Waterwolken van den Victoria-va lijken tot aan de vleugeltoppen te reiken. Rusland's huidige politiek SANOSTOL niet puur-imperialistisch, Antilopen en giraffen in de lichten der autolampen NAAR FINLAND. nONDF. RDAG 1 FEBRUARI 1940 H A A RLE M'S D A G B TJ A D 3 MET DE REIGERNAAR ZUID-AFRIKA NAIROBI (Kenya), 17 Januari (Speciale dienst) Moeizaam trekken de kameel-karavanen van Cairo naar het Zuidpn, dagenlang door de dorre woestijn, die af en toe onderbroken wordt door iet groen van een oase als zij dicht genoeg bij den loop van den Nijl komen. In groote bochten lomt de Nijl uit het Zuiden, als de zegenrijke evensader, die door dit dorre land loopt, waar reen leven mogelijk was als niet het Nijlwater de ;at.oenvelden en de weinige schrale akkers be vloeide en door infiltratie de bronnen voedde, die iet centrum vormen van de zeldzame oasen. Los van de ongemakken van de dagenlange iroestij nreis, onbewust van de ontberingen en ermoéienis der. karavanen, volgt onze K.L.M.- nachine den loop van den Nijl, de bochten af rijdend, de afstanden van dagen terugbrengend ot enkele uren. Dinsdagmorgen vroeg is de „Reiger" uit Cairo ;estart. Nog twee passagiers zijn erbij gekomen, ooriat de machine thans vol is. De stemming is ;ced. De stereotiepe uitdrukking, dat de stemming lan boord goed is, beteekent meer dan dat ieder oor zich opgewekt en tevreden is. Het beteekent, lat evenals op de Indië-reizen, aan boord van e .Reiger" een kleine gemeenschap van passa- iers er. bemanning is gegroeid en ditmaal nog n versterkte mate. omdat alle opvarenden Ne- lerlanders zijn, en omdat deze vlucht, al maakt ick een aantal zakenlieden er gebruik van om op fficiente wijze in Zuid-Afrika hun zaken af te oen. toch ook een toeristisch karakter draagt. We doen sight-seeing zoowel uit de lucht als ip den grond. In Omdurman wandelen we na het vallen van en avond nog door de schilderachtige Arabische ijk. met zijn vele uitstallingen van kooplieden n ambachtslieden. De eenvoudige neger-ivoor ewerkers hebben in hun ambacht een vaardig- eid en kunstzinnigheid bereikt, welke vele Wes- ersche kunstnijveraars hun terecht kunnen be lijden. In den loop van den avond wordt gezagvoerder Haak in zijn hotel nog opgebeld door een Neder- inder, de eenige die in de omgeving va'n Khar tum woont. Tot zijn spijt ligt zijn huis te ver an de stad om naar het hotel te komen, maar ij wil de aanwezigheid van zijn landgenooten Wh niet laten voorbijgaan zonder hen hartelijk begroeten en hun een goede reis toe te •enschen Woensdagmorgen is het weer vroeg reveille, r wacht ons vandaag een lang traject. Wij zul- •n in den loop van den dag het Nijlgebied ver- iten. vliegen over de slechts weinige tientallen iren geleden onbekende binnenlanden van don- er Afrika, en bovendien kort voor het einde van en dagtocht den Evenaar overschrijden, terwijl ij vandaag tevens het warmste gedeelte krijgen an den luchtweg AmsterdamJohannesburg. Na eenige uren vliegen begint het landschap •n groen waas te krijgen, eenzame boompjes en eesters staan in het zand, dat meer en meer met et en gras bedekt wordt, en weldra zien we ook e oorzaak hiervan, als overal onder ons groote n kleine waterplassen zichtbaar worden. Wij Ün het uitgestrekte moerassengebied van Mid- en-Afrika genaderd en de „Reiger" daalt uit de oogere luchtlagen naar beneden, om den passa- iers een goed uitzicht op den grond te geven. Het eerste wat wij zien op een open plek, waar- :hijnlijk een noodlandingsterreintje. is een een aam vliegtuig van de Royal Air Force. Gezag- oerder Blaak brengt den gebruikelijken groet, oor den linkervleugel