2Je koude winter1 van 1740 ■Ka Schaatswedstrijden voor militairen te Spaarndam. Met een auto naar de „Friesland". DINSDAG 23 JANUARI 1940 HAARDE M'S DAGE GAD Proheer het met korrelmais. Poging ongeri geldheden in maisaanvoer op te vangen. De oorlogstoestand in een groot deel van Europa, waaronder ook ons land en met name de in- en uitvoer van ons land te lijden lieeft, maakt, dat de belangstelling van vele land bouwers uitgaat naar de mogelijkheid, het vee te voederen met producten van eigen bodem. Door den landbouwvoorlichtingsdienst wordt het streven om in dit opzicht tot zelf-voor- ziening te geraken, aangemoedigd. Een van de voedermiddeien, waarvan de landbouw in hooge mate van den import afhankelijk is, is de mais. £)e laatste jaren bedroeg die invoer gemiddeld 1 millioen ton per jaar. Weliswaar was niet alles voor veevoeder bestemd, maar het maakte daar van toch hoofdbestanddeel uit. Het is nu zeer de vraag in welke mate maistoevoer in 1940 en volgende jaren mogelijk zal zijn. De eerste oorlogsmaanden zijn in dit op zicht niet bemoedigend, zooals onderstaand staatje bewijst: Invoer van mais. 1938. 1939 September 63.521 ton 49.506 ton. October 69.852 ton 27.284 ton. November 76.248 ton 72.588 ton. 209.621 ton 149.378 ton. Hieruit blijkt, dat over de maanden Sep temberNovember in 1939 ruim 60.000 ton mais minder is aangevoerd dan in 1938. Het is misschien mogelijk, dat de totale invoer over 1940 niet veel zal verschillen met dien van 1939, doch reeds thans blijkt, dat aan de regel maat waarmede de aanvoer plaats vindt, veel mankeert. Men staat toch altijd voor het risico, dat er ernstige stagnatie in komt. Het is daar om, dat nog weer eens met nadruk de aan dacht wordt gevestigd op den verhouw van korrelmais. Dit is een betrekkelijk nieuw gewas, dat echter de laatste jaren geleidelijk meer de belangstel ling van de landbouwers getrokken heeft. In 1936 werden 272 HA. verbouwd, in 1937 was deze oppervlakte 782 H.A. en in 1938 887 H.A. Er zit dus een geleidelijke, regelmatige stijging in. Dat is een gelukkig verschijnsel, omdat het on juist zou zijn met een nieuw gewas, warvan men de moeilijkheden niet kent, direct in het groot te beginnen. Het meest treft men deze mais aan in Noord- Brabant. Noord-Limlburg en den Achterhoek. Maar ook elders in Groningen, in Zeeland, op de Veluwe, in Twente wordt verbouwd. Wie met den verbouw eenmaal vertrouwd is, wil ze ook niet meer missen. De opbrengsten loopen nog al eens uiteen, maar men kan ze op zandgrond, in dien men de voorschriften goed opvolgt, toch wel stellen op 4006 K.G. per H.A. In ons land zijn naar schatting op grond van de landbouwtelling van 1930 pl.m. 180.000 land bouwers, die een zuiver bouw- of een gemengd bedrijf voeren. Wanneer elk van deze, groot en klein, eens een kwart H.A. mais verbouwde wat voldoende is om 2 a 21/2 varken te mesten tot 100 K.G. dan zou er reeds een oppervlakte van 45.000 HA., met mais worden gezaaid, wat een opbrengst geeft van zeker 45.000 x 4 ton is 180.000 ton. Dat is nog wel geen millioen, maar het zou toch wel voldoende zijn, om de eventueele on regelmatigheden in den aanvoer van buiten- ïandsche mais op te vangen. Men zal dan natuurlijk de goede soorten moe ten nemen, in het Noorden wat vroeger rijpende dan in het Zuiden, maar aangezien de moge lijkheid