Ainister Gerbrandy's begrooting goedgekeurd. Geknoei bij aanleg van verdedigingswerken „Oss" is voor den bewindsman afgedaan. Nieuwe leening De nieuwe Staatsleening Te weinig cement en on deugdelijk zand gebruikt. lONDERD'AG 14 DECEMBER 1939 H'A" A RE EM'S D AC BEAD 3 TWEEDE KAMER DEN HAAG Woensdag, pe brutalen hebben de halve wereld, zoo heet et wel eens. Vermoedelijk behoort de minister jn Justitie tot diegenen, die van de waarheid ezer stelling terdege doordrongen zijn. De manier Ithans, waarop hij met de Kamer omspringt, be- jjst dat hij er veel voor voelt onder meer zijn racht in een groote mate van stoutmoedigheid te jeken. Zoowel uit den vorm als uit den inhoud sn zijn rede ter beantwoording van de 18 afge- sardigden, die aan het algemeen debat over [oofdstuk IV hadden deelgenomen, viel dit be- jaldelijk op te maken. Als hem een onderwerp p een bepaald oogenblik te omvangrijk is, om er ;ch in te verdiepen, of als hij zich in een kwestie iet voldoende thuis voelt om er terstond op in te aan, geneert minister Gerbrandy zich geenszins ai dat in zeer ronde, gemoedelijke taal te zeggen. - dan liefst ook nog op koddigen toon, met behulp an enkele vermakelijke pittige uitdrukkingen. Gerbrandy Deze bewindsman heeft ontegenzeggelijk groo- sn zin voor humor. Daarin schuilt tevens een lachtig wapen, want de humor kan veelal zelfs e ernstigste critici of klagers ontwapenen. Zoo [oeg de minister er zich, dank zij de hier ver leide factoren, zeer goed doorheen. En toch.... aoet hij oppassen het op den duur niet te be der en bij de Kamer do'or al te zeer zijn toevlucht te lemen tot dergelijk humoristisch optreden. Voor oo'n eersten keer slikt men op het Binnenhof een ratal grappige, maar zakelijk toch niet bepaald (doende, opmerkingen van een nieuwen bewïnds- lan gaarne, doch als hij tenslotte den indruk zou oen post vatten de zaken al te weinig ernstig te lemen, dan zou hij wel eens een gansch andere ejegening van de leden der Kamer kunnen on- ervinden. Enfin, ditmaal triomfeerde de humor en daar- lee prof. Gerbrandy. Wanneer o.a. Mr. Wendelaar (lib.), Mr. v. d. ioes v. Naters (v.-d.), mevr. Maekay-Katz (c.h.), e nat.-soc. Woudenberg, de chr.-dem. Posthuma ,'eer over Oss bezig waren geweest, kregen zij ■an den minister een leuk verhaal te hooren. Een ijner ambtenaren had hem daarover een toren- looge stapel dossier-stukken op zijn tafel gelegd n toen de minister vernam, dat hij nu nog maar Ie helft van alle documenten aanschouwde, had lij, alvorens zich te sluimeren te leggen, tot zich- elf gezegd: weg met Oss! Tegenover de Kamer gaf Mr. Gerbrandy te :ennen het onjuist te achten de zaak-Oss thans veer op te rakelen. Wat den Procureur-Generaal n den Bosch betreft, Mr. Wendelaar en anderen, randen gerust zijn. Deze zal niet den post van G. in Den Haag krijgen. Met het oog op de vei- igheid des lands zal de Regeeripg de Minister rad heeft zelf in dezen uitdrukkelijk een besluit ;enomen onder de huidige omstandigheden loch in Den Bosch noch in Den Haag eenige wij ziging aanbrengen; de P. G. in de Residentie zal jus, niettegenstaande de leeftijdsgrens, nu aan- ilijven. Als de heer Posthuma (chr.-dem.) den Bosschen P. G., wegens Oss ontslagen had willen zien, moest hij bedenken, dat tegenover even- tueele feiten ooik verdiensten afgewogen dienden te worden: ik behoor in mijn ambt van minister van Justitie ook minister Justitiae, d.i. dienaar van de gerechtigheid te zijn, merkte mr. Gerbrandy op, terwijl hij voorts nog verzekerde, dat hij er zorg voor heeft gedragen de allerbeste verstandhou ding tusschen den P. G. in Den Bosch èn de mare chaussee te bevorderen. Van de vele puntjes en punten, die waren aan geroerd zij vermeld, dat Mr. Roolvink (R.K.) te hooren kreeg, dat deze