Vm tasschen!
Gezellig en
practisch
Dames koopt
JAC. GILEIN (Geenfilialen)
Menu van de week
DONDERDAG 9 NOVEMBER 1939
HSAREEM'S DAG BE AD
Hoe we van oud nieuw maken
Een „nieuwe" mantel voormoeder en
dochter.
Soms gebeurt het, dat de wintermantel van 't
vorige jaar nog heel goed is, doch alleen aan
kraag en mouwen gladde plekken begint te ver-
toonen. Dat is leelijk en de mantel gaat er daar
door gauw een beetje afgedragen uitzien, zoodat
men hem niet meer met pleizier aantrekt.
Onze teekening geeft een aardig idee, hoe u
van een ouden mantel een gezelligen „nieu
wen" kunt maken.
Het model links is bedoeld voor oudere dames.
Volgens het patroontje worden de mouwen van
bont geknipt. Heeft men oud bont liggen, des te
beter; heeft men dit niet, dan koopt men een
lapje aardig namaakbont, dat tegen betrekkelijk
lagen prijs overal in den handel is.
't Model rechts is bijzonder geschikt voor een
jong meisje. De mouwen blijven gehandhaafd,
doch men voorziet ze van puntig uitloopende
bon treepen en naait tevens een bontkraagje op
den mantel en desgewenscht een reepje op de
zakken. Het patroontje geeft hiervoor 't model
aan.
Als u dit hebt gemaakt, zult u zeker de voldoe
ning hebben van een goedkoope en modieuze
„nieuwe" jas!
Het onoplosbare probleem
Onze tijd is die van het onoplosbare probleem;
in het groot zijn er vraagstukken aan de orde
die in een slop doodgeloopen schijnen te zijn,
maar ook in het klein, in het dagelij ksch leven
van ons allemaal komen er problemen voor, die
tot de onoplosbare schijnen te behooren.
Ieder vraagstuk vraagt, eischt om een oplos
sing; het gaat niet aan om te zeggen: daar kan
ik nu niet uitkomen, dat zal ik bij gelegenheid
wel weer eens ter hand nemen, met de bijge
dachte: en nu vergeet ik het verder maar. Want
vandaag of morgen steekt het probleem zijn kop
toch weer op, grijnst ons aan en vraagt, waar we
blijven met onze oplossing.
En zelfs al loopen we opnieuw met een boogje
om dien, sta-in-den-weg heen, dan komt er toch
een oogenblik waarop hij ons letterlijk op de
teenen trapt en aandringt op een ontwarring van
de knoop die ontstond.
Kleine probleempjes van eiken dag kunnen dat
zijn, speldeprikjes in ons werk, die toch niet voor
bij gezien kunnen worden, omdat maar heel zel
den problemen hun eigen oplossing vinden, zon
der dat ze goed overwogen en ontward zijn. Als
we er niet voor gestemd zijn om ze op te lossen, of
als deze nieuwe zorg er net niet meer bij kan, dan
schuiven we ze opzij, maar in ieder rustig oogen
blikje komen ze weer om den hoek kijken, totdat
Wij het knoopje netjes ontward hebben.
In ieder leven komen ook grootere problemen
voor dan die knoopjes in onzen levensdraad, die,
hoe eerder ontward hoe minder onaangename na
sleep hebben. Maar ook de groote problemen vra
gen om een oplossing, ook die laten ons niet met
rust, ook die worden steeds opdringeriger, naar
mate wij de ontwarring langer uitstellen, ook die
plaatsen zich tenslotte voor ons, en eischen een
uitweg, nu dadelijk.
En als het dan tenslotte op de allergrootsche
problemen aankomt, de problemen die ons leven
beheerschen, die ons öf den eenen, öf den ande
ren kant uitwijzen, dan doen zij ook weer pre
cies zoo: hoe langer wij hun oplossing uitstellen,
hoe dringender zij worden, hoe meer zij ons gaan
benauwen en hoe moeilijker het wordt om ze
tot een goed einde te brengen.
Ieder probleem vraagt een oplossing, maar als
ik nu die oplossing niet geef, wat gebeurt er dan?
Dan wordt me van buiten af een oplossing op
gedrongen, die ik eenvoudig heb te aanvaarden,
omdat ik te slap en te gemakzuchtig ben geweest,
om de oplossing zelf in handen te nemen.