van den verbouw van mais overal, waar een goede ontwatering plaats vindt, reeds meer malen ook doc<r de practijk is aangetoond, mag er op worden aangedrongen, dat de practische landbouwers ernstig overwegen een dergelijke kleine proef te nemen. Groote kosten brengt dit niet met zich mede. voor Y H.A. heeft men 12y2 K.G. zaaimais noodig. De bemesting kan gelijk zijn aan die van rogge of tarwe. De oogst is eenvoudig en voor eigen gebruik is het niet noodig de mais te ontpitten. De kippen en varkens eten de kolven geheel leeg of op. Gaarne zal de directie der Nederüandsche Heidemaatschappij, Sickeszplein 1, Arnhem, haar brochure over den verbouw van mais gratis toe zenden aan belangstellende practici en hen ook verder zooveel mogelijk met raad en daad ter zijde staan. Maandagmiddag werden op de banen van de IJsclub „Nova Zembla" te Kapitein E. M. Huizinga, voorzitter van O. en O., overhandigt aan de Spaarndam, patrouillewedstrijden op de schaats voor militairen winnende patrouille (v. 1. 11 .r.: S. Kleefman, A. Doornbos en J. Takels) gehouden. Twee patrouilles in den strijd. patrouille een plaquette, uitgeloofd door de Directie van Haarlem's Dagblad. Over de Sont reden volgeladen wagens w* •-pij———— jat**- Garantieprijs suikerbieten oogst 1940. De minister van Economische Zaken heeft be sloten, den garantieprijs voor suikerbieten voor het oogstjaar 1940 op f 12.50 per 1000 K.G. vast te stel len. De garantieprijs bedroeg in 1939 aanvankelijk f 10.25, later is deze bij de algemeene verhooging van de prijzen der akkerbouwproducten op f 11.25 gebracht. De thans vastgestelde prijs beteekent dus een stijging van f 1.25 per 1000 K.G. Bij de vast stelling van dezen prijs heeft de wensch voorge zeten, den verbouw van suikerbieten in 1940 aan te moedigen, Zooals reeds bekend is gemaakt, zal de 'gegarandeerde hoeveelheid verwerkte bieten voor 1940 met 25 pet. worden vergroot. Bij den thans voor 1940 vastgestelden garantie prijs mag worden aangenomen, dat de suikerbie- tenverbouw tegenover andere hakvruchten niet in een onvoordeelige positie zal komen. Aangezien de vooruitzichten nog immer onzeker zijn is het niet mogelijk omtrent de richtprijzen van de andere akkerbouwproducten voor oogst 1940 reeds thans nadere mededeelingen te doen. Daar omtrent deze prijzen dus nog niets vaststaat, geeft de vaststelling van den garantieprijs voor de suikerbieten op f 12.50 dan ook geen enkele aan wijzing voor het peil, waarop de prijzen van agra rische producten van oogst 1940 zullen worden vast gesteld. Deze prijzen zullen, indien het tijdstip waarop vaststelling mogelijk blijkt, is aangebroken, wor den bepaald aan de hand van de dan aanwezige omstandigheden. Mocht blijken, dat het tengevolge van thans niet te voorziene omstandigheden noodig is de prijzen der andere agrarische producterr op een zoodanig peil vast te stellen, dat de prijzen der suikerbieten ten achter zouden komen, dan zullen deze worden herzien. HOLLAND—AMERIKA LIJN. Burgerdijk 20 (n.) v. Rott. te New-York. JAVA—NEW-YORK LIJN. Kota Radja, Java n. N.-York 20 v. Kaapstad. Tawali, 19 v. Batavia te Boston. Bennekom, 20 v. Sabang n. N.