Echtpaar z.k.
Kea Bossers
Per vliegtuig is in Medan aangekomen, ter regeling van verkoopen van Deli-
tabak naar Amerika, de heer J. T. Cremer jr., zoon van den directeur der
Deli-Maatschappij. Rechts de heer Cremer
In het Hil\rersumsche Sportpark werden Zondag draverijen gehouden. Eenige deelnemers in
actie op het door hevige regens in een modderpoel herschapen parcours
Een tenniswedstrijd tusschen spelers
uit Amsterdam en Den Bosch is Zater
dag in de hoofdstad gehouden. Twee
deelnemers, de heeren J. Straus (links)
en W. Janssen uit Den Bosch begroeten
elkaar
Veie boeren in de omgeving van Arnhem ondervinden weer groot ongerief van de overstroomingen
tengevolge van den was van den Rijn. Het verkeer kan op sommige plaatsen slechts per roeiboot
geschieden
Een schrijnend tafereel na aankomst van de -Oranje Nassau" te Vlissingen met
geredden van de «Simon Bolivar". De heer B. W. J. Leijen, chef passage van
de K.N S M ontfermt zich over twee kinderen, wier moeder met drie andere
kinderen bij de ramp omkwam. Links de ongelukkige vader
Een stukje oud-Borne verdwijnt, nu een aanvang
is gemaakt met den afbraak van het voormalige
gemeentehuis aan de Markt, waaraan vele her
inneringen verbonden zijn
Tijdens de nationale zwemwedstrijden
te Rotterdam heeft Cor Kint Zondag
avond het op naam van let van Feggelen
staand wereldrecord 200 meter rugslag
verbeterd. De nieuwe kampioene
(links) drinkt met de vorige record-
houdster een kopje thee na afloop van
den wedstrijd
Geredden van de
-Simon Bolivar",
die Zaterdag met
de -Oranje Nas
sau" van de Maat
schappij Zeeland
in ons land terug
keerden, verlaten
het schip na aan
komst te Vlissingen
De voetbalwedstrijd Stormvogels Blauw Wit te IJmuiden was de eenige, welke
Zondag in afdeeling 1 der K.N.V.B.-competitie werd gespeeld, daar de overige
ontmoetingen wegens het slechte weer geen doorgang vonden. De hoofd
stedelijke club won met 3 0
door
4
Frank herademde, toen de nieuwsgierigheid be
vredigd scheen.
„Hadden julilie hier vóór ons ook getrouwde
menschen hoorde hij Lies vragen. Ze begon de
nieuwe taal al te leeren.
„Verbeeld je" gichelde Annie, „Kee en getrouwd.
Die was wel in de vijftig, daarom is ze nou ook
met pensioen."
„O" zei Lies dom „was Kee dan
„De vorige keukenmeid" zei Toos spits. Lies
voelde den steek. „Ik heet Lies" zei ze meteen be
sloten. Ze zou die twee toch wel de baas blijven,
als 't noodig was. al was ze pas drieëntwintig en
van nu af zelfs geen juffrouw meer.
Ze werden dadeljjk toeschietelijk en vertelden,
dat Kee eerst had willen blijven om haar op streek
te helpen, maar dat ze hals over kop had moeten
vertrekken, omdat haar zuster ziek geworden was.
„Nou" beloofde Lies, „als jullie me helpen wil
len, zal ik 't alleen ook wel klaarspelen. Om te be
ginnen, wat moet ik vanmiddag koken en wat kan
ik verder doen?"
„Pak j\j eerst je boeltje maar uit, meid" zei
Annie goedig. „En met eten zul je 't wel klaarspe
len vandaag. Als de Jonker alleen is hoef je niet
veel omslag te maken."
„Komen er dikwijls gasten?"
„Nou! Der. heelen zomer logé's. Net in den in-
maaktijd. En 's winters diners, je zult genoeg
pootaan moete- spelen. Maar 't is goeie ook"; ze
klakte met de tong.
„Hoe bedoel je?" vroeg Lies dom.
„Nou, van dètte natuurlijk", ze schoof duim en
wijsvinger over elkaar. „We hebben een vette
fooienpot, hoor! En altijd gelijk op gedeeld, dat
wou Kee hebben en die was 't langste hier, wel
vijfentwintig jaar, geloof ik."
