Uit Haarlem's Gemeenteraad.
Jtaadsiedeu die afstkeidswaotdei* shaken
AGENDA
E> O N D E RDAG 31 AUGUSTUS
1939
HAARLEM'S DAGBLAD
Laatste zitting van den ouden raad. Wethouder
Reinalda ziek. Verordening rechtspositie en
instructie voor onderwijzend personeel vastgesteld.
- Afscheidswoorden van den Voorzittervan Me
vrouw Maarschall-Komin en van de heeren De Braai
en Boes.
van Haarlem kwam
openbare vergadering
De Gemeenteraad
Woensdagmiddag in
bijeen.
Voorzitter: Dr. J. E. baron de Vos van
Steenwjjk, burgemeester.
De Burgemeester bespreekt
den internationalen toestand.
T,er^1 alle leden zich van hun zitplaatsen
verheffen herinnert de Voorzitter aan
den spannenden internationalen toestand, die
oorzaak is dat vele burgers onder de wapenen
zyn geroepen. Spreker hooot, dat de span
ningen spoedig zullen wijken en wekt allen op
om zooveel mogelijk hun plicht te doen.
Herdenking geboorte
Prinses Irene.
De Voorzitter zou deze zitting liever
begonnen zijn met een woord van ^vreugde
over de geboorte van Prinses Irene. De vreug
de daarover moge door den donkeren interna
tionalen toestand getemperd zijn. de raad van
Haarlem wenscht echter gaarne aan het
Prinselijk Gezin en aan H.M. de Koningin zijn
"kwenschen aan te bieden. (Applaus).
Ingekomen stukken en
mededeelingen.
Aan mej. A. G. Kloeke wordt op haar ver
zoek eervol ontslag verleend als onderwijze
res aan de Mr. A. Bruchschool.
Geldleening.
Voorgesteld wordt om de volgende geldlee-
ningen aan te gaan:
bij de Rijkspostspaarbank te Amsterdam
een leening van f 1.800.000 voor den duur van
40 jaar, op schuldbekentenissen a pari van
3 3 4 pet. en een leening van f 700.000 van
den Post- Cheque- en Girodienst tegen 3 1/4
percent.
Wordt goedgekeurd.
fis reeds in een deel eener vorige oplage
opgenomen.)
Bloemen voor Mevrouw
MaarschallKomin.
Op de tafel vóór Mevrouw Maarschall-
Komin, die voor het laatst de raadszitting bij
woont, staan een ruiker roode anjers van de
sociaal-democratische raadsfractie en een
ruiker witte en roode anjers van den Bond
van Onderwijzeressen bij het voorbereidend
lager onderwijs, die haar ook een herinne
ringsalbum schonk.
Ingekomen stukken en
mededeelingen.
Ingekomen is een vraag van den heer
Klein (R.K.) over de verzending van de
raadsstukken.
De heer Klein merkt op, dat de raadsstuk
ken vroeger per .bode werden verzonden. Toen
kregen de raadsleden ze behoorlijk op tijd.
Thans worden ze per post verzonden, wat tot
gevolg heeft, dat hij de stukken pas Zater
dagavond zeven uur heeft ontvangen. Hier
door blijft voor bestudeering niet voldoende
tijd over. Spreker vestigt er de aandacht op.
dat juist door den minister verzocht is, zoo
weinig mogelijk van de post gebruik te ma
ken. Hij vraagt of het niet mogelijk is, dat de
stukken weer per bode worden verzonden. Er
zijn werkloozen genoeg, die eventueel een bo
de tijdelijk kunnen vervangen.
De Voorzitter zegt toe, deze aangele
genheid ter sprake te zullen brengen in het
nieuwe college van B. en W., zoodra dit ge
constitueerd is.
Sluiting fruitwinkels
Ingekomen is een verzoekschrift van A. G.
Loogman e.a. om ten aanzien van de sluiting
hunner fruitwinkels op den Zondag dezelfde
maatregelen te treffen welke in 1938 werden
toegepast
Wordt gesteld in handen van B. en W. om
prae-advies.
