5
Uw tasschen-!
E'
Menu van de week
Dames koopt
JAC. GILEIN (Geen filialen)
i
DONDERDAG 14 DECEMBER 1939 HAARLEM'S DAGBLAD
9
WIJ HEBBEN ELKAAR NOODIC.
^en jonge vrouw zei onlangs: ik heb
het gevoel, dat ik, als de oorlog een
maal afgeloopen is, nooit meer een
enkele zorg in de wereld zal hebben.
Dat gevoel hebben velen onder ons, dat, wan
neer de zorg van den oorlog eenmaal van de
menschheid is afgewenteld, het leven enkel
licht en vroolijkheid zal zijn. Natuurlijk weteft
wij dat dit niet zoo is en dat het ook goed is,
dat er wat te zorgen overblijft, maar wij wil
len ermee uitdrukken, hoe ernstig deze eene
zorg ons leven beheerscht en hoe opgelucht wij
ons zullen voelen, als wij daarvan verlost
zijn.
Het is bovendien begrijpelijk dat deze druk
onze stemming beïnvloedt: slechts de zeer gelijk-
matigen, de zeer evenwichtigen blijven wie ze
geweest zijn en missschien ook zij die een meer
dan gewone zelfbeheersching hebben, waardoor
de verandering niet merkbaar is naar buiten.
Zware zorgen kunnen een menscih terneer
drukken en wanneer deze zorgen blijvend zijn,
kunnen zij een verandering in het wezen te
weeg brengen die blijvend schijnt te zijn.
Zoo is het ook met ons nu de zorgen niet
weggenomen worden, maar blijven: men went
gelukkig altijd nog meer aan een moeilijke en
zorgvolle periode, dan men ooit voor mogelijk
geacht had, dat is een bewezen feit, maar men
ondergaat toch ook een verandering die op den
duur naar buiten moet blijken.
De eene wordt er prikkelbaarder van, de an
dere somberder; een derde negeert schijnbaar
de zware zorgen en wordt luchthartiger, een
vierde legt onverschilligheid aan den dag, een
vijfde vervalt van de eene uiterste bui in de
tegenovergestelde, maar alles vindt zijn oor
zaak in dat eene, de zware zorgen.
Omdat een mensch echter niet uit zijn even
wicht geslagen kan blijven zoekt ieder die dit
bij zichzelf beseft naar de nieuwe houding die
dat evenwicht kan herstellen, en dat is natuur
lijk een herstelproces dat bij den een veel lan
ger tijd vraagt dan bij den ander.
Intusschen is iedereen er wel van overtuigd,
dat zorgen de menschen naar elkaar drijft, dat
zij elkaar noodig hebben en dat zij spoediger
het evenwicht kunnen hervinden, wanneer zij
dat door contact met hun medemenschen kun
nen bewerkstelligen. Doordat zij echter allen
min of meer uit hun doen zijn, is 't contact veel
moeilijker te vinden dan in minder zorgvolle
dagen en wat een zegen kon zijn voor de saam-
hoorigheid en voor het gezamenlijk het hoofd-
bieden aan de zorgen, loopt gevaar een kloof te
vormen tengevolge van al die onevenwichtig
heden.
Dat is begrijpelijk maar tegelijkertijd jam
mer, omdat deze periode in het menschelijk
leven zuiver begrip vraagt en medeleven met
elkaar.
Wie zioh dit echter duidelijk voor oogen
houdt: ik kan geen contact meer met mijn
medemenschen krijgen omdat ik zelf zoo oneven
wichtig ben, is al op den goeden weg, omdat hij of
zij beseft dat het uit zijn eigen binnenste ont
staan is. En men zal zijn best moeten doen om
bij zichzelf de balans zoo spoedig mogelijk weer
in volslagen rust te brengen, en wel door de
feiten onder de oogen te zien niet de aller-
kwaadste kansen en ook niet de allerbeste die
toch geen kans van slagen hebben, maar de
feiten zooals zij er zijn en zooals wij ze hebben
te aanvaarden.
Op die feiten baseeren wij onze houding van
vertrouwend afwachten die ons duidelijk den
weg wijst dien wij gaan moeten, een moeilijke
weg, die al niet gemakkelijk te vinden is, maar
die nog veel minder gemakkelijk is te bewandelen
En toch kan dat alleen ons de rustige zekerheid
geven die wij in zorgvolle tijden noodig hebben
en die wij met onze medemenschen gezamenlijk
kunnen probeeren te vinden, op basis van begrip
voor elkaar en van ernstig willen.