Met kleine probleempjes hoeft dat niet wereld
schokkend te zijn, men verzuimt misschien een
kleine kans, men is er iemand wellicht wat on
aangenaam mee, men doet een ander tekort in
een kleinigheid, allemaal situaties die onnoodig
zijn, maar die geen geweldige gebeurtenissen
achter zich aan sleepen.
Natuurlijk kan ik op den duur, als ik al die
kleine knoopjes rustig in mijn levensdraad laat
zitten, opeens tot de conclusie komen dat ze op
gehoopt zijn tot een enorme, vrijwel onontwar
bare klit, en dat ik nu maar moet zien, die weer
netjes glad te krijgen; in dat geval zijn die kleine
probleempjes tezamen door mijn eigen laksheid
uitgegroeid tot een levensprobleem dat ik liefst
zelf in handen moet nemen.
Voor elk groot probleem bestaat een oplossing,
zelfs voor een levensprobleem is dat te vinden,
als we er maar moeite voor willen doen.
Zoo'n belangrijk vraagstuk behoeft meestal niet
van vandaag op morgen te worden opgelost, we
hebben wel wat tijd om ons te bezinnen op den
besten uitweg uit de moeilijkheid, maar die uitweg
moet er komen.
En die komt ook zeker vroeg of laat zich in ons
brein aanmelden, en gelukkig voor ons als dat een
oplossing is, die we graag willen, want dan is het
probleem meteen uit de wereld.
Erger is het, wanneer de oplossing juist dat is.
wat we niet willen, we verzetten ons. we gaan
onszelf wijsmaken dat het geen oplossing is, en
we stellen het uit, totdat we er niet meer kunnen
uitkomen. Dan gaan we er met anderen over pra
ten: weest er maar zeker van. dat ik. als ik mijn
levensprobleem aan u voorleg, allang de oplossing
ken, haar niet wil aanvaarden, en nu vurig hoop,
dat u een andere, een gemakkelijker oplossing
aan de hand zult doen.
Dit is een gevaarlijke periode: ik paai me zelf
met de gedachte dat niemand een uitweg weet,
hoe zou ik die dan weten, nee, dit probleem is
onoplosbaar. Totdat het vraagstuk zelf met de
oulossing komt, die dan meestal met geweld tot
stand komt en die ik maar heb te aanvaarden, of
ik wil of niet.
Wie de oplossing in eigen hand wil houden,
moet tot opofferingen bereid zijn; geen enkel
groot probleem wordt tot een goed einde gebracht,
zonder dat men een deel van zichzelf heeft ge
geven om dit doel te bereiken. Maar dit zijn dan
ook de grootsche daden van hen die niet aan den
weg timmeren, die nooit bejubeld worden, die
niets meer of minder doen dan het allerhoogste
dienen.
E. E. J.—P.
Leerarbeid:
Ook handschoenen
gaan we zelf maken!
Het maken van leeren handschoenen voor u-
zelf en de huisgenooten heeft vele voordeelen. U
kunt ze precies op maat maken en krijgt daar
door vaak een beteren pasvorm dan de klaarge-
kochte handschoenen hebben. Hierdoor slijten
ze minder en bovendien kunt u de kwaliteit van
het leer aan 't vel beter beoordeelen. Voorts kunt
u hierop uw fantasie botvieren en combinaties
maken met bijpassende tasch, ceintuur enz.
Moeilijk is het niet, zelfs zij die niet aan leer--
arbeid gedaan hebben, kunnen er zich met succes
aan wagen. U moet echter zeer nauwkeurig wer
ken en het leer liefst in een speciaalzaak op dit
gebied koopen. Het meest geschikte leer voor het
eerste paar is suède. Ook nappa en pig-grain zijn
gemakkelijk te verwerken. Deze soorten zijn door
de fabriek reeds gerekt (z.g. Engelsch hand-
schoenleer). Het verwerken van ongerekt hand-
schoenleer (z.g. Weensch leer) is veel moeilijker;
dit eischt vrij veel oefening.
Het gemakkelijkste model voor beginnelingen
is de slip-on, meestal met 3 handnaadjes versierd.
Om u aan te moedigen toont onze foto een paar
varkensleeren exemplaren, iets gecompliceerder
van vorm, die van de mooiste kwaliteit leer ge
maakt werden.
U heeft noodig:
1/2 vel handschoenleer (2 1/2 a 3 v.v.O.
1 schabloon, voor uw hand passend.