bewindsman bij zijn collega van Waterstaat op spoedige invoering van de wegen verkeerswet zal aandringen, die de mogelijkheid tot afdoend optreden tegen beschonken chauffeurs bevat. Mevr. Mr. Bakker—Nort (v.d.) mocht vernemen, dat de minister tegen een volgende wetgevende periode zijn niet weer volledige kennis van het hu welijksvermogensrecht weer eens hoopt op te fris- schen om te zien of te dien opzichte eenige wijzi ging tot stand zou moeten worden gebracht. De heeren Ebels (v.d.) eii Mr. Truyen (R.K.) hadden zich met de pachtwet bezig gehouden en eerstgenoemde meende in het bijzonder allerlei gevaren bij de toepassing daarvan te bespeuren, vrees, die den heer Gerbrandy aanleiding gaf om onder luid gelach op te merken in verband met wat er gezegd was over ministerieelen uitleg van de wet dat hij als hoogleeraai zijn studenten altijd placht aan te raden „zich nooit iets aan te trekken van wat een Minister in de Kamer zegt" Niet de Minister maar de rechter beslist in dezen, zoo be oogde de Minister met dit grapje op te merken. Als er heel dwaze dingen gebeuren aldus voegde hij er aan toe dan zou hij bereid zijn nader ingrijpen van den wetgever te overwegen. Wat aanging het advies om in verband met de besproken twijfelpun- ten i.z. pachtovereenkomsten en opzegbaarheid, een circulaire aan de rechterlijke macht te doen toe komen zei de Minister: „Mijnheer de voorzitter, ik ben niet erg circulaire-achtig, vooral niet ten aan zien van de zittende rechtsprekende magistra tuur". Wel was hij bereid om de in dit debat gemaakte opmerkingen onder de aandacht der hee ren rechters te brengen. De heer Ebels (v.d.) had een pleidooi gevoerd in de richting van het „Heimstatten-recht". Welnu, 30 jaar verjaart aldus voegde hij hieraan op schrift tot de conclusie, dat we dit recht ten onzen niet moesten invoeren. Maar aangezien een actie na 30 jaar verjaard aldus voegde hij hieraan op bijn leuken toon toe zou hij dit vraagstuk nog eens in overweging nemen. Wat den sociaal-econo- mischen kant van eenige kwesties in verband met de pachtwet aangaat, naar gelang de Kamer hem vroeger zou loslaten zou hij, de Minister van justitie, des te spoediger deze materie met zijn ambtgenoot Mr. Steenberghe kunnen bespreken! Voor aanvulling van het Wetboek van Strafrecht, met het oog op betere waakzaamheid voor de zede lijkheid, was aldus kreeg Mr. Rutgers v. Rozen burg (c.h.) te hooren thans het oogenblik nog niet aangebroken. Eerst moest men eens ondervin den of 't niet heel doeltreffend zou werken het meer dan tot dusverre opleggen van principale hechtenis; in dat verband overweegt de Minister een wenk aan de leden van het O. M Mevr. Mr. BakkerNort (v.d.) had onze Zondags wet een mummie genoemd. Nu heb ik eens in mijn leven, te Londen, een mummie aanschouwd en toen den indruk gekregen, dat het niet makkelijk zal wezen een mummie weer te doen herleven, terwijl mevr. BakkerNort een dergelijken gang van zaken juist t.a.v. de Zondagswet vreest. Haar standpunt deel ik overigens niet, zoo ging de Minister verder, die vervolgens gewag maakte van de in dezen door de gemeentebesturen te vervullen taak om voorts te kennen te geven dat hij het heelemaal niet als eer. ramp beschouwde, dat men zich niet overal in den lande even streng aan de Zondagsheiliging houdt. Ja, als er tusschen Noord en Zuid in dezen verschil aanwijsbaar zou zijn, zou hij dat, zoo het op redelijke grondslagen zou berusten, kunnen toe juichen, want het belang van strenge uniformiteit op dit terrein ziet hij niet in. Eveneens bleek prof. Gerbrandy, in tegenstelling met Mr. v. d. Goes v. Naters (s.d.) en Mr. v. Dijke (a.r.) het toe te juichen, dat we op het gebied van de wetgeving i.z. administratieve rechtspraak, in het bezit van een lappendeken