E. E. J.^P.
Zondag:
Garnalenragoüt
Heldere bouillonsoep
Gepaneerde kalfs
lapjes.
Brusselsch lof
Aardappelen
Gevulde sinaasappelen
Maandag:
Ribstuk
Spruitjes
Aardappelen
Havermout
Dinsdag:
Koud vleesch
Stoofperen
Aardappelen
Rijstebrij
Woensdag:
Stamppot van boeren
kool met rookworst
Vruchten.
Donderdag:
Varkenskarbonade
Savoyekool
Aardappelen
Appelpannekoek
Vrijdag:
Magere groentesoep.
Eieren met tomaten
saus en gebakken
aardappelen
Zaterdag:
Erwtensoep
Vruchten.
Garnalenragoüt.
IV2 ons garnalen
IV2 d.L. melk.
2 eetlepels bloem.
IV2 eetlepel boter.
Zout en peper.
Wat gehakte peterselie, per persoon 2 dunne
sneedjes oud brood zonder korst.
Maak van boter en bloem met de melk een
sausje, maak ze op smaak af met zout, peper en
peterselie en voeg de garnalen toe. Houdt dit
voorzichtig war,m zonder het te laten koken en
bak in dien tijd de stukjes brood in boter aan
beide zijden mooi bruin. Leg de ragout op de
broodjes en dien het gerecht dadelijk op.
Eieren met tomatensaus.
1 a 2 eieren per persoon.
Twee eetlepels boter.
Twee eetlepels bloem.
1h blikje tomatenpuree
Peper en zout
1 bouillonblokje.
Maak van de helft van de boter, de bloem, het
opgeloste bouillonblokje en de tomatenpurée een
gebonden tomatensaus die op smaak wordt af
gemaakt met peper, zout en desgewenscht wat
Maggi-aroma.
Bak de eieren op de gewone wijze, doe ze op
een verwarmde platte schotel, giet de saus er
overheen en dien het gerecht met de gebakken
aardappelen.
Erwtensoep.
lVz pond spliterwten.
2 ons spek
2 ons krabbetjes
Prei, selderijknol, selderij, zout.
4 appelen.
Bereiding:
De erwten uitzoeken, wasschen en 24 uur wee
ken in 2' L. water Ze met het weekwater op
zetten, aan de kook brengen en 2 uur zachtjes
laten koken. De erwten fijnwryven, de klein
gesneden soepgroente, het zout en het vleesch
toevoegen tot ze gebonden is (2 uur). Afmaken
met gehakte selderij.
Zelfgemaakt Kerstgeschenk.
Een mooie leeren tea-cosy.
Deze keer geven wij het model van een
mooie, royale tea-cosy, een geschenk, dat altijd
welkom is en bovendien vlot in elkaar gezet kan
worden.
Ons model is van suède, versierd met een
slangetje, dat door middel van leerband en
reepjes tin bevestigd is. Eenige tinnetjes langs
den rand verlevendigen het geheel.
Misschien wist u niet, dat u inplaats van
tin ook bladkoper gebruiken kunt, wat vooral
bij bruine tinten een fraai effect geeft. In een
stemmig interieur zal een bruine tea-cosy met
een slang in dezelfde tint en bladkoper heel
prettig aandoen. Voor een fleurige kamer nemen
we bijv. rood of blauw croüte-suède met een
naturel slang en tinversiering. Zwart leerbies
steekt hierbij goed af.
We hebben noodig: ruim 3 v. v. croüte-suède
evenveel gladde skiver voor voering, een slan
getje, ongeveer 55 cM. lang, 12 M. leerbies, tin
of koper.
Instrumenten: ponstang, één- of tweetand,
ruibberlijm, seccotine, naald.
U begint met het patroon op ware grootte te
teekenen en brengt dit op het leer over door
middel van prikjes, dóór het patroon heen. Ook
de plaats van de slang wordt aldus aangegeven,
evenals de plaats van de versiering. De slang-
deelen worden op dezelfde manier op ware
grootte uitgeknipt (aan de achterzijde ziet men
de prikken het best).