1 kluwentje D.M.C. no. 8 of 10.
Handschoenennaald (z.g. kleermakersnaald),
scherpe, groote schaar en potlood.
Hoe bepaalt u, welke schabloon u hebben moet?
meet den omtrek van de hand om de knok
kels (duim niet mee meten). Is dit bijv. 19 c.m„
dan moet uw schabloon 11/2 cM. smaller zijn, dus
17 1/2 cm., gemeten ter hoogte van de knokkels.
Deze 11/2 c.M. is de „rek" van het leer. Aan de
breedte van de handschoen moogt u niets ver
anderen. Alleen aan de lengte van de vingers en
aan de plaats van den duim. Wanneer u de lengte
van den middelvinger meet aan de binnenzijde
van uw hand en u meet denzelfden afstand op uw
schabloon (aan den kant waar het duimgat zit)
dan weet u hoeveel m.m. u de vingers en den
duim moet verlengen of verkorten. Voor slanke
handen kan men het duimgat pl.m. 1/2 cM. lager
opteekenen, voor korte, breede handen pl.m. 1/2
c.M. hooger. U krijgt hier al heel gauw den juis
ter. kijk op.
Voordat u den handschoen op het leer teekent,
onderzoekt u in welke richting de „rek" van het
leer het grootst is. De meeste rek komt altijd om
de hand; schabloon ligt dus loodrecht op de rek-
richting. Duimen en tusschenstukjes (3 paar
voor eiken handschoen) in dezelfde richting. Het
dikste leer'zooveel mogelijk aan de pols-zijde,
tusschenstukjes van dun leer nemen. Voor de an
dere hand patroon van handschoen en duim om
leggen. Met een scherp potlood, dat we loodrecht
houden, teekenen we de omtrekken na; de lij
nen tusschen de vingers en de handnaadjes kan
men niet onmiddellijk opteekenen; we geven
eerst de uiteinden aan door stippen en trekken
de lijnen langs een liniaal.
U knipt op de lijnen, eerst den zijkant, dan met
een boog om de toppen, dan weer den zij- en on
derkant. Nu de vingers inknippen en daarna de
toppen ronden.
Het naaien geschiedt met den rijgsteek of met
den overnaadschen steek (2 maal in één gaatje
insteken).
Maak eerst de handnaadjes met een dubbele rij
rijgsteken of een ander siersteekje. Trek den
draad gelijkmatig aan en maak gelijke, doch niet
te kleine steken.
Nu zetten we den duim in. Punt 1 van den duim
komt op punt 1 van het duimgat. Hier beginnen
.we samen te naaien; op de hoeken maken we een
'stevigen dwarssteek; vervolgens naar punt 2 en
3 en dan 2 c.M. verder, waar we den draad laten
hangen. Vervolgens vouwen we den duim dubbel,
maken eerst een dwarssteekje en naaien naar 4.
Nu weer 2 c.M. langs de ronding en weer even
den duim in de opening passen. Is deze te klein,
dan voorzichtig rekken met kleine rukjes. Nu met
dc beide draden naaien tot den onderkant.
1 De vingers naaien we eerst op de bovenhand.
Een paar tusschensteekjes worden met de goede
kanten op elkaar gelegd en aan de basis over
hands stevig genaaid. Dit paar leggen we tus
schen wijs- en middelvinger en beginnen van on
der af langs den wijsvinger naar boven te werken
tot halverwege. Hier knippen we het stukje ge
lijk met den wijsvinger en naaien tot pl.m. 7 m.M.
van den top. Nu van onder eerst een dwarssteek
en dan langs den middelvinger omhoog, gelijk-
knippen en tot 2 m.M. van den top, enz., totdat
alle stukjes ingezet zijn. Nu knippen we de tus
schenstukjes in een fatsoenlijken vorm bij en als
we den handschoen dubbelgevouwen hebben kun
nen we deze samennaaien; den linker beginnen
we aan den kant van den wijsvinger.
Wanneer de handschoenen klaar zijn, vouwen
we ze keurig in model en leggen er eenige zware
boeken op om ze te persen.
ziet, moeilijk is het niet. Mocht u handschoe
nen willen maken met boven- en onderhand ver
schillend, dan knipt u het schabloon door en re
kent een naadje van 2 m.M. extra.
Voor uitvoerige inlichtingen houd ik mij steeds
beschikbaar
MARGOT VAN CAPELLE—
VAN BUUREN
PAAR.
