1 Als de steenen spreken konden De Etappen- en Verkeersdienst; l/aat Qiaeifatotneu Litteraire Kantleekeningen. een voor ons leger onmisbare organisatie. Centrale Verwarming tiatsle t TEL. 15597 ZATERDAG 11" NOVEMBER" 1939 HS'A'EEEM'S ÖSGBESÖ Hoe de St. Pieter een koepel en de Sixtina Fresco's kreeg. .4■i,, De St. Pieter in Rome. Thans is op hare reize door het leven Mijn brooze boot over de wilde baren Dra de gemeene haven ingevaren, Om van mijn werken rekenschap te geven. N het najaar van het jaar 1506 zagen burgers van Rome nieuwsgierig toe, hoe op het plein van de oude Pieterskerk marmerblokken werden aangevoerd van zulk een fantastische afmeting als geen hunner ooit had aanschouwd. Ze waren afkomstig uit Carrara, waar de „mees ter", gedurende een verblijf van vele maanden in het eenzame bergland, den titanischen steen- houwersarbeid zelf had geleid. De meester: dat was de dertigjarige Michelangelo Buonarroti, wiens naam dan al met zeker ontzag genoemd werd in Rome en zeker in zijn geboortestad Flo rence. Het was Paus Julius II, de Caesar der Pausen, geweest die hem naar Rome had ge roepen om hem te vereeren met een even groot- sche als veeleischende opdracht: de vervaardi ging van een pauselijk grafmonument dat den omvang zou hebben van een architectonisch ge bergte, te tooien met ruim 40 standbeelden. Honderdduizend ducaten zou deze uitverkorene ontvangen voor den arbeid der eerste vijf jaren, van welke som Michelangelo zelf marmer en transport zou moeten bekostigen. Was ze uitvoerbaar, deze hoogvereerende maar ligantische opdracht, ging ze de krachten van één enkelen mensch, hoe begaafd ook, niet te boven? Och, in kracht der verbeelding, in on stuimigheid van droomen waren ze aan elkander gewaagd, Julius II en Michelangelo. Beider hoofd en hart was tot- berstens toe gevuld van plannen, welker opzet de grenzen van het menschelijk gangbare verre overschreed. In de schaduw van den ouden St. Pieter, door den eersten Cihristenkeizer Constantijn ge sticht ter plaatse waar de heilige Petrus als slachtoffer van Nero den marteldood stierf, be- ron Michelangelo in de metershooge marmer- clompen de gestalten van zijn droomen te beite len. En Julius, in het ongeduldige verlangen den voortgang van het werk te kunnen volgen, had vanuit het Vaticaan een verbinding met Michel angelo's werkplaats laten aanbrengen. Vrijwel dagelijks ziet hij toe op den meesterlijken ar beid aan het marmeren gevaarte dat eens boven zijn stoffelijk overschot zal prijken. Zoo mach tig van bouw zal het worden, dat de oude Basi liek van St. Pieter het niet zal kunnen bevat tenStoutmoedig is het plan dat in Paus Julius' werkzaam brein rijpt: indien nu eens op de plaats van de oude wat bouwvallige Pieters kerk een nieuwe verrees? Ook Paus Nicolaas V, ruim vijftig jaar eerder, had ervan gedroomd. Bouwmeester Bramante was maar al te zeer ge neigd. het pauselijk verlangen aan te vuren. Kende, zoo betoogde Bramante in vertrouwelijke gesprekken, de Paus wel het oude bijgeloof dat het een slecht voorteeken heet, indien men zich tijdens z'n leven een grafsteen laat maken? Maar al te vaak zou het bewaarheid zijn: Bra mante wist er talrijke voorbeelden van te noe men. En, hoeveel eervoller zou 't zijn een nieuwen Pieter te hebben doen bouwen! Al luisterend ziet Julius II in verbeelding den Dom opdoemen, hooger en hooger tot in de schaduw ei-van de omtrekken van het gedroomde grafmonu ment meer en meer vervagenEn terwijl Michelangelo met beitel en hamer worstelt om aan de gestalten van zijn geniale visie vorm te geven, heeft Bramante het pleit gewonnen: Rome zal een nieuwe Pieterskerk krijgen en Bramante zal haar bouwen -het grafmonument is ver geten. Diep geschokt en in z'n toots getroffen, nu zelfs de Paus 'hem niet meer wil ontvangen, ontvlucht Michelangelo de versmade marmer blokken, ontvlucht hij z'n