KRUIEND IJS BEDREIGT VERKEER. MET-WORST AAN DEM SCHUTTERSMAALTIJD.
Strijd om Atlantis
Goede kameraden. De viervoeters,
die aan het Westelijk front zooveel
diensten bewijzen, genieten van hun
«meesters" een uitstekende verzorging
Traditiegetrouw is in het landelijk Arcen bij Venlo door de schutterij het jaarlijksche .Worstfeest gehouden, waarbij aan iedere
woning van het dorp een cijns in den vorm van een metworst in ontvangst wordt genomen, om deze des avonds aan den
schuttersmaaltijd smakelijk te verorberen
Enkele kilometers ten Zuiden van Enkhuizen, onder de gemeente Venhuizen, heeft
het kruiend ijs van het IJselmeer zich vele meters op elkaar gestapeld. Daar het
ijs gescheurd is en naar de binnenzijde is afgegleden, levert het een ernstig gevaar
op voor het verkeer
Voor de eenden zijn Dinsdag in het
Vondelpark te Amsterdam in de vijvers
groote bijten gehakt en de dankbare
belangstelling der watervogels toonde
hetwelkomevan dezen menschlievenden
maatregel
Bij de vrijwilligers, die in het Finsche leger hebben
dienst genomen. De inwendige mensch wordt
versterkt, alvorens den strijd tegen den vijand te
vervolgen
Voor de Vrijwilligers in Finland. De
Zweedsche kroonprinses en de prin
sessen Sybille en Ingeborg houden zich
onledig met het breien van de voor de
Zweedsche vrijwilligers in Finland bij
uitstek geschikte kleedingstukken
Een warm bord soep is een tractati®
voor de Duitsche soldaten, die op
doorreis een der stations van Berlijn
passeeren
Aan het Westelijk front dienen de
uitgestrekte wouden als natuurlijke
hangars voor de vele kabelballons,
welke voor de verkennings-opdrachten
gebruikt worden
Bij de beschieting van een vreemd vliegtuig kwam een niet ontplofte granaat terecht op het kantoor van
de reederij Kennemerland te Katwijk. Het projectiel sloeg door het geheele gebouw, waarbij een dikke
houten balk nagenoeg gespleten werd en boorde zich diep in den keldervloer
door
Willy Reese
7
Tien minuten later schoot de grauwe Mercedes
met groote lichten den weg afzoekend, door het
geurige Grünewald. Li voelde de nabijheid van den
man, van wien iets onverklaarbaars, heel sterks,
naar haar uitging. Zij voelde zich wonderlijk vei
lig in zijn nabijheid. Zooiet3 had zij bij Herbert
nooit ondervonden. Die verlangde van haai', dat
zij sterk was. Hij had haar kracht noodig. En hij
oara die van haar aan, alsof het vanzelf sprak,
Vijf jaar geleden hadden zij elkaar leeren kennen,
bij de sport, door Alma. De liefde had haar niet
plotseling overrompeld. Heel langzaam aan waren
zij dichter bij elkaar gekomen. Li had reeds vroeg
zorgen gekend. Eerst voor haar zieke moeder,
daarna voor haar zieken vader. Toen beiden ge
storven waren, zocht zij naar een nieuw voorwerp
yoor haar zorg en vond Herbert. Herbert kon
alleen wilskracht toonen, als het erom ging, een
nieuw record op het sportterrein te vestigen, of
wanneer het werk voor zijn idee hem aangreep.
Dan kon hij nachten lang over plannen, teelie-
ningen en berekeningen gebogen zitten. Slechts
met geweld kon zg hem daarvan dan losrukken.
Wanneer echter het leven, ruw, hard onverbiddel-
lijk, zooals het nu eenmaal is, op hem afkwam,
week hij terug. Dan was hij geen vechtersnatuur.
Hij was trouwens maar een ingenieur, construc
teur, een idealist met een groote fantasie en een
uitstekend renner op den langen afstand. Verder
niets... of toch... een goed mensch, alleen zoo ma
teloos jaloersch.