-York. Salabangka 21 v. New-York te Palembang. ROTTERDAMSCHE LLOYD. Sitoebondo (thuisreis) 21 te Suez. Marken (uitreis) 22 van Suez. STOOMVAART MIJ. NEDERLAND. Chr. Huvgens (thuisreis) 21 v. Sabang. SILVER—JAVA—PACIFIC LIJN. Jagersfontein 19 van Honolulu n. Pacifickus' De ijsdam bij Scheveningen in 1918. Qeen Mang&telCing. meec iwac de 3*>ewis ZAL men in later jaren nog spreken over ■onzen kouden winter van '40, evenals men dit gedaan heeft over den beruc-hten winter van 1740, die in de herinnering van tijdgenoot en nageslacht lang is blijven voortleven? Het is niet te hopen, want als we dit jaar een repetitie moeten krijgen van hetgeen onze voor ouders toen hebben moeten doorstaan, dan heb ben we nu nog slechts een voorproefje gehad! Hoe het begon. Einde 1739 zag het er volstrekt niet naar uit, dat men een strengen winter te wachten had. Wel had het begin November een week lang flink gevroren, maar toen was opeens de dooi in gevallen. De weerprofeten dorsten zelfs al te voorspellen, dat het een kwakkelwinter zou worden. Maar plotseling, op 5 Januari 1740, draaide de wind naar het oosten en twee dragen later stonden de schaatsenrijders op het ijs. Elke volgende dag was kouder dan zijn voorganger en op 10 Januari een Zondag bleven de kerken leeg. Maandags wees de thermometer volgens den Haarlemmer Nicolaas Duyn 2 gra den Fahrenheit onder nul (dus 18 gr. Cel sius). De markt en de beurs te Amsterdam trok ken bijna geen bezoekers. Niemand, die niet op straat noodig had, waagde zich buiten, en het vroor zoo hevig, dat de bruggen scheurden en de regenbakken sprongen. De ongeluksprofeten, die altijd klaar staan hun ongevraagde meening ten beste te geven, wisten te vertellen, dat het nog veel erger zou worden. De muren van de huizen zouden scheuren, het bloed zou de menschen in de aderen bevriezend) en de levenden en bevrorenen zouden onder de puinhoopen worden begraven! De 22sten Januari was het ijs in den Amstel zoo dik, dat een ijsbreker er niet meer door kon en de brouwers lieten het ijs tot Weesp stuk zagen, wat hun op meer dan 2800 kwam te staan. Een Amsterdammer, die eens was gaan kijken, moest zijn nieuwsgierigheid met den dood betalen Hij werd door de koude bevangen en overleed den volgenden dag. De spraakma kende gemeente zei, dat zijn ingewanden waren bevroren! Een paar weken lang bleef de koude ongeveer hetzelfde, nu eens wat heviger, dan weer minder, maar in de tweede helft van Februari zette de vorst met hernieuwde kracht in. Heel Europa ingevroren. De geheele Zuiderzee lag dicht en de Noord zee was tot op 'n halve mijl uit de kust bevroren. Voor onze kust lagen langs het geheele strand twee dammen van ijs van tien a twaalf voet hoogte, waartusschen men kon wandelen. Voor al bij Scheveningen, Katwijk en Zandvoort werd hiervan een druk gebruik gemaakt. Niet alleen ons land, doch geheel Europa had te lijden van den strengen winter. De zee bij Genua was met ijs bedekt, in Engeland bevroren de watermolens tijdens het malen. In Parijs en in Brussel werden op de pleinen groote vuren ontstoken. Ook in andere steden deed men het zelfde. In Luxemburg werden de wilde ganzen met de hand gevangen, in Polen vielen heele troe pen uitgehongerde wolven de dorpen binnen; zelfs in het oosten van ons land moet men van deze bezoeken last gehad hebben, die honden en kippen verslonden Bij Duisburg, in Duitsch- land, werden de stadspoorten door hooge ijsdam- jöp.r» yit den Rijn totaal gebarricadeerd. Over de Sont reden