Lies oogde schuin naar Frank, maar die scheen
het kalm te slikken.
„Ik denk, dat ik eens in de garage ga kijken;"
hij schoof zijn stoel achteruit. „Hendrik, mag ik
jou lastig vallen, als ik iets wil weten?"
„Je valt maar" zei Hendrik droog. „Maar ik help
je niet opstaan." Uitbundig gelach van Annie en
Toos. Lies haasstte ach mee te doen.
Een halfuur later kwam Frank op hun kamer,
waar Lies het grootste deel van hun bezittingen
al opgeborgen had.
„Wat kijk je somber, engel?" Ze keek op van
de bijna leege koffer.
„Het is een Renault" zei Frank dof. „En als ik
zeg. dat 't een type is van na den oorlog, bedoel
ik den tachtigjarigen oorlog."
„Oooo!" Lies schaterde. „Zeker met koperen
lantarens
„Ja en een nummer van twee cijfers, ongelooflijk
feodaal. En de gangwisseling zit aan den buiten
kant. En er zjjn gordijntjes in en een spreekbuis
naar den chauffeur."
„Een luxe-taxi dus van de goei ouwe soort" con
stateerde Lies.
„Maar ik weet er geen bliksem van, hoe zoo'n
ding in elkaar zit. Stel je voor, dat-ie 't eens ver
tikt, dan kan ik nooit vinden waar 't zit."
„Jij wel" troostte Lies. „Jij hebt altijd een knob
bel voor defecten gehad. Herinner je onze ouwe
Whippet nog maar. En misschien is er wel een
handleiding bjj. Vraag eens aan Hendrik."
„In vredesnaam, dan ga ik nu maar naar Hil
versum."
„Breng je sigaretten mee? Frank hoor eens"
riep ze hem nog over de trap achterna, „een po
pulair merkje hoor!"
„Jij krijgt piraatjes" beloofde Franlt,
Doodmoe liet Lies zich op een stoel vallen. Frank
zat aan de keukentafel, rookte en zweeg.
„Wat is dat zalig" begon ze direct opgewekt
„dat we hier 's avonds het rijk alleen hebben. Jon
gen, ik wist niet. wat ik doen zou van pleizer, toen
Annie me vertelde, dat ze alle drie extern waren.
Denk toch eens aan, Frank, al die heerlijke rustige
avonden hier met ons beidjes."
„Rustig!" zei Frank bitter. „Het is half tien en
nu ben jij net klaar met afwasschen en je hebt
van vier uur af geen minuut gezeten."
„Dat komt omdat ik er nog zoo vreemd voorsta.
Weet je wel. dat ik vanmiddag voor 't eerst in mijn
leven aardappelen geschild heb? En dan koken op
een kolenfornuis, als je aan gas gewoon bent.
Maar dat went immers vanzelf. Als het veertien
dagen verder is, dan ga ik 's avonds met jou
dansen."
„We zullen het hopen" zei Frank en rookte en
zweeg. Lies stak ook een sigarat op. Daar zaten
ze nu weer tegenover elkaar. Net als thuis al
leen een beetje anders. ThuisDe clubfauteuils
bij den haard in de zitkamer. Die ets boven de
theetafel was zoo mooi. als het licht van de sche
merlamp er op viel De antieke doek over de eet
kamertafel zou Soesah er voorzichtig mee om
springen? Wat zou het ze had hem gekocht en
springen? Wat zou het ze had hem gekocht en
betaald. Alles Ze was weer terug in de keuken.
Harde stoelen en een kale tafel. Licht uit een
melkglazen bolletje, akelig schel door de witte te
gelmuren rondom. Geen kranten, geen radio. Ze
zuchtte. Zou dit ten slotte het ergste blijken te
zijn Niet het werk, dat werd je wel de baas, maar
de andere dingen en de andere menschen net
een vreemd land Och kom, wat gaf het, als
Frank maar vrooljjk keek.
„En hoe was je onderhoud met onzen heer en ge
bieder?" vroeg ze.
„Nou gewoon, zakelijk hè. Kilometers afstand
natuurlijk."
„Had je verwacht, dat h\j je zou omhelzen?"
Lachen maar en flauwe grapjes maken ze moes
ten er doorheen.
„En er is nog een wagen" negeerde Frank.
„O ja? Ook zoo'n antieke?"