Opdrachten aan
kunstenaars
Ingekomen zijn vragen van den heer Joh.
Visser (Chr.-Hist.) omtrent het houden van
een tentoonstelling van schilderstukken en
teekeningen, betrekking hebbende op de stad
Haarlem voorheen en thans, en omtrent de
besteding van het bedrag van f 2000 voor den
aankoop van door Haarlemsche beeldende
kunstenaars gemaakte werken.
De heer Visser heeft deze vragen ingediend
naar aanleiding van het feit, dat van deze
tentoonstelling, die samen zou vallen met de
Hildebrandfeesten, niets meer gehoord wordt.
Spreker vraagt of het de bedoeling is, dat die
tentoonstelling doorgaat en wat er in verband
daarmee gebeurt met de toegestane 2000.
Wethouder Boes (V.D.) antwoordt, dat het
in het voornemen ligt een tentoonstelling in
het Frans Hals Museum te organiseeren van
voorwerpen, betrekking hebbende op de „Ca
mera Obscura" en op Hildebrand. Ter opluis
tering komen er schilderijen uit dien tijd.
maar ook andere schilderijen. Verdere plan
nen bestaan er niet. Wat de tweede vraag be
treft, antwoordt de wethouder, dat f 4IX) be
steed zal worden voor het vervaardigen van
een gevelsteen in de Pandpoort, te vervaar
digen door den beeldhouwer Andriessen; 200
voor een sluitsteen aan den ingang van het
Bureau Bevolking, te vervaardigen door den
beeldhouwer Theo van Revn: 200 voor het
vervaardigen van een glas-in-lood raam in
het trappenhuis van het nieuwe gedeelte van
hei Stadhuis, te vervaardigen door den kunst
schilder Gebrandt. Het resteerende bedrag
wordt bestemd voor den aankoop van schilde
rijen en teekeningen van Haarlemsche kun
stenaars. Deze schilderijen en teekeningen
zullen worden uitgezocht door een commissie,
bestaande uit de heeren G. D. Gratama, direc
teur van het Frans Hals Museum. H. van Bors-
sum Buisman, directeur van het Teylers
Museum, en den kunstschilder Mendlik.
De heer Visser dankt voor dit antwoord.
Hamerstukken.
Zonder discussie werden de volgende voor
stellen aangenomen.
Voorstel tot goedkeuring van de balans enz.
over 1938 van de Woningbouwvereenigingen
„Spaarnoog" en „Volkshuisvesting".
Voorstel tot verstrekking van een renteloos
voorschot aan vijf middenstandswoningbouw-
vereenigingen in verband met het nadeelig
saldo over 1937.
Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden:
a. Voor het aanschaffen van boeken en in
richting van een lokaal voor handenarbeid
voor de Spaarneschool:
b. Voor het aanschaffen van leermiddelen
voor de Beatrixschool.
Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden:
a. Voor de inrichting van de bijz. schooi
voor U.L.O.. Overtonstraat 42;
b. Voor het aanschaffen van boeken voor de
bijz. school voor U.L.O. Dreef 20;
c. Voor het aanschaffen van leer- en hulp
middelen voor de bijz. opl. school N Gracht
16.
Voorstel tot beschikbaarstelling van f 43000
voor het wijzigen van de na-filters en van den
ouden rein waterkelder op het terrein van het
pompstation.
Voorstel tot onttrekking aan het openbare
verkeer van een gedeelte der Thorbecke-
straat en aankoop van het perceel Harmen-
jansweg 60.
Voorstel tot voorloopige vaststelling van de
werkelijke uitgaven voor kosten van instand
houding van het openbaar lager onderwijs
enz. in 1938.
Voorstel tot aankoop van grond aan de Kie
vitstraat voor den bouw van een transforma
torstation voor het 5r. E. B.
Voorstel tot aanvaarding van grond aan de
Leendert Meeszstraat, bestemd voor den open
baren dienst, van- en verkoop van grond aan
den heer S. Rinkema te Aerdenhout.