volgeladen wagens en Zweedsche beren maakten een wandeling over het ijs naar Denemarken. In Hamburg kwam op 12 Januari een postwagen aan met doodgevroren reizigers. Het zou een eindeloos relaas worden, wanneer we alle ijselijke berichten opsomden, welke de geschiedschrijvers over den strengen winter van 1740 hebben neergeschreven. Waarschijnlijk zul len sommige van die verhalen wel een weinig- mank gaan aan overdrijving, maar dat belet toch niet om met zekerheid te kunnen vaststellen, dat er toen ontzettend is geleden, waartegen over de ijspret van die dagen in het niet zinkt. Vooral het tekort aan behoorlijk drinkwater deed zich hevig voelen. Bij gebrek aan beter hakte men het ijs uit de grachten om het te smel ten en wanneer we lezen, dat in Amsterdam een waterschuit werd geplunderd, kunnen we ons eenigszins voorstellen, hoe groot in dit opzicht de nood moet zijn geweest. De arme bevolking der steden had veel te lij den, vele bedrijven lagen stil en al leverde de kermis op het ijs voor sommige een kleine ver dienste op, de meesten waren aangewezen op de liefdadigheid, want de overheidszorg was in die dagen nog heel gering. Eindelijk ging het dooien. Op de dagen, dat de kou soms iets minder fel was, hoopte men telkens dat het zou gaan dooien maar even dikwijls werd men hierin teleurgesteld. Toen het eindelijk op 10 Maart ook ging regenen, scheen het werkelijk, dat de winter afscheid zou nemen. De dooi zette door, maar toch duurde het nog een paar weken, alvorens al het ijs verdwe nen was. Op 18 Maart trok een ijsbreker met acht paar den een vaargeul in de trekvaart tusschen Haar lem en Amsterdam en den volgenden dag voer onder groot gejuich eindelijk weer een schuit tusschen beide steden. De hevige winter van 1740 werd gevolgd door een gure, koude lente en een schralen zomer, zoo dat alles duur was. Bij Jacob Bicker Raye vin den we o.a. vermeld, dat de baljuw Van der Dussen op 10 Mei honderd gulden betaalde voor duizend pond hooi en dat de volgenden dag de prijs reeds was gestegen tot honderd vijf en twintig gulden. Onder de lezers zullen er nog velen zijn, die den strengen winter van 1890 hebben meegemaakt. Ook die van 1917-T8 mocht er zijn; de wereld oorlog was toen oorzaak, dat er in ons land een groote kolenschaarschte heerschte. In zout water gedrenkte proppen papier moesten toen dikwijls de anthraciet vervangen! Ook toen vormde zich langs onze kust een ijsdam en als laatste in de rij volgt de winter van 1928-'29, die nog verscb in ons geheugen ligt! Wat zal die van 1940 brengen? Het dooit van daag weliswaar. Maar wat staat er nog voor de deur? W. S. Poging door slecht ijs mislukt. x, Men geeff den moed niet op. Aan boord van het op het IJselmeer onder gegane schip van de reederij Koppe „Friesland" bevindt zich nog steeds een lading blik, bestemd voor een fabriek in Kampen welke een oorspron kelijke waarde had van 23000. Vermoedelijk heeft deze lading door het water, dat het schip is binnengedrongen aanmerkelijk aan waarde verloren, doch zij zal nog altijd verscheidene duizenden guldens bedragen. De heer J. Koenraad, expert van de firma Kie- wit te Rotterdam, die deze lading verzekerd hafa had het plan opgevat de lading met behulp van den duiker A. Nauta te Amsterdam te lichten en het blik dan per vrachtauto over het ijs naar Elburg