TUÜCH&NSTUKJÊ^
Mangelwasch
20 ct. p. Kg.
P e rs wasch
25 ct, p. Kg.
Strijkwasch
30 ct. p. Kg.
Waai U
een heldere wasch
hoort ROEMEN,
Daar hoort U onzen
naam wel noemen
BROUWERSVAART 50-52
Haarlem - Telefoon 14159
(Adv. Ingez. Med.j
Goedkoop en toch smakelijk
Eenige bereidingen van Snoekbaars.
Nu er op het oogenblik door de tijdsomstan
digheden weinig zeevisch te koop is, is de
snoekbaars een veel verkochte visch geworden.
Snoekbaars wordt gevangen in het LJselmeer,
bij vrij' groote hoeveelheden tegelijk en is den
heelen winter door van goede kwaliteit. Het
vleesch is zeer smakelijk; de visch heeft een
groen-grijze rug met bruinachtige dwarsbanden
en doet aun snoek en baars denken. Dikwijls
worden er groote exemplaren gevangen.
Deze visch kan weer op verschillende manieren
bereid worden en met verschillende sausen ge
geten. Gekookt kan men ze opdienen met peter
seliesaus, botersaus of citroensaus.
Gestoofde snoekbaars.
Het stoven kan op twee manieren gedaan wor
den: in den oven en op het vuur. In beide ge
vallen laat men een goed stukje boter in een
vuurvasten schotel smelten, voegt wat water
toe en legt de mooten schoongemaakt gewas-
schen en gezouten visch er in.
Nadat men de visch bedropen heeft met de
boter, zet men den schotel in den oven en laat
de visch onder af en toe bedruipen er in staan
tot ze gaar is en een bruin korstje heeft. Om
dit te bevorderen strooit men wat paneermeel
of beschuitkr.uim over de visch. De laatste 5 mi
nuten stooft men een schijfje citroen mee en
strooit er voor het opdoen wat gehakte peter
selie over heen.-De visch is gaar als het vleesch
gemakkelijk loslaat bij de "graat, wanneer men
dat voorzichtig met een zilveren vork probeert,
Bij het stoven op het vuur zet men een deksel
op den schotel en laat de visch heel zachtjes
stoven. Men voegt wat meer water bij en wat
druppels citroensap. Is de visch gaar, dan bindt
men het vocht met een klein beetje aangemeng
de sago en strooit er wat peterselie overheen.
Als groente kan men bij deze visch geven:
worteltjes, bieten of kropsla.
Gehakt van snoekbaars.
Een visch van pl.m. 1 K.G. gaarkoken. Het
vleesch van de graat nemen, alle kleine graatjes
zorgvuldig verwijderen en het vleesch fijn
maken. Daarna vermengen met 2 geklopte eieren
2 a 3 in melk geweekte sneetjes oud brood,
3 lepels gesmolten boter, peper. zout. noot en
fijngehakte peterselie. Er een langwerpige bal
van maken en deze in een vuurvasten schotel
leggen, waarin men wat water, boter en citroen
sap gedaan heeft. Het gehakt bestrooien met
wat paneermeel, overgieten met de boter en
onder af en toe bedruipen in een warme oven
bruin laten worden.
bij den vakman
DAT IS UW VOORDEEL! aUééc
ïiEDERWARENFABRIEK kurpAIIP k Q
_BB BM ANEGANB 4o
(Adv. Ingez. Med./
Zoo gaat het ook
Nuttige wenken voor de zuinige vrouw.
Zoo langzaam aan raken we gewoon aan
den mobilisatietoestand in ons land. met alle
gevolgen die hij met zich brengt. Onder deze
gevolgen telt voor de huisvrouw de distributie
van levensmiddelen en goederen sterk mee.
Onwillekeurig zullen de ouderen zich de mo
bilisatie van 19141918 weer eens voorgesteld
hebben en ofschoon we diezelfde toestanden in
werkelijkheid nog lang niet hebben, is het toch
zeer goed ons eens rekenschap te geven en
eens na te denken over de moeilijkheden die zich
voordoen als men niet alles in onbeperkte hoe
veelheid kan krijgen. Op suiker zal menigeen nu
reeds moeten bezuinigen. Het kopje koffie en
thee zonder suiker valt in het begin niet mee,
maar u zult eens zien hoe gauw dat went. We
kunnen uiker wel vervangen door troop; in
gerechten zooals appelmoes gaat dat heel best.
