niet omedelijk Financiëele situatie van ons land. Opecaüën op het IVeslftmt in de eerste helft van October. Uiteenzetting der regeering. Bestrijdt KOU direct SS-'3- rn WICKS SIAANDAG 23 OCTOBER 1939 H A A R E E M'S D A G B E A D 3 BETEEKENIS VAN DEN LUCHTOORLOG. Onze deskundige militaire medewerker schrijft: Ook de eerste weken van October brachten nog weinig teckening in den toestand op het frontge- I deelte tusschen Basel en Luxemburgsche grens. I Van Fransche zijde kwamen nog slechts sporadisch i berichten over activiteit van voorhoeden of voor- uitgeschoven elementen. De weinige malen, dat Fransche troepen actief optraden geschiedde dit steeds op het frontgedeelte gelegen tusschen Zwei- I brücken en de Moezel: kennelijk het gedeelte, waar, zooals reeds vroeger werd opgemerkt, een Fransche stoot het meeste succes zou beloven. Oi deze stoot inmiddels ooit zal loskomen wordt met den dag meer en meer twijfelachtig. Niet alleen toch wordt het jaargetijde aanmerkelijk slechter, doch bovendien is de krachtsverhouding thans wel in zoodanigen zin gewijzigd, dat van een Fransch- Engelsche overmacht, noodig om tot den aanval te kunnen overgaan, voorshands geen sprake kan zijn. Eerder kan het tegendeel verwacht worden. Meer en meer toch kwamen in de afgeloopen we- weken berichten binnen over verkenningen en activiteit van Duitsche voortroepen. Zoo werden achtereenvolgens gemeld op: 3 October: plaatselijke Duitsche aanvallen Z. van Saarlouis en O. van het Saargebied; 4 October: Duitsche aanvallen O. van de Moezel en O. van de Saar; 7 October: een Duitsche aanval W. van Weiszen- 9 October: Duitsche patrouilles en overvallen Z.W. van Saarbrücken en O. van de Moezel: I 10 October: zeer groote activiteit van Duitsche patrouilles tusschen Moezel en Saar; 11 en 12 October: sterke Duitsche patrouilles tusschen Moezel en Saar; Z. van Saarbrücken en Z. van Pirmasens; 13 October: activiteit van Duitsche patrouilles bij Warndt; 15 October: een actief optreden van Duitsche patrouilles W. van Saarbrücken en Z. van Zwei- brücken. Brengen wij al deze, overigens kleine gevechts acties, met elkaar in verband, dan zou hieruit kunnen worden afgeleid, dat de Duitsche strijd krachten op een front van pl.m. 100 K.M., gelegen ongeveer tusschen Weiszenburg en de Luxemburg sche grens, bezig zijn met het verzamelen van ge gevens over de opstellingen van den vijand. Deze gegevens hebben voornamelijk betrekking op de opstellingsplaats van vuurorganen en de sterkte yan de aanwezige troepen. Het eerste kan gevonden worden door het uit lokken van vuur van de vijandelijke mitrailleurs en de artillerie, hetgeen geschieden kan door het inzetten van kleine plaatselijke aanvallen; het tweede door het maken van gevangenen. Het ver loop van de krijgsverrichtingen in de laatste twee weken wekte sterk den indruk, dat de Duitschers van plan waren om, nadat voldoende gegevens te hunner beschikking zouden zijn, op het betref fende frontgedeelte spoedig tot wat ruimere opera ties over te gaan. Ruimere operaties. Inmiddels zijn deze in de allerlaatste dagen dan ook gevolgd. In den morgen van 16 October werd een aanval Ingezet in het terrein onmiddellijk O. van de Moe zel over een greedte van 6 K.M.; in den namiddag van denzelfden dag volgde een aanval op een front van 30 K.M. O. van de Saar. De Franschen weken terug, waarbij het grootste gedeelte van het door hen bezette Duitsche gebied verloren ging. Zulks behoeft niet onmiddellijk te beteelcenen het inzet ten van een offensief in de richting Parijs om reeds eerder aangegeven redenen komt ons dit, mede