C De beschieting K.L.M. vliegtuig Se iucPU&eschetmUiQ) Wat gedaan moet worden om het luchtgevaar te verminderen. Geen ongecontroleerde prijsbeweging van het Aanval kwam van achter Jiimst' WOENSDAG 27 SEPTEMBER 1939 H A A R E E M'S DAGBCAD Joucnalisten txcaqen, autociteilen antuxoocden. Dezer dagen had het hoofdbestuur van de Vereeniging voor Luchtbescher ming in den Haag een persconferentie uitgeschreven waarvoor veel belang stelling bestond. Aan de bestuurstafel hadden ook ge volmachtigden plaats genomen van Defensie en Binnenlandsche Zaken. Doordat door de journalisten belangrijke vragen werden gesteld waarop de des kundigen een duidelijk antwoord gaven werd deze bijeenkomst van buitengewone beteekenis. Wat verschillende vraag stukken betreft werden, zooals men het noemt, de puntjes op de i gezet. De leiding der conferentie berustte bij Mr. H. Bogaai-dt, uit den Haag, directeur-secretaris van het hoofdbestuur, die in zijn inleiding consta teerde, dat nu de Europeesche oorlog is uitge broken helaas ook rekening gehouden moet worden met de mogelijkheid dat ook Nederland in den oorlog betrokken wordt. De noodzakelijkheid om een goede luchtbe scherming dringt zich dus zeer sterk naar voren. Wij zijn nu geroepen tot een ernstige bezinning van ernstige menschen over een ernstige zaak. Twee bestrijdingsmiddelen. Het luchtgevaar wordt op twee manieren be streden, le de luchtafweer en 2e de zelfbescher ming der bevolking. Beide middelen vullen elkaar aan en kunnen elk op zich zelf pas een effectieve uitwerking hebben als er naar gestreefd is beide zooveel mogelijk te volmaken. Ervaringen in verschillende oorlogen hebben reeds aangetoond, dat een goede afweer de kans dat vliegmachines met succes een aanval op een stad kunnen ondernemen stei-k vermindert. De burgerij heeft er dus veel belang bij dat de af weer zoo perfect mogelijk is. De afweer is en blijft geheel in handen van de Defensie: de Vereeniging voor Luchtbescher ming houdt zich daar buiten. Maar al is de afweer nog zóó goed, het volmaakte stelsel van afweer- kanonnen, zoeklichten, jachtvliegtuigen en sper- netten met kabelbalons, kan niet steeds voor komen, dat vijandelijke vliegtuigen boven een stad doordringen. De burgerij moet dus met die mogelijkheid ernstig rekening houden. Is zoo werd gevraagd de verduistering van een stad wel in het belang der burger bevolking? Er staan rondom de groote steden luchtafweer-kanonnen opgesteld, die bij het afslaan van vijandelijke luchtaanvallen samen zullen werken met zoeklichten. Maar als de zoeklichten gaan schijnen wordt door dien kring van lichten aan de vijandelijke vliegers juist aaangegeven waar de stad ligt die zij willen bombardeeren. Bovendien heeft de ervaring in dezen oorlog al geleerd, dat door de duisternis der straten zeer veel verkeersongelukken veroorzaakt wor den. Zou het daarom voor de burgerij niet vei liger zijn een stad niet te verduisteren? Het antwoord op deze vraag luidde: De vijan delijke vliegers komen in den regel niet boven een stad om daar in het wilde weg bommen rond te strooien. Zij hebben meestal opdrachten om bepaalde punten die van militair belang zijn te bombardeeren, zooals stations, bruggen, kazer nes, opslagplaatsen van voorraden, enzoovoort. Nu is het van belang dat de vliegers de objecten die zij moeten zoeken niet kunnen vinden en daarvoor dient de verplichte verduistering. Het is dus niet ondenkbaar dat tengevolge van de verduistering de bommen vallen op de wonin gen der burgers, terwijl de vliegers de bedoeling hadden militaire objecten aan te vallen. Verduistering; van een stad vergroot dus wel in zeker opzicht het gevaar voor de burgerij, maar het is een militaire noodzaak.. Bovendien is er een redelijke kans, dat tengevolge van de verduistering de vijandelijke vliegers een stad niet kunnen vinden. Bij