te vervoeren. Getracht zou worden over het ijs, dat op ver schillende plaatsen onbetrouwbare plekken ver toonde, een weg aan te leggen. Maandagmorgen heeft men een tocht gemaakt met een personen auto om de mogelijkheden tot verwezenlijking van het plan te onderzoeken. Een poging om de „Friesland" per ijsvlet te bereiken, was reeds da delijk uitgesloten, omdat er niet voldoende wind stond. Tegen twaalf uur vertrok de auto, waarin zich twee heeren van de firma Kiewit, twee gid sen uit Elburg en een garagehouder bevonden derwaarts. De eerste vier kilometer konden in een vlot tempo worden afgelegd van tijd tot tijd reed men met een snelheid van bijna zestig kilometer over het ijs doch daarna ontmoette men enkele punten, waar het ijs niet sterk bleek te 'zijn. De inzittenden van de auto besloten daar om den wagen te verlaten en te voet verder te gaan. Een van hen ging voorop en beproefde met behulp van een hamer de dikte van het ijs. Na vijfhonderd meter te hebben geloopen, be reikte hij een plek, welke zoo zwak bleek, dat de man tot aan het middel door het ijs zakte Gelukkig wisten de anderen hem te grijpen, waar- dooi- erger kon worden voorkomen. Men bevond zich toen op korten afstand van de thans bevroren geul, welke Vrijdag nog open water was, tot een breedte van dertig meter, doch thans door c}e werking van het ijs geslon ken was tot twaalf meter. Er waren speciale maatregelen getroffen om over dit onbetrouwbare gedeelte te kunnen ko men; men had daartoe battings in de auto mee gevoerd. Bij deze geul aangekomen, ging men zoeken naar een plek om den overkant te bereiken. Men zocht kilometers ver doch een punt, waar de geuJ doodliep, vond men niet; wel constateerde men dat het ijs gaandeweg minder betrouwbaar werd. Tengevolge van de krachtige werking van het ijs in de afgeloopen dagen vertoonden zich vele scheuren en gaten, vaak met een dikke laai sneeuw bedekt. Het risico om den tocht voort te zetten, werd daarom te groot geacht. Overbrug ging van de geul bleek door de betrekkelijke zwakte van het ijs ook niet mogelijk, weshalve men besloot terug te keeren. Op den terugtocht bleek een aanvankelijk dunne spleet te zijn uitgedijd tot vijftig c.m. De be stuurder van de auto moest deze hindernis nemen door vol gas te geven. De wielen van den wagen bleken juist groot genoeg om over deze spleet te kunnen komen. Op de rest van den terugweg naar Elburg ondervond men geen verdere moei lijkheden. In een gesprek, dat wijs gisteravond metden heer Koenraad hadden, vertelde hij ons, dat deze aanvankelijke mislukking, niet een einde van de pogingen beteekent. Heden en morgen zouden vier Elburgsche vls- schers, die met het ijs zeer vertrouwd zijn, trachten een weg naar de „Friesland" te vin den over absoluut betrouwbaar ijs. Zoo deze zal worden gevonden, hetgeen des kundigen niet uitgesloten achten, zullen nieuwe pogingen worden ondernomen. „Het is aldus de heer Koenraad slechts een kwestie van goede gidsen. De Waal l)ij Tiel is gaan kruien. Maandagochtend omstreeks zes uur is het ijs in de Waal voor Tiel gaan kruien. Ofschoon de rivier nauwelijks een dag dicht zat, ging dit met veel lawaai gepaard. Een brug van een aanlegsteiger is gekraakt. