Ik heb gekozen, Arkadi..
De bruggen in het geïnundeerde gebied van ons land zijn onbruikbaar gemaakt. Zware zandzakken
vormen een uitstekende waterkeering
Rijdt weinig! Rijdt zuinig! Door den AN.W.B. worden op groote schaal achterruit-
etiketten verspreid, waarop o m. vermeld staat, dat de houder ervan zich vrijwillig heeft ver-
DÜcht, zijn auto niet ongemotiveerd te gebruiken en niet sneller te rijden dan 70 K.M. per uur
Duitsche soldaten toonen hun belangstelling voor een Russische" pantserwagen
tijdens een ontmoeting tusschen legerafdeehngen der beide landen op Poolschen
bodem
De ponton, die gedurende de zomermaanden dienst doet aan den Vijverberg te
Den Haag is thans op het droge gezet, om naar haar winterbergplaats te worden
vervoerd
De wed. K van Eyck van
Leeuwen te Den Haag vierde
haar 100sten verjaardag.
Namens het gemeentebe
stuur werden aan de jubila-
resse eenige geschenken
aangeboden
De inundeeringswerkzaamheden In ons
land. Op verschillende plaatsen zija
de wegen geheel overstroomd. Het
land daarnaast volgt spoedig
Op de grens tusschen weg en water in het geïnundeerde terrein van ons grond
gebied. Het gekapte wilgenhout langs den kant is met prikkeldraad doorvlochten
Ter vervanging van de onlangs ver
strekte nood-distributiekaarten is men
Dinsdag te Amsterdam begonnen met
de uitreiking der distributie-stamkaarten.
Een kijkje in een der bureaux
FEUILLETON
Een roman uit het hooge Noorden,
floor
AGATHE POGNER.
(Nadruk verboden)
1 Januari.
Dertig graden vorst. Windstilte. Duisternis.
De wolken hangen laag en dicht opeen ge
pakt aan den hemel. Het scheelt niet veel.
of zij raken de aarde
Vandag. op Nieuwjaarsdag, heb ik weer een
gedicht geschreven. Ik weet niet goed meer.
hoe het gebeurde maar het stond plotse
ling op papier. Het was uit de duisternis ge
boren. Ik denk. dat ik het daarom „Verlan
gen naar het licht" noemde.
Vroeger heb ik af en toe voor Taja wel
eens een paar verzen gemaakt. Dat was eigen-
liik van zelfsprekend, want men beweert dat
elkeen, die lief heeft aan het dichten slaat.
Waarom denk Ik. sinds lk hier ben zoo
zelden aan Taja? Heeft mijn lichamelijke
vermoeidheid daaraan schuld? Of hebben
de wateren van den onmetelijken oceaan wer
kelijk alle herinneringen vervaagd en uit-
gewischt? t
Nochtans dwalen mijn gedachten van tijd
tot tijd nog wel eens naar het vaste land.
naar Maria, naar Tit. naar Pascha en mijn
kleinen broer, dien ik nooit gezien heb. Maar
nn begrijp ik ook. waarom zoovele gezinnen
uiteen vallen wanneer geen sterke Innerliike
Dand hen samen bindt
Neen. men mag dan den mensch als indi
vidu nog zoo hoog aanslaan, de zegen en de
teacht liggen slechts in het gezin,
1 Februari.
De eerste tien dagen van het nieuwe jaar
zijn wij het huis vrijwel niet uit geweest
Sneeuw, sneeuw en nog eens sneeuw! Waar
zij vandaan kwam en waar zij bleef, zal wel
altijd een raadsel blijven! Het grootste raad
sel echter vormde wel het feit, dat wij onder
de ongelooflijke massa nog niet bedolven
waren.
Later brak een mooiere tijd aan, waarin
de maan dag en nacht aan den hemel stond
en het Noorderlicht zijn stralende wonderen
aan het firmament tooverde.
