diet 55Q~ja*up Bestaan uan^ hetr diaaciemscfie (gymnasium. Een plechtige feestviering. ION DERDAG 7 DECEMBER 1939 HAAR EDM'S DAG BEAD' De feestdag begon heden voor de leeraren en leerlingen van het jubileerende Gymnasium al vi'Oeg. Om half negen zag men al groepjes in blijde feeststemming naar het Prinsenhof trekken. Daar heerschte op het versierde plein al dadelijk een vroolijlce opgewektheid, waartoe het mooie winter weer ook het zijne bijdroeg. In de Jacobijnestraat was reeds merkbaar dat er feest in de buurt was. Want touwen met allerlei gekleurde vlaggetjes waren overdwars boven de straat gehangen. De vlaggen waren in de masten op het Prinsenhof in top geheschen en van de fagade yan het gymnasium wapperde het dundoek. Terzijde droeg de breede oranje band bij om het geheel een feestelijker aanblik te geven. Op school. Nu niet om Homerus of vergaren. De legpenning. Om 9 uur waren allen op school. Zooals anders aan de voeten van Plato de wijsheid voor het leven maar om getuige te zijn van een korte plechtigheid als inleiding tot den feestdag. Het college van curatoren in dit college heb ben zitting de heeren A. G. Boes, voorzitter, Mr. C. Briët, secretaris, Mr. A. Bruch, Mr. Th. A. Wesstra en Mr. F. A. Bijvoet bezocht achtereenvolgens alle klassen om aan de leerlingen een fraaie leg penning, als een blijvende herinnering aan het feest, uit te reiken. De Haarlemsche stede maagd staat daarop af gebeeld, terwijl ook de spreuk van Haarlem „Vicit Vim Virtus" de jaartallen lg89 1939 op de penning zijn aangebracht. De klassen waren al leraardigst door de leer lingen zelf versierd met bloemen, guurlandes en vlaggendoeken, terwijl op de borden in velerlei variaties van sierschrift kleur en bewoording het historische feit vermeld stond van het 550-jarig bestaan van 't gymna sium. Waar men ging in het gebouw overal waren symtomen van het feest op te merken, in de gangen hingen versierselen, voor de ramen waren serpentines aangebracht. De curatoren en de rector gingen alle klassen langs en met een kort toepasselijk woord overhan digden ze de leerlingen de penning, daarbij den wensch uitsprekend dat deze niet alleen zou strek ken tot herinnering aan dezen dag maar tot over denking van den geheelen schooltijd. De optocht. I Na deze korte plechtigheid stelden de leerlingen zich op voor het schoolgebouw om daarna in op tocht naar de Doopsgezinde kerk in de Groote Houtstraat te trekken. De jongens en meisjes hadden allen een fleurige bloem op de mantels en jassen. De opstelling ging zeer vlot, en langs den weg, die gevolgd werd, stonden vele belangstellenden. De stoet werd geopend door de curatoren, voor afgegaan door den pedel. Ook liepen natuurlijk alle leeraren in den stoet mede. Het ging van het Prinsenhof door de Jacobijne straat naar de Ged. Oude Gracht en vervolgens via het Verwulft naar de Groote Houtstraat. Aan de opwekking tot de bewoners van de genoemde straten gericht om de driekleur uit te steken, als een bewijs dat zij medeleven met het feest van het Gymnasium, een van de aller oudste instellingen in onze stad, hadden verschil lenden gehoor gegeven. Daardoor werd de feestelijke aanblik van de door de stad trekkende stoet feestgangers nog verhoogd. De herdenkingsplechtigheid. De officieele herdenkingsplechtigheid had plaats in de Doopsgezinde kerk in de Groote Houtstraat. Het mooie stemmige kerkgebouw leende zich uitstekend voor zoo'n bijeenkomst. Op het podium stonden eenige bloemstukken. De bijeenkomst werd door vele autoriteiten bijgewoond. Wij noemen: het college van B. en W. van Haarlem, (behalve de burgemeesterDr. J. E. baron de Vos van Steenwijk waren aanwezig de wethouders de heeren W. J. B. van Liemt, M. A. Reinalda en D. J. A. Westerveld, terwijl