle dige productiestatistiek op te maken. Over bovengenoemde cijfers valt natuurlijk nog heel wat op te merken. Bijvoorbeeld dat schapen worden gehouden door de heele Unie heen, terwijl daarentegen 50 pCt. van de mais gekweekt wordt in het Zuiden van Transvaal en net Noorden van den Oranje Vrijstaat, ter wijl toch bijvoorbeeld in Pondoland en Zoeloe- land maiscultuur op groote schaal ook een goede toekomst zou kunnen hebben. Er is op het gebied van landbouw nog heel wat te doen in de Unie van Zuid-Afrika, maar er wordt ook hard aan gewerkt en hoewel in de exportcijfers het goud een schijnbaar te over wegende plaats inneemt, zijn er redenen om aan te nemen, dat het land binnen afzienba- ren tijd selfsupporting zou kunnen worden als alle krachten daarop werden geconcentreerd, wat op het oogenblik gelukkig niet noodig is. Thans gaan èn landbouw èn veeteelt èn mijn wezen hard vooruit en er is geen reden om aan te nemen, dat deze vooruitgang, in het eerste tiental jaren althans, geen blijvende zal zijn. En als dat zoo is, kan Zuid-Afrika nog heel wat werkkrachten gebruiken, al zal ieder die over emigratie denkt, zich eerst moeten af vragen, of hij geschikt is om een geheel nieuw leven in een ander land onder geheel andere levensomstandigheden te gaan beginnen. En vooral: Wie er eenmaal is en ziet, dat het niet best gaat, laat die allereerst de fout bij zich zelf gaan zoeken; niet bij het land pn heele maal niet bij zijn oudere bewoners. Dr. W. G. N. VAN DER SLEEN (Nadruk verboden).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 10