5 Uw tasschen-! E' Menu van de week Dames koopt JAC. GILEIN (Geen filialen) i DONDERDAG 14 DECEMBER 1939 HAARLEM'S DAGBLAD 9 WIJ HEBBEN ELKAAR NOODIC. ^en jonge vrouw zei onlangs: ik heb het gevoel, dat ik, als de oorlog een maal afgeloopen is, nooit meer een enkele zorg in de wereld zal hebben. Dat gevoel hebben velen onder ons, dat, wan neer de zorg van den oorlog eenmaal van de menschheid is afgewenteld, het leven enkel licht en vroolijkheid zal zijn. Natuurlijk weteft wij dat dit niet zoo is en dat het ook goed is, dat er wat te zorgen overblijft, maar wij wil len ermee uitdrukken, hoe ernstig deze eene zorg ons leven beheerscht en hoe opgelucht wij ons zullen voelen, als wij daarvan verlost zijn. Het is bovendien begrijpelijk dat deze druk onze stemming beïnvloedt: slechts de zeer gelijk- matigen, de zeer evenwichtigen blijven wie ze geweest zijn en missschien ook zij die een meer dan gewone zelfbeheersching hebben, waardoor de verandering niet merkbaar is naar buiten. Zware zorgen kunnen een menscih terneer drukken en wanneer deze zorgen blijvend zijn, kunnen zij een verandering in het wezen te weeg brengen die blijvend schijnt te zijn. Zoo is het ook met ons nu de zorgen niet weggenomen worden, maar blijven: men went gelukkig altijd nog meer aan een moeilijke en zorgvolle periode, dan men ooit voor mogelijk geacht had, dat is een bewezen feit, maar men ondergaat toch ook een verandering die op den duur naar buiten moet blijken. De eene wordt er prikkelbaarder van, de an dere somberder; een derde negeert schijnbaar de zware zorgen en wordt luchthartiger, een vierde legt onverschilligheid aan den dag, een vijfde vervalt van de eene uiterste bui in de tegenovergestelde, maar alles vindt zijn oor zaak in dat eene, de zware zorgen. Omdat een mensch echter niet uit zijn even wicht geslagen kan blijven zoekt ieder die dit bij zichzelf beseft naar de nieuwe houding die dat evenwicht kan herstellen, en dat is natuur lijk een herstelproces dat bij den een veel lan ger tijd vraagt dan bij den ander. Intusschen is iedereen er wel van overtuigd, dat zorgen de menschen naar elkaar drijft, dat zij elkaar noodig hebben en dat zij spoediger het evenwicht kunnen hervinden, wanneer zij dat door contact met hun medemenschen kun nen bewerkstelligen. Doordat zij echter allen min of meer uit hun doen zijn, is 't contact veel moeilijker te vinden dan in minder zorgvolle dagen en wat een zegen kon zijn voor de saam- hoorigheid en voor het gezamenlijk het hoofd- bieden aan de zorgen, loopt gevaar een kloof te vormen tengevolge van al die onevenwichtig heden. Dat is begrijpelijk maar tegelijkertijd jam mer, omdat deze periode in het menschelijk leven zuiver begrip vraagt en medeleven met elkaar. Wie zioh dit echter duidelijk voor oogen houdt: ik kan geen contact meer met mijn medemenschen krijgen omdat ik zelf zoo oneven wichtig ben, is al op den goeden weg, omdat hij of zij beseft dat het uit zijn eigen binnenste ont staan is. En men zal zijn best moeten doen om bij zichzelf de balans zoo spoedig mogelijk weer in volslagen rust te brengen, en wel door de feiten onder de oogen te zien niet de aller- kwaadste kansen en ook niet de allerbeste die toch geen kans van slagen hebben, maar de feiten zooals zij er zijn en zooals wij ze hebben te aanvaarden. Op die feiten baseeren wij onze houding van vertrouwend afwachten die ons duidelijk den weg wijst dien wij gaan moeten, een moeilijke weg, die al niet gemakkelijk te vinden is, maar die nog veel minder gemakkelijk is te bewandelen En toch kan dat alleen ons de rustige zekerheid geven die wij in zorgvolle tijden noodig hebben en die wij met onze medemenschen gezamenlijk kunnen probeeren te vinden, op basis van begrip voor elkaar en van ernstig willen. E. E. J.