Vm tasschen! Gezellig en practisch Dames koopt JAC. GILEIN (Geenfilialen) Menu van de week DONDERDAG 9 NOVEMBER 1939 HSAREEM'S DAG BE AD Hoe we van oud nieuw maken Een „nieuwe" mantel voormoeder en dochter. Soms gebeurt het, dat de wintermantel van 't vorige jaar nog heel goed is, doch alleen aan kraag en mouwen gladde plekken begint te ver- toonen. Dat is leelijk en de mantel gaat er daar door gauw een beetje afgedragen uitzien, zoodat men hem niet meer met pleizier aantrekt. Onze teekening geeft een aardig idee, hoe u van een ouden mantel een gezelligen „nieu wen" kunt maken. Het model links is bedoeld voor oudere dames. Volgens het patroontje worden de mouwen van bont geknipt. Heeft men oud bont liggen, des te beter; heeft men dit niet, dan koopt men een lapje aardig namaakbont, dat tegen betrekkelijk lagen prijs overal in den handel is. 't Model rechts is bijzonder geschikt voor een jong meisje. De mouwen blijven gehandhaafd, doch men voorziet ze van puntig uitloopende bon treepen en naait tevens een bontkraagje op den mantel en desgewenscht een reepje op de zakken. Het patroontje geeft hiervoor 't model aan. Als u dit hebt gemaakt, zult u zeker de voldoe ning hebben van een goedkoope en modieuze „nieuwe" jas! Het onoplosbare probleem Onze tijd is die van het onoplosbare probleem; in het groot zijn er vraagstukken aan de orde die in een slop doodgeloopen schijnen te zijn, maar ook in het klein, in het dagelij ksch leven van ons allemaal komen er problemen voor, die tot de onoplosbare schijnen te behooren. Ieder vraagstuk vraagt, eischt om een oplos sing; het gaat niet aan om te zeggen: daar kan ik nu niet uitkomen, dat zal ik bij gelegenheid wel weer eens ter hand nemen, met de bijge dachte: en nu vergeet ik het verder maar. Want vandaag of morgen steekt het probleem zijn kop toch weer op, grijnst ons aan en vraagt, waar we blijven met onze oplossing. En zelfs al loopen we opnieuw met een boogje om dien, sta-in-den-weg heen, dan komt er toch een oogenblik waarop hij ons letterlijk op de teenen trapt en aandringt op een ontwarring van de knoop die ontstond. Kleine probleempjes van eiken dag kunnen dat zijn, speldeprikjes in ons werk, die toch niet voor bij gezien kunnen worden, omdat maar heel zel den problemen hun eigen oplossing vinden, zon der dat ze goed overwogen en ontward zijn. Als we er niet voor gestemd zijn om ze op te lossen, of als deze nieuwe zorg er net niet meer bij kan, dan schuiven we ze opzij, maar in ieder rustig oogen blikje komen ze weer om den hoek kijken, totdat Wij het knoopje netjes ontward hebben. In ieder leven komen ook grootere problemen voor dan die knoopjes in onzen levensdraad, die, hoe eerder ontward hoe minder onaangename na sleep hebben. Maar ook de groote problemen vra gen om een oplossing, ook die laten ons niet met rust, ook die worden steeds opdringeriger, naar mate wij de ontwarring langer uitstellen, ook die plaatsen zich tenslotte voor ons, en eischen een uitweg, nu dadelijk. En als het dan tenslotte op de allergrootsche problemen aankomt, de problemen die ons leven beheerschen, die ons öf den eenen, öf den ande ren kant uitwijzen, dan doen zij ook weer pre cies zoo: hoe langer wij hun oplossing uitstellen, hoe dringender zij worden, hoe meer zij ons gaan benauwen en hoe moeilijker het wordt om ze tot een goed einde te brengen. Ieder probleem vraagt een oplossing, maar als ik nu die oplossing niet geef, wat gebeurt er dan? Dan wordt me van buiten af een oplossing op gedrongen, die ik eenvoudig heb te aanvaarden, omdat ik te slap en te gemakzuchtig ben geweest, om de oplossing zelf in handen te nemen. Met kleine probleempjes hoeft dat niet wereld