Op verzoek van den heer Rinkema zal eerst
de rioleering worden aangebracht, waarvoor
deze de kosten zal betalen.
Het voorstel wordt goedgekeurd.
Voorstel tot verkoop van grond
a. Aan de Neptunusstraat aan G. Kam-
minga;
b. aan de Indischestraat aan F. Hop;
c. aan de Stephensonstraat aan de N. V.
Kerko.
Voorstel tot ruiling van grond met Gebr.
Van Emmerik aan de Brouwersvaart en de Na
dorstlaan.
Voorstel tot verhuring van eenige percee-
len gemeentegrond te Haarlemmerliede en
Spaarnwoude, te Zuid-Schalkwijk, Vergierde
weg en Poelpolder.
Voorstel, om den raad als zijn oordeel te
doen uitspreken, dat uitbreiding van de op
leiding tot huishoudkundige met onderwijs in
het vak plantkunde aan de Haarlemsche
Huishoud- en Industriescholen niet noodig is.
Dit naar aanleiding van een beroepschrift
van de besturen der drie huishoudscholen.
Voorstel tot beschikbaarstelling van f 1230
ten behoeve van voorzieningen in- en afraste
ring van den speeltuin „Westerkwartier".
Wegens afwezigheid van wethouder Rei
nalda werd het voorstel van B. en W. tot
onteigening van grond aan den geprojecteeir-
den Vondelweg aangehouden tot de volgende
zitting.
Rechtspositie onderwijzers.
Voorstel tot vaststelling van een verordening
ten aanzien van de regeling der rechtspositie
en instructie voor het onderwijzend personeel
aan scholen voor openbaar lager onderwijs.
De heer Peper (Comm.) acht het ver
wonderlijk, dat niettegenstaande den grooten
tijd van voorbereiding eenige verouderde be
palingen weer zijn opgenomen. 0.a. de rede
nen voor ontslag, die in strijd zijn met de wet
op het L. O. Spreker ziet daarin een bewijs
van wantrouwen van B. en W. in het onder
wijzend personeel. Ook keurt spreker het af.
dat -het college de onderwijzers-organisaties
niet voldoende geraadpleegd heeft. Het is een
eisch van goede democratie, om dit te doen.
De heerDrilsma (S.D.A.P.) is er ver
heugd over, dat in de nieuwe verordening een
heel andere geest spreekt, dan in de ver
ouderde. Spreker acht het, in strijd met de op
merking van den heer Peper, heelemaal niet
noodig, dat B. en W. slaafs de wenschen van
ambtenaar. Men verwijdert een stukje van
de huiselijke sfeer, als men een onderwijzer
verbiedt, een bloem of een sigaar aan te ne
men. Deze huiselijke aardigheid bevordert
juist het onderwijs. In dezen acht de heer
Weustink de zakelijkheid te ver doorgedreven.
De heer Drilsma is van oordeel, dat be
doeld wordt dat geen corruptie plaats zal heb
ben. Daaronder valt echter niet het aannemen
van een sigaar of een koekje. Spreker heeft
wel een bezwaar gehad tegen de bepaling in
alinea i, dat het den onderwijzer verboden is
blijk te geven van revolutionnaire gezind
heid; nu de organisaties er blijkbaar over
heen zijn gestapt, heeft spreker zijn be
zwaar ook opgegeven.
Het voorstel van den heer Peper wordt
verworpen.
Art. 7 wordt vastgesteld met de stem van
den heer Peper tegen.
De heer Bfenkevo.ort (lib.) had
gaarne in de verordening opgenomen gezien,
dat aan den onderwijzer ook een bijslag kan
worden gegeven.
Wethouder Boes antwoordt, dat dit college
van B. en W. het niet heeft willen doen, om
dat het vaststellen van een dergelijke bepa
ling liever aan den nieuwen raad wordt over
gelaten. maar dan buiten de verordening om.
De heer Weustink merkt op. dat een ge
meentebestuur dit wél mag doen, maar dat
de kasten daarvan niet op het rijk verhaald
mogen worden.
De heer Drilsma zou het juridisch niet
juist achten, wanneer deze bepaling in de ver
ordening was opgenomen.
