Haarlem's Dagblad „Jxyandoeit-" qetotpedeecd Russen melden voortzetting van hun opmarsch. Openbaarheid. Het schip had 67 personen aan boord Ceurenfilm. De Kerstinzameling voor de Stille Armen. fanscfie „Jiaqmot-Ünie" dooh&takeit 7 Het Belangrijkste 57e Jaargang No. 17323 Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courant» Uitgaven en Algem. Drukkerij N.V. Bureaux: Groots Houtstraat 93, bijkantoor Soendaplein 37. Postgiro- dienst 38810. Drukkerij: Zuider Buiten Spaarne 12. Telefoon: Directie 13082, Hoofdred 15054, Redactie 10600, Drukkerij 10132, 12713. Administratie 10724, 14825. Soendaplein 12230. Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM Don'dertlag 7 December 1939 Abonnementen per week ƒ0.25, per maand ƒ1.10, per 3 maanden 3.25, franco per post ƒ3.55, losse nummers 6 cent per ex. Advertentlën: 1-5 regels ƒ1.75, elke regel meer ƒ0.35. Reclames ƒ0.60 per regel. Regelabonnementstarieven op aanvraag. Vraag en aanbod 1-4 regels ƒ0.60, elke regel meer 0.15. Groentjes zie rubriek. De positie van een onzijdige kleine mogendheid temidden van oorlogvoerende groote mogend heden is zeer ongemakkelijk. Niet alleen vanwege het gevaar dat dreigt, om nog eens, tegen onzen wil, door anderen in dien strijd te worden betrok ken en vanwege de groote economische slagen die ons worden toegebracht, de vernietiging van een aantal on«r koopvaardijschepen en daarmee ook van menschenlevens en de grensschendingen die bij herhaling door vliegtuigen worden begaan. Dat is al een lange en sombere lijst. Maar bij al deze ellenden en moeilijkheden komt nog de noodzaak, onze zelfbeheersching volkomen te be waren en een zeer rustig en zeer tactvol beleid te voeren. Wij moeten vermijden dat in het bui tenland verkeerde indrukken gewekt worden om trent onze volkomen onzijdigheid. Wij hebben daarmee rekening te houden ook in het optreden der Nederlandsche pers. En dat gebeurt. Behou dens zeer weinig uitzonderingen heeft de Neder landsche pers sinds het uitbreken van den oorlog getoond, haar verantwoordelijke taak zeer juist in te zien, zooals de minister van Buitenlandsche Zaken, mr. van Kleffens, onlangs in de Kamer met zooveel woorden heeft erkend. Daarbij zij dan opgemerkt dat aan de in dit land bestaande pers vrijheid nog niet in het minst is getornd, dat die dus nog steeds op dezelfde wettelijke waarborgen rust en dat hier een verschil bestaat met andere neutrale landen. Want in Zwitserland heeft men een strenge perswet ingevoerd, die deels preven tieve, deels directe censuur inhoudt en in België heeft men onlangs al de verschijning van een viertal bladen verboden. Nederland toont sterker samenwerking, sterker vrijwillige discipline, beter zelfbeheersching. De officiëele openbaarheid sluit zich daar even wel lang niet altijd bij aan. Men maakt in den regeeringskring bij herhaling te weinig gebruik van de juiste houding der pers, die men zelf er kent. En dat lijkt mij verkeerd. In ons land, in ons staatsbestel behoort de openbaarheid van het gevoerde beleid tot het bewinds-stelsel en als men dat niet voortdurend toont te erkennen loopt men gevaar, een indruk van aarzeling of van zwakheid te geven. Ik zal hier. geen opsomming geven van gevallen, waarin tijdige openbaarheid dit gevaar vermeden zou hebben. Het zijn er verscheidene. Maar wel wil ik eraan herinneren dat meermalen het buitenland voor den dag is gekomen met me- dedeelingen over Nederland, die hier nog niet be kend waren gemaakt. Soms waren die juist, soms geheel of ten deele onjuist. In die laatste gevallen behoefde niet steeds opzettelijke onjuistheid te worden aangenomen, maar soms onwetendheid omtrent Nederlandsche