2Je koude winter1
van 1740
■Ka
Schaatswedstrijden voor militairen te Spaarndam.
Met een auto naar de
„Friesland".
DINSDAG 23 JANUARI 1940
HAARDE M'S DAGE GAD
Proheer het met korrelmais.
Poging ongeri geldheden in maisaanvoer
op te vangen.
De oorlogstoestand in een groot deel van
Europa, waaronder ook ons land en met name
de in- en uitvoer van ons land te lijden lieeft,
maakt, dat de belangstelling van vele land
bouwers uitgaat naar de mogelijkheid, het vee
te voederen met producten van eigen bodem.
Door den landbouwvoorlichtingsdienst wordt
het streven om in dit opzicht tot zelf-voor-
ziening te geraken, aangemoedigd. Een van de
voedermiddeien, waarvan de landbouw in hooge
mate van den import afhankelijk is, is de mais.
£)e laatste jaren bedroeg die invoer gemiddeld
1 millioen ton per jaar. Weliswaar was niet alles
voor veevoeder bestemd, maar het maakte daar
van toch hoofdbestanddeel uit.
Het is nu zeer de vraag in welke mate
maistoevoer in 1940 en volgende jaren mogelijk
zal zijn. De eerste oorlogsmaanden zijn in dit op
zicht niet bemoedigend, zooals onderstaand
staatje bewijst:
Invoer van mais.
1938. 1939
September 63.521 ton 49.506 ton.
October 69.852 ton 27.284 ton.
November 76.248 ton 72.588 ton.
209.621 ton 149.378 ton.
Hieruit blijkt, dat over de maanden Sep
temberNovember in 1939 ruim 60.000 ton mais
minder is aangevoerd dan in 1938.
Het is misschien mogelijk, dat de totale invoer
over 1940 niet veel zal verschillen met dien van
1939, doch reeds thans blijkt, dat aan de regel
maat waarmede de aanvoer plaats vindt, veel
mankeert. Men staat toch altijd voor het risico,
dat er ernstige stagnatie in komt. Het is daar
om, dat nog weer eens met nadruk de aan
dacht wordt gevestigd op den verhouw van
korrelmais.
Dit is een betrekkelijk nieuw gewas, dat echter
de laatste jaren geleidelijk meer de belangstel
ling van de landbouwers getrokken heeft. In
1936 werden 272 HA. verbouwd, in 1937 was
deze oppervlakte 782 H.A. en in 1938 887 H.A. Er
zit dus een geleidelijke, regelmatige stijging in.
Dat is een gelukkig verschijnsel, omdat het on
juist zou zijn met een nieuw gewas, warvan men
de moeilijkheden niet kent, direct in het groot
te beginnen.
Het meest treft men deze mais aan in Noord-
Brabant. Noord-Limlburg en den Achterhoek.
Maar ook elders in Groningen, in Zeeland, op
de Veluwe, in Twente wordt verbouwd. Wie met
den verbouw eenmaal vertrouwd is, wil ze ook
niet meer missen. De opbrengsten loopen nog al
eens uiteen, maar men kan ze op zandgrond, in
dien men de voorschriften goed opvolgt, toch
wel stellen op 4006 K.G. per H.A.
In ons land zijn naar schatting op grond van
de landbouwtelling van 1930 pl.m. 180.000 land
bouwers, die een zuiver bouw- of een gemengd
bedrijf voeren. Wanneer elk van deze, groot en
klein, eens een kwart H.A. mais verbouwde wat
voldoende is om 2 a 21/2 varken te mesten tot 100
K.G. dan zou er reeds een oppervlakte van
45.000 HA., met mais worden gezaaid, wat een
opbrengst geeft van zeker 45.000 x 4 ton is 180.000
ton. Dat is nog wel geen millioen, maar het zou
toch wel voldoende zijn, om de eventueele on
regelmatigheden in den aanvoer van buiten-
ïandsche mais op te vangen.