in verband met het vergevorderde jaarge tijde voorshands onwaarschijnlijk voor zelfs niet een operatie ter oprol!ing van het Rijn- en Voge- zenfront; het zou evenzeer kunnen zijn, dat slechts het terugwerpen van de Fransche krachten op de Maginotlinie en het tot stand brengen van de ge vechtsaanraking met laatsgenoemde linie werd beoogd. Wij zullen het verdere verloop van de operaties hier moeten afwachten. Vast staat echter, dat het initiatief in het Westen in de laatste twee weken van Fransch-Engelsche in Duitsche hand is overgegaan. Dat, zooals reeds verondersteld werd, de Fran schen zeker niet van plan zijn om aanvallen op het Rijnfront in te zetten, vindt mede bevestiging I in het feit, dat zij op 13 October de bruggen over deze rivier bij Wintersdorf, Breisach en Neuen- I burg in de lucht deden vliegen. De strijd in het luchtruim. Wij willen in het kort de beginselen naar voren brengen, welke omtrent het wezen van den lucht oorlog worden gehuldigd. Tegenover elkaar staan hier nl. de aanhangers van het stelsel van den zelfstandigen luchtoorlog en degenen, die aan den luchtoorlog een beschei dener rol toekennen. Als leidraad voor de eerste richting moeten nog steeds de door den generaal Douhet ontwikkelde theorieën worden beschouwd. De aanhangers van deze richting zien het verloop van een oorlog als volgt: l Onmiddellijk in het begin van den oorlog wordt met alle krachten de luchtmacht van den vijand aangevallen, hetzij in de lucht, hetzij in de vlieg- parken op den grond. Is de vijandelijke luchtmacht uit het veld ge slagen, dan wordt als tweede phase de heer schappij in de lucht uitgebuit door het rücksichts los inzetten van alle luchtstrijdkrachten tegen doe len op den grond, zulks teneinde de moreele en materïeele weerstandskracht van den verdediger te breken. Natuurlijk zal het zwaartepunt van de samen stelling van voor dit doel bestemde luchtvloten ge legen moeten zijn in den gevechtsvliegdienst den bombardeervliegdienst. De diensten als verkenning en waarneming, welke meer voor samenwerking met land- en zee macht van belang zijn, staan hierbij op het twee de plan. Tegenover deze moderne krijgskundige theorie staat de meer conservatieve, waarbij weliswaar ook aan de luchtmacht een groote beteekenis wordt toegekend, doch waarbij het zwaartepunt van de luchtactie toch gericht blijft op de samenwerking met de wapens op den grond en ter zee. Het luchtbombardement wordt hierbij meer als een aanvulling, een verlengende actie van de ar tillerie beschouwd, terwijl de jachtvliegdienst meer optreedt ter bescherming van de overige diensten. Verschil tusschen operaties in het Oosten en het Westen. In het optreden van de luchtstrijdkrachten, zoo als zich dit op heden in den oorlog heeft getoond; doet zich nu een aanmerkelijk verschil voor tus schen de operaties in het Oosten en in het Westen. In Polen een gebruik van de Duitsche lucht strijdkrachten, dat zeer sterk aan de door generaal Douhet ontwikkelde theorieën herinnert. Enkele dagen na het binnenrukken in Polen zijn de Pool- sche luchtstrijdkrachten volkomen uit het veld ge slagen. Vervolgens wenden de Duitsche lucht strijdkrachten zich bijna ongehinderd en tot over groote diepte tegen de gronddoelen. Weliswaar zijn hiermee de droomen van de mo derne krijgskundige richting, nl, dat de luchtstrijd krachten op zich zelf in staat zouden zijn om de «verwinning te bevechten, niet in vervulling ge gaan dit toch is nog steeds alleen gegeven aan den infanterist doch wèl hebben zij aanmerkelijk tot een versnelling van de operaties en tot ver grooting van het militaire succes bijgedragen. Het Westen echter geeft ook in den luchtoorlog een geheel ander beeld. Beschouwen wij wat door de legercommuniqué's tot dusverre hieromtrent werd gemeld, dan brengt de maand September aanvankelijk persberichten over luchtverkenningen en het neerschieten van alleen of in klein verband optredende toestellen.