De heeren Wolzak (A.-R.) en Weus
tink bepleiten, om de toelage, bedoeld in
art. 13 van de verordening, ook aan het bij
zonder onderwijzend personeel te geven.
Wethouder Boes durft in dezen geen toe
zegging te doen.
De voorzitter zegt toe. dat het nieuwe
college van B. en W. dit zal overwegen en
dat spreker den raad dan in de gelegenheid
zal stellen, zich daarover uit te spreken.
De heer Drilsma stelt voor, in art. 2 van
de instructie te bepalen, dat de onderwijzers
zich moeten gedragen naar de opdrachten
en aanwijzingen, hun mondeling of schrifte
lijk door of vanwege B. en W. verstrekt, in
verband met de uitoefening van hun functie.
De heer B ij v o e t (R.K.) kan de strekking
en de beteekenis van dit amendement nog
niet overzien. Hij vreest, dat dit in de toe
komst tot bezwaren aanleiding kan geven.
Wethouder Boes zegt, dat B. en W. geen
aanleiding hebben kunnen vinden, om het
art. te wijzigen zooals de heer Drilsma wil.
De heer Bijvoet acht het amendement-
Drilsma toch onaanvaardbaar. Spreker her
innert er aan, dat vroeger een onderwijzer
geweigerd had, portretten van de Koningin
aan de schoolkinderen uit te reiken. Dit is één
van de moeilijkheden, waarop spreker zooeven
gedoeld had.
De heer Noordhoff (ST.A.P.) bepleit
aanneming van het amendement-Drilsma.
anders zouden de onderwijzers alle opdrachten
van B. en W. moeten uitvoeren.
De heer Drilsma is van oordeel, dat de
heer Bijvoet spoken ziet. waar die niet zijn.
Het ademendement-Drilsma wordt ver
worpen met 196 stemmen.
Bij art. 11 stelt de heer Weustink voor,
dat aan de woorden, dat het hoofd gedurende
zijn vacantie verplicht ls. zijn tijdelijk adres
aan B. en W. mede te deelen, wordt toege
voegd :„voor zoover dit mogelijk is", want
het kan gebeuren dat het hoofd eiken dag
ergens anders is.
De heer Noordhoff is van meening, dat
dit het artikel noodelooso zou verzwakken.
De Voorzitter is dat met hem eens.
Ieder menseh met een gezond verstand zal
toch begrijpen, dat hij daartoe verplicht is
Ook wethouder Boes verklaart zich tegen
het amendement-Weustink, want het is ver
scheidene malen gebeurd, dat een hoofd door
B. en W. niet te bereiken was.
De heer Weustink trekt zijn amende
ment in.
Bij art. 16 stelt de heer Drilsma voor te
bepalen, dat leerlingen, die door hun gedrag
daartoe aanleiding geven, tijdelijk weggezon
den kunnen worden, onder mededeeling daar
van aan de ouders.
De heer Weustink stelt voor, het woord
„onmiddellijk" in de laatste alinea in te las-
schen.
Beidg amendementen worden door B. en W
overgenomen.
De verordening wordt aldus gewijzigd zon
der hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Tarieven voor verloren
gegaan duinwater.
Voorstel om art. 10 der Verordening op de
levering van duinwater in te trekken en
opnieuw als volgt vast te stellen:
De directeur is bevoegd een uniform tarief
toe te passen van:
a. 5 cent per M3 voor water, verloren gegaan
uit een niet door moedwil of onachtzaamheid
de organisaties volgen. Er kan immers verschil I veroorzaakt lek waarvan onmiddellijk bij het
van meening zijn.
De heer Peper stelt voor, in art. 7 de ali
nea's a. b. c, d, e, i, j, en k. te schrappen.
De Voorzitter: Blijft er dan van dat
artikel nog wat over?"
De heer Peper: „Ja zeker; overblijven de
alinea's f, g en k. Dat is nog wel de moeite
waard."