Men zal dan natuurlijk de goede soorten moe
ten nemen, in het Noorden wat vroeger rijpende
dan in het Zuiden, maar aangezien de moge
lijkheid van den verbouw van mais overal, waar
een goede ontwatering plaats vindt, reeds meer
malen ook doc<r de practijk is aangetoond, mag
er op worden aangedrongen, dat de practische
landbouwers ernstig overwegen een dergelijke
kleine proef te nemen.
Groote kosten brengt dit niet met zich mede.
voor Y H.A. heeft men 12y2 K.G. zaaimais
noodig. De bemesting kan gelijk zijn aan die
van rogge of tarwe. De oogst is eenvoudig en
voor eigen gebruik is het niet noodig de mais te
ontpitten. De kippen en varkens eten de
kolven geheel leeg of op.
Gaarne zal de directie der Nederüandsche
Heidemaatschappij, Sickeszplein 1, Arnhem, haar
brochure over den verbouw van mais gratis toe
zenden aan belangstellende practici en hen ook
verder zooveel mogelijk met raad en daad ter
zijde staan.
Maandagmiddag werden op de banen van de IJsclub „Nova Zembla" te Kapitein E. M. Huizinga, voorzitter van O. en O., overhandigt aan de
Spaarndam, patrouillewedstrijden op de schaats voor militairen winnende patrouille (v. 1. 11 .r.: S. Kleefman, A. Doornbos en J. Takels)
gehouden. Twee patrouilles in den strijd.
patrouille
een plaquette, uitgeloofd door de Directie van Haarlem's Dagblad.
Over de Sont reden volgeladen wagens
w*
•-pij————
jat**-
Garantieprijs suikerbieten
oogst 1940.
De minister van Economische Zaken heeft be
sloten, den garantieprijs voor suikerbieten voor het
oogstjaar 1940 op f 12.50 per 1000 K.G. vast te stel
len. De garantieprijs bedroeg in 1939 aanvankelijk
f 10.25, later is deze bij de algemeene verhooging
van de prijzen der akkerbouwproducten op f 11.25
gebracht. De thans vastgestelde prijs beteekent dus
een stijging van f 1.25 per 1000 K.G. Bij de vast
stelling van dezen prijs heeft de wensch voorge
zeten, den verbouw van suikerbieten in 1940 aan
te moedigen, Zooals reeds bekend is gemaakt, zal
de 'gegarandeerde hoeveelheid verwerkte bieten
voor 1940 met 25 pet. worden vergroot.
Bij den thans voor 1940 vastgestelden garantie
prijs mag worden aangenomen, dat de suikerbie-
tenverbouw tegenover andere hakvruchten niet in
een onvoordeelige positie zal komen.
Aangezien de vooruitzichten nog immer onzeker
zijn is het niet mogelijk omtrent de richtprijzen
van de andere akkerbouwproducten voor oogst
1940 reeds thans nadere mededeelingen te doen.
Daar omtrent deze prijzen dus nog niets vaststaat,
geeft de vaststelling van den garantieprijs voor de
suikerbieten op f 12.50 dan ook geen enkele aan
wijzing voor het peil, waarop de prijzen van agra
rische producten van oogst 1940 zullen worden vast
gesteld.
Deze prijzen zullen, indien het tijdstip waarop
vaststelling mogelijk blijkt, is aangebroken, wor
den bepaald aan de hand van de dan aanwezige
omstandigheden. Mocht blijken, dat het tengevolge
van thans niet te voorziene omstandigheden noodig
is de prijzen der andere agrarische producterr op
een zoodanig peil vast te stellen, dat de prijzen der
suikerbieten ten achter zouden komen, dan zullen
deze worden herzien.
HOLLAND—AMERIKA LIJN.
Burgerdijk 20 (n.) v. Rott. te New-York.
JAVA—NEW-YORK LIJN.
Kota Radja, Java n. N.-York 20 v. Kaapstad.
Tawali, 19 v. Batavia te Boston.
Bennekom, 20 v. Sabang n. N.-York.
Salabangka 21 v. New-York te Palembang.
ROTTERDAMSCHE LLOYD.
Sitoebondo (thuisreis) 21 te Suez.
Marken (uitreis) 22 van Suez.
