Het Russische protest. Het leven van vader en zoon Ciano. Nieuwe Uitgaven. W GENS DAG Ï7 J A" N U X R I J940 HAARDE M'S DAGBCSD Twee Italianen, wier carrière overeenstemming vertoont. (Van een bijzonderen medewerker). TOEN zijn vrouw hem op 30 Augus tus 1876 een zoon schonk, zal de Livoraeesche koopvaardijkapitein Raimonde Ciano wel niet vermoed hebben dat de jonggeborene het eens tot minister brengen zou. Evenmin als deze spruit, die den naam Costanzo kreeg, latei- op zijn beurt bevroeden kc*i, dat de telg, dien Donna Carolina Pini, zijn echtgenoote, op 18 Maart 1903 ter wereld bracht, even eens voorbestemd was minister van Italië te worden. Wijlen graaf Constanzo Ciano. Want omstreeks het laatstgenoemde tijdstip was Costanzo als waardig zoon van een zee mansgeslacht nog officier bij de Italiaansche oorlbgsmarine. En deze zeeman moést nog den langen, avontuurlijken weg van strijd en har den arbeid afleggen, welke naar het minister- kamp van verkeerswezen en naar het presidium over de Volksvertegenwoordiging leiden zou. Eerst moest de marine-officier van gezag voerder op oorlogsbodems van normale afmetin gen nog commandant worden van nietige, met slechts een 'tiental koppen bemande, snelvarende motorvaartuigjes en daarmee strooptochten ondernemen, welke een geheel nieuwe wijze van krijgvoering ter zee zouden inluiden. Op 't oogenblik dat de wereldoorlog uitbrak, lag Costanzo Ciano met zijn oorlogsbodem voor de kust van Cyrenaïka, waar hij het vijandige opperhoofd dezer Senoessi's met diens geheelen nictstaf wist In te rekenen. Later, toen Italië de zijde der geallieerden gekozen had. kreeg hij als commandant van den torpedojager Zeffiro, opdracht Venetië te verlossen van de luchtbombardementen, welke te Parenzo gestationneerde Oostenrijksche watervliegtuigen voortdurend op de stad uit voerden. Voor de haven van Parenzo aangekomen kon hij de schuilplaatsen dier vliegtuigen echter niet ontdekken; hij meerde aan de-kade en nam eenige Oostenrijksche gendarmes gevangen. Zoo hoorde hij waar de vliegtuigloodsen verbor gen waren. Onder een hevige beschieting van de vijandelijke kustbatterijen vernielde hij ver volgens de schuilplaatsen. In November 1917 werd het kustplaatsje Cortellaezo. de uiterste punt van den Italiaan- schen rechtervleugel door de Oostenrijksche vloot zwaar gebombardeerd. Van Venetië kwam Costanzo Ciano aanvaren met drie z.g. .Mass" snelvarende motorbooten, die elk twee torpedo's en een machinegeweer meevoerden en met 10 koppen bemand zijn. Hoewel een der scheepjes wegens een motordefect moest achterblijven, gingen de beide andere recht op de overmach tige Oostenrijksche vloot af, waarbij zij er in slaagden elk een torpedo op de slagschepen „Wien" en „Boedapest" af te vuren. Door han dig manoeuvrereen wisten deze slagschepen echter een treffer te voorkomen. Na dezen aanval trok het Oostenrijksche vlooteskader terug om zich sindsdien van actie jegens de Italiaansche kust te onthouden. Twee maanden later trok Ciano er opnieuw met drie Mass-booten op uit. In de haven van Boeccari, 300 mijl van zijn standplaats, vuur den de Italiaansche scheepjes hun torpedo's af op de daar voor anker liggende Oostenrijksche schepen. Zonder schade keerden zij terug. Cortellago en Boeccari zijn de plaatsen, waar voor het eerst in den oorlog ter zee gebruik is gemaakt van even kleine als snelle motorboo ten. wier taak het is bij verrassing een zwaar bepantserden en gewapenden vijand te over vallen, te torpedeeren en vervolgens weer het hazepad te kiezen. Als schout-bij-nacht der reserve verliet