De P.T.T.-beg rooting goedgekeurd
MiJnhardtjes
Dagboek van een busreis door Amerika.
Nachtrit.
p ON DERDAG 9 NOVEMBER 1939
HS'ARCEM'S DSGBEAD
TWEEDE KAMER
Onzijdigheidspolitiek vindt algemeenen bijval.
DEN HAAG Woensdag.
de behandeling dezer begrooting pleegt het
plet"te ontbreken aan lof voor het beheer en de
leiding in dit opzicht was b.v niet alleen de heer
jfrijger (c.-h.) maar zelfs de communist De Vis
ser gouvernementeel en voorts o.m. aan platte
lands-pleidooien (verbetering van de bestellingen
vroeg b.v. Mr. Wendelaar lib.), voor automatisee-
png daar kwam de heer Krijger voor op). En
verder maakte ook heden
weer de radio onderwerp
van de gedachtenwisseling
uit, in welk verband vooral
Mr. Wendelaar (lib.) ten be
hoeve van een zendtijd van
1 uur per maand voor den
liberalen omroep een vurig
betoog hield.
Wat den door verschillen
de afgevaardigden uitgeoefen
den aandrang in de richting
van verlaging van de tele
foontarieven betreft, Minister
v. Boeyen achtte een dergelijken maatregel ook zeer
jewenscht, doch op dit oogeniblik niet verant
woord. Zijne Excellentie verklaarde al tevreden te
sullen zijn als over 1940 de normale winst kan
gorden uitgekeerd en normaal kan worden afge
schreven. Uit 's Ministers vrijwel onverstaanbaar
letoog zij nog een en ander aangestipt. Er zal wor
den voortgegaan op den in de laatste jaren bewan
delden weg die naar aanmerkelijke verbetering
ran den P.T.T.-dienst op het platteland leidt.
"Verdeeling van nachtdiensten over een grooter
jontingent van het personeel de heer v. IJssel-
nuiden (r.-k.), die het hierover had gehad, zal
iet met genoegen gehoord hebben zal een punt
ijn, dat de Minister zal nagaan. Nog allerlei perso_
ieels-aangelegenheden passeerden de revue, waar-
iver de heer v. Boeyen Mr. Wendelaar (en an-
leren!) trachtte uiteen te zetten, waarom van in
williging van den bescheiden wensch inzake den
[beralen radio-omroep, vooral in dezen tijd, geen
prake kan wezen.
De begrooting van de P.T.T. ging er, evenals een
lantal andere agendapunten z.h.s.t door. Toen kwam
$uitenlandsche Zaken" aan de orde.
Ir. Bongaerts (r-k.) open-
|e het debat met een histo-
ische uiteenzetting ter ken-
chetsing van de positie van
iet zelfstandige Nederland
internationaal terrein,
i'elke het doet afhouden van
politieke bondgenootschap
en.
Nederland laat zich, s-teu-
lend op het volkenrecht, lei
door zijn onzijdigheids-
zelfstandigheidswil: als
der oorlogvoerenden
liet in de juiste mate de
eutraliteit eerbiedigt zullen wij daartegen met 't
loodige protest opkomen maar dat geeft den ander
log geenszins het recht ons gebrek aan voldoende
eutraliteitszorg voor de voeten te werpen.
Nederland heeft geen schuld aan het uitbreken
fen den oorlog en te Genève naar beste vermogen
foor verwezenlijking van de Volkenbondsbeginse-
|e.n gewerkt. Dat anderen zich aan allerlei Ge-
jeefsche verplichtingen onttrokken is niet onze
ichuld.
Spr. gewaagde van het voor den oorlog en Dins-
lag*herhaalde aanbod van goede diensten, gedaan
Joor ons en door het Belgische staatshoofd en sprak
hoop op succes uit.