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor. Maandagmiddag tegen twee uur is het ijs opnieuw vast gaan zitten. Vermoedelijk heeft zich ergens een ijsdam gevormd. Sedert gister ochtend was het water ongeveer eoj> meter ge stegen. DAMES-HOCKEY DISTRICTSWEDSTRIJDEN TE BUSSUM Voor de districtswedstrijden, die dit Jaar te Bus- sum gehouden zullen worden, zal het Westen met twee elftallen uitkomen: Noord-West en Zuid-West. Het Noord-Westelijk elftal ziet er van rechts naar links als volgt uit: Doel: Th. Ubbïnk (Gooi); back: J. Spoon (SCHC) en E. v. d. Berg (Hilversum); half: A. Keip (Gooi) J. Goeting (Rood Wit) en G. Wijnstroom (BDHCV voor: P. v. Esveld (Gooi), D. v. dl Hoeven (Schaer- weyde), G. Garrels (Amersfoort), E. Khoon en H Montijn (beiden Amsterdam). Het Zuid-Westelijk elftal is als volgt samenge steld: Doel: W. ten Harmsen (TOGO); back: C. v. Haas- tert (HOC) en E. Piel (HHIJC); half: N. Bosch (HHIJC), E. Koenen (TOGO) en N. Teilegen (HHIJC); voor: R. Exalto (HHIJC), M. Bousquel (TOGO), E. v. Ardennen (De Staart), L. Diemer Kool (Victoria) en C. Nagel (Leiden). Verder zullen een Noordelijk, Oostelijk en Zuide lijk elftal komen. Het programma is als volgt: 11.15 uur: Noord-WestOost en Zuid-WestZuid 12 uur: ZuidNoord-West en NoordZuid-West. 12.45 uur: OostZuid-West en ZuidNoord. 1.45 uur: Noord-WestZuid-West en OostNoord 2.30 uur: Noord—Noord-West en Oost-Zuid, SCHAATSENRIJDEN DE ELFSTEDENTOCHT. Steeds meer moeilijkheden voor liet Centraal Bestuur. Uit Leeuwarden: De voortdurende sneeuwval wordt een ernstige belemmering voor den elfste dentocht. Zaterdag was men op de hoofdroute druk bezig, de sneeuw op te ruimen en de baan in orde te brengen. De verwachting was, dat er Zondag druk gereden zou worden, maar toen brachten de Zater dagnacht en Zondagmorgen zóóveel sneeuw, dat alle banen weer vol lagen, zoodat men Zondag bijna geen schaatsenrijders zag. Onder deze omstandigheden viel er voor het Centraal bestuur van de Friesche Elfsteden Vereeni- ging Maandagmorgen nog niet te beslissen, wanneer de tocht gereden kan worden. Van de meeste cen trale posten waren in den loop van dit weekeinde goede berichten binnengekomen. Het ijs schijnt nu betrouwbaar, maar aangezien de sneeuwval het er op uittrekken veel moeilijker maakt en het dus voor de controleurs in de elf steden haast niet doenlijk is, op korten termijn zich te oriënteeren omtrent het hun toegewezen baangedeelte, heeft het cen trale bestuur aan de burgemeesters van de elf ste den en van de veertien plattelandsgemeenten, waar door de elfstedentocht loopt, telegrafisch verzocht, per omgaande mede te deelen, hoe de ijsbaan in hun gemeente is, speciaal ook wat betreft het sneèuwbezwaar. Men hoopt, dat deze inlichtingen zoodanig zijn, dat in den loop van deze week de tocht gereden zal kunnen worden. Op welken dag valt echter nog niet te zeggen. De veertien platte landsgemeenten hebben tezamen ongeveer twee honderd kilometer te verzorgen, d.i. gemiddeld per gemeente vijftien kilometer en op vele plaatsen moet de sneeuw niet slechts geveegd, maar met schoppen en mechanische middelen weggewerkt worden. Daarom is er nu nog niets definitiefs ie melden. VOETBAL. LAGENDAAL NAAR H.F.C. Aan den bekenden Xerxes-speler W. Lagendaal, die in den omtrek van Haarlem zijn militairen dienstplicht vervult, is op korten termijn over schrijving naar H.F.C. verleend, omdat hij gaarne de voetbalsport ook tijdens