Sp&ti ut 't
De Zweedsche bladen trekken
fel van leer tegen de Russen.
7
NAAR FINLAND.
Engelsche mijnenveger
vergaan.
/rif ip/
TJIIMtM
Het Amerikaansche Huis
DINSDAG 6 FEBRUARI 1940
ff A A" R E E U'S D A' GBE A ES
Onze bijzondere medewerker schrijft ons uit
Stockholm, d.d. 30 Januari:
In den afgeloopen nacht zijn hier berichten bin
nengekomen over heftige bombardementen,
waaraan Helsinki, Viborg en vooral Aabo gister
middag hebben blootgestaan. Het grootste zie
kenhuis van Viborg is na een aanval met brand
bommen in vlammen opgegaan: 21 patiënten en
verpleegsters kwamen daarbij om het leven. Ook
Aabo, dat toch al uiterst zwaar geleden had o.a.
is het grootste hotel, Hamburger Börs, geheel in
gestort heeft gisteren een kwaden dag door
gemaakt. Circa dertig menschen kwamen tijdens
een hevig bombardement om, en de verslaggevers
van de Zweedsche bladen melden, dat de stad
ernstiger beschadigd is dan ooit te voren. In
Helsinki werd vier keer alarm gemaakt, maar
daar schijnt de luchtafweer goed op streek te
zijn! Er wordt weinig schade gemeld. Een der
tienjarige jongen werd doodelijk getroffen. De
Zweedsche bladen zijn vandaag uiterst heftig en
voor de krantenbureaux stonden vanmorgen veel
druk pratende en gesticuleerende menschen. De
speciale verslaggevers, die in zwermen naar Fin
land zijn gestuurd, weten te melden, dat de Rus
sische vliegers opdracht hebben om vooral Roode-
Kruis-inrichtingen, veldlazaretten, ziekenhuizen
en arbeiderswijken onder vuur te nemen. Zulks
wordt bevestigd van de zijde der Engelsche La~
bour-delegatie onder leiding van Sir Walter Ci
trine, en door een Zweedsche missie onder aan
voering van een Rijksdaglid. Ofschoon deze on
derzoekers bij aankomst in Helsinki niets achter
den rug hadden dan de treinreis van Aabo, ver
telden zij den journalisten, dat het duidelijk is,
dat de Russen het op de bovengenoemde objecten
bijzonderlijk hebben begrepen, en deze verzeke
ring wordt in de Zweedsche bladen dan weer be
vestigd door een bericht over twee Russische ge
vangenen die van streek raakten toen men hen
wegens opgeloopen verwondingen naar een zie
kenhuis wilde brengen! Juist op ziekenhuizen
hebben onze vliegers het gemunt", zeiden zij.
Ik twijfel er niet aan, of deze en dergelijke
berichten bereiken ook de Nederlandsche pers.
Misschien heeft die ook al het bericht gehad,
dat de Russen tegen de burgerbevolking van
Finland bij voorkeur dum-dum-kogels gebrui
ken. Dat stond gisteren, vergezeld van woedend
commentaar, in de Zweedsche bladen. Natuur
lijk kan ik van deze berichten de juistheid
noch bevestigen, noch ontkennen. Eerst mor
gen tegen 12 uur hoop ik, na een vliegreis via
het Zweedsche Sundsvall naar Vasa, in Finland
aan te komen, en op dit oogenblik heb ik der
halve geen bevoegdheid tot oordeelen. Wanneer
ik toch aan deze berichten en de daarmee
samenhangende feiten en toestanden eenige be
schouwingen ga wijden, doe ik dat niet om
de eene partij tegen de andere te verdedigen èn
zeker niet om recht te praten wat krom is. Maar
wel omdat ik het zoo betreur, dat door allerlei
stemmingmakerij de aandacht van de hoofdzaak
wordt afgeleid. Die hoofdzaak is en blijft, dat de
Russen een misdadigen, onuitgelokten overval op
een buurland, medelid van den Volkenbond,
ondernemen en dat de politiek van de Sovjet-
Unie niet anders dan als uiting van steenhard
imperialisme kan worden opgevat. Wie die
feiten vasthoudt, heeft geen sensaties noodig
om bitter verontwaardigd te zijn, noch om diep
medelijden te gevoelen met het lot van het
Finsche volk. Dat de Russen ziekenhuizen en
arbeiderswijken bombardeeren, maakt de zaak
waarom het gaat niet erger. Oorlog is oorlog
en indien het juist is, wat ik omtrent de Rus
sische tactiek oip gezag van anderen hierboven
vermeldde, bewijst dat dunkt mij alleen, hoe
naïef al het gedoe over „humaniseering" van
den oorlog is. Precies dezelfde klachten over
bombardeeeren van Roode-Kruis-treinen, zieken
huizen en arbeiderswijken, alsmede over ge
bruik van dum-dum-kogels, hebben wij de
laatste jaren vernomen: van de Chaneezen tegen
de Japanners, van de Abessyniërs tegen de
Italianen, van de Spaansche regeeringsge-
trouwen tegen de aanhangers van Franco en
van de Polen tegen de Duitschers. Precies de
zelfde dementi's, die Moskou nu terzake ver
spreidt, hebben wij uit Tokio, Rome. Burgos en
Berlijn te lezen gekregen. Het menschelijk ge
weten wordt blijkbaar en gelukkig nog
altijd geraakt, wanneer men het ervan beticht,
dat het geen erbarmen kent met zieken, rnis-
deelden. hulpbehoevenden en kinderen.