De Minister zal het zeker ook als 'n belangrijk
keel van zijn taak -beschouwen reeds nu te over
wegen, wat de vrede zal moeten brengen, Daarbij
(telt hij, in de oogen van dezen afgevaardigde, te-
(echt een weer voortbouwen op de Volkenbonds
led ach te op den voorgrond. Echter belet deze
[vertuiging Ir. Bongaerts niet vast te stellen, dat
Be Bond en zijn organen tal van fouten hebben
begaan. Men zal nu al moeten nagaan hoe zulks in
Je toekomst te vermijden. De organisatie van den
Wereldvrede kan alleen opgroeien uit de aanhou-
Jende samenwerking van vredelievende volken.
Tot slot zijner opmerkingen stipte de R.K. woord
loerder aan, wat de buurland^ België en Neder-
and zoo al gemeen hebben, om in beider belang
iauwe samenwerking op economisch, cultureel
jebied enz. van groot belang te noemen, in welk
jerband hij nog in 't bijzonder wees op de wensche-
jjkheid zorg te dragen voor ineenstrengeling van
|e binnenscheepvaartnetten, van spoorwegen, auto-
(erkeerswegen. Samenwerking op het gebied van
je verkeersmiddelen is thans vooral opportuun,
[r. Rutgers v. Rozenburg (c. h.) gaf eveneens
iting aan zijn sympathie voor Nederlandsch-Bel-
sche samenwerking, sprak ook alweer de hoop
it, dat het aanbod van goede diensten eenig resul-
tt zal opleveren.
Mr. v. d. Goes v. Naters (s.d.) die o.m. ont-
inde, dat er (volkenrechtelijk) een geestelijke
ïutraliteit moet bestaan, bleek het eens te zijn
et het beleid in zake onze zelfstandigheids- en
izijdigheidspolitiek. Intusschen stipte deze afge-
lardigde aan, hoe ten onzent de N. S. B. telkens
gen onze neutraliteit ageert.
Dit Kamerlid roerde verder o.m. aan, hoe econo-
jiische neutraliteit door Professor Verzijl terecht
Innk zij de allerjongste fantasie als internationale
echtplicht is geschetst zulks volkomen in strijd
[iet wat werkelijk het volkenrecht inhoudt.
Dat er gisteren opnieuw goede diensten zijn aan-
eboden kan spr. toejuichen, doch men diende wel
i bedenken, dat Nederland met het oog op eer-
iediging van het recht niet mag vergeten, dat
'olen als staat nog niet verdwenen is. Doel van den
rede moet zijn den triomf van het recht tusschen
e volkeren te bevorderen!
Naar aanleiding van het communiqué over den
isteren ondernomen stap vroeg Dr. Bierema
lib.), die dit initiatief toejuichte, of zulks ge-
chied was in overeenstemming met het oordeel van
en Ministerraad. Overigens zou hij gaarne nog
/el iets naders vernemen in verband met 't jongste
iederlandsch-Belgische aanbod.
Naar aanleiding van het feit, dat, terwijl onze
neutraliteit in de lucht zoo nu en dan geschonden
is, zulks de laatste dagen niet gebeurd is, had spr.
den indruk dat de door ons getroffen maatregelen
toch effect hebben opgeleverd.
Van de lucht naar de zee is in 'n Kamerrede
geen afstand. Zoodoende kwam Dr. Bierema nu op
veel onrecht en last, die onze handelsschepen op zee
ondervinden, waarbij de vertragingen van 't on
derzoek dikwerf een gevolg schijnen te wezen van
onvoldoende organisatie.
Ontoelaatbaar acht spr. het, dat landgenooten de
consequentie en oprechte neutraliteitspolitiek van
de Regeering in verdenking brengen. Intusschen
stelle ons Gouvernement aan het euvel van zulke
uitlatingen paal en perk met alle mogelijke mid
delen, maar alleen in alleruiterste noodzaak neme
de Regeering haar toevlucht tot het paardenmiddel
van den Staat van beleg.
Wederopbouw van den Volkenbond zal na den
oorlog geboden zijn, maar.... zonder de fouten
van Versailles. Wat Nederland aangaat, wij moeten
inderdaad niet aan alliantie-politiek doen.
Nederland en België kunnen elkaar steunen in
hun zelfstandigheidspolitiek, ook economisch kun
nen zij over en weer de samenwerking bevorderen.