Natuurlijk gingen wij toen direct op pad
wi op tal van kleinere en groatere tochten
wisten wij een rijken buit te verzamelen
Een van deze tochten had ons bijna het
leven gekost! Wij waren niet ver gegaan,
slechts een paar kilometer en vier
prachtige rendierherten lagen aan onze voe
ten. Opgewekt en hoogst voldaan keerden we
met onzen buit naar huis terug. Van de vier
huiden, die wij reeds gelooid hadden, zouden
we nieuwe bontjassen kunnen maken, zoodat
we tenminste iets behoorlijks konden aantrek
ken, als de zon. van haar winterreis terug-
keerend, weer bij ons haar opwachting zou
komen maken.
Opgewekt vervolgden wij onzen weg. Wij
hadden nog maar twee of drie kilometer af
te leggen :oen en idise storm
opstak Hij speelde met ons of we poppen
waren. Nu eens wierp hij ons op den rug, dan
weer voorover zoodat we met onze neuzen
in fie - 'en vo'
gende maal tilde hii ons als een veertie hoos
in de lucht
Langzaam kropen we op nanden en voeten
over de hard bevroren sneeuw, maar ook hier
liet hij ons niet met rust. Steeds weer sleurde
hij den een of den ander van ons weg. De
honden huilden en jankten. Zij weigerden
verder te gaan of. zooals wii od hun buik over
den grond 'e kruipen
Tenslottp wisten wij geen anderen uitweg
meer dan ons in te graven. Zes uren achter
een zaten we bij elkaar in het nauwe gat. Toen
ging de wind liggen. Wij konden weer verder.
Met de honden om het hardst renden we
over den laatsten heuvel. Wij waren uitgela
ten als schooljongens, die onverwachts een
dag vrij krijgen. En ik gelloof, dat ik een der
25 Februari.
Sinds tien dagen is de zon er weer! Maar
ik heb haar nog niet gezien; zij houdt zich
trots schuil achter de wolken. Nochtans is
haar aanwezigheid merkbaar. De dag is reeds
tot twee uur en drie "kwartier uitgegroeid,
zoodat we ons tenminste omstreeks het mid
daguur zonder licht te maken in huis kunnen
bewegen.
Met de zon is echter ook nog iets anders
gekomen: een schier ongelooflijke koude en
een ontzettende wind. Om het brandhout uit
de bergplaats te sleepen, moesten we ons zelf
met touwen aan het huis vastbinden.
Daarbij bracht de storm een zoo helsch
concert ten gehoore, dat het ons door merg
en been ging. Het hielp niet, of we onze
ooren al met watten dicht stopten of er een
dikken doek om heen bonden - de snerpende
wind drong overal doorheen tot zelfs in ons
hart en in ons bloed.
Vandaag heb ik een verhaaltje voltooid, een
sprookje voor volwassen kinderen.
Merkwaardighoe toch alles In het
leven van kleine toevalligheden afhangt! Om
Pelka een plezier te doen. ben ik met schrij
ven begonnen. Nu zou ik nooit meer willen
ophouden Alleen zou ik graag iets grootsch
willen schrijven, iets goeds, iets, dat vrij is
van alle aardsche zorgen en al het mooie op
de wereld in zich draagt.
Maar zal ik ook de kracht hebben, dat, wat
m mijn gist en woelt en naar ontplooiing en
vorm snakt, onder woorden te brengen? Zal
ik niet zooals reeds zoo veel gebéurde half
weg blijven steken?
Als ik mij niet sterk vergis, weet ik nu wat
mijn beroep zal worden en wat mijn herstel
en sterking.
29 Maart.
Toen de kalender het begin van de lente
aankondigde, behaagde het de zon voor het
eerst een klein uur op de aarde neer te zien.
Daarna verborg zij zich weer schielijk achter
de wolken om een volle week weg te blijven.