De „humaniseering" van den ooi-log —wat is zij
anders dan een hopeloos pogen om kool en geit te
sparen, om ooriog te voeren en toch nog men
schelijk te blijven? Ik geloof, dat Finland, als
zooveelste in de steeds langer wordende rij bezig
is te ondervinden, dat dit sparen van de kool en
de geit in de werkelijkheid tot de onmogelijkhe
den behoort A la guerre comme a la guerre, zegt
een eerlijk Fransch spreekwoord. Al wat Finscli
is, is voor de Russen „vijand"', en een vlieger die
bovendien zelf aan aanvallen bloot staat, heeft
geen kans om wèl op de kazernes maar niet- op
het ziekenhuis, wèl op een villa, maar niet op een
arbeiderswijk te mikken .Hij duikt in razende vaart
naar beneden, gooit zijn bommen, en stijgt weer
op. Alles is „vijand" en elke ruïne, elke doode, is
„triomf". Er is trouwens in de berichten over de
Russische bomaanvallen een zoo felle tegen
spraak. dat ik niet recht begrijp hoe de couran
ten kunnen verwachten, dat. het publiek er over
heen zal kijken. Dagelijks lees ik hier. dat de
Russen wel voortreffelijke vliegtuigen hébben,
maar dat de vliegers niet deugen: zij.kun
nen niet richten! Bommen, blijkbaar gemunt
op een electrische centrale, kwamen een kilome
ter of 15 verder terecht, zoo lees ik. „Het
bombardement op Viborg, Vrijdag j.l., richte
weinig schade aan, vrijwel alle bommen kwamen
in parken of in het water terecht", zegt een spe
ciale verslaggever. Hoe rijmt dat met het vol
maakt geslaagde mikken op ziekenhuizen en ar
beiderswijken? Het rijmt niet. Ik voor mij ben
er van overtuigd, dat men alleen dan eerlijk is,
wanneer men zegt: de vliegers zijn den eenen
keer „gelukkiger" dan den anderen. Of, omge
keerd: de aangevallen Finnen hebben vandaag
meer ongeluk dan gisteren. Oorlog is oorlog. Oor
log is onmenschelljk. De „gehumaniseerde" oorlog
is een ontoereikend doekje voor een bloedend
geweten
De lezer moge mij deze overpeinzing willen
vergeven. Haar nut kan alleen zijn, dat hij weet,
hoe ik tegen de dingen aankijk. Ik doe dat zon-
der eenige vooropgezette meening. Wie zich ai-
leen maar tevreden kan voelen met verwoede
stukken tegen die gemeene ziekenhuisbombar-
deerders. abonneere zich op de corresponden
ties van Zweedsche. Noorsche en Deensche bla
den. De verslaggevers kunnen zeker zijn van een
eereplaats op de frontpagina als zij het er maar
dik bovenop leggen: en dat is sommigen hunner
waarlijk toevertrouwd. Zij kweeken er een heftig
anti-Russische stemming mee. die evenwel niet
meer uit een standvastige beoordeeling van de
hoofdzaken voortvloeit, maar die steunt op opge-
zwiepte sentimenten. Niemand is ermee gebaat.
Al dat hitsen en haten schuift onze erbarmelijke
gereld dichter naax den rand van den afgrond.
Ik heb nooit in „gehumaniseerde" inbrekers
geloofd of in kieskeurige brandstichters. Neen.
wie zoo'n doel wil. aanvaardt ook de middelen.
Ik veracht de inbraak meer dan het breekijzer,
de brandstichting méér dan het blik benzine. Wat
Rusland doet tegen Finland, is voor mij een
exempel van moderne inbrekerspolitiek. Aan die
overweging heb ik schoon genoeg om principieel
te staan aan de zijde van de overweldigden. Zij,
de Finnen, vormen geen volk van engelen, geen
volk zonder fouten. Zij hebben in den loop der
jaren dingen gedaan, die ik onverstandig of zelfs
gevaarlijk acht.