Nu plakt u de slang met rubberlijm op zijn
plaats, brengt spleetjes en gaatjes voor de ver
siering aan en werkt deze op de aangegeven
wijze.
De reepjes tin mogen niet breeder geknipt
worden dan uw leernaald en men moet ze aan
den achterkant goed over elkaar heen slaan
en met den hamer even vastkloppen.
Nu voeren we alle deelen en brengen de rand
gaatjes aan, 1 cM. uit elkaar en 3 cM. van den
rand. We gebruiken hier ronde gaatjes, omdat
rrtr—
de omwerksteek tweemaal in één gaatje gesto
ken wordt, waardoor men een mooi gevulden
rand verkrijgt.
Men moet erop letten, dat men bij de hoeken,
behalve onderaan, in de reep een gaatje extra
maakt, daar de reep anders te strak trekt. Daar
komt dus 1 gaatje in den hoek, tegenover 2
in de reep. Het handvat wordt even apart om
gewerkt en met eenige steken bevestigd, waar
voor we de gaatjes natuurlijk van te voren aan
brengen.
Wanneer de cosy klaar is, maken we volgens
hetzelfde patroon een voeringmuts van satinet
en trekken het leeren overtrek eroverheen,
waarna we het met eenige steken onderaan even
vastzetten. Het verdient aanbeveling de voering
muts hier en daar door te steken, zoodat de
vulling niet verschuift.
De resten leer verschaffen ons een aanvat-
tertje, dat we met een weinig fantasie bij de
cosy passend maken.
Niet alleen, dat deze cosy een alleraardigst
effect maakt, de thee blijft er ook heerlijk warm
onder, zoodat we een in alle opzichten geslaagd
geschenk geven
MARGOT VAN CAPELLE—
VAN BUUREN.
KEUKENGEHEIMEN' UIT DE OUDE DOOS.
Van kruidenkoek en marsepein.
Kruidenkoek en marsepein zijn geen uitvindingen
van den modernen tijd: reeds tegen het einde van
de Middeleeuwen bestond in alle grootere steden
het edel ambt van kruidkoekbakker. Ulm, Thorn en
Bazel waren toen zeer bekend om hun producten
op dit speciaal terrein, maar ze werden al spoedig
overvleugeld door Neurenberg.
„Die echte goede kruid- of peperkoeken, die aan
genaam van smaak en een medicijn voor de maag
zijn", schreef de Zwitsersche professor Wagenseil
„zijn nóg nooit ergens anders ter wereld zóó voor
treffelijk gebakken als te Neurenberg".
De bijzondere charme van deze zoetigheden lag
echter niet zoozeer in haar smaak als wel in haar
vorm. Men besteedde dan ook den allergrootsten
zorg aan het smaakvol uiterlijk der kruidkoeken.
De prachtige koekvormen, die uit dien ouden tijd
bewaard gebleven zijn, laten duidelijk zien, dat
de makers hiervan over veel gevoel voor plastiek
moesten beschikken.
Men vond er kleederdrachten onder, burger
typen, kleine genrestukken, zooals een boer, die
inkoopen doet bij een marskramer, ja zelfs mytho
logische voorstellingen, zooals b.v. het oordeel van
Paris. Het laatstgenoemde kunstproduct lijkt pre
cies op een enorm groot bronzen medaillon. Men
kan merken, dat de maker een man met fantasie
en kunstgevoel en zelfs waarschijnlijk een echte
houtsnijkunstenaar is geweest.
Geglaceerde en gewone kruidkoeken in alle mo
gelijke vormen, waarachter zich vaak schelmsche
toespelingen en plagerijen verborgen, sierden op
feestdagen de tafels van onze betovergrootouders
en wie nog heden in Dinant komt, kan daar de
allergrappigste en fraaiste baksels van een leeuw
tot een Middeleeuwsch kasteel en van een baby
tot een heel stadsgezioht bewonderen en genieten.
Ook de marsepein heeft al sinds de Middel
eeuwen een belangrijke rol gespeeld onder de zoe
tigheden. Ze is zelfs nog ouder dan chocolade, ten
minste voor zoover het 't gebruik in Europa be
treft.