^P. Zondag: Garnalenragoüt Heldere bouillonsoep Gepaneerde kalfs lapjes. Brusselsch lof Aardappelen Gevulde sinaasappelen Maandag: Ribstuk Spruitjes Aardappelen Havermout Dinsdag: Koud vleesch Stoofperen Aardappelen Rijstebrij Woensdag: Stamppot van boeren kool met rookworst Vruchten. Donderdag: Varkenskarbonade Savoyekool Aardappelen Appelpannekoek Vrijdag: Magere groentesoep. Eieren met tomaten saus en gebakken aardappelen Zaterdag: Erwtensoep Vruchten. Garnalenragoüt. IV2 ons garnalen IV2 d.L. melk. 2 eetlepels bloem. IV2 eetlepel boter. Zout en peper. Wat gehakte peterselie, per persoon 2 dunne sneedjes oud brood zonder korst. Maak van boter en bloem met de melk een sausje, maak ze op smaak af met zout, peper en peterselie en voeg de garnalen toe. Houdt dit voorzichtig war,m zonder het te laten koken en bak in dien tijd de stukjes brood in boter aan beide zijden mooi bruin. Leg de ragout op de broodjes en dien het gerecht dadelijk op. Eieren met tomatensaus. 1 a 2 eieren per persoon. Twee eetlepels boter. Twee eetlepels bloem. 1h blikje tomatenpuree Peper en zout 1 bouillonblokje. Maak van de helft van de boter, de bloem, het opgeloste bouillonblokje en de tomatenpurée een gebonden tomatensaus die op smaak wordt af gemaakt met peper, zout en desgewenscht wat Maggi-aroma. Bak de eieren op de gewone wijze, doe ze op een verwarmde platte schotel, giet de saus er overheen en dien het gerecht met de gebakken aardappelen. Erwtensoep. lVz pond spliterwten. 2 ons spek 2 ons krabbetjes Prei, selderijknol, selderij, zout. 4 appelen. Bereiding: De erwten uitzoeken, wasschen en 24 uur wee ken in 2' L. water Ze met het weekwater op zetten, aan de kook brengen en 2 uur zachtjes laten koken. De erwten fijnwryven, de klein gesneden soepgroente, het zout en het vleesch toevoegen tot ze gebonden is (2 uur). Afmaken met gehakte selderij. Zelfgemaakt Kerstgeschenk. Een mooie leeren tea-cosy. Deze keer geven wij het model van een mooie, royale tea-cosy, een geschenk, dat altijd welkom is en bovendien vlot in elkaar gezet kan worden. Ons model is van suède, versierd met een slangetje, dat door middel van leerband en reepjes tin bevestigd is. Eenige tinnetjes langs den rand verlevendigen het geheel. Misschien wist u niet, dat u inplaats van tin ook bladkoper gebruiken kunt, wat vooral bij bruine tinten een fraai effect geeft. In een stemmig interieur zal een bruine tea-cosy met een slang in dezelfde tint en bladkoper heel prettig aandoen. Voor een fleurige kamer nemen we bijv. rood of blauw croüte-suède met een naturel slang en tinversiering. Zwart leerbies steekt hierbij goed af. We hebben noodig: ruim 3 v. v. croüte-suède evenveel gladde skiver voor voering, een slan getje, ongeveer 55 cM. lang, 12 M. leerbies, tin of koper. Instrumenten: ponstang, één- of tweetand, ruibberlijm, seccotine, naald. U begint met het patroon op ware grootte te teekenen en brengt dit op het leer over door middel van prikjes, dóór het patroon heen. Ook de plaats van de slang wordt aldus aangegeven, evenals de plaats van de versiering. De slang- deelen worden op dezelfde manier op ware grootte uitgeknipt (aan de achterzijde ziet men de prikken het best). Nu plakt u de slang met rubberlijm op zijn