geen pjufaopduiving.
Moeilijke strijd
Alle prijsverhooging is
om het bestaan
in Duitschland
H
Hoe de prijsopdrijvingswet 1939
te interpreteeren
Persvrijheid vindt in de
Kamer vele verdedigers.
WOENSDAG 27 SEPTEMBER 1939
HAARLEM'S DAGBLAD
lUaei&ijk-
heden
voce den
iowketief
L'histoire se repète. Evenals na de deva
luatie van den gulden een probleem van in-
gewikkelden aard zich aan het bedrijfsleven
opdrong, waarbij de consument een belang
rijke rol speelde, zoo is ook thans, na het uit
breken van den oorlog, eenzelfde vraagstuk
aan de orde, dat der prijsverhooging en
prijsopdrijving. Van meer dan één zijde
heeft men reeds bij den minister van Eco
nomische Zaken gewezen op de groote moei
lijkheden, waarin velen zijn geraakt en nog
zullen geraken door de zoo zeer gewijzigde
economische omstandigheden, die o.m. ten
gevolge hebben gehad, dat op velerlei terrein
de overheid gedwongen is zeer ingrijpende
maatregelen te treffen.
Het gaat in het kort gezegd over het pro
biet «<i der prijsverhoogingen. Hoe heeft de
situatie zich ten aanzien daarvan ontwik
keld? In begin September heeft de minister
van Economische Zaken uitdrukkelijk ver
klaard, dat het bedrijfsleven zich behoorde
te onthouden van abnormale transacties,
zoomede van transacties tegen hoogere dan
de op dat oogenblik geldende prijzen. Een
en ander in afwachting van verdere door de
regeering te treffen maatregelen. Wel was
deze verklaring in uiterst hoffelijke termen
vervat, maar haar beteekenis spreekt duide
lijk, wanneer men bedenkt, dat de minister
hieraan toevoegde, dat hij niet zou aarzelen
transacties ongedaan te maken met behulp
van de ter beschikking staande middelen,
indien deze transacties schadelijk zouden zijn
voor het algemeen belang. Het door den
Minister ingenomen standpunt was op
dat oogenblik volkomen verklaarbaar. Maar
het bedrijfsleven kwam weldra voor de feiten
te staan. Grondstoffen en andere productie
middelen stegen weldra in prijs en daar
mede deed zich de vraag voor: kan men
voortgaan met het verkoopen tegen de oude
prijzen? Bij het stijgen der grondstoffen-
prijzen worden de producten, daaruit ver
vaardigd, uit den aard der zaak ook hooger
in prijs. Van een prijsopdrijving kan men in
dat geval toch kwalijk spreken. Integendeel,
het is een daad van wijs koopmansbeleid, in
dien men onder die omstandigheden
zijn verkoopprijzen verhoogt. Geheel in
Openbare orde moet beschermd
worden, maar vrije meenings-
uiting mag niet in het
gedrang komen.
Aan het voorloopig verslag over het wets
ontwerp nadere voorzieningen ter bescherming
van de openbare orde wordt het volgende ont
leend:
Vrijwel algemeen was men met de regeermg
van oordeel, dat zoowel de persexcessen als de
inderdaad ontoelaatbare mondelinge uitla
tingen, waarvan in de memorie van toelichting
sprake is, een ernstig euvel vormen. Dit euvel
behoort krachtig te worden bestreden.
Vele leden wilden er intusschen reeds dade
lijk den nadruk op leggen, dat het tegengaan
van deze excessen niet ten gevolge mag hebben
dat de vrijheid van meeningsuiting en de vrij
heid van drukpers zelf worden aangetast. Deze
belangrijke democratische rechten behooren m
ieder geval behouden te blijven. Blijkens de
memorie van toelichting ziet de regeering het
belang hiervan in en heeft zij er naar gestreefd
haar voorstellen zóó te formuleeren, dat aan
deze rechten niet getornd wordt. De leden, hier
aan het woord, waren, met alle waardeering
voor de goede bedoelingen der regeering, van
oordeel, dat zij in haar streven niet geslaagd is.
Huns inziens zal de vrijheid van meenings
uiting in het algemeen en de vrijheid van
drukpers in het bijzonder wel degelijk door
de ontworpen bepalingen, indien onveranderd
wet geworden, in ernstige mate in het ge
drang geraken. In de memorie van toelichting
zegt de regeering, dat de vrijheid van mee
ningsuiting, mits goed gebruikt, ook voor de
richtige fuctionneering van onze staatsinstel
lingen van groot belang kan zijn. Daarmee
drukt zij zich echter veel te zwak uit. Zonder
overdrijving mag de vrije meeningsuiting een
der grondpijlers van ons democratisch staats
bestel genoemd worden.