van onze D. C. 3 ver om- te laten zakken. Maar dan wordt in de on- liddellijke nabijheid van Bor onze moeite be- >ond. Plotseling zien wij aan bakboord tientallen lifanten bijeen, die met opgeheven slurf onbe- eeglijk blijven staan, als ons vliegtuig laag over e kudde heencirkelt Op korten afstand zien wij een tweede kudde: et is een onvergetelijk schouwspel, de reuzen ieren in zoo grooten getale in hun natuurlijke, .geving bijeen te zien. een schouwspel, waar- an het ondenkbaar is', dat men het op een ndere wijze zou kunnen genieten dan uit een liegtuig. Op eenigen afstand zien wij nog een eusachtigen eenzamen olifant, grooter dan welk xemplaar van de beide kudden ook. en met uit- Dnderlijk lange slagtanten: de leider of een itgestootene. Voldaan zakken de passagiers terug in hun Dmfortabele stoelen, toch dankbaar ook. dat nu eer op grootere hoogte gevlogen kan worden, ang duurt het echter niet. want omstreeks üraalf uur landen wij te Juba. waar geluncht al worden. Tegen half zes 's avonds dalen we in Nairobi, •aar de temperatuur, als we uit het vliegtuig lappen, heerlijk frisch blijkt te zijn. Hollanders in Nairobi. Vijftien Hollanders, mannen en vrouwen, staan ns hier op te wachten en verwelkomen ons artelijk. De mannen zijn allen employé's van de wentsch-Overzeesche Handel n^gatschappij relker directeur met zijn echtgenoofe de reis Dt hiertoe met ons meemaakt, en die op onze irugreis in Nairobi weer aan boord zullen ko len Nairobi is de belangrijkste stad van Oost-Afri- a, zeer modern gebouwd en uiterst gunstig ge- ïgen. n.l. op een hoogte van 1800 M.. zoodat. hoe larm het overdag ook moge zijn. de avonden Itijd heerlijk koel zijn. Aangezien hier meei an 6000 blanken wonen, ontbreekt het ook niet an sociaal verkeer, gezelligheid en modem omfort. Maar om ons niet te doen vergeten dat Nairo- li toch midden in de Afrikaansche wildernis Igt, maken wij na het bezoek bij de familie )ostdam met onze hier gevestigde landgenooten n een. drietal auto's nog een kleinen tocht in de bush", de wildernis die oip korten afstand van Ie fraaie villawijken haar rechten herneemt. Aanvankelijk zien wij weinig bijzonders, maar teldra zien we in het licht van de koplampen n spotlights der auto's het merkwaardig schif tten van oogen. Het is deze ongelooflijk krach- ige fosforiseerende glans der oogen. die reeds lp grooten afstand het wild verraadt. Zoodra emand het schitteren ontdekt, wordt de auto li de goede richting gestuurd en verblind, bijna mbewegelijk. blijven groote groepen antilopen n wilde beesten staan, om zich eerst langzaam e verwijderen als de auto zeer dicht bij is ge- ;omen. Een enkele maal springt een bok met eusachtige sprongen weg. maar in het algemeen lebben we ruimschoots gelegenheid om de fe! loor de lampen beschenen dieren van nabij te umnen waarnemen Reusachtige kudden anti open komen wij tegen, enkele koddig wegsprin lende skunxs. die doen denken aan kleine kan leroe's an vele wilde beesten. Wij hopen leeuwen te zien, maar een late Somalineger, die nog voor den ingang van een eenzame kraal staat, vertelt onzen chauffeur, dat er op het oogenblik weinig leeuwen in de buurt zijn. Toch is de kraal zelf door een hooge omheining tegen het leeuwen gevaar beschermd. Onze moeite wordt echter ruimschoots beloond als we even later een kudde zebra's verrassen, terwijl het meest fantastische schouwspel ons wacht op den terugweg naar de stad, als in het licht van onze schijnwerpers plotseling zes giraffen opduiken, die aan een paar eenzame boornen hun avondmaal doen. Ook zij verwijderen zich slechts zeer langzaam, zoo dat wij