Probeert u het eens, het zal u bevallen. De
smaakt van de appelmoes veranderd er een
klein beetje door, dat is dus tevens een kleine
afwisseling.
Dan de zeep! Hoe zouden we daarop moeten
bezuinigen als er weinig en slechte zeep ls?
Zeep trachten te sparen bij de wasch of de
lichaamsverzorging is niet goed, we zouden dan
de hygiëne te kort gaan doen. Waar het wel
goed bij gaat ls bij de afwasch. Wascht u eens
af in sodawater in plaats van ln zeepsop. U
zult zien. dat u hiervoor geen zeep meer noodig
zult hebben.
En heeft de petroleumboer u al teleurgesteld
door u te vertellen dat hij voortaan maar 10 pet.
mag geven? Dat scheelt u veel! Dat wordt uit
kijken om zoo weinig mogelijk petroleum te
gebruiken. Gaat u eens vaker in kranten koken
dan u gewend bent. U herinnert het u nog wel
dat we eens verteld hebben, hoe we rijst in
kranten moeten koken. Weet u het nog? 10 mi
nuten op de gewone manier voorkoken en dan
wegzetten in kranten. Na ruim een haif uur
Is de rijst gaar. Anderen geven als recept 1
van den gewonen kooktijd voorkoken en dan
driemaal den kooktijd in hooikist of kranten.
Probeert u 't zelf maar eens!
Behalve met rijst gaat het ook met alle an
dere gerechten, behalve als we er in zouden
moeten roeren. U rekent 13 van den gewone
kooktijd om voor te koken en zet het eten dan
in kranten. Laat het wat langer staan dan u
het anders laat koken, het duurt in kranten
altijd wat langer voor het goed gaar is. Een
hooikist of een kookzak zou nu ook goede dien
sten bewijzen, dan hoeven we niet telkens een
krantenpak klaar te maken.
Vindt u het al niet koud worden? Als het
koud is ljrijgen we dadelijk meer trek in een
lekkere warme stamppot of een stevige erwten
soep en we zijn maar wat blij als we thuis een
lekkere warme kachel vinden.
Om alle warmte van een kachel te benutten
ls het goed een lange pijp te nemen, de warme
rook kan dan nog heel wat warmte afstaan aan
het vertrek. Schuift u het fornuis eens een
eindje naar voren! U zult eens zien hoeveel dat
scheelt. Aan alle kanten kan het fornuis de
warmte afgeven en het heeft tevens als voor
deel dat je erg goed op het fornuis kunt zien.
ZONDAG:
Macaronisoep
Biefstuk
Spruitjes
Aardappelen
Griesmeelpudding met
peren.
MAANDAG:
Gehakt
Bieten
Aardappelpuree met
kaas in een vuurvas
ten schotel
Druiven.
DINSDAG:
Rolpens met appelen
Aardappelen
Maïsvlokken met war
me melk en suiker
WOENSDAG:
Kalfslappen
Andijvie
Aardappelen
Kastanjes met boter.
DONDERDAG:
Omelet met restje an
dijvie
Varkenscarbonade
Groene kool
Aardappelen.
VRIJDAG:
Gekookte griet
Gestoofde winterworte
len
Aardappelen
Wentelteefjes van be
schuit
ZATERDAG:
Spekpannekoeken
Vruchten.
(Recepten
Griesmeelpudding met peren.
1/2 L. melk, 50 gr. griesmeel, 40 gr. suiker,
schilletje van citroen, l pond stoofperen, 25
gr. suiker, desverkiezend een eetlepel bessen
sap, een paar eetlepels abrikozenjam.
Trek een citroenschilletje ln de melk. strooi er,
als deze kookt, de griesmeel in en de suiker, en
laat het een paar minuten doorkoken. Vul een
platten, met koud water omgespoelden pudding
vorm met het mengsel en laat de pudding stijf
worden.
Schil de peren, snijd ze in vieren, ontdoe ze van
de stelen, kroontjes en klokhuizen en zet ze op
met zooveel water dat ze even onder staan en
een citroenschilletje. Kook de peren gaar en rood
in 3 a 4 uur, voeg het bessensap en de suiker toe
en laat ze afkoelen.
Stort de pudding op een platte schaal, leg de
peren zonder het vocht in een krans op de pud
ding besmeer het midden van de pudding met
de jam en presenteer het vocht er desgewenscht
apart bij.