Spr. eindigde met 'n enkele opmerking aan onzen
consulairen dienst.
E. v. R.
De heer A. C. Waller overleden.
Woensdagavond is in een ziekenhuis te Amster
dam waar hij Maandag jl. werd opgenomen, na
een inzinking welke hem op een vergadering over
kwam. in 65-jarigen ouderdom overleden de heer
A. C. Waller, president-directeur van de N.V. Olie-
[abrieken Calvé te Delft.
Albert Carel Waller werd 5 Maart 1874 te
Haarlem geboren. Na in 1893 eindexamen H.B.S.
aldaar met succes te hebben afgelegd, studeerde
hij voor chemisch ingenieur te Aken, waarvoor hij
in 1897 het diploma verwierf. In 1898 werd hij
leider eener vennootschap te Londen en in 1900
yerd hij verbonden aan de oliefabrieken Calvé,
belft. Hij bekleedde aan deze fabrieken achtereen
volgens de functies van procuratie-houder (1907),
Onder-directeur (1914) en directeur (1918). De
heer Waller werd in 1921 met het presidium van
de directie dezer fabrieken belast.
Naar wij vernemen, zal de begrafenis van het
Hoffelijk overschot van den heer A. C. Waller, op
Zaterdag 11 November a.s. des voormiddags te
kwart voor twaalf geschieden op de begraafplaats
lud Eik en Duinen te 's Gravenhage.
Nederlandscli motorschip
Margaretha voer niet op de Oostzee.
Misverstand in de Duitsche bladen?
Blijkens mededeelingen van Nederlandsche
dagbladcorrespondenten in Berlijn is -m de
Duitsche pers een bericht opgenomen over een
neutraal stoomschip, met hout geladen en
waarin Nederlanders zouden deelhebben, het
welk in het Keizer Wilhelmkanaal door de
Duitsche controle was vrijgegeven, omdat het
Nederland als bestemming aangaf, doch later
door een Duitsch oorlogsschip zou zijn betrapt,
wijl het in de Noordzee naar Engeland koers
zette.
Uit dit bericht zou gelezen kunnen worden,
dat het hier een Nederlandscli schip betrof. Dit
is echter niet het geval.
Aan het A.N.P. wordt van bevoegde zijde mede
gedeeld zulks mede in verband met de naam
van het betreffende schip dat er slechts één
Nederlandsch motorschip .Margaretha" bestaat
welk schip in geen jaar in de Oostzee is geweest,
doch het laatste jaar geregeld tusschen Kings
Lynn (Wash Bay) en Rotterdam heeft gevaren.
Het in de Duitsche pers vermelde kan dus niet
slaan op een Nederlandsch schip. Bovendien
deelt dezelfde bevoegde zijde mede, zich niet te
kunnen voorstellen, wie bedoeld kunnen zijn met
Nederlanders die in het schip zouden deel heb
ben.
Exploitatie van de film „Veertig
jaren" leverde tekort op.
In een nota naar aanleiding van het verslag over
het wetsontwerp wijziging en verhooging van het
tweede hoofdstuk der rijksbegrooting over het
dienstjaar 1939 schrijft de minister van Algemeene
Zaken:
Dat de exploitatie van de film „Veertig Jaren"
een vrij belangrijk tekort heeft opgeleverd on
danks de terecht gekoesterde verwachting, dat
voor deze film een groote belangstelling zou be
staan, is het gevolg van een samenloop van ver
schillende omstandigheden, waarop het comité van
de nationale film geen invloed vermocht uit te
oefenen Reeds van den aanvang werd de exploita
tie van de film ongunstig beïnvloed, doordat een
week voor de vertooning daarvan twee andere
jubileumfilms waarvan er een zelfs ongeveer
denzelfden naam droeg als de nationale film in
omloop werden gebracht.