Bij voorstellen als die van dit ontwerp be
hoort men zich dan ook ernstig af te vragen
of het nadeel, dat de persvrijheid en m het
algemeen de vrijheid van meeningsuiting in
het gedrang komt, niet grooter is dan het
voordeel, dat enen bepaalde excessen kan on
derdrukken. Naar het oordeel dezer leden is
het nadeel hier Inderdaad grooter dan het
voordeel. Deze overweging zou op zich zelve
reeds voldoende zijn om hen zeer sceptisch
tegenover het wetsontwerp te doen staan.
Daar komt echter nog bij, dat 't huns inziens
zeer twijfelachtig is, of de voorgestelde bepa
lingen wel doeltreffend zullen zijn ter bestrij
ding van het kwaad, waartegen de regeering
zich wil richten, en dat er klemmende argu
menten zijn aan te voeren voor de stelling,
dat de leemten, welke zij meent waar te ne
men, althans ten deele niet zoozeer worden
veroorzaakt door een tekort aan strafbepalin
gen als wel door een niet voldoende toepas
sing der bestaande bepalingen.
Aandere leden meenden met de regeering,
dat wezenlijke aantasting van de vrijheid van
meeningsuiting door de voorgestelde bepa
lingen niet gevreesd behoeft te worden.
Tenslotte verklaarden verscheidene leden
het te betreuren, dat de regeering vóór de in
diening van dit wetsontwerp den Nederland-
schen Journalistenkring niet heeft gehoord
Zij verzochten den minister alsnog met het
bestuur van dezen kring overleg te openen.
Ook overleg met de vereeniging „De Neder-
landsche Dagbladpers" zou men op prijs
Stellen.
een groot belang voor alle consumenten,
waardoor deze immers te weten komen
waaraan zij zich hebben te houden, maar
het is een noodzakelijkheid voor het bedrijfs
leven en daaronder in de eerste plaats de
groote groep der middenstanders, die dag in,
dag uit, in aanraking komen met den ver
bruiker in laatste instantie. De tijd dringt in
dat opzicht. Reeds thans komen vele bedrij
ven in moeilijkheden en het publiek dient
er zich mede vertrouwd te maken, dat prijs
verhoogingen niet kunnen uitblijven. Voor
een zuivering van dezen toestand is een na
dere verklaring van overheidswege van het
grootste belang.
MOLLERUS.
overeenstemming daarmede was dan ook het
aanvullend bericht, waarbij bekend werd
gemaakt dat iedere verhooging van prijzen
boven het peil geldend van Augustus 1939
wordt beschouwd als prijsopdrijving en
mitsdien is verboden, tenzij deze verhooging
door een aantoonbare verhooging van den
kostprijs gemotiveerd is.
Adres aan den minister.
Het Verbond van Nederlandsche Werkge
vers wijst er in een adres aan den Minister
op, dat deze bekendmaking weliswaar gaat
in de richting, die deze organisatie als rede
lijk beschouwt, doch dat de redactie nog on
voldoende houvast biedt, omtrent hetgeen
nu al of niet toelaatbaar moet worden ge
acht. De moeilijkheid schuilt in het woord
„kostprijs", over welks beteekenis nog ver
schil van meening kan blijven bestaan. Daar
bij heeft het bedrijfsleven als het ware den
strijd aan te binden tegen een zeker ge
deelte van hen, die weinig of geen begrip
hebben van de eischen- welke het zaken-doen
in den meest uitgebreiden zin van het woord
stelt. Het is zoo gemakkelijk om iedere ge
vraagde prijsverhooging met prijsopdrijving
gelijk te stellen. Men kan er van verzekerd
zijn daarbij bij voorbaat steun te ontvangen
van een groote reeks critici. Hoe zijn nu
echter de werkelijke verhoudingen? Zoowel
uit een oogpunt van redelijkheid als van
noodzakelijkheid dienen op hetzelfde oogen
blik. dat de marktprijzen van grond- en hulp
stoffen, vrachten, enz. omhoog gaan. die
prijsverhoogingen ook verdisconteerd te wor
den bij de prijsberekening van goederen, die
geproduceerd worden met behulp van reeds
aanwezige productiemiddelen. niettegen
staande deze laatste nog waren ingekocht te