Zij handelden niet altijd zoo, als ik
het graag had gezien. Zij hebben de Russen meer
dan eens hard op de teenen getrapt. Laat ons
niet gaan zwijmelen en idealiseeren. Maar laten
wij vasthouden aan werkelijkheden en hoofd
zaken. Aan niets ter wereld hebben de Finnen
verdiend, door de Russen aangevallen en plat
getrapt te worden. Ook wie bedenkingen tegen
hun politiek heeft en In een volgenden brief
zal ik daarop terugkomen moet toegeven dat
zij een schaamteloozen roofoverval als dien van
de Russen nooit of te nimmer rechtvaardigen
kunnen. En wie aan dit inzicht vasthoudt, staat
heel wat sterker dan hij, die voor zijn verbit
tering en verontwaardiging nog behoefte heeft,
aan allerlei gruwelijke verhalen over het bijzon
der onmenschelijkc juist van dezen Russisch-
Finschen oorlog, verhalen, die wij uit alle oor
logen kennen, en die evenzoovele illustraties
zijn van deze ééne waarheid, dat, gelijk de
Zweedsche Koning het voortreffelijk heeft ge
zegd: elke oorlog onmenschelijk is en een ver
nedering voor de menschelijke beschaving.
(Nadruk verboden.
Auteursrecht voorbehouden).
ONGELUK DOOR DE GLADHEID.
Maandagmorgen is een 50-jarige wielrijder in
de Pieter Kiesstraat te Haarlem door de glad
heid geslipt en gevallen, waardoor hij zijn rech
ter onderbeen brak. Docr leden van den Onge-
vallendienst werd hij, na voorloopig behandeld
te zijn, per ziekenauto naar de Maria-Stichting
vervoerd.
CENTRALE BOND VAN TRANSPORT
ARBEIDERS.
Door de afdeeling Haarlem van den Centralen
Bond van Transportarbeiders zal a.s. Zaterdag een
feestelijke bijeenkomst worden gehouden in de
groote zaal van het Gemeentelijk Concertgebouw.
Door den heer R. Laan zal een propagandistisch
woord worden gesproken en verder zal medewer
king worden verleend door Arno's Klein Cabaret
gezelschap.
Hartlijder volgde raad van
kwakzalver op en stierf.
Tegen kruidendokter hoogste straf
geëischt.
Een van de ergste gevallen van kwakzalverij
werd Maandag voor de strafkamer van het
Haagsche Gerechtshof behandeld.
Het was de 52-jarige koopman J. B. uit Rot
terdam. die aanvankelijk expeditieknecht van
beroep, zichzelf had opgewerkt tot kruiden
dokter en zijn praktijk in Rotterdam en om
geving uitoefende. In het geval, dat gisteren
werd behandeld, heeft het ingrijpen van ver
dachte, volgens den medicus, den dood van den
patiënt ten gevolge gehad en wegens het ver
oorzaken van den dood door schuld heeft de
Rotterdamsche rechtbank hem dan ook ver
oordeeld tot een gevangenisstraf van negen
maanden, de zwaarste straf, welke op dit mis
drijf staat.
Verdachte's patiënt was een hartlijder zoo
bleek uit het verhoor ter terechtzitting en
was onder doktersbehandeling. Zijn geneesheer
gaf hem digitalis en deze medicijn was alles
zins voldoende. Toch meende de patiënt in de
vacantie van zijn dokter naar den kwakzalver
te moeten loopen, die hem in de oogen keek en
een groot aantal dure kruiden adviseerde. Dit
heeft de man met zijn dood moeten bekoopen.
De kruiden op zichzelf bleken waardeloos, doch
onschadelijk, maar zij moesten met veel water
worden Ingenomen. Dit nu is voor hartlijders
fataal en de patiënt overleed dan ook door over
matig watergebruik, aldus hadden eenige medici
geconstateerd. Wel had de huisarts nog getarcht
den patiënt te redden, doch dat gelukte niet
meer.
Verachte toonde geen berouw van zijn daad.
Hij deed het voorkomen alsof zijn geneeswijze
nooit kon falen, doch dat een andere oorzaak
den dood van den man had teweggebracht.
Voorts bleek dat verdachte reeds meermalen
wegens overtreding van de" wet op de genees
kunst is veroordeeld.
De advocaat-generaal vrceg bevestiging van
het vonnis van de Rotterdamsche recht
bank, die aan verdachte de hoogste straf voor
dit misdrijf (negen maanden gevangenisstraf)
had opgelegd.