Kort na het in omloop brengen van de film
„Veertig Jaren", welke in de eerste weken in de
meeste theaters zeer groote belangstelling trok,
heeft vervolgens de opgetreden kinderverlamming
tot gevolg gehad, dat niet alleen een groot aantal
voorstellingen voor tienduizenden kinderen uit het
geheele land waarvoor de onderhandelingen
reeds in een ver gevorderd stadium waren
moest worden afgelast, maar bovendien ook het
bezoek van het volwassen publiek aan vermake
lijkheden plotseling sterk achteruitliep.
In de laatste week van September 1938 traden
ten slotte nog de internationale spanningen op,
welke eveneens een zeer ongunstigen invloed op
het bezoek aan de film uitoefenden.
Of het mogelijk zal zijn, de film alsnog te ex-
ploiteeren, is afhankelijk van onderhandelingen,
welke nog loopende zijn, doch in ieder geval is het
wel zeker, dat de baten van zulke vertooningen
ten plattelande en voor gemobiliseerden, indien ze
kunnen plaats vinden, financieel weinig of geen
resultaat beloven.
Inderdaad is 3/4 van het tekort, waarvoor van
particuliere zijde garantie is verstrekt, thans reeds
geheel bijeengebracht.
Vergist U niet! Ze h ee ie n:
en ze zijn niet rond, doch hartvormig.
(Adv. Ingez. Med.)
Huiszoeking bij Amsterdamschen
inspecteur van politie.
Denekampsche uniformenkwestie nog niet
opgehelderd.
Woensdagmiddag heeft de justitie en politie met
kracht het onderzoek voortgezet in de geheimzin
nige zaak betreffende de Denekampsche uniform
kwestie.
Den geheelen middag is de inspecteur van-politie
G. tegen wien verdenking was gerezen, dat hij meer
an deze zaak afweet, verhoord door den rechter
commissaris mr. Plug, inspecteur Heyink en de Al-
melosche wachtmeesters van de marechaussee C. A.
van Wolf eren en J. v. d. Veen.
Ook is een deel van het in beslag genomen mate
riaal, brieven, boeken, papieren, geschriften nader
onder de loupe genomen
Zooals men weet is reeds een onderzoek ingesteld
bij de woning van den Amsterdamschen inspecteur
in de Vijzelstraat. De inspecteur was echter niet
thuis daar hij in dienst is en in Bussum is gelegerd.
De inspecteur is naar Amsterdam gegaan om
daar verklaringen af te leggen. In de woning van
den inspecteur in de Vijzelstraat is daarop een on
derzoek ingesteld, dat meer dan een uur in beslag
nam.
De inspecteur van politie ontsloot zelf zijn deur
en ging de woning binnen, vergezeld van den
reehter-commissaris mr. Plug, inspecteur Heyink
van de politieke recherche, de wachtmeesters van
Wolf eren en van der Veen en eenige Amsterdam-
sche rechercheurs. Het onderzoek nam meer dan
een uur in béslag. Intusschen bleven vele voorbij
gangers een oogenblik staan om te informeeren wat
er aan de hand was.
Ook de hoofdverdachte in deze zaak, A., was
naar de woning van den inspecteur overgebracht en
aanwezig bij het aldaar voortgezette verhoor. Om
ruim half zeven verscheen het gezelschap weer
Naar wij vernemen zou ook nog een onderzoek wor
den ingesteld in het militaire verblijf van den in
specteur te Bussum.
Het aantal studenten in Nederland.
Een nieuwe stijging.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek geeft voor-
loopige cijfers omtrent de bevolking der universi
teiten en hoogescholen in het studiejaar 1938/1939.
Ter vergelijking geven wij hier het verloop
van het aantal studenten van het studiejaar 1930
1931 af.
Studiejaar Aantal studenten
1930—1931 12.061
1931—1932 12.740
1932—1933 13.481
1933—1934 13.675
1934—1935 13.066
1935—1936 12.628
1936—1937 12.387
1937—1938 12.505
1938—1939 12.594
Uit dit staatje blijkt dat de in het vorige studie
jaar waargenomen vermeerdering van het aantal
studenten (met 1 pet.) zich ook in dit studiejaar
heeft voortgezet: de toeneming bedroeg nu 0.7 pet.