Mr. F. A. Bijvoet, wethouder en Mr. Th. A. Wes stra, gemeente-secretaris reeds aanwezig waren ïu hun qualiteit van curator van het Gym nasium), de Commissaris der Koningin in de provincie Noord-Holland Mr. Dr. A. baron Röell en Dr. E. H. Renkema uit Den Haag, inspecteur van het Gymnasiaal onderwijs. De besturen der omliggende gemeenten waren vertegenwoordigd door de heeren Jhr. J. P. W. van Doorn, burgemeester van Heemstede en Jhr. Mr. C. J. A. den Tex, burgemeester van Bloemendaal. Verschillende leden van den Haarlemschen ge meenteraad, alsmede directeuren en hoofden van takken van dienst van Haarlemsche gemeentebedrij ven en diensten gaven ook door hun tegenwoor digheid van hun belangstelling blijk. Verder waren aanwezig de directeuren van de Haarlemsche scholen voor Middelbaar Onder wijs en natuurlijk de leeraren en de leerlingen van het Gymnasium. Ook was nog een hon derdtal plaatsen beschikbaar gesteld voor belang stellende oud-leerlingen en ouders van tegenwoor dige leerlingen. Eerste spreker was de president-commis saris van het college van curatoren, de heer A. G. Boes, oud-wethouder van onderwijs. Deze heette aller eerst de genoodigden welkom, in het bij zonder de Commis saris der Koningin, het college van B. en W. van Haai'lem en den Inspecteur van de Gymnasia. De drukkende tijds- de heer Boes, hebben genoopt tot een eenvoudige vie ring in rustigen vorm en in een stem mige omgeving. Dank komt toe aan het Kerkbestuur der Doopsgezinde De president-curator van het Gymnasium, de heer A. G. Boes, reikt in een der klassen de legpenningen uit, die elke leerling hedenmorgen kreeg ter her innering aan de viering van het 550-jarig bestaan van de school. A. G. Boes, president-commissaris van Curatoren. Gemeente voor het, ter beschikking stellen van het kerkgebouw. Vroeger hadden in dit gebouw, ook dikwijls in de JVaalsche Kerk, de halfjaarlijksche openbare promoties der leerlingen plaats. Bij deze promoties, die door muziek werden opgeluisterd, werden boekwerken, soms ook zilveren penningen of zilveren inktkokers als prijzen uitgereikt en konden de leerlingen oraties in 't Latijn houden. Later, toen het toezicht op de Latijnsche School aan de Commissie van Toezicht op het M. O. was opgedragen, bepaalde deze dat de promotie voortaan in de Nederlandsche taal zou plaats hebben en dat ook de leerlingen der Middelbare scholen de prijs- uitdeeling zouden bijwonen. De eerste groote bijeen komst had nu plaats op 23 Juni 1865 in de Waalsche Kerk. In 1882 kwam aan de promotieplechtigheïd voor goed een einde, toen curatoren besloten, haar niet meer te doen plaats hebben en ook de prijsuitdee- ling af te schaffen in verband met de instelling van een eindexamen. Vervolgens vestigde de heer Boes de aandacht op de bijzondere verhouding van" curatoren tot de school, een verhouding, die de eeuwen door een ge heel andere is geweest dan die van een Commissie van Toezicht. Het College van Curatoren heeft een positie van macht en verantwoordelijkheid, die stellig niet in alle kringen instemming vindt, maar waarvoor de grond moet worden gezocht in de om standigheid, dat de gymnasia bij het ontstaan van de wet op het Hooger Onderwijs een geschiedenis hadden, welke de Hoogere Burgerscholen in 1863 misten. In de eerste eeuwen van het bestaan der La tijnsche School was het bestuur geheel in handen van den rector. Eerst toen ongeveer 200 jaren later de aanhangers der Hervorming ook in Haarlem aan het bewind waren gekomen, besloten dezen het bestuur op te dragen aan een college van scho- larchen, die gekozen werden uit bedienaars der heerschende kerk. In 1795 ging de kerkelijke kleur van het College over in een politieke kleur, in 1801 benoemde de municïpaliteit weer een kerkelijk college, bestaande