schokkend te zijn, men verzuimt misschien een kleine kans, men is er iemand wellicht wat on aangenaam mee, men doet een ander tekort in een kleinigheid, allemaal situaties die onnoodig zijn, maar die geen geweldige gebeurtenissen achter zich aan sleepen. Natuurlijk kan ik op den duur, als ik al die kleine knoopjes rustig in mijn levensdraad laat zitten, opeens tot de conclusie komen dat ze op gehoopt zijn tot een enorme, vrijwel onontwar bare klit, en dat ik nu maar moet zien, die weer netjes glad te krijgen; in dat geval zijn die kleine probleempjes tezamen door mijn eigen laksheid uitgegroeid tot een levensprobleem dat ik liefst zelf in handen moet nemen. Voor elk groot probleem bestaat een oplossing, zelfs voor een levensprobleem is dat te vinden, als we er maar moeite voor willen doen. Zoo'n belangrijk vraagstuk behoeft meestal niet van vandaag op morgen te worden opgelost, we hebben wel wat tijd om ons te bezinnen op den besten uitweg uit de moeilijkheid, maar die uitweg moet er komen. En die komt ook zeker vroeg of laat zich in ons brein aanmelden, en gelukkig voor ons als dat een oplossing is, die we graag willen, want dan is het probleem meteen uit de wereld. Erger is het, wanneer de oplossing juist dat is. wat we niet willen, we verzetten ons. we gaan onszelf wijsmaken dat het geen oplossing is, en we stellen het uit, totdat we er niet meer kunnen uitkomen. Dan gaan we er met anderen over pra ten: weest er maar zeker van. dat ik. als ik mijn levensprobleem aan u voorleg, allang de oplossing ken, haar niet wil aanvaarden, en nu vurig hoop, dat u een andere, een gemakkelijker oplossing aan de hand zult doen. Dit is een gevaarlijke periode: ik paai me zelf met de gedachte dat niemand een uitweg weet, hoe zou ik die dan weten, nee, dit probleem is onoplosbaar. Totdat het vraagstuk zelf met de oulossing komt, die dan meestal met geweld tot stand komt en die ik maar heb te aanvaarden, of ik wil of niet. Wie de oplossing in eigen hand wil houden, moet tot opofferingen bereid zijn; geen enkel groot probleem wordt tot een goed einde gebracht, zonder dat men een deel van zichzelf heeft ge geven om dit doel te bereiken. Maar dit zijn dan ook de grootsche daden van hen die niet aan den weg timmeren, die nooit bejubeld worden, die niets meer of minder doen dan het allerhoogste dienen. E. E. J.—P. Leerarbeid: Ook handschoenen gaan we zelf maken! Het maken van leeren handschoenen voor u- zelf en de huisgenooten heeft vele voordeelen. U kunt ze precies op maat maken en krijgt daar door vaak een beteren pasvorm dan de klaarge- kochte handschoenen hebben. Hierdoor slijten ze minder en bovendien kunt u de kwaliteit van het leer aan 't vel beter beoordeelen. Voorts kunt u hierop uw fantasie botvieren en combinaties maken met bijpassende tasch, ceintuur enz. Moeilijk is het niet, zelfs zij die niet aan leer-- arbeid gedaan hebben, kunnen er zich met succes aan wagen. U moet echter zeer nauwkeurig wer ken en het leer liefst in een speciaalzaak op dit gebied koopen. Het meest geschikte leer voor het eerste paar is suède. Ook nappa en pig-grain zijn gemakkelijk te verwerken. Deze soorten zijn door de fabriek reeds gerekt (z.g. Engelsch hand- schoenleer). Het verwerken van ongerekt hand- schoenleer (z.g. Weensch leer) is veel moeilijker; dit eischt vrij veel oefening. Het gemakkelijkste model voor beginnelingen is de slip-on, meestal met 3 handnaadjes versierd. Om u aan te moedigen toont onze foto een paar varkensleeren exemplaren, iets gecompliceerder van vorm, die van de mooiste kwaliteit leer ge maakt werden. U heeft noodig: 1/2 vel handschoenleer (2 1/2 a 3 v.v.O. 1 schabloon, voor uw hand passend. 