gen vroeger geldende, lagere prijzen. Het
groote publiek toornt, indien het van zijn
winkelier de mededeeling krijgt, dat zijn ar
tikel in prijs verhoogd moest worden. Hij,
de winkelier, als laatste schakel in den dis
tributieketen, heeft het ook wat dit betreft,
zeer moeilijk. Het is niet prettig, wanneer
men iemand verwijt dat lqij van de gelegen
heid gebruik zou maken oorlogswinst te wil
len incasseeren. Die winkelier wil echter ook
gaarne zijn voorraad op peil houden, waar
toe hij niet in staat zal zijn als zijn be
drijfskapitaal vermindert. Maar nieuwe voor
raden kosten meer en al is niet te ontkennen,
dat de winkelier, na verkoop van dien duur-
deren voorraad in het bezit zal zijn van een
grooter kapitaal, met dezen wissel op de toe
komst neemt nu eenmaal zijn leverancier
geen genoegen, indien deze contante betaling
eischt. Zeker, tegen prijsopdrijving moet
niet alleen gewaarschuwd, maar zelfs krach
tig opgetreden worden. Maar iedere prijsver
hooging is geen prijsopdrijving. Het is uitge
sloten, dat men de prijsverhooging van een
aantal artikelen zou kunnen tegenhouden.
Een reeks factoren speelt daarbij een rol.
Terecht wordt in dit geheele verband ook
nog eens weer de aandacht gevestigd op een
gedeelte van een rede, uitgesproken door
prof. Th. Limperg op 7 November 1936 voor
het Nederlandsch Instituut van Accoun
tants. In die inleiding betoogde prof. Lim
perg o.m. dat de zakenman zijn verkoop
prijzen moet calculeeren naar de waarde der
productiemiddelen, die hij bezit op het mo
ment van verkoop. Vooral op deze laatste
woorden komt het aan. Volgt de zakenman
dezen regel niet, dan calculeert hij te laag.
Hij geeft dan een stuk bedrijfsvermogen weg
in het ruilverkeer zonder voldoende tegen
waarde om de productie of den handel op
hetzelfde niveau te kunnen voortzetten. Aan
bevolen wordt dus een calculeeren naar de
waarde op het oogenblik van verkoop. Dat
zulks juist en gemotiveerd is moge blij
ken uit het omgekeerde geval. Dus wanneer
de prijzen'der grondstoffen dalen. De prak
tijk der laatste jaren heeft aangetoond, dat
velen in het bedrijfsleven gedwongen zijn
geweest hun verkoopprijzen te verlagen, niet
tegenstaande zij' nog met dure producten
zaten.
Wat geldt voor den fabrikant en groot
handel, geldt ook voor allen die gerang
schikt moeten worden onder den handeldrij-
venden en den industrieelen middenstand.
Door de verwarring, welke op dit oogenblik
nog bestaat met betrekking tot wat op het
gebied der prijzenpolitiek al of niet geoor
loofd is, komt de middenstand in een uiterst
moeilijk parket te verkeeren.
Bij de behandeling der Prijsopdrijvingswet
1936 in de Tweede Kamer der Staten-Gene-
raal is ook uitdrukkelijk komen vast te staan
dat de toenmalige minister van Handel, Nij
verheid en Scheepvaart onder prijsopdrijving
onnoodiige prijsverhooging verstond. Het
vaststellen van prijzen op dit oogenblik kan
tot noodlottige consequenties leiden.
Prijsverhooging kan niet uitblijven.
Geen enkele fabrikant, grossier of winke
lier weet of hU wel in staat is om dat
gene dat hfj thans verkoopt weder te kun
nen inkoopen en tegen welken prijs. Onder
die omstandigheden moet de grootste voor
zichtigheid in acht genomen worden. Vóór
alles moet de publieke opinie worden be
werkt. Het is feitelijk ontoelaatbaar, dat men
den correct handelenden koopman aanvalt,
omdat hij een alleszins gemotiveerde be
rt rij fspolitiek voert Heeft men zich wel eens
bedacht wat er zal gebeuren als straks
moge het intusschen zoo spoedig mogelijk
zijn de betrokken instantie nog zit met
duur ingekochte goederen en er treedt plot
seling een prijsdaling in? Denkt dan het koo-
pende publiek er aan den verkooper te steu
nen en misschien niet te willen profiteeren
van de prijsverlaging? Een ieder weet beter.
