niet omedelijk
Financiëele situatie van ons land.
Opecaüën op het IVeslftmt
in
de eerste helft van October.
Uiteenzetting der regeering.
Bestrijdt KOU
direct
SS-'3- rn
WICKS
SIAANDAG 23 OCTOBER 1939
H A A R E E M'S D A G B E A D
3
BETEEKENIS VAN DEN
LUCHTOORLOG.
Onze deskundige militaire medewerker schrijft:
Ook de eerste weken van October brachten nog
weinig teckening in den toestand op het frontge-
I deelte tusschen Basel en Luxemburgsche grens.
I Van Fransche zijde kwamen nog slechts sporadisch
i berichten over activiteit van voorhoeden of voor-
uitgeschoven elementen. De weinige malen, dat
Fransche troepen actief optraden geschiedde dit
steeds op het frontgedeelte gelegen tusschen Zwei-
I brücken en de Moezel: kennelijk het gedeelte,
waar, zooals reeds vroeger werd opgemerkt, een
Fransche stoot het meeste succes zou beloven. Oi
deze stoot inmiddels ooit zal loskomen wordt met
den dag meer en meer twijfelachtig. Niet alleen
toch wordt het jaargetijde aanmerkelijk slechter,
doch bovendien is de krachtsverhouding thans wel
in zoodanigen zin gewijzigd, dat van een Fransch-
Engelsche overmacht, noodig om tot den aanval
te kunnen overgaan, voorshands geen sprake kan
zijn. Eerder kan het tegendeel verwacht worden.
Meer en meer toch kwamen in de afgeloopen we-
weken berichten binnen over verkenningen en
activiteit van Duitsche voortroepen. Zoo werden
achtereenvolgens gemeld op:
3 October: plaatselijke Duitsche aanvallen Z. van
Saarlouis en O. van het Saargebied;
4 October: Duitsche aanvallen O. van de Moezel
en O. van de Saar;
7 October: een Duitsche aanval W. van Weiszen-
9 October: Duitsche patrouilles en overvallen
Z.W. van Saarbrücken en O. van de Moezel:
I 10 October: zeer groote activiteit van Duitsche
patrouilles tusschen Moezel en Saar;
11 en 12 October: sterke Duitsche patrouilles
tusschen Moezel en Saar; Z. van Saarbrücken en
Z. van Pirmasens;
13 October: activiteit van Duitsche patrouilles
bij Warndt;
15 October: een actief optreden van Duitsche
patrouilles W. van Saarbrücken en Z. van Zwei-
brücken.
Brengen wij al deze, overigens kleine gevechts
acties, met elkaar in verband, dan zou hieruit
kunnen worden afgeleid, dat de Duitsche strijd
krachten op een front van pl.m. 100 K.M., gelegen
ongeveer tusschen Weiszenburg en de Luxemburg
sche grens, bezig zijn met het verzamelen van ge
gevens over de opstellingen van den vijand. Deze
gegevens hebben voornamelijk betrekking op de
opstellingsplaats van vuurorganen en de sterkte
yan de aanwezige troepen.
Het eerste kan gevonden worden door het uit
lokken van vuur van de vijandelijke mitrailleurs
en de artillerie, hetgeen geschieden kan door het
inzetten van kleine plaatselijke aanvallen; het
tweede door het maken van gevangenen. Het ver
loop van de krijgsverrichtingen in de laatste twee
weken wekte sterk den indruk, dat de Duitschers
van plan waren om, nadat voldoende gegevens te
hunner beschikking zouden zijn, op het betref
fende frontgedeelte spoedig tot wat ruimere opera
ties over te gaan.
Ruimere operaties.
Inmiddels zijn deze in de allerlaatste dagen dan
ook gevolgd.