werkplaats, ontvlucht hij Rome. Dreigde hem waarlijk levensgevaar van de zijde van z'n mededinger Bramante? Men beweert het, maar aannemelijker is het, dat Michelangelo zoo inderhaast de stad verliet, om dat hij verre wilde zijn, als de eerste steen van Rome's nieuwe Pieterskerk gelegd zou worden. Moeizame arbeid. TJIM 24000 M2. gronds zal Julius droomkerk, naar Bramante's plan, eischen, grootsch zal het heilige gedenkteeken zijn. waarmee dare kunstzinnige Paus het nageslacht bewondering zal afdwingen voor het scheppend vermogen der Renaissancekunst. Maar hoe begeerlijk de uit voering van het plan ook zijn mag, Michel angelo's diensten mogen er niet aan geofferd worden. Brief op brief schrijft Julius, om den beeldhouwer tot terugkeer te bewegen, zelfs de Florentijnsche stadsoverheid komt er aan te pas Michelangelo blijft weigeren. Pas bij een onderhoud in Bologna, dat de Paus zoojuist op de aanvallers van den Kerkelijken Staat heeft veroverd, weet Julius den trotschen Michel angelo te vermurwen met een nieuwe opdracht: In Bologna zal de beeldhouwer een bronzen Btandbeeld van Paus Julius doen verrijzen. Vol kommernis is deze arbeid en als het beeld ein delijk gereed is en Bologna siert, zijn het slechts 4 levensjaren beschoren: bij de herovering der stad door de pauselijke tegenstanders wordt het versmolten tot kanon. Misschien drong het smartelijk gerucht hiervan Rt H nauwelijks tot Michelangelo door, verzonken als hij was in anderen, bijna bovenmenschelijken arbeid. Op een tiental meters hooge stelling staat hij om een taak te volbrengen, waartoe de beeld houwer niet geroepen is: hij schildert! Opnieuw heeft de Paus hem naar Rome ontboden, om den Koepel der Sixtijnsche Kapel, in 1481 vol tooid, te voorzien van wandschilderingen. 520 vierkante meters beslaat de oppervlakte die hij met z'n fresco's zal moeten vullen. Weken, maan den en jaren verstrijken Michelangelo merkt het nauwelijks: kruipend over de stellages, ge bogen, ja gekromd vaak de penseelen hanteerend op de machtige welvingen boven z'n hoofd, be spat met z'n verven, vergeet hij tijd en wereld, vergeet hij zichzelf. Als een banneling heeft hij zich, elke hulp versmadend, opgesloten binnen de muren der Vatikaansche huiskerk om de visioenen van zijn begenadigd talent te vereeuwi gen in een eenzame worsteling met zijn nieuwe materiaal: de verf. Wat hij daarin toovert, groep na groep, wat daar verschijnt aan de wanden van dien wit-gapenden koepel, is bijna geen menschenwerk meer: het is een influistering Gods. In overweldigende tafereelen beeldt Michel angelo het wonder der wereldschepping: als op den eersten scheppingsdag wordt het Licht ge boren; ën de wateren worden gescheiden, het eerste menschenpaar wordt uit den sluimer der Aarde gewekt dan straft het Kwaad de zondenval in het Kaïnstafereel en den schrikke- Michclangelo Buonarroti. lijken Zondvloed. Andere gestalten verschijnen in hoeken en nissen; moeilijk, traag soms krijgt beeld na beeld vorm en kleur. Soms kan Paus Julius z'n ongeduld nauwelijks bedwingen en één enkel maal vergeet hij zich zoowaar, slaat hij Michelangelo. Dat is den meester te veel: weer ontvlucht hij Rome, al weet de Paus hem te doen achterhalen en terugkeeren door fier- menschelijk zijn verontschuldigingen aan te bieden. Vier jaren duurt het. eer het werk vol tooid is: in de Sixtina het is October 1512 staren de oogen der bezoekers met ontroerde bewondering en ontzag naar wat zoolang ver huld bleef, staren ze omhoog in het weidsche koepelgewelf, vanwaar al de schepselen van Michelangelo's verbeelding als vanuit een andere wereld op hen neerzien. Enkele maanden later is Paus Julius n ontslapen. „Het Laatste Oordeel". wyEER werkt Michelangelo aan de taak, die hem het liefste is en die hij tragiek van dit kunstenaarsleven nooit zal volbrengen: het grafmonument voor den nu overleden Paus Julius. Andere opdrachten komen tot hem: hij wènscht ze niet, hij wil ze uit den weg gaan om voort te kunnen beitelen aan wat hem z'n levens werk dunkt. En toch kan hij de handen, daarvoor niiet vrijhouden, moet hij bestellingen aanvaar den, die hij niet verlangt, omdat het neenzeggen hem zoo onnoemelijk zwaar valt. Evenzeer tegen wil en dank wordt hij betrokken in partijstrijd en krijg; want de tijden waren woelig en vol ver overingszucht. 