plaats, brengt spleetjes en gaatjes voor de ver siering aan en werkt deze op de aangegeven wijze. De reepjes tin mogen niet breeder geknipt worden dan uw leernaald en men moet ze aan den achterkant goed over elkaar heen slaan en met den hamer even vastkloppen. Nu voeren we alle deelen en brengen de rand gaatjes aan, 1 cM. uit elkaar en 3 cM. van den rand. We gebruiken hier ronde gaatjes, omdat rrtr— de omwerksteek tweemaal in één gaatje gesto ken wordt, waardoor men een mooi gevulden rand verkrijgt. Men moet erop letten, dat men bij de hoeken, behalve onderaan, in de reep een gaatje extra maakt, daar de reep anders te strak trekt. Daar komt dus 1 gaatje in den hoek, tegenover 2 in de reep. Het handvat wordt even apart om gewerkt en met eenige steken bevestigd, waar voor we de gaatjes natuurlijk van te voren aan brengen. Wanneer de cosy klaar is, maken we volgens hetzelfde patroon een voeringmuts van satinet en trekken het leeren overtrek eroverheen, waarna we het met eenige steken onderaan even vastzetten. Het verdient aanbeveling de voering muts hier en daar door te steken, zoodat de vulling niet verschuift. De resten leer verschaffen ons een aanvat- tertje, dat we met een weinig fantasie bij de cosy passend maken. Niet alleen, dat deze cosy een alleraardigst effect maakt, de thee blijft er ook heerlijk warm onder, zoodat we een in alle opzichten geslaagd geschenk geven MARGOT VAN CAPELLE— VAN BUUREN. KEUKENGEHEIMEN' UIT DE OUDE DOOS. Van kruidenkoek en marsepein. Kruidenkoek en marsepein zijn geen uitvindingen van den modernen tijd: reeds tegen het einde van de Middeleeuwen bestond in alle grootere steden het edel ambt van kruidkoekbakker. Ulm, Thorn en Bazel waren toen zeer bekend om hun producten op dit speciaal terrein, maar ze werden al spoedig overvleugeld door Neurenberg. „Die echte goede kruid- of peperkoeken, die aan genaam van smaak en een medicijn voor de maag zijn", schreef de Zwitsersche professor Wagenseil „zijn nóg nooit ergens anders ter wereld zóó voor treffelijk gebakken als te Neurenberg". De bijzondere charme van deze zoetigheden lag echter niet zoozeer in haar smaak als wel in haar vorm. Men besteedde dan ook den allergrootsten zorg aan het smaakvol uiterlijk der kruidkoeken. De prachtige koekvormen, die uit dien ouden tijd bewaard gebleven zijn, laten duidelijk zien, dat de makers hiervan over veel gevoel voor plastiek moesten beschikken. Men vond er kleederdrachten onder, burger typen, kleine genrestukken, zooals een boer, die inkoopen doet bij een marskramer, ja zelfs mytho logische voorstellingen, zooals b.v. het oordeel van Paris. Het laatstgenoemde kunstproduct lijkt pre cies op een enorm groot bronzen medaillon. Men kan merken, dat de maker een man met fantasie en kunstgevoel en zelfs waarschijnlijk een echte houtsnijkunstenaar is geweest. Geglaceerde en gewone kruidkoeken in alle mo gelijke vormen, waarachter zich vaak schelmsche toespelingen en plagerijen verborgen, sierden op feestdagen de tafels van onze betovergrootouders en wie nog heden in Dinant komt, kan daar de allergrappigste en fraaiste baksels van een leeuw tot een Middeleeuwsch kasteel en van een baby tot een heel stadsgezioht bewonderen en genieten. Ook de marsepein heeft al sinds de Middel eeuwen een belangrijke rol gespeeld onder de zoe tigheden. Ze is zelfs nog ouder dan chocolade, ten minste voor zoover het 't gebruik in Europa be treft. Voor het eerst wordt het in de dertiende eeuw genoemd onder den naam „mazapan" en wel door