1 kluwentje D.M.C. no. 8 of 10. Handschoenennaald (z.g. kleermakersnaald), scherpe, groote schaar en potlood. Hoe bepaalt u, welke schabloon u hebben moet? meet den omtrek van de hand om de knok kels (duim niet mee meten). Is dit bijv. 19 c.m„ dan moet uw schabloon 11/2 cM. smaller zijn, dus 17 1/2 cm., gemeten ter hoogte van de knokkels. Deze 11/2 c.M. is de „rek" van het leer. Aan de breedte van de handschoen moogt u niets ver anderen. Alleen aan de lengte van de vingers en aan de plaats van den duim. Wanneer u de lengte van den middelvinger meet aan de binnenzijde van uw hand en u meet denzelfden afstand op uw schabloon (aan den kant waar het duimgat zit) dan weet u hoeveel m.m. u de vingers en den duim moet verlengen of verkorten. Voor slanke handen kan men het duimgat pl.m. 1/2 cM. lager opteekenen, voor korte, breede handen pl.m. 1/2 c.M. hooger. U krijgt hier al heel gauw den juis ter. kijk op. Voordat u den handschoen op het leer teekent, onderzoekt u in welke richting de „rek" van het leer het grootst is. De meeste rek komt altijd om de hand; schabloon ligt dus loodrecht op de rek- richting. Duimen en tusschenstukjes (3 paar voor eiken handschoen) in dezelfde richting. Het dikste leer'zooveel mogelijk aan de pols-zijde, tusschenstukjes van dun leer nemen. Voor de an dere hand patroon van handschoen en duim om leggen. Met een scherp potlood, dat we loodrecht houden, teekenen we de omtrekken na; de lij nen tusschen de vingers en de handnaadjes kan men niet onmiddellijk opteekenen; we geven eerst de uiteinden aan door stippen en trekken de lijnen langs een liniaal. U knipt op de lijnen, eerst den zijkant, dan met een boog om de toppen, dan weer den zij- en on derkant. Nu de vingers inknippen en daarna de toppen ronden. Het naaien geschiedt met den rijgsteek of met den overnaadschen steek (2 maal in één gaatje insteken). Maak eerst de handnaadjes met een dubbele rij rijgsteken of een ander siersteekje. Trek den draad gelijkmatig aan en maak gelijke, doch niet te kleine steken. Nu zetten we den duim in. Punt 1 van den duim komt op punt 1 van het duimgat. Hier beginnen .we samen te naaien; op de hoeken maken we een 'stevigen dwarssteek; vervolgens naar punt 2 en 3 en dan 2 c.M. verder, waar we den draad laten hangen. Vervolgens vouwen we den duim dubbel, maken eerst een dwarssteekje en naaien naar 4. Nu weer 2 c.M. langs de ronding en weer even den duim in de opening passen. Is deze te klein, dan voorzichtig rekken met kleine rukjes. Nu met dc beide draden naaien tot den onderkant. 1 De vingers naaien we eerst op de bovenhand. Een paar tusschensteekjes worden met de goede kanten op elkaar gelegd en aan de basis over hands stevig genaaid. Dit paar leggen we tus schen wijs- en middelvinger en beginnen van on der af langs den wijsvinger naar boven te werken tot halverwege. Hier knippen we het stukje ge lijk met den wijsvinger en naaien tot pl.m. 7 m.M. van den top. Nu van onder eerst een dwarssteek en dan langs den middelvinger omhoog, gelijk- knippen en tot 2 m.M. van den top, enz., totdat alle stukjes ingezet zijn. Nu knippen we de tus schenstukjes in een fatsoenlijken vorm bij en als we den handschoen dubbelgevouwen hebben kun nen we deze samennaaien; den linker beginnen we aan den kant van den wijsvinger. Wanneer de handschoenen klaar zijn, vouwen we ze keurig in model en leggen er eenige zware boeken op om ze te persen. ziet, moeilijk is het niet. Mocht u handschoe nen willen maken met boven- en onderhand ver schillend, dan knipt u het schabloon door en re kent een naadje van 2 m.M. extra. Voor uitvoerige inlichtingen houd ik mij steeds beschikbaar MARGOT VAN CAPELLE— VAN BUUREN