uit leeraren van den christelij- ken godsdienst en wel één Katholiek, een Gerefor meerde, één Doopsgezinde en één Luthersche. Geleidelijk ziet men nu den naam curatoren, die al vroeger naast die van scholarcben voorkwam, laatstgenoemden naam geheel vervangen. Het bestuur der gemeente stelde een instructie voor curatoren vast, die nog volkomen den ouden Regentengeest ademde en duidelijk doet uitkomen, hoe men 1 1/4 eeuw geleden nog de positie van een gymnasiumrector waardeerde. Zoo had b.v. de pre sident van curatoren het recht, den rector, conrector ea praeceptoren bij zich aan huis te ontbieden. Toen in 1806 het toezicht op de lagere klassen der Latijnsche school door een regeeringsbesluit aan curatoren werd ontnomen vonden dezen daarin aanleiding, heen te gaan. Toen werden in het college benoemd: een fiscaal van de middelen, een hoofd officier, een directeur van een plantentuin en een oud-predikant. Een aanschrijving van de Keizerlijke Universi teit van 1812 legde vast, dat in het vervolg ten bate dezer inrichting een jaarlijksche retributie zou worden geheven van de leerlingen der Latijnsche School van 1000 francs ieder. Dit noopte Curatoren tot aftreden. Toen werd gevormd „de Stedelijke administratie der Latijnsche scholen te Haarlem", waarin zitting hadden de adjunct-maire en twee leden van den municipalen raad. Het herstel van de Nederlandsche vrijheid bracht den terugkeer van de oude verhoudingen aan het Gymnasium. De Wet op het H. O. van 1876 bracht opnieuw een curatorium en nu van 5 personen. Zoo is het gebleven tot heden. En thans staat na vijf en een halve eeuw het oud Gymnasium daar als een krachtig, groeiend en bloeiend onderwijsinstituut, groeiend en bloeiend ondanks den druk, dien het mede ondervindt van den moeilijken financieelen toestand der gemeente als gevolg waaraan het aantal leerlingen in de klassen is vergroot, evenals het aantal lesuren aan de leeraren toebedeeld. Is de taak dezer dames en heeren door deze maatregelen in belangrijke mate verzwaard, zij zien zich bovendien geplaatst tegen over een jeugd, die al moge zij naar sprekers over tuiging in vele opzichten gunstig afsteken bij die van zijn generatie, toch ook nog wel ernstiger tekortkomingen vertoont dan het in de pauze zich verdringen voor een bakkerswinkel en het daarmee gepaard gaande snoepen op den openbaren weg, waarover zelfs in den Raad der Gemeente een ver ontwaardigde stem is opgegaan en die haar leiders in ieder geval door een veranderde houding en mentaliteit voor nieuwe, moeilijke problemen plaatst, welke de opvoedende taak niet vergemak kelijken. Het is de groote verdienste van den Rector en allen, die met hem hun krachten aan het Gymnasium geven, dat zij er door verhoogde inspanning in geslaagd zijn den goeden naam der inrichting ge vestigd te houden, haar tot een sieraad onder de Haarlemsche onderwijsinrichtingen te maken en haar aantrekkelijkheid voor ouders en leerlingen nog te vergrooten. Een woord van groote waardeering en van erkentelijkheid mag hun daar voor bij deze gelegenheid zeker niet worden ont houden. De een-en-twintig leeraren en leeraressen, die meer of minder nauw aan het gymnasium verbon den zijn, geven thans les aan driehonderd leer- Dr. C. Spoelder, Rector. linden, verdeeld over 12 klassen. Dat er onder deze driehonderd, honderddertig thuis behooren andere plaatsen dan Haarlem, wijst op de groote beteekenis van het Gymnasium, ook Voor de om liggende gemeenten. Opmerkelijk is nog de sterke stijging van het aantal meisjes. In 1903 waren er voor 't eerst twee, in 1910 waren het er zestien en nu zijn er honderd- negen-en-twintie ingeschreven. In 1939 voldeden een-en-veertig candidaten aan de eischen van het eind-examen, in de laatste tien jaren