zijn. Zeker, in Frankrijk hebben ze op z'n Fransch één mooi opgetrokken gebouw, in den vorm van den Fransche Raad van State. Wij bezitten daarentegen een aantal kleine huizen van administratieve recht spraak, in echten Nederlandschen trant, overeen komstig de hier bestaande behoeften. Kortom, voor de invoering van een algemeene administratieve rechtspraak bleek de Minister weinig geporteerd te zijn. Wat de bescherming van de openbare orde aangaa.t voelde de Min. alles voor Mr. Donker's (s.d.) stand punt, dat het vooral aankomt op handhaving èn toepassing van de bestaande bepalingen. Een „sti- muleerende concentratie" om effect te bereiken, is in voorbereiding: „een bepaald parket (zal in samen werking met het Departement van Justitie) belast worden met de verzameling van gevallen, die in grijpen vereisehen. Tusschen het begrijpelijk verlangen de overheid tegen bedenkelijke excessen te doen ingrijpen en de mogelijkheid een op alle daarvoor in aanmerking komende gevallen toepasselijke wetsformuleering te vinden ligt, volgens Dr. Gerbrandy, nog een vrij groote afstand. In dit verband gewaagde hij van „door en door ergerlijke dingen", die hij haast „landsverraderlij k" zou noemen, welke hij in Volle en Vaderland had aangetroffen, maar die met be hulp van strafrechterlijke bepalingen misschien nog niet eens te achterhalen zouden zijn. Het ontwerp- Goseling tegen excessieve uitingen enz. was bere kend voor abnormale dingen in abnormale tijden. Derhalve past het niet meer zoo best op de tegen woordige situatie. Vandaar dat 's Ministers gedach ten thans gaan in de richting van het wellicht kun nen treffen van bepaalde tijdelijke maatregelen op een bepaalden grondslag. „Ik wil alles trachten te doen opdat het Nederlandsche volk zich in dezen tijd inwendig veilig voelt en ook veilig is," zoo be sloot hij zijn rede. Bij de verschillende afdeelingen van de tenslotte z.h.st. aangenomen begrooting zijn uit den aard der zaak nog een aantal uiteenloopende onderwerpen besproken. Ik bepaal mij er toe te vermelden dat de Minister, met betreking tot de o.a. door Mr. Wendelaar (lib.) Mr. Donker (s. d.) en Mevr Mi-, Ma c k a y-K a t z c.h.) aangeroerde kwestie van rechters met extremistische neigingen verklaarde gaarne alles te willen doen om het been in het gelid te krijgen, dat hij Mevr. Mr. Mackay- Katz in verband met haar pleidooi voor het veel vuldige benoemen van afzonderlijke kinderrechters op de bezwaren' van te veel specialisatie wees en dat er plots een geanimeerd debat ontstond over de organisatie (reorganisatie) van de politie, waar aan ook Mr. Kortenhorst deelnam. Volgens den minister zou er geen reden bestaan voor de vrees, dat hij bezig was de bestaande structuur der po- litieele organisatie te wijzigen EERSTE KAMER. en een contingenteerings- debatje. In een vrij snel tempo deed de Eerste Kamer he den haar agenda af. Het begon met het, mondeling door Minister d e Geer nog toegelichte voorstel inzake de leening van 300 millioen gulden tegen 4 pet. rente, waarte gen Mr. v. Bönninghausen, de bekende nat. soc., opmerkingen over leeningen aanvoerde, betoog, dat wel vreemd afstak tegen het door den Minister van Financiën op allen gedane, aan Nelson ont leende beroep: „het vaderland verwacht, dat iedere Nederlander zijn plicht zal doen". De zooeven genoemde afgevaardigde had het ver der aan den stok met Philips. Het voorstel inzake contingenteering van metaaldraadgloeilampen greep hij aan, t^n einde die onderneming allerlei verwijten te maken in verband met haar groote winsten hier (8 millioen gulden) en tevens haar vermindei-de werkgelegenheid ten onzent, in tegenstelling tot v/at men bij haar zaken in het buitenland kan aan schouwen. Deze critiek gaf Minister Steen berghe