* Op 21 September wordt een wat zwaarder ge vecht gemeld tusschen jachtvliegers, waarbij, wan neer men de berichten gelooven mag, de Franschen niet minder dan acht toestellen en drie kabelbal lons zouden hebben verloren. Begin October komen wederom berichten over een wat ernstiger treffen van grooteré luchtver- banden, waarbij door de Fransch/Engelsche krach ten wederom ernstige verliezen zouden zijn ge leden. (De Duitsche berichten spreken van 12 toestellen, terwijl de eigen verliezen als 2 worden opgegeven). Op zich zelf zijn dit alles echter nog militair bezien luchtoperaties op kleine schaal: van een poging, om eikaars luchtmachten uit het veld te slaan was nog geen sprake. Wellicht heeft hiervoor in het begin, toen sterke deelen van de Duitsche luchtmacht in het Oosten gebonden waren, voor de Fransch/Engelsche lucht macht een kans bestaan; een kans, welke onge bruikt voorbij is gegaan. Thans is ook op luchtgebied de machtsverhou ding gewijzigd en zal het overwicht voorshands wel aan de andere zijde liggen. Doch ook van Duitsche zijde is nog geen massaal optreden gevolgd. Kon men aanvankelijk nog uitgaan van de gedach te, dat zulks wellicht uitbleef omdat, volgens de Duitsche these, de oorlog in 't Westen eigenlijk nog niet begonnen was, nu meer en meer ook in West- Europa de strijd een ernstig karakter gaat aan nemen kan deze gedachte naar mijn meening voor de militairen geen remming meer veroorzaken. Dat tot dusverre geen massale inzet van Duit sche luchtstrijdkrachten in het Westen volgde, kan wederom verschillende oorzaken hebben. Zoo zou het mogelijk kunnen zijn: a. dat men zelf niet gelooft, dat de in Polen toegepaste methode ook succes kan hebben tegen landen als Frankrijk en Engeland, landen waar de luchtstrijdkrachten uiteraard niet alleen veel ster ker, doch bovendien veel meer gedecentraliseerd opgesteld zullen zijn; b. dat men het zwaartepunt voor het gebruik van de luchtstrijdkrachten in het Westen meer ir. verband met de operaties op den grond of ter zee ziet. Nu deze massale operaties nog achterwege ble ven, zou er dan ook geen reden zijn om reeds nu tot een inzet van groote luchteenheden te geraken. Een les voor kleine landen. Voor kleine landen valt m.i. uit het verschil in optreden ten aanzien van den luchtoorlog in Oost en West reeds nu de les te trekken, dat zij in geen geval het zwaartepunt van hun strijdkrachten moeten leggen in de luchtmacht, d.w.z. in een krachtige bombardeer vloot. De luchtvloot van kleine landen is, geheel over eenkomstig de Poolsche, voorbeschikt om binnen korten tijd door een overmachtigen tegenstander te worden vernietigd, veelal zelfs zonder tot inzet te hebben kunnen komen. En mocht deze inzet nog wel gelukken, dan is een kleine bombardeervloot tegen een groot land wel van heel weinig betee kenis. De uitwerking toch van luchtbombardement is omgekeerd evenredig met de ruimte, waarover zij wordt toegepast. Een groot land nu werpt met veel machines bommen op een betrekkelijk klein gebied: een klein land omgekeerd met weinig machines op groote uitgestrektheden. Terugkeerende tot den toestand in West-Europa moet worden geconstateerd, dat noch van de operaties op den grond, noch van den oorlog in de lucht een spoedige beslissing