werd het diploma aan totaal 298 geslaagden uitgereikt. Niet alle geslaagden sloegen den weg in naar een Univer siteit. Voor zeer velen bleek de ontwikkeling, die het gymnasium geeft einddoel, een verschijnsel, dat zich de laatste jaren veelvuldiger voordoet niet tegenstaande de uitnemende andere gelegenheden voor het ontvangen van eindonderwijs, die te Haar lem bestaan. Spr. besloot met een gelulcwensch aan het Ge meentebestuur met een zoo zeldzaam voorkomend jubileum van een gemeente-instelling en met het bezit van een zoo fijn geslepen edelsteen in de ook ovei'ig'ens wel voorziene verzameling der gemeente en met 'n wensch voor een voortdurenden bloei voor het "Haarlemsche gymnasium in het belang van de gemeente, ten voordeele van het onderwijs en tot heil van de opgroeiende jeugd! Met dezen wensch stemden de aanwezigen, blij kens hun applaus, van harte in. Daarop was het woord aan den rector van het jubileerende Gymnasium Dr. C. Spoelder, om eenige' bijzondex-heden te vertellen van de zoo lange, rijke en interes sante geschiedenis van het Gymnasium. In den ouden tijd stond aan het hoofd der La tijnsche school een gees telijke als rector. Een der bekendste rector- geestelijken is geweest Schonaeus, die aan het einde der 16e eeuw de school bestuurde en bleef tot het begin der 17 e eeuw. Onder zijn leiding had ook de ver huizing plaats van de Schoolsteeg naar de Ja cobijnestraat, op de plaats waar nu het gebouw van Opexxbare werken staat. Aardig wax'en de bijzondex-heden die de rector terloops vertelde uit zijn eigen ervaring in het Gym nasium wat de opvoeding betreft. In den ouden tijd werd vaak de censuur toegepast, waaronder dan een pak slaag voor den leerling werd verstaan. Spreker heeft ook eens aan een vader geadviseerd zijn jongen een pak slaag te geven. De vader ant- •dde: „dat is een goede manier van opvoeding, maar denk aan den bril van den jongen" (gelach).. Haarlem is vaak voorgegaan op het gebied van schoolhervox-mingen. Niet altijd hebben de hervor mingen een gunstig resultaat gehad. Zoo werd het betreurd, dat in 1864 het Gymnasium zijn klassieke karakter verloor. Lang heeft het evenwel niet ge duurd, want reeds na 10 jaar, dus in 1874, wex-d het Latijn weer in eere hersteld. De latijnsche school is een door en door Hol- landseh vex-schijnsel. Zij vertoont die facetten die het beste bij den tijd passen en onze voorouders zijix er meestal goed in geslaagd om het onderwijs te laten aanpassen bij de behoeften van den tijd. In den oudsten tijd was de rector een man met een tabberd en een roede, door elkeen gevreesd, maar ïxa eenigen tijd deed het humanisme zijn in trede op de latijnsche school. Het zijn de rector- scholen geweest, die het humanisme op zeer ver dienstelijke wijze hebben gediend. Schonaeus, reeds eerder genoemd, was een van de bekendste huma nisten van zijn tijd. Hij heeft de Haarlemscne Latijxxsche school weer groot gemaakt na het verval dat er na het beleg van Haarlem gekomen was. In 1610 werd Schonaeus door de Hervormers ver dreven, alleen omdat hij Roomsch Katholiek was, hoewel zijn onderwijs voor alle leerlingen geschikt was. Daarop is op de Latijnsche school het stempel, gezet van den x-egententijd. De x-ector, tot voor dien tijd de baas op school, werd door de curatoren regenten onttroond en tot hun dienstknecht ver laagd. Er moet evenwel erkend worden, dat de Haarlemsche curatoren-regenten weinig kwaads aan het onderwijs berokkend hebben. Uitgezonderd dan het wegjagen van Schonaeus en nog een anderen rector. Uit dien tijd dateert het instellen van een mor gendrank op de latijnsche school voor de regenten- cux-atoren. Spreker heeft het vermoeden, dat die morgendrank slaat op een beker wijn, maar het kan ook zijn dat wij te doen