VEREENIGING K. EN O.
Wij ontvingen het winterprogramma 1939
1940 van de afd. Haarlem en omstreken der
Vereeniging tot bevordering van het onder
wijs in Kinderopvoeding en Opvoeding („K. en
O."), die zooals bekend is beschikt over een in
de Lange Margarethastraat. hoek Krocht te
Haarlem, gevestigd „Huis voor Ouders en
Opvoeders", dat bedoelt een vraagbaak te zijn
voor ouders, opvoeders en allen, die direct of
indirect met verzorging en opvoeding te maken
hebben of daarin belangstellen.
Voorts organiseert „K. en O." verschillende
cursussen in kinderverzorging en verzorging van
den zuigeling, eenvoudige opvoedkunde, knutse
len. ziekenverpleging in het gezin en volksdan
sen. Ook worden cursussen gegeven voor han-
denarbeidlessen voor leidsters en leiders van
clubs en anderen.
Dure doelpunten Financiëele en sportieve waarde van
sommige goalsVerschil in waardeering bij professional-
en amateur-voetbalBijzondere maatregelen voor de korf
ballers Succes van een „indoor"-golfschoolDe school-
schaatswedstrijden vielen in den smaak.
Wat is de waarde van een doelpunt?
Deze vraag kan tweeledig worden beantwoord,
al naar gelang het amateur- of beroepsvoetbal
betreft, al zal men geneigd zijn te zeggen, dat in
beide categorieën het beslissende doelpunt het
meeste gewicht in de schaal legt. Dat is natuurlijk
juist, want zulk een goal brengt de begeerde over
winning of het gelijke spel met de daaraan ver
bonden punten, maar men zal het met ons eens
zijn, dat ook hierbij graden van belangrijkheid en
waarde bestaan.
In het Nederlandsche amateurvoetbal is het
doelpunt, dat uiteindelijk de promotie van een
club tot een feit maakt, wel het hoogst in waarde
aan te slaan, daarop volgt dan de goal, die een
kampioenschap brengt en tenslotte de score, die
een elftal op het nippertje aan de laatste plaats
doet ontsnappen.
Bij het Engelsche beroepsvoetbal zijn er echter
nog andere factoren, die een rol van beteekenis
spelen. In tegenstelling met het gebruik in ons
land, waar alleen het winnende of gelijkmakende
doelpunt voor het bepalen van de positie op de
ranglijst meetelt, zoodat een 1-0 nederlaag even
zwaar weegt als een 10-0 débacle, wordt in Enge
land elke goal op de ranglijst verdisconteerd, wat
er vaak toe leidt, dat een team bij een hopeloos
lijkenden achterstand tot het einde van de match
blijft strijden. Een al of niet gescoord of voorko
men extra-doelpunt in een match in het begin
van het seizoen kan tenslotte op het einde den
doorslag geven ten opzichte van kampioenschap,
promotie of degradatie, als de betrokken concur
renten een gelijk aantal winstpunten hebben.
Een andere en uiteraard de belangrijkste factor,
die de waarde van een doelpunt in professional
voetbal bepaalt, is het bedrag aan inkomsten,
dat van het scoren van een goal het gevolg is.
Het is duidelijk, dat een doelpunt in het beker-
tournooi duizenden ponden waarde kan hebben,
als het de oorzaak is. dat de club in de volgende
ronde of in de finale komt met al de voordeelen
van dien. Toen in 1932 op het terrein van Aston
Villa de halve eindstrijd tusschen Arsenal en
Manchester City werd gespeeld, bleven beide doe
len tot de laatste minuut ongerept. Reeds bracht
de scheidsrechter de fluit aan den mond om het
eindsignaal te geven toen de Londensche links
buiten Bastin van de zijlijn af een vliegend schot
loste, dat vlak langs den paal in het doel suisde.
Deze goal werd terecht als het 10.000 pond-doel
punt betiteld.
In ons land mag een dergelijk doorslag gevend
doelpunt dan financieel iets minder voordeelige
gevolgen hebben, voor onze begrippen is de spor
tieve waarde soms veel hooger aan te slaan. Daar
toe behoeven we slechts een drietal Haarlemsche
voorbeelden te geven, die bij velen de herinnering
aan spannende wedstrijden weer levendig zullen
maken.
Allereerst de door Verwaal voor Haarlem ge
scoorde gelijkmaker in den enerveerenden pro
motiewedstrijd tegen E.D.O.. toen vrijwel iedereen
meende, dat de roodzwarten aan het langste eind
zouden trekken en daardoor zoo goed als zeker
Ivan promotie zouden zijn. Het schot van Verwaal
bracht den ommekeer en de Roodbroeken her-
overden het eerste klasseschap.