Ook thans is dit accres het gevolg van een be
langrijke stijging van het aantal studenten der
hoogescholen, welk aantal met 5,4 pet. toenam.
Het aantal studenten der universiteiten liep echter
nog met 0.8 pet. terug.
Het aantal mannelijke studenten steeg met 0.7
pet (i.n 19371938 met 1.2 pet.), dat der vrouwe
lijke studenten nam met 0.8 toe.
Onderstaand staatje geeft het verloop per facul
teit en studierichting weer.
Faculteiten en studierichtingen 1937/38 1938/39
Universiteiten:
Godgeleerdheid 837 831
Rechtsgeleerdheid 1.428 1.436
Ver. fac. der rechten en letteren
(Ned. I. recht en Indologïsche
studie) 351 387
Geneeskunde 3.696 3.715
Wis- en natuurkunde 1.587 1,540
Ver. fac. der wiskunde en letteren
(Studie der Aardrijkskunde) 115 119
Letteren en wijsbegeerte 1.097 1.003
Economische wetenschappeu 249 255
Veeartsenijkunde 128 124
Hoogescholen:
Technische wetenschappen 1.838 1.911
Landbouwkunde 409 462
Economische wetenschapen 788 826
De hierin vermelde cijfers toonen aan, dat de
teruggang van het aantal studenten aan de univer
siteiten voornamelijk het gevolg is van het ver
minderde aantal inschrijvingen in de faculteit der
letteren en wijsbegeerte en in de faculteit der wis-
en natuurkunde. Terwijl de andere faculteiten in
de studiejaren 19371938 en 19381939 haar
aantallen studenten weer zagen toenemen, boekte
de faculteit der letteren en wijsbegeerte in deze
jaren een afneming van resp. 9.5 en 8.6 pet. Ook
bij de faculteit der wis- en natuurkunde was dit
het geval, zij het in mindere mate, nl. met resp.
6.9 en 3 pet.
Nu het wapen embargo door Amerika is opgeheven, wachten groote
hoeveelheden vliegtuigen op verscheping naar Europa. Lockheed-
machinett te Burbank in Californië, gereed voor transport naar
Engeland
E bus gaat door den nacht. Om één uur
uit een stadje, 's ochtends om acht uur
in een ander stadje. De naam van het
ééne stadje doet er niet toe. Die van het
andere stadje nog minder. Het zijn stadjes als alle
andere stadjes. Vriendelijk, vredig en zonder eigen
sfeer. De bus gaat door den nacht. Door Ohio, of
Indiana, of Kansas. Wat doet het er toe? De nacht
is duister. En de bus is donker. Alleen de witte,
harde autoweg is verlicht door de koplampen. Een
stuk witte weg in de duisternis. De bus verslindt
den weg. De weg is lang. Dezen nacht zullen vier
honderd mijlen van den weg worden verslonden.
Dat is maar een heel klein stukje Amerika. Maai
de nacht is lang. De menschen in de bus praten
niet. Zij zitten zwijgend naast elkaar. Of slapen.
Er zijn er die vijf dagen en vijf nachten in de bus
blijven. Van New York naar San Francisco. Zij
kunnen de hotelkosten niet betalen. Ze zijn moe en
verlangen naar het verre eindpunt. Ik zit met mij
zelf alleen. Dat is een zeldzame gewaarwording.
Vele uren alleen zijn met u zelf. De nacht is rond
om. Ge snelt langs een onbekenden weg door een
onbekende wereld. Van een onbekende plaats
naar een onbekende plaats. Het is of ge zweeft in
het eindelooze, wijdelooze. En het is wonderlijk
welke gedachten bij u komen.
Ik denk: ik ben midden in Amerika, midden in
der nacht, ik ben hier nooit geweest, ik zal hier
nooit terugkomen, deze dertig menschen in de bus
zijn vreemd voor mij, ik ken hun namen niet, ik
weet niet wat zij doen, ik weet niet waar zij wonen.