verduisteringsproeven konden om een voorbeeld te noemen, de vlie gers niet een stad vinden die aan een der groote Zwitserschc meren ligt. Niet alle steden loopen in een oorlog evenveel gevaar uit de lucht bestookt te worden. De centra waar belangrijke militaire objecten liggen: zullen bij voorkeur uitgekozen worden voor luchtbombardementen. Vandaar ook dat de ge meenten in Nederland in drie gevaren-klassen zijn ingedeeld. Den Haag wordt in het bijzonder een aanvalsobject geacht, daarom is die stad in gedeeld in de eerste gevaren-klasse, terwijl Haarlem in de tweede werd gerangschikt en de omliggende gemeenten van Haarlem (Heem stede en Bloemendaal) in de derde klasse. Kans op gasaanvallen? Over de vraag of er, mocht Nederland in den oorlog betrokken worden, ook rekening gehou den moet worden met gasaanvallen, loopen de meeningen uiteen. De een overdrijft dit gevaar, maar de ander onderschat het. Er zal heel weinig kans zijn, dat een vijand zal trachten door een luchtaanval de bevolking van een gelieele stad te vergassen, want dan zouden voor een raid op een plaats als Den Haag niet minder dan 1400 vliegmachines noodig zijn, terwijl een enorme hoeveelheid gas zou mee gevoerd moeten worden. Bovendien is het Ne- derlandsche klimaat (veel vocht en wind!) ongunstig voor gasaanvallen. Maar wel moet men rekening houden met de mogelijkheid, dat een vijand af en toe met gas zal werken, in het bijzonder om de bevol king te verontrusten. Daarom is het noodig ook voorzorgen tegen gas te nemen. Bij een griep-epidemie worden immers ook lang niet alle menschen aangetast, maar ieder heeft in zoo'n tijd toch aspirine in Jauis als voorzorgsmaatregel. Op dit moment zijn er in ons land geen gasmaskers te koop. De Vereeni ging voor Luchtbescherming heeft even wel. in samenwerking met de regeering maatregelen getroffen, dat binnen zeer korten tijd op ruime schaal gasmaskers en ook andere materialen voor lucht bescherming verkrijgbaar zullen zijn. De winst die door haar op die artikelen gemaakt wordt, stort zij in een fonds dat bestemd is de gasmaskers en die materialen ook aan onvermogenden te verstrekken. In den eersten tijd zal het aantal beschikbare gasmaskers nog wel niet voldoende zijn om de gehcele bevolking er van te voorzien, maar dan komt er toch een begin en voor een snelle ver meerdering van het aantal zal worden zorg ge dragen. Strooien van brandbommen. Hoewel algemeen wordt aangenomen dat in een oorlog in den eersten tijd door de lucht machten in het bijzonder objecten van militaire beteekenis zullen worden aangevallen, zou het struisvogelpolitiek zijn te zeggen, dat nooit aan vallen op de burgerbevolking zullen worden ge daan. In een bepaald stadium van een oorlog kan het een militaire noodzakelijkheid geacht worden om de bevolking door luchtaanvallen te demoraliseeren, omdat men daardoor het vijan delijke leger immers in den rug aanvalt. Brandbommen zullen in zoo'n geval veel onheil in een stad kunnen veroorzaken. Een moderne machine kan 2000 K.G. last meenemen, dat wil dus zeggen 4000 brandbommen van V> K.G. Als van die bommen slechts 10 pet. effect heeft, dan kunnen door één zoo'n vliegtuig op 400 plaatsen in de stad brand veroorzaakt worden. De bur gerij moet dus maatregelen nemen om 't onheil door de branden gesticht zooveel mogelijk te beperken. Vandaar dat aan de brandweer in zulke tijden zeer zware eischen gesteld moeten worden. De inwoners zullen, in wijkcomités vereenigd, blok- brandweren moeten vormen om het begin van brand, indien de bewoner het zelf niet heeft kunnen blusschen, te bestrijden. De centrale brandweer kan alleen aan de meest-bedreigde punten aandacht schenken. Bij de over dit punt gevoerde discussie bleek, dat de vrees bestaat, dat gemeenten die hun brandweer alleen of hoofdzakelijk ingericht hebben op de waterleiding, voor moeilijkheden