Cos tanzo Ciano na het sluiten van den vrede den militairen dienst om met vele andere oud-strij ders. die door het poovere resultaat, dat de in menging van Italië in den wereldoorlog hun land opgeleverd heeft, zich bitter teleurgesteld voelden, den strijd aan te binden tegen het voortdurend wassende binnenlandsche commu nisme. Reorganlsator van handelsmarine en verkeerswezen. IN 1921 werd de ronde, maar allesbehalve spraakzame zeeman door zijn vaderstad Livorno tot Lid der Kamer van Afgevaar digden gekozen. Een jaar later had Musso lini in Italië het heft in handen. Deze vertrouwde hem de oplossing van een uiterst moeilijk vraagstuk toe: de algeheele reorga nisatie der handelsmarine, zoowel ten aan zien van het scheepsmateriaal als van de haveninrichtingen en -bedrijven. In twee jaar tijds heeft hij deze taak volvoerd, daarmee bewijzend dat hij een uitmuntend organisator is. Intusschen wacht hem een andere taak, wan neer de Duce hem in 1924 het ministerie van posterijen toevertrouwt en spoedig daarna dat van het geheele verkeerswezen. Veel en moeilijk werk verricht Costanzo Ciano bij het ordenen van de posterijen, telegrafie, telefonie en de spoorwegen, welke alle even zeer onder de na- oorlogsche afbraak geleden hadden als de koop vaardijvloot en de havenbedrijven. Ook in dezen vreedzamen strijd placht hij den tegenstanders hier sabotage en onwil, bij over rompeling op het lijf te vallen: uren en uren lang kon de nieuwe verkeersminister aan een station staan wachten te midden van het zwaar gedupeerde publiek tot het een bepaalden trein behagen zou eindelijk eens binnen te stoomen. In een dergelijk geval stapte hij dan met het spoorboekje in de eene en het horloge in de an dere hand naar den stationschef, den treinlei der en den machinst en vertelde hun het een en ander, dat zij nimmer meer vergeten zouden. Het- was in 1929 dat koning Victor Emma nuel hem in den adelstand verhief met den titel van graaf van Cortellazzo, ter herinnering aan Ciano's wapenfeit, voor deze kustplaats. En nogmaals erkende de koning daarna zijn ver diensten door hem tot ridder in de Orde van Santissima Annunziata te benoemen, van welke allerhoogste Italiaansche orde de leden zich als „neven van den Koning" beschouwen mogen. Mussolini benoemde hem in 1930 tot lid van den Grooten Fasclstischen Raad. Vier jaar la ter verwisselde hij het ministerschap met het voorzitterschap van de Kamer van Afgevaardig den om eindelijk in Maart 1939 het presidium op zich te nemen van de Kamer der Faci Corporaties: een functie, welke hij tot zijn dood toe bleef bekleeden. Op 26 Juni 1939 overleed hij onverwacht. Maar de merkwaardige man vain weinig woorden en veel groote daden heeft dan toch reeds lang genoeg geleefd, om zijn zoon Galeazzo minister van buitenlandsche zaken te zien, na er even eens getuige van geweest te zijn hoe de carrière van dezen zoon op even uitzonderlijke, wijze verloopt, als zulks met zijn eigen levensbaan het geval was. Galeazzo Ciano. f2 ALEAZZO was nog maar een piepjong stu- denfcje in de rechten, toen de beweging voor een nieuw geordend Italië hem in den binnen- landschen strijd betrok. Hij kwam in de jour nalistiek terecht, promoveerde echter toch in de rechten en slaagde er vervolgens in de poort van den consulair-diplomatleken dienst voor zich te ontsluiten. Vier jaar later werd hij als eerste secretaris verbonden aan de zoojuist inge stelde Italiaansche ambassade bij den Heili gen Stoel In deze periode leerde hij Edda Mussolini kennen. Met de oudste dochter van de Duce trad hij op 24 April 1930 in