hebben met de verstrekking van de eerste schoolmelk (gelach). Er is een tijd geweest, dat het frissche huma nisme weer verdrongen werd door een dor klassi- cisme, maar gelukkig is ook dat op zijn beurt verdrongen door een nieuwen en frissehen geest die tkaixs gelukkig het onderwijs bezielt, Ons onderwijs is nog humanistisch, maar het is nu niet meer bezield met den geest: „leert de klassieken en gij wordt volmaakt", maar wel met het beginsel: Neen, kennis van de klassieken, niet om volmaakt te worden, maar om te leeren hoe onvolmaakt wij nog zijn En juist dat is van veel beteekenis. Het Gymnasium wil karakters kweeken, geen kuddemenschen. Als, wat God verhoedt, ons land ook eens een dictatuur zou krijgen, zou dit, daar van is spreker overtuigd, het einde beteekenen van de klassieke opvoeding. Het verheugde spreker dat er eenige oud-leer lingen hier aanwezig zijn die leerlingen waren toen het Gymnasium zijn 500-jarig bestaan vierde. Tenslotte richtte Dr. Spoelder zich in het bij zonder tot de tegenwoordige leerlingen. Het uiter ste wordt van de tegenwoordige jeugd gevergd om een plaats te veroveren in de maatschappij. Het streven moet zijn nuttige leden in de maat schappij te worden. Plato heeft gezegd: „worstel om omhoog te komen", maar hij wees er daarbij tevens op, dat de gerechtigheid gediend moet wor den. De heer Boes bood hierop exemplaren van de legpenning tot presse papier verwerkt, aan aan den Commissaris der Koningin, den burgemeester en de wethouders van Haarlem en den inspecteur van de Gymnasia. Eenige gelukwenschen. Dr. J. E. baron de Vos van Steenwijk, burgemeester van Haarlem, wenschte allen die met en aan het Gymnasium vex-bonden zijn, geluk met het jubilé. Het Gymnasium, 550 jaar oud, be staat niet als 'n oude en vervallen stronk, die met ijzeren banden bij elkaar gehouden wordt, maar als een frisch bloeienden boom, vol levenskracht. Hertog Albrecht heeft indertijd een mooi ge schenk aan Haarlem gegeven. Het is een Sint Ni- colaascadeau waarvoor wij nog altijd dankbaar zijn. Het gemeentebestuur heeft gemeend een blij. vend geschenk aan het Gymnasium te moeten aan bieden. Het bestaat nog wel slechts uit een cou vert met inhoud, maar er zal ongetwijfeld een goede bestemming aan het geld gegeven worden, De taak vaxx cui'atoren is zorg dragen, het is geen onaangename laak een bloeiend instituut te besturen. Spreker bracht hulde aan den rector, den conrector en de leeraren voor het uitstekende on derwijs dat zij geven. Zij allen verrichten belang rijk beschavïngswei-k. Aan de gymnasiasten hield spreker het verleden voor, omdat in het heden het verleden ligt, maar in het nu wat komen zal. Wij leven in een bewogen tijd. Het is een begrij pelijke reactie voor de jeugd om te zeggen: „Wat geeft het nog om in dezen tijd, nu alles wankelt en schudt op zijn grondvesten, nog klassieke talen te leeren en ons voor te bereiden op een groote levenstaak". Maar jongelui bedenkt, dat in het Dr. J. E. baron de Vos van Steenwijk. verleden zich ook vaak moeilijke tijden hebben voox'gedaan, en steeds is Holland behouden geble ven en kwamen er gelukkiger tijden. Die verwachting mogen wij gelukkig ook nu koesteren. En de tegenwoordige jeugd mag op een toekomst blijven hopen. Dr. E. H. Renkema, inspecteur van het Gym nasiaal onderwijs, bood ook zijn gelukwenschen aan. Het Haarlemsche gymnasium is een van de oudste onderwijsinrichtingen in ons land. Het nu jubileex-ende gymnasium heeft steeds een belang rijke plaats ingenomen bij de onderwijshexwor- mingen die er in den loop der eeuwen in ons land zijn geweest. Ook nu nog neemt het Haarlemsche Gymnasium een zeer eervolle plaats in en daarop mogen de rector en de leeraren trotsch zyn. Dr. W. van den Berg, directeur van de