den Franschen schrijver Arnauld de Villeneuve, die hiermee een soort amandelkoeken aanduidde, bereid met suiker. De naam marsepein wordt verschillend ver klaard. Sommigen leiden hem af van marcipanis, d.i. marcusbrood, weer anderen van het Grieksche woord maza (meelpap) en het Latijnsche panis (brood). Al deze veronderstellingen zijn echter niet ge heel steekhoudend. Een geleerd taalkundige heeft nu juist weer ontdekt, dat de naam van Arabi- schen oorsprong is. Hij zou zijn afgeleid van het woord „mantaban", dat beteek'ent: een mensch: die rustig zit! Mantaban noemde men in den tijd van de kruistochten een munt, waarop een zitten de Christusfiguur was afgebeeld. Later werd de naam overgedragen op een inhoudsmaat en nog later op doosjes, waarin het zoete, met suiker en rozenwater bereide amandelbrood werd verkocht. Deze laatste uitleg is weliswaar een beetje ge zocht, maar toch nog de meest waarschijnlijke, als men bedenkt, dat zoowel suiker als rozenwa ter oorspronkelijk Oostersche producten^zijn. Waar- schijnlijk is de marsepein uit Arabië in Rome in gevoerd en wel in den tijd van de kruistochten, Venetië, de groote Middeleeuwsche marktplaats voor Oostersche producten, was ook het centrum van den marsepeinhandel. Evenals met de kruidkoeken het geval was, werd ook de marsepein in allerlei kunstige vormen ge goten. Die marsepeinvormen werden van hout, leem, geel koper en tin vervaardigd en sierlijk uit gevoerd. Medaillonachtige modellen waren er, met heele bijbelverhalen en schitterend geornamen teerde randen. Vooral in de 16e en 17e eeuw be reikte deze marsepeinkunst haar hoogtepunt, dat ondanks onze verfijnde techniek aanmer kelijk hooger lag dan bij ons. BERLINER BOLLEN 350 gram bloem, 50 gr. boter, 5 gr. zout, 20 gr. gist, 1 ei, 2 d.L. lauwe melk, 50 gr. suiker, y2 potje bessengelei, poedersuiker, frituurvet. Van bloem, aangemengde gist, gesmolten boter, zout, suiker en ei een deeg kneden en dit pl.m. 1 uur op een lauwe plaats laten rijzen. Het deeg uitrollen op een met bloem bestrooide tafel tot pl.m. 1 c.M. dikte. Hiervan met een koek jessteker of glas cirkels steken (6 a 8 c.M. middel lijn). Op de helft van de deeglapjes een lepeltje jam leggen. De andere op de gevulde leggen en aan den rand vastplakken met wat water. De ge vulde bollen nog een 34 uur laten rijzen onder een vochtigen doek. Daarna in het frituurvet goud bruin en gaar bakken. De bollen uit laten lekken op grauw papier en dik met poedersuiker be strooien. POFFERTJES. 250 gr. bloem, 150 gr. boter, 2 eieren, 50 gr. gist, 1/2 L. melk, zout Van bloem, eieren, aangemengde gist, zout en lauwe melk een beslag maken en dit laten rijzen (1 1/2 uur). In ieder holletje van de poffertjes pan wat boter smelten (met een kwastje flink vet maken) en een klein schepje beslag hierin doen. De poffertjes vlug bruin bakken aan beide kanten. De poffertjes op een bord leggen, dik met poeder suiker bestrooien en een stukje boter in het mid den leggen. HOORNTJES MET GEROOKTE ZALM. Benoodigdheden: 4 a 5 langwerpige driehoekjes brood, 1/2 ons gerookte zalm. mayonnaise. Bereiding: Het brood met boter besmeren. De plakjes zalm over de punt van een brood leggen en de holte vullen met mayonnaise. ZEKERHEID. „Ik weet, dat ik niet alleen ben". Ongeveer een week geleden na de ontzettende ramp van de „Simon Bolivar" vertrok een boot uit ons land naar Zuid-Afrika. Vol deernis gin gen onze gedachten uit naar passagiers en be manning van dit schip, dat onder zóó hachelijke omstandigheden