I In 1933 leverden H.F.C. en Zeeburgia aan De
Spanjaardslaan elkaar strijd met dezelfde be
looning als inzet Na een vroegtijdig succes van
de thuisclub maakten de Amsterdammers gelijk
en kwamen daarna zoodanig in de meerderheid,
jdat men elk oogenblik de capitulatie van de H.
'F. C.-verdediging kon verwachten. Op het psycho
logische moment scoorde Chapon een verrassend
doelpunt, dat zijn uitwerking op het zelfvertrou
wen van beide partijen niet miste en de „Good
Old" behaalde twee winstpunten, die de promotie
binnen haar bereik bracht.
Tenslotte was het de H.B.S.-linksbuiten Kra
mer, die in Mei van het vorige jaar zijn club
practisch voor degradatie behoedde, door in het
Noorder Sportpark tegen E.D.O., dat aanvankelijk
een 2-0 voorsprong had gehad, in de laatste mi
nuten den gelijkmaker te scoren. Daardoor wer
den den Hagenaars twee kostbare punten achter
stand op onze stadgenooten bespaard.
Het bestuur van den Kon. Nederl. Korfbal Bond
laat zich door de langdurige vorstperiode niet
ontmoedigen en heeft besloten om den competi
tieleider tot het nemen van bizondere maatrege
len in staat te stellen.
Zoodra de terreinen weer in goeden staat zijn.
zal hij bevoegd zijn twee clubs, die elkaar dit sei
zoen nog niet ontmoet hebben, op denzelfden
dag twee maal tegen elkander te doen uitkomen,
teneinde „schot" in het competitie-programma te
brengen. De tijdsduur van deze matches wordt
tot twee maal een half uur verkort; de pauze
tusschen beide ontmoetingen moet minstens een
uur bedragen. Door deze maatregelen hoopt men
te bereiken, dat de competitie, ondanks het hui
dige oponthoud, zoo vroegtijdig is afgeloopen, dat
men nog tijd voor andere wedstrijden over houdt.
Een en ander heeft natuurlijk voor- en na-
deelen. maar toch blijkt uit het voornemen, dat
het clubbelang niet op de eerste plaats wordt ge
steld en dat het korfbal nog niet zoo vermateria-
liseerd is. dat men met recettes en dergelijke fac
toren moet rekening houden.
In de voetbalsport is dat helaas veelal anders!
Men heeft eenigen tijd geleden den golf-pro-
fessional Van Dijk van de Amsterdamsche Golf
club in de gelegenheid gesteld op een ruimen pak
huiszolder een school voor „indoor"-training te
openen. Met eenvoudige hulpmiddelen is de leer
meester er in geslaagd een werkelijke golfcourse
zoo natuurgetrouw mogelijk na te bootsen, al zijn
de attributen vanwege de ruimte tot het aller
noodzakelijkste beperkt. Dat neemt niet weg. dat
de leerling volop gelegenheid krijgt, onder des
kundig toezicht de technische knepen van de voor
de „drive" benoodigde „swing", de „ijzer"-slagen
en het „putten" te beoefenen.
Al is de omgeving en de inrichting dan niet zoo
luxueus als bij de Engelsche „indoori'-oèfenge-
legenheden, de ruime toeloop van gegadigden be
wijst voldoende, dat dit initiatief terdege op prijs
wordt gesteld.
Wellicht kan dit een aanwijzing voor de Ken-
nemer Golfclub zijn om tot het stichten van een
dergelijke school onder leiding van haar profes
sional King over te gaan.
De school-schaatswedstrijden hebben volkomen
aan de verwachtingen beantwoord. Te Heemste
de. op de banen der ïjsclub „De Volharding",
leverden de leerlingen der openbare en bizondere
lagere scholen elkaar scherpen strijd, zoowel in
vertegenwoordigende ploegen als individueel en
ook op de IJsclub voor Haarlem en Omstreken
hadden de wedstrijden van de 2e H.B.S. B veel
belangstelling en succes.
Het geeft ons voldoening, dat het eenige weken
door ons in deze rubriek geopperde plan verwe
zenlijkt is; het schaatsenrijden toch is onze na
tionale sport bij uitnemendheid en het is wel in
de eerste plaats de jeugd, die men daarbij gaarne
in de voorste gelederen ziefc.
Vermoedelijk 54 opvarenden
omgekomen.
In zwaar weer gekapseisd.
De Engelsche Admiraliteit deelt mede.
dat de mijnenveger „Sphinx", commandant
J. R. M. Paylor, bij zwaar weer is vergaan,
terwijl dit schip met onklaar geraakte
machines een haven werd binnengesleept. Er
stonden zeer hooge golven, toen de kabel
brak en het schip tenslotte kapseisde.