Over de heele wereld gaan nu bussen door den
nacht. En treinen. En booten. Overal gaan men
schen heen. Overal onbekende menschen. Overal
slapende stadjes. En slapende menschen. Elburg
slaapt nu ook. En Haarlem slaapt. De burgemeester
van Groningen slaapt en de Commissaris van po
litie in Zutphen slaapt.
Dit is de nacht van 20 op 21 October 1939. Waar
was ik dezen nacht een jaar geleden? In Den
Haag. Ik wist toen niet dat ik het volgend jaar
eigens door de prairiën van Kansas zou rijden.
Twintig jaar geleden was ik in Leiden. Twintig
jaar geleden in den nacht van 20 op 21 October
lag ik in bed in Leiden. Ol' ik zat met vrienden te
praten op de Studenten Sociëteit.
Wij rijden door den nacht. De man naast mij is
wakker geworden en steekt een sigaret op. De kleine
vlam verlicht zijn gezicht. Het is de eerste maal dat
ik zijn gezicht zie. Hij biedt mij een sigaret aan en
hij denkt misschien: „het is de eerste maal dat ik
zijn gezicht zie." Ik zeg: „thanks" en aan dat ééne
woord hoort hij dat ik niet uit Amerika ben. Hij
vraagt, waar ik vandaan kom. „Holland". Moet een
nice, pretty, small Country zijn, zegt hij. Ik zeg:
ja, very, very. nice. Dan rooken wij zwijgend verder.
De man zakt weer weg en slaapt. Ik zie hoe de bus
den witten weg verslindt. Een hel verlicht reclame
bord voor een hotel schiet voorbij in de duisternis.
Er moet dus een stadje komen. Het stadje schiet
voorbij. Het is donker. Alleen het tankstation is ver
licht, en er branden lantaarns op het kerkhof. Nog
een huis met vensters. Dan is de zwarte nacht weer
om de bus. En ben ik weer alleen. Alleen midden in
Kansas. Dit was het land van Buffalo Bill. Hier
reed hij op zijn paard, of: zijn ros, of: zijn mustang.
Ik las graag van Buffalo Bill. Hoe lang is dat gele
den? Dertig jaar. Dertig jaar geleden in een Neder
landsche provinciestad. Ik zie voor het eerst in vele
jaren het huis in de provinciestad. En de kamer
waar ik van Buffalo Bill las. Onder de lamp met
de gele zijden kap.
Ik heb nooit meer aan die lamp gedacht. Het was
een gaslamp. Met een gloeikousje. Met twee ket
tinkjes. Een kettinkje „aan" en een kettinkje
„uit". Ik mocht met die kettinkjes niet spelen. Ik
hoor in eens de plof van het gloeikousje als je
aan die kettinkjes trok. Een keer heeft een vriend-
Een film over de Koninklijke
Marine.
Uiteenzetting over versterking van de vloot.
De marinestaf en de stichting Inef (Indië in Ne
derland door de Film) vertegenwoordigers van de
pers in de gelegenheid gesteld de nieuwe docu
mentaire film over de Koninklijke Marine in Ne
derland, die pas gereed gekomen is te zien.
Nadat de luitenant ter zee der eerste klasse G.
Koudijs de persvertegenwoordigers welkom had
geheeten, hield de voorzitter van de stichting Inef,
Ing. H. de Clercq, een korte inleiding.
Toen in Indië de Marinefilm ,,'t Sal waerachtig
wel gaen" werd gemaakt, kwam bij de Inef de ge
dachte op een Hollandsche marinefilm te maken,
die bij de Indische aansloot en daarmede een
„combinatie" kon vormen. De marinestaf heeft de
stichting Inef de vereerende opdracht gegeven dit
Hollandsche stuk te vervaardigen. Inef droeg de
uitvoering over aan de N.V. Polygoon. Het resul
taat dezer samenwerking tusschen marinestaf, Inef
en Polygoon kan zeer gelukkig genoemd worden,
zeide spr. de internationale omstandigheden hebben
belet, dat de Indische marinefilm tijdig hier te
lande aanwezig was: daarom kunnen de beide
films niet in combinatie worden vertoond en zal
dus de door Polygoon vervaardigde film als afzon
derlijke „documentaire'' draaien.