aanleiding om een college te geven over het niet zoo eenvoudige karakter van dit bedrijf en over de situatie hier en elders. Tenslotte moge nog even aangestipt, dat mr. Steenberghe het ant woord niet schuldig bleef aan den heer Blom- j o u s, wat diens bezwaren betreft omtrent even tueel te duchten veronachtzaming van allerlei min derheids-belangen ingeval van verbindend verkla ren (en omgekeerd) van ondernemers overeen komsten. Z.h.st. ging nu ook dit wetsontwerp er door. E. v. R. Werk verschaf fin gen zullen in de Kerstweek gesloten zijn. De werkverschaffing zal. naar wij vernemen, met het oog op de komende feestdagen, worden gesloten van 24 tot en met 30 December. De kam pen zullen in het algemeen gesloten zijn van 24 December tot 8 Januari a.s. In de periode van sluiting, zullen de tewerkgestelden in de steun verlening worden opgenomen. Zij, die van 24 tot 30 December onder die regeling komen te val len, zullen ook in het genot worden gesteld van den gewonen Kerstbijslag, die de gesteunden plegen te ontvangen. Voorts zullen, wanneer de werkverschaffing wordt gesloten wegens de vorst, de terwerkge- stelden, die niet onder de steunregeling vallen, b.v. de zelfstandigen, een vergoeding ontvangen van 80 procent van het loon, dat zij anders in een werkweek bij de werkverschaffing zouden hebben verdiend. De twee nieuwe Krijgsraden. De te Utrecht te vestigen raad zal met twee kamers zitten. In een nota naar aanleiding van het verslag der Tweede Kamer betreffende het wetsontwerp tot wijziging en verhooging van de begrooting van justitie voor 1939, zegt de minister o.m.: In verband met de geuite klacht over de soberheid der toelichting moge worden medegedeeld dat het niet mogelijk is een eenigszins bevredigende specificatie te verstrekken van de kosten, benoo- digd voor de twee nieuwe krijgsraden. Het ligt in de bedoeling, dat de te Utrecht te vestigen raad met twee kamers zal zitten, zoodat, wat de per soneelsuitgaven betreft, er mede dient te worden gerekend als of er drie nieuwe krijgsraden bij komen. DE HEER VAN HOEVEN ONTHEVEN ALS LID VAN DEN CENTRALEN RAAD VAN ADVIES VAN O. EN O. Naar wij vernemen heeft de opperbevelhebber van land- en zeemacht den heer G. W. F. van Hoeven ontheven van zijn lidmaatschap van den Centraiën Raad van Advies voor Ontwikkeling en ontspanning voor gemobiliseerde militairen. Organisatie economisch leven. Uit het laatste hoofdstuk van een nota, welke minister Steenberghe den Staten-Gene- raal heeft aangeboden, blijkt dat de minister voor de organisatie van het economische leven de beschikking heeft over 218 commissies, in specties, bureaux, secties, centrales, commissaris sen etc., niet gerekend de 480 distributiekringen Regeering neemt plantgoed tulpen over. Wordt tot veevoeder verwerkt. Uit Den Haag komt het bericht dat de re geering, middels de Nederlandsche Sierteelt Cen trale aan de bloembollenikweekers berichten zal dat zij het tulpenplantgoed tegen den prijs van f 30 per tear zal overnemen. Het secretariaat der Ned. Vereeniging voor Bloembollencultuur alhier heeft deze mede- deeling nog niet ontvangen, doch kon ons reeds mededeelen dat het hier geen aanvullenden maatregel van steun aan het Bloembollenbe- drijf betreft. Het gaat hier om plantgoed, dat de kweekers over hebben, omdat de aanplant van tulpen en hyacinthen gehalveerd is. Dit plantgoed wordt overgenomen regen ie prijs van veevoeder: het zal ook inderdaad het veevoeder worden verwerkt. Militairen en de distributie. Het is gebleken, dat nog niet algemeen be kend is op welke wijze in distributie gebrachte goederen (voorloopig suiker en erwten) kunnen worden verkregen ten behoeve van militairen, die in eigen voeding voorzien en militairen, die met voeding zijn ingekwartierd. Militairen, die