De '„Sphinx" was Zaterdag j.l. tijdens
vijandelijke luchtaanvallen beschadigd. De
bevelvoerende officier en vier minderen
hebben, naar bekend is, het leven verloren.
Vier officieren en 45 minderen worden ver
mist. Gevreesd wordt dat zij zijn omgeko
men.
De geredden, twee officieren en 44 min
deren, zijn aan land gebracht. De „Spinx"
(875 ton) is een van de zeventien schepen van
de „Halcyon-klasse van mijnenvegers. Het
schip was op 7 Februari 1939 te water ge
laten.
GENERAAL-MAJOOR BARON VAN VOORST
TOT VOORST.
Bij K.B. van 3 Februari j.l. is:
le. de generaal-majoor H. F. M. baron van
Voorst tot Voorst, van den staf der cavalerie,
eervol ontheven uit zijn functie van commandant
der lichte divisie, tevens inspecteur der cavalerie
en der wielrijders.
2e. de generaal-majoor H. F. M. baron van
Voorst tot Voorst, voornoemd in zijn rang en
ouderdom van rang overgeplaatst naar den
generalen staf.
DF, R.-K. U.L.O.-SCHOOL AAN DE
GED. OUDEGRACHT.
Zooals bekend wilde het schoolbestuur der R.-K.
U.L.O.-school aan de Ged. Oudegracht op dezelfde
plaats een nieuw gebouw voor de school gesticht
zien, terwijl de Gemeenteraad van Haarlem be
sloot, de school naar een te restaureeren school
gebouw op het Leidscheplern over te brengen.
Ged. Staten hebben nu de tegen laatstgenoemd
besluit door het schoolbestuur ingebrachte bezwa
ren niet ontvankelijk verklaard.
Intusschen hebben Geri. Staten zich niet uitge
sproken voor of tegen de meening van een der
beide partijen maar een formeele uitspraak ge
daan.
In zijn bezwaarschrift zegt het bestuur nl. dat de
Raad medewerking geweigerd heeft, hetgeen niet
juist is. De Raad toch heeft zich bereid verklaard,
een ander gebouw voor de school beschikbaar te
stellen.
HET PERSONEEL VAN DE BROCKWAYBUSSEN
Door het personeel van de Brockwaybussen was
eenigen tijd terug via hun organisaties bij de di
rectie het verzoek gedaan eenige verbetering te
brengen in hun loonregeling. De directie heeft dit
verzoek afgewezen en daarbij ook de bespreking
welke door debesturen van de samenwerkende
organisaties- was gevraagd.
Thans hebben de besturen besloten het perso
neel ter vergadering op te roepen. Woensdag a.s.
zal die vergadering plaats vinden in hel vergader
lokaal van den Centralen Bond van Transport
arbeiders.
G. D. HAGEBOUT t
Maandag is in den ouderdom van 58 jaar
overleden de her G. D. I-Iagebout, de laatste
twee jaar secretaris der Eerste Coöperatieve As
sociatie voor Lijkbezorging U_A., nadat hij daar
voor a.1 in het bestuur zitting had.
De heer Hagebout was tot l Mei 1937 chef van
de afdeeling Georganiseerde Werkloozen bij den
Dienst van Maatschappelijk Hulpbetoon te
Haarlem. Toen 'verliet hij den gemeentedienst
met pensioen. Bij zijn afscheid op 30April 1937
kreeg hij van vele zijden hartelijke waardeering
voor zijn werk bij Maatschappelijk Hulpbetoon.
De heer Hagebout is ook eenigen tijd be
stuurslid geweest van de Vereen, voor Faculta
tieve Lijkverbranding. Hij vervulde zijn verschil
lende functies steeds met buitengewonen ijver en
toewijding.
De crematie zal plaats hebben Zaterdag 10
Februari a.s. te Driehuis-Westerveld na aan
komst van trein 14.14 uur.
KENNEMERKRING VAN VOLKSONDERWIJS
Onder voorzitterschap van den heer E. Geeris
Wzn. vergaderde de Kennemerkring van „Volks
onderwijs" te Haarlem Afgevaardigden van ver
scheidene afdeelingen waren tegenwoordig. De
voorzitter wees op den toestand van het lager
onderwijs en op ce positie, die de openbare
school inneemt en olgens hem moet blijven in
nemen. Volksonderwijs moet in deze dagen paraat
zijn. Mede te werken aan de verheffing van het
onderwijs, aan de versteviging van de positie der
openbare school, is mede de taak van den Ken
nemerkring. De aanwezigen werden opgewekt tot
werkzaamheid en waakzaamheid.