1534 is het, als Paus Paul III, de groote ponti ficale bouwmeester der 16e eeuw, Michelangelo naar Rome noodt; weer weerstreeft hij en weer zwicht hij voor den aandrang, zooda hij benoemd wordt tot architect, beeldhouwer en schilder van het Apostolisch Paleis. Een jaar later staat hij opnieuw op de stelling in de Sixtina, nu om den grooten muur boven het altaar, waar men de fresco's van Perugino met kalk bestreken heeft om ruim baan voor Michelangelo te maken, te beschilderen met een tafereel, dat het Laatste Oordeel zal beelden. Het Laatste Oordeel: „Christus komt tweemaal: de eerste keer is hij de zachtmoedigheid zelve en legt hij niets dan goedheid, mildheid en barm hartigheid aan den dag. Hij komt voor de zon daren, de zwakken, om hun vrede, licht en ge nade te brengen. De tweede maal komt hij ge wapend en toont hij zijn gerechtigheid, zijn ma jesteit, zijn grootheid en almacht; dan is het geen tijd meer voor erbarmen en genade". Zoo wordt„Het Laatste Oordeel" beschreven door de Vrouwe, die Michelangelo boven alle stervelin gen vereerde en liefhad: Vittoria Colonna, die door haar sonnetten en tijdens hun samenzijn, als zij hem vanuit haar kloosterverblijf in Rome bezocht, in hem het licht des geloofs en den dichter wekte. Van heinde en verre kwam men naar Rome om in de Sixtina het wonder van deze nieuwe schepping te aanschouwen. Maar de glorie was kort van duur: al gauw ging er een storm van verontwaardiging op, aangeblazen door afgunst en wraakzucht verontwaardiging over 't gebrek aan kuischheid dezer schildering, dat naar men insinueerde, aan schaamteloosheid grensde. Paus Paul IV dacht er zelfs over. de geheele muur schildering met kalk te laten bestrijken en al mag de eerbied voor het meesterwerk dit belet heb ben, toch stond niet lang daarna een ander schilder op de stelling om het Laatste Oordeel van de begeerde kleedingstukken te voorzien. Michelangelo deert het niet: al lang heeft de roemzucht geen vat meer op hem, hij leeft in een andere wereld die voor de aardsche ijdel- heden en teleurstellingen niet toegankelijk is. En toch zal nog ééns een pauselijk beroep op hem gedaan worden: in hetzelfde jaar waarin Vittoria Colonna hem door den dood is ontvallen, ontvangt hij 't pauselijk bevel waarbij hem de lei ding wordt toevertrouwd van den bouw aan den nieuwen St. Pieter. Wat al bouwmeesters had deze dom in de jaren van zijn wording gekend! Na Bramante kwam Raffaël, het engelenkind on der de schilders, dan San Gallo, Michelangelo's vijand. En nu zal hij, Michelangelo, het zijn die het werk zal gaan voltooien, tot verbittering van zijn tegenstanders, die geen gelegenheid voorbij laten gaan, hem bij den Paus verdacht te maken. De Koepel van St. Pieter. "T A, zoo'n vorm nemen de aantijgingen aan, dat in 1551, onder leiding van Paus Julius III, een bijeenkomst wordt gehouden van allen die bij den bouw betrokken zijn. Nu kan men z'n be schuldigingen trachten waar te maken. Bij het hooren daarvan richt Michelangelo zich tot den Paus met de woorden: „Heilige Vader, hoort, hoe ik met ondank beloond word. Als de zorgen HAARDEN en HAARDKACHELS INVENTA. Ook in huurkoop. HAGEMA N, GED. OUDE GRACHT 52 - HAARLEM TELEFOON 12762 (Adv. Ingez. Med.) JCalonel Jhoden van Velzen schetst de taak van zipt dienst (Van onzen specialen verslaggever). E woorden laten zich zoo gemakkelijk neerschrijven: Etappen- en Verkeers dienst. Punt. De Nederlander in 't jaar 