in eigen voeding voorzien, kun nen gebruikmaken van de Rijksdistributiekaart en distributiestamkaart, aangezien zij deze kaarten niet bij den commandant van hun legeronderdeel behoeven in te leveren. Militairen, die niet in eigen voeding voorzien, behooren evenwel bovengenoemde distributie bescheiden in te leveren bij den commandant van hun legeronderdeel. Indien deze militairen zijn ingekwartierd, verstrekken de distributie kantoren aan de kwartiergevers op vertoon van het inkwartieringsbewijs losse bonnen, waarop de in distributie gebrachte goederen kunnen wor den verkregen. Degenen, die maaltijden verstrekken aan mi litairen, zonder daarbij tevens huisvesting te verleenen, kunnen voor de verkrijging van in dis tributie gebrachte goederen een door den be trokken commandant geteekend vorderingsbe- wijs overleggen, waarop de distributiekantoren bovengenoemde losse bonnen verstrekken. Voorts wordt gewezen op de navolgende rege ling ten aanzien van militairen, die in eigen voe ding zijn gaan voorzien, nadat zij hun rijksdis tributiekaart en distributiestamkaart reeds bij den commandant van hun legeronderdeel heb ben ingeleverd. Aan deze militairen worden ge noemde kaarten wederom verstrekt door het distributiekantoor van de gemeente, waar zij in het bevolkingsregister zijn ingeschreven. Hierbij behoort te worden overgelegd een door den be doelden commandant onderteekende verklaring, waaruit blijkt dat de betrokken militair inder daad in eigen voeding is gaan voorzien, nadat hij de kaarten had ingeleverd. WIJZIGINGEN IN DE ZEEPBESCHIKKING 1939. De tekst van de zeepbeschikking 1939 no. 1 is zoodanig gewijzigd, dat onder fabrikanten van zeep thans ook gerekend moeten worden bedrij ven, die zeep voor eigen bedrijf vervaardigen. Dit brengt met zich mede, dat dergelijke on dernemingen voornamelijk is hier gedacht aan groote wasscherijen die zelf zeep vervaardigen thans ook ten spoedigste inschrijving by de sectie zeep. van het rijksbureau voor chemische pro ducten dienen te verzoeken, voorzoover dit al thans niet reeds is geschied. Om de zelf vervaardigde zeep In eigen bedrijf te mogen gebruiken, dient men ln het algemeen in het bezit te zijn van een daartoe strekkende vergunning, afgegeven door den directeur der sectie zeep. Evenwel is voorloopig tot 1 Januari 1940 voor het gebruik van in eigen bedrijf vervaardigde zeep, voorzoover dit normale hoeveelheden niet te boven gaat, nog geen vergunning ^ran den di recteur vereischt. Voor het daarop aansluitende tijdvak van 1 Januari 1940 tot 1 Maart 1940 ls het gebruik van in eigen bedrijf vervaardigde zeep tot 1/6 deel van de in de periode 1 September 1938 tot 1 September 1939 gebruikte hoeveelheid even eens zonder vergunning van den directeur toege staan. HET JACHTSEIZOEN spoedt ten einde. door MELIS STORE Het jachtseizoen dat nu ten einde spoedt was schrikkelijk wreed voor tioee gejaagde eenden, die samen om een hoop familie weenden, die sneefde in de stroomen van haar bloed. De twee gespaarden zaten kop aan kop, en overdachten triestig die periode Gelukkig maarde zoeken van het dooden spoeden ten eindHet zat er haast weer opl Begrijpt ge hoe de conversatie hortte bij de herdenking van het jachtseizoen? Hoe die-en-die gedood zoerd in het groen, en die-en-die gewond ter aarde stortte? En telkens als een schot de stilte stoorde bewogen zij nerveus met kop of staart. Als door een zoonder bleven ze gespaard voor 't doodend lood dat vriend en maag doorboorde. Nog enkele zoekenen het zoas voorbij. Ze konden 't zoonder nauwelijks gelooven Ze keken angstig ozn de beurt naar boven en rilden bij die laatste schieterij Maar midden in de conversatie klonk er uit de Izicht gebrozn, met doffe knallen. Toen zagen ze een vliegmachine vallen die prachtig in het wintersch zonlicht blonk. i De stomme eenden zaten kop aan kop Verbaasd door wat ze van de menschen zagen. Ze dachten,,'t duurt voor ons nog veertien dagen „maar voor den znensch zit t er nog lang niet op..." Het jachtseizoen dat nu ten einde spoedt brengt uitzicht voor de opgejaagde eenden, maar wij, die 't beestenvolk die rust verleenden wij maakten 't voor den znensch veel minder goed. Wij. die de jachtseizoenen limiteeren, hebben ons in gemoede afgevraagd waarom de znensch op andere menschen jaagt..