Dan hoort men dergelijke klanken niet.
Thans is het juist andersom.
De eenige mogelijkheid om dat alles- we
der in het redelijke spoor te brengen, is des
kundige voorlichting. Duidelijk zal van offi-
cieele zijde verklaard moeten worden, hoe
men de bestaande Prijsopdrijvingswet 1939
moet interpreteeren. Niet alleen is dat
ORGELBESPELING.
Programma der Orgelbespeling in de Groo
te- of St.-Bavokerk te Haarlem op Donder
dag 28 September a.s. des namiddags van
3—4 uur, door den heer George Robert.
1. Toccata, Adagio et Fuga C gr. t., J. S.
Bach.
2. Concert D. gr. t., G. F. Handel.
3. a. Slcfiienne, b. Menuet, Padre Martini.
4. Soeur Monique, F. Couperin.
5. Cantabile,, Jos Jongen.
6. Fiat Lux, Th. Dubois.
481STE STAATSLOTERIJ
(Niet officieel)
5de klasse, 7de lijst
Trekking van Woensdag 27 September 1939
Hooge Prijzen
25.000.- 18137
1000.- 5442 7139 10039 17549 17705 19442
400.- 6633 11096 13036 13227 14641
200.— 2541 7596 8037 20679 20759
100.— 1955 3422 5492 10033 10119 11034
11834 16873 17991 18738 19293
Prijzen van I 70.
1085
2318
2624
3419
3922
4884
5473
5853
6823
7527
1168
2344
2701
3431
401a
4892
5538
6016
1428
2346
2751
3441
4202
4952
5551
1635
2426
5232
5597
6220
1802 1941
2437 2521
3017 3125
3648 3714
4369 4386
5324 5457
5633 5676
6287 6537
6880 6881 6903 7062 7180
7674 7698 7733 7844 7933
8327 8366 3488 8617 8585
9023 9084 9335 9343
2001
2555
3178
3761
4583
5459
5706
6748
7231
2269
2593
4708
5469
7438
8162
9519 9524 9592 9641
9448
9859 10010 10016
10020 10054 10073 10292 10446 10705 10812 11030
11145 11227 11280
11522 11559 11560 11731 11747 11847 11940 11962
12011 12022 12156 12313 1237', 12435 12586 12686
12817
12859 12978 12980 129S6 13047 13200 13244 13412
13480 13593 13645 13850 13874 13890 14056 14197
14227 14328 14613 14623 14650 14774 14876 14903
15140 15259 15384 15387 15605 15688 15860 15869
16121 16407 16410 16548 16566 16641 16697 16705
16801 16868 16880 17224 17352 17368 17459 17483
17514 17532 17626 17648 17755 17785 17821 17932
18010 I8188 19052 19219 19268 19288 19333 19366
19408 19580 19709 19713 1982? 19880 20135 20175
20219 20296 20435 20521 20538 20580 20877 20881
20895 21281 2165-6 21677 21900 21925 21933
1004
1280
1803
2162
2357
2482
2651
2893
3144
3324
3569
4042
4195
4403
4629
4821
4991
5233
5516
5817
6045
6543
6777
1467
1647
1881
2168
2755
2926
3161
3344
3771
4054
4218
4511
4689
4858
5023
5238 5257
5564 5590
5837
6175
6564
Nieten
1157 1185 1189
1290 1312 1318
1499 1517 1524
1651 1682 1700
1907 1927 1990
2222 2265 2282
2387' 2392 2404
2488 2513 2540
2788 2789
2955 2995
3182 3196
3407 3459
3785 3834
4075 4114
4236 4251
4513 4519
4713 4762
4874 4912
5026 5127
5312 5321
5616 5623
5883 5976
6381
6713
1240
1320
1531
1739
2025
2320
2415
2551
2794
3048
2034
2337
2420
2613
2801
3074
3270 3273
3474 3478
1246 1268
133C 1383
1538 1601
1757 1793
3872
4122
4297
4562
4770
4934
5129
5395
5625
3952
4149
4324
2083
2342
2479
2642
2887
3104
3313
3501
4400
4612
4816
5857
6202 6371
6592 6624
4978
5184
5485
5711
5976 5977 5996
6387 6400 6489
6727
5221
5507
5775
3972 6982 6985 7008 7039
6718
6931 6953
7056 7060
7632
7440
7643
7965
8202
8340
8763
9446
9685
7196 7296
7468 7511
7979
8230
8500
7321
7548
7710 7725
7373
7616
7812
8073
.296
8715