PAAR. TUÜCH&NSTUKJÊ^ Mangelwasch 20 ct. p. Kg. P e rs wasch 25 ct, p. Kg. Strijkwasch 30 ct. p. Kg. Waai U een heldere wasch hoort ROEMEN, Daar hoort U onzen naam wel noemen BROUWERSVAART 50-52 Haarlem - Telefoon 14159 (Adv. Ingez. Med.j Goedkoop en toch smakelijk Eenige bereidingen van Snoekbaars. Nu er op het oogenblik door de tijdsomstan digheden weinig zeevisch te koop is, is de snoekbaars een veel verkochte visch geworden. Snoekbaars wordt gevangen in het LJselmeer, bij vrij' groote hoeveelheden tegelijk en is den heelen winter door van goede kwaliteit. Het vleesch is zeer smakelijk; de visch heeft een groen-grijze rug met bruinachtige dwarsbanden en doet aun snoek en baars denken. Dikwijls worden er groote exemplaren gevangen. Deze visch kan weer op verschillende manieren bereid worden en met verschillende sausen ge geten. Gekookt kan men ze opdienen met peter seliesaus, botersaus of citroensaus. Gestoofde snoekbaars. Het stoven kan op twee manieren gedaan wor den: in den oven en op het vuur. In beide ge vallen laat men een goed stukje boter in een vuurvasten schotel smelten, voegt wat water toe en legt de mooten schoongemaakt gewas- schen en gezouten visch er in. Nadat men de visch bedropen heeft met de boter, zet men den schotel in den oven en laat de visch onder af en toe bedruipen er in staan tot ze gaar is en een bruin korstje heeft. Om dit te bevorderen strooit men wat paneermeel of beschuitkr.uim over de visch. De laatste 5 mi nuten stooft men een schijfje citroen mee en strooit er voor het opdoen wat gehakte peter selie over heen.-De visch is gaar als het vleesch gemakkelijk loslaat bij de "graat, wanneer men dat voorzichtig met een zilveren vork probeert, Bij het stoven op het vuur zet men een deksel op den schotel en laat de visch heel zachtjes stoven. Men voegt wat meer water bij en wat druppels citroensap. Is de visch gaar, dan bindt men het vocht met een klein beetje aangemeng de sago en strooit er wat peterselie overheen. Als groente kan men bij deze visch geven: worteltjes, bieten of kropsla. Gehakt van snoekbaars. Een visch van pl.m. 1 K.G. gaarkoken. Het vleesch van de graat nemen, alle kleine graatjes zorgvuldig verwijderen en het vleesch fijn maken. Daarna vermengen met 2 geklopte eieren 2 a 3 in melk geweekte sneetjes oud brood, 3 lepels gesmolten boter, peper. zout. noot en fijngehakte peterselie. Er een langwerpige bal van maken en deze in een vuurvasten schotel leggen, waarin men wat water, boter en citroen sap gedaan heeft. Het gehakt bestrooien met wat paneermeel, overgieten met de boter en onder af en toe bedruipen in een warme oven bruin laten worden. bij den vakman DAT IS UW VOORDEEL! aUééc ïiEDERWARENFABRIEK kurpAIIP k Q _BB BM ANEGANB 4o (Adv. Ingez. Med./ Zoo gaat het ook Nuttige wenken voor de zuinige vrouw. Zoo langzaam aan raken we gewoon aan den mobilisatietoestand in ons land. met alle gevolgen die hij met zich brengt. Onder deze gevolgen telt voor de huisvrouw de distributie van levensmiddelen en goederen sterk mee. Onwillekeurig zullen de ouderen zich de mo bilisatie van 19141918 weer eens voorgesteld hebben en ofschoon we diezelfde toestanden in werkelijkheid nog lang niet hebben, is het toch zeer goed ons eens rekenschap te geven en eens na te denken over de moeilijkheden die zich voordoen als men niet alles in onbeperkte hoe veelheid kan krijgen. Op suiker zal menigeen nu reeds moeten bezuinigen. Het kopje koffie en thee zonder suiker valt in het begin niet mee, maar u zult eens zien hoe gauw dat went. We kunnen uiker wel vervangen door troop; in gerechten zooals appelmoes gaat dat heel best. Probeert u het eens, het zal u bevallen. De smaakt