In den morgen van 16 October werd een aanval
Ingezet in het terrein onmiddellijk O. van de Moe
zel over een greedte van 6 K.M.; in den namiddag
van denzelfden dag volgde een aanval op een front
van 30 K.M. O. van de Saar. De Franschen weken
terug, waarbij het grootste gedeelte van het door
hen bezette Duitsche gebied verloren ging. Zulks
behoeft niet onmiddellijk te beteelcenen het inzet
ten van een offensief in de richting Parijs om
reeds eerder aangegeven redenen komt ons dit,
mede in verband met het vergevorderde jaarge
tijde voorshands onwaarschijnlijk voor zelfs niet
een operatie ter oprol!ing van het Rijn- en Voge-
zenfront; het zou evenzeer kunnen zijn, dat slechts
het terugwerpen van de Fransche krachten op de
Maginotlinie en het tot stand brengen van de ge
vechtsaanraking met laatsgenoemde linie werd
beoogd. Wij zullen het verdere verloop van de
operaties hier moeten afwachten. Vast staat echter,
dat het initiatief in het Westen in de laatste twee
weken van Fransch-Engelsche in Duitsche hand
is overgegaan.
Dat, zooals reeds verondersteld werd, de Fran
schen zeker niet van plan zijn om aanvallen op
het Rijnfront in te zetten, vindt mede bevestiging
I in het feit, dat zij op 13 October de bruggen over
deze rivier bij Wintersdorf, Breisach en Neuen-
I burg in de lucht deden vliegen.
De strijd in het luchtruim.
Wij willen in het kort de beginselen naar voren
brengen, welke omtrent het wezen van den lucht
oorlog worden gehuldigd.
Tegenover elkaar staan hier nl. de aanhangers
van het stelsel van den zelfstandigen luchtoorlog
en degenen, die aan den luchtoorlog een beschei
dener rol toekennen.
Als leidraad voor de eerste richting moeten nog
steeds de door den generaal Douhet ontwikkelde
theorieën worden beschouwd. De aanhangers van
deze richting zien het verloop van een oorlog als
volgt:
l Onmiddellijk in het begin van den oorlog wordt
met alle krachten de luchtmacht van den vijand
aangevallen, hetzij in de lucht, hetzij in de vlieg-
parken op den grond.
Is de vijandelijke luchtmacht uit het veld ge
slagen, dan wordt als tweede phase de heer
schappij in de lucht uitgebuit door het rücksichts
los inzetten van alle luchtstrijdkrachten tegen doe
len op den grond, zulks teneinde de moreele en
materïeele weerstandskracht van den verdediger
te breken.
Natuurlijk zal het zwaartepunt van de samen
stelling van voor dit doel bestemde luchtvloten ge
legen moeten zijn in den gevechtsvliegdienst
den bombardeervliegdienst.
De diensten als verkenning en waarneming,
welke meer voor samenwerking met land- en zee
macht van belang zijn, staan hierbij op het twee
de plan.
Tegenover deze moderne krijgskundige theorie
staat de meer conservatieve, waarbij weliswaar
ook aan de luchtmacht een groote beteekenis wordt
toegekend, doch waarbij het zwaartepunt van de
luchtactie toch gericht blijft op de samenwerking
met de wapens op den grond en ter zee.
Het luchtbombardement wordt hierbij meer als
een aanvulling, een verlengende actie van de ar
tillerie beschouwd, terwijl de jachtvliegdienst meer
optreedt ter bescherming van de overige diensten.
Verschil tusschen operaties in het
Oosten en het Westen.
In het optreden van de luchtstrijdkrachten, zoo
als zich dit op heden in den oorlog heeft getoond;
doet zich nu een aanmerkelijk verschil voor tus
schen de operaties in het Oosten en in het Westen.
In Polen een gebruik van de Duitsche lucht
strijdkrachten, dat zeer sterk aan de door generaal
Douhet ontwikkelde theorieën herinnert. Enkele
dagen na het binnenrukken in Polen zijn de Pool-
sche luchtstrijdkrachten volkomen uit het veld ge
slagen. Vervolgens wenden de Duitsche lucht
strijdkrachten zich bijna ongehinderd en tot over
groote diepte tegen de gronddoelen.
Weliswaar zijn hiermee de droomen van de mo
derne krijgskundige richting, nl, dat de luchtstrijd
krachten op zich zelf in staat zouden zijn om de
«verwinning te bevechten, niet in vervulling ge
gaan dit toch is nog steeds alleen gegeven aan
den infanterist doch wèl hebben zij aanmerkelijk
tot een versnelling van de operaties en tot ver
grooting van het militaire succes bijgedragen.