„ Kan hij dan zelf geen jachtzoet respecteeren de fiere znensch die, billijkheid ter eere, de wet verzet, wanneer het hem behaagt? Haar aantrekkelijkheid voor beleggers. (Door onzen financieelen medewerker). Een woord van lof mag de regeering niet worden onthouden voor den stap die zij thans heeft gedaan. In deze kolommen is tijdens de jongste weken herhaaldelijk de nadruk er op gelegd, dat al waren velen van meening dat wellicht beurstechnisch de atmosfeer voor het plaatsen eener consolidatieleening niet gunstig kon worden genoemd, psychologisch het huidige tijdstip uitstekend geschikt zou zijn, om tot zoodanige plaatsing over te gaan. De regeering dient immers elke kans waar te nemen om kapi taal tot zich te trekken voor de militaire- en economische verdediging alsmede voor de hand having van ons staatscrediet. De toeneming van de vlottende schuld, die nu in totaal (inclusief schulden aan diverse instel lingen) circa 780 millioen gulden bedraagt, ver- eischte mede wegens de ontzaggelijke militaire uitgaven van circa 1.7 millioen gulden per dag een spoedige consolidatie, opdat de regeering geen moeite zou onderwinden met het finan cieren harer dagelijksche behoeften via de geld markt. De thans uit te geven leening is 'n novum voor Nederland en zoowel bedrag als voorwaar den maken het duidelijk, dat zij slechts bedoeld is als een eerste opneming van gelden in de kapitaalmarkt, spoedig in 1940 door een nieuwe reeks leeningen te volgen. Het totaal bedrag immers ad 300 millioen gulden is niet zoo bijzon der groot en laat nog 200 millioen gulden van de totale machtiging over. De rentevoet van 4 pet. is de laagste, de koers a pari de hoogste, die men zich onder de huidige rentevoorwaarden kan veroorloven. De rente zou ongetwijfeld hooger, de uitgifte-koers lager hebben moeten liggen, indien de leening geen bijzondere at tracties zou hebben. Deze liggen niet in de vrijstelling van couponbelasting, doch in de be paling dat de obligaties voor haar nominale waarde worden geaccepteerd voer de betaling van vermogensbelasting en van verdedigingsbelas ting I (vandaar dat ook kleine coupures van f 500 en f 100 worden uitgegeven). Hierin ligt voor den houder in de huidige tijdsomstandig heden een uitgesproken voordeel, omdat men redelijkerwijs kan verwachten dat de koers niet op pari zal kunnen worden gehandhaafd. De leening richt zich dus blijkbaar voornamelijk, zoo niet geheel, tot de groote en kleine kapitaal bezitters, die door deze mogelijkheid tot belas ting betalen een rendement kunnen maken, dat niet onaanzienlijk ligt boven de 4 pet. Thans wordt ook duidelijk, waarom de Rijksfondsen slechts zulk een gering deel (60 millioen) heb ben overgenomen en waarom de oogenschijnlijk lange looptijd van 40 jaar voor den houder geen nadeel beteekent. De opbrengst der ver mogens- en verdedigingsbelasting I immers wordt voor 1940 geraamd op circa 40 millioen gulden. Ook al wordt lang niet het totaal dezer te verwachten opbrengst met de nieuwe obli gaties betaald is toch te verwachten, dat de af lossing per jaar belangrijk hooger zal zijn dan 7.5 millioen gulden en dat de leening dus bin nen vrij korten tijd geamortiseerd zal zijn. Wü gelooven dan ook. dat deze