Uitvoerige besprekingen werden gevoerd over
de taak van den Kennemerkring.
Aan de afdeeling Velsen werd een subsidie toe
gestaan van 30 voor de propaganda.
De rekening en verantwoording van den pen
ningmeester. den heer D. Klay, sloot met een
batig saldo.
De bestuur verkiezing had tot uitslag, dat de
heer Klay als penningmeester werd herkozen.
De secretaris, de heer Hofstra uit Zandvoort.
wenschte geen herbenoeming. In zijn plaats zal
een ander lid der afdeeling Zandvoort in het
bestuur van den Kennemerkring plaats nemen
HOLLAND—AMERIKA LIJN.
Westernland 3 van Antwerpen te New-York.
JAVA—NEWYORK LIJN
Polydorus 3 v. New-York n. Java.
Kota Baroe, Java n. New-York p. 3 Mauritius.
ROTTERDAMSCHE LLOYD.
Garoet .thuisreis) p. 2 Perim.
Kertosono (uitreis) p. 4 Perim.
Kota Agoeng (thuisreis) 'p. 5 Pt. de Galle.
Kota Nopan (thuisreis) p. 4 Pt. de Galle.
Ameland 4 v. Batavia te Rotterdam.
Marken (uitreis) p. 3 Pt. de Galle.
Indroepoera, Batavia n. Genua 5 v. Singa
pore.
STOOMVAART MIJ. NEDERLAND.
Chr. Huygens (thuisreis) 4 van Port Said.
Soemba (thuisheis) 3 v. Colombo.
RECTIFICATIE.
LEDEREN KAP HANDSCHOENEN, wol
gevoerd vanaf 3
BARTEL] ORISSTRAAT 20
JACK MORRIS Telef. 1543»
(Adv. ingez. MedJ
Prins Bernhard neemt afscheid van
generaal Reynders.
Prins Bernhard heeft zich Maandagmiddag to
vijf uur, vergezeld van zijn waarnemend adju
dant luitenant-kolonel H. J. Phaff. naar het
Algemeen Hoofdkwartier begeven om afscheid t«
nemen van den afgetreden opperbevelhebber,
generaal I. H. Reijnders.
TOONEELVEREENIGING „VRIENDSCHAP
ZIJ ONS DOEL".
De Haarlemsche Tooneelvereeniging „Vriend
schap zij ons doel" voert Zaterdagavond 2 Maart
in het gebouw St. Bavo aan de Smedestraat te
Haarlem op het stuk „Als stad en land elkaar
ontmoeten" van A. J. Zoetmulder, een landelijke
idylle in drie bedrijven. Wederom stelt de ver
eeniging een beperkt aantal kaarten voor werk
loozen beschikbaar.
MUZIEK.
Vierde Kamermuziekavond
Toonkunst.
Enrico Bormioli en Alberto Semprint.
Met uitzondering van een aantal vertegenwoordi
gers van een verstokt dilettantisme zal wel ieder van
oordeel zijn, dat uitingen van werkelijke Kunst al-
geheele kunstvaardigheid vereischen. Daarentegen
is algeheele kunstvaardigheid nog geen waarborg
voor het geven van Kunst, d.w.z. van geestelijke
waarden in een vorm, die het schoonheidsgevoel be
vredigt.
Met deze definitie zijn m.i. tevens de grenzen
getrokken tusschen artistieke en onartistieke pres
taties. Zoodra geestelijke waarden ontbreken, zoo
dra de vormende meesterhand afwezig blijkt, heeft
men met gebrekkige of met heelemaal geen Kunst
ite doen.
Het is echter volstrekt geen vereischte om onder
„geestelijke" waarden alleen psychische te ver
staan: de humor in zijn meest verschillende uitingen
mag wel degelijk daartoe ook gerekend worden.
Geestige wendingen kunnen onzen schoonheidszin
even goed bevredigen als diepzinnige lyrische of
dramatische ontboezemingen.
Nu zijn we gewend onder „Kamermuziek" iets an
ders te verstaan dan hetgeen het klavierduo Bor-
mioli-Semprïni Maandagavond in den Stadsschouw
burg ten gehoore bracht: een reeks arrangementen
of bewerkingen, afgewisseld door eenige eigen com
posities, en het eene stuk was nog briUanter dan
het andere en het andere nog briUanter, dan het
eene ik weet het niet recht meer. Het was als een
etalage van een of anderen grooten Amsterdamschen
of Parijschen juwelier: brillonten en nog eens bril-
lanten, doch waar de ingetogen parels met hun zacht
iriseerende kleuren ontbraken.