zullen komen te staan. Het is bijvoorbeeld mo gelijk dat het pompstation getroffen wordt, waardoor de aanvoer van water wordt afgesne den. Bovendien is het niet denkbeeldig, dat in de noodlottige uren zooveel van de waterleiding ;evergd wordt, dat de druk zoo sterk vermin dert dat het water geen kracht meer heeft. Om die moeilijkheden te ondervangen worden in den Haag en in Rijswijk reeds brandspuiten gemaakt om de brandweer ook op punten waar geen kanalen en vaarten gevonden worden aan bluschwater te helpen. (Ter loops merken wij op, dat de heer C. J. van den Broek, commandant der Haarlemsche Brandweer, ons heden mededeelde, dat hij reeds een jaar geleden aan het gemeentebestuur van Haarlem geadviseerd heeft op tal van plaatsen in de stad brandputten te maken. Daarmee is evenwel een uitgaaf van f50.000 gemoeid. Ter wille van de hooge kosten heeft het gemeente bestuur daarvan nog afgezien en een andere op lossing gekozen. De waterleiding van Haarlem is gekoppeld met die van Bloemendaal, Amster dam en van de Provincie. Als dus het pompsta tion van Haarlem buiten gebruik gesteld zou worden kan onmiddellijk een der andere water leidingen worden aangesloten. Hoewel de commandant overtuigd was, dat die reserve van veel beteekenis is en hij ver wacht dat de druk om het water te Haarlem steeds voldoende zal blijven, zou hij het toch van beteekenis achten om ook nog de bedoelde brandputten te maken. Deze brandputten zouden in verbinding moeten staan met het open water, zoodat overal in de gemeente bluschwater aan wezig zou zijn ook al zou de waterleiding ons in de steek laten). Maatregelen tegen demoralisatie. Een goede zelfbescherming der bevolking ver kleint de kans op demoralisatie aanzienlijk. Zou Warschau zoo lang stand gehouden hebben en de bombardementen verdragen hebben als het moreel der burgers ernstig geschokt was? Luchtbescherming is geen particuliere zaak. Het is niet alleen de vraag hoe beveilig ik mij en mijn gezin het beste, maar ook hoe zijn de voorzorgen die mijn buur- en overbuur geno men hebben? Sociaal besef en burgerdeugd moeten spreken! Een bevolking die goede maatregelen getrof fen heeft voor de zelfbescherming is in staat om in de ure der beproeving gevoelige slagen te incasseeren zonder tot een paniek te verval len en daardoor de verdediging van het natio nale bestaan in gevaar te brengen. In wijkcomités moet de burgerij de zelfbe scherming zoo goed mogelijk organiseeren. In het bijzonder wat betreft het maken van goede schuilgelegenheden, hulpverleening aan gewon den en blussching van branden. De Vereeniging voor Luchtbescherming. Tenslotte werd medegedeeld, dat het ledental der Vereeniging voor Luchtbescherming in den laatsten tijd zeer snel is gestegen. Van Maart toi eind Augustus vermeerderde het aantal leden van 92.000 tot 166.000 en na het uitbreken van den Europeeschen oorlog is de toevloed zóó groot geworden dat telling nog niet mogelijk is ge weest. Dit feit toont aan dat de burgerij eindelijk gaat inzien dat het noodig is ernst te maken met de luchtbescherming. Weduwe liet haar kinderen onverzorgd achter. Tot drie maanden gevangenisstraf veroordeeld. De Rotterdamsche rechtbank heeft uitspraak gedaan in de zaak tegen een 41-jarige weduwe C. van S.-M. die in Februari 1939 haar woning te Rotterdam heeft verlaten, haar vijf minder jarige kinderen, de jongste was nog geen 7 jaar onverzorgd achterlatend. De vrouw had een verhouding met een bij haar inwonenden kostganger en kreeg daarom geen steun. Op deze manier wilde zij den dienst van Maatschappelijk Hulpbetoon dwingen voor de kinderen te zorgen. De rechtbank achtte deze practijk niet over eenkomstig den eisch van natuurlijk en maat schappelijk bestel en veroordeelde de moeder wegens verwaarloozing van minderjarige kin deren tot een gevangenisstraf van drie maan