van de appelmoes veranderd er een klein beetje door, dat is dus tevens een kleine afwisseling. Dan de zeep! Hoe zouden we daarop moeten bezuinigen als er weinig en slechte zeep ls? Zeep trachten te sparen bij de wasch of de lichaamsverzorging is niet goed, we zouden dan de hygiëne te kort gaan doen. Waar het wel goed bij gaat ls bij de afwasch. Wascht u eens af in sodawater in plaats van ln zeepsop. U zult zien. dat u hiervoor geen zeep meer noodig zult hebben. En heeft de petroleumboer u al teleurgesteld door u te vertellen dat hij voortaan maar 10 pet. mag geven? Dat scheelt u veel! Dat wordt uit kijken om zoo weinig mogelijk petroleum te gebruiken. Gaat u eens vaker in kranten koken dan u gewend bent. U herinnert het u nog wel dat we eens verteld hebben, hoe we rijst in kranten moeten koken. Weet u het nog? 10 mi nuten op de gewone manier voorkoken en dan wegzetten in kranten. Na ruim een haif uur Is de rijst gaar. Anderen geven als recept 1 van den gewonen kooktijd voorkoken en dan driemaal den kooktijd in hooikist of kranten. Probeert u 't zelf maar eens! Behalve met rijst gaat het ook met alle an dere gerechten, behalve als we er in zouden moeten roeren. U rekent 13 van den gewone kooktijd om voor te koken en zet het eten dan in kranten. Laat het wat langer staan dan u het anders laat koken, het duurt in kranten altijd wat langer voor het goed gaar is. Een hooikist of een kookzak zou nu ook goede dien sten bewijzen, dan hoeven we niet telkens een krantenpak klaar te maken. Vindt u het al niet koud worden? Als het koud is ljrijgen we dadelijk meer trek in een lekkere warme stamppot of een stevige erwten soep en we zijn maar wat blij als we thuis een lekkere warme kachel vinden. Om alle warmte van een kachel te benutten ls het goed een lange pijp te nemen, de warme rook kan dan nog heel wat warmte afstaan aan het vertrek. Schuift u het fornuis eens een eindje naar voren! U zult eens zien hoeveel dat scheelt. Aan alle kanten kan het fornuis de warmte afgeven en het heeft tevens als voor deel dat je erg goed op het fornuis kunt zien. ZONDAG: Macaronisoep Biefstuk Spruitjes Aardappelen Griesmeelpudding met peren. MAANDAG: Gehakt Bieten Aardappelpuree met kaas in een vuurvas ten schotel Druiven. DINSDAG: Rolpens met appelen Aardappelen Maïsvlokken met war me melk en suiker WOENSDAG: Kalfslappen Andijvie Aardappelen Kastanjes met boter. DONDERDAG: Omelet met restje an dijvie Varkenscarbonade Groene kool Aardappelen. VRIJDAG: Gekookte griet Gestoofde winterworte len Aardappelen Wentelteefjes van be schuit ZATERDAG: Spekpannekoeken Vruchten. (Recepten Griesmeelpudding met peren. 1/2 L. melk, 50 gr. griesmeel, 40 gr. suiker, schilletje van citroen, l pond stoofperen, 25 gr. suiker, desverkiezend een eetlepel bessen sap, een paar eetlepels abrikozenjam. Trek een citroenschilletje ln de melk. strooi er, als deze kookt, de griesmeel in en de suiker, en laat het een paar minuten doorkoken. Vul een platten, met koud water omgespoelden pudding vorm met het mengsel en laat de pudding stijf worden. Schil de peren, snijd ze in vieren, ontdoe ze van de stelen, kroontjes en klokhuizen en zet ze op met zooveel water dat ze even onder staan en een citroenschilletje. Kook de peren gaar en rood in 3 a 4 uur, voeg het bessensap en de suiker toe en laat ze afkoelen. Stort de pudding op een platte schaal, leg de peren zonder het vocht in een krans op de pud ding besmeer het midden van de pudding met de jam en presenteer het vocht er desgewenscht apart bij. Wentelteefjes van beschuit. 