het huwelijk, Als 27-jarige jongeman zond Mussolini hem kort daarop naar Sjanghai, juist in den tijd dat China hevig in 'beroering Is. Hier moest hij als It-a- lië's zaakgelastigde optreden. Toen de Japan- sche militaire acties het krijgsgewoel voor Sjanghai's poorten bracht, verzocht Ciano. even als zijn ambtgenooten om een oorlogsschip te zenden, Met zijn vrouw en de twee inmiddels geboren kinderen, bleef hij echter in de stad. welke aan hevige beschietingen bloot stond. In Februari 1932 koos men hem tot voorzitter van de Internationale Commissie van vertegen woordigers te Sjanghai der verschillende staten, welke toen lid van den Volkenbond waren, zoodat hij de leider wordt van de enquête, in zake de gebeurtenissen in China. Teruggekeerd in Rome belastte de Duce hem eerst met- eenige vertrouwelijke opdrachten, waarna hij vervolgens als leider van het Pers bureau Palazzo Venezia benoemd werd. Op 2-1 Juni 1-935 resulteerde hieruit een ministerie van Pers en Propaganda met Ciano als minister. Dit ministerie controleerde en coördineerde de intellectueele en geestelijke krachten van het fascistische Italië, terwijl het tevens zijn invloed uitoefende op de politieke propaganda, de be vordering van het vreemdelingenverkeer, het tooneel, de film, de radio en andere uitingen van het cultureele leven. Terwijl Galeazzo Ciano bezig was zich in zijn nieuwe functie een even uitstekend organisator te toonen als zijn vader, kondigden zich groote gebeurtenissen aan: een veldtocht ter verovering van Abessynië bleek op handen te zijn. De mi nister van Pers en Propaganda, tevens gebreve- teerd vlieger, vertrok in Augustus 1935 naar Oost- Afrika, waaraan hij, als commandant van het bombardementsescadrille „La Disparata", waar van Mussolini's beide zonen evenzeer deel uit maakten. den geheelen veldtocht, behoudens een korte onderbreking, deelnam. Na de verovering van Abessynië vervulde hij nog korten tijd zijn oude ministersfunctie: 11 Juni 1936 verwisselde hij de portefeuille van Pers en Propaganda voor die van buitenlandsche zaken. Drie en dertig jaar was hij, toen hij deze functie te vervullen kreeg. Dat hij inderdaad hetzij dank zij, hetzij ondanks zijn jeugd een be kwaam staatsman is bewees hij in de ruim 3Vfe jaar, dat hij thans de leiding van het ministerie van buitenlandsche zaken voert. Want veel heeft hij in deze periode voor zijn land bereikt. Zoo was daar, na de afschaffing der sancties, zijn onderhoud met Hitier te Berchtesgaden en de sluiting van het Italiaansch-Duitsche pact te Berlijn in October 1936, waardoor de as Rome Berlijn gevormd werd. Met Joego-Slavië, dat als goede buur Italië veel meer waard is dan menig verre vriend, wist Ciano in Maart 1937 een verdrag -te sluiten, dat de bezegeling is van de joede verstandhouding tusschen beide landen Nog in hetzelfde jaar werd in de maand No vember door Ciano, den afgezant van het Duit- sche Rijfc: Von Ribben tr op en den Japanschen gezant te Rome, in het Palazzo Chigi het ver maarde anti-kominternpact onderteeikend, op de zelfde plaats waar 5 maanden later een Engelsch- Italiaansche overeenkomst bezegeld werd. En be halve 'n versterking der banden met Hongarije en de erkenning door bijna alle naties van het Ita liaansche Keizerrijk, heeft hij bovendien talrijke andere politieke en economische overeenkom sten met and-ere landen voor Italië weten te ver wezenlijken. Na den dood van zijn vader werd hij. voor de diensten aan zijn land reeds bewezen, beloond de Koning-keizer begiftigde hem met de Orde der Santissima Annunziata, welke zijn vader 