den overtocht moest wagen. Is het niet verschrikkelijk, dagen en nachten lang leder moment den dood voor oogen te heb ben? Te moeten slapen met een zwemvest aan als cr tenminste nog sprake van slaap kan zijn? Te weten, dat de kinderen, die aan je hoede zijn toevertrouwd, in levensgevaar verkeeren? Een moeder, uit onze naaste omgeving waagde de reis met haar vijf jonge kinderen. Ze nam afscheid met de woorden: „Wat er ook gebeurt, ik weet dat ik niet alleen ben". Toen ik van dit afscheid hoorde vertellen, ben ik er even stil ge worden van ontzag. 't Was ongetwijfeld een moedige vrouw, die zoo sprak. Maar er is moed èn moed: Er is een roekelooze moed, die zich vastklemt aan menschelijke zekerheden, omdat ze de gru welijke onzekerheid van alle menschelijke plan nen, berekeningen, daden en beloften niet w i 1 zien. Er is ook een moed der wanhoop, die het leven niet telt. Maar er is ook een bewuste moed. Dat is de moed van deze jonge moeder, die misschien reeds alle angsten en benauwdheden om het eigen leven en dat van haar kinderen heeft door leden en nu rustig zeggen kan: „ik weet, dat ik niet alleen ben". Hier staan twee werelden naast elkaar: de wereld van de onzekerheid, waarin menschen angsten lijden zóó vreeselijk, dat 't niet uit te spreken is.En daarnaast, daaron der en daarboven, de wereld van de eeuwige ze kerheid, waarin de vrede woont, die alle ver stand te boven gaat. Het is een groot geluk in dezen tijd te mogen ervaren, dat er menschen zijn, die contact heb ben met de wereld van goddelijke zekerheid. Zij zijn de pioniers, die ons voorgaan naar be tere tijden.- In den nood onzer dagen worden hun krachten beproefd en hun harten gelou terd R. DE RUYTER—v. d. FEER. OPFRISSCHERTJE VOOR DEN WINTER. Stoombad en masker: belangrijke schoonheidsmiddelen. Nu de winter voor de deur staat met zijn kou en regen, misschien zelfs met sneeuw, ijs en gure wind, waardoor ons gezicht aan zooveel verschil lende invloeden zal zijn blootgesteld, is het ver standig, eerst eens grondig' „op de helling te gaan". Een prachtig modern middel, om de huid ook onder de meest ongunstige omstandigheden zacht en soepel t-e houden, is het stoombad. Wat is dat eigenlijk? Ik zal het u vertellen, want heel wat vrouwen hebben in dit opzicht de klok hooren luiden zonder te weten, waar de kle pel hangt. Een stoombad helpt heusch alléén, wanneer het volgens de regelen der kunst wordt toege past. Alles, wat er bij hoort, moet netjes van te voren worden klaargezet, opdat geen kostbare tijd en geen warmte verloren gaat.Want aan den eenen kant is het noodzakelijk, dat de stoom zoo heet mogelijk tegen het gezicht wordt gebracht, aan den anderen kant moet onmiddellijk een koude afwassching volgen. Daarom zetten we twee kommen gereed: een leege, waarin we enkel een eetlepel aftreksel van kamillen of een beproefd kruidenmengsel doen, en een kom vol ijskoud water, waarin een spons drijft. Tusschen deze beide kommen staat een pot goede vette cream. Het stoombad mag nooit langer den zeven minuten duren en niet vaker dan eens in de acht dagen worden herhaald. Men dekt nu hoofd en schouders af met een groote badhanddoek, zóó, dat weinig of geen stoom kan ontsnappen en houdt het gezicht bo ven den opstijgenden damp van het heete water, dat men op het laatste oogenblik in de leege kom heeft gedaan. Men haalt hierbij afwisselend door mond en neus adem. Na zeven minuten bet men het gezicht vlug en licht met de bandhand doek af. wrijft het snel doch degelijk met cream in