toestanden en dikwijls dat soort van lichtvaardigheid omtrent de be- teekenis van gebeurtenissen in een ander land, dat vele typische sensatiebladen, koppen-en- plaatjes-kranten, in enkele Europeesche hoofd steden kenmerkt. Daarbij trokken ze dan soms conclusies, die kant noch wal raakten. Zulke be richten werden weer overgeseind naar ons land en wekten vaak onrust bij de bevolking. Zij leid den soms tot de malste geruchten. En bovenal gaven zij een gevoel van onzekerheidaan veel menschen, veroorzaakt door de gedachte dat het buitenland dingen scheen te weten die bij ons verborgen werden gehouden. Verborgen gehou den. waarom? Dat is men in ons land niet ge wend. Dat moest onrust wekken. Meermalen heb ik er op deze plaats de aan dacht op gevestigd dat een deel van de buiten landsche pers onder zware censuur staat en dien tengevolge alleen bepaalde meeningen plus een bepaalde propaganda mag soms moet ver kondigen en dat een ander deel een soort journa listiek voert, dat wij in ons land gelukkig niet of nauwelijks kennen. Een derde deel verdient ik heb het nu over het geheele buitenland wel degelijk vertrouwen. Maar het is moeilijk voor veel menschen dit in te zien als zij eenmaal ge alarmeerd raken en bovendien door anderen met sombere geruchten worden „bewerkt". Menigeen is trouwens geneigd op iedere sensatie af te vlie gen en met een zeker genoegen de meest pessi mistische gevolgtrekkingen, die denkbaar zijn, te verkondigen. Dit is een vreemde eigenschap, maar het baat niet te ontkennen, dat zij bestaat. Nevens het alarm en de ongerustheid die Haag- sche zwijgzaamheid al meermalen veroorzaakt heeft komt de indruk, dien die zwijgzaamheid op zulke oogenblikken in het buitenland maakt. Daar worden niet alleen onjuiste conclusies getrokken maar ook moet men zich er wel verwonderen en zelfs soms den indruk krijgen dat wij niet al te moedig zijn als wij niet voor de feiten uit willen komen. Ik beweer niet dat er in Den Haag gebrek aan moed bestaat, maar wel dat openhartigheid veel beter is omdat die een indruk wekt van rust, kracht, vastberadenheid en vertrouwen en dat achterhouden van nieuws juist het tegendeel doet. De Duitscher Börne heeft eens een woord ten beste gegeven, dat men als een soort boutade kan beschouwen maar dat een groote kern van juistheid bevat: „De waan van alle regeerders, van den minister tot den portier, is dat het re- geeren een groot geheim is, dat voor het volk tot zijn eigen bestwil verzwegen moet worden". De invloed van dezen waan doet zich ook gel den. Ik meen dat het de taak van ons hoofdredac teuren is grooter openhartigheid aan te bevelen op zulke gronden als hierboven zijn genoemd. Niet alleen omdat de publiciteit ons beroep is, maar ook omdat wij er krachtens dat beroep en onze ervaring het meeste verstand van hebben. Wij weten uit ondervinding wat men publiceeren kan en moet en hoe dat dient te gebeuren. Dat is trouwens door minister Van Kleffens wel zeer vierkant toegegeven toen hij uit eigen beweging de Nederlandsche pers ging huldigen. Wij voelen ook, door ons vak, de stemming van het publiek aan. Dat is logisch en begrijpelijk. En daarom merken wij het als men van officiëele zijde te geheimzinnig gaat doen en nieuws achterwege AMSTERDAM, 7 December. Wij vernemen, dat het vrachtschip „Tajandoen" van de Stoomvaart Maatschappij „Nederland" in het Kanaal is getorpedeerd. Op 28 November vertrok de „Tajandoen" uit Nederland, op 4 December uit Antwerpen. Gisterochtend te half elf passeerde het Dungeness. Met inbegrip van de passagiers waren 67 personen aan boord. De kapitein van de „Tajan doen" was de heer Roeterink. Het schip, dat in 1931 