8 beschuiten, 1 ei, 4 d.L. melk, 3 eetlepels suiker, boter om te bakken, citroensap. Klop het ei met de suiker, voeg daarna de melk toe en overgiet de beschuit hiermee tot het vocht spoedig is opgenomen. Bak de beschuiten aan beide kanten mooi bruin en bedruppel ze vlak voor het opdoen met wat citroensap. Een bloemenparadijs Sinds een halve eeuw vormen dé Scilly-eilanden Engeland's tuin. In donkere tijden als die wij beleven, kan het rust geven, ons eens in gedachten te ver plaatsen naar een kalm idyllisch landje, waar het gerucht van de moderne wereld slechts raag doordringt, waar nog geen werkloosheid en geen overspanning heerschen; kortom, waar 't leven iets van zijn paradijskant heeft bewaard. Een van die lieflijke plekjes van onzen aard bodem is het tuinland aan de Scilly-eilanden, ge legen vlak ten Westen van Engeland's Westpunt. Van de 140 kleine eilandjes, die allemaal bij elkaar liggen binnen een omtrek van 30 mijlen, zijn al leen de vijf grootste bewoond. Zij vormen het „tuinland" dat Londen het heele jaar door van zijn bloemenschat voorziet. De lente begint er wel heel, heel vroeg. Lang vóór wij in West- Europa aan voorjaar den..en, midden in Januari al, komen de groote autobussen, volgeladen met de liefelijke geurende lenteboden, de narcissen, Londen binnen. Ze zijn afkomstig van Engeland's Paradijsje: van de vijf tudneilanden St. Mary, St. Agnes, St. Martin, Tresco en Brijher. Een wonderlijk land, waar het heele jaar door bloemen bloeien op den kouden grond. En toch is de zeegeul tusschen Lands End en _j Scilly-eilanden berucht om zijn stormen, zoo- dat de kleine boot die de verbinding onderhoudt, menigmaal niet-eens kan uitvaren. Op de dagen, dat zij wel vaart, scheert ze vlak langs de rotsen van Land's End en stevent dan recht af op de „Wolvenvuurtoren", gelegen op een rots. die steil uit zee opryst. Eens loeiden en gierden wind en water in tallooze stormnachten hier door een gat in deze rotsen en dit klonk ais wolvengehuil, totdat vsischers, die overtuigd waren dat de visch voor dit akelige geluid op de vlucht sloeg, het gat dicht maakten. En dan komen die tallooze zwarte stippen op den oceaan, die de Scilly-eilanden vormen! Hoe- vele tientallen rotstoppen, hoevele minieme eilandjes? Eigenlijk verdienen alleen de vijf grootste den naam van eiland: een lillputterland- je! St. Mary, 't allergrootste eiland is iets meer dan twee mijlen lang en iets minder dan twee mijlen breed. En de hoofdstad van St. Mary, Hugh Town geheeten, telt 200 huisjes. Op alle eilanden samen wonen ongeveer 1.750 menschen. En een paar keer in de week, als de boot aan komt, loopt het halve plaatsje uit om te kijken. Wat een heerlijk land, het Scilly-paradijs! Hier loopen geen treinen, geen bussen, geen trams, geen vrachtauto's. En langs de kust vindt men geen badplaatsen met paviljoens, strandbad en hotels. De politiemacht van Hugh Town bestaat uit één man en de schaarsche bezoekers zien met vreugdevolle verbazing tenminste als ze nog gevoel voor het schoone landelijke leven hebben! hoe haai' bagage op een ezelwagentje naar 't hotel wordt gebracht. „Wat een dag!" vertelt de vrouw van den hotelier met een opgewonden lachje „vanmorgen spreng de kat op de piano, vanmiddag waren er twee honden aan 't vechten en nu komt nog de boot aan met gasten!" Dit zijn „emoties" op de Scilly-eilanden! Maar de romanticus kan er meer beleven. Als hij een van de popperige groene heuveltjes van St. Mary beklimt en uitkijkt over de kleine, blauwe binnenzee waar de grootste eilanden om heen gegroepeerd liggen, dan ziet hij overal, zoover het oog rijkt rotsruggen boven den water spiegel uitsteker.. Deze granietrotsen zijn van hetzelfde soort als de rotsen van Cornwall. Vormden ze vroeger één geheel daarmee? De legende vertelt van een „Missing