mag worden ver wacht. Blijft als derde mogelijkheid om een oorlog ten einde te brengen: de economische strijd. Het is deze strijd, welke meer en meer onze aan dacht gaat vragen, niet het minst omdat er tee kenen zijn, dat ook de luchtmacht hierin een rol van beteekenis zal gaan spelen. Over de details hiervan in een volgend artikel. De zeilwedstrijden voor militairen, onder auspiciën van de Roei- en Zeilvereeniging „Het Spaarne", welke verleden week door windstilte werden afgelast, zijn thans Zater dag en Zondag gehouden. Twee finalisten met hun jollen in strijd vlak voor de finish. Duitsche nota wordt bestudeerd. Geen aanbod van Engeland inzake convoyeeren ontvangen. Zooals eerder gemeld, heeft de Duitsche regee ring Vrijdag aan het ministerie van buitenland- sche zaken een nota doen overhandigen, waarin wordt gewaarschuwd tegen het doen convoyeeren van onze schepen door Engelsche oorlogsbodems. Wij vernemen dat deze nota, die in vriendschap pelijke termen is gesteld, in studie is genomen, en dat het nog wel eenigen tijd zal duren alvo rens er door de Nederlandsche regeering op zal worden geantwoord. Voorts vernamen wij dat van Engelsche zijde geen enkel aanbod ontvangen is aan onze sche pen convooi te verleenen. Amsterdam-Oost verblijd met de voltooiïng der spoorwegwerken. De bewoners van AmsterdamOost hebben Zaterdagmiddag uitdrukking gegeven aan hun dankbaarheid voor de voltooiing van de spoor wegwerken, waardoor dit stadsgedeelte uit zijn isolement is verlost, immers: de spoorbanen zijn op hoog niveau gebracht en de spoorwegovergan gen, die zooveel narigheid en ongerief veroor zaakten, hebben plaats gemaakt voor tunnels. Zij hebben deze welgemeende dankbaarheid vorm gegeven door het aanbieden van vijf plaquettes aan de directie der Nederlandsche Spoorwegen, welke plaquettes zijn aangebracht in de vijf tunnels, die thans aan een bijkans onhoudbaren toestand een einde hebben gemaakt. Het Haagsche politiekorps is in verband met de mobilisatie van een aantal leden met 15 tijdelijke agenten uitgebreid Besprekingen te Londen worden Dinsdag hervat. De besprekingen van de Nederlandsche dele gatie met de Engelsche regeering in verband met de moeilijkheden, welke door den oorlogs toestand zijn geschapen, zullen Dinsdag a.s. te Londen worden hervat. De Nederlandsche delegatie bestaat uit de heeren jhr. Michiels van Verduynen, Neder- landsch gezant te Londen, voorzitter, en de hee ren Lamping en Hart, die heden naar Londen vertrekken, en den handelsattaché bij onze le gatie te Londen, den heer 's Jacob. Bij prijzenpolitiek van de regeering valt 't accent op D duurder worden van hef levensonderhoud Dewanqutqsuyaaxde speelt 'n xol, maac ook andete elementen De regeering heeft geantwoord op de Alg. Be schouwingen der Tweede Kamer over de rijks- begrooting 1940. In dit antwoord zet de regeering ook uit een wat het doel is van haar voedsel- en prijzenpolitiek. Zij stelt er prijs op te ver klaren, dat zij een open oog heeft voor de moeilijkheden, welke een belangrijke stijging van de kosten van levensonderhoud met zich zou brengen. Primair doel van de prijspolitiek van de regeering zal dan ook zijn elke onge motiveerde stijging van deze kosten te ver hinderen. Behalve aan de huren en de brand stofprijzen zal zij bijzonderen aandacht schen ken aan de prijzen van al die artikelen, welke voor de voorziening in het directe levensonderhoud noodig zijn. Het is daarbij naar de opvatting der regee ring intusschen nog te vroeg zich thans reeds uit te spreken over de vraag of de huidige, op een zoo rustig mogelijke