Wentelteefjes van beschuit.
8 beschuiten, 1 ei, 4 d.L. melk, 3 eetlepels
suiker, boter om te bakken, citroensap.
Klop het ei met de suiker, voeg daarna de melk
toe en overgiet de beschuit hiermee tot het vocht
spoedig is opgenomen. Bak de beschuiten aan
beide kanten mooi bruin en bedruppel ze vlak
voor het opdoen met wat citroensap.
Een bloemenparadijs
Sinds een halve eeuw vormen dé
Scilly-eilanden Engeland's tuin.
In donkere tijden als die wij beleven, kan het
rust geven, ons eens in gedachten te ver
plaatsen naar een kalm idyllisch landje, waar
het gerucht van de moderne wereld slechts raag
doordringt, waar nog geen werkloosheid en geen
overspanning heerschen; kortom, waar 't leven
iets van zijn paradijskant heeft bewaard.
Een van die lieflijke plekjes van onzen aard
bodem is het tuinland aan de Scilly-eilanden, ge
legen vlak ten Westen van Engeland's Westpunt.
Van de 140 kleine eilandjes, die allemaal bij elkaar
liggen binnen een omtrek van 30 mijlen, zijn al
leen de vijf grootste bewoond. Zij vormen het
„tuinland" dat Londen het heele jaar door van
zijn bloemenschat voorziet. De lente begint er
wel heel, heel vroeg. Lang vóór wij in West-
Europa aan voorjaar den..en, midden in Januari
al, komen de groote autobussen, volgeladen met
de liefelijke geurende lenteboden, de narcissen,
Londen binnen.
Ze zijn afkomstig van Engeland's Paradijsje:
van de vijf tudneilanden St. Mary, St. Agnes, St.
Martin, Tresco en Brijher.
Een wonderlijk land, waar het heele jaar door
bloemen bloeien op den kouden grond.
En toch is de zeegeul tusschen Lands End en
_j Scilly-eilanden berucht om zijn stormen, zoo-
dat de kleine boot die de verbinding onderhoudt,
menigmaal niet-eens kan uitvaren. Op de dagen,
dat zij wel vaart, scheert ze vlak langs de rotsen
van Land's End en stevent dan recht af op de
„Wolvenvuurtoren", gelegen op een rots. die steil
uit zee opryst. Eens loeiden en gierden wind en
water in tallooze stormnachten hier door een
gat in deze rotsen en dit klonk ais wolvengehuil,
totdat vsischers, die overtuigd waren dat de
visch voor dit akelige geluid op de vlucht sloeg,
het gat dicht maakten.
En dan komen die tallooze zwarte stippen op
den oceaan, die de Scilly-eilanden vormen! Hoe-
vele tientallen rotstoppen, hoevele minieme
eilandjes? Eigenlijk verdienen alleen de vijf
grootste den naam van eiland: een lillputterland-
je! St. Mary, 't allergrootste eiland is iets meer
dan twee mijlen lang en iets minder dan twee
mijlen breed. En de hoofdstad van St. Mary,
Hugh Town geheeten, telt 200 huisjes. Op alle
eilanden samen wonen ongeveer 1.750 menschen.
En een paar keer in de week, als de boot aan
komt, loopt het halve plaatsje uit om te kijken.
Wat een heerlijk land, het Scilly-paradijs! Hier
loopen geen treinen, geen bussen, geen trams,
geen vrachtauto's. En langs de kust vindt men
geen badplaatsen met paviljoens, strandbad en
hotels. De politiemacht van Hugh Town bestaat
uit één man en de schaarsche bezoekers zien met
vreugdevolle verbazing tenminste als ze nog
gevoel voor het schoone landelijke leven hebben!
hoe haai' bagage op een ezelwagentje naar 't
hotel wordt gebracht. „Wat een dag!" vertelt de
vrouw van den hotelier met een opgewonden
lachje „vanmorgen spreng de kat op de piano,
vanmiddag waren er twee honden aan 't vechten
en nu komt nog de boot aan met gasten!" Dit
zijn „emoties" op de Scilly-eilanden!
Maar de romanticus kan er meer beleven. Als
hij een van de popperige groene heuveltjes van
St. Mary beklimt en uitkijkt over de kleine,
blauwe binnenzee waar de grootste eilanden om
heen gegroepeerd liggen, dan ziet hij overal,
zoover het oog rijkt rotsruggen boven den water
spiegel uitsteker.. Deze granietrotsen zijn van
hetzelfde soort als de rotsen van Cornwall.