'vóór hem droeg. (Nadruk verboden). De Fransche legerberichten. Bedrijvigheid van patrouilles. Dinsdagavond: „Over het algemeen een kalme dag. De gewone bedrijvigheid der patrouilles." Woensdagmorgen: „Er valt niets te vermelden" Engelsche expeditieleger In afwachting. De speciale correspondent van Reuter bij het Brit- sche expeditieleger meldt dat de afgeloopen paar dagen een periode hebben gevormd van levendige afwachting voor de in Frankrijk opgestelde troepen, die gereed zijn zich tegen een doortocht van den vijand te weer te stellen. Het intrekken der verloven was slechts een van verscheidene duidelijke voor zorgsmaatregelen, die genomen zijn. De' kalmte der troepen bleef echter voortdurend gehandhaafd. Van vroeg in den morgen tot den middag heeft het Dinsdag gesneeuwd in de Brïtsche zone. Gister avond viel er opnieuw sneeuw. De speciale correspondent voegt hieraan toe dat een patrouille van de Britsche strijdmacht, die thans een sector in de Maginot-linie bezet houdt, een Duitsche patrouille heeft ontmoet.Eén Duitscher werd gedood. Zijn lijk werd naar de Britsche linies meegenomen. COLUMBUS-BEMANNING REIST NIET MET JAPANSCH SCHIP. SAN FRANCISCO, 16 Januari. (Havas). Hon derd leden van de bemanning van de „Columbus' die met het Japansche schip „Tatsoera Maroe", via Siberië naar Duitschland zouden terugkeeren, heb ben hun overtocht met het Japansche schip afge zegd. Men veronderstelt dat zij dit hebben gedaan omdat hun voornemen met dit schip te gaan rucht baar was geworden. Roosevelt over uitbreiding van crediet voor Finland. Boodschap tot het Congres. Roosevelt heeft een gelijkluidend schrijven gericht aan Garner, den vice-president der Ver. Staten, aan Bankhead, den voorzitter van het Huis van Afgevaardigden en aan den Senaat. De president schrijft, dat uitbreiding van crediet voor Finland „op dit oogenblik op geenerlei wijze een „verwikkeling" in Europeesche oorlogen vormt of daarvoor een bedreiging inhoudt". Voorts heeft Roosevelt verklaard, dat de kwestie van het verleenen van een crediet aan de Baltische landen en het bedrag daarvan ge heel binnen de jurisdictie van het conrges valt.en Deze boodschap wordt: in politieke kringen te Washington beschouwd als een aanwijzing voor den wensch van den president aan den Senaat en de Kamer, de geheele verantwoordelijkheid te laten voor een besluit, dat belangrijke politieke reacties kan teweeg brengen. De democratische afgevardigde voor New York in het Huis van Afgevaardigden, Celier, heeft volgens Havas een voorstel van wet ingediend, waarbij meer dan 50 millioen dollar ter beschik king van Finland zal worden gesteld voor het koopen van het noodzakelijke oorlogsmaterieel hierbij inbegrepen half-automatische Garland- geweren en luchtdoelartillerie. Celier zeide „dat niets meet weerhouden Fin land te helpen in zijn moeilijken strijd tegen den Russischen bruut". De communisten in Frankrijk. Van Kamerlidmaatschap vervallen verklaard. Havas meldt uit Parijs dat de Kamer het wetsontwerp tot het vervallen verklaren van het Kamerlidmaatschap der communisten aangenomen heeft met 521 tegen 2 stemmen. Graaf Galeazzo Ciano, thans Italiaansch minister van buitenlandsche zaken. Een boodschap van Wang Tsjing Wei aan Tsjang Kai Sjek? „Een propaganda-manoeuvre" zegt men te Tsjocngking. Naar Havas uit Sjanghai meldt, heeft Wang Tsjing Wei aan Tsjang Kai Sjek een boodschap gezonden, waar in hij het denkbeeld oppert van een herziening der Japansch—Chineesche be trekkingen op den grondslag van de verkla ring van Konoje van December 1938. Wang Tsjing Wei