JiiimscfioiM
■ill
WALT DISNEY EN LEOPOLD STOKOWSKI
werken samen.
Laurel en Hardy
weer samen.
Voor elk wat wils.
„Boefje" geprolongeerd
LEDENCONCERT.
Voor Uu) Postpapier:
.«fa* I t iY
>nSl'LU ferfc
Litteraire
Kantteekeningen.
23 DECEMBER 1939
H'AASCEM'S D'A'GBCSB
Dopey, Donald Duck, Micky Mouse, Minnie Mouse, de drie kleine biggen en
andere leden van de Walt Disney-familie vieren Kerstmis in teekenfilmland.
HET Amerikaansche magazine .Liberty"
publiceerde in een van zijn jongste
afleveringen een interview met Leo
pold Stokowski en met Wait Disney, twee
figuren, die uit den aard hunner prestaties
de aandacht van een wereldpubliek genieten,
doch wier verschijningen dubbel interessant
zijn geworden, sinds men vernomen heeft,
«dat de groote diligent en de caricaturist
samenwerken.
Het is altijd een open vraag gebleven of het
Optreden van Stokowski in een speelfilm zijn
artistieke reputatie niet geschaad heeft. Velen
hebben hem deze pose niet vergeven en beschou
wen het als een verraad aan de Kunst en de diepe
beteekenis van de muziek, dat deze befaamde
musicus zich tmet Hollywood, encanailleerde.
Vast staat, dat zijn samenwerking imet Walt
Disney, die met zijn eerste ge teekend e hoofdfilm.
„Sneeuwwitje en de zeven dwergen", de film
industrie een nieuwe richting wees. een totaal
anidere beteekends krijgt, als men weet, dat Dis
ney bij Stokowski te gast is gegaan en zich
louter richtte naar het wezen van diens kunst
die de dirigent in zijn eigen omgeving onder
ideale omstandigheden kon ge-ven. Geen ver
meende exploitatie dus van den persoon van
Stokowski en diens muziek, maar een hartelijke
CEORCE FORMBY maakt
JCouioe
deukte!'
George Formby, die met zijn films ,,'t Zit in
de lucht" en „Leven in de brouwerij" zijn re
putatie als filmkomiek vestigde, komt de Kerst-
vacantie in onze stad met nieuwe zotte avonturen
opvroolijken. „Kouwe drukte heet zijn nieuwe
film en die titel heeft een dubbele beteekenis,
want bulten het feit dat er heel wat kouwe. druk
te door den oolijken Formby en anderen ge
maakt wordt, speelt de geschiedenis zich boven
dien voor een belangrijk deel op de kunstijsbaan
af. En wanneer we daaraan toevoegen dat
George op die ijsbaan als pseudo-scheidsrechter
rondtolt, zonder eeriig begrip van zijn functie en
de kunst van het schaatsenrijden, dan kun u zich
eenigszins een idee
samenwerking, in de sfeer van respect, die de
beide zoekers voor eikaars kunstvormen hebben.
Stokowski is een door de film gegrepene en liet
zich o.a. als volgt uit: „De film is het eenige
medium, dal, van te voren reeds een geweldig
groot publiek gereed heeft staan dat niet aan
het oude vast houdt, maar reikhalst naar het
nieuwe, met een gestadigen vooruitgang in smaak
en kennis ten aanzien van de hem fascineerende
film.
De filmstudio's houden gelijken tred met de
ontwikkeling van het publiek en vereenigen de
beste nationale eninternationale talentenen
terwijl de zakelijke problemen, zooals 't behoort,
door zakenlieden worden opgelost, wordt het
artistieke gedeelte meer en meer aan de kunste
naars overgelaten en hier en daar begint
de waarheid door te breken, dat goede kunst
goede zaken oplevert.
Disney stuurde een geluidsopname-staf naar.
Philadelphia, die er, gedurende zes a acht weken
opnemingen maakt van bekende werken uit het
repertoire van het beroemde orkest onder directie
van Sto-kowSki. Den ontstanen geluidsband nu
moest de Disney studio door middel van teeke-
ningen passend commentatrïeeren.