werd gebouwd, was 8159 bruto reg. ton groot. Het was op weg naar Nederlandsch-lndië. Het had een beperkte passagiersaccomo- datie. (In de buurt van Bern is, volgens Havas. voor het eerst gedemon streerd rnet een geurenfilm. Bij de vertooningen van bloemen, een houtzagerij e.d. toerden overeen komstige geuren in de zaal ver spreid volgens een procédé dat 4000 verschillende geuren kan op wekken.) Wij kregen eerst de film die spreekt En daarna ook de film in kleuren, Wij voelden toen, wat ons ontbreekt, Is nu nog maar de film in geuren. En zie, ook dat is nu bereikt. 't Is al in kannen en in kruiken, Wanneer je straks een film bekijkt, Kun je haar zien, maar tevens ruiken. De vinding biedt voor elk geval Uit vier maal duizend geuren keuze, Maar wie kan zulk een groot getal, Met onderscheiding ooit beneuzen? Wij accepteeren elke klank, Maar kunnen dat niet uit gaan strekken, Tot geuren neigende naar stank. Waarvoor wij onze neus optrekken. Een film waar hout in wordt gezaagd, Natuurlijk ook een film met bloemen. Daar wordt door niemand bij geklaagd, Dat zal men zelfs een aanwinst noemen. Maar als men er een vuilnisbelt, Of rotte visch in gaat gebruiken, Dan ga ik werklijk voor geen geld Naar zulk een fflmvertooningruiken. Maar 'k denk, dat men dit zelf wel ziet, Men noodt ons toch in bioscopen Voor kunstgenot en vreugd, maar niet Om ons weer hard weg te zien loopen. Er is in de geschiedenis Der film al heel veel ondernomen, Wij wachten dus maar af, al is Er straks een luchtje aan gekomen. P. GASUS. laat of vertraagt, dat geopenbaard hoorde te worden. Natuurlijk zijn er dingen die in het landsbe lang geheim moeten blijven. Dat erkent iedereen. Maar daar heb ik het niet over. Tenslotte zij eraan herinnerd dat in ons staats bestel en in dat van de meeste staten de open bare critiek als een heilzame correctie-mogelijk heid op het gevoerde beleid wordt erkend. Ook door leidende staatslieden is die vaak erkend. Evenmin als men die critiek, een bestanddeel van het stelsel, zou kunnen onderdrukken zonder het geheel te verzwakken kan men de openbaarheid, die er evenzeer een bestanddeel van is, beknot ten zonder daarvan de nadeelen te ondervinden. Het lijkt mij gewenscht dat ronduit te zeggen. Ook het buitenland zal ons het meest respectee ren als wij in deze dingen niet minder dan in andere onszelf zijn en blijven. R. P. Sloep met overlevenden opgepikt Het Belgische stoomschip „Louis Scheid", dat zich in de nabijheid van de „Tajan doen" bevindt, heeft een sloep met over levenden aan boord genomen. Het schip is thans op weg naar een tweede sloep van de „Tajandoen",welke eveneens in de nabijheid op zee drijft. Andere schepen, welke zich in het Kanaal bevinden, zijn gewaarschuwd om uit te kijken naar meer sloepen van de „Tajandoen". Mr. dr. W. P. Vis, voorzitter van den Haar- lemschen Armenraad aan het woord. Het is zoo vertelde ons Mr. Dr. W. P. Vis, voorzitter van den Armenraad te Haarlem een teleurstellend feit, dat wij elk jaar bij het organi- seeren van de Kerstinzameling voor de Stille Am- men moeten constateeren, dat het aantal Stille Armen in Haarlem en naas te omgeving steeds grooter wordt. Verleden jaar hebben wij, dank zij de milddadigheid der burgerij, een kleine 900 uitkeeringen kun nen doen en ik ben overtuigd, dat wij nu, als de gelden daarvoor althans bij elkaar komen een nóg grooter aantal zullen moeten helpen. Die toeneming is een bewijs, dat er in het maat schappelijke en economische leven helaas nog geen verbetering gekomen is. Trouwens de oor logstoestand heeft in veel gevallen een nieuwe verslechtering gebracht. En hoe langer de crisis duurt des te grooter wordt