herinnert aan zijn moei lijke besprekingen met de Japanners en Chi- neezen en verzekert dat op het oogenblik beide landen bereid zijn de noodige concessie te doen om tot een goede verstandhouding te komen en de onafhankelijkheid en nationale vrijheid van China te bewaren. Aan de boodschap wordt toegevoegd dat Ja pan zijn troepen niet langer buiten zijn grond gebied wil houden dan beslist noodzakelijk is en, wel te verstaan, op voorwaarde dat de Ohi- neezen hun verzet staken. Wang Tsjing Wei eindigde met te verklaren dat het- lot van China in handen van Tsjang Kai Sjek ligt en dat aan hem de beslissing is over vrede of oorlog. In officieele kringen te Tsjoenking, de re sidentie van Tsjang Kai Sjek, verklaart men in het geheel niets te weten van een derge lijke boodschap. In sommige Chineesche kringen acht men het overigens uiterst onwaarschijnlijk dat Tsjang Kai Sjek dergelijke voorstellen van Wang Tsjing Wei zou aannemen. De toon van het te legram, zegt men, en het feit dat het vrijwel ge lijktijdig -met de verzending naar Tsjoenking ge publiceerd is, toonen aan dat Wang zelf niet op antwoord hoopt. Men ziet in het telegram een propagandamanoeuvre, die ten doel heeft een einde te maken aan de onderhandelingen, welke tot verschil van meening onder de aan hangers van Wang geleid hebben. Sommige dezer aanhangers staan op het standpunt dat de vorming van een nieuwe regeering nutteloos en schadelijk is, indien overeenstemming met Tsjang Kai Sjek niet mogelijk is. De verschil len van meening zouden de vorming van een re geering door Wang, welke voor half Februari verwacht werd, kunnen vertragen. - Tegen Zweedsche en Noorsche hulp aan Finlai Wat Stockholm en Oslo van de zaak denk (Van onzen Scandinavischen correspondent). STOCKHOLM, 15 Januar De Noorsche historicus prof. Halvdan Koht, een van die zeldzame politici, die, niet uit zucht naar populariteit, maar uit hartgrondigen afkeer van alles wat naar geheime diplomatie zweemt, een jour nalist steeds te woord staan, heeft in de vijf, zes jaar, dat hij nu al minister van buitenlandsche zaken is, de journalisten hier in het Noorden er toe trachten op te voeden, zich niet met hypothetische vragen bezig te houden en ze hem althans niet te stellen. Daarom valt het niets te verwonderen, dat zijn commentaar op de nota-wisseling tusschen Rusland en Noorwegen, die in den afgeloopen nacht, tegelijk met de Russisch-Zweedsche door Moskou is gepubliceerd, kort en goed hierop neerkomt, dat het Noorsche antwoord volkomen bevredigend voor Moskou geacht moet worden, dat Noorwegen be zield is door den wil zijn neutraliteit te handhaven en dat de warme sympathie, die het Noorsche volk voor het Finsche volk koestert, volkomen verklaar baar is, daar Noren en Finnen buren zijn en de No ren steeds elke geweldspolitiek verworpen hebben. Tot deze en dergelijke commentaar beperkt men zich ook elders in leidende Scandinavische politieke kringen en als men in particuliere gesprekken al iets dieper op de zaak wil ingaan, dan wacht men er zich toch voor, zich aan al te hypothetische be schouwingen over te geven. Misschien is dit een symptoon van de kalmte, die men in dezen tijd van oorlog én zenuwen-oorlog bewaart, in alle geval acht men het een teeken van overigens verklaar bare nervositeit, wanneer in sommige buiten landsche bladen breedvoerige beschouwingen over de gevaren voor den vrede in Scandinavië ten beste worden gegeven, beschouwingen, waarin met zóó veel onbekende factoren gewerkt moet worden, dat de gevolgtrekkingen noodzakelijkerwijs op zeer losse schroeven