Voor het eerst wordt het in de dertiende eeuw
genoemd onder den naam „mazapan" en wel door
den Franschen schrijver Arnauld de Villeneuve,
die hiermee een soort amandelkoeken aanduidde,
bereid met suiker.
De naam marsepein wordt verschillend ver
klaard. Sommigen leiden hem af van marcipanis,
d.i. marcusbrood, weer anderen van het Grieksche
woord maza (meelpap) en het Latijnsche panis
(brood).
Al deze veronderstellingen zijn echter niet ge
heel steekhoudend. Een geleerd taalkundige heeft
nu juist weer ontdekt, dat de naam van Arabi-
schen oorsprong is. Hij zou zijn afgeleid van het
woord „mantaban", dat beteek'ent: een mensch:
die rustig zit! Mantaban noemde men in den tijd
van de kruistochten een munt, waarop een zitten
de Christusfiguur was afgebeeld. Later werd de
naam overgedragen op een inhoudsmaat en nog
later op doosjes, waarin het zoete, met suiker en
rozenwater bereide amandelbrood werd verkocht.
Deze laatste uitleg is weliswaar een beetje ge
zocht, maar toch nog de meest waarschijnlijke,
als men bedenkt, dat zoowel suiker als rozenwa
ter oorspronkelijk Oostersche producten^zijn. Waar-
schijnlijk is de marsepein uit Arabië in Rome in
gevoerd en wel in den tijd van de kruistochten,
Venetië, de groote Middeleeuwsche marktplaats
voor Oostersche producten, was ook het centrum
van den marsepeinhandel.
Evenals met de kruidkoeken het geval was, werd
ook de marsepein in allerlei kunstige vormen ge
goten. Die marsepeinvormen werden van hout,
leem, geel koper en tin vervaardigd en sierlijk uit
gevoerd. Medaillonachtige modellen waren er, met
heele bijbelverhalen en schitterend geornamen
teerde randen. Vooral in de 16e en 17e eeuw be
reikte deze marsepeinkunst haar hoogtepunt, dat
ondanks onze verfijnde techniek aanmer
kelijk hooger lag dan bij ons.
BERLINER BOLLEN
350 gram bloem, 50 gr. boter, 5 gr. zout, 20 gr.
gist, 1 ei, 2 d.L. lauwe melk, 50 gr. suiker, y2 potje
bessengelei, poedersuiker, frituurvet.
Van bloem, aangemengde gist, gesmolten boter,
zout, suiker en ei een deeg kneden en dit pl.m. 1
uur op een lauwe plaats laten rijzen.
Het deeg uitrollen op een met bloem bestrooide
tafel tot pl.m. 1 c.M. dikte. Hiervan met een koek
jessteker of glas cirkels steken (6 a 8 c.M. middel
lijn). Op de helft van de deeglapjes een lepeltje
jam leggen. De andere op de gevulde leggen en
aan den rand vastplakken met wat water. De ge
vulde bollen nog een 34 uur laten rijzen onder een
vochtigen doek. Daarna in het frituurvet goud
bruin en gaar bakken. De bollen uit laten lekken
op grauw papier en dik met poedersuiker be
strooien.
POFFERTJES.
250 gr. bloem, 150 gr. boter, 2 eieren, 50 gr. gist,
1/2 L. melk, zout
Van bloem, eieren, aangemengde gist, zout en
lauwe melk een beslag maken en dit laten rijzen
(1 1/2 uur). In ieder holletje van de poffertjes
pan wat boter smelten (met een kwastje flink vet
maken) en een klein schepje beslag hierin doen.
De poffertjes vlug bruin bakken aan beide kanten.
De poffertjes op een bord leggen, dik met poeder
suiker bestrooien en een stukje boter in het mid
den leggen.
HOORNTJES MET GEROOKTE ZALM.
Benoodigdheden: 4 a 5 langwerpige driehoekjes
brood, 1/2 ons gerookte zalm. mayonnaise.
Bereiding: Het brood met boter besmeren. De
plakjes zalm over de punt van een brood leggen
en de holte vullen met mayonnaise.
ZEKERHEID.
„Ik weet, dat ik niet alleen ben".
Ongeveer een week geleden na de ontzettende
ramp van de „Simon Bolivar" vertrok een boot
uit ons land naar Zuid-Afrika. Vol deernis gin
gen onze gedachten uit naar passagiers en be
manning van dit schip, dat onder zóó hachelijke
omstandigheden den overtocht moest wagen.