Dit programma bestond uit Toccata En Fuga
van Joh. Seb. Bach, Beethoven's Pastorale, Ave
Maria van Schubert, Tsjakofski's Notenkraker
Suite, Dukas' L'Apprenti Sorcier, Moussorgsky's
Nuit Sur le Mont Chauve. Strawinski's Sacre Du
Prinfamps, Ponchielli's Dance Of The Hours,
Claire De Lune van Claude Debussy.
Disny's eerste opzet van een teekenfihn is als
volgt: een aantal teekeningen als een serie ver-
volgprentjes, met teksten; vervolgens komt het
systeem volgens hetwelk de „in-betweeners" de
standen 'teekenen tusschen de eerder vastgestelde
en geteekenide hoofd-phasen. Het geluid, dat
reeds vastgelegd is, wordt op een kaart aange
geven door een golvende lijn, ten opzichte waar
van de afzonderlijke teekeningen uiterst nauw
keurig met tusscbenruimten geplaatst worden,
zoodat muziek en beeld overeenstemmen.
Zoodra de „in-betweener" in enkele lijnen zijn
figuren geschetst heeft, wordt de geteekende
serie op een strook proeffilm gefotografeerd en
daarna geprojecteerd met de muziek, teneinde
critiek en nieuwe denkbeelden uit te lokken. Er
zijn een aantal projectiekamertj es waar voort
durend fragmenten van teekenfilms bestudeerd
worden.
Disney heeft het voornemen de muziek van
Stokowski van voorname filmbeelden te voor
zien. De figuren in ieder gegeven zijn, in over
eenstemming met de muziek, poëtisch gehouden
en in dit geval niet caricaturistisch.
Het publiek, dat straks het samengaan van
beeld en geluid zal ondergaan, zal de muziek
waarschijnlijk nauwelijks opmerken. Men zal
genieten van een zekere' rhythmische uitgelaten
heid, zonder er naar te vragen waar die vandaan
komt en de aandacht zal gevestigd zijn op het
geteekend gedicht, dat ontstond uit de muziek.
Rembrandt
van vormen dat dit
heerschap het in deze
film weer op onze lach
spieren begrepen heeft.
Zoo is het dan ook en ieder, die zich deze week
Rembrandtwaarts begeeft, zal er zich op die
nen voor te bereiden, dat de genoemde spieren
een ware vuurproef zullen ondergaan.
Het is niet alleen als de ijsacrobaat-tegen-wil-
en-dank dat George voor ons verschijnt of
schoon dit wel het hoogtepunt der komiekerig
heid is hij vex'gast ons ook op andere tra-
vesti's, waarmede hij eenzelfde effect bereikt.
En dan is er natuurlijk Formby de banjospeler,
de man, die bij een eenvoudig melodietje bij
het tokkelinstrument de vreemdste histories
bezingt onzin, die met onmiskenbare charme
gepresenteerd wordt.
Het is duidelijk dat bij al die fratsen van Form
by op het ijs, als fotograaf ,als „dame" en in
zijn verdere „functies", ook de liefde niet ont
breekt. Er loopt een alleraardigst romannetje
door de film heen. waarbij George Formby de
lieftallige Kay Walsh als partner heeft.
In het voorprogramma is een Nederlandsch
filmpje opgenomen, dat vooral door de gemobüi-
seerden geapprecieerd zal worden. „Mobilisatie-
klanken" is de titel en het is de bedoeling dat
die bekende klanken weerklank in de zaal zullen
vinden. De Vocal Kings zingen de populaire
wijsjes en Adolphe Engers zorgt voor de ver
bindende teksten.
Op het tooneel het bekende Ludowsky ballet:
goede danskunst, pittig en met veel kleur ten
tooneele gebracht.
Luxor
Stan en Oliver hebben him vaste klanten. Het
zal deze film clientèle genoegen doen dat de firma
Laurel en Hardy door Hal Roach hersteld is en als
eerste product van haar gerenommeerde fabrikaat
met het merk „Val en smijt" een film getiteld „De
kop van Jut" presenteert.
Ei' wordt volgens oud recept in deze filim weer
heel wat vernield en afgesmeten, met het resultaat
dat er in de zaal gelachen wordt, althans door hen,
die gevoelig zijn voor deze soort van „hardhan
dige" humor.
Ja, iets van de film te vertellen is moeilijk, want
een verhaal zit er eigenlijk niet in.