en wascht het flink af met koud water. Het huidweefsel wordt eerst door de heete damp poreus gemaakt en -vervolgens door het koude water weer gedwongen, zich samen te trekken. De bloedsomloop wordt hierdoor sterk be vorderd, hetgeen zeer nuttig is voor de huid. Na deze behandeling ziet het gezicht er krachtiger, levendiger en frisscher uit! HOE WE VAN OUD NIEUW MAKEN. Begint uw degelijke „beste" jurk u te ver velen, voordat ze eigenlijk teekenen van ver val vertoont? Laat het kleedingstuk dan niet nutteloos in de kast hangen, maar zet er fluks en dapper de schaar in! Hebt u een gekleed japonnetje noodig? Dan vervangt u het lijfje van de oude jurk door een los of opgenaaid jakje van velours chiffon in een tint één of twee nuancen donkerder dan de stof der jurk. Een zijden ripslint of koord in een lichtere kleur, of indien u goed weet te kiezen in een geheel afstekende tint, voltooit het smaakvol geheel. Moet de jurk daarentegen voor „gewoon" dienst doen, dan kiest u voor de verandering een rest van die mooie geruite wollen stof, die thans zoo modern is. Een klein wit kraagje en wit ceintuurtje zullen een onge meen pittig cachet geven. Het spreekt vanzelf dat de ruitstof goed met de stof der jurk moet harmonieeren. bij den vakman DAT IS UW VOORDEEL! Tham LEDER WAR EN FABRIEK ^NEfiANB 48 (Adv. Ingez. Med.t IJsgarnifuur van sokken en wanten. SOKKEN. Benoodigdheden: 150 Gr. oud-rose wol en 10W Gr. bruine. Pennen no. 3 zonder knopjes. Op 1 pen zetten we 48 st. bruine wol op en breien 3 toeren 1 pen recht 1 pen averecht, 1 pen recht; dan nog 1 pen recht met bruin en vervolgens 1 pen averecht, 1 pen recht, 1 pen averecht met oud-rose, gevolgd door 1 pen averecht, 1 pen recht, 1 pen averecht, 1 pen recht, 1 pen recht, 1 pen averecht, 1 pen recht met dezelfde kleur. Nu be ginnen we weer met bruin 1 pen avereoht, 1 pen averecht, 1 pen recht, 1 pen averecht, 2 maal 1 pen recht. Met oud-rose herhalen we nu de be werkingen, die we met die kleur hebben gemaakt en Vervolgens met bruin. Hebben we 4 strepen bruin, dan zetten we het werk op 3 pennen en breien met de vierde pen 2 recht 2 averecht in de rondte. Na 34 toeren verdeelen we het werk in tweeën en breien op 24 st. de groote hiel: (denk er aan, dat de boord omgeslagen wordt) 1 recht af halen de pen recht breien, omkeeren, 1 averecht afhalen en de pen averecht uitbreien. Herhalen, tot de groote hiel 9 kantlussen heeft. De kleine hiel beginnen we aan den averechten kant: 1 ave recht en averecht breien tot er 14 st. op de pera zitten, averecht minderen, 1 averecht, omkeeren, 1 recht afhalen. 5 st. recht breien, 1 afhalen, 1 recht, de afgehaalde overhalen, 1 st- recht; het werk omkeeren: 1 st. averecht afhalen, averecht breien tot 1 st. voor het gaatje, averecht minderen 1 st. averecht, omkeeren, enz. tot er geen steken meer na de mindering of overhaling komen. Nu nemen we de kantlussen op van den grooten hiel en breien deze verdraaid, dan breien we de overgebleven 24 st., vervolgens de andere kant lussen en zoo breien we nu weer op 4 pennen. We hebben nu op 1 pen 24 st., op de andere elk 18 st., om den toer maken we aan het begin van de eene kleine pen een overhaling en aan het eir.de van de andere pen een mindering. Zitten er op elk der kleine pennen.nog 12 st., dan breien we alles recht door, tot 36. toeren boven de laatste mindering. Nu zijn we aan den teen: op. de groote pen breien we 2 st. reoht, 1 overhaling, 4 st. van het einde 1 mindering 2 recht; kleine pen: 2 recht 1 