Het Westen echter geeft ook in den luchtoorlog
een geheel ander beeld.
Beschouwen wij wat door de legercommuniqué's
tot dusverre hieromtrent werd gemeld, dan brengt
de maand September aanvankelijk persberichten
over luchtverkenningen en het neerschieten van
alleen of in klein verband optredende toestellen.*
Op 21 September wordt een wat zwaarder ge
vecht gemeld tusschen jachtvliegers, waarbij, wan
neer men de berichten gelooven mag, de Franschen
niet minder dan acht toestellen en drie kabelbal
lons zouden hebben verloren.
Begin October komen wederom berichten over
een wat ernstiger treffen van grooteré luchtver-
banden, waarbij door de Fransch/Engelsche krach
ten wederom ernstige verliezen zouden zijn ge
leden. (De Duitsche berichten spreken van 12
toestellen, terwijl de eigen verliezen als 2 worden
opgegeven).
Op zich zelf zijn dit alles echter nog militair
bezien luchtoperaties op kleine schaal: van een
poging, om eikaars luchtmachten uit het veld te
slaan was nog geen sprake.
Wellicht heeft hiervoor in het begin, toen sterke
deelen van de Duitsche luchtmacht in het Oosten
gebonden waren, voor de Fransch/Engelsche lucht
macht een kans bestaan; een kans, welke onge
bruikt voorbij is gegaan.
Thans is ook op luchtgebied de machtsverhou
ding gewijzigd en zal het overwicht voorshands
wel aan de andere zijde liggen.
Doch ook van Duitsche zijde is nog geen massaal
optreden gevolgd.
Kon men aanvankelijk nog uitgaan van de gedach
te, dat zulks wellicht uitbleef omdat, volgens de
Duitsche these, de oorlog in 't Westen eigenlijk nog
niet begonnen was, nu meer en meer ook in West-
Europa de strijd een ernstig karakter gaat aan
nemen kan deze gedachte naar mijn meening voor
de militairen geen remming meer veroorzaken.
Dat tot dusverre geen massale inzet van Duit
sche luchtstrijdkrachten in het Westen volgde, kan
wederom verschillende oorzaken hebben.
Zoo zou het mogelijk kunnen zijn:
a. dat men zelf niet gelooft, dat de in Polen
toegepaste methode ook succes kan hebben tegen
landen als Frankrijk en Engeland, landen waar de
luchtstrijdkrachten uiteraard niet alleen veel ster
ker, doch bovendien veel meer gedecentraliseerd
opgesteld zullen zijn;
b. dat men het zwaartepunt voor het gebruik
van de luchtstrijdkrachten in het Westen meer ir.
verband met de operaties op den grond of ter zee
ziet.
Nu deze massale operaties nog achterwege ble
ven, zou er dan ook geen reden zijn om reeds nu
tot een inzet van groote luchteenheden te geraken.
Een les voor kleine landen.
Voor kleine landen valt m.i. uit het verschil in
optreden ten aanzien van den luchtoorlog in Oost
en West reeds nu de les te trekken, dat zij in geen
geval het zwaartepunt van hun strijdkrachten
moeten leggen in de luchtmacht, d.w.z. in een
krachtige bombardeer vloot.
De luchtvloot van kleine landen is, geheel over
eenkomstig de Poolsche, voorbeschikt om binnen
korten tijd door een overmachtigen tegenstander
te worden vernietigd, veelal zelfs zonder tot inzet
te hebben kunnen komen. En mocht deze inzet nog
wel gelukken, dan is een kleine bombardeervloot
tegen een groot land wel van heel weinig betee
kenis.
De uitwerking toch van luchtbombardement is
omgekeerd evenredig met de ruimte, waarover zij
wordt toegepast.
Een groot land nu werpt met veel machines
bommen op een betrekkelijk klein gebied: een klein
land omgekeerd met weinig machines op groote
uitgestrektheden.
Terugkeerende tot den toestand in West-Europa
moet worden geconstateerd, dat noch van de
operaties op den grond, noch van den oorlog in de
lucht een spoedige beslissing mag worden ver
wacht.