Stan en Oliver zijn
twee oud-soldaten, die
elkaar later weer ont
moeten en ten huize
van den getrouwden
Oliver allerlei kunsten uithalen, die beoogen het
publiek aan het lachen te maken. Laurel heeft een
nieuw kunstje bedacht, het „rooken uit de hand"
Het raam, dat wordt dicht gedaan, terwijl het
slechts een schaduw is, de hal, die verschrikkelijke
situaties, veroorzaakt, een fornuis, potten en pan
nen, een leveplde stoel, een meisje in een koffer,
een auto, die begraven wordt, al deze dingen vor
men. de ingrediënten, waarvan Laurel en Hardy
een potsierlijk geval maken, dat u aan het lachen
maakt.
Tevoren draait een film met Judy Garland en
Fredidie Bartholomew „Mama's Bruigom", de amu
sante geschiedenis van een weduwe, die door haar
kinderen aan een nieuwen man wordt geholpen,
die den- vroegeren „Daddy" waardig Is, zoodat
mama niet terwille van ide opvoeding van haar
kinderen met een rijken bankier behoeft te trou
wen.
De allerliefste zang van Judy Garland verdient
zeker een aparte vermelding.
Zondagochtendvoorstellingen.
Zondagochtend worden de volgende film
voorstellingen gegeven:
REMBRANDT-THEATER: Het Hart van
Europa, een film van Dahinder over Zwitser
land.
LUXOR: Ben Hur, met Ramon No var 10.
CINEMA-PALACE: Ein Blonder Traum,
met Willy Fritsch cn Lilian Harvey.
SHIRLEY TEMPLE als;
,,3tet {owe
oppechaofd"
Moviac Theater brengt deze week weer de ge
bruikelijke afwisseling in zijn programma. Films
als „Onze soldaten in Mobolisatietijd", „Bij de
Papoea's in Nieuw Guinea", „Holy Nights", verder
teeken- en muziekfilms en een klucht, vallen over
het algemeen zeer in den smaak.
Deze keer is er een
limpje bij, dat m.i.
speciale aandacht- ver
dient. Ik bedoel „Ierseke
en de oesterteelt". Men
kan in deze film 't oesterleven volgen van des oesters
wieg tot aan zijn somberen dood, zij het dan met
champagne. Het is interessant te zien, hoe heel
Ierseke ingesteld is op de oesterteelt en hoe het
klaarmaken van de wiegen voor de oesterbaby's een
heele industrie is. Het is een leerzame film.
Moviac
De Nederlandsche film „Boefje" is in het Frans
Hals-theater voor den tweeden keer geprolongeerd.
In het voorprogram
wordt nieuws gepro
jecteerd, zoomede een
loflijke poginig van Po
lygoon om het publiek
tot het zingen van populaire liedjes te bewegen.
Een filmpje „kleur" toont ons tot welk een bui
tengewone kleurweergave de filmtechniek reeds in
staa't is.
Frans Hals
Shirley is een wonder en Shirley blijft een won
der. Mogen vele menschen enkele bezwaren tegen
haar hebben, niemand zal kunnen ontkennen dat
Shirley van een intuïtieve begaafdheid is die haar de
meest uiteenloopende gevoelen op de meest rake
wijze weet weer te geven.
Nu bijvoorbeeld weer in „Het jonge Opperhoofd'
Daar direct al bij het begin. De film speelt in 1882
teen de Pacific Railway, zeer tegen den zin van de
Indianen werd aangelegd. Herhaaldelijk komen er
botsingen tusschen de Engelschen en de Indianen
voor. Bij zoo'n botsing is Shue's (Shirley) groot
vader door de Indianen vermoord. Shue heeft het
leven kunnen redden, doordat ze onder een ton is
gekropen. Ze wordt daar gevonden door een afdee-
ling Engelsehe soldaten. Zooals zij dan de angst, de
zenuwactigheid en het
1 wantrouwen suggereert
C&33.CI21ÉI van een kinc*> dat door
iets vreeselijks is ge-
gaan, is kortweg pheno-
menaal, om niet te zeggen geniaal. Het ontroert
diep en de vraag komt onwillekeurig bij je op, of
zulke, klaarblijkelijk doorleefde situaties voor de
zenuwen van een kind van Shirley's leeftijd niet
moordend moeten zijn. Als je haar later in grap-
pige tooneeltjes ziet, vervaagt die vrees weer. Ze is
bijvoorbeeld kostelijk, als ze heftig verontwaardigd
is op het jonge Indiaansche opperhoofd, die haar
„baby" noemt en het kost haar een ongelooflijke
zelfoverwinning als ze er zich eindelijk 111 kan
schikken, dat ze in de oogen van den jongen Indiaan
„maar een squah" (d. i. een vrouw) is met de ge
volgen van dien, d. w. z. ze moet een paar pas ach
ter hem loopen, ze mag niet praten als hij het niet
wil enz. enz. Er zouden nog verschillende grappige
tooneeltjes aangehaald en verteld kunnen worden,
zooals het rooken van de vredespijp, waarna ze mis
selijk wordt, en zoo echt of ze het al verscheidene
malen bij de hand heeft gehad, dan de Indianen-
dans met bet jonge opperhoofd of zooals ze met
den oppasser omgaat, dien ze in 't gevecht telkens
weer zijn pruik op 't hoofd drukt. Maar om alles
recht te doen wedervaren zou te ver voeren.