staan. Over het algemeen wijdt men hier in politieke kringen minder aandacht aan de Russische protes ten tegen de, door Moskou in strijd met de neutrali teit geachte hulp, die Zweden en Noorwegen aan Finland verleenen, dan aan het feit, dat de nota wisseling, zonder dat met Stockholm of Oslo.'t ge bruikelijke overleg dienaangaande was gepleegd, door Moskou gepupbliceerd werd kort nadat een achttal, waarschijnlijk Russische, vliegtuigen boven de Zweedsche kust aan het Noordelijkste deel de Botnisohe Golf was waargenomen en er door die vliegtuigen bommen waren geworpen op een on bewoond eilandje in de buurt van de ertshaven Lulea. Dat Moskou tegen de hulp van Finland pro testeerde vindt men niet verwonderlijk, nu men ziet, dat dit protest gebaseerd was op onjuiste ge gevens over den aard van de hulpverieening. Het zijn particulieren, die, in de overtuiging, dat Fin land niet alleen voor zijn eigen vrijheid en zijn eigen onafhankelijkheid strijdt en dat Finland zelf strijders te kort komt om het tegen de Russische overmacht uit te houden, hun bemiddeling verlee nen opdat zij, die aan de zijde van de Finnen willen vechten, naar Finland kunnen gaan om zich daar aan te melden als vrijwilliger. Het zijn particulie ren en in Zweden uitsluitend Zweedsche parti culieren die gelden beschikbaar gesteld hebben, opdat de kosten van uitrusting en voeding van de vrijwilligers niet door Finland gedragen hoeven te woi'den. En nu kan het wel zijn, dat het vrijwilli- gerscomité in de kranten advertenties zet, waarin meegedeeld wordt, dat Finland behoefte heeft aan bij voorbeeld radio-telegrafisten, tractorchauffeurs en paardenknechts, maar tusschen zoo'n mededee- ling en het werven van radio-telegrafisten, enz. bestaat een groot verschil. Werving voor de krijgsmacht van een vreemde mogendheid is in Zweden, zooals in de meeste an dere landen, reeds lang bij de wet verboden, maar het is een oud recht van den Zweed om, als zijn land hem niet noodig heeft, in den vreemde te gaan strijden, wanneer hij zich daartoe geroepen voelt. Hetzelfde geldt voor Noorwegen, evenwel met dit verschil, dat Noorwegen aan officieren geen ontslag uit den militairen dienst verleent, wanneer zij dat aanvragen om zich in Finland als vrijwilliger aan te kunnen melden, omdat Noor wegen thans gebrek aan voldoende geschoold ka der heeft. Wat de hulp aan Finland in het algemeen be treft kan er aan herinnerd worden, dat slechts hulp, welke volgens Zweedsche en Noorsche op vatting in overeenstemming is met de politiek van strikte neutraliteit, toegelaten zal worden. Dit houdt in, dat contingenten van oorlog-voerende sta ten niet tot Zweedsch of Noorsch territorium toe gelaten kunnen worden en dat een doortocht van Engelsche of Fransche troepen naar Finland niet toegestaan zal worden Men begaat zich, zoo meent men in politieke kringen in de Scandinavische landen, niet aan al te erge hypothetische uitspattingen, wanneer men aanneemt, dat Rusland er thans niets op gesteld zou zijn, wanneer het conflict met Finland tot een conflict met Zweden en/of Noorwegen uitgebreid zou worden, voornamelijk omdat Finland dan di rect en waarschijnlijk ook indirect krachtig gehol pen zou worden en de Russische veldtocht dus nog moeilijker zou worden, terwijl ook Duitschland ei- prijs op zou stellen om oeconomische zoowel als om strategische redenen, dat Scandinavië niet in een gewapend conflict gemengd werd. Hiervan uitgaande moet men aannemen, dat het, zooals gezegd, op onjuiste gegevens gegronde Rus sische protest geen andere bedoeling had, dan de beide