De heer Weustink (R.-K.) acht het een
belangrijke zaak. Hij vindt het een goed en
mooi stuk en hij is blij, dat hij aan de vast
stelling er van nog heeft mogen meewerken.
Wat het niet aannemen van geschenken be
treft, merkt spreker echter op. dat men een'
onderwijzer niet gelijk mag stellen met een
ontdekken kennis is gegeven aan het bureau
van het Waterbedrijf en dat vóór de herstel
ling door of vanwege de directie is geconsta
teerd;
b. 10 cent per M3 voor water.
Ie. verloren gegaan uit een niet door moed
wil of onachtzaamheid veroorzaakt lek, waar
van geen kennis is gegeven aan het bureau
van het Waterbedrijf, doch waarvan aanne
melijk kan worden gemaakt, dat het lek heeft
bestaan; en
2e. verloren gegaan uit openstaande leeg
loopkranen.
Deze tarieven zijn niet van toepassing op
water, dat verloren is gegaan uit defecte of
Mevr. 31. 3Iaarschall-Komin,
de eerste vrouw in den Haar-
lemschen Raad,
Wethouder A. G. Boes.
31. de Braai, nestor.
openstaande kranen (andere dan leegloopkra
nen) en toestellen, zooals stortbakjes. lifts,
warmwatergeysers, centrale verwarming, enz.
Zonder hoofdelijke stemming of discussie
vereenigt de raad zich hiermede.
Huizen voor „onvolledige"
gezinnen.
Voorstel tot wijziging van de Bouwverorde
ning ten aanzien van woningen voor alleen
wonende oude vrouwen of oude mannen, of
een vader of moeder, die bijv. met een doch
ter of een zoon samenwonen. Hiervoor moet
de inhoud dezer woningen worden beperkt,
zooveel als met inachtneming van de bewo
ning mogelijk is.
Wordt goedgekeurd
Woningbouw voor sociaal-
zwakken.
Voor den bouw van vier woningen voor so
ciaal-zwakke en 25 woningen voor financieel-
zwakke gezinnen en elf zeer kleine wonin
gen aan en nabij den Harmenjansweg vra
gen B. en W. een crediet van f 89.750.
De heer Blokdijk (S.D.AP.) noemt het
daglicht dat in die woningen komt, onvol
doende. omdat de ramen te laag zijn. Hij zou
willen, dat de commissie van bijstand dit nog
even wil bestudeeren. Ook de bijkeuken acht
spreker te laag. Een kleine slaapkamer voor
alleenstaande vrouwen vindt hij verder te
weinig; ook zij kan toch wel eens gasten
moeten ontvangen. Onder de kap kan nog een
slaapkamertje geprojecteerd worden. De kos
ten zullen gering zijn.
Wethouder Van L i e m t zegt toe, de wen
ken van den her Blokdijk aan genoemde
commissie te zullen overbrengen.
Ook de heer Klein Schiphorst (R.K.)
oppert eenige technische bezwaren.
De heer Noordhoff stelt aanhouding
van dit voorstel voor.
Dit voorstel wordt verworpen met 2014
stemmen.
Het voorstel van B. en W. wordt daarop aan
genomen.
Uitbreiding Gasbedrijf.
Voor de uitbreiding van de gascompres-
soren-installatie aan het gasbedrijf, noodig ge
worden omdat de Kon. Ned. Hoogovens en
Staalfabrieken de overeenkomst inzake, gas
levering aan de gemeente Haarlem voor de
bewoners van Haarlem-Noord op 1 October a.s.
wenscht te eindigen, vragen B. en W. een
totaalbedrag van f 18.700.
De heer Van Dam (V.D.) vraagt hoe het
staat met de capaciteit van het Gasbedrijf,
nu men tot deze uitbreiding wil overgaan.
Wethouder Van der Wall (Chr.-Hist.)
merkt op, dat die uitbreiding noodzakelijk is.
Hij hoopt dat de raad het voorstel zal aan
nemen.
De heer Klein Schiphorst beveelt
ook aanneming aan.
Het voorstel wordt goedgekeurd.
Uitbreiding R.-K. Meisjes
school aan de Eemstraat.