STOOMVAART MIJ. NEDERLAND.
Chr. Huvgens (thuisreis) 21 v. Sabang.
SILVER—JAVA—PACIFIC LIJN.
Jagersfontein 19 van Honolulu n. Pacifickus'
De ijsdam bij Scheveningen in 1918.
Qeen Mang&telCing. meec
iwac de 3*>ewis
ZAL men in later jaren nog spreken over
■onzen kouden winter van '40, evenals men
dit gedaan heeft over den beruc-hten winter
van 1740, die in de herinnering van tijdgenoot en
nageslacht lang is blijven voortleven?
Het is niet te hopen, want als we dit jaar een
repetitie moeten krijgen van hetgeen onze voor
ouders toen hebben moeten doorstaan, dan heb
ben we nu nog slechts een voorproefje gehad!
Hoe het begon.
Einde 1739 zag het er volstrekt niet naar uit,
dat men een strengen winter te wachten had.
Wel had het begin November een week lang
flink gevroren, maar toen was opeens de dooi in
gevallen. De weerprofeten dorsten zelfs al te
voorspellen, dat het een kwakkelwinter zou
worden.
Maar plotseling, op 5 Januari 1740, draaide de
wind naar het oosten en twee dragen later
stonden de schaatsenrijders op het ijs. Elke
volgende dag was kouder dan zijn voorganger
en op 10 Januari een Zondag bleven de
kerken leeg. Maandags wees de thermometer
volgens den Haarlemmer Nicolaas Duyn 2 gra
den Fahrenheit onder nul (dus 18 gr. Cel
sius). De markt en de beurs te Amsterdam trok
ken bijna geen bezoekers. Niemand, die niet op
straat noodig had, waagde zich buiten, en het
vroor zoo hevig, dat de bruggen scheurden en
de regenbakken sprongen.
De ongeluksprofeten, die altijd klaar staan hun
ongevraagde meening ten beste te geven, wisten
te vertellen, dat het nog veel erger zou worden.
De muren van de huizen zouden scheuren, het
bloed zou de menschen in de aderen bevriezend)
en de levenden en bevrorenen zouden onder de
puinhoopen worden begraven!
De 22sten Januari was het ijs in den Amstel
zoo dik, dat een ijsbreker er niet meer door
kon en de brouwers lieten het ijs tot Weesp stuk
zagen, wat hun op meer dan 2800 kwam te
staan. Een Amsterdammer, die eens was gaan
kijken, moest zijn nieuwsgierigheid met den
dood betalen Hij werd door de koude bevangen
en overleed den volgenden dag. De spraakma
kende gemeente zei, dat zijn ingewanden waren
bevroren!
Een paar weken lang bleef de koude ongeveer
hetzelfde, nu eens wat heviger, dan weer minder,
maar in de tweede helft van Februari zette de
vorst met hernieuwde kracht in.
Heel Europa ingevroren.
De geheele Zuiderzee lag dicht en de Noord
zee was tot op 'n halve mijl uit de kust bevroren.
Voor onze kust lagen langs het geheele strand
twee dammen van ijs van tien a twaalf voet
hoogte, waartusschen men kon wandelen. Voor
al bij Scheveningen, Katwijk en Zandvoort werd
hiervan een druk gebruik gemaakt.
Niet alleen ons land, doch geheel Europa had
te lijden van den strengen winter. De zee bij
Genua was met ijs bedekt, in Engeland bevroren
de watermolens tijdens het malen. In Parijs en
in Brussel werden op de pleinen groote vuren
ontstoken. Ook in andere steden deed men het
zelfde. In Luxemburg werden de wilde ganzen met
de hand gevangen, in Polen vielen heele troe
pen uitgehongerde wolven de dorpen binnen;
zelfs in het oosten van ons land moet men van
deze bezoeken last gehad hebben, die honden
en kippen verslonden Bij Duisburg, in Duitsch-
land, werden de stadspoorten door hooge ijsdam-
jöp.r» yit den Rijn totaal gebarricadeerd. Over de
Sont reden volgeladen wagens en Zweedsche
beren maakten een wandeling over het ijs naar
Denemarken. In Hamburg kwam op 12 Januari
een postwagen aan met doodgevroren reizigers.