prijsontwikkeling gerichte politiek, gecompleteerd zal moeten worden met aanvullende maatregelen. Zij geeft er de voor keur aan, allereerst de resultaten der huidige po litiek af te wachten, te meer omdat zij nog geens zins de overtuiging heeft, dat deze politiek niet voldoende mogelijkheden zou bieden, de kosten van het levensonderhoud binnen redelijke gren zen te houden. Intusschen erkent de regeering, dat een voorzichtige aanpassing der prijzen aan den nieuwen toestand als noodzakelijk moet worden beschouwd. Zonder aan het beginsel der vervangings waarde bij de waardeering van voorraden wezenlijke beteekenis te willen ontzeggen, sluit de regeering zich niettemin aan bij het oordeel, dat deze waarde niet uitsluitend richt snoer mag zijn en dat ook met andere elemen ten rekening moet worden gehouden. Naar haar meening zal, behalve de grootte der voor raden, ook een factor als b.v. de onzekerheid der huidige prijsbeweging een rol moeten spe len en zullen momenteele „fancy"-prijzen nim mer bepalend mogen zijn voor de waardeering van soms voor zeer geruimen tijd voldoend zijnde voorraden. Het ligt in de bedoeling der regeering de verschillende in dit opzicht van belang zijnde factoren naar de mate hunner beteekenis te laten wegen. Een voorzichtige aanpassing der prijzen aan den nieuwen toestand is ten aanzien van de prijsbeweging der agrarische producten even eens van groot belang. In het bijzonder is hier bij het feit, dat akkerbouwproducten wederom in den vorm van voedergranen gebezigd wor den bij de uitoefening van het veehouderijbe drijf en een prijsstijging der voedergranen der halve een vermeerdering der productiekosten voor deze bedrijven medebrengt, aanleiding om op het prijsverloop der agrarische producten zeer nauwlettend toe te zien. Bij de door de regeering hierbij ce nemen beslssingen zal voor alle bedrijven gestreefd worden naar het bereiken van een zoodanige opbrengst, als waarop de beoefenaren van land- en tuinbouw mede in verband met het niveau der bedrjjfs- onkosten en hun kosten van levensonder houd redelijkerwijze aanspraak zullen kunnen maken. Aan de regeering is gebleken, dat het beleg gingsfront, evenzeer als het in een vorige pe riode remmend werkte op een te snelle en on gemotiveerde daling der rente, geneigd is in de toekomst een kunstmatige stijging der rente tegen te gaan. Contingenteering. De gewijzigde omstandigheden hebben de regeering aanleiding gegeven haar contingen teeringspolitiek opnieuw aan een onderzoek te onderwerpen. Reeds is evenwel gebleken, dat de con tingenteer ingen als zoodanig nog niet kun- In haar Memorie van Antwoord op de Alg. Beschouwingen der Tweede Kamer over de rijksbegrooting voor 1940 waar schuwt de regeering tegen een te vrien delijke voorstelling van den vóór den oorlog bestaanden toestand. De stortingen in het spoorwegpensioenfonds zullen van f 9 millioen tot f 16 millioen per jaar verhoogd moeten worden. En de ver zuimde stortingen in het invaliditeits- en ouderdomsfonds zullen feitelijk bij het reëele tekort moeten worden geraamd. Wat voornamelijk aandacht verdient is de toeneming van dat deel der schuld, waarvoor feitelijk naar redelijke eischen van financieel beheer niet geleend had mogen worden. Ver wezen moge hier worden naar de mededeeling in de voorlaatste millioenennota, dat in de eer ste zeven crisisjaren circa f 500 millioen van de schuldtoeneming betrekking had op uitgaven, welke in normale omstandigheden ten laste van den gewonen dienst hadden moeten komen. Dat dit bedrag in de jaren na 1936 nog aanzienlijk is gestegen, behoeft wel