de groep menschen die den strijd om het bestaan slechts met de al leruiterste inspanning kunnen volhouden. Zeer groot is het aantal dat gedurig aan den rand van een tekort leeft. De zorgen drukken zonder op houden, nooit is het dien stakkers eens mogelijk even verlicht het hoofd op te heffen. Er wordt bij den dag geleefd, meestal weet men niet of er morgen brood zal zijn om te eten Dat is het lot der Stille Armen, het droeve, wreede lot. Wij, menschen van den Armenraad, weten dat er trouwens in die gezinnen wel dagen voorkomen, dat er niet genoeg eten is en dat de kachel niet kan worden aangemaakt omdat er geen brandstof is. Deze stumpers komen het zelf niet gauw vertellen, maar af en toe komt een be kende er toevallig achter en die roept dan onze hulp in. De echte Stille Armen, de aanduiding zegt het reeds, lijden veelal in stilte. De nood moet wel zeer hoog gestegen zijn voor een Stille Arme aanklopt om steun. Altijd heeft hij op eigen beenen gestaan, het brood voor zich en de zijnen verdiend, zoodat hij nu niet licht er toe komt om zichzelf te moeten bekennen, dat hij daartoe niet meer in staat is. Misschien is liet in sommige gevallen misplaatste trots, maar er is toch ook veel in zoo'n houding dat te waardee- ren is. Van die trots kreeg ik verleden jaar een typisch voorbeeld. Wij hadden een Kerstgave ge zonden aan een vrouw die, dat wisten wij zeker, in zeer moeilijke omstandigheden verkeerde. Zij stuurde het geld evenwel terug met een vriende lijk briefje, dat zij het nu niet noodig had, het comité zou ongetwijfeld wel een ander hebben die er meer behoefte aan had dan zij op dat oogenblik. En toch wisten wij zoo vervolgde de heer Vis dat die vrouw het zeer arm had, maar het is mogelijk, dat zij juist in dien tijd van an deren kant hulp gekregen had. In elk geval blijkt er uit, dat een Stille Arme geen hulp zal aanvaar den als het niet zeer, zeer noodzakelijk is. De particuliere liefdadigheid in Haarlem doet gelukkig nog veel om het leed, dat door de voort gaande verarming van een deel der burgerij ver oorzaakt wordt, te verzachten. Maar door de cri sis zijn de inkomsten van diaconieën en vereeni- gingen gedaald; slechts met de uiterste krachts inspanning is het mogelijk per jaar gezamenlijk 200.000 gulden uit te geven. Daarmee is het, om dat de nood zoo ontzettend groot geworden is, slechts mogelijk in bescheiden vorm te helpen. Ik ben zoo vervolgde de heer Vis er dan ook ten volle van overtuigd, dat onze Kerstuitdee- ling voor de Stille Armen geen hulp van betee- kenis is. Om een Stille Arme te helpen is meer, veel meer noodig dan 10 of 15 gulden per gezin. Dan zouden wij voor één geval over honderden, misschien wel over duizenden guldens de beschik king moeten hebben. Want dan zou het noodig zijn hypotheken af te lossen, of door andere knel lende financieele verbintenissen een streep te halen. Men begrijpt, zoo ver kunnen wij niet grijpen. De opzet van de Kerstinzameling voor de Stille Armen is ook alleen de menschen, die het altijd zeer moeilijk hebben, met de Kerst- Het woord is aan La Fontaine: Men moet elkander helpen, dat is een natuurwet dagen eenige vertroosting te geven, te ma ken, dat zij zich bij uitzondering eens geen zorg behoeven te maken over de anders zoo knellende vraag: „hoe kom ik aan eten, hoe aan brandstof, hoe aan licht? Bovendien zal het den Stillen Armen goed doen te beseffen, dat er nog menschen zijn die met hun droeve omstandigheden begaan zijn en zelf iets willen opofferen om het mo gelijk te maken, dat er op die dagen ook wat zon in hun huis komt. De Kerstinzameling kan niet te veel opbrengen, helaas altijd zal het te weinig blijken