Het zou een eindeloos relaas worden, wanneer
we alle ijselijke berichten opsomden, welke de
geschiedschrijvers over den strengen winter van
1740 hebben neergeschreven. Waarschijnlijk zul
len sommige van die verhalen wel een weinig-
mank gaan aan overdrijving, maar dat belet toch
niet om met zekerheid te kunnen vaststellen,
dat er toen ontzettend is geleden, waartegen
over de ijspret van die dagen in het niet zinkt.
Vooral het tekort aan behoorlijk drinkwater
deed zich hevig voelen. Bij gebrek aan beter
hakte men het ijs uit de grachten om het te smel
ten en wanneer we lezen, dat in Amsterdam een
waterschuit werd geplunderd, kunnen we ons
eenigszins voorstellen, hoe groot in dit opzicht
de nood moet zijn geweest.
De arme bevolking der steden had veel te lij
den, vele bedrijven lagen stil en al leverde de
kermis op het ijs voor sommige een kleine ver
dienste op, de meesten waren aangewezen op
de liefdadigheid, want de overheidszorg was in
die dagen nog heel gering.
Eindelijk ging het dooien.
Op de dagen, dat de kou soms iets minder fel
was, hoopte men telkens dat het zou gaan dooien
maar even dikwijls werd men hierin teleurgesteld.
Toen het eindelijk op 10 Maart ook ging regenen,
scheen het werkelijk, dat de winter afscheid zou
nemen. De dooi zette door, maar toch duurde het
nog een paar weken, alvorens al het ijs verdwe
nen was.
Op 18 Maart trok een ijsbreker met acht paar
den een vaargeul in de trekvaart tusschen Haar
lem en Amsterdam en den volgenden dag voer
onder groot gejuich eindelijk weer een schuit
tusschen beide steden.
De hevige winter van 1740 werd gevolgd door
een gure, koude lente en een schralen zomer, zoo
dat alles duur was. Bij Jacob Bicker Raye vin
den we o.a. vermeld, dat de baljuw Van der
Dussen op 10 Mei honderd gulden betaalde voor
duizend pond hooi en dat de volgenden dag de
prijs reeds was gestegen tot honderd vijf en
twintig gulden.
Onder de lezers zullen er nog velen zijn, die den
strengen winter van 1890 hebben meegemaakt.
Ook die van 1917-T8 mocht er zijn; de wereld
oorlog was toen oorzaak, dat er in ons land een
groote kolenschaarschte heerschte. In zout water
gedrenkte proppen papier moesten toen dikwijls
de anthraciet vervangen! Ook toen vormde zich
langs onze kust een ijsdam en als laatste in de
rij volgt de winter van 1928-'29, die nog verscb
in ons geheugen ligt!
Wat zal die van 1940 brengen? Het dooit van
daag weliswaar. Maar wat staat er nog voor de
deur?
W. S.
Poging door slecht ijs mislukt.
x,
Men geeff den moed niet op.
Aan boord van het op het IJselmeer onder
gegane schip van de reederij Koppe „Friesland"
bevindt zich nog steeds een lading blik, bestemd
voor een fabriek in Kampen welke een oorspron
kelijke waarde had van 23000. Vermoedelijk
heeft deze lading door het water, dat het schip
is binnengedrongen aanmerkelijk aan waarde
verloren, doch zij zal nog altijd verscheidene
duizenden guldens bedragen.
De heer J. Koenraad, expert van de firma Kie-
wit te Rotterdam, die deze lading verzekerd hafa
had het plan opgevat de lading met behulp van
den duiker A. Nauta te Amsterdam te lichten en
het blik dan per vrachtauto over het ijs naar
Elburg te vervoeren.
Getracht zou worden over het ijs, dat op ver
schillende plaatsen onbetrouwbare plekken ver
toonde, een weg aan te leggen. Maandagmorgen
heeft men een tocht gemaakt met een personen
auto om de mogelijkheden tot verwezenlijking
van het plan te onderzoeken. Een poging om de
„Friesland" per ijsvlet te bereiken, was reeds da
delijk uitgesloten, omdat er niet voldoende wind
stond.