leening een zeer behoorlijk succes zal hebben. Waarschijnlijk zal een volgende leening zich thans richten tot de groote en kleine vennootschappen en de pu blieke fondsen, terwijl daarna wellicht ook het zeer kleine spaarkapitaal aan de beurt komt. (Nadruk verboden). Producten waarvoor geen suikerbon noodig is. Goela Djawa en Goela Aren zijn uitgezonderd van de voor suiker geldende distributieregeling. Deze producten kunnen derhalve worden gekocht en afgeleverd, zonder dat daarbij een bon van de rijksdistributiekaart behoeft te worden afge geven of in ontvangst genomen. De „Merapi" werkt weer. BATAVIA, 13 December (Aneta/AJgP.) D§ Merapi vertoont wederom werking. Vanmiddag om half zes werd eerst een kleine eruptie waar genomen, om zes uur gevolgd door een zeer zware uitbarsting. Hierbij werden steenen en gloed- wolken uitgestooten. De gloedwolken bereikten de boschgrens. Zware aschregens werden waargenomen, de top van de Merapi is door mist onzichtbaar. Op het oogen blik dat dit geseind werd, zeven uur 's avonds plaatselijken tijd, werd geen eruptie geconsta teerd- Afgekeurde opstel lingen worden ondei de scherpst denk bare controle op nieuw gebouwd. (Van onzen specialen verslaggever) Er gaan kwade, zeer kwade geruchten door verschillende gemeenten in 't hart van Neder land. Geruchten, volgens welke er op schande lijke ontoelaatbare wijze geknoeid zou zijn met den aanleg van verdedigingswerken in het centrum des lands. Wat er aan de hand zou zijn? Men zegt, dat er kazematten afgeleverd of in aanbouw zouden zijn, waarbij men in de beschermende betonlaag met de vuist een gat kan stooten. Men beweert pertinent, dat er veel te weinig cement en dat er zand van infe rieure kwaliteit gebruikt zou zijn voor het ma ken van 't noodige beton, terwijl men voorts stijf en-strak volhoudt, dat deze „bedroevende" affaire reeds de arrestatie van een aannemer tengevolge gehad zou hebben. Het is naar aanleiding van deze geruchten, dat wij gemeend hebben er goed aan te doen bij ver schillende instanties te informeeren naar de juist heid, waarbij wij ons in de eerste plaats gewend hebben tot die militaire autoriteiten, die het on derzoek ter hand hebben genomen. De zaak daarbij tot de juiste proporties te rugbrengende. deelde men ons mede, dat er in derdaad geknoeid is. Zelfs in dier voege, dat verschillende opgeleverde verdedigingsobjecten thans gesloopt worden om door de betreffende aannemersfirma, onder de scherpst denkbare controle, opnieuw gebouwd te worden. Neen, liet Rijk heeft hierbij geen financieele schade geleden. Want toen men, naar aanleiding van de geruchten, verschillende reeds gereedgeko men werken op hun deugdelijkheid beproefde, hadden de betrokken militaire instanties de koorden van de beurs nog in de hand. Er was nog niets betaald, zoodat de strop zich beperkt tot de aannemersfirma. Men kan er van verzekerd zijn, dat een herhaling der knoeierijen voorgoed onmogelijk is geworden. Er zijn direct de noodige maatregelen getroffen om de controle te verscherpen en om betrouwbare opzichters aan te stellen. Waar noodig zijn die con troleurs. die in hun taak te kort schoten ontslagen. Door de overhaaste aanstelling van de noodige opzichters er waren er op een gegeven oogen blik zoo veel noodig, dat de tijd en de gelegen heid ontbrak om tevoren een behoorlijk onderzoek naar hun antecedenten te doen plaats vinden (dit geschiedt in normale tijden wel degelijk) is name lijk niet steeds dat toezicht uitgeoefend kunnen worden, dat klaarblijkelijk noodzakelijk is geweest. Men acht het voorts een gelukkige omstandigheid dat geruchten omtrent de fraude zóó vroegtijdig opdoken, dat er bijtijds een onderzoek ingesteld kon worden. Daardoor zal er slechts een geringe stag natie ontstaan in