den. Watervliegtuig bij Banka neergestort. Eén doode. BATAVIA, 26 September. (Aneta-A.N.P.) Aneta verneemt, dat bij Banka een water vliegtuig is neergestort. Van de inzittenden werd de officier-vlieger tweede klasse H. J. Stoutjes- dijk gedood, terwijl een andere inzittende niet ernstig werd gewond. Economische Zaken blijft als regel tegen prijsverhooging De minister van economische zaken deelt met betrekking tot de prijspolitiek het vol gende mede. Als regel zal blijven gelden tenzij in bij zondere gevallen anders is bepaald dat iedere verhooging van prijzen boven het peil, dat voor de artikelen gold in de maand Augus tus 1939, als prijsopdrijving zal worden be schouwd en derhalve verboden is, tenzij deze verhooging door aantoonbare verhooging van den kostprijs gemotiveerd is. De bezwaren, welke aan dezen regel onge twijfeld zijn verbonden, wegen niet op tegen de gevaren, welke ontstaan bij een ongecon troleerde prijsbeweging. Sommige der bezwa ren worden grooter naar mate de huidige om standigheden langer duren. Met inachtneming van het bovenstaande beginsel is de minister bereid zooveel mogelijk aan deze bezwaren tegemoet te komen. Om te voorkomen, dat schade geleden wordt o.a. tengevolge van verkoop van hetzelfde artikel tegen verschillende prijzen, zal de minister verzoeken om deze bezwaren te on dervangen onderzoeken en voor de daarvoor in aanmerking komende artikelen of groepen van artikelen een billijke regeling treffen. Eerst wist men niet wat het was Bemanning trad zeer beheerscht op Geen paniek aan boord De P.H.-A.S.M., Mees, landde om 15.28 uur op Schiphol en terstond rapporteerde de be stuurder Moll te 14.40 uur op 120 K.M. N.W. van Helgoland te zijn beschoten; het was een watervliegtuig, voorzien van drijvers. Hij zag deze machine later in Oostelijke richting naar Helgoland afbuigen. De airhostess, mejuffrouw Wynoldi, was de eerste, die bemerkte, dat er iets vniet in orde was, waarop zij zich naar de stuurhut begaf om den gezagvoer der te waarschuwen. De boordwerk tuigkundige vergezelde de airhostess naar de cabine en bemerkte aan een aantal kogelgaten, dat de machine was beschoten. Er waren negen passagiers aan boord. Een van de passagiers bleek getroffen te zijn; het was de Zweed- sche ingenieur, Gustav Robert Lamm, oud 38 jaar, wonende te Malmö. De heer Lamm was op weg naar Brussel voor een bezoek aan een schoenen fabriek. Dr. Slotboom van de K.L.M., die onmiddel lijk gewaarschuwd was, evenals de officier van justitie te Haarlem, mr. Sikkel constateerde, dat de heer Lamm was overleden. De airhostess had den heer Lamm hulp ver leend; hij had slechts gezegd: ,it is a gun", en was daarna bewegingloos in den stoel blij ven zitten. Aan boord bleven de passagiers, mede ook dank zij het zeer beheersch- te optreden van de bemanning, rustig. Gezien de ernstige schade, welke dooi de beschieting was aangebracht, is dit ongeval buiten verwachting be perkt gebleven tot het verlies van één menschcnleven. De familie van den heer Lamm en de autoriteiten zijn van dit voorval onmiddellijk in kennis gesteld. Diepe indruk in luchvaartkringen. De beschieting van de „Mees" heeft in luchtvaartkringen diepen indruk gemaakt. Tot nog toe konden de toch reeds tot het uiterste beperkte luchtlijnen ongehinderd ge vlogen worden, anders dan bij de scheepvaart, waar groote ladingen vervoerd kunnen wor den, die door de oorlogvoerende partijen als contrabande zouden kunnen worden be schouwd, vervoeren de verkeersvliegtuigen der K.L.M. uitsluitend passagiers en post van het eene neutrale land naar het andere, vliegend over uitsluitend neutraal gebied. De duidelijk, sedert het uitbreken van den oorlog aange brachte naam „Holland" in zeer groote let ters, aan onder- en bovenkant op romp en vleugels geschilderd, kan geen twijfel laten omtrent de nationaliteit der KI M.