Onverzadigbaar .vraten de hondertftwintig paar-
dekrachten kilometer na kilometer. Li keek in
stomme bewondering naar den man aan haar zij
de. Deze groote, wonderlijke sterke man, voor
wien duizenden sidderden, als hij maar een enkel
woord sprak, omdat het hun aller vernietiging
kon beteekenen, deze man interesseerde zich voor
haar kleine, nietige leventje. Wat kon dit leven
voor hem beteekenen? Een leeg blad papier,
dat zijn hand verfrommelt en wegwerpt. En toch
doortrilde Alice Bernauer een eigen, wonderlijk
gevoel bg de gedachte, dat haar leven in deze
sterke handen lag...
Weer riep de claxon scherp en bevelend: „Op
zij voor Frundsberg".
HOOFDSTUK V.
Slechts met een stevigen handdruk en een paar
vriendelijke wporden had Frundsberg van Li af
scheid genomen. Dat had haar geweldig geïmpo
neerd.
Heel zacht opende Li de deur van haar woning.
Herbert was nog op, want zij had op straat het
licht in zijn kamer zien branden. Zij hoorde hem
op en neer loopen. Was hg opgewonden? Had hij
Alma niet geloofd? Wat zou haar vriendin ge
zegd hebben over de modeshow Of zou Alma hem
niet hebben kunnen bereiken?
Terwijl haar hart schuldbewust klopte, trad zg
haar kamer binnen.
Even later werd er op haar deur geklopt. „Li
ben je daar? Ik heb je rriet thuis hooren komen.
Dus jullie hebt weer eens een modeshow gehou
den". Herbert groette haar vluchtig, zooals hij
gewoon was. Op de modeshow ging zij verder
niet in.
„Het was een prettige avond", zei ze alleen.
„Ja, ik weet het wel, die avonden dienen om de
mannen bezig te houden. Die zullen wel weer op
jullie losgegaan zijn als vliegen op een stuk taart,
gegarneerd met marsepeinsaus en gecandeerde
vruchten".
„Wanneer hij zoo praat is alles in orde, maar
wat zou hij toch hebben?" dacht Li en zij ant
woordde lachend:
„Maar onze vulling is ook goed en zwaar
En wat de vliegen betreft, de mannen, je kunt
volkomen gerust zijn, met mij heeft alleen een ge
trouwde oude heer een beetje gepraat".
Zoo had Li zich heel handig, zonder te liegen,
uit de situatie gered. Nu echter merkte ze, dat het
waarschuwende driehoekje op Herberts voorhoofd
tusschen de wenkbrauwen verscheen.
„Wat heb je, ben je uit je humeur?" vroeg ze.
Herbert greep naar de krant, die op de schrijf
tafel lag en wees op een artikel.
Li las: „Atlantis, de stad in den Oceaan".
„O ja, dat is het idee, dat een of andere Ameri-
kaansche ingenieur heeft. Hij wil een drijvend
eiland in den Oceaan voor anker leggen en daar
op zelfs een stad bouwen, is het niet? Toen ik
gisteren uit de zaak kwam, las ik er al over in
de courant, die een brutale kerel voor me in de
volgepropte bus uitspreidde
„En daarover heb je mij niets verteld", ant
woordde Herbert opgewonden. Li keek hem ver
wonderd aan:
„Maar hoe kon ik nu weten, dat je dat zou in
teresseeren... ik was het dadelijk weer vergeten".
„Natuurlijk, jij begrijpt dat niet. Die stad in
den Oceaan beteekent de vernietiging van mijn
idee".
Li keek Herbert aan, zonder hem te begrijpen.
„Hoe zoo?"
„Dat is het juist, waf mij succes verzekerde.
Luchtschepen en vliegtuigen kunnen den geweldi
gen afstand over den Oceaan slechts met groote
bezwaren en groote kosten overwinnen. Ze moe
ten teveel brandstof meenemen. Door deze kunst
matige stad echter wordt de noodige actiradius
tot op de helft teruggebracht. Nu zal men onge
twijfeld zeggen: waartoe moeten we den Oceaan
nog met stralen overbruggen?
Over enkele jaren... aan de drijvende stad wil
men direct beginnen en ze zal over vijf jaar
klaar zijn... zal men een geregelden en veiligen
luchtdienst over den Oceaan bezitten".
„Of, mijn lieve Herbert, men zal zeggen: juist
nu. Atlantis zal het knooppunt worden, waarvan
stralen naar alle deelen der wereld uitgaan".