6732
6962
7105
7407
7617
7850
8107
8331
8741
8240 8282
8481 8500 8563 8643
8782 .798 8810 8820 8834 8896 8901
8943 9017 9118 9137 9211 9231
9325 9326 9353 9354 9362 9371 9388
9464 9507 9510 9544 9565 9579 9657
9695 9743 9759 9816 9874 9941 9970
10075 10092 10097 10105 10150 10228 10234 10239
10280 10308 10340 10411 10418 10433 10508 10524
10565 10577 10597 10606 10613 10641 10673 1067a
10679 10699 10793 10800 10963 10996 11033 11064
11072 11089 11219 11318 11327 11354 11368 11433
11474 11484 11512 11565 11566 11589 11642 11658
11766 11774 11781 11788 11814 11826 11835 11935
11973 12003 12012 12029 12052 12054 12055 12083
12116 12149 12205 12218 12222 12236 12293 12339
12340 12360 12411 12414 12415 12433 12441 12439
12503 12515 12546 12600 12618 12690 12713 12726
12731 12744 12771 12803 12914 12942 13006 13084
13083 13143 13155 13168 13201 13217 13266 13293
13349 13367 13451 13514 13521 13523 13525 13532
13589 13596 13598 13602 13654 13720 13748 13751
13758 13772 13777 13832 13873 13885 13921 13940
13957 13966 14023 14040 14088 14089 14099 14111
14127 14134 14169 14187 14209 14211 14251 14258
14267 14271 14307 14313 14323 14331 14343 14339
14363 14488 14564 14565 14572 14579 14582 14619
14693 14696 14702 14725 14742 14817 14883 14919
14954 14983 15010 15029 15052 15096 15145 15193
15195 15203 15235 15338 15441 15459 15474 15477
15542 15545 15547 15625 15657 15700 15707 15771
15791 15796 15805 15854 15998 16036 16078 16094
16111 16114 16124 16135 16148 16218 16233 16250
16271 16296 16324 16336 16339 16384 16397 16408
16470 16496 16497 16612 16628 16633 16634 16650
16680 16686 16687 16715 16722 16732 16765 16780
16813 16906 16909 16959 16981 17052 17116 17138
17208 17252 17317 17331 17355 17356 17408 17423
17434 17458 17487 17544 17560 17639 17656 17658
17702 17725 17745 17749 17772 17818 17905 17919
18002 18009 18012 18064 18065 18072 18087 18153
18161 18174 18236 18266 18298 18325 18339 18382
18405 18425 18450 18480 18485 18491 18561 18580
18611 18618 18650 18660 18696 18750 18820 18840
18864 18901 18902 18988 18992 19025 19027 19097
19137 19169 19180 19186 19211 19213 19244 1926?
19280 19287 19295 19361 19381 19402 19434 19547
,9568 19598 19693 19699 19726 19737 19785 19803
19829 19857 19875 19881 19885 19893 19931 1995b
19974 20013 20050 20071 20112 20177 20198 2024b
20305 20334 20351 20385 20419 20500 20514 20554
20568 20570 20575 20692 20814 20815 20854 20902
20910 20916 20936 20994 20998 21007 21017 21051
21054 21063 21070 21078 21118 21131. 21153 21159
21197 21244 21278 21317 21344 21359 21362 21418
21457 21475 21566 21567 21582 21614 21660 21723
il733 21795 21824 21832 21873 21908 21912 21923
21948 21952 21986
Verbeteringen: 5e klasse 6e lijst: 6330 m- z
6230: 9132 70 m. z. 9132; 3241 11393 1220b
18076 m. z. met ƒ70.—
15841 l 70.— 14841
.Ingrijpende cantsoeneecUtg
Qoecmg's optimisme niet
dooi SCitlex gedeeld
Men schrijft ons uit Berlijn: 1
UISVROUW! -Gij dient thans bij de
vervulling van uw huishoudelijke
plichten nog op allerlei raadgevingen
te letten. Bedenk echter, dat hierbij
hoofdzaak is, voor u en uw gezin het juiste aan
deel der beschikbare levensmiddelen te garan
deeren. Zorg om het dagelijksch brood behoeft
gij niet te koesteren.