-vliegtui- gen en deze aanduiding is vooral uit de lucht reeds op grooten afstand zichtbaar. Daarbij komt, dat geen der luchtvaartmaatschappijen van de oorlogvoerende landen Douglas-machi nes gebruikt of in bezit heeft, met uitzonde- in Haarlem en daarbuiten De Rodin-tentoonstelling (Rondom Rodin) blijft ook in October nog geopend. Terwijl onze groote musea hun kostbaarst bezit geevacueerd hebben, of bezig zijn dit te doen en Holland's glorie in even geheime als geheimzinnige optochten naar duinpan of kerkhof gedirigeerd wordt, is het verheugend te vernemen dat precies dezelfde omstandig heden, die deze bewegelijkheid vereischten de Fransche beeldhouwwerken verhinderen hun eigun thuis weer op te zoeken. Voorloopig zal men nog rondom Rodin kun nen wandelen, wat' misschien nog door te velen verzuimd werd, die een entrée van 75 cent in deze benarde tijden te machtig vin dien. Ook aan dit bezwaar zou, nu de October- maand een ongedacht verlengstuk dier op positie oplevert, allicht tegemoet te komen zijn; de belangrijkheid der tentoonstelling en belangrijk is ze in hooge mate is dan wel voldoende in den toegangsprijs tot uit drukking gebracht. Daarnaast zullen binnen kort de onafhankelijken hun jaarlijkschen herfstintocht in het Museum houden en er de levendigheid versterken (de inzending sluit Maandag aanstaande) zoodat althans in de Van Baerlestraat het kunstgenot ononderbro ken verkrijgbaar blijft. Elders wordt, evenmin tot stopzetting overgegaan, al schijnt hier en daar een voorzichtige distributie gewenscht. Zoo bericht de directie van het Kröller-Müller Museum op de Veluwe, dat daar een aantal belangrijke werken opgeborgen, doch terstond door andere uit den reserve-voorraad zijn ver vangen, terwijl de geheele Van Gogh-collectie intact geëxposeerd blijft. En de tallooze kunst zalen en zaaltjes der groote steden hervatten met het seizoen hun non-stop-tentoonstèilings arbeid, zoodat voor gebrek voorshands geen vrees behoeft te bestaan. Blijf gewoon, doe ge woon, kijk gewoon.mag ook op ons terrein het parool zijn. Int-usschen blijft dat voortgezet of nog be raamd in veiligheid brengen van kunstob jecten of waardevolle documenten iets zeer ongewoons en begrijpelijker wijs iets dat de nieuwsgierigheid prikkelt, die vaak een echte of voorgewende belangstelling camoufleert. Wanneer we in de krant één plaatje zien, waarop „ergens aan de grens" onze soldaten bezig zijn met aardappelenjassen of het in ontvangst nemen van hun veldpost, dan is het niets dan vooze nieuwsgierigheid, opge wekt door dat plagerige woordje „ergens", dat ons doet vragen: zou dat in Houthem zijn of in Westervoort of Delfzijl? Het doet er im mers niets toemaar we zijn veelal kinder achtig genoeg om door dat „ergens" (je mag lekker niet weten, waar) gekieteld te wor den. En zoo zullen wij ons er op hebben voor te bereiden dat binnenkort „ergens" deze of die Rembrandt's, „elders" die of deze Ver- meer's, in veiligheid zijn gebracht of dat de schatten van Lombok „ter bestemder plaatse" zijn gearriveerd. Hoe geheimzinniger, des te interessanter. Haarlem heeft zich daar gelukkig niet aan bezondigd. Ieder kan weten dat haar Hals'en op het kerkhof liggen, of waarschijnlijk staan en wel in den schuilkelder, onder de Aula, op de nieuwe Begraafplaats. Er zou, is ons ge zegd, zelfs een Burgerwachter met een ge weer, bij staan, om op ze te passen. Beter kan het niet. Maar natuurlijk heeft die open baarheid ook een keerzijde en die «'keerzijde weer een goeden kant. Ze stimuleert namelijk de bezorgdheid der Haarlemmers, wier gemeenschappelijk eigen dom het per slot van rekening is, dat opge borgen wordt. Die bezorgdheid doet weldadig aan en manifesteert een juisten burgerzin, ook al zou ze overbodig blijken. Wat voor loopig althans- mag worden aangenomen. In ons blad is van die bezorgdheid reeds gerept; de