ze eenigen tijd kunnen volgen. Via de Victoriawatervallen naar Bulawayo. Ondanks het late nachtelijke avontuur zijn we Donderdagmorgen nog vroeger dan anders uit de veeren, want vandaag is het langste traject van de reis voor den boeg. Te ruim half zeven zit de „Reiger" al in de lucht, en in de lage ochtendzon zien we den hoogsten berg van Afrika de bijna 6000 meter hooge Kilimanjaro, welk's top hoewel bijna op den evenaar gelegen toch met eeuwige sneeuw is bedekt. Om half tien staan we al te tanken op het vliegveld van Dodomo, in 't Tanganyika-gebied. Tegen 12 uur landen wij. om den benzinevoor raad verder bij te vullen, op het vliegveld M'pika. Als we zullen vertrekken wordt de lucht door kliefd door bliksemstralen, die loodrecht neer- flitsen uit twee zware donderbuien. De „Reiger" kan nog net wegkomen tusschen de twee buien door en komt ongehinderd op een aangename vlieghoogte voer het traject van 1280 K.M. naar Bulawayo. dat eigenlijk maar 900 K.M. behoefde te zijn, maar tengevolge van den oorlogstoestand mogen wij slechts Rhodesia binnenkomen door een corridor over Livingstone, een omweg van 300 KM. We korten ons den tijd aan boord met het nuttigen van de voortreffelijke lunch, die uit een Fransch restaurant te Nairobi is meegeno men en doen vervolgens de gebruikelijke siesta. Tegen vier uur worden wij echter gewekt \oor een schouwspel, dat wij niet licht zullen ver geten en dat ruimschoots den omweg van 300 K.M. waard is. In de verte zien we de Zambesi- rivier, en even later scheren we laag over den gigantischen Victoria-waterval. In wijde cirkels vliegen wij er vlak over heen, zoodat we elk detail kunnen waarnemen: de verbreeding van de rivier voor de vallen, de eilandjes en Tiet diepe ravijn, waarin de reusachtige watermassa kolkend neerstort, hooge waterwolken opjagend, die tot aan ons vliegtuig schijnen te reiken. In een diep in de rotsen ingesneden kloof stroomt de Zambesi dan als een wilde bergrivier verder. Het is het meest imposante schouwspel, dat we op dezen zoo bijzonderen tocht, die toch zoo rijk is aan gebeurtenissen, hebben gezien. Hef bi; Moerdijk voorgevallene Politie verstrekt een signalement In verband met het te Moerdijk voorgeval lene, waarbij de militair-chauffeur Groen aan twee personen in een luxe-auto na een hevige worsteling een karabijn heeft ontrukt is een buitengewoon Politieblad verschenen. Hierin wordt opsporing verzocht van de beide onbe kende mannen, die de karabijn en eenige an dere militaire uitrustingstukken uit een school gebouw te Klundert. waarin militairen gelegerd zijn, hebben ontvreemd. Thans heeft men een signalement van één der mannen en de auto ver spreid. Het signalement van den burger waar mede de soldaat handgemeen werd, is als volgt: lang 1.80 a 1.85 M., mager uiterlijk, leeftijd ong. 35 jaar, gekleed met lederen jek ker en een pet scheef op het hoofd. Het signalement van den auto luidt als volgt: donkerkleurige Chevrolet, vermoede lijk van het jaar 19331934, 4-persoons, 4- deurs, stuur links, voorzien van het ken- teeken P 4408. Intusschen is komen vast te staan, dat van dit nummer valschelijk werd gebruik ge maakt. De diefstal werd, zoc&ls men weet. ontdekt doordat de militair-chauffeur in den avond van 27 Januari omstreeks 23.15 uur op den rijksweg van Breda naar Moerdijk een burger, in het bezit van een karabijn, in een luxe-auto zag stap pen. De soldaat vertrouwde dit niet en toen hy den burger naar de herkomst van de karabijn vroeg en daarbij die karabijn aan den burger wilde ontnemen, ontstond tusschen beide per sonen een gevecht. Tijdens dit gevecht werd de