Ziedaar de slotzin van een twaalftal gedrukte
raadgevingen aan de Berlijnsche huisvrouwen,
welke verband houden met het feit, dat men
voor de eerstvolgende vier weken niet langer
één, maar zes verschillende distribuitekaarten
krijgt om in de verschillende behoeften van het
huishoudelijk leven te voorzien.
Het nieuwe distributiesysteem bevat eenige
kleine lichtpunten. Zoo zijn de kaarten veel
handiger geworden en het tijdroovende afknip
pen van genummerde vierkantjes door den win
kelier behoort zoo goed als tot het verleden.
Voor de heeren der schepping is het verder een
uitkomst, dat de bepaling van alle vijf maanden
één stukje scheerzeep weggevallen is en dat wij
voortaan maandelijks zelfs recht hebben op niet
minder dan drie stukken scheerzeep. Hoe groot
die stukken wel zullen zijn blijft voorloopig een
raadsel.
Tegenover deze lichtpunten staan echter ver
schillende schaduwzijden. In de eerste plaats
wordt er in het vervolg geen volle melk meer ter
beschikking gesteld van volwassenen, met uit
zondering dan van jonge moeders. Kinderen tot
den leeftijd van 6 jaar krijgen drie kwart liter
melk per dag, kinderen van 6 tot 14 jaar een
kwart liter. Kaas wordt nog slechts in een hoe
veelheid van ruim een half ons per week ver
strekt, aan margarine ontvangenvolwassenen één
en een kwart ons per week, aan boter viervijfde
ons. aan spek en reuzel tezamen krijgt men ruim
een half ons per week. Brood, dat voortaan ook
alleen nog maar op kaarten verkocht wordt,
krijgt men in een hoeveelheid, die in den regel
te groot zal blijken. Aan vleesch en vleesch
waren als worst enz. ontvangt men een pond per
week, terwijl voor alle andere levensmiddelen
de beschikbare hoeveelheden van week tot
week zullen worden vastgesteld.
Distributiekaarten voor restaurantbezoek.
EEN der meest ingrijpende veranderingen is
voorts, dat men in Duitschland voortaan
niet meer zonder distributiekaarten in een
restaurant kan eten. Men had laten doorsche
meren, dat het eten in restaurants voorloopig
aan geen beperkingen onderworpen zou worden,
nadat men de restaurateurs verplicht had hun
inkoopen met 40 pet. te verminderen Er schijnt
over deze regeling echter nogal wat ontevreden
heid bestaan te hebben, welke niet heelemael
ongerechtvaardigd te noemen is. De vrijgezellen
immers, die in het Derde Rijk allesbehalve ge
zien zijn, geraakten hierdoor tegenover het ge
wone gezinsleven in een uitgesproken bevoor
rechte positie. Verder konden al degenen, die
daar het geld toe hadden, in een restaurant eten,
wat ze wilden, terwijl de minder goed gesitueer
de de lasten der opgelegde beperkingen moest
dragen.
Vandaag hebben wij op onze oude distributie
kaart ons wekeüjksch koffierantsoen van een
vol.kwart ons gehaald en we weten op het
oogenblik zelf niet, of we voor den Zondag nog
eens een „bakje troost" zullen zetten, dan wel
of wij onze 128 koffieboonen de Berlijner
heeft namelijk uitgerekend, dat er 128 koffie
boonen in een kwart ons gaan als een histo
risch document op onze schrijftafel zullen
plaatsen. Want het is voor den laatsten keer,
dat we koffie ontvingen. Voortaan mag er in
Groot-Duitschland geen koffie meer verkocht
worden en in plaats daarvan krijgen we één en
een kwart ons gebrande gerst in de week!
Het vorig jaar heeft Hermann Goering
op het partijcongres te Neurenberg niet
zonder trots verklaard, dat Duitschland,
dank zij 't vierjarenplan, desnoods een
dertigjarigen oorlog kon voeren. Een
paar weken geleden heeft de generaal-
veldmaarschalk nogeens verzekerd, dat
er op 't gebied van de levensmiddelen
voorziening in Duitschland om zoo te
zeggen geen vuiltje aan de lucht was.
In zijn rede te Dantzig liet Hitier echter
heel wat minder optimistische klanken
hooren. En de Führer schijnt blijk ge
geven te hebben van belangrijk meer
werkelijkheidszin dan zijn gevolmach
tigde voor het vierjarenplan!