De bewerkingen strekten zich uit van den 17de-
eeuwschen Turini over Bach, Schubert en Chopin
tot Albeniz en Johann Strauss. Ze begonnen met de
beroemde Toccata en Fuga voor orgel. Ik sta tegen
over dergelijke arrangementen principieel minder
afwijzend dan vele mijner collega's. Bach zelf ar
rangeerde eigen werken naarmate het in zijn kraam
te pas kwam. „Nu ja, dat was Bach," zal men zeg
gen. „Quod licet Jovi, non licet bovi. Zeker. Maar als
een ander het doet, komt het er slechts op aan of die
ander al of niet een „bos" is, m.a.w. of zijn bewer
king kunstwaarde heeft. Nu liet het bewuste arran
gement prachtige klankcombinaties hooren, die de
registers van een rijk gedisponeerd orgel suggereer
den, en daarom had het waarde als instrumentale
Kunst. Van de Sonate van Turini hadden de heeren
Bormioli en Semprini een totaal nieuw stuk ge
maakt, welke metamorphose ons niet kon ergeren,
omdat we het origineel niet kenden. In het Andante
hadden ze zelfs eenige innigheid een zeldzaam ge
voelsmoment op dezen avond gelaten.
Maar daarna strekten ze schennende handen uit
naar Chopin's Etudes uit en begroeven vier zijner
Etudes onder glinsterende sneeuw, die het gedach-
tenverkeer belemmerde. Srr wat een hoop las
tige en onnoodige noten! Albeniz verdroeg den op
smuk beter, immers diens klavierstukken zijn mee-
rendeels reeds brillante bewerkingen van Spaansche
volksmelodieën en op een beetje meer of minder
klatergoud komt het dan niet aan.
Volkomen waardeloos bleek de door de firma ge-
zamelijk en vermoedelijk expressievelijk voor de
gelegenheid van hun Nederlandsche tournee ge
fabriceerde „Rapsodia Olandese", een r'napsodie
(aaneenrijgsel van melodieën) in den eigenlijken zin
des woords. En hoe dan nog! Hoe waren die melo
dieën uit hun sfeer gerukt en misvormd. Dat begon
met ons „Wilhelmus" en een aantal toehoorders
stond op. maar ging spoedig weer zitten toen ze uit
de gewrongen harmonieën hun %'ergissing bemerkten.
Dan: het „Wilhelmus a la beiaard: dat was tenminste
specifiek Hollandsch. Dan telkens met een overgan-
getje naar een blauwgeruiten en erg gespikkel-
den kiel. en naar een gespreide, met loovertjes en
kunstbloemen opgedirkte hemclsche tent, en naar
„Merck toch, hoe sterek". neen hoe langzaam en
fin, 't was een heel leelijke potpourri.
En-daarna werd de virtuositeit botgevierd in drie
composities van den langen Heer Bormioli met zijn
reusachtige handen: een druk „Notturno", een nog
drukkere „Toccata" en een allerdrukste Rapsodia
italiana, waarin de tarantella ook werkelijke stuw
kracht had. En moeilijk!
Met twee stukken van Semprini zakten we af
naar het gebied der syncopations om tenslotte in de
draaikolken van de „Schone blaue Donau" terecht te
komen en toen was ik zóó doortimmerd, dat ik on
willekeurig neuriede „Lieve schipper, vaar mij
over".
Nu was dit alles fenomenaal wat betreft instru
mentale effecten en vingervaardigheid. „Bormioli
Semprini, prestidigitatori" zou een passende naam
zijn. Duivelskunstenaars zou men hen ook kunnen
noemen.
Van „kamermuziek" hebben we, zooals reeds ge
zegd, een ander begrip. Wat niet wegneemt, dat op
verschillende vroegere „kamermuziekavonden" pres
taties geleverd zijn, die niet zoo heel veel afweken
van die der heeren Bormioli cn Semprini. De vir
tuoze fratsen in werken van Paganini, waarmee een
Milstein kwam, de acrobatische cellokunsten die
Feuermann vertoonde, de Strauss-paraphrases die
een Paul Weingarten en een Morltz Rosenthal speel
den behooren tot hetzelfde genre. Maar nooit na
men dergelijke werken het grootste deel van den
avond in beslag, zooals nu het geval was.
Het verschil is en blijft dus quantitatief. In elk ge
val hebben de pianistische jonglerieën der heeren
B. en S. ons kunnen verbluffen, en had de klank die
zij aan de prachtige Stcinway-vleugels ontlokten
steeds een groote en zeer verscheiden zinnelijke
schoonheid.
Eén toegift werd geschonken.
K. DE JONO,