le H. B. S. A, bracht namens de directeuren en de leeraren van de Haarlemsche Burgerscholen de ge lukwenschen over. Als directeur van een H. B. S. gevoelt spreker zich als een kleinkind dat zijn groot vader komt gelukwenschen (gelach). De kleinkinderen verheugen er zich over, dat grootvader 550 jaar is en toch jong gebleven is wat den geest betreft, met eerbied voor het nieuwe. Spreker kon niet nala ten op dezen dag den wensch uit te spreken, dat Haarlem naast zijn Gymnasium ook weer eens een Lyceum zal bezitten. Tenslotte herdacht spreker zijn gelukkigen tijd dat hij zelf als conrector aan 't Gymnasium werkte, veel mooie herinneringen heeft hij er aan be houden. Een huldeblijk van ouders. Uit de ouders van leerlingen van het Gymnasium is spontaan een comité gevormd om een huldeblijk aan te bieden. Namens dit comité wex-d het wooi'd gevoerd door den ïxotaris J. Wildschut. Hij bood een couvert met chèque van 800 gulden aan. Het is de bedoeling dat dit schoolfonds besteed wordt om daarvoor boeken en leermiddelen voor kinderen van on- en minvermogende ouders te koopen. De heer Boes dankte namens curatoren voor de gelukwenschen en de aangeboden huldeblijken. Het geld zal gebruikt worden in het belang van het Gymnasium en zijn leerlingen. Ter opluistering van deze bijeenkomst had zich een koor vaxx ongeveer 50 meisjes, leerlingen van het Gymnasium gevormd, dat, onder leiding van mevr. S. S. Rambonnet uit Velsen en met mede- werking van rnej. C. Igesz, eenige liederen uit Valerius' Gedenckklank ten gehoore bracht Bij de opening werd gezongen „Lof zij den Heer", later „Wilt heden nu treden", „O Heer, die daar des hemels tenten spreidt", „Gelukkig is het land" en „Waar dat men zich al keert of wendt". De plechtigheid werd besloten met het zingen van eenige coupletten van het Wilhelmus. Het koor zong het eerste en alle aanwezigen het tweede. Het orgel werd bespeeld door den heer Jacob Bijster, organist der Doopsgezinde kerk. Voor de aanwezigen het kerkgebouw verlieten hief de heer Boes nog den roep aan „Lang leve ons Gymnasium", waarmede allen van harte in stemden. Een noenmaal. Na deze plechtigheid noodigden de curatoren de leeraren met hun dames aan een noenmaal in een der zalen van Brinkmann. Naar de bioscoop. 's Middags half drie zou voor de leerlingen in Cinema Palace een bioscoopvoorstelling met een speciaal programma plaats hebben. Die feestelijke bijeenkomst zou ook bijgewoond worden door de curatoren en de leeraren. Ook de rector van het Gymnasium, dr. C. Spoel der, was hedenmorgen behulpzaam bij het uitreiken der legpenningen aan de leerlingen. EERSTE NED. ELFXTRISCHE TRAMWEG MIJ. Zooals wij meldden heeft de president van de Arrondissementsrechtbank te Haarlem ingevolge de wet bijeengeroepen een vergadering van obli gatiehouders van de Eei-ste Nederlandsche Elec- trische Tramwegmaatschappij N.V.. te houden op 21 December a.s. des namiddags 2 uur in café-restaurant Brinkmann te Haarlem, ten einde een beslissing te nemen over het volgende voorstel: le. Van de 4V2 pet. leeningen 1898 en 1902, tezamen per resto groot f 583.000.—, wordt de jaarlijksche rentevoet verlaagd tot 3V2 pet., in gaande 1 Januari 1940. 2e. Het aflossingsplan wordt gewijzigd in dier voege, dat de leeningen afgelost zullen worden iti uiterlijk 20 jaren door jaarlijksche annuïteiten, behoudens de bevoegdheid van de maatschappij om te allen tijde tot algeheele of versterkte af lossing over te gaan. Dit voorstel zal na aanneming door de vergade ring van obligatiehouders en een in kracht van gewijsde gegane bekrachtiging van het door die obligatiehouders genomen besluit eerst ef fectief worden, indien het reorganisatieplan van de Noord-Zuid-Hollahdsche Tramweg Maat schappij N.V. en van de met haar