om daar, waar hulp noodig is, te helpen. Maar laat de bur gerij van Haarlem en omgeving ook nu weer trachten de som die zij ter beschikking kan stel len van het Comité weer zoo groot mogelijk té doen zijn. Het kan goed zijn er eens den nadruk op te leggen, dat het geheele bedrag aan de nood- druftigen ten goede komt. Nog geen dubbeltje gaat er af voor onkosten. Alle informaties die naar de personen die voor een uitdeeling in aan merking komen, worden ingesteld, worden door het personeel van den Armenraad verricht. Die informatie geeft bovendien een waarborg dat het geld dat op deze inzameling binnenkomt zoo goed mogelijk besteed wordt en dat de hulp daar komt waar zij het allermeest noo dig is. Wij moeten er nog eens de aandacht op vesti gen, dat Haarlem's Dagblad geenerlei bemoeienis heeft met de wijze van verdeeling der gelden, ten behoeve der Stille Armen ontvangen. Dit is de uitsluitende taak der Instanties, die wij in dit ver band reeds meer dan eens noemden. Ons blad verleent slechts zijn medewerking bij de inzame ling der gelden en beijvert zich gaarne om het succes daarvan zoo groot mogelijk te doen zijn. Curatoren, rector, leeraren en leerlingen van het Stedelijk Gymnasium op de Ged. Oude Gracht op weg van de school naar de Doopsgezinde Kerk, waar ter gelegenheid van het 550-jarig bestaan van het Gymnasium een herdenkings samenkomst plaats had. .(Voor het verslag der plechtigheid zie men pag. !7.) Het Russische persbureau Tass meldt: Het hoofdkwartier van het militaire district Le ningrad deelt mede dat bij het einde van 6 December de troepen van het militaire district Leningrad bij hun opmarsch de volgende linies hebben bereikt: Uit de richting van Moermansk hebben de troepen van het Roede Leger den tegenstand van de Pinsche wit-gardisten ge broken en zijn zij tot 35 K.M. ten Zuiden van Petsamo opgerukt. Oprukkende van Ukhta, Repola, Porozosero en Petrzavodsk hebben de Sovjet-Russische troepen na succesvolle ge vechten de spoorlijn NurmesJonesuu over schreden en zijn zij tot 60 en 65 K.M. over de grens opgerukt. In den Oostelijken sector van de landengte van Karelië zijn de Sovjet-Russen na een voorbereidend artillerievuur door de hoofd verdedigingslinie van de Finnen langs de Vuoksi-verdedjgingswerken, welke door de Finnen de „Maginot Kirke"-üjn worden ge noemd, gedrongen. Zij zijn de Taipaleenioki-rivier overgetrokken en rukken thans naar het noorden op. In den westelijken sector van de landengte heb ben de Sovjet-Russen de stations Kiyiniemi aan den Kexholmspoorweg, Korplioja aan de zijlijn van den spoorweg Wiborg—Valkjarvi, Loenatioki en Perkjarvi aan den Wiborg-spoorweg, Ine en Mesterjarvi aan den spoorweg naar zee en het dorp Hjannilja aan de kust van de Finsche golf. 9 K.M. ten westen van fert Ino, bezet. Tengevolge van het ongunstige weer kon de luchtmacht slechts enkele verkenningsvluchten uitvoeren. In een Woensdagavond uitgegeven offi cieel Finsch communiqué van 6 December wordt gezegd: Dinsdag werden alle vijan delijke aanvallen afgeslagen. In de streek van Folkijarvi wer den acht vijandelijke tanks vernie tigd, waarmede het totaal der sinds het be gin van den oorlog vernietigde of bescha digde tanks op 80 wordt gebracht. Het communiqué van de luchtmacht deelt mede, dat de vijand enkele verkenningsvluchten heeft gemaakt boven Petsamo en Pitkadronta, doch zonder succes. In den loop van den dag heeft de Finsche verdediging twee vijandelijke vliegtuigen omlaaggeschoten. In verband met de weersomstandigheden was de Finsche lucht macht genoopt haar activiteit te beperken tot verkenningsvluchten. Volgens het communiqué van de zeemacht was de vijandelijke