Blijft als derde mogelijkheid om een oorlog ten
einde te brengen: de economische strijd.
Het is deze strijd, welke meer en meer onze aan
dacht gaat vragen, niet het minst omdat er tee
kenen zijn, dat ook de luchtmacht hierin een rol
van beteekenis zal gaan spelen.
Over de details hiervan in een volgend artikel.
De zeilwedstrijden voor militairen,
onder auspiciën van de Roei- en
Zeilvereeniging „Het Spaarne",
welke verleden week door windstilte
werden afgelast, zijn thans Zater
dag en Zondag gehouden. Twee
finalisten met hun jollen in strijd
vlak voor de finish.
Duitsche nota wordt bestudeerd.
Geen aanbod van Engeland inzake
convoyeeren ontvangen.
Zooals eerder gemeld, heeft de Duitsche regee
ring Vrijdag aan het ministerie van buitenland-
sche zaken een nota doen overhandigen, waarin
wordt gewaarschuwd tegen het doen convoyeeren
van onze schepen door Engelsche oorlogsbodems.
Wij vernemen dat deze nota, die in vriendschap
pelijke termen is gesteld, in studie is genomen,
en dat het nog wel eenigen tijd zal duren alvo
rens er door de Nederlandsche regeering op zal
worden geantwoord.
Voorts vernamen wij dat van Engelsche zijde
geen enkel aanbod ontvangen is aan onze sche
pen convooi te verleenen.
Amsterdam-Oost verblijd met de
voltooiïng der spoorwegwerken.
De bewoners van AmsterdamOost hebben
Zaterdagmiddag uitdrukking gegeven aan hun
dankbaarheid voor de voltooiing van de spoor
wegwerken, waardoor dit stadsgedeelte uit zijn
isolement is verlost, immers: de spoorbanen zijn
op hoog niveau gebracht en de spoorwegovergan
gen, die zooveel narigheid en ongerief veroor
zaakten, hebben plaats gemaakt voor tunnels. Zij
hebben deze welgemeende dankbaarheid vorm
gegeven door het aanbieden van vijf plaquettes
aan de directie der Nederlandsche Spoorwegen,
welke plaquettes zijn aangebracht in de vijf
tunnels, die thans aan een bijkans onhoudbaren
toestand een einde hebben gemaakt.
Het Haagsche politiekorps is in verband
met de mobilisatie van een aantal leden
met 15 tijdelijke agenten uitgebreid
Besprekingen te Londen worden
Dinsdag hervat.
De besprekingen van de Nederlandsche dele
gatie met de Engelsche regeering in verband
met de moeilijkheden, welke door den oorlogs
toestand zijn geschapen, zullen Dinsdag a.s. te
Londen worden hervat.
De Nederlandsche delegatie bestaat uit de
heeren jhr. Michiels van Verduynen, Neder-
landsch gezant te Londen, voorzitter, en de hee
ren Lamping en Hart, die heden naar Londen
vertrekken, en den handelsattaché bij onze le
gatie te Londen, den heer 's Jacob.
Bij prijzenpolitiek van de
regeering valt 't accent op
D
duurder worden van hef levensonderhoud
Dewanqutqsuyaaxde speelt 'n xol, maac ook andete elementen
De regeering heeft geantwoord op de Alg. Be
schouwingen der Tweede Kamer over de rijks-
begrooting 1940.
In dit antwoord zet de regeering ook uit
een wat het doel is van haar voedsel- en
prijzenpolitiek. Zij stelt er prijs op te ver
klaren, dat zij een open oog heeft voor de
moeilijkheden, welke een belangrijke stijging
van de kosten van levensonderhoud met zich
zou brengen. Primair doel van de prijspolitiek
van de regeering zal dan ook zijn elke onge
motiveerde stijging van deze kosten te ver
hinderen. Behalve aan de huren en de brand
stofprijzen zal zij bijzonderen aandacht schen
ken aan de prijzen van al die artikelen,
welke voor de voorziening in het directe
levensonderhoud noodig zijn.