Schraalhans is keukenmeester in het Derde
Rijk! Dit is feitelijk niets nieuws, maar zoo strak
hebben we den riem tot nog toe nooit hoeven
aan te trekken als op het oogenblik. Zeker, men
behoeft niet te verhongeren, want brood is er
genoeg en aardappelen zijn er zelfs overvloedig
verkrijgbaar. Maar dit danken wij alleen aan
het uitzonderlijke feit, dat Duitschland twee jaar
achtereen een record graan- en aardappelen
oogst heeft gehad. Op hetzelfde oogenblik, dat
deze beide oogsten of ook maar één van beide
ernstig tegenvalt, is het gebrek nauwelijks te
keeren. Het lijkt bovendien een open vraag, of
het beschikbaar gestelde minieme beetje vet op
den duur niet absoluut ontoereikend zal blijken,
vooral voor jonge kinderen, voor wie tot 6 jaar
geen margarine en tot 14 jaar geen reuzel of
spek ter beschikking wordt gesteld.
van een economisch nauwelijks te verantwoor
den systeem, staat het onomstootelijk vast dat
de Duitsche land- en tuinbouw, veeteelt en zui
velindustrie in staat zijn om de behoeften van
het Duitsche volk tot groote hoogte te dekken,
ook al is het officieel aangegeven getal van 85
pet. hoogstens van toepassing op '11 bereids door
allerlei maatregelen beperkte nationale be
hoefte.
Het is onze stellige indruk, en we zouden
onze opvatting met tal van ernstige statistieken
kunnen staven dat de rantsoenen, welke de
regeering op het oogenblik aan het Duitsche volk
verstrekt, beperkter zijn dan in verband met de
beschikbare voorraden en geraamde oogsten
noodzakelijk is. Men kan zich natuurlijk op liet
standpunt stellen, dat men met zijn voorraden
zoo zuinig mogelijk omspringt, omdat tenslotte
een zeer slechte oogst steeds tot de mogelijk
heden behoort, terwijl het ook nog lang niet
vaststaat, of de luchtoorlog misschien in staat
is om landbouw en veeteelt ernstig te belem
meren, maar niettemin zou het ons niet verbazen,
wanneer er binnenkort een geweldige propa
gandistische campagne op touw gezet zou wor
den tegen het perfide Albion, dat door zijn
blokkade slechts oorlog voert tegen vrouwen en
kinderen.
(Nadruk verboden).
LANGS DE STRAAT
Propaganda, die te ver ging.
WANNEER we het poovere lijstje controlee
ren van het schijntje levensmiddelen, dat
Duitschland voortaan aan zijn bevolking ver
strekt, dan komen ons onwillekeurig allerlei
triomfantelijke beschouwingen en optimistische
statistieken voor den geest, waarmee de propa
ganda sinds jaar en dag de bevolking heeft wijs
gemaakt, dat er telkens weer nieuwe triomfen
te vieren waren op het gebied van het onafhan-
kelijk-maken van het Duitsche volk van den
fnvoer van levensmiddelen uit het buitenland.
De propaganda is we hebben daar al meer
malen op gewezen in dit opzicht beslist te ver
gegaan en schrikte er zelfs niet voor terug om
een soort van hoerastemming te kweeken, waar
voor op zijn minst heel weinig reden bestond.
Op het oogenblik moet dit noodzakelijkerwijze
leiden tot een sterken terugslag, waarvan de
uitwerking heel gemakkelijk een zekere neer
geslagenheid en zelfs ontmoediging zou kunnen
zijn.
De lofliederen op de successen van den „pro
ductieveldslag" waren echter zeer zeker niet
uitsluitend propaganda. Duitschland heeft zijn
landbouw inderdaad geweldig bevorderd en
ofschoon men critiek kan leveren op de gevolgde
methode, ja, ofschoon men zelfs spreken kan
HET JONGENS-ADVIES
Stralend blauw, van een onwaarschijnlijk
diepe kleur koepelt de hemel over de stad.
Een heel lichte, nauwelijks merkbare melan
cholie waart over de plantsoenen en parken.
De herfst staat weer voor de deur, maar op
dezen zoo bij uitstek stralenden dag wil
iedereen die buiten is, dit sombere vooruit
zicht vergeten, niet er om denken dat straks
de regen het groene loof. dat nu nog zulk een
prettige schaduw geeft, zal herscheppen in
een vieze, bruine massa. Dat zoo meteen de
fleurige zomertoiletjes weer opgeborgen zul
len moeten worden en de regenjassen hun
dienst moeten doen, neen. aan dit sombere
vooruitzicht wil men niet denken.