link", genaamd Lyonnese, een Land, dat moet hebben gelegen tusschen Engeland en de Scilly eilanden vol bloeiende steden en met niet minder dan 140 kerken. Evenals de Israëlieten droogvoets door de Roode Zee trokken en zagen, hoe achter hen het opdrin gende Egyptische leger door de golven achter haald en vernietigd werd, zoo trokken de ruiters van koning Arthur volgens een oude Keltische legende door het land van Lyonnesse. achter volgd door den verrader Mordred en zijn man nen. Toen de helden nu op hun nachtelijke vlucht St. Martin bereikt hadden en bij zonsopgang achter zich keken, zagen ze van hun vervolgers geen spoor. Een onafzienbare, woest golvende watervlakte had het heele leger van Mordred verzwolgen! Tennyson vertelt deze legende in zijn „Idylls of the King" (verhalen van koning Arthur en de tafelronde)Maar dit zijn slechts legenden. Ook de historie van de Scilly eilanden telt menige interessante bladzijde. Zij verhaalt van een Romeinsche strafkolonie op St. Mary, van kloosters met Benedictijner monniken, die hier gevestigd waren, van vorsten in balling schap, zeereovers en smokkelaars, die op de Scilly-eilanden een onderkomen vonden. Er was een tijd, dat St. Martin en St. Mary vrij belangrijke scheepsbouwwerven bevatten maar met de opkomst van de stoomschepen raakte dit werk gedaan en de bewoners leidden een armoe dig bestaantje, totdateen nieuwe goudmijn ontdekt werd in de witte en gele narcissen. En heden ten dage is practisch iedere hectare grond in gebruik als bloemenveld. Gedurende het seizoen, van December tot Juni, wijdt zich de heele bevolking aan de verzorging der lentekin deren. En de golvende velden zien wit en geel, rood en bruin van de narcissen, de lelietjes, de muurbloemenIn den narcissen tijd zijn de tuineilanden en waar sprookjesland, een para dijs van lieflijke kleuren en geuren. De narcis is d e Sciily-bloem bij uitnemend heid; reeds eeuwen geleden groeiden ze hier ln het wild, want de warme golfstroom, die langs de eilanden stroomt, maakt het klimaat bizonder zacht. En van deze omstandigheid trolc de mo derne mensch partij en maakt de Scilly-eilan den tot London's bloementuin. Maar zoodra de gaven der natuur tot brood winning worden houdt het zorgelooze leven op en begint de strijd. De velden liggen open en soms komen stormen uit zee opzetten, die heele velden kunnen vernielen. Daarom moeten de teere bloemen door heggen worden beschermd en zoodra de narcissen m bloei staan, worden ze in potten overgeplant en in de kassen verder verzorgd. Er is practisch geen gezin op de Scilly-eilan den, dat niet aan de bloementeelt deelneemt. De mannen en jongens werken lange dagen ln de velden om de bloemen over te planten en naar de kassen te brengen en de vrouwen en kinderen doen het fijnere werk van het plukken, bundelen en inpakken. Wantallee bloem-tv. worden keurig tus schen frissche bladeren ingerukt. Kruiwagens, karren, ezelwagens en zelfs kinderwagens wor den gebruikt om de kostbare kisten met kleur en geur naar de boot te brengen. In normale seizoe nen worden tusschen de 700 en 1000 ton bloemen uit de Scilly-eilanden naar Londen verscheept. „Ja. we zijn wèl vooruitgegaan ln die zestig jaar na het verzenden van die eerste blauwe hoededoos!" zegt een der oudste inwoonsters van St. Mary, die zich nog herinnert, hoe de bloe menhandel hier begonnen is. Bloemen plukken, bloemen uitzoeken, bloemen inpakken als dagtaak en dan voor ontspanning een wandeling tusschen bloeiende, geurende velden vol gouden en zilveren narcissen tegen een achtergrond van hemelsblauw. Ja, er zijn nog plekjes, waar het leven noa een paradijsje Hjkt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 7