..Het Kerk- en Schoolbestuur Sint Bavo te
Haarlem verzoekt aan de gemeente de mede
werking tot uitbreiding van de R.K. Meisjes
school voor gewoon lager onderwijs „St.-Philo-
mena" aan de Eemstraat 2 alhier, door bij
bouw van zes lokalen.
Deze uitbreiding acht -het bestuur noodzake
lijk, tengevolge van de groote stijging van het
aantal leerlingen.
B. en W. stellen den raad voor de ge
vraagde medewerking te verleenen en daar
toe een crediet tot ten hoogste f 63.000, zijnde
het bedrag der globaal geraamde kosten, ter
beschikking te stellen.
De raad verleent deze medewerking.
Benoemingen.
Voordat tot de benoemingen wordt overge
gaan gaat de raad te half zes in geheime
zitting, die tot zes uur duurt.
Tot hoofd van de P. H. van der Leyschool
wordt benoemd de heer W. Barneveld, on
derwijzer aan de Junoschool (Juno-plant-
soen)tot tijdelijk leeraar in de geschiedenis
voor den cursus 1939/'40 aan de eerste H.B.S.
met 5-j. c. de heer C .P. Smit te IJmuiden;
tot tijdelijk leerares in het Engelsch aan de
Middelbare School voor Meisjes met 5-j.c.
mejuffrouw G. Matthieu te Amsterdam; tot
tijdelijke leeraressen aan laatstgenoemde
school; in de wiskunde mejuffrouw J. J. Hof-
kes en in de Duitsche taal en letterkunde me
vrouw M. M. Boldingh; tot tijdelijk leerares in
het Engelsch aan de H.B.S. a met 5 j.c. mejuf
frouw A. M. van 't Oever te Groningen; tot
tijdelijke leerkrachten aan de H.B.S. met 5-j.
c.: in de Maleische taal de heer A. Bakker; in
de Spaansche taal mevrouw J. L. van Sluijs-
Barbiers en in de aardrijkskunde en ge
schiedenis de heer J. F. A. Rozenhart.
Afscheid van den ouden
Raad.
Zooals onze lezers weten keeren de volgende
raadsleden niet meer terug:
Van de C. D. U.: de heer G. Schaafsma; van
de S. D. A. P.: mevr. M. MaarschallKomin,
er de heeren C. van der Winden en M. Door
nebosch; van de Chr.-Hist. Unie: de heer A.
G. C. Engelgeer; van de R. K. Staatspartij:
mevr. WeberStrik en de heeren P. J. M.
van Tetering en G. H. Weustink; van de A.R.
partij: de heer M. de Braai; van de Liberale
Staatspartij: mr. C. Blankevoort; van den
Vrijz. Dem. Bond: de heer A. G. Boes; van den
Kath. Dem. Bond: de heer P. G. van Engelen.
De voorzitter acht het een voorrecht,
een woord van afscheid te mogen spreken tot
het groote aantal vertrekkende leden. Hij ver
onderstelt echter, dat niemand het hem kwa
lijk zal duiden als hij zich in de eerste plaats
wendt tot den heer De Braai, die van 26 Juni
1900 af lid van.den raad is geweest. „Hij mag
er met voldoening, op terug zien", zegt spr.,
„en wij met eerbied, want hij heeft het raads
lidmaatschap altijd consciëntieus opgevat.
Van eenige raadscommissies was hij lid en
als nestor heeft hij herhaaldelijk gelegenheid
gehad, de gevoelens van den raad te mogen
vertolken, ook bij mijn intrede in Haarlem.
Dit zal ik niet licht vergeten. Zelf heb ik al
zijn werk niet gekend, maar ik heb vernomen,
dat zijn raadslidmaatschap aan de burgerij
niet onopgemerkt is voorbij gegaan. Ik dank
hem voor wat hij in het belang van Haarlem
gedaan heeft en hoop dat hij er nog lang
aangename herinnering aan mag bewaren".
(Applaus).