kleeding van den soldaat tweemaal met een mes doorstoken. De soldaat wist aan den burger de karabijn te ont rukken In den auto was nog een tweede (burger) persoon gezeten, die tijdens het gevecht zou hebben geroepen: „Kom Dirk, het is mis aan den Moerdijk". Deze persoon (van wlen nader signalement ontbreekt) sprak met Limburgsch dialect, even als zijn metgezel. Na deze geweldpleging wisten de burgers in hun auto te ontkomen en reden zij weg in de richting Breda. Na het gebeurde werd door politiepersoneel op gemeld weggedeelte nog gevonden: een mili tair gasmasker, een militaire overjas en een paar rubberlaarzen. Bij onderzoek bleken deze goederen te zijn ontvremd uit voormeld schoolgebouw. De brig.-comm. der Kon. Mar. te Moerdijk verzoekt opsporing, aanhouding en voorgeleiding an de onbekende daders. AMERIKA KOOPT KINA IN NED. INDIë. De Times van Woensdag maakt melding van zeer 4ioote aankoopen van. kina, welke door de Ameri- kaansche regeering ten behoeve van het Ameri- kaansche ministerie van oorlog is uitgevoerd He" contract is aangegaan met de Nederlandsche regee img voor een hoeveelheid van 700.000 oz., welke circa 100.000 zou kosten. Niet mee blijven doorloopen. Direct bettrijden met het onovertroffen geneetmiddel bij griepi ASPIRIN. Zorg vooral in grieptijd ASPIRIN bij de hand te hebben. (Adv. Ingez. Med.) Lichtseinen fen dienste van vreemde vliegtuigen? Opsporing van vreemdeling verzocht. Aan het Woensdag verschenen buitengewoon politieblad ontleenen wij: De commissaris van politie te Zeist ver zoekt te worden bekendgemaakt met den bestuurder van de auto, gemerkt H 13138. die verdacht wordt op 27 Januari 1940 om streeks 6.30 uur 's middags in Woudenberg, in de omgeving van het kruispunt bij Quatre-Bras, lichtseinen vermoedelijk ten dienste van de oriënteering van vreemde vliegtuigbestuurders te hebben gegeven. Bij aantreffen wordt verzocht de betreffende auto te onderzoeken of daarin materiaal aanwezig is om lichtseinen te kunnen geven. Uit een ingesteld onderzoek is gebleken, dat nummer met letter H 13138 is opgegeven aan Ferdinandus Orelianus Martinus Fontenai, geb. 23 December 1878 te Antwerpen, destijds wonende Aleidisstraat 81b te Rotterdam. Deze persoon, die van Belgische nationaliteit is. is echter niet meer woonachtig te Rotterdam, doch blijkt op 29 Juni 1921 aldaar te zijn afgeschreven voor vertrek naar Esschen (B.). Tevens wordt ver zocht te worden bekendgemaakt met de tegen woordige woon-en verblijfplaats van dien vreem deling, die mogelijk in een der vreemdelingen administraties zou kunnen voorkomen. Het moet niet onmogelijk worden geacht, dat de betref fende auto, waarvan het signalement niet kan worden opgegeven, van een valsch nummer is voorzien Holland's welvaren! Sanostol, het natuurlijke levertraan product met sinaasappelsmaak. be- «jJioedt hem voor het in Nederland (óók in den zomer) steeds dreigende vitaminen-tekort. Het lekkere lever traan-product dat ook de allerklein sten dolgraag lusten en dat him spelenderwijs een ongekend gehalte aan groei-vitaminen toevoert. Ook voor volwassenen is er geen beter tonicum dan Sanostol. Per flacon f. 1.40: voordeeliger is de „familieverpakking", die 2'u maal zooveel bevat en slechts f. 2.75 kost. „Met lékkere levertraan-productF BROCtADES'STHEEMAN PHARMACIA (Adv. Ingez. Med.) Een onderhoud mef onzen bijzonderen medewerker. meent de Noorsche min. prof. Koht. Onze bijzondere medewerker die op reis is naar Finland schrijft ons d.a. 27 Januari uit Oslo: Eergisteravond verdrong een menigte Noren, jonge Noren vooral, zich voor den ingang van een der groote hotels