Tegen twaalf uur vertrok de auto, waarin
zich twee heeren van de firma Kiewit, twee gid
sen uit Elburg en een garagehouder bevonden
derwaarts.
De eerste vier kilometer konden in een vlot
tempo worden afgelegd van tijd tot tijd reed
men met een snelheid van bijna zestig kilometer
over het ijs doch daarna ontmoette men
enkele punten, waar het ijs niet sterk bleek te
'zijn. De inzittenden van de auto besloten daar
om den wagen te verlaten en te voet verder te
gaan. Een van hen ging voorop en beproefde
met behulp van een hamer de dikte van het ijs.
Na vijfhonderd meter te hebben geloopen, be
reikte hij een plek, welke zoo zwak bleek, dat
de man tot aan het middel door het ijs zakte
Gelukkig wisten de anderen hem te grijpen, waar-
dooi- erger kon worden voorkomen.
Men bevond zich toen op korten afstand van
de thans bevroren geul, welke Vrijdag nog open
water was, tot een breedte van dertig meter,
doch thans door c}e werking van het ijs geslon
ken was tot twaalf meter.
Er waren speciale maatregelen getroffen om
over dit onbetrouwbare gedeelte te kunnen ko
men; men had daartoe battings in de auto mee
gevoerd.
Bij deze geul aangekomen, ging men zoeken
naar een plek om den overkant te bereiken. Men
zocht kilometers ver doch een punt, waar de geuJ
doodliep, vond men niet; wel constateerde men
dat het ijs gaandeweg minder betrouwbaar
werd. Tengevolge van de krachtige werking van
het ijs in de afgeloopen dagen vertoonden zich
vele scheuren en gaten, vaak met een dikke laai
sneeuw bedekt. Het risico om den tocht voort te
zetten, werd daarom te groot geacht. Overbrug
ging van de geul bleek door de betrekkelijke
zwakte van het ijs ook niet mogelijk, weshalve
men besloot terug te keeren.
Op den terugtocht bleek een aanvankelijk dunne
spleet te zijn uitgedijd tot vijftig c.m. De be
stuurder van de auto moest deze hindernis nemen
door vol gas te geven. De wielen van den wagen
bleken juist groot genoeg om over deze spleet te
kunnen komen. Op de rest van den terugweg
naar Elburg ondervond men geen verdere moei
lijkheden.
In een gesprek, dat wijs gisteravond metden
heer Koenraad hadden, vertelde hij ons, dat
deze aanvankelijke mislukking, niet een einde
van de pogingen beteekent.
Heden en morgen zouden vier Elburgsche vls-
schers, die met het ijs zeer vertrouwd zijn,
trachten een weg naar de „Friesland" te vin
den over absoluut betrouwbaar ijs.
Zoo deze zal worden gevonden, hetgeen des
kundigen niet uitgesloten achten, zullen nieuwe
pogingen worden ondernomen.
„Het is aldus de heer Koenraad slechts
een kwestie van goede gidsen.
De Waal l)ij Tiel is gaan kruien.
Maandagochtend omstreeks zes uur is het ijs
in de Waal voor Tiel gaan kruien. Ofschoon de
rivier nauwelijks een dag dicht zat, ging dit met
veel lawaai gepaard.
Een brug van een aanlegsteiger is gekraakt.
Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor.
Maandagmiddag tegen twee uur is het ijs
opnieuw vast gaan zitten. Vermoedelijk heeft
zich ergens een ijsdam gevormd. Sedert gister
ochtend was het water ongeveer eoj> meter ge
stegen.
DAMES-HOCKEY
DISTRICTSWEDSTRIJDEN TE BUSSUM
Voor de districtswedstrijden, die dit Jaar te Bus-
sum gehouden zullen worden, zal het Westen met
twee elftallen uitkomen: Noord-West en Zuid-West.