vloot in den loop van den dag niet in actie. Het Noorsch telegraaf-agentschap be richt, dat nabij Petsamo slag is geleverd tusschen de Finnen en Sovjet-Russen. De Russen zouden teruggeslagen zijn. Tot nu toe zijn een duizendtal Finsche vluch telingen de Noorsche grens gepasseerd. Volgens het D.N.B. heeft de Finsche marine mijnen gelegd rond de Aalands ailanden en zijn Finsche troepen aan land gezet. Overwinning der Finsche skitroepen. Uit Stockholm meldt Reuter dat behalve dat de sneeuw de Russische bommenwerpers vasthoudt, zij de Finnen in staat stelt voor hun transpor ten gebruik te jnaken van sleden. De beweeglijk heid hunner troepen, die van jongsaf gewend zijn aan ski's, wordt er door vergroot. Verklaard wordt, dat een Russische troepen- afdeeling bij een verrassenden aanval door een skipatrouille, welke in negen uur 100 K.M. had afgelegd, vernietigd werd. „Aftonbladet" verneemt uit Helsinki dat de Russen een leger van 500.000 (andere berichten spreken van 1 millioen. Red.) man, een duizend tal tanks en 500 vliegtuigen tegen Fin land hebben samengetrokken. Het Russische commando wilt tot eiken prijs gebruik maken van het korte respijt dat de nadering der strenge koude laat. De aanvallen worden dan ook on dernomen zonder dat men op verlies van men schenlevens of materiaal ziet. Twintigduizend Russen zouden gesneuveld, gewond of gevangen genomen zijn. De Finnen daarentegen trachten met zoo klein mogelijke verliezen zoo groot mo gelijken tegenstand te bieden. Daarom hebben zij eenige minder belangrijke stellingen in de eerste linie op de Karelische landengte prijsge geven. Geen enkele belangrijke stelling is echter verlaten. Naar de correspondent van „Aftonbladet" verder verneemt, hebben dokters geconstateerd, dat de Russen gebruik maken van dum-dum kogels. Zelfs kinderen waren getroffen. Volgens een telegram uit Moskou zou een Finsche duikboot bij Ytoesaari Eilanden zijn ver nietigd. In bevoegde kringen te Helsinki is men van meening, dat dit zee onwaarschijnlijk is, daar men niet inziet waarom een Finsche duikboot zich in deze buurt zou wagen, welke sinds langen tijd is ontruimd en sinds eenige dagen door de Russen is bezet. Tenslotte wordt uit Helsinki nog het volgende vernomen: Woensdag zijn drie spionnen gefusileerd. die per radio mededeelingen aan Moskou deden. Ten noorden van het Ladogameer is een Rus sisch vliegtuig door een geweerschot omlaag ge haald. Officieel wordt tegengesproken, dat Finsche vliegtuigen Woensdag boven Leningrad hebben gevlogen en dat Moermansk door Finsche vliegers zou zijn gebombardeerd. HEDEN: 12 PAGINA'S. HAARLEM EN OMGEVING pag. Dc „Tajandoen" is in het Kanaal getorpedeerd. 1 Hel 550-jarig bestaan van het Haarlemsche De IJmuider trawler „Silvain" wordt als ver loren beschouwd. 6 Gymnasium. 7 BINNENLAND Bij een auto-ongeluk te Deil zijn drie menschen om het leven gekomen. 2 Onze houding tegenover de oorlogvoerende par tijen 3 De winkelomzctten in November zijn nog wat grooter geweest dan een jaar geleden. 3 BUITENLAND Drie Ilaliaansche vliegtuigen zijn neergestort. 2 Engeland bezit binnenkort 2000 gewapende koopvaarders. Een Grieksch en een Noorsch schip zijn op een mijn geloopen en gezonken; een Engelsch schip wordt vermist. 5 SPORT. Sport in 't Kort. 6 ARTIKELEN, enx. R. P.: Openbaarheid. x H. D. Vertelling: Huan Lin en de struikroover. 4 Van onzen correspondent te Genève: Zwitser land en de overzeesche handel. 4 Van onzen Boedapester correspondent: Minder „Liebesgaben" uit Hongarije naar Duitsch- land. 5 Voor de Vrouw. 9 Dc Burgerlijke Stand van Haarlem is opge nomen op J|

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 1