hier. Binnen, in de hall, was een batterij fototoestellen in het gelid gebracht Felle lampen beschenen twee reizigers, zoojuist uit Stockholm aangekomen: Nurmi en zijn „op volger" Maki, de fameuze Finsche hardlooper Nurmi, nu even veertig, is al historie geworden, maar zijn naam is nog precies zoo gevleugeld als indertijd zijn voeten waren. Maki, al loopt hij nóg harder, legt het in roem nog tegen Nurmi af. Maar de journalisten hadden voor hem dezen keer toch bijzondere belangstelling: Maki kwam recht van het Ladogafront. Het was hem aan te zien. De Finnen hebben nijpend tekort aan manschappen. Daarom moeten zij hun soldaten forceeren. Soms. vechten ze vijf etmalen aan één stuk zonder slaap! om daarna>een korte rust te krijgen en opnieuw te beginnen. Maki had juist zoo'n overspanningsperiode achter den rug, toen hij op verzoek van zijn regeering ijlings naar Helsinki toog om er te vernemen, dat Nurmi en hij uitverkoren waren om als pro pagandisten voor Finland naar Amerika te trekken. Het is, zou Buziau zeggen, „goed be keken". Meer dan een toespraak van een di plomaat. meer dan een rondreis van een eco noom of een historicus, „werkt" ginds, in het land van de hypersuperlatieven, het optreden van een paar hardloopers: Nurmi en Maki zullen in Amerika stellig met daverende geestdrift ontvangen worden. Men zal hen voor honderden microfonen sleepen, hen interviewen dat het een aard heeft, hen fêteeren dat ze niet weten hoe ze het hebben maar of zij ook zullen be reiken. wat zij bereiken willen: of zij Amerika zullen krijgen tot grootseheepscher hulpverlee ning dat blijft, voor mij althans, de vraag. Zij zelf lieten zich niet uit ook hardloopers ver staan immers de kunst, zich op de vlakte te houden! En ze waren moe. De zes uur. die ze in Oslo doorbrachten, besteedden ze wijselijk aan een slaapje, en de journalisten hadden het na kijken. Alleen de radio wist nog een twee-mimi* ten-speech van Nurmi op een plaat vast te leggen. Maar het was een Finsche speech, en de omroeper, die er geen weg mee wist. vertelde 's avonds, dat hij „geloofde", dat Nurmi „onge veer het volgende" zei Laat mij u de speech schenken: het was een rijtje loftuitingen aan Noorsch adres, vergezeld van een slot dat achter elke hedendaagsche Finsche toespraak volgt: helpt meer! Helpt méér!' Spraakzamer was de Finsche minister van so ciale zaken Fagerholm. die nu een rondreis maakt door de drie Scandinavische landen. Zijn taak is er naar. Wat hij te doen heeft, stelt ons ineens voor een van de bitterste kanten van alle oorlogsgeweld: Fagerholm zoekt een heenkomen voor een kwart millioen Finsche kinderen. Denk u een oogenblik in wat het zeggen wil! Finland heeft bijna een half millioen menschen (498.000 moeten „evacueeren" een deftig woord voor een nare zaak en van dat half millioen zijn bijna 250.000 kinderen. Deels komen zij uit de gevaarlijkste streken: uit de Zuidelijke steden Aabo, Helsinki, Viborg, of uit het industrie centrum Tammafors. Anderdeels werden die kinderen geëvacueerd, opdat vader wat onbe zorgder zou kunnen vechten en moeder, als „Lotta" of als plaatsvervangster van den man in fabriek of op kantoor, burgerdienst zou kunnen verrichten. En zoo zit de Finsche regeering met het vraagstuk van 250.000 kinderen, die in een oorlogvoerend land lastposten zijn. Gelukkig, dat deze harde en verwarde wereld haar hart voor de kinderen nog niet gansch en al heeft ge sloten. Er zijn hier fabrieken, die aanbieden om duizend, tweeduizend, vijfduizend kinderep on derdak, voeding, kleeding en verstrooiing te be zorgen, en ook aan particuliere hulpvaardigen