overhaling, einde andere kleine pen 1 mindering 2 recht. Als er 3 pennen recht gevolgd zijn herhalen we deze bewerking, tot er nog 12 st. op de groote pen zitten, dan minderen we eiken toer, tot er nog 6 st. over zijn op de groote pen en 3 op el'k der kleine, deze steken zetten we alle op een draad en hechten den draad stevig af. WANTEN. Voor de wanten zetten we 64 st. op met bruine wol, en breien de kap als den boord van de sok. Bij het begin van elke bruine ribbel minderen we om de 4 st., we hebben dan na de tweede bruine ribbel nog 44 st. op de pen, Nu zetten we het werk op 3 pennen en breien 1 toer 3 recht, omslaan, minderen, 3 recht, omslaan minderen, enz. Deze toer zijn de gaatjes waar la ter het koordje door wordt gehaald. Vervolgens breien we 16 toeren bruin en zetten 10 st. op een draad voor den duim, deze 10 st. worden er den volgenden toer weer bijgemaakt. Na 28 toeren bo- van den duim beginnen we weer met oude-rose en minderen langzaam af, 9 recht minderen, herhalen tot de toer uit is. Na 4 toeren breien we: 8 recht, mindei'en, na 3 toeren 7 recht, minderen enz. tot we aan het einde telkens nog 1 toer overbreien, tot we de steken op een draad kunnen zetten en afkanten. Den duim breien we van oud-rose op 20 st., na 14 toeren minderen we af, eerst een toer 3 recht, min deren, overbreien, dan een toer 2 recht, minde ren, enz. tot we de steken op een draad kunnen zetten en deze stevig afhechten. Zijn de beide wan ten klaar, dan haken we een koordje, maken er een kwastje aan en rijgen dit door de gaatjes. KLEINE TIPS VOOR DE HUISVROUW. Zuinigheid met vlijt is in onze dagen absoluut geboden. Vroeger kon men nog eens zeggen: „O, een ladder in m'n kousen! Nou ja, ik koop gauw even tjes een paar nieuwe!" Maar nu alles duurder wordt, gaat dit zoo gemakkelijk niet meer en moeten we een paar huismiddeltjes toepassen, opdat onze zi.iden kousen langer mee kunnen. Een vorige keer heb ik u reeds verteld, dat vaak wasschen voor de kousen uitstekend is. Een twee de uitstekende tip is: Vervangt u de zeep door een eetlepel ammoniak. U zult zien hoe vlug de kousen schoon worden, zonder dat het weefsel er door wordt aangetast. De kous, die altijd door 't dragen eénigszins is uitgerekt, trekt zich door de inwerking van de ammoniak weer samen en is tevens steviger geworden, wat het gevaar voor ladders vermindert. Gevaarlijke plekken aan de kousen der jongens zijn de hielen: hier ontstaan het allereerst gaten. Als de schoenen nog nieuw zijn en goed passen, is het gevaar niet zoo groot, want dan is het binnen- leder nog zacht en glad. Doch worden de schoenen v/at ouder en uitgeloopen, dan beginnen zich gaten te vertoonen. De zuinige huisvrouw kan echter bij tijds raad schaffen door de binnenzijden der schoe nen zorgvuldig te beplakken met restjes van glacé handschoenen. De voet zit dan weer vast in de schoen en de levensduur der kousen wordt aanmer kelijk verlengd. Sterke schoenzolen voor de schoenen van onze schoolkinderen zijn ongetwijfeld de rubberzolen. Deze zijn echter niet gezond. Beter is het, de leeren schoenzolen zóó sterk te maken, dat ze net zoo lang meegaan als rubber dito's. Hiervoor bestaat een goed ouderwetsch huismiddeltje. Men maakt zelf een goede leerolie uit 50 tot 60 pet lijnolie en 40 pet. parafine. Deze bestanddeelen worden bij een tem peratuur van 80 graden saamgesmolten en 1 aafc het mengsel bekoelen, maakt de zolen goed schoon en wrijft ze om de 14 dagen er mee in.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 7