Voor Shirley-filmliefhebbers is het een film, die
ze vanzelfsprekend gaan zien en voor de andere
categorie een uitstekende gelegenheid om de ken
nismaking te hernieuwen, waar men geen spijt van
zal hebben, omdat defilm en de andere spelers ook
uitstekend zijn.
De film van voor de pauze „Sally-Irene-Mary is
sprankelend van geest en vroolijkheid, waarbij men
zich kostelijk amuseert. De Hollandsche film „Mo
bilisatieklanken" heeft ons geheele hart. Als ik tot
slot nog vertel, dat de nieuwe geluids- en projectie
installatie een mooie verbetering in geluid en beeld
brengt, begrijpt ieder, waar hij deze week heen
inoet gaan.
MUZIEK
Haarlemsche Orkestvereeniging
Een concertpubliek is en blijft een ondoorgron
delijk complex, een complex welks reacties men
met nog veel minder waarschijnlijkheid voorspel
len kan, dan het Kon. Metereologisch Instituut
het weer voor het volgende etmaal voorspelt.
,,'t Kan vriezen, 't kan dooien" wordt wel eens
gezegd. Welnu-, het auditorium op het laatste
Vrijdagavond-concert scheen den heelen avond
niet recht te willen ontdooien, hoeveel warmte en
schoonheid ook bijwijlen van het musiceeren op
het podium uitgingen. De bijval kwam tot geen
hoogere intensiteit, dan die we met het begrip
„beleefdheidsapplaus" verbinden.
Had de Ballade „Belsazar" van Henrlette Bos
nians, had de vertolking die Verhcy van Mozart's
g mineur-Symphonie gaf niet meer dan dat ver
diend? Gingen van de naar Hein's gedicht gecom
poneerde Ballade dan niet een dramatische
tracht en een spanning uit. als men van werken
onzer hedendaagsche toondichters maar al te zel
den ondergaat; een dramatische kracht en een
spanning, die behalve aan de innerlijke kwali
teiten dezer compositie ook aan de voortreffelijke
vertolking der vocale partij en aan de verklan
king der kleurrijke partituur door het onder
Verhey's leiding spelende orkest te danken
waren?
De allereerste uitvoering van „Belsazar" woon
de ik een paar jaar geleden te Amsterdam bij. Het
was me toen als een schoon bloelende plant tus
schen de dorre stekelstruiken, die een met de
droge kunstmest van een gewild dissonantisme
bestrooide bodem als eenige flora scheen te kun
nen voortbrengen.
Sommige toonaangevenden aldaar veroordeel
den het stuk als zijnde niet modern. Alsof de ken
merken van een tijdelijke richting de intrinsieke
waarde van een stuk bepalen?
Een andere aanmerking betrof het gebruik van
de eerste noten van de „Dies Irae"-sequens, die
het „mene tekel" symboliseeren. Zeker, ten tijde
van koning Belsazar bestond die sequens nog niet.