ontbreekt het warempel niet. Maar wie durft erop bouwen, dat deze spontane bereidheid het tot het einde van den oorlog zal uithouden en dan nog: wie heeft hoogte van de ellende die deze volksverhuizing van al die kleinen teweeg brengt zoowel in de harten van hun ouders als in hun eigene? Zorg voor de vrijwilligers. Oorlog is gruwelijk: Ik zat gisteravond te pra ten met een Noorschen generaal (b.d.) die een der leiders is van den vrijwilligersdienst voor Finland. Tegen de duizend jonge Noren, en naar schatting tegen de tienduizend jonge Zweden zijn in de laatste dagen via Tornea beland in de oefenkampen ..ergens in Noord-Finland", waar de Zweedsche generaals Ignatius en Malmberg hun voorbereiden voor den strijd bij Salla en bij Kemijarvi. Mijn generaal sprak over die vrijwilligers met trots. Hij vertelde van hun prachtige uitrusting, die per man 1500 Noor sche kronen kost, van hun witgelakte ski's, hun zware wollen vesten, hun voortreffelijk physiek. Maar hij vertelde ook dat zij eenigermate verze kerd worden tegen blijvende invaliditeit, en hun vrouwen zullen althans wat ontvangen indien zij van Salla en Kemijarvi niet terugkeeren. Mijn generaal was waarlijk geen ijzervreter! Zoomin als het Noorsche volk. na 125 jaar vrede, oor logszuchtig is. Iedereen hoopt op vrede. Maar ook iedereen ziet in, dat de Finsche zaak een Noor sche of zoo gü breeder wilt: een Noordsche zaak is. Want wat zou doodelijker zijn voor den Noorsch-Zweedschen democratLschen geest dan de dictatuur van Josef Stalin? Die vraag behoorde tot de vele, die ik van morgen stelde, toen ik bij den Noorschen Mi nister van Buiteniandsche Zaken. Prof. Dr. Koht, op bezoek was. Minister Koht deelt het lot van zijn ambtgenooten over de geheels wereld: hij heeft ontzaggelijk veel om handen, Dc militaire autjriteiten te Haarlem boden Woensdagavond, ter gelegenheid van den verjaardag van Prinses Beatrix, de burgerij van Haarlem een militaire taptoe aan, welke gehouden werd op de Groote Markt Koht. en het meeste ervan is onplezierig. Zijn taak is het, het evenwicht te bewaren tusschen de sterk pro-Finsche gevoelens van het Noorsche volk en de neutraliteitspositie van den Noorschen staat. Zijn bureau iigt zoo vol' paperassen, dat ik. die schuin tegenover hem zit. niet meer van hem zien kan dan het hoofd, dat gekenmerkt wordt door een paar zware, omhoogstekende wenk- brauwborstels. Minister Koht, dogmatisch marxist, professor in de geschiedenis, bestuurt sedert vijf jaar het Noorsche departement van buiteniandsche zaken en in die jaren heeft hij zijn zorgen hand over hand zien toenemen. Na tuurlijk komt ons gesprek dadelijk op Finland. ..Sedert 1935 heb ik", zegt de Minister mij, ..ervoor geijverd, dat Finland zou deelnemen aan de besprekingen van de zoogenaamde Oslo- staten. Tevoren was er wel eens een Finsche delegatie bij de conferenties aanwezig geweest, maar toen ging het alleen om economische kwes ties. Na 1935 heeft Finland ook aan de politieke besprekingen deel genomen, en sindsdien heb ben de Russen altijd de voorstelling gehad, dat het Scandinavische blok tegen hen gericht zou zijn. Ik heb de laatste jaren steeds sterker den indruk gekregen, dat de Russen in een voort durende vrees voor aanvallen leven. Litwinof's politiek was gericht op de totstandbrenging van niet-aanvalsverdragen met alle belendende en nog een aantal niet aan Rusland grenzende staten .Toen ik zelf in Moskou was heeft1 hij ook Nooorwegen en terzelfder tijd Zweden een niet-aanvalsverdrag voorgesteld, maar wij zijn daarop niet ingegaan, mede omdat wij geen grens met Rusland hebben. In latere contracten