1939 komt ze een enkel keertje in zijn lijfblad tegen. Maar als hij z'n krant laat zak ken is hij ze op slag weer vergeten, onbewust van het feit. dat achter deze woorden een organi satie schuilt, zonder welke de mobilisatie stellig niet zoo vlot verloopen zou zijn als thans het ge val is. Dezer dagen heeft de directeur van den Etap pen- en Verkeersdienst, de kolonel van den Generalen Staf H. H. Thoden van Velzen, in een persconferentie te 's Gravenhage enkel tipjes opgelicht van den sluier, welke de zoo uiterst belangrijke en moeilijke taak van zijn medewerkers omhult. Daarnaast heeft de kapi tein-intendant W. Ch. Wensink een uiteenzet ting gegeven van de werkwijze der afdeeling In tendance. Op deze wijze hebben de vertegen woordigers der Nederlandsche pers een alge meen inzicht gekregen over de voedselvoorzienng van den soldaat en de werking van den verple gingsdienst. Een moeilijke taakInderdaad, kolonel Thoden van Velzen, die in overeenstemming met de militaire belangen slechts een algemeen beeld geeft, verheelt de moeilijkheden, welke zijn dienst het hoofd heeft moeten bieden, niet. Daar is in slaagt U het best bij At)/Ls* Groote Houtstraat 158 Telefoon 15426 (Adv. Ingez. Med.) die mij kwellen mijn ziel niet ten goede komen heb ik waarlijk allen tijd en moeite verbeuzeld". En ziet, het wonderbaarlijke gebeurt: de Paus legt hem de hand op den schouder en zegt: „Wees onbezorgd; lichaam en ziel, beide, zullen ermee gebaat zijn". Daags daarop zitten beiden vertrouwelijk bijeen, als vrienden en kan Michel angelo z'n hart luchten over de schandelijke malversaties, waarmee zoovele betrokkenen den bouw der Vatikaansche hoofdkerk hebben be nadeeld. „Hij zuiverde den St. Pieter van schel men en roovers", getuigde Vasari model der Pieterskerk. Wat daar in minia tuur verrijst, wat de beeldhouwer-schilder daar architectonisch ontwerpt, belooft z'n weerga niet te vinden. Het is een overkoepeling, maar één die, als werd ze gedragen alleen door de kracht des geestes, schijnt te zweven. Alle intriges rondom hem, die onverminderd voortgang vin den, hebben de scheppende kracht van dezen grijsaard niet kunnen breken. Hooger en hooger rijzen de muren die straks dien wonderkoepel zullen dragen als zinvol sym bool van aardsche gebondenheid en hemeïsch streven. Zal Michelangelo, dan bijna negentig jaar oud. deze gewelfde kroon op zijn meester werk met eigen oogen aanschouwen? Het wordt twijfelachtig; z'n kracht raakt ten eind, en moegestreden dreigt hij nogmaals werk en stad te ontvluchten, als hem één trouwe medewerker onder beschuldiging van diefstal door gevan genneming ontnomen wordt en een ander onder moordenaarshand valt. Nog gelukt het den Paus door drastisch ingrijpen, Michelangelo te weer houden de dagen van den beeldhouwer-schil der-dichter-bouwmeester zijn geteld: een kort stondige ziekte sluit z'n moeizaam-doorstreden leven af. 26 jaren later werd de koepel der Pieterskerk voltooid voltooid in hoofdzaak naar Michel angelo's houten model, maar door vreemde hand. Wie hoog boven de Eeuwige Stad den koepel van St. Pieter zich tegen den hemel ziet aftee- kenen, licht als een zwevende zeepbel, wie in de Sixtina de oogen opslaat naar de fresco-gestalten die gewelf en muren bijna magisch bevolken, er vaart eerst recht de Genade die het den sterfe- lijken Michelangelo in smart en strijd vergun de, in de eeuwigheid te zien. C. J. E. DINAUX. C. J. Kelk. De vos en zijn staart. Utrecht, Bruna's U.IVI. Het zal wel immer voor eerzuchtige jongelieden en ouderen die nog in den waan leven, dat groote rijkdommen te verwerven een levensideaal kan zijn, een boeiende bezigheid blijven te lezen, hoe zij die slaagden hun leven hadden ingericht. In De Vos en zijn Staart wordt aardig en onder houdend zoo'n jongeman ten tooneele gevoerd, die zich geroepen voelt eenmaal in de zakenwe reld van Amerika een rol