geenij betoog. Tot defaitisme behoort dit minder gunstige financieele beleid zeker niet te voeren. De regeering blijft voorloopig van meening. dat de termijn van aflossing van de onder de werking van het leeningfonds vallende leenin gen op niet langer dan 15 jaren dient te worden gesteld. Intusschen zal er te dien aanzien zoodra de voornemens der regeering zijn belichaamd in een bij de Staten-Generaal ingediend wets voorstel, gelegenheid zijn tot een nadere gedach- tenwisseling. Belastingplannen. De bezwaren, die de regeering tegen het thans ingetrokken ontwerp van wet tot heffing van een nationale inkomsten- en winstbelasting en tot wijziging van enkele belastingwetten had. betroffen o.a. de ingewikkelde regeling van de voorgestelde heffing van 2 pet. van alle inkom sten en de omstandigheid, dat het gekozen heffingssysteem geen ruimte liet voor het toe passen van een aftrek voor noodzakelijk levens onderhoud. Ook acht de regeering het afschaffen of ver lagen van tal van bestaande belastingen in een tijd waarin' met groote moeite getracht moet worden nieuwe middelen tot dekking van de verhoogde staatsuitgaven te vinden, in het algemeen niet gerechtvaardgid. Winstbelasting De regeering heeft aan een winstbelasting de voorkeur gegeven boven de wijziging van de dividend- en tantième-belasting. De regeering acht het niet uitgesloten, dat in de toekomst nog tot een verdere ver zwaring van enkele indirecte belastingen zal moeten worden overgegaan. Dat opheffing van het zoogenaamde bank geheim groote bedragen aan inkomsten en vermogen aan den fiscus zou bekend maken, die hem thans verborgen blijven, schijnt de re geering een illusie. Intusschen vormt die aan gelegenheid een punt van onderzoek bij den Economischen Raad, welks rapport wordt inge wacht. Gemeente financiën. Het streven bestaat, de geldelijke zelfstandig heid der gemeenten en hierdoor haar gevoel van verantwoordelijkheid voor eigen huishou ding, spoedig en zoover doenlijk te herstellen doch de weg, waarlangs dit doel het best zal kunnen worden bereikt, moet door het kabinet uüteraard nog worden overwogen. Aangaande het lot van de aanhangige voorstellen tot weder invoering van een gemeentelijke belasting naai het inkomen en van een forensenbelasting zullen eerst mededeelingen kunnen gedaan worden, indien omtrent het geheel der maatregelen, waardoor gepoogd zal worden een redelijke sa neering van het gemeentelijk financiënwezen te verkrijgen, een beslissing gevallen is. Werkloosheid Het is uiterst moeilijk, zoo niet ondoenlijk, aldus de regeering, onder de huidige omstandig heden nauwkeurig aan te geven, zelfs voor de allernaaste toekomst, hetgeen op het gebied van uitvoering van groote werken zal kunnen worden gedaan. Veel zal afhangen van de mo gelijkheden ten aanzien van invoer van onont beerlijke materialen en van den loop der prij zen. De regeering zal doen wat mogelijk is. nen worden gemist. Ofschoon de gevaren voor het Nederlandsche bedrijfsleven veelal van karakter zijn veranderd, worden ver scheidene takken van industrie nog steeds door overmatigen invoer bedreigd, al komt deze bedreiging in verschillende gevallen van andere zijde dan vóór het intreden van den bestaanden toestand. Middenstand. Ofschoon de overheidsmaatregelen tegen prijsstijging hier en daar offers vergen van den middenstand zooals van het geheele bedrijfsleven kan de regeering niet erken nen. dat een en ander op eenigszins groote school tot financieele moeilijkheden speciaal voor den middenstand heeft geleid. Het toela ten van een ongemitigeerde prijsstijging met de daaruit