muren van den schuilkelder zouden nog zeer vochtig en de ingebrachte zakken zand allerminst droog geweest zijn. Natuurlijk is dat geen ideale conditie om schilderijen te conserveeren maar aan den anderen kant behoeft men nog niet dadelijk in zak en asch te zitten. Een gezond schilderij kan heel wat verdragen, dat heeft mijn veertigjarige om gang met die kunstwerken mij wel geleerd en men dient toch te beginnen met vertrouwen te stellen in hen. die voor die veiligstelling de verantwoordelijkheid dragen. Al zou dat vertrouwen volstrekt niet ge schaad zijn door over het wie, wat en hoe dezer berging bijtijds eenig licht te ontsteken Maar aan hadden wij weer die zoo juist geprezen bezorgdheid onzer beste burgers ge mist, waaruit te leeren valt dat men niet alles tegelijk kan hebben. Waarschijnlijk is dit een soort berusting, die niet een ieder bevredigt. Ook mij niet ge heel en al. Afgezien van ons speciaal Haar- lemsch geval, stelt die bergingsactdviteit quaesties aan de orde, die ook in ons privé- bestaan soms bekeken moeten worden. Ook daar wordt ons vaak meer gevraagd dan wij met gerust geweten en slechts steunend op eigen praktijk mogen beantwoorden. Iemand als Dr. Ir. A. M. de Wild vormt door de zeld zame combinatie van chemische wetenschap met schildertechnische kennis voor mij het hoogste ressort in onzekere gevallen, dde zich in deze dagen kunnen voordoen en ik ben hem voor menigen wenk in deze materie dank ver schuldigd. Die vochtquaestie bijvoorbeeld, zal zich nu wel in meer gevallen voordoen maar wordt ook door Dr. De Wild niet voor zoo bovenmatig funest gehouden, wanneer ten minste het vochtgehalte in het vertrek niet regelmatig boven de 80 pet. komt. Wat de Hals'en betreft, (want die vormden, zooals te begrijpen valt het uitgangspunt mijner in formatie), daarbij is de was-behandeling die zij óndergaan hebben, een gunstig werkend preservatief. Van te hooge of te lage tempe ratuur kan een schilderij evenzoogoed in een museumzaal als in een bergplaats last hebben, daartegen dient een regelmatige controle te waken en of die nu in allerlei geïmproviseerde bergplaatsen ik spreek nu in 't algemeen, en niet speciaal over die aan den Vergierde- weg steeds mogelijk is, vonmt een punt van belang. Het ligt voor de hand dat de ver pakking in kisten die controle nog al be moeilijkt. Het systeem dat Dr. De Wild voor staat, is hetzelfde als dat van de groote Lon- densche en Parijsche kunsthandels, waarin ik in vroeger jaren gewerkt heb. Daar werden de doeken op een los vloertje, ongeveer tien centimeter boven den beganen grond, naar lormaten gerangschikt, los staand en leunend in rekken, als die van een wijnkelder, zoodat ieder oogenblik controle mogelijk was en de luchtcirculatie niet belemmerd werd. Parti culieren, die hun kostbaar bezit in hun kelders willen opbergen kunnen misschien met het bovenstaande hun voordeel doen, al moet men niet vergeten dat ieder afzonderlijk geval feiteiijk weer afzonderlijk bekeken dient te j worden. Tenslotte: ik had eigenlijk nog wat over Rodin willen schrijven, over originaliteit en het geval Rodin-Rosso. Dat dan maar de vol gende week. J. H. DE BOLS. i ring van de weinige Douglasvliegtuigen, waar over de Duitschers kunnen beschikken sedert de Tsjechische Luchtvaartmaatschappij C.L.S., na de aansluiting van Tsjecho-Slowa- kije bij het rijk, is opgeheven. Recht achter het K.L.M.-loestcL Het vliegtuig, dat de K.L.M.