Scandinavische buurlanden van Finland te herinneren aan hun neutraliteit en hen misschien een wenk te geven, dat Rusland wenscht, dat zij werkelijk neutraal blijven. Of er werkelijk, zooals onwillekeurig de eerste gedachte was, verband be stond tusschen het bombardement in de buurt van Lulea en de publicatie van de nota-wisseling moet nog blijken. Men neemt algemeen aan, dat de bom men niet opzettelijk op Zweedsch gebied gewor pen zijn, dat de Russische vliegers als het dan Engelsch tankschip in brand. Patrouillevaartuig redt de opvarenden. Voor de zuidwestkust van Engeland is Dinsdag aan boord van een petroleumtank- schip brand ontstaan. De bemanning van een der uitgevaren reddingsbooten heeft -medegedeeld, dat de bemanning van het tankschip door een pa trouillevaartuig aan boord genomen is. Dit vaartuig begaf zich naar een haven aan de westkust. De kustwacht had gezien, hoe het schip plot seling in vlammen gehuld was. Drie reddings booten kozen daarop zee. Drie stoomschepen, een patrouilleboot en andere vaartuigen, die zich in de nabijheid bevonden, haastten zich even eens hulp te verleenen. Toeschouwers aan de kust vertelden, dat het schip, waarvan een dich te rook opsteeg, in tweeën brak: een der deelen leek naar de kust te drijven. Een ooggetuige aan den wal vertelde dat hij bij het schip iets had gezien, dat hij voor een duikboot hield. Even later stond de tankboot in brand. Russen geweest zijn, wat om enkele redenen waarschijnlijk is deelgenomen hebben aa: van de bommenraids, die Zondag in alle deelei Finland plaats hadden en dat zij in den snt storm den koers zijn kwijt geraakt. Het fei de bommen alle op korten afstand van elkas vallen zijn, zou er bovendien op kunnen dat een vlieger zijn bommen-lading heeft vallen om zijn toestel beter te kunnen manoeii ren. Het is natuurlijk denkbaar, dat Moskot de aandacht van deze neutraliteitskrenking leiden, de nota's gepubliceerd heeft, temeer nt geleden Zweden ook al reden had tot stapp Moskou naar aanleiding van het tot zinken gen van het Zweedsche stoomschip Fenris ii Botnische Golf. En wil men met alle gewei bezoek van de bommenwerpers als een demoi tie beschouwen, als een opzettelijke daad dus bestaat de mogelijkheid, dat dit geschied sterker de aandacht op de protesten tegen de aan Finland te vestigen. Maar waarschijnlijk men dit in leidende kringen niet. En daarom men de zaak de beide zaken kalm o Noordsche kalmte. C. G. Terechtstellingen in Polen. Volgens Chamberlain bevestigd dooi beschikbaar bewijsmateriaal. Chamberlain heeft Dinsdag in het Eng Lagerhuis op een desbetreffende vraag veii dat de berichten over terechtstelling van i in het door de Duitschers bezette gedeelte Polen tot zijn leedwezen over het algemee: vestigd werden door het beschikbare bewijst riaal. Het scheen duidelijk dat het aantal sli offers aanzienlijk was. Chamberlain voegde hieraan toe dat in Duitschland ingelijfde deelen van Polen de sche autoriteiten volgens berichten van bet-i bare zijde een politiek van weloverwogen volking voerden en dat, naar het scheen, t de intellectueele leiders „opruiming" werd houden. De Poolsche regeering heeft zich gesteld, hieromtrent een witboek uit te gei AMBASSADEURS BIJ SPAAK Officieele kringen te Brussel nemen een streng stilzwijgen in acht met betrekking tot d| sprekingen, welke de Belgische minister vanl tenlandsche zaken Spaak Dinsdagavond heen had met de ambassadeurs van Groot Brittl Frankrijk en Duitschland. Het verluidt evenwl de algemeene situatie is besproken. Van republiek tot koninkrijk. Geschiedenis der Nederlanden 