Maar als men het gebruik daarvan als een ana
chronisme veroordeelt, zou men ook b.v. Handel
moeten gispen omdat hij de muziek van zijn ora
torium „Belsazar" in den stijl van zijn tijd ge
schreven heeft. Ieder moge op zijn manier schrij
ven, als het resultaat maar levende krachten be
vat, die den hoorder wat doen Hoe 't ook zij:
mijn indruk van de tweede auditie was niet min
der dan die der eerste. En van de uitvoerenden
mag in 't bijzonder de altzangeres Jo van der
Meent met grooten lof genoemd worden.
Sober en toch in hooge mate expressief was
Toon Verhey's vertolking van Mozart's g mineur-
Symphonie. Streng hield hij zich aan de oor
spronkelijke partituur die geen clarinctten
aanwendt zonder er een noot of nuance eigen
machtig te interpoleeren. Maar het „cantare", dat
Toscanini zijnen musici steeds -zoo op 't hart
drukt, was ook door Verhey als vitale kracht in
deze vertolking gebracht. Alles zong, ln het Alle
gro molto, in het Andante, in de Menuet, in het
Allegro assai en elke stem was hoorbaar in dit
mooie klankevenwicht.
De beteekenis der andere twee programma
nummers scheen minder groot. Berlioz' Aria „La
Captive", waarmee het concert begon, kon ons
ternauwernood nog eenig belang inboezemen, en
ook de zangeres scheen er niet door geïnspireerd.
En wat Florent Schmitt's „Lied en Scherzo" voor
10 blaasinstrumenten betreft: dit werk gaf den
blazers een te waardeeren gelegenheid tot veler
lei solistische prestaties, die geschikt zijn om hun
arbeidslust te prikkelen. De hoorders van hun
kant kunnen erkentelijk zijn, dat hun op concer
ten der H.O.V. zoo vaak de kennismaking met
nieuwe of weinig bekende werken geboden wordt,
want ook dit was weer eén „eerste uitvoering".
Of dit werk mooi is, daarover zullen dc meenin
gen wel uiteen loopen. Er moet een soort van
Zwitsersche (rKuhreigen"-melodie in verwerkt
zijn. Ik ben te zelden in dc Alpen geweest, dan dat
ik die melodie terstond herkend zou hebben. Wel
gaf het stuk me den indruk van een „Fantasie
zoölogique"; maar dan als impressie van het oer
woud, zooals ik die wel eens van de klankfilm ge
kregen heb: geluiden van viervoeters en vogels
en een neushoornsolo. Als 't nog eens uitgevoerd
mocht worden zal ik probeeren er meer uit te
hooren.
Jo van der Meent werd met mooie bloemen ge
huldigd. Dat was dus een „Fantasie botanique".
K. DE JONG.
V Zijlstraat 51-tel.10597
(Adv. ingez. Med.)
Met dit wocr niet op het ijs!
Waarschuwing van den Ijsbond.
Het bestuur van den IJsbond Hollands Noor
der-kwartier verzoekt ons mede te deelen. dat het
ijs in het open water in Haarlem en omgeving
zeer gevaarlijk is.
Men stelle eigen leven en dat van anderen met
in de waagschaal!
PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHF. RADIO
C ENTRALE OP ZONDAG 24 DEC EMBER 1939.
Progr. III. Danmarks Radio 8.30; Fransch Brus
sel 9.20; Ned. Brussel 10.20: Fransch Brussel 11.20;
Ned. Brussel 12.20; Keulen 2.20: Ned. Brussel 2.35;
Keulen pl.m. 3.20; Deutschlnndsender 5.20; Fransch
Brussel 8.20; Keulen 9.20; Fransch Brussel pl.m.
9.35; Parijs Radio of diversen 10.20; Deutschland-
sender pl.m. 10.50; Beromunster pl.m. 11.10.
Progl'. IV. Ned. Brussel 8.30; Deutschlandsender
10.20; Keulen 10.50; Parijs Radio 1.05; Engeland
1.20; Parijs Radio 1,35; Danmarks Radio pl.m. 2.00;
Engeland pl,m. 2.40; Fransch Brussel 3.05: Engeland
4,20; Fransch Brussel 4.35; Ned. Brussel 4.50; Parijs
Radio 5.50: Parijs Poste Parisien 6.05; Engeland
G.20; Parijs Radio 6.35 Fransch Brussel 7.35; Ned.
Brussel 7.50; Engeland 9.20; Ned. Brussel 10.20.
Progr. V. 8.30—1.00 Diversen. 1.00—1.09 Scheve-
mngen-Ber. Dep, v. Justitie. 1.09—12.00 Diversen.