-machi- ne aanviel, heeft recht achter het toe stel gevlogen, zoodat het noch uit de cabine, noch uit de cockpit was waar te nemen. Daardoor had de airhostess, mejuffrouw Wynoldi, die. zooals ge bruikelijk is, achter in de machine stond, het eerst iets van de beschie ting waargenomen. Zij hoorde een vlug tikken, waarvan zij de oorzaak aan vankelijk niet kon thuisbrengen, doch dat later het geluid der kogels op de metalen beplating van het Douglas- vliegtuig bleek te zijn. Dank zij haar tegenwoordigheid van geest en kor daat optreden is er geen paniek onder de passagiers in de machine ontstaan. Zij waarschuwde direct den gezagvoerder, die op geringere hoogte ging vliegen, waarna het achtervolgende vliegtuig den aanval op gaf en zich verwijderde. Doordat de oorlogs machine recht achter het K L-M-toestel vloog, toen de onbekende aanvaller het vuur open de, werd het Douglas-toestel uitsluitend aan de achterzijde geraakt, de kogels drongen voornamelijk de bagageruimte binnen, doch enkele drongen door de wanden, die bagage ruimte schelden van het toilet en de cabine en kwamen zoo in de cabine terecht. Romp aan de achterzijde doorzeefd. De Zweedsche heer Lamm, die op zoo on gelukkige wijze om het leven is gekomen, zat in den achtersten stoel, ter rechterzijde van de cabine. De kogel drong door den wand en door de dik bepolsterde rugleuning van de fauteuil in den rug van den heer Lamcn. die daarna nog slechts kort leefde. Als door een wonder bleef mej. Wynoldi, die achter in de cabine stond, gespaard. Na aankomst op Schiphol is de „Mees" aan een nauwkeurige inspectie onderworpen. De romp, vooral de metalen beplating van staart en bagageruimte, bleek met verscheidene ko gelgaten doorzeefd. Ook een der vleugels is door kogels getroffen en pas bij aankomst op Schiphol bemerkte men. dat dientengevolge een der benzinetanks was lek geschoten. Doordat het aanvallende vliegtuig voort durend in dezelfde lijn als de „Mees" achter de K.L.M.-machine heeft gevlogen, kon men de nationaliteit niet vaststellen, omdat het toen het eenmaal uit deze lijn afboog, zeer snel verdwenen was. Verwacht kan worden, dat in de machine en in elk geval in het stof felijk overschot van het slachtoffer, kogels ge vonden zullen worden. Den leden der bemanning is een uitvoerig verhoor afgenomen, ten einde nauwkeurig den juisten gang van zaken te kunnen re- construeeren. De regeering heeft zich omstandig over het gebeurde laten inlichten en is terzake aanstonds een onderzoek aangevangen. Zij is thans nog enkele gegevens wachtende, die noodig zijn om te kunnen bepalen welke stappen te dezen genomen dienen te worden. Militair vliegtuig verongelukt. Dinsdagochtend is bij Brouwershaven een militair vliegtuig verongelukt. De beide inzittenden, de adspirant-reserve- luitenant-vlieger Jongkind en de adspirant- reserve-luitenant-waar nemer Hubrechtsc, zijn daarbij om het leven gekomen. Naar de oorzaak van het ongeluk wordt een onderzoek ingesteld. PASSAGIERS DER „JOHAN DE WITT" IN ONS LAND. Vart Loiulen naar Vlissingen overgestoken DEELNEMERS AAN K. N. A. C.-CLUBREIS OOK THUIS. Dinsdagmiddag te half drie zijn met de Oranje Nassau van de Mij. Zeeland te Vlis singen de passagiers van de „Johan de Witt" aangekomen, die begin dezer maand hier te lande zouden zijn teruggekeerd, wanneer zij niet door den oorlog waren overvallen. Onder hen bevonden zich zestien deelnemers aan den clubtocht der K. N. A. C. naar Indië. die hun prachtige reis, welke een onvergetelijken in druk had gemaakt, wreedelijk zagen ver stoord door dit onverwachte slot. De „Johan de Witt" moest n.l. niet minder dan negen da gen te Lissabon blijven liggen, van welk ge dwongen oponthoud de K N. A. C.-ers echter zoo veel als mogelijk was gebruik maakten om uitstapjes in den omtrek te maken. Einde vorige week kon de „Johan de Witt" vertrekken, maar was verplicht naar de Downs op te stoomen, waar men van Zater dagochtend tot Maandag moest blijven. In den loop van den Maandagochtend werd naar Londen doorgevaren: den passagiers werd des middags toestemming gegeven, zich op de daar gereed liggende „Oranje Nassau" in te schepen, welke den zelfden avond nog de reis naar Nederland aanvaardde.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 5