voortvloeiende grootere eischen aan het bedrijfskapitaal zou de positie van den middenstand ongetwijfeld nog ernstiger in het gedrang hebben gebracht dan de thans getroffen maatregelen. Het Is zeker niet juist, dat, zooals sommi gen meenen, de regeering den toestand wat betreft hamsteren en prijsopdrijving niet be hoorlijk meester is kunnen blijven. Dat het pu bliek op grootere schaal heeft ingekocht dan gewoonlijk, is vanzelfsprekend en onvermijde lijk, voor de regeering ging het er echter niet om deze koopbeweging zonder meer tegen te gaan, doch slechts voor zoover zij met het oog op de voorziening van ons land met le vensmiddelen en andere producten schadelijk was en voor zoover verhinderd zou worden, dat iedere burger zijn rechtmatig aandeel in hetgeen voor het levensonderhoud noodzakelijk is, ontvangt. Hierin meent de regeering ge slaagd te zijn. Ook bij de prijspolitiek was het doel niet om elke prijsverhooging tegen te gaan, doch slechts die prijsbeweging, die een ongemoti veerd en onevenwichtig karakter had. Gedwongen autarkie. Ook de regeering vreest, dat de oorlogs toestand ons land zal kunnen dwingen tot op zekere hoogte den weg naar zelfvoorziening in te slaan. Ofschoon het nog te vroeg is om middelen en doeleinden van deze politiek con creet aan te wijzen, kan men er van overtuigd zijn, dat de regeering zich ernstig met deze vraagstukken bezighoudt. De regeering zal niet voor het voeren van een actieve económische politiek terugschrikken. Zij zal offers en resultaten van tijdelijken en blij- venden aard beide in haar rekening moeten opnemen. Geen wachttijd—Werkt direct Door deze massage begint VapoRub direct door de huid te werken als een pappleister. Gelijktijdig ontstaan door de lichaamswarmte de heilzame dampen, die 18 x per minuut naar de ontstoken luchtwegen van neus, keel en borst worden in geademd. Door de urenlang aanhoudende, dub bele werking verzacht VapoRub de prikkeling, lost het slijm op, vermindert het hoesten en maakt het ademen gemakkelijk. Opgelucht en U prettig voelend, zult U spoedig in een verkwik- kenden slaap vallen, 's Morgens is de ergste kou 1 meestal voorbij. Verlaagde Prijs 90 cL I W VapoRub (Adv. ingez. MedJ Ook in Rijksbestekken de C. A. O. De regeering deelt in haar Memorie van Ant woord op het voorloopig verslag der Tweede Ka mer over de Alg. Beschouwingen der Rijksbe grooting mede. dat het in haar voornemen ligt, in de algemeene voorschriften voor de uitvoering van werken onder het departement van Water staat een bepaling op te nemen, volgens welke over het geheele land geldende collectieve ar beidsovereenkomsten ten aanzien van loonen en andere arbeidsvoorwaarden toepasselijk worden verklaard. Zwitsersch visum gemakkelijker te verkrijgen. De formaliteiten ter verkrijging van een Zwit sersch visum voor Nederlandsche staatsburgers voorzien van een geldig paspoort voor zakenrei zen. bezoek of vacantieverblijf fdus ook voor toeristen) zijn zeer vereenvoudigd. Visa kun nen in de meeste gevallen onmiddellijk ver strekt worden. Aanvragen om een Zwitschersch visum moe ten, zooals ook tot nu toe het geval was, monde ling of schriftelijk gericht worden aan de be voegde Zwitsersche consulaten te Amsterdam of Rotterdam. VEREENÏGING ..BELLAMY". De afdeeling Haarlem der Int. Vereen. Bellamy houdt Donderdagavond 26 October as. een openbare vergadering in gebouw Flora. Pretoria- plein. Als spreker zal het woord voeren de heer M. H. v. d. Styl uit den Haag. Onderwerp: „De Bellamy-beweging in het licht van dezen tijd"#

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 5