Het is daarbij naar de opvatting der regee
ring intusschen nog te vroeg zich thans reeds
uit te spreken over de vraag of de huidige, op een
zoo rustig mogelijke prijsontwikkeling gerichte
politiek, gecompleteerd zal moeten worden met
aanvullende maatregelen. Zij geeft er de voor
keur aan, allereerst de resultaten der huidige po
litiek af te wachten, te meer omdat zij nog geens
zins de overtuiging heeft, dat deze politiek niet
voldoende mogelijkheden zou bieden, de kosten
van het levensonderhoud binnen redelijke gren
zen te houden. Intusschen erkent de regeering,
dat een voorzichtige aanpassing der prijzen aan
den nieuwen toestand als noodzakelijk moet
worden beschouwd.
Zonder aan het beginsel der vervangings
waarde bij de waardeering van voorraden
wezenlijke beteekenis te willen ontzeggen,
sluit de regeering zich niettemin aan bij het
oordeel, dat deze waarde niet uitsluitend richt
snoer mag zijn en dat ook met andere elemen
ten rekening moet worden gehouden. Naar
haar meening zal, behalve de grootte der voor
raden, ook een factor als b.v. de onzekerheid
der huidige prijsbeweging een rol moeten spe
len en zullen momenteele „fancy"-prijzen nim
mer bepalend mogen zijn voor de waardeering
van soms voor zeer geruimen tijd voldoend
zijnde voorraden. Het ligt in de bedoeling
der regeering de verschillende in dit opzicht van
belang zijnde factoren naar de mate hunner
beteekenis te laten wegen.
Een voorzichtige aanpassing der prijzen aan
den nieuwen toestand is ten aanzien van de
prijsbeweging der agrarische producten even
eens van groot belang. In het bijzonder is hier
bij het feit, dat akkerbouwproducten wederom
in den vorm van voedergranen gebezigd wor
den bij de uitoefening van het veehouderijbe
drijf en een prijsstijging der voedergranen der
halve een vermeerdering der productiekosten
voor deze bedrijven medebrengt, aanleiding om
op het prijsverloop der agrarische producten
zeer nauwlettend toe te zien. Bij de door de
regeering hierbij ce nemen beslssingen zal
voor alle bedrijven gestreefd worden naar het
bereiken van een zoodanige opbrengst, als
waarop de beoefenaren van land- en tuinbouw
mede in verband met het niveau der bedrjjfs-
onkosten en hun kosten van levensonder
houd redelijkerwijze aanspraak zullen kunnen
maken.
Aan de regeering is gebleken, dat het beleg
gingsfront, evenzeer als het in een vorige pe
riode remmend werkte op een te snelle en on
gemotiveerde daling der rente, geneigd is in
de toekomst een kunstmatige stijging der rente
tegen te gaan.
Contingenteering.
De gewijzigde omstandigheden hebben de
regeering aanleiding gegeven haar contingen
teeringspolitiek opnieuw aan een onderzoek te
onderwerpen.
Reeds is evenwel gebleken, dat de con
tingenteer ingen als zoodanig nog niet kun-
In haar Memorie van Antwoord op de
Alg. Beschouwingen der Tweede Kamer
over de rijksbegrooting voor 1940 waar
schuwt de regeering tegen een te vrien
delijke voorstelling van den vóór den oorlog
bestaanden toestand.
De stortingen in het spoorwegpensioenfonds
zullen van f 9 millioen tot f 16 millioen per
jaar verhoogd moeten worden. En de ver
zuimde stortingen in het invaliditeits- en
ouderdomsfonds zullen feitelijk bij het reëele
tekort moeten worden geraamd.
Wat voornamelijk aandacht verdient is de
toeneming van dat deel der schuld, waarvoor
feitelijk naar redelijke eischen van financieel
beheer niet geleend had mogen worden. Ver
wezen moge hier worden naar de mededeeling
in de voorlaatste millioenennota, dat in de eer
ste zeven crisisjaren circa f 500 millioen van de
schuldtoeneming betrekking had op uitgaven,
welke in normale omstandigheden ten laste van
den gewonen dienst hadden moeten komen. Dat
dit bedrag in de jaren na 1936 nog aanzienlijk
is gestegen, behoeft wel geenij betoog.