te spelen en daardoor met fortuinen te kunnen omspringen als knaap jes met knikkers doen. Hij heeft die neiging van niemand vreemd: zijn vader, die het niet verder dan tot fabrieksarbeider mocht brengen, heeft als lievelingslectuur den levensloop en de mémoires van den heer Butterfinger, en de zoon Bob Miller zal in Kelk's verhaal niet alleen het geluk heb ben met den echten Butterfinger in aanraking te komen, maar we zullen hem zelfs zelf tot een klein Botervingertje zien omhoog gaan. In Butter finger Sr. en diens omgeving en familiekring zal men gemakkelijk een Rockefeller Sr. herkennen en toegeven dat de schrijver van deze legenda risch geworden figuur een handig gebruik ge maakt heeft om zijn Amerikaansch getinten ro man een jasje van interessante zakelijkheid aan te trekken. De jonge man, die in een New Yorksch waren huis een pienter verkooper is en als zoodanig door de chefs wordt opgemerkt, maakt promotie door naar een filiaal in Florida overgeplaatst te worden, waar hij voorbestemd schijnt, in de di rectie te worden opgenomen. Tegelijk met hem wordt naar dat filiaal een verkoopster gezonden, een even uitnemende werkkracht, dewelke, Agnes Trenton genaamd, later mevrouw Bob Miller zal worden. Eer het echter zoover komt zullen we door den schrijver op werkelijk gezellige wijze onderhouden worden over de eenigszins Ameri kaansch getinte levenswijze der warenhuis-em ployés en de gemoedelijkheid waarmee daarin sommige conflicten, zoowel natuurlijke als ziele- conflicten, worden opgelost, of liever genegeerd. Voor lieden die in deze materie een beetje ach terlijk zijn zullen sommige gedragingen van Agnes Trenton misschien nog wat vreemd schij nen, maar daar raakt men op den duur ook wel overheen en het is toch alvast aardig dat een Nederlandsch romancier zoo leukweg den zwaai, de tournure, of hoe ge het noemen wilt, van die gladde American novelists overneemt. De Hol- landsche schrijver is een doorgewinterd letter- -kundige en de Vos is, met of zonder staart, uit nemend in staat zijn lezers een paar avonden van dezen winter aangenaam bezig te houden. Wat, alles welbeschouwd, het hoofddoel van de meeste litteraire productie is. Voor de liefhebbers van historie komen de laat ste jaren aardig, overzichtelijke en toch tevens serieus behandelde monographieën van de pers, waaronder de reeks Historie en IVIémoiren. Uitgaaf van J. M. Meulenhoff te Amsterdam een plaats komt innemen, waarop de aandacht gevestigd mag worden. Wij ontvingen daaruit een „Napoleon" door G. Brugmans en een „Aan het hof van Lodewijk XIV" dat door H. P. Geerke geschreven is. Beide boeken laten zich prettig lezen en blijven, terwijl ze van de zuiver histo risch gedocumenteerde feiten niet afwijken, een doorloopenden romanvorm vertoonen. Over Lo- dewyk en al zijn dames raakt men niet spoedig uitgepraat. In den eenigszins aangekleeden ro- mantiek-vorm hebben de romans van Siegfried van Praag en anderen in de Hollandsche littera tuur successen geboekt. En ook voor de figuur van den eersten Napoleon is de belangstelling den laatsten tijd weer gaande gemaakt. Het boek van Brugmans mag dan al niet de pretentie heb ben oorspronkelijke wetenschappelijke arbeid te zijn (voorwoord van den schrijver) het is er niet minder een bijzonder leesbaar geschreven en boeiend verhaal om, waaraan een uitgebreide historische studie en lectuur ten grondslag ligt. De schrijver verstaat de kunst zijn kennis zoo danig te groepeeren en mede te deelen, dat er als het ware een nieuw en oorspronkelijk beeld uit het reeds bekende materiaal wordt opgebouwd. Zoodoende kan zelfs het nuchterst feitenmate riaal door den vorm der transscriptie nog ontroe ren. Men leze bijvoorbeeld Brugmans' beschrij ving van Napoleon's verblijf op Sint Helena, zoo daadloos na een zoo dadenrijk bestaan, gevolgd door zijn sterven en men zal begrijpen wat wij