Nu echter komt zij eiken dag', al is het dan
nog in wintersch toilet. Soms is zij geheel
wit, een anderen keer licht geel.
Wij hebben een tocht gemaakt naar de, aan
de kust op elkaar gekruide ijsbergen, waar
de ijsberen zich bij voorkeur plegen op te
houden. Het was een moeilijke en gevaarlijke
onderneming en wij hadden reeds elke hoop
op eenig jachtsucces opgegeven, omdat wij de
beren weliswaar op eenigen afstand zagen,
maar niet dicht bij konden komen, toen een
kloeke berin met haar jong ons plotseling
bijna voor de voeten liep.
Het forsche dier had nog een groote visch
in zijn bek, welke hij waarschijnlijk juist uit
het water had gehaald. Het jong dartelde
uitgelaten, kwam ons met groote sprongen
tegemoet, ging allerpotsierlijkst op zijn ach-
terpooten staan, maar aarzelde daarop geen
oogenblik ons op echte berenmanier te lijf te
gaan. Het bleek lang nog geen gemakkelijk
karwei dezen kleinen viervoeter naar onze
baai te transporteeren en Nikita beging on
derweg menig vergrijp tegen het. woordenboek
der etiquette.
Toen Lk na al die ietwat vermoeiende uit
stapjes weer wat op mijn verhaal was ge
komen. hield ik het in ons huis niet langer
uit Ik spande de honden in en gleed naar de
Walvischbaai.
„Als je niet gekomen was", mijn vrien
dinnetje nadat de eerste vreugde over het
weerzien wat geluwd was dat waren we jou
bij de eerste de beste volle maan komen
opzoeken. Grootvader dacht, dat dat niet
gaan zou, maar ik zei, ik moet toch eens zien,
hoe de winterslaap hem bekomen is! Hopen-
lijk is zijn neus niet afgevroren. Dat zou jam
mer zijn, want hij is een knappe vent".
Toen Pelka de kamer uit was, vroeg Stepa-
nida mij, of ik niet gezien had hoe haar doch
tertje tijdens de wintermaanden was ge
groeid? Ze was ruim zes centimeter in de
hoogte geschoten!
„Neen, dat ze zooveel langer is geworden,
is me niet opgevallen, maar ik vind, dat ze
er steviger en frisscher uit ziet dan vroeger".
„Ze wordt precies haar vader. Van dag tot
dag gaat ze meer op hem lijken. Als ze zich
eenmaal iets in haar hoofd heeft gezet, is er
geen macht ter'wereld, die het weer uitkrijgt".
„Wilt u wel gelooven. dat ik u en Pelka,
toen ik u beiden voor het eerst zag, voor
zusters heb gehouden?"
„Dat denken de meesten, en daarom kan
het we wel eens ergeren, dat het kind inner
lijk niets, maar dan ook totaal niets van mij
heeft. Enfin, tenslotte ben ik altijd maar
weer blij, dat in Pelka haar vader voortleeft".
„U was zeker nog heel jong, toen u voor
het eerst trouwde?"
„Nog geen zeventien".
„Er ontbraken nog vier weken aa.n", riep
Rodion. die juist met Wenjaimin van een
korte jacht terugkeerde.
Daarop trok Rodion mij naar het raam,
waar hij mij om en om draaide. Toen hij mij
genoeg had opgenomen, sloot hij mij in zijn
sterke armen.
„Ferme kerel! Pracht kerel! Ik had het
waarachtig niet van je verwacht en nu houd
je je nog beter dan je beloofd had. Wees mijn
zo'v
Toen ik mij weer in veiügheid had gebracht,
slaakte Rodion een diepe zucht.
„De roode Semjon heeft het nu toch te
pakken gekregen! Wie had dat kunnen den
ken"' Zoo'n reuzen kerel! Zoo'n krachtmenschl
Nu ligt hij op zijn rug! Dat God zich over
hem ontferme!"
XWordt vervolgd).