verbonden bedrijven door alle daarbij betrokkenen zal zijn aanvaard, zoodat het ten uitvoer kan worden ge bracht en de door al die betrokkenen genomen beslissing voor zoover noodig bij in kracht van gewijsde gegane beschikkingen definitief is ge worden en op de hiervoor noodzakelijk geworden statutenwijzigingen de vereischte verklaring van geen bezwaar is verkregen. Toelichting. In de toelichting wordt o.a. het volgende ge- :gd: De ongunstige bedrijfsuitkomsten van de Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg Maatschap pij N.V. (N.Z.H.T.) en van de verschillende met haar verbonden bedrijven maakten het noodza kelijk aan de houders van schuldbrieven ten laste van de N.Z.H.T. en van de Tweede Noord-Hol- landsche Tramweg Maatschappij N.V. (2e N.H.T.) een voorstel te doen om hunne vorderin gen om te zetten in 31/- pet. preferente aandee- len der Electrische Spooi-weg Maatschappij N.V. (E.S.M.) in de verhouding van nominaal f 1000 schuldbrief tegen nominaal f 500.— pre ferent aandeel E.S.M. en een restantbewijs E.S,M., beide deelende in de winst van deze maatschappij van l Januari 1940 af. (Dit voorstel zal worden behaxxdeld in een ver gadering van schuldbriefhoudex-s, heden 7 De cember) Positie obligatiehouders E.N.E.T. De positie van de obligatiehouders der E.N.E.T. is van bijzonderen aard, omdat zoowel de N.Z.H.T. als de E.S.M. zekere garantieverplichtingen ten aanzien van deze obligatiën hebben aanvaard. Daarom kan van deze obligatiehouders redelij kerwijze niet gevorderd worden, dat zij met een zelfde behandeling als die van houders van schuldbrieven N.Z.H.T. en 2e N.H.T. genoegen zullen nemen. In verband met de garantieverplichtingen kun nen zij handhaving van het nominaal bedrag hunner schuldvorderingen eischen. De medewerking van deze obligatiehouders wordt dan ook alleen gevraagd voor: le. Verlaging van den rentevoet der leeningen tot 3'/» pet. 2e Wijziging van het aflossingsplan der lee ningen in dier voege dat in uiterlijk 20 jaren de geheele leening zal worden afgelost door jaar lijksche annuïteiten, behoudens de bevoegdheid van de maatschappen om ten allen tijde tot al geheele of versterkte aflossing over te gaan. Bijzonderheden nieuwe leening. De obligatiën, groot nominaal f 1000, zullen voorzien zijn van halfjaarlijksche coupons, ver vallende 2 Januari en l Juli de eerste coupon zal betaalbaar zijn op 1 Juli 1940. Telkens in de maand November, voor het eerst in het jaar 1940, zal een loting plaats hebben, welke uiterlijk 1 December daaropvolgende zal worden gepubliceerd. De maatschappij behoudt zich het recht voor te allen tijde tot algeheele of versterkte aflossing over te gaan, in het laatste geval voor uitloting. Indien hiertoe zal worden overgegaan, zal in beide gevallen de publicatie tenminste één maand van te voren geschieden. Het exploitatie-overschot van het geheele N.Z.H.T -concern is te stellen op f 600.000, afschrijvingen f 400.000 rente deposito Pensioenfonds f 33.800 f 433.800 Blijft f 166.200 Voor rente en aflossing der 3Vi pet. obligatiën E.N.E.T, is per jaar ongeveer f 41.000 noodig, zoo dat de dienst van de leening ruim 4 maal ge dekt is. Belangrijke beslissingen te Rome verwacht. ROME, 7 December. Verwacht wordt dat 24 fascistische leiders tezamen vormende den Grooten Fascistisch en Raad die heden avond om 10 uur bijeenkomen belangrijke be slissingen zullen nemen. Dit geldt met name ten aaxxzien van Engeland, Frankrijk, Duitsch- land, Rusland en vooral de Balkanstaten. De Raad zal zich hierbij op een realistisch stand- pixnt stellen. Ook worden besluiten verwacht ten opzichte van de blokkade der geallieer den, waarvan Italië veel nadeel ondervindt. (Un.„ed Press^

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 11