Is het niet verschrikkelijk, dagen en nachten
lang leder moment den dood voor oogen te heb
ben? Te moeten slapen met een zwemvest aan
als cr tenminste nog sprake van slaap kan
zijn?
Te weten, dat de kinderen, die aan je hoede
zijn toevertrouwd, in levensgevaar verkeeren?
Een moeder, uit onze naaste omgeving waagde
de reis met haar vijf jonge kinderen. Ze nam
afscheid met de woorden: „Wat er ook gebeurt,
ik weet dat ik niet alleen ben". Toen ik van dit
afscheid hoorde vertellen, ben ik er even stil ge
worden van ontzag.
't Was ongetwijfeld een moedige vrouw, die
zoo sprak. Maar er is moed èn moed:
Er is een roekelooze moed, die zich vastklemt
aan menschelijke zekerheden, omdat ze de gru
welijke onzekerheid van alle menschelijke plan
nen, berekeningen, daden en beloften niet w i 1
zien. Er is ook een moed der wanhoop, die het
leven niet telt.
Maar er is ook een bewuste moed. Dat is de
moed van deze jonge moeder, die misschien
reeds alle angsten en benauwdheden om het
eigen leven en dat van haar kinderen heeft door
leden en nu rustig zeggen kan: „ik weet, dat ik
niet alleen ben". Hier staan twee werelden
naast elkaar: de wereld van de onzekerheid,
waarin menschen angsten lijden zóó vreeselijk,
dat 't niet uit te spreken is.En daarnaast, daaron
der en daarboven, de wereld van de eeuwige ze
kerheid, waarin de vrede woont, die alle ver
stand te boven gaat.
Het is een groot geluk in dezen tijd te mogen
ervaren, dat er menschen zijn, die contact heb
ben met de wereld van goddelijke zekerheid.
Zij zijn de pioniers, die ons voorgaan naar be
tere tijden.- In den nood onzer dagen worden
hun krachten beproefd en hun harten gelou
terd
R. DE RUYTER—v. d. FEER.
OPFRISSCHERTJE VOOR DEN WINTER.
Stoombad en masker: belangrijke
schoonheidsmiddelen.
Nu de winter voor de deur staat met zijn kou
en regen, misschien zelfs met sneeuw, ijs en gure
wind, waardoor ons gezicht aan zooveel verschil
lende invloeden zal zijn blootgesteld, is het ver
standig, eerst eens grondig' „op de helling te
gaan".
Een prachtig modern middel, om de huid ook
onder de meest ongunstige omstandigheden zacht
en soepel t-e houden, is het stoombad.
Wat is dat eigenlijk? Ik zal het u vertellen,
want heel wat vrouwen hebben in dit opzicht de
klok hooren luiden zonder te weten, waar de kle
pel hangt.
Een stoombad helpt heusch alléén, wanneer
het volgens de regelen der kunst wordt toege
past. Alles, wat er bij hoort, moet netjes van te
voren worden klaargezet, opdat geen kostbare
tijd en geen warmte verloren gaat.Want aan den
eenen kant is het noodzakelijk, dat de stoom zoo
heet mogelijk tegen het gezicht wordt gebracht,
aan den anderen kant moet onmiddellijk een
koude afwassching volgen.
Daarom zetten we twee kommen gereed: een
leege, waarin we enkel een eetlepel aftreksel van
kamillen of een beproefd kruidenmengsel doen,
en een kom vol ijskoud water, waarin een spons
drijft. Tusschen deze beide kommen staat een
pot goede vette cream. Het stoombad mag nooit
langer den zeven minuten duren en niet vaker
dan eens in de acht dagen worden herhaald.
Men dekt nu hoofd en schouders af met een
groote badhanddoek, zóó, dat weinig of geen
stoom kan ontsnappen en houdt het gezicht bo
ven den opstijgenden damp van het heete water,
dat men op het laatste oogenblik in de leege kom
heeft gedaan. Men haalt hierbij afwisselend
door mond en neus adem. Na zeven minuten bet
men het gezicht vlug en licht met de bandhand
doek af. wrijft het snel doch degelijk met cream
in en wascht het flink af met koud water. Het
huidweefsel wordt eerst door de heete damp
poreus gemaakt en -vervolgens door het koude
water weer gedwongen, zich samen te trekken.