Inderdaad zijn de samenstellers er in geslaagd
met deze film, vooral door de wijze waarop de
actie van verschillende soorten materieel wordt
vertoond, aan het publiek een raak beeld te geven
van de paraatheid van de marine.
Wij "zien in 600 meter filmband de vertooning
duurt ongeveer 20 minuten een suggestief beeld
van de Hollandsche Marine. Er zijn drie gedeelten:
de opleiding te Rotterdam, Vlissingen en Den Hel
der, oefeningen aan boord van de schepen en de
vloot in actie. Vooral het laatste deel, waarin de
spanning tot uiting komt, welke ontstaat aan boord
van de schepen in geval van een botsing tusschen
de zeestrijdkrachten, geeft een goed beeld van de
werkelijkheid. Men ziet de gevechtshandelingen
bij dag, zooals het alarmsein, het bezetten der pos
ten, aanvallen door vliegtuigen met het afweren
daarvan, lanceeren van torpedo's door onderzee
booten, vliegtuigen en torpedojagers, gasalarm, enz.
De film besluit met een beeld van een nachtelijk
gevecht, dat wordt geleverd met behulp van sterke
schijnwerpers.
Na de vertooning van deze film gaf de heer
Koudijs een uiteenzetting omtrent de zoo noodïge
versterking der Nederlandsche oorlogsvloot.
Het behoeft geen betoog, aldus de heer Koudijs,
dat de middelen, waarover wij thans beschikken
voor de verdediging van het eilandenrijk, onvol
doende zijn. De vraag is slechts op welke wijze de
weermacht moet worden versterkt om aan dat ge
deelte van het Koninkrijk een voldoende mate van
veiligheid te geven.
Concludeerende meende spr. dat het dus naar zijn
meening noodzakelijk is de zeemacht uit te brei
den voor een bedrag van circa 264 millioen gul
den. verdeeld over:
drie zware artillerieschepen a
circa 70 millioen gulden 210 millioen.
omlijsting met de noodige
lichte vaartuigen 17 millioen
basis-verbetering 34 millioen
Totaal 264 millioen.
De aanbouwkosten kunnen verdeeld worden over
den aanbouwtermijn van vijf jaar.
De jaarlijksche exploitatiekosten bedragen onge
veer 4.5 millioen per artillerieschip plus omlijsting.
je bijna brand gesticht met die lamp en die ket
tinkjes. Ik herinner mij z'n naam. Hij was blond.
Zijn vader was kolonel. Waar zou dit vriendje nu
zijn? Misschien is hij dood. Hij wou óók officier
worden. Als hij officier geworden is moet hij nu
kapitein zijn. Een kapitein ergens in een Neder
landsche stad, met een vrouw en kinderen. Ik heb
nooit meer aan hem gedacht Zou hij wel eens aan
mij hebben gedacht? Misschien dat hij juist op dit
oogenblik wakker in bed, aan die lamp denkt, en
aan de vlam die daaruit sloeg en aan mij. De ka
pitein denkt aan mij en ik denk aan den kapitein;
in den nacht van 20 op 21 October 1939. Hü in
Deventer en ik midden in Kansas.
De bus zwenkt voor een verlicht café op den
weg. „Rust stop tien minuten" zegt de
chauffeur. Ik wring mij langs den slapenden man
naast mij en ga uit de bus. Alle anderen blijven
slapen. Ik sta alleen midden in den koelen herfst
nacht van Kansas. De wereld geurt. Aan den he
mel staan dezelfde sterren die boven Harderwijk
en Deventer en Groningen staan. De chauffeur
drentelt heen en weer. Kansas slaapt. De lichten
van de bus schijnen op de prairie. Er sjirpen
sprinkhanen. En achter het café loeit een koe in
den nacht. We gaan weer verder.
Ik ben weer alleen met mijn gedachten.
Van Kansas naar Nederland. Van nu tot diep in
het verleden van mijn jeugd. Er is geen plaats en
er is geen tijd in de oneindigheid van den nacht.
Mr. E. ELIAS.