Het Noord-Westelijk elftal ziet er van rechts naar
links als volgt uit:
Doel: Th. Ubbïnk (Gooi); back: J. Spoon (SCHC)
en E. v. d. Berg (Hilversum); half: A. Keip (Gooi)
J. Goeting (Rood Wit) en G. Wijnstroom (BDHCV
voor: P. v. Esveld (Gooi), D. v. dl Hoeven (Schaer-
weyde), G. Garrels (Amersfoort), E. Khoon en H
Montijn (beiden Amsterdam).
Het Zuid-Westelijk elftal is als volgt samenge
steld:
Doel: W. ten Harmsen (TOGO); back: C. v. Haas-
tert (HOC) en E. Piel (HHIJC); half: N. Bosch
(HHIJC), E. Koenen (TOGO) en N. Teilegen
(HHIJC); voor: R. Exalto (HHIJC), M. Bousquel
(TOGO), E. v. Ardennen (De Staart), L. Diemer
Kool (Victoria) en C. Nagel (Leiden).
Verder zullen een Noordelijk, Oostelijk en Zuide
lijk elftal komen.
Het programma is als volgt:
11.15 uur: Noord-WestOost en Zuid-WestZuid
12 uur: ZuidNoord-West en NoordZuid-West.
12.45 uur: OostZuid-West en ZuidNoord.
1.45 uur: Noord-WestZuid-West en OostNoord
2.30 uur: Noord—Noord-West en Oost-Zuid,
SCHAATSENRIJDEN
DE ELFSTEDENTOCHT.
Steeds meer moeilijkheden voor liet
Centraal Bestuur.
Uit Leeuwarden: De voortdurende sneeuwval
wordt een ernstige belemmering voor den elfste
dentocht.
Zaterdag was men op de hoofdroute druk bezig,
de sneeuw op te ruimen en de baan in orde te
brengen. De verwachting was, dat er Zondag druk
gereden zou worden, maar toen brachten de Zater
dagnacht en Zondagmorgen zóóveel sneeuw, dat
alle banen weer vol lagen, zoodat men Zondag bijna
geen schaatsenrijders zag.
Onder deze omstandigheden viel er voor het
Centraal bestuur van de Friesche Elfsteden Vereeni-
ging Maandagmorgen nog niet te beslissen, wanneer
de tocht gereden kan worden. Van de meeste cen
trale posten waren in den loop van dit weekeinde
goede berichten binnengekomen. Het ijs schijnt nu
betrouwbaar, maar aangezien de sneeuwval het er
op uittrekken veel moeilijker maakt en het dus voor
de controleurs in de elf steden haast niet doenlijk
is, op korten termijn zich te oriënteeren omtrent
het hun toegewezen baangedeelte, heeft het cen
trale bestuur aan de burgemeesters van de elf ste
den en van de veertien plattelandsgemeenten, waar
door de elfstedentocht loopt, telegrafisch verzocht,
per omgaande mede te deelen, hoe de ijsbaan in
hun gemeente is, speciaal ook wat betreft het
sneèuwbezwaar. Men hoopt, dat deze inlichtingen
zoodanig zijn, dat in den loop van deze week de
tocht gereden zal kunnen worden. Op welken dag
valt echter nog niet te zeggen. De veertien platte
landsgemeenten hebben tezamen ongeveer twee
honderd kilometer te verzorgen, d.i. gemiddeld per
gemeente vijftien kilometer en op vele plaatsen
moet de sneeuw niet slechts geveegd, maar met
schoppen en mechanische middelen weggewerkt
worden. Daarom is er nu nog niets definitiefs ie
melden.
VOETBAL.
LAGENDAAL NAAR H.F.C.
Aan den bekenden Xerxes-speler W. Lagendaal,
die in den omtrek van Haarlem zijn militairen
dienstplicht vervult, is op korten termijn over
schrijving naar H.F.C. verleend, omdat hij gaarne
de voetbalsport ook tijdens de mobilisatie wil be
oefenen. Hij gaat, zoodra de militaire dienst hem
niet meer noodig heeft, weer automatisch naar
Xerxes terug.