de mobilisatie wil be oefenen. Hij gaat, zoodra de militaire dienst hem niet meer noodig heeft, weer automatisch naar Xerxes terug. BOKSEN DE STRIJD DEKKERS—LOCATELLI ONBESLIST. De belangrijk geachte bokswedstrijd tusschen Bekkers (67 KG) en Locatelli (68 KG), den be kenden Italiaansche bokser, eenigen tijd ge leden tegenstander van Van Klaveren, welke ontmoeting was vastgesteld op tien ronden van drie minuten, eindigde onbeslist. Met deze uitspraak was het grootste deel van de toeschouwers het niet eens. Immers, Locatelli was ln de meeste ronden in de meerderheid. Hij drong zijn tegenstander zijn wijze van vechten op, n.l. op zeer korten afstand. Het is waar, dat hij niet altijd even technisch en fair bokste, maar hij was het meest aanvallend en had daarmede veel succes. Dekkers verdedigde zich met veel moed; hij slaagde er verscheidene malen in, den afstand te vergrooten en dan rake stooten te plaatsen. Locatelli werd niet in het minst geïntimideerd; hij kwam steeds fanatiek terug. In de laatste ronde was Dekkers zeker niet het minst op dreef; zoo wist hij met verschillende juiste series, op hoofd en lichaam nog heel wat punten te ver zamelen, maar de algemeene Indruk was toch, dat Locatelli winnaar was. De jury dacht er echter anders over en gaf onbeslist. WANDELSPORT NATIONALE MOBILISATIE MARSCH. Voor O. en O. te 's-Gravenhage. Het is bekend, dat er voor de ontwikkeling en ontspanning voor onze militairen zeer veel wordt gedaan. Maar even bekend ls het, dat nog lang niet alle plannen ten uitvoer kunnen worden gebracht. Daarom was het een goede gedachte van de Sticht-Gooische Wandelsportbond, om de wan delsport dienstbaar te maken aan O. en O., n.l. een wandeltocht uit te schrijven, waarvan de bate aan dit fonds zullen worden afgedragen. Neemt daarom dus allen deel aan de wandel tochten, die op Vrijdag 23, Zaterdag 24 en Zon dag 25 Februari a.s. te Bussum zullen worden georganiseerd door de Bussumiche Wandelclub „De Kievit" te Bussum. De inschrijving kan geschieden bij Joh. Groene- weg, Keizer Ottostraat 121 te Bussum. De afstand van dezen wandeltocht bedraagt 20 K.M. ROEIEN OXFORD—CAMBRIDGE. Uit Londen: De traditloneele roeiwedstrijd op de Theems over 4mijl tusschen Oxford en Cambridge zal dit jaar geen doorgang vinden. In de plaats daarvan wordt een officieuse race ge roeid op 2 Maart as., waarbij de afstand op iy2 mijl is bepaald. MWKT tl HU II AMSTERDAMSCHE VEEMARKT. AMSTERDAM, 22 Januari 1940. Ter Veemarkt waren heden aangevoerd: 388 Vette kceien, waarvan de prijzen waren: le kwaliteit 78—90 ct., 2e kw. 68—76 ct„ 3e kw. 6564 ct. per K.G. Slachtgewicht. 95 Melk- en Kalfkoeien f 180—f 260 per stuk. 13 Vette kalveren. 56 Nuchtere kalveren f 7—f 12 per stuk. 175 Schapen f 12f 27 per stuk. 301 Varkens: Vleeschvarkens wegende van 90110 K.G. 72—76 ct.; Zware varkens 72—76 ct.; Vette var kens 72—76 ct. per K.G. slachtgewicht. Overzicht. Slachtrunderen korte aanvoer, zeer stugge handel, prijshoudend. Melkkoeien matige aan voer, willige handel. Vette kalveren zeer matige aanvoer, geen noteering. Nuchtere kalveren matige aanvoer, vlugge handelsprijzen constant. Schapen ruime aanvoer, stugge handel, prijzen vast. Varkens zeer matige aanvoer, stugge han del, prijzen lets hooger. - r

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 11