met dien lof bedoelen. Tot de geschiedenis behoort in zeker opzicht ook de verzameling min of meer jounalistieke op stellen die onder den verzameltitel: Gegist bestek, door Prof. Dr. Jan Romein, bij de Uitgeverij De liaan N.V. in Utrecht verschenen. Een reeks opstellen in de jaren 1936 tot en met '38 in Groot Nederland over de liistorisch-politie- ke gebeurtenissen van iederen dag, verschenen en aangevuld met eenig ander, elders gepubliceerd werk, vormen tezamen een zeer belangrijken bun del gedegen lectuur. De gekozen titel verklaart, zegt de schrijver, dat men hier niet de onfeil baarheid van den historieschrijver heeft te eischen, doch dat men zijn werk als wei-gefun deerde impressies van den wetenschappelijk-ge- schoolden mede-belever van de gebeurtenissen heeft te beschouwen. De loop dier gebeurtenissen zal dan telkens uitgemaakt hebben, waar en in hoeverre zijn inzichten juist gebleken zijn, of wel waar die inzichten gefaald hebben. Een vorm van journalistiek derhalve, die in ieder geval het vast leggen in een boekdeel wettigt, waar die door een eminenten geest beoefend werd, wien eerst on langs de professorale waardigheid te Amsterdam verleend is. Voor hem. die den titel bezwaarlijk te begrijpen mocht achten zij er aan herinnerd dat het bestek, d.w.z. de plaatsbepaling van een schip op zee, verkregen kan worden met zekerheid, wanneer daarbij de stand der hemellichamen zichtbaar is en gemeten kan worden. Is dat niet het geval dan wordt het bestek ge gist, d.w.z. berekend naar tijdsduur van de vaart, koers en snelheidscapaciteit van het vaartuig. In derdaad een geestig gevonden titel voor een ar beid van dezen aard, waarbij een heldere intuïtie een nuchtere kennis van zaken steunen moet. De vele vrienden van Dr. Romein zullen den bundel met ingenomenheid ontvangen hebben. J. H. DE BOIS de eerste plaats de Veldpost die aanvankelijk slechts met zeer groote vertraging werkte, maar waarop thans niets meer te zeggen 1* Verder zij hier opgemerkt, dat de Etappen- en Verkeers dienst een der militaire organisatie's is. welke met vele banden aan de burgermaatschappij is ver bonden. Zijn staf telt officieren, die nimmer actief gediend hebben, maar wier aanstelling, in verband met hun positie bijvoorbeeld bij P.T.T. noodzakelijk was. Voorts is deze dienst het orgaan, dat van de burgers de motorvoer tuigen en schepen vordert. Daarom kan gerust gezegd worden, dat de Etappen- en Verkeers- directie zich precies op de grenslijn tusschen de burgermaatschappij en het militaire leven be vindt. Het is een van de redenen, dat er steeds naar den gulden middenweg gezocht moet wor den, waarbij men zoowel de belangen der mili tairen als van de burgers in het oog houdt. Wat de taak van den Etappen- en Verkeers dienst nu eigenlijk is? In de eerste plaats de aanvoer van personeel en materieel In den meest uitgebreiden zin van 't woord van 't achterland naar de strijdmacht, benevens de afvoer van personeel (waaronder zieken, ge wonden en geïnterneerden) van de strijdmacht naar 't achterland. Een tweede, niet minder belangrijke taak is het aanleggen en voor ge bruik gereed maken van gemeenschapswegen (waterwegen, spoorwegen, kunstwegen) en van verbindingen (radio, telefoon er. telegraaf) va* het achterland naar de strijdmacht en omge keerd. Ten derde heeft de dienst tot taak voor raden uit blootgestelde gebieden naar 't achter- lan te vervoeren, terwijl hij voolts als neven taak de zorg heeft voor alles wat met het motormaterieel samenhangt. De directeur beschikt over een staf de Etappen-directie ingedeeld in een aantal sectiën, welke weer over een aantal uitvoerende organen beschikken. Zoo is er de Sectie Algemeene Zaken, welke de algemeene personeelsaangelegen heden behandelt en welke ook den afvoer van de burgerbevolking regelt. Deze is thans reeds ln klein formaat, of in „luxe-uitvoering", zooals