Vormden ze vroeger één geheel daarmee? De
legende vertelt van een „Missing link", genaamd
Lyonnese, een Land, dat moet hebben gelegen
tusschen Engeland en de Scilly eilanden vol
bloeiende steden en met niet minder dan 140
kerken.
Evenals de Israëlieten droogvoets door de Roode
Zee trokken en zagen, hoe achter hen het opdrin
gende Egyptische leger door de golven achter
haald en vernietigd werd, zoo trokken de ruiters
van koning Arthur volgens een oude Keltische
legende door het land van Lyonnesse. achter
volgd door den verrader Mordred en zijn man
nen.
Toen de helden nu op hun nachtelijke vlucht
St. Martin bereikt hadden en bij zonsopgang
achter zich keken, zagen ze van hun vervolgers
geen spoor. Een onafzienbare, woest golvende
watervlakte had het heele leger van Mordred
verzwolgen! Tennyson vertelt deze legende in
zijn „Idylls of the King" (verhalen van koning
Arthur en de tafelronde)Maar dit zijn slechts
legenden. Ook de historie van de Scilly eilanden
telt menige interessante bladzijde. Zij verhaalt
van een Romeinsche strafkolonie op St. Mary,
van kloosters met Benedictijner monniken, die
hier gevestigd waren, van vorsten in balling
schap, zeereovers en smokkelaars, die op de
Scilly-eilanden een onderkomen vonden.
Er was een tijd, dat St. Martin en St. Mary vrij
belangrijke scheepsbouwwerven bevatten maar
met de opkomst van de stoomschepen raakte dit
werk gedaan en de bewoners leidden een armoe
dig bestaantje, totdateen nieuwe goudmijn
ontdekt werd in de witte en gele narcissen.
En heden ten dage is practisch iedere hectare
grond in gebruik als bloemenveld. Gedurende
het seizoen, van December tot Juni, wijdt zich de
heele bevolking aan de verzorging der lentekin
deren. En de golvende velden zien wit en geel,
rood en bruin van de narcissen, de lelietjes, de
muurbloemenIn den narcissen tijd zijn de
tuineilanden en waar sprookjesland, een para
dijs van lieflijke kleuren en geuren.
De narcis is d e Sciily-bloem bij uitnemend
heid; reeds eeuwen geleden groeiden ze hier ln
het wild, want de warme golfstroom, die langs
de eilanden stroomt, maakt het klimaat bizonder
zacht. En van deze omstandigheid trolc de mo
derne mensch partij en maakt de Scilly-eilan
den tot London's bloementuin.
Maar zoodra de gaven der natuur tot brood
winning worden houdt het zorgelooze leven op
en begint de strijd. De velden liggen open en
soms komen stormen uit zee opzetten, die heele
velden kunnen vernielen. Daarom moeten de
teere bloemen door heggen worden beschermd
en zoodra de narcissen m bloei staan, worden ze
in potten overgeplant en in de kassen verder
verzorgd.
Er is practisch geen gezin op de Scilly-eilan
den, dat niet aan de bloementeelt deelneemt. De
mannen en jongens werken lange dagen ln de
velden om de bloemen over te planten en naar de
kassen te brengen en de vrouwen en kinderen
doen het fijnere werk van het plukken, bundelen
en inpakken.
Wantallee bloem-tv. worden keurig tus
schen frissche bladeren ingerukt. Kruiwagens,
karren, ezelwagens en zelfs kinderwagens wor
den gebruikt om de kostbare kisten met kleur en
geur naar de boot te brengen. In normale seizoe
nen worden tusschen de 700 en 1000 ton bloemen
uit de Scilly-eilanden naar Londen verscheept.
„Ja. we zijn wèl vooruitgegaan ln die zestig
jaar na het verzenden van die eerste blauwe
hoededoos!" zegt een der oudste inwoonsters van
St. Mary, die zich nog herinnert, hoe de bloe
menhandel hier begonnen is.
Bloemen plukken, bloemen uitzoeken, bloemen
inpakken als dagtaak en dan voor ontspanning
een wandeling tusschen bloeiende, geurende
velden vol gouden en zilveren narcissen tegen
een achtergrond van hemelsblauw.
Ja, er zijn nog plekjes, waar het leven noa
een paradijsje Hjkt.