In de plantsoenen zitten op de gemakkelijke
banken mannen bij elkander te polltlseeren
en hun pijpje te rooken. Vrouwen, die ook be
hoefte aan uitrusten hebben, halen hun
breiwerk voor den dag en laten de glimmende
naalden spelen.
Er heerscht een prettige bedrijvigheid op
den weg die goed past bij den stralenden dag.
Wat er ook bij uitstek bij past is de eige
naresse van een liliput-autotje dat op zijn
gemak aan komt rijden.
Niet alleen naar deze „laatste schreeuw der
mode", van een vervoermiddel kijken de wan
delaars, neen, óók en zeker niet op de laatste
plaats naar de bestuurster, die zoo bijzonder
trotsch lijkt op het wagentje.
Helaas verliest zij hierbij de noodige voor
zichtigheid uit het oog en gebeurt het, dat
zij een groote vrachtauto, die met zwaaT ron
kenden motor uit een zijstraatje nadert, niet
opmerkt voor het te laat is.
Een aanrijding is onvermijdelijk.
Ontzettende kreten stijgen uit het publiek
op. Een paar vrouwen blijven met de handen
voor de oogen geperst staan om niet te moeten
zien wat er nu gebeuren gaat.
In een flits ziet men even 't hoofd van den
chauffeur, een verwarde massa goud-bruine
krullen, verder schijnt het alleen te bestaan
uit een mond die zoo vast op elkaar is ge
perst, dat hij een streep lijkt. In de opperste
concentratie probeert hij alles om nog een
aanrijding te voorkomendaneen
kraakeen gil uit vele monden
Het is gebeurd.
De kleine wagen is onder de hooge vracht
auto geschoten. In een oogenblik is de
eigenaresse, die blijkbaar geen last van haar
zenuwen heeft, uit 't wagentje geklommen en
probeert zij, geassisteerd door dozijnen han
den de auto ónder den grooten wagen van
daan te trekken. De twee vehikels hebben zich
echter zoodanig in elkander verbeten dat er
geen wikken of wegen in te brengen is.
Aan adviezen, van de belangstellende toe
schouwers, ontbreekt het niet. Alleen blijken
deze, hoe goed ook bedoeld, niet voor uitvoe
ring vatbaar en brengen alleen de helpers in
de war.
Van den anderen kant nadert een politie
motor met zijspan en houdt met knarsende
remmen bij de plaats des onheils stilEen
zucht van verlichting stijgt op uit de menigte.
De mannen der wet zullen wel raad weten.
In deze verwachting wordt men helaas bedro
gen. De twee wagens zitten na tien minuten
werken vaster dan ooit en er wordt reeds ge
mompeld over een kraanwagen, als een cir
ca twaalf jaar oude bengel, die reeds ver
schillende keeren de aandacht der helpers
heeft pogen te trekken, eindelijk tot de eige
naresse weet door te dringen.
„Hé juffrouw!" Hij pakt de mouw van
haar witte mantelpakje beet en dan nog eens
dringender „Hé juffrouw!"
„Laat me los jongep, ik heb geen tijd", zegt
de aangesprokene korzelig. Maar de jongen
laat zich niet uit het veld slaan. „Luister toch
eens juf". Doch het meisje is reeds weer
in gesprek met één der agenten en doet hem
jniet het pleizier naar hem te luisteren.
Op bevel van een politieman wordt het werk
nu even gestaakt en in de nu ontstane stilte
die een nieuwe poging vooraf ging, gilt een
hooge jongensstem: „Sufferds laat toch de
lucht uit de banden, dan zakt ie".
Meteen neemt de jongen in 't geheel niet
zeker hoe men zijn advies zal opnemen
de beenen en even later gluren een paar
glimmende oogen om den hoek van de volgen
de straat, benieuwd of men zijn raad zal op-
i volgen. Als op commando bukken zich de twee
agenten en schroeven de ventielen los. Zien
der oogen zakt het voorste gedeelte van den
babywagen en even later kunnen de hulpvaar
dige handen de auto achteruit trekken.
De vrachtwagen rijdt verder en ook de
agenten. De jongedame vervolgt haar weg
te voet en de belangstellende menigte ver
spreidt zich.
Zielig staat het gehavende wagentje to
wachten tot het opgehaald wordt.
MARCEL-,