BOKSEN
DE STRIJD DEKKERS—LOCATELLI
ONBESLIST.
De belangrijk geachte bokswedstrijd tusschen
Bekkers (67 KG) en Locatelli (68 KG), den be
kenden Italiaansche bokser, eenigen tijd ge
leden tegenstander van Van Klaveren, welke
ontmoeting was vastgesteld op tien ronden van
drie minuten, eindigde onbeslist.
Met deze uitspraak was het grootste deel van
de toeschouwers het niet eens. Immers, Locatelli
was ln de meeste ronden in de meerderheid. Hij
drong zijn tegenstander zijn wijze van vechten
op, n.l. op zeer korten afstand. Het is waar, dat
hij niet altijd even technisch en fair bokste, maar
hij was het meest aanvallend en had daarmede
veel succes.
Dekkers verdedigde zich met veel moed; hij
slaagde er verscheidene malen in, den afstand te
vergrooten en dan rake stooten te plaatsen.
Locatelli werd niet in het minst geïntimideerd;
hij kwam steeds fanatiek terug. In de laatste
ronde was Dekkers zeker niet het minst op dreef;
zoo wist hij met verschillende juiste series, op
hoofd en lichaam nog heel wat punten te ver
zamelen, maar de algemeene Indruk was toch,
dat Locatelli winnaar was. De jury dacht er
echter anders over en gaf onbeslist.
WANDELSPORT
NATIONALE MOBILISATIE MARSCH.
Voor O. en O. te 's-Gravenhage.
Het is bekend, dat er voor de ontwikkeling en
ontspanning voor onze militairen zeer veel wordt
gedaan. Maar even bekend ls het, dat nog lang
niet alle plannen ten uitvoer kunnen worden
gebracht.
Daarom was het een goede gedachte van de
Sticht-Gooische Wandelsportbond, om de wan
delsport dienstbaar te maken aan O. en O., n.l.
een wandeltocht uit te schrijven, waarvan de
bate aan dit fonds zullen worden afgedragen.
Neemt daarom dus allen deel aan de wandel
tochten, die op Vrijdag 23, Zaterdag 24 en Zon
dag 25 Februari a.s. te Bussum zullen worden
georganiseerd door de Bussumiche Wandelclub
„De Kievit" te Bussum.
De inschrijving kan geschieden bij Joh. Groene-
weg, Keizer Ottostraat 121 te Bussum.
De afstand van dezen wandeltocht bedraagt
20 K.M.
ROEIEN
OXFORD—CAMBRIDGE.
Uit Londen: De traditloneele roeiwedstrijd
op de Theems over 4mijl tusschen Oxford en
Cambridge zal dit jaar geen doorgang vinden. In
de plaats daarvan wordt een officieuse race ge
roeid op 2 Maart as., waarbij de afstand op
iy2 mijl is bepaald.
MWKT
tl HU II
AMSTERDAMSCHE VEEMARKT.
AMSTERDAM, 22 Januari 1940.
Ter Veemarkt waren heden aangevoerd:
388 Vette kceien, waarvan de prijzen waren:
le kwaliteit 78—90 ct., 2e kw. 68—76 ct„ 3e
kw. 6564 ct. per K.G. Slachtgewicht.
95 Melk- en Kalfkoeien f 180—f 260 per stuk.
13 Vette kalveren.
56 Nuchtere kalveren f 7—f 12 per stuk.
175 Schapen f 12f 27 per stuk.
301 Varkens:
Vleeschvarkens wegende van 90110 K.G.
72—76 ct.; Zware varkens 72—76 ct.; Vette var
kens 72—76 ct. per K.G. slachtgewicht.
Overzicht.
Slachtrunderen korte aanvoer, zeer stugge
handel, prijshoudend. Melkkoeien matige aan
voer, willige handel. Vette kalveren zeer matige
aanvoer, geen noteering. Nuchtere kalveren
matige aanvoer, vlugge handelsprijzen constant.
Schapen ruime aanvoer, stugge handel, prijzen
vast. Varkens zeer matige aanvoer, stugge han
del, prijzen lets hooger. - r