Mussolini op het balcon van h°t Palazzo
Venezia te Rome tijdens de nationale
feesten. De Duce neemt de to«>
iuichingen van de menigte glimlachend
in ontvangst
Nog meer uniformensmokkelarijen?
Arrestaties te Hengelo en Arnhem.
Dinsdagavond omstreeks half acht kwam in
den winkel van een kleermaker te Deventer een
vreemdeling, die Nederlandsch met een zwaar
Duitsch accent sprak.
Hij informeerde naar kepi's, doch kon niet zeg
gen, voor welk militair wapen, artillerie, cavale
rie, of infanterie, het kleedingstuk bestemd was.
Hij koos ten slotte een infanterie-kepi voor een
onderofficier, maat 56. Het heette, dat een mili
tair bij een feestje een gat in zijn kepi had ge
brand en nu wilden vrienden den militair een
nieuwe pet geven. De kleermaker had alleen
maar een officierskepi, maat 56, bij de hand,
maar daar was bij den klant geen bezwaar tegen,
want de militair zou de kepi zelf wel veranderen.
De kleermaker vroeg nog voor wie de kepi be
stemd was en de vreemdeling zeide: „Voor Jan
zen".
De kleermaker kreeg meer en meer argwaan
en merkte op. dat onbevoegd gebruik maken van
militaire goederen leelijke gevolgen kon hebben.
De klant werd toen zenuwachtig. Op dat oogen
blik kwam een juffrouw, die bij den kleermaker
in dienst is, binnen. Zij zag de kepi, die verkocht
zou worden, en zeide aan haar patroon, dat deze
kepi al verkocht was.
Toen koos de klant al weer een andere kepi en
nu een. bestemd voor een vaandrig, maat 58. Dat
hoofddeksel was natuurlijk te groot, maar men
zou er wel een stukje papier in leggen. Daarna
is de keus weer veranderd en nam de klant ten
slotte genoegen met een onderofficierskepi, maat
58. Dat daarop het cijfer 11 prijkte was geen be
zwaar.
De klant verwijderde zich en de kleermaker
Liet hem volgen. De vreemdeling reed met een
auto weg. tezamen met eenige andere heeren. De
juffrouw noteerde het autonummer en dat leidde
tot arrestatie van vier vreemdelingen te Hengelo.
Zij bevonden zich in een auto waarin ook de
militaire kepi werd aangetroffen. Na verhoor
zijn zij weer op vrije voeten gesteld.
Ook een arrestatie te Arnhem.
De politie te Arnhem heeft gistermiddag een
Duitsche tandarts uit Anholt, bij Gendringcn ge
arresteerd, die bij een opkooper een kepi van het
Nederlandsche leger en een paair witte nestels,
zooals de militaire politie op de uniformen
draagt, kocht.
De politie had den man gezocht en bleef hem
nog eenigen tijd na den koop volgen. Daarna
volgde zijn arrestatie.
De tandarts beweert, dat de gekochte attri
buten bestemd waren voor een tooneelvereenl-
ging.
Onderzocht wordt thans in hoeverre deze zaak
verband houdt met de bekende Denekampsche
zaak.
Gemeenteraad van Middelburg
stuurt danktelegram aan de
Koning-A** wnweei
e tv,
In de zitting van den gemeenteraad van Middel
burg is gistermiddag op voorstel van den burge
meester, naar aanleiding van den jongsten stap van
koning Leopold en koningin Wilhelmina besloten
het volgende telegram aan H.M. de Koningin te
zenden:
„De gemeenteraad van Middelburg, in vergade
ring bijeen, veroorlooft zich Uwe Majesteit eer
biedig te danken voor het nieuwe initiatief door
Uwe Majesteit en Z.M. den Koning der Belgen ge
nomen om tot onderhandelingen tusschen de oor
logvoerende partijen te komen. Dat het nieuwe
aanbod moge worden aangenomen en de oorlog
moge plaats maken voor oprechte samenwerking
tusschen de volkeren is ons hartgrondig verlangen.
Wij wenschen Uwe Majesteit wijsheid en kracht
toe in deze taak".