Tot defaitisme behoort dit minder gunstige
financieele beleid zeker niet te voeren.
De regeering blijft voorloopig van meening.
dat de termijn van aflossing van de onder de
werking van het leeningfonds vallende leenin
gen op niet langer dan 15 jaren dient te worden
gesteld. Intusschen zal er te dien aanzien zoodra
de voornemens der regeering zijn belichaamd
in een bij de Staten-Generaal ingediend wets
voorstel, gelegenheid zijn tot een nadere gedach-
tenwisseling.
Belastingplannen.
De bezwaren, die de regeering tegen het thans
ingetrokken ontwerp van wet tot heffing van
een nationale inkomsten- en winstbelasting en
tot wijziging van enkele belastingwetten had.
betroffen o.a. de ingewikkelde regeling van de
voorgestelde heffing van 2 pet. van alle inkom
sten en de omstandigheid, dat het gekozen
heffingssysteem geen ruimte liet voor het toe
passen van een aftrek voor noodzakelijk levens
onderhoud.
Ook acht de regeering het afschaffen of ver
lagen van tal van bestaande belastingen in
een tijd waarin' met groote moeite getracht
moet worden nieuwe middelen tot dekking van
de verhoogde staatsuitgaven te vinden, in het
algemeen niet gerechtvaardgid.
Winstbelasting
De regeering heeft aan een winstbelasting
de voorkeur gegeven boven de wijziging van de
dividend- en tantième-belasting.
De regeering acht het niet uitgesloten,
dat in de toekomst nog tot een verdere ver
zwaring van enkele indirecte belastingen zal
moeten worden overgegaan.
Dat opheffing van het zoogenaamde bank
geheim groote bedragen aan inkomsten en
vermogen aan den fiscus zou bekend maken,
die hem thans verborgen blijven, schijnt de re
geering een illusie. Intusschen vormt die aan
gelegenheid een punt van onderzoek bij den
Economischen Raad, welks rapport wordt inge
wacht.
Gemeente financiën.
Het streven bestaat, de geldelijke zelfstandig
heid der gemeenten en hierdoor haar gevoel
van verantwoordelijkheid voor eigen huishou
ding, spoedig en zoover doenlijk te herstellen
doch de weg, waarlangs dit doel het best zal
kunnen worden bereikt, moet door het kabinet
uüteraard nog worden overwogen. Aangaande
het lot van de aanhangige voorstellen tot weder
invoering van een gemeentelijke belasting naai
het inkomen en van een forensenbelasting zullen
eerst mededeelingen kunnen gedaan worden,
indien omtrent het geheel der maatregelen,
waardoor gepoogd zal worden een redelijke sa
neering van het gemeentelijk financiënwezen
te verkrijgen, een beslissing gevallen is.
Werkloosheid
Het is uiterst moeilijk, zoo niet ondoenlijk,
aldus de regeering, onder de huidige omstandig
heden nauwkeurig aan te geven, zelfs voor de
allernaaste toekomst, hetgeen op het gebied
van uitvoering van groote werken zal kunnen
worden gedaan. Veel zal afhangen van de mo
gelijkheden ten aanzien van invoer van onont
beerlijke materialen en van den loop der prij
zen. De regeering zal doen wat mogelijk is.
nen worden gemist. Ofschoon de gevaren
voor het Nederlandsche bedrijfsleven veelal
van karakter zijn veranderd, worden ver
scheidene takken van industrie nog steeds
door overmatigen invoer bedreigd, al komt
deze bedreiging in verschillende gevallen van
andere zijde dan vóór het intreden van den
bestaanden toestand.
Middenstand.
Ofschoon de overheidsmaatregelen tegen
prijsstijging hier en daar offers vergen
van den middenstand zooals van het geheele
bedrijfsleven kan de regeering niet erken
nen. dat een en ander op eenigszins groote
school tot financieele moeilijkheden speciaal
voor den middenstand heeft geleid. Het toela
ten van een ongemitigeerde prijsstijging met de
daaruit voortvloeiende grootere eischen aan
het bedrijfskapitaal zou de positie van den
middenstand ongetwijfeld nog ernstiger in
het gedrang hebben gebracht dan de thans
getroffen maatregelen.