De bloedsomloop wordt hierdoor sterk be
vorderd, hetgeen zeer nuttig is voor de huid. Na
deze behandeling ziet het gezicht er krachtiger,
levendiger en frisscher uit!
HOE WE VAN OUD NIEUW MAKEN.
Begint uw degelijke „beste" jurk u te ver
velen, voordat ze eigenlijk teekenen van ver
val vertoont? Laat het kleedingstuk dan niet
nutteloos in de kast hangen, maar zet er fluks
en dapper de schaar in!
Hebt u een gekleed japonnetje noodig? Dan
vervangt u het lijfje van de oude jurk door
een los of opgenaaid jakje van velours chiffon
in een tint één of twee nuancen donkerder dan
de stof der jurk. Een zijden ripslint of koord in
een lichtere kleur, of indien u goed weet te
kiezen in een geheel afstekende tint, voltooit
het smaakvol geheel. Moet de jurk daarentegen
voor „gewoon" dienst doen, dan kiest u voor de
verandering een rest van die mooie geruite
wollen stof, die thans zoo modern is. Een klein
wit kraagje en wit ceintuurtje zullen een onge
meen pittig cachet geven. Het spreekt vanzelf
dat de ruitstof goed met de stof der jurk moet
harmonieeren.
bij den vakman
DAT IS UW VOORDEEL! Tham
LEDER WAR EN FABRIEK ^NEfiANB 48
(Adv. Ingez. Med.t
IJsgarnifuur van sokken en wanten.
SOKKEN.
Benoodigdheden: 150 Gr. oud-rose wol en 10W
Gr. bruine. Pennen no. 3 zonder knopjes.
Op 1 pen zetten we 48 st. bruine wol op en
breien 3 toeren 1 pen recht 1 pen averecht, 1 pen
recht; dan nog 1 pen recht met bruin en vervolgens
1 pen averecht, 1 pen recht, 1 pen averecht met
oud-rose, gevolgd door 1 pen averecht, 1 pen recht,
1 pen averecht, 1 pen recht, 1 pen recht, 1 pen
averecht, 1 pen recht met dezelfde kleur. Nu be
ginnen we weer met bruin 1 pen avereoht, 1 pen
averecht, 1 pen recht, 1 pen averecht, 2 maal 1
pen recht. Met oud-rose herhalen we nu de be
werkingen, die we met die kleur hebben gemaakt
en Vervolgens met bruin. Hebben we 4 strepen
bruin, dan zetten we het werk op 3 pennen en
breien met de vierde pen 2 recht 2 averecht in de
rondte. Na 34 toeren verdeelen we het werk in
tweeën en breien op 24 st. de groote hiel: (denk er
aan, dat de boord omgeslagen wordt) 1 recht af
halen de pen recht breien, omkeeren, 1 averecht
afhalen en de pen averecht uitbreien. Herhalen,
tot de groote hiel 9 kantlussen heeft. De kleine
hiel beginnen we aan den averechten kant: 1 ave
recht en averecht breien tot er 14 st. op de pera
zitten, averecht minderen, 1 averecht, omkeeren,
1 recht afhalen. 5 st. recht breien, 1 afhalen, 1
recht, de afgehaalde overhalen, 1 st- recht; het
werk omkeeren: 1 st. averecht afhalen, averecht
breien tot 1 st. voor het gaatje, averecht minderen
1 st. averecht, omkeeren, enz. tot er geen steken
meer na de mindering of overhaling komen.
Nu nemen we de kantlussen op van den grooten
hiel en breien deze verdraaid, dan breien we de
overgebleven 24 st., vervolgens de andere kant
lussen en zoo breien we nu weer op 4 pennen. We
hebben nu op 1 pen 24 st., op de andere elk 18 st.,
om den toer maken we aan het begin van de eene
kleine pen een overhaling en aan het eir.de van
de andere pen een mindering.