„Een Chevrolet, 't jaar weet ik niet. Hij is nu
in reparatie. Morgen moet ik hem halen. Ik ben
vanmiddag nog in de garage in Hilversum geweest
dat had Hendrik me aangeraden. En ze hebben me
werkelijk een boekje meegegeven met een beschrij
ving van deze soort Renault. Dat zal ik eens
grondig doornemen."
„Zie je wel" juichte Lies, „dat valt ook al weer
mee. Och jongen, het zal allemaal best losloopen.
En nu gaan we slapen, want ik tol om."
Den volgenden morgen ratelde de wekker om
half zeven. Lies was meteen wakker. Frank nog
maar laten slapen, dacht ze. Naar beneden en thee
water opzetten. In de keuken voor het ontbijt dek
ken. Gek, dat rondscharrelen, terwijl iedereen nog
sliep. Daar dacht je thuis nu nooit bij, dat de meid
dat iederen morgen moest doen. Om half acht
kwamen Hendrik en de twee meisjes, die meteen
op het ontbijt aanvielen. Toen ging ze Frank wek
ken. Na het ontbijt liep het gaandeweg vanzelf:
afwasschen. keuken aan kant maken, het ontbijt
voor den Jonker. De groenten schoonmaken, die
de tuinman kwam brengen. Dat viel niet mee; wat
waren groenten uit een moestuin veel vuiler dan
van den groentenman. Fruitschalen in orde maken
voor de lunch, dat was tenminste leuk werk;
prachtig fruit hadden ze.
Toen opeens Hendrik: „Je moet even binnen
komen." Ze ging met schoone handen en bibber-
beenen. Weer de studeerkamer hoelang leek het
geleden, dat ze daar jn die stoel gezeten had. Nu
kreeg ze geen stoel natuurljjk niet. De gryze
oogen keken nog even doordringend.
„Juffrouw, ik begrijp, dat alles nog vreemd voor
u is, maar wilt u er van den beginne af aan den
ken, dat ik prijs stel op een geregelde huishou
ding." Wat een hartelijk welkom Lies beet op
haar lippen. „Kee had de goede gewoonte" ging de
koele stem verder, „om de beide meisjes te con
troleeren en zooals ik al gezegd heb, verwacht ik
datzelfde van u."
„Ja Jonkerik heet Lies, Jonker", het kwam
er onbeholpen uit.
„O juist, hm, dus dat heb je dan begrepen hè?.
Iets dergelijks" hij hief een stofdoek aan een
punt omhoog heb ik nog nooit op mijn bureau
aangetroffen en ik hoop dat het de laatste maai
zal zijn."
„Ja Jonker."
„Dank je." Afgeloopen was het. Het leek op too»
neelspelen soesde Lies in de gang. Zooals vroeger
op de H.B.S.-club. En dadelijk zakte het gordijn en
konden ze gaan stoeien en herrieschoppen achter
de coulissen.
Maar hier was geen gordijn, dat zakte en je
moest je rol blijven doorspelen. Vreemde menschen
in een vreemd land
HOOFD STUK V
Toch wende het buitengewoon gauw. Lies kreeg
kapotte vingers van het werken, die ze zorgvuldig
voor Frank verborgen hield. En Frank leerde „ga
ragetaai uitslaan" over de onwilligheid van adel
lijke wagens. Maar er brandde niets aan en er
sprong geen band en met de ..collega's" schoten ze
best op. „Hun heer en gebieder bleef in de wol
ken" zei Lies. Zij zag hem zelden. Frank reed lede
ren dag met hem uit. In de Renault het af-
standbewarende ruitje tusschen hen in.
Donderdagavond was Lies nog aan het vaten-
wasschen. toen Frank de keuken binnenstapte in
zijn nieuwe donkerblauwe uniform. Van schrik!
liet ze de vatenkwast vallen, vloog hem met zeep
sophanden om den hals. „Ooo Frankie, wat prach
tig. wat ben je knap!"
„Gekke meid." hij keek toch wel gevleid.
„Ik vind je nee maar ik vind jetien
keer knapper, dan in je gewone pak. En honderd
keer knapper dan in toga!"
„Wat een vergelijking! In toga! Daar heb jij me
trouwens nooit in gezien. Ik heb precies twee
keer in mijn leven een toga aangehad, toen ik be-
eedigd werd ,H
JL'Wordt vervolgd^ J