Het Is zeker niet juist, dat, zooals sommi
gen meenen, de regeering den toestand wat
betreft hamsteren en prijsopdrijving niet be
hoorlijk meester is kunnen blijven. Dat het pu
bliek op grootere schaal heeft ingekocht dan
gewoonlijk, is vanzelfsprekend en onvermijde
lijk, voor de regeering ging het er echter niet
om deze koopbeweging zonder meer tegen te
gaan, doch slechts voor zoover zij met het
oog op de voorziening van ons land met le
vensmiddelen en andere producten schadelijk
was en voor zoover verhinderd zou worden,
dat iedere burger zijn rechtmatig aandeel in
hetgeen voor het levensonderhoud noodzakelijk
is, ontvangt. Hierin meent de regeering ge
slaagd te zijn.
Ook bij de prijspolitiek was het doel niet
om elke prijsverhooging tegen te gaan, doch
slechts die prijsbeweging, die een ongemoti
veerd en onevenwichtig karakter had.
Gedwongen autarkie.
Ook de regeering vreest, dat de oorlogs
toestand ons land zal kunnen dwingen tot
op zekere hoogte den weg naar zelfvoorziening
in te slaan. Ofschoon het nog te vroeg is om
middelen en doeleinden van deze politiek con
creet aan te wijzen, kan men er van overtuigd
zijn, dat de regeering zich ernstig met deze
vraagstukken bezighoudt.
De regeering zal niet voor het voeren van een
actieve económische politiek terugschrikken. Zij
zal offers en resultaten van tijdelijken en blij-
venden aard beide in haar rekening moeten
opnemen.
Geen wachttijd—Werkt direct
Door deze massage begint VapoRub direct door
de huid te werken als een pappleister. Gelijktijdig
ontstaan door de lichaamswarmte de heilzame
dampen, die 18 x per minuut naar de ontstoken
luchtwegen van neus, keel en borst worden in
geademd. Door de urenlang aanhoudende, dub
bele werking verzacht VapoRub de prikkeling,
lost het slijm op, vermindert het hoesten en
maakt het ademen gemakkelijk. Opgelucht en
U prettig voelend, zult U spoedig in een verkwik-
kenden slaap vallen, 's
Morgens is de ergste kou 1
meestal voorbij.
Verlaagde Prijs 90 cL I
W VapoRub
(Adv. ingez. MedJ
Ook in Rijksbestekken de C. A. O.
De regeering deelt in haar Memorie van Ant
woord op het voorloopig verslag der Tweede Ka
mer over de Alg. Beschouwingen der Rijksbe
grooting mede. dat het in haar voornemen ligt,
in de algemeene voorschriften voor de uitvoering
van werken onder het departement van Water
staat een bepaling op te nemen, volgens welke
over het geheele land geldende collectieve ar
beidsovereenkomsten ten aanzien van loonen en
andere arbeidsvoorwaarden toepasselijk worden
verklaard.
Zwitsersch visum gemakkelijker te
verkrijgen.
De formaliteiten ter verkrijging van een Zwit
sersch visum voor Nederlandsche staatsburgers
voorzien van een geldig paspoort voor zakenrei
zen. bezoek of vacantieverblijf fdus ook voor
toeristen) zijn zeer vereenvoudigd. Visa kun
nen in de meeste gevallen onmiddellijk ver
strekt worden.
Aanvragen om een Zwitschersch visum moe
ten, zooals ook tot nu toe het geval was, monde
ling of schriftelijk gericht worden aan de be
voegde Zwitsersche consulaten te Amsterdam
of Rotterdam.
VEREENÏGING ..BELLAMY".
De afdeeling Haarlem der Int. Vereen. Bellamy
houdt Donderdagavond 26 October as. een
openbare vergadering in gebouw Flora. Pretoria-
plein.
Als spreker zal het woord voeren de heer
M. H. v. d. Styl uit den Haag. Onderwerp: „De
Bellamy-beweging in het licht van dezen tijd"#