17951815, door prof. dr. H. i mans. Uitg. Schellens en Giltay, sterdam. Dat deel onzer Vaderlandsche Geschiedenis na den dood van den Koning-Stadhouder aam en eindigt met het nieuwe Koninkrijk der Ni landen, is niet het best gekende onzer Neder sche historie. De drie deelen, waarin deze pe uiteenvalt pruiken-, patriotten- en Fra: tijd kunnen niet gemakkelijk bewondering ken. Hoewel in elk dezer drie perioden bek: dienaren van den staat zijn aan te wijzen, h! zij geen figuren voortgebracht, die diepen ii op het nageslacht hebben kunnen maken, eigenlijk is het ook niet verwonderlijk, dat d langstelling voor de afstervende republiek niet groot is. Die belangstelling bestaat echter ook voor den tijd, welke aan ons land de consti! neele monarchie heeft gebracht en den modi tijd heeft ingeluid. De pas-overleden Am sten sche hoogleeraar dr. H. Brugmans heeft slechts enkele weken voor zijn dood versct boek dien overgangstijd, van republiek tot cc tutïoneele monarchie, nog eens behandeld, zijn oordeel was daar wel reden toe. Negatief meende hij is deze periode van veel belang gev omdat zij een einde heeft gemaakt aan de republiek der vereenigde provinciën. En posit geweest het oprichten van het nieuwe bouw, waarin wij nu nog wonen. De moderne vindt zijn oorsprong in den Franschen tijd en Brugmans heeft het van groot belang geacht dien oorsprong te zoeken. Daaraan hebben wi; hierboven vermelde ruim 300 bladzijden werk te danken, dat op de dezen schrijver vlotte (niet gelijk te stellen met populaire) is geschreven. Natuurlijk belangwekkend gesi ven. Dat men bij lezing soms een kriebeling den rug voelt gaan over de menschen, die tuss 17951815 in ons land een rol hebben gespeelt niet zijn schuld. Groote figuren zijn er niet weest, wel zeer kleine. En ons land ondergin diepste vernedering, welke het ooit heeft gek Zulk een tijdvak beschrijven is moeilijk prof. Brugmans er in is geslaagd een zeer let waardig boek te schrijven, is een groote verdie De heer H. van der Bijll heeft hem bij de illust terzijde gestaan en de waarde dier medewei mag niet lager worden aangeslagen dan die van schrijver. VOOR DE JEUGD. ,De Jaargetijden" door Johanna E. Kuiper 4 groote platen en 24 kleine illustraties van Hoogendoorn. Uitgeverij ploegsma te Zeist. Een zeer goed verzorgd vertelselboek, gesc voor jongens en meisjes van 9-13 jaar. In de volgorde der jaargetijden geeft schrijfster ons de verhalen weer. Zij heeft ve: lingen over de diverse feestdagen, geschiedt verhalen, folkloristische verhalen en vertellt uit de eerste tijden van het Christendom tot boeiend en toch kinderlijk geschreven geheel werkt. Daartusschendoor vindt men in dezen t del ook vertellingen, die in den vacantietijd, stad en op de boerderij spelen. De schrijfster toont veel begrip voor het i leven van het kind en voor datgene waar het lang in stelt. Het boek is geschikt om zelf te lezen, daarnaast is het ook heel geschikt om uit voo lezen door de ouders of door leiders van de vinderij, van jeugdclubs enz. De illustraties zeer suggestief en de omslagteekening van A- Breda is alleraardigst. „Kampeeravonturen van een vroolijk door Alfred van Sprang. Illustraties en band! kening van Rle Reinderhoff. Uitgave J. Pt Kruseman, Den Haag. Twee jongens, Bob van Delden en Henk St-ei gaan in de groote vacantie per fiets naar de luwe om te kampeeren. De avonturen die zij beleven, o.m. hun hachelijk avontuur met den geuner Serjovco worden in dit spannende verb geschikt voor jongens van 11-15 jaar, beschrei

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 10