Het Muziekkorps van liet
10de Regiment Infanterie.
Een dankbetuiging van den Regiments
commandant aan de Haarlemsche burgerij.
Het oud-Haarlemsche 10de Regiment Infanterie,
dat thans „ergens" in Nederland is gelegerd en
\jpor het grootste deel bestaat uit. militairen van
Haarlem en omstreken afkomstig, heeft reeds sinds
eenigen tijd een muziekkorps ter sterkte van bijna
50 man. Dit korps draagt er zeer veel toe bij de
goede stemming in den troep te houden.
De aanschaffing der muziekinstrumenten is voor
een deel mogelijk geweest door geldelijke bijdra
gen van de Haarlemsche burgerij. Het Comité, dat
■hiervoor het initiatief had genomen, mocht van
den commandant van het Regiment, luitenant-ko
lonel P. J. van Driel, een brief ontvangen, waarin
deze officier zijn dank betuigde voor de „beau
geste" van de Haarlemsche burgerij, die daarmee
had bewezen haar oulde regiment nog niet te heb
ben vergeten.,
Volksconcert H. O. V.
Een Mozartprogramma.
Op het concert, dat Zondagmiddag a.s. door de
H.O.V. zal worden gegeven, wordt een Mozart
programma uitgevoerd.
Dit concert, dat onder leiding staat van Toon
Verhey, opent met- de Ouverture „Die Hochzeit
des Figaros". Daarna brengt de solist van dezen
middag. Herman Salomon, het vioolconcert ln
a dur ten gehoore.
Na de pauze wordt de bekende symphonie No
40 in g-moll uitgevoerd.
Een grogramma. dat zeker vele bezoekers zal
trekken.
F\*MKNS.
Geslaagd aan de Leidsohe Universiteit voor het
candildaatsexamen rechten de heer A. W. IJland,
Heemstede.
EEN BUNDEL KERSTVERHALEN VOOR DE
JEUGD.
Bij de uitgeverij Ploegsma te Zeist is versche
nen: „De Kerstschoof", een bundel Kerstverhalen
voor kinderen. Deze bundel is verzorgd door mevr
C. E. PotharstGimberg. met een voorwoord van
Dr. J. C. A. Fetter. Geïllustreerd door G. D. Hoo-
gendoorn.
VEERTIGJARIG HUWELIJKSFEEST.
Het echtpaar W. van der Linden-Doelman te
Haarlem hoopt 17 Januari zijn veertigjarig huwe
lijksfeest te herdenken.
Dc Anti-Christ
Mvstiscl» Kerstspel der toekomst
door Jan II. Eckhout
Loc-hem - De Tijdstroom N.V.
Wanneer deze kantteekeningen verschijnen zal
de wereld zich bezig houden met de voorberei
dingen tot het Kerstfeest, een feest dat de her
denking beduidt van de geboorte van Hem, voor
wien de Liefde het hoogste geweest is.
De dagen, die wij doorleven, zouden sommigen
kunnen doen denken dat Zijn leer vergeefsch,
Zijn leven verspild geweest zijn en de historie
heeft ons geleerd dat zulke dagen en zulke perio
den van dagen, als de wereld thans drukken, niet
voor de eerste maal het licht der liefde, door
Jezus ontstoken, verduisterd hebben. Doch al
kan voor onverschilligen daarmee dc glans
van het feest verbleekt zijn en de „Kerstnacht"
schooner dan de dagen" geen andere beteekenis
hebben dan die eencr inleiding tot een plcchtigen
rustdag voor de beschaafde wereld, daarnaast
staat voor hen, die hun Geloof ongerept konden
bewaren, deze dag als een schitterend licht der
Hoop in het hart gegrift.
Een dichterlijk schrijver als Jan Eekhout, een
der sterkste auteurs uit de huidige religieus ge
tinte litteratuur van ons land, heeft dat, in wat
hij een mystisch Kerstspel der toekomst noemde,
uitgesproken.
Hem moet getroffen hebben de met dwazen
ijver gepropageerde negatie van veel van hetgeen
tot voor kort nog waardqvol geestelijk bezit was.