is Rusland op die zaak niet meer teruggekomen". En Finland? „De Finnen hebben een niet-aanvalsverdrag met de Russen gesloten. Een voorstel van Duit- schen kant tot het aangaan van een soortge lijk pact wezen zij van de hand. Dat deden wij ook, maar Finland behandelde, naar mij voor komt, die aangelegenheid wat te principieel. Nu grijpt Duitsahland de nlet-totstandkoming van dat verdrag aan als rechtvaardiging voor zijn onverschilligheid jegens de Finsche zaak". „Ik heb sterk den indruk, dat bij de Duitsch- Russische besprekingen Finland niet op het ta pijt is geweest. Veeleer geloof ik, dat Rusland en Duitschland elkander toen verzekerd hebben, dat zij geen plannen tegen Finland koesterden, en dat de overval van Rusland op Finland ook voor de Duitschers een onaangename verrassing is ge weest. Onaangenaam, omdat Rusland naar machtsuitbreiding streeft die ook ten koste van Duitschland komt, en omdat Rusland nu zelf alles noodig heeft-, dat de Duitschers uit de Sowjet- Unie hoopten te zullen krijgen. Voor de Finnen is het hard dat zij, die jaar in jaar uit door de Rus sen van een veel te pro-Duitsche gezindheid be schuldigd werden, nu van Duitschen kant moeten liooren, dat zij zichzelf hebben teruggetrokken en derhalve van Duitschland niets kunnen verwach ten. Maar zegt Minister Koht in de buiten iandsche politiek komt de rechtvaardiging veelal achter de beslissing aan. Men neemt een bepaald standpunt in, en motiveert het vervolgens. Er is voor elke houding altijd wel een motief te vin den" Ook voor die van Rusland? „Ik geloof niet, dat het aangaat, te meenen dat Rusland's huidige politiek een puur-imperiallsti- sche is. Er steekt ook een stuk ideologie in, en, zooals gezegd, een merkwaardige vrees voor een aanval op de Sovjet-Unie. Die is overigens, in om gekeerden zin, hier in Noorwegen ook te vinden. Maar wij hebben formeel geen redenen om te ge- Iooven, dat Rusland het op Noorsch gebied be grepen heeft. De Russische regeering heeft zelfs uitdrukkelijk het tegendeel verklaard, wat na tuurlijk niet wegneemt, dat wij op alles voorbe reid moeten zijn. en de uiterste zorg aan onze verdediging besteden". Hoe is, in verband daarmee, de positie van de schatkist? „Wij mogen niet klagen. Het begrootlngsjaar hier loopt van 1 Juli-30 Juni. Over het afgeloopen jaar hadden wij, ondanks een uitgavenstijging van 500 millioen tot 660 millioen Kronen per jaar, een ongekend groot overschot. Maar voor het loo- pende jaar moeten 200.000.000 Kronen besteed worden voor economische en militaire verdedi ging. Die zullen wij niet uit de loopende inkom sten kunnen financieren. Een beroep op het pu bliek voor een leening van circa honderd millioen Kronen zal wel niet kunnen uitblijven". In den loop van het gesprek heeft Minister Koht van mij gehoord, dat ik naar Finland wil reizen, en wellicht via Noorwegen zal terugkeeren als ik een Noorsch visum heb. Dat Is onder de huidige omstandigheden niet in een ommezien te krijgen. Maar de Minister wijst mij een gemakke lijk begaanbaren weg. Via den chef van den Noorschen regeeringspersdienst beland ik bij dien van het centrale passenkantoor, en een uur nadat ik Victoria Terrasse, waar het „Utenriksdeparte- mentet" van Minister Koht in een rij andere mi nisteries ligt. verlaten heb. prijkt een „terugkeer visum" in mijn paspoort. Nu de papleren In orde zijn en ik van vrienden een formidabele wolven- pelsjas te leen heb gekregen, kan ik verder. Mor genavond moet ik. volgens mijn program, in Stockholm zijn. (Nadruk verboden. Auteursrecht voorbehoud»*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 5