Zitten er op elk der kleine pennen.nog 12 st.,
dan breien we alles recht door, tot 36. toeren boven
de laatste mindering. Nu zijn we aan den teen: op.
de groote pen breien we 2 st. reoht, 1 overhaling,
4 st. van het einde 1 mindering 2 recht; kleine
pen: 2 recht 1 overhaling, einde andere kleine pen
1 mindering 2 recht. Als er 3 pennen recht gevolgd
zijn herhalen we deze bewerking, tot er nog 12 st.
op de groote pen zitten, dan minderen we eiken
toer, tot er nog 6 st. over zijn op de groote pen
en 3 op el'k der kleine, deze steken zetten we alle
op een draad en hechten den draad stevig af.
WANTEN.
Voor de wanten zetten we 64 st. op met bruine
wol, en breien de kap als den boord van de sok.
Bij het begin van elke bruine ribbel minderen we
om de 4 st., we hebben dan na de tweede bruine
ribbel nog 44 st. op de pen,
Nu zetten we het werk op 3 pennen en breien
1 toer 3 recht, omslaan, minderen, 3 recht, omslaan
minderen, enz. Deze toer zijn de gaatjes waar la
ter het koordje door wordt gehaald. Vervolgens
breien we 16 toeren bruin en zetten 10 st. op een
draad voor den duim, deze 10 st. worden er den
volgenden toer weer bijgemaakt. Na 28 toeren bo-
van den duim beginnen we weer met oude-rose en
minderen langzaam af, 9 recht minderen, herhalen
tot de toer uit is. Na 4 toeren breien we: 8 recht,
mindei'en, na 3 toeren 7 recht, minderen enz. tot
we aan het einde telkens nog 1 toer overbreien,
tot we de steken op een draad kunnen zetten en
afkanten.
Den duim breien we van oud-rose op 20 st., na 14
toeren minderen we af, eerst een toer 3 recht, min
deren, overbreien, dan een toer 2 recht, minde
ren, enz. tot we de steken op een draad kunnen
zetten en deze stevig afhechten. Zijn de beide wan
ten klaar, dan haken we een koordje, maken er
een kwastje aan en rijgen dit door de gaatjes.
KLEINE TIPS VOOR DE HUISVROUW.
Zuinigheid met vlijt is in onze dagen absoluut
geboden. Vroeger kon men nog eens zeggen: „O, een
ladder in m'n kousen! Nou ja, ik koop gauw even
tjes een paar nieuwe!" Maar nu alles duurder wordt,
gaat dit zoo gemakkelijk niet meer en moeten we
een paar huismiddeltjes toepassen, opdat onze
zi.iden kousen langer mee kunnen.
Een vorige keer heb ik u reeds verteld, dat vaak
wasschen voor de kousen uitstekend is. Een twee
de uitstekende tip is: Vervangt u de zeep door een
eetlepel ammoniak. U zult zien hoe vlug de kousen
schoon worden, zonder dat het weefsel er door
wordt aangetast. De kous, die altijd door 't dragen
eénigszins is uitgerekt, trekt zich door de inwerking
van de ammoniak weer samen en is tevens steviger
geworden, wat het gevaar voor ladders vermindert.
Gevaarlijke plekken aan de kousen der jongens
zijn de hielen: hier ontstaan het allereerst gaten.
Als de schoenen nog nieuw zijn en goed passen, is
het gevaar niet zoo groot, want dan is het binnen-
leder nog zacht en glad. Doch worden de schoenen
v/at ouder en uitgeloopen, dan beginnen zich gaten
te vertoonen. De zuinige huisvrouw kan echter bij
tijds raad schaffen door de binnenzijden der schoe
nen zorgvuldig te beplakken met restjes van glacé
handschoenen. De voet zit dan weer vast in de
schoen en de levensduur der kousen wordt aanmer
kelijk verlengd.
Sterke schoenzolen voor de schoenen van onze
schoolkinderen zijn ongetwijfeld de rubberzolen.
Deze zijn echter niet gezond. Beter is het, de leeren
schoenzolen zóó sterk te maken, dat ze net zoo lang
meegaan als rubber dito's. Hiervoor bestaat een
goed ouderwetsch huismiddeltje. Men maakt zelf
een goede leerolie uit 50 tot 60 pet lijnolie en 40 pet.
parafine. Deze bestanddeelen worden bij een tem
peratuur van 80 graden saamgesmolten en 1 aafc
het mengsel bekoelen, maakt de zolen goed schoon
en wrijft ze om de 14 dagen er mee in.