den afleveringstijd, welke ge steld is. Het ergerlijke van deze geheele affaire is wel, dat men geprobeerd heeft te knoeien met onder komens, welke in tijd van oorlog onze soldaten tot dekking hadden moeten dienen, terwijl deze geen behoorlijke dekking boden. Gelukkig behoeft men daar nu niet meer bevreesd voor te zijn. De niet aan de eischen beantwoordende verdedigingswerken worden of zijn gesloopt en worden vervangen door kazematten en andere opstellingen, welke wel de gelijk aan de eischen voldoen. Dat er in de toe komst minder cement voor 't beton gebruikt zal worden dan voorgeschreven is, of dat er, inplaats van rivierzand, een ander soort zand aangewend zal worden, is thans uitgesloten te achten. Zoodra aan de betrokken autoriteiten bleek, dat er inderdaad van knoeien sprake was, hebben zij zich tot de justitie gewend. De marechaus see heeft thans de zaak in onderzoek, teneinde uit te maken of een strafrechterlijke vervolging van de knoeiers, die zich wel op zeer te laken wijze ten koste van 't Rijk hebben pogen te ver rijken, mogelijk zal zijn. Van een arrestatie is ons echter tot dusver niets hekend. Voorts moest ook de mogelijkheid onder 't oog ge zien worden, dat de betrokken aannemersfirma voor het extra-werk, dat de herbouw van de afgekeurde onderkomens medebrengt, betaling zal verlangen. Ook daar hebben de militaire autoriteiten echter op gerekend. Mocht het tot een proces hierover komen, dan zullen zij in staat zijn de bewijsstukken op ta fel te leggen. Voor dit doel hebben zij zich verzekerd van de hulp van een uiterst deskundig adviseur, autoriteit op het gebied van materialenonderzoek. Ziehier dan een en ander over de knoeierijen bij verdedigingswerken in ons land. Het snelle ingrijpen heeft het onmogelijk gemaakt op groote schaal winst te maken ten koste van het Rijk. Voor zoover men heeft kunnen bereke nen zou er op de uit te voeren werken, waar mede een bedrag van drie en een halve ton ge moeid is, slechts enkele duizenden guldens „overwinst" gemaakt zijn. Dat men daarvoor het risico heeft durven nemen verdedigingswerken te bouwen, die niet voldoende beschutting in geval van een beschieting bieden, is een daad, die scherpe afkeuring verdien*. (Nadrul? verboden.) De Middenstandsraad jubileert. In een buitengewone vergadering is vanmiddag te 'sGravenhage herdacht het 20-jarig bestaan van den Middenstandsraad, alsmede het 20-jarig presi dium van zijn voorzitter, mr. A. I. M. J. baron van Wijnbergen. De herdenkingsrede werd uitgesproken door den minister van economische zaken, mr. M. P. L. Steenberghe, die uiteenzette, dat de strijd om het bestaan, niet van vandaag of gisteren dagteekent. De jonge generatie, die op haar beurt de fakkel van de oudere overneemt, moge telkens weer meenen voor gloednieuwe vraagstukken te staan, in het licht der historie zal deze meening veelal geen steek blijken te houden. Wie tot de kern doordringt, komt namelijk niet zelden tot de slotsom, dat de vragen van vandaag zoo zij al niet die van gisteren zijn, in vele geval len reeds veel eerder aan de orde zijn geweest. Na de rede van den minister sprak de voorzitter van den Hoogen Raad van den middenstand België, de heer Van der Ackere uit Gent. Vervolgens werd het woord gevoerd door den heer W. *G. Scheeres, voorzitter van den Christelijken Middenstandsbond, die sprak namens de drie Ne derlandsche Middenstandsbonden en namens de leden van den middenstandsraad. O.m. namens de drie landelijke middenstands bonden bood spr. baron van Wijnbergen een gouden gedenkpenning, diens beeltenis dragende, aan. Voorts bood spr. een plaquette aan Hierna sprak de voorzitter van den jubileerenden raad, mr. A. I. M. J. baron van Wijnbergen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 5