Inmiddels was mevrouw Orgelmans, die de
menschen zoo druk hoorde redeneeren, zachtjes
binnengekomen en luisterde aandachtig naar het
gesprek, zonder dat een van heiden haar hadden
opgemerkt.
Herbert wees de gedachte van Li af.
„Dat wil ik niet. Ik wil niet afhankelijk zijn
van een verankerd eiland. Ik wil den geheelen af
stand over den Oceaan met mijn stralen over
bruggen".
Li zag Herbert met haar groote oogen aan.
„Ik weet, wat je wilt. Je wilt heel veel
ontzettend veel. Maar je hebt nog niets. En juist
dit ontwerp van den Amerikaanschen ingenieur
zal je ter hulp komen. Wees tevreden met twee
duizend mijlen, als het er geen vierduizend kun
nen zijn."
„Bravo!" kon Mevrouw Orgelmans niet nalaten
te zeggen.
Bij deze woorden keek Li haar glimlachend aan.
Dat lachje en de groote schitterende oogen van Li
ontwapenden Herbert.
„En nu, welterusten, Herbert, ik ben moe".
Na Li en Mevrouw Orgelmans goedennacht ge-
wenscht te hebben, ging Herbert weer naar zijn
eigen kamer terug.
Frundsberg, voor wien in hotel Adlon altijd
vier kamers gereed gehouden werden, gaf nog om
middernacht zijn secretaris opdracht inlichtingen
omtrent ingenieur Herbert Wallner in te winnen.
Tevens moest hij te weten trachten te komen,
waar deze ingenieur zgn plannen betreffende een
over stralen glijdend projectiel reeds had
voorgelegd.
HOOFDSTUK VI.
Dr. Volkers trad met een map onder den arm
binnen in de werkkamer van Frundsberg. Deze
laatste had zoo juist de telefoon weer op den haak
gelegd, leunde achterover in den niet zeer gemak
kelijke hotelbureaustoel en begon in gedachten op
de schrijftafel te trommelen. Hij was drie dage»
uit Berlijn weggeweest en pas in den afgeloopen
nacht teruggekeerd. Desondanks had hij reeds oee
acht uur ontbeten en nu verwachtte hij zijn se»
cretaris om rapport uit te brengen.
Dr. Volkers was een klein mannetje met zen
smalle schouders, eeir glad diplomatengezicht, zen
verstandige grijze oogen, die nogal diep achter
een breed en donker gerande bril verschole»
lagen, wellicht om uit dezen schuilhoek beter fce
kunnen opletten. Een kaal hoofd is leelijk, maar
dat liet Dr. Volkers volkomen koud. lederen mor»
gen zalfde hij zgn kale schedel met een welrieken
de olie, dat het glansde als een gepolijste kogel.
Hy was zeer trotsch op deze kaalheid. Op twee
en dertigjarigen leeftijd een kaal hoofd, dat wa*
een teeken van ingespannen geestesarbeid. Vol
kers beweerde, dat hij zijn sterke blonde haar had
opgeofferd aan het Frundsberg-concern.
Dr. Volkers was Frimdsbergs secretaris, zijn
rechterhand en zijn vertrouwde raadsman in alle
aangelegenheden. Er waren menschen, die beween
den, dat Frundsberg geen besluit nam, dat ook niet
door zijn secretaris was goedgekeurd, en wie
Frundsberg voor een zaak wilde winnen, moest
voor alles den steun v?n Volkers zoeken te ven-
krijgen.
„Goedenmorgen, dokier - steekt U eerst een*
een import-sigaar op -- werkelijk uitstekend."
Een lucifer vlamde Blauwgrijzige rookwolkje*
stegen omhoog.
„En komt U nu eens op, dokterIk moet
vanavond nog in Weenen zijn."
De secretaris nam eenige papieren uit zgn ac-
tetasch.
„Ik geloof, dat we die reis naar Weenen zul
len moeten uitstellen, ik heb tegen vandaag om
zes uur ingenieur Wallner tot een onderhoud uit-
genoodigd."
„Ingenieur Wallner?Juistik had U
opgedragen, inlichtingen over dezen man en zgn
plannen in 'e winnenhij moet dar zijn bezoek
maar eens herhalen."
XWordt vervolgd}*