de militairen dit noemen, hier en daar aan den gang. Als uitvoerend orgaan heeft deze sectie de beschikking over etappen-troepen, die o.a. tot taak hebben diverse magazijnen te bewaken. Een tweede Sectie is die van den Spoorweg dienst, welke in het bijzonder belast is met het beschikbaar stellen van treinstellen voor groote vervoeren. Tijdens de mobilisatie en concen tratie van de troepen heeft deze Sectie voortref felijk werk geleverd, terwijl zij thans even voor treffelijk werk doet bij het vervoeren van de verlofgangers. Spoorwegtroepen staan als uit voerend orgaan ter beschikking van het sectie hoofd. Deze zullen tot taak hebben vernielde spoorlijnen te herstellen op die plaatsen, waar 't voor het gewone spoorwegpersoneel te gevaar lijk zou zijn. Een ondankbare taak. De sectie welke %'ermoedelijk de ondankbaar ste taak heeft is die van den Motordienst. On dankbaar? Inderdaad! Want hierbij zetelen de menschen, die auto's en motoren vorderen.... De Etappen-Directie is verder in de volgende secties ingedeeld: de Vaartuigendienst. de Ver bindingsdienst (telefoon, radio, telegraaf en postduiven), de Veldpostdienst, de Bruggen en Veeren, de Wegen en de Luchtvaartdienst. Alie secties beschikken over uitvoerende organen. Maar bovendien telt de Etappen-dienst nog een aantal afdeelingen, waartoe behooren: de In tendance, de Geneeskundige Dienst, de Veteri naire Dienst, de Artillerie en de Genie. Is de afdeeling Intendance, die in een volgend arti kel onder de loupe genomen zal worden, wel één der voornaamste, ook de Geneeskundige Dienst, waaronder de door de Roode-Kruis— Compagniën voor de gewonden ingerichte treinen en vaartuigen ressorteeren. is zeer belangrijk In verband met het feit, dat de ingerichte ope ratie- en verbandschepen over een uitstekende outillage beschikken, kost het soms wel eens moeite deze voor oorlogsgebruik vast te houden, temeer omdat verschillende militaire hospitalen niet. zoo heel erg modern ingericht zijn. De afdeeling Artillerie heeft verschillende mu- nitietreinen en -vaartuigen onder zich. Het laden van deze treinen en schepen was zeer goed OLIESTOOKINRICHTING - NATUURLIJK van ADR. STOOPLAAN 35 (Adv. Ingez. Med.) SLOT Defect? Tel. 11493 OF SLEUTELSPECIALIST-LANGE VEERSTR. 10 (Adv. Ingez. Med.) voorbereid en is door eenige honderden haven arbeiders binnen eenige dagen met zeer te prijzen ijver en met groote snelheid uitgevoerd. Ergens in ons land staan en liggen treinen cn schepen gereed, om op 't eerste sein daarheen gedirigeerd te worden, waar hun inhoud noodig is. De Genie zorgt voor den aanvoer van het materieel, benoodigd voor den bouw van stellin gen. Honderden tonnen prikkeldraad, enorme hoeveelheden hout enz. enz. zijn per schip naar eindstations vervoerd en vandaar gedirigeerd naar de plaatsen, waar het materiaal aange vraagd was. Zoo gaat het ook met de gevraagde munitie. Overal zijn de noodige aanvullingsplaatsen, waar de munitie opgeslagen wordt, als zij van de eind stations komt. Van de fabriek gaat de munitie eerst naar de hoofdmagazijnen, dan wordt ze ter beschikking van den directeur van den Etappen- en Verkeersdienst gesteld en deze diri geert de noodige aanvulling per trein naar de eindstations. Zoo is. in 't algemeen, de gang van zaken welke, vooral bij 1914 vergeleken, toen de Etap pen- en Verkeersdienst slechts een tweetal di- visiën in Noord-Brabant „bediende" een minu tieuze voorbereiding vergt. Het is eon moeilijke opgave om er voor te zorgen, dat er geen stag natie komt, zooals bij den Veldpostdien.st eenigèn tijd geleden het geval is geweest. Maar des te grooter is de voldoening, wanneer geconstateerd kan worden, dat men, met den volledigen inzet van alle beschikbare krachten er in slaagt om alles op tijd daarheen te brengen, waar het noodig is (Nadruk verboden).,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 13