De voorzitter wendt zich vervolgens tot
mevr. MaarschallKomin, die twintig jaar
lid van den raad is geweest en die hij ook
dankte voor wat zij in den raad verricht
heeft. Zij was altijd een voorvechtster voor
het voorbereidend lager onderwijs. „Dit schei
den zal voor haar een bitteren bijsmaak
hebben, omdat zij zoo weinig ten opzichte
van dit onderwijs heeft mogen bereiken. Maar
alle raadsleden weten, dat dit niet de schuld
is van gebrek aan haar ijver, maar aan de
ongunst der tijden.
De burgemeester dankt den heer Boes, wat
hij als raadslid heeft gedaan gedurende twin
tig jaar. Spr. acht het hier niet de plaats om
van den heer Boes als wethouder afscheid
te nemen. Allen prijzen zijn beminnelijke per
soonlijkheid. „De heer Boes heeft gemeend
zich niet meer beschikbaar te moeten stellen.
Dit zullen wij moeten respecteeren. maar wij
betreuren het, dat we hem niet meer in de
raadszaal terug zullen zien. Hij zorgde altijd
voor een aangenamen toon bij de debatten en
namens den raad dank ik hem daarvoor".
Tenslotte dankte spreker ook de andere
vertrekkende leden, ook den heer Weustink,
„die tot zijn laatsten snik als raadslid de be
langen van het onderwijs heeft behartigd".
Spreker hoopt, dat alle scheidende leden hun
belangstelling voor de Haarlemsche zaken
niet zullen verliezen en dat het hun wel
moge gaan. (Applaus).
De scheidende nestor
spreekt.
Hierna krijgt de heer De Braai (A.-R.)
het woord. „U zult het, mijnheer de voorzit
ter", aldus spreker, „zeker wel begrijpen, hoe
zeer het mij een behoefte is om een woord van
warmen dank te uiten voor het gevoelvolle af
scheidswoord, door u gesproken tot het smal
deel, dat nu den Raad van Haarlem gaat ver
laten, wat wij zeker des te meer waardeeren bij
de wetenschap, dat u er prijs op stelde, per
soonlijk deze vergadering te presideeren, waar.
door dan ook van den gewonen drie-wekelijk-
schen regel is afgeweken. Wanneer ik dat woord
van dank in het algemeen spreek namens de
scheidende leden, dan doe ik dat geheel met
een gevoel van nog nestor te zijn tot het laat
ste oogenblik toe; allerminst met de bedoeling
om den weg voor andere scheidende leden af
te snijden, die mede behoefte gevoelen, een per
soonlijk afscheidswoord tot den raad te richten.
Voor mij zelf maak ik daar gaarne gebruik
van om u hartelijk dank te zeggen voor de
woorden, tot mij persoonlijk gericht.
Het is waar, scheiden doet onder deze om
standigheden altijd min of meer pijn, vooral in
deze oogenblikken, waar het er bij mij om gaat,
een college te verlaten als de raad van Haar
lem, tot wiens leden ik het groote voorrecht
had, 39 jaren onafgebroken te mogen behoo-
ren. Echter is niet een gevoel van weemoed bij
mij overheerschend, maar wel van dankbaar
heid voor de groote voorrechten, mij daarin
geschonken.
Ik ben dankbaar getroffen door de woorden
van dank, door u mijnheer de voorzitter, tot
mij persoonlijk gericht, maar wederkeerig dank
ik allen, die het mij mogelijk hebben gemaakt,
hoewel met veel gebrek mijnerzijds, mijn taak
te vervullen. Hier mag ik wel bij name noemen
onzen geachten secretaris, aan wien ik veel
dank ben verschuldigd voor de hulp, mij steeds
zoo bereidvaardig geschonken, wanneer ik daar
aan behoefte had en die mij altijd vriendelijk
tegemoet kwam.
Evenzeer denk ik met de grootste voldoening
aan den omgang met- en den steun van alle
ambtenaren, met wie ik in aanraking kwam
en die binnen de grenzen van hun dienstver
band mij niets onthielden, waarom ik vroeg.