Getroffen moet hem ook hebben de vernedering
tot pure utiliteitsdingen van wat men tevoren als
uitingen van hart en geest placht tc beschou
wen. Veel in den geest van de jeugd is van den
geest van het Kerstfeest vervreemd en een deel
dier jeugd beroemt zich daarop. Voor wie trouw
bleef rest slechts de hoop op een ommekeer, op
een terugslag naar het verlatene, ln anderen
vorm misschien, maar toch ontdaan van het kille,
zichzelf overschattende gevoel van verzekerdheid,
door een dom, onbegrensd en slecht benut mate
rialisme gevoed.
I11 die hoop heeft Eekhout zijn Kerstspel den
toekomst doorvoeld en gedicht. Naast de koor-
groepen en een aantal minder op den voorgrond
tredende personages zijn het de Gemantelde en
de Witte Vrouw, die hoofdzakelijk het woord voe
ren; de eerste als vertegenwoordiger van de
kille ontkenning, die prat gaat op macht, heersch-
zucht en ongebreidelde levensgenicting, dc tweede
als brengster van het geloof in de liefde, die veel
leed verzachten, veel smart lenigen kan en heb
bestaan van een ziel niet ontkentin staab
den mensch tot de hooge toppen van het geluk
te doen stijgen.
„GelukIk weet. dit woord is lang voorbij.
Maar niet, diep ln het hart van U en mij,
Soms, in een eenzaamheid, een stilte, een
nachts
een hunkeren, een heimwee bijna, zacht
opwellend uit de gronden van ons Zijn
en dat wij koesteren als een milde pijn
waarvan men aan een ander niet gewaagt:
't Geluk der liefde
Dus spreekt de Witte Vrouw en haar woorden
zijn als een repliek op wat de Gemantelde kort
daarvóór zijn volk heeft voorgehouden:
Ik schreed ter and're taak:
Ik heb het wankruld liefde uitgeroeid,
ik smeedde 't hechte pantser Makkerschap;
aan man en vrouw liet ik de zuivre lust".
En veel van wat deze Gemantelde in schoonen
schijn van waarheid zijn volgers zal bet-oogen
klinkt ons bekend in de ooren. Veel is al meer
gezegd, zij het anders en laten wij zeggen minder
brutaal. Én toch heeft steeds dat wat onzegbaar,
onverklaarbaar en onmeetbaar schijnt het veld
behouden of het verloren terrein herwonnen. Aan
den Jongen Man die vraagt:
„Is dan de God Dien gij kondt
liefde en ellende
antwoordt de Witte Vrouw:
„De liefde is de morgenstond.
De nacht zal enden".
Dat blijft de vertroosting die in de Hoop blijft
opgesloten. De dichter laat ln zijn toekomstig
Kerstfeest aan de Witte Vrouw de zege. De Anti-
Christ verdwijnt. Nadat hij de afvallig geworden
volgelingen heeft vervloekt verrijst onder heb
gelui der Kerstklokken de Ster van Bethlehem.
Jan H. Eekhout heeft ln dit mystisch Kerstspel
dingen gezegd, die in deze dagen bijzondere waar
de hebben. Het lijkt overbodig dat hij ln een korte!
verklaring er voor waarschuwt, in den Gemantel
de een heerscher van dezen tijd te willen zien.
Wat die sombere snuiter beweert ls, gelijk gezegd,
reeds meer gehoord. Steeds weer rukt hij met zijn
troepen op, steeds met meer schijn van recht en
met meer kracht van wapens. Hij ls de verper
soonlijking van die kleurlooze massa, voor wié
het onbegrepene eenvoudig niet bestaat en die
daardoor steeds het hoofd stoot, na korter og
langer tijd. En of het nu de Schoonheid en Goed
heid - de Kalokagathia - der Grieken is. of de
Liefde van Jezus' leer of iets anders, waardoor de
goede mensch bestuurd wordter zullen er
altijd zijn die potdicht blijven voor het geluid van
de ziel, waarvan zij het bestaan ontkennen om
dat dat geluid niet in den aether kan worden op
gevangen en door de radio geëxpedieerd.
Voor alle anderen, hoe zij ook denken mogen,
is Kerstmis een innerliik te beleven feest in de
eerste plaats, een blijde herleving van de hoop op
beter. De lectuur van Eekhouts gedicht kan allen,
aanbevolen zijn.
J. H. DE BOIS