En wanneer ik daarbij nog voeg een woord van
dank aan de stenografen en aan de pers, die
mij steeds vriendelijk gezind waren, dan heb
ik nog maar een zwak beeld gegeven van de
reserve, waannee ik uw vriendelijke woorden
van dank mag aanvaarden.
Maar ook niet minder ben ik dank verschul
digd aan den raad, hoe ook in den loop der ja
ren zijn samenstelling zich wisselde; steeds heb
ik mij in een collegiale vriendschap mogen ver
blijden, die vooral in hoogtijden tot uiting
kwam, zoowel van B. en W. als van den raad.
Steeds heb ik mij in den Raad gevoeld als
bij collega's, die ieder voor zich zelf naar hun
inzichten, maar met elkander het waarachtig
belang zochten te dienen van Haarlem cn haar
goede burgerij; het was mij een eer te mogen
spreken bij het. afscheidswoord aan uw ambts
voorganger en bij de ambtsaanvaarding van u,
mijnheer de voorzitter.
Bovenal gaat, mijn dank uit naar Hem in
Wiens hand onze adem is en bij Wien al onze
paden zijn; Die mij gezondheid, lust en opge
wektheid schonk om al dien tijd te zijn die ik
was en nog mag wezen, tot op deze oogenblik
ken toe. Ik geef de verzekering, dat ik, hoewel
scheidende uit den raad, met groote belang
stelling zijn arbeid zal volgen, ook straks in zijn
vernieuwde samenstelling.
Moge het u allen wel gaan in onze steeds
groeiende gemeente en vooral in deze nog steeds
moeilijke tijden. Dat uw arbeid onder Gods
onmisbaren zegen moge strekken tot het waar
achtig heil onzer stad en haar burgerij". (Ap
plaus).
Wethouder Boes herinnert er aan, dat het
juist zestig jaar geleden is, dat zijn vader hem
naar Haarlem bracht om hem zijn eerste schre
de op het pad van het onderwijs te laten zet
ten. „Dit pad is geëindigd bij het wethouder
schap. Ik ben dankbaar dat ik dit heb mogen
bereiken". Spreker dankt voor den steun van
B. en W. en van den raad en prijst de krach
tige en onpartijdige leiding van den Burge
meester. „Het afscheid is dan ook moeilijk",
zegt spreker, „maar de herinnering zal mooi
zijn". (Applaus).
Mevrouw Maarschal 1-K omin kan zich
geheel bij de woorden van den heer De Braai
aansluiten. „Maar als vrouw wensch ik toch
nog een woord te spreken. Ik dank de manne
lijke leden voor de bereidwilligheid en aan
dacht, waarmee zij me steeds hebben aange
hoord. Zij hebben mij wel eens uitgelachen,
maar dat heb ik hun nooit kwalijk genomen,
want ik was de eerste vrouw, die het gewaagd
heeft, in den Haarlemschen raad tusschen de
mannen plaats te nemen. Ik dank u allen voor
uw steun en wensch Haarlem alle goeds toe.
Slechts noode neem ik afscheid van u, maar ik
heb begrepen, dat er een tijd is van komen en
van gaan. Ik geef u echter de verzekering, dat
mijn belangstelling voor de zaken van Haarlem
niet spoedig zal verdwijnen". (Luid applaus).
Te half zeven wordt de vergadering gesloten.
DONDERDAG 31 AUGUSTUS
Groote Kerk: Orgelbespeling 34 uur.
Frans Hals Theater: 20.000 mijlen over zee,
2.30, 7 en 9.15 uur.
Luxor Theater: De Nationale Film, 2.30, 7 en
9.15 uur.
Rembrandt Theater: A. B. C.-Cabaret, met
Corry Vonk, 2.30, 7 en 9.15 uur.
Palace Familie Cinema: „Drie Vrouwen en
Verdi" en „De Tante van Charley". 2 en 8.15 uur.
Moviac Theater: „Dik Trom", 